De Vrouw zonder hart. O. 10443=, v LEIDSCH DAÊBCAD, Donderdag 20 Juli. Tweede Êiad. Anno'f923. GEMEENTEZAKEN. 'Vlug en goed wmjjderiUhoofd-en mpijn en ook ven schijnselen van griep door hetgebnjik van Jéet echter op ds oranje band Q/azen bulsie 75 cenfs. U8T DE RIJNSTREEK. FEUILLETON Eerfol ontslag en benoemingen. Met betrekking tot het verzoek van raej. C. gorsse om haar tegen 1 Augustus a.s. ont slag te verleenen als lid der Commissie voor i Bewaarscholen, geven B. en Wden Raad overweging het gevraagde ontslag eervol ie verleenen onder dankbetuiging voor de Verdienstelijke wijze, waarop mej. Korsse hare gemelde functie steeds waarnam.- Verwijzende naar een schrijven van de ■jommisie voor de Bewaarscholen, bieden Lij, ter voorziening in de vacature, de vol-» Jgende voordracht aan: lo. mevr. R. Cosman- ptendes da Costa, 2o. mevr. C. Iloogenboom- 'Thomas. Beëindiging hnnroveieenkomsl. De heer I. Snoek, aan wien voor f 240 per Ijaar de bovenwoning van het perceel Visch- I markt l&werd verhuurd, heelt zich, in ver- Iband met het betrekken van een andere wo- I ning, tot B. en W. gericht om de tusschen- I tijdsche ontbinding van de huurovereenkomst [te willen medewerken. D» huur werd aan- I vankelijk aangegaan tot 30 April 1922 en I werd verder geacht telkens voor den tijd van I één jaar te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden tevoren door een der partijen werd opgezegd. Aangezien de heer Snoek van deze I bevoegdheid geen gebruik heeft gemaakt, is I hij tol 1 Mei 1924 aan het contract gebon- 1 den. I Inlusschen ontmoet het bii B. en W., nu I de gelegenheid beslaat de woning aanstonds I weder te verhuren, geen bezwaar, aan het f verzoek van adressant gevolg te geven. Van de gegadigden, die zich hebben aan- gemeld, komt h. i. het meest in aanmerking de wed. D. VerzijdenWillemsen. Zij is be reid een huurprijs van f 260 per jaar te be- J talen d. dus iets meer dan de tegen- I woordige huurprijs en neemt genoegen 1 met de gebruikelijk voorwaarden, De woning I zal voorts worden aarivii&rd in den toestand, waarin zij thans verkeert. Aan een nader van den heer S. ingeko men verzoek om niet lot tusschentijdsche ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan doch toestemming tot onderverhuring te verleenen kan niet worden voldaan volgens B. en W Verhuring grend aan de Mij. tol Espl. vsn Tramwegen. De Noord Zuid-IIollandsche Tramweg- Maa?sclu;;.p:j heelt tot B. en W., in verband met den aairiog van de elcclrische tramlijn Den Haag—Voorburg—Leiden, het verzoek gericht om le mogen beschikken over een kleine térrcinslrook, ter grootte van pl.m. 300 vierk. M., van het Schuttersveld, ten einde deze strook ju le richlen lot rangeerterrein Tej*en de ingebruikgeving van deze strook grond beslaat bij dit College geen bezwaar, terwijl zij zich vergewist hebben, dat ook hel Departement van Oorlog en de Wed. DiebenBiesiot, résp. huurders van het tcr- tvin cn van de beweiding, geen bedenkingen Yriden weg zullen leggen. De militaire auto- ritóten vorderen alleen, dat dc in de on middellijke nabijheid gelegen springsloot voor liet Rijk kosteloos zóódanig in zuidelijke richting wordt verlegd, dal een onbelemmerd gebruik daarvan kan plaats vinden, en da', in verband met de geringere oppervlakte van het in huur verblijvende terrein, de door het Rijk verschuldigde huur met f 6 per jaar wordt verminderd. Ook de huurster van de beweiding verlangt een evenredige vermin dering van den huurprijs, terwijl te haren behoeve zoo noodig tevens een afscheiding zal moeien worden geplaatst. De ingebruikgeving aan de N.-Z.HIolland- sche Tramweg-Maatschappij kan geschieden in den vorm van een verhuring lot wederop zegging. Zij is bereid een jaarlijkschen huur prijs van 10 cent per vierk. M. te betalen, en neemt vóórts voor hare rekening de kosten, voortvloeiende uit de door het Rijk en de huurster van de beweiding reeds ge stelde en later eventueel nog te slellen eischen met betrekking tot het uit de huur nemen van de bedoelde strook. De Mij. verzocht tevens toestemming tot deiiijiïil'g van de gedeelten sloot, daarbijgele- gen, waartegen bij B. en W geen bezwaar beslaat. B. en W. geven nu den Raad in overwe ging aan beide verzoeken van adressante le voldoen. Wijziging verordening Lichtbeelden- vertooning. Het is aan de Commissie voor de Veror deningen gebleken, dat de redactie van het eerste lid van arlikel 1 der verordening, be- treffend§ het toelaten van kinderen tot licht- beeldenvertooningen, niet bevorderlijk is aan een doeltreffende toepassing dier bepaling en dat daardoor in sommige gevallen een strafrechtelijke vervolging achterwege moet blijven, niettegenstaande in strijd met de duidelijke bedoeling van dit voorschrift ge handeld is. Het aangehaalde artikel, voor zoover hier van belang, luidt: „het is aan ondernemers verboden tot de van hunnent wege gegeven Lichtbeeldenvertooningen kin deren toe te laten". Het is nu voorgekomen, dat, ter zake van overtreding van deze be paling proces-verbaal werd opgemaakt, het geen geschiedde tegen den bioscoop-chef van een bioscooptheater te dezer stede. Echter bleek strafrechtelijke vervolging van dezen niet mogelijk, aangezien hij niet was de „on dernemer" en de vertooning niet van zijnent wege gegeven werd. Waar volgens de mee ning van den Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het Kantongerecht, alhier, ook de ondernemer, die ten tijde van het plegen der overtreding niet in het theater aanwezig was, niet strafrechtelijk aansprakelijk was te achten, bleef de overtreding ongestraft. De moeilijkheid om de verordening toe te pas sen wordt voorts nog vergroot, wanneer, zoo als in deze gemeente het geval is, een of meer bioscoop-theaters geëxploiteerd worden door eene naamlooze vennootschap, in wier dienst dan degene, die men geneigd zou zijn als den ondernemer aan te merken, als direc teur werkzaam is. Ten einde de hierboven kortelijk aangege ven bezwaren uit den weg te ruimen, is het gewenscht, dat in de verordening niet langer wordt gesproken van de ondernemers en de van hunnentwege gegeven voorstellingen, doch dat zonder meer verboden wordt kinde ren lot openbare liichtbeeldenvertooningen toe te laten. In elk afzonderlijk geval zal dan moeten worden vastgesteld, wie, als belast met de toelating van het publiek, voor de naleving van de verordening en dus ook voor eventueele overtredingen, aansprake lijk is te achten. De Commissie geeft op grond van het bo venstaande in overweging over le gaan lot wijziging der verordening in den aangege ven zin. Wijziging der verordening op vergunning3- en verloislocaliteiten. Het is bekend, dat sinds ecnigen lijd o.a. muziek en zang draadloos, door middel van radiotoestellen van de eene naar de andere plaals kunnen worden overgebracht. Dit ge schiedt onder meer ook in voor het publielr toegankelijke localileiten, als bedoeld in ar likel 1 van de verordening op 'vergunnings- en verlofslocalileiten en logementen. Nu be paalt art. 2 dezer verordening, dat het den houder van zulk een inrichting verboden is om, zonder verkregen onthefing, in die in richting, op een daarbij behoorende sloep oi een daarbij belioorend terras, of in eenige daarbij behoorende andere open ruimte, mu ziek le maken of toe te laten, dat aldaar mu ziek gemaakt wordt. Volgens de bedoeling van deze bepaling is daar dus ook het geven van radioconcerten zonder vergunning van den Burgemeester- verboden Volgens de woorden van het arlikel echter niet. Immers in gevallen, als hier bedoeld, maakt de hou der in zijn inrichting of de daarbij behoo rende ruimte geen muziek, noch laat hij toe, dat aldaar muziek gemaakt wordt, want de l muziek wordt elders, ver buiten de inrich- ling, gemaakt en slechts in de localiteit ten gchoore gcbrachl. Het komt de Commissie i van de Strafverordeningen daarom wensche- lijk voor, in genoemd artikel niet te spreken van het „maken", doch van het „ten gc- hoore brengen" van muziek. Een soortgelijke wijziging behoort ook de verordening op openbare vermakelijkheden cn bijeenkomsten te ondergaan. Deze bepaalt in artikel 1 o.m., dat het zonder vergunning van den Burgemeester verboden is tooneel- voorstellingen of andere vertooningen, mu ziek- of zanguitvoeringen, danspartijen of eenige andere vermakelijkheid tot welke de toegang voor het publiek om niet of tegen betaling open staat, aan te kondigen, te geven of te doen plaals hebben. Daaraan ware nu toe le voegen, dat onder het geven of doen plaats hebben van muziek- of zanguitvoerin gen, als bovenbedoeld, het ten gehoore bren gen of doen brengen van muziek of zang dooi' middel van z.g. radiotoestellen wordt begrepen. De genoemde Commissie gééft milsdien in overweging over te gaan tot vaststelling van verordeningen waarin een en ander wordt vastgelegd. Onbewoonbaarverklaring van woningen. In verband met de op 1 Aug. a!s. in wer king tredende wet van 2 Juni 1923 tot wij ziging van de Huurcommissiewet en de Huuropzegingswet, heelt de Minister van Ar beid, Handel en JJrjverheid, de medewerking van de Gemeentebesturen ingeroepen, ten einde door onbe\^oonbaarverklaring van de daarvoor in aanmerking komende woningen, le voorkomen, dat eigenaren* van volstrekt slechte woningen-profiteeren van huurvcr- hooging, mede door genoemde wet mogelijk gemaakt. Een en ander gaf B. en W. aanleiding den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht op te dragen ten spoedigste een nauwkeurig onderzoek in te stellen naar den toestand van de door de Gezondheidscommissie in de bijlage van haar schrijven d.d. 11 Februari 1922 betreffende woningtoestanden als zeer slecht en als slecht gekwalificeerde wonin gen, voorzoover deze woningen niet inmid dels reeds onbewoonbaar verklaard waren of door het aanbrengen van verbeteringen we der in bewoonbaren staat gebracht waren. In het rapport der Gezondheidscommissie werden 119 woningen als zeer slecht en 317 als slecht aangeduid. Van deze 436 wonin gen werden inmiddels reeds 112 woningen onbewoonbaar verklaard, terwijl 5 wonin gen door het aanbrengen van verbeteringen weder ter bewoning geschikt werden ge maakt. Het onderzoek moest zich dus nog uitstrekken over 319 woningen. Ingevolge opdracht werden van deze 319 woningen alleereerst de door de Gezond heidscommissie als zeer slecht aangeduide woningen aan een speciaal onderzoek onder worpen. Uit dat onderzoek bleek, dat al deze 28 nog niet onbewoonbaar verklaarde zeer slechte woningen wegens de na te noemen gebreken niet ter bewoning geschikt zijn en ook niet door het aanbrengen van verbete ringen in een behoorlijk bewoonbaren staat kunnen worden gebracht. Zij behooren der halve onbewoonbaar te worden verklaard. De termijn tot ontruiming dient echter met het oog op den nog heerschendcn woning nood zoo ruim mogelijk, d.i. op zes maan den te worden gesteld ,en zal na verloop van dien termijn ongetwijfeld moeten worden ver lengd. Met betrekking tot de 291 als slecht gekwa lificeerde woningen is het onderzoek nog niet algeloopen. Met hel resultaat ook van dal onderzoek hopen B. en W. den Raad ech ter binnen kort in kennis te slellen. Voorloopig geven B. en W. den Raad mits dien slechts in overweging: I. tot onbewoonbaarverklaring van de na volgende woningen over te ga'an a. de woningen Bóuv/enlöuwensteeg Nis. 48 en 50; Paradijssteeg Nis. 10, 15, 17 en 60 cn Koenesteeg No. 28, wegens vocht en ver vallen toestand; b. de woning Paradijssteeg No. 1, wegens vocht en vervallen toestand, alsmede onvol doende gelegenheid tot toetreding en door- slrooming van lucht; c. de woningen Schagensleeg Nis. 18 en 20, wegens geringe oppervlakte, onvoldoende gelegenheid tot toetreding van daglicht en lot doorslrooming van lucht, alsmede vocht en vervallen locstand. d. de woningen Olieslagerspoort (Glara- steeg) Nis. 1, 2, 3 cn 4, wegens onvoldoende gelegenheid tol toetreding van daglicht en onvoldoende gelegenheid tot toetreding en doorslrooming van lucht; e. de woningen Ooslcrpoorl (Oranjegracht) Nis. 1, 2, 3, 4, 5 en 6, wegens onvoldoende gelegenheid lot toetreding van daglicht en tot doorstrooming van lucht, vocht en verval len toestand; f. de woningen Rozenpoort (üilerstegracht) Nis. 2, 4-, 6 en 7, wegens onvoldoende gele genheid tol doorslrooming van lucht, vocht en vervallen toestand. g. de woningen Karelshof (v. d. Werffslr.) Nis. 1, 2, 3 en 4, wegens vocht en onvoldoen de gelegenheid tot toetreding van daglicht en doorslrooming van lucht. II. te gelasten, dat genoemde woningen moeten zijn ontruimd binnen zes maanden te rekenen van den dag waarop de tijd tot voorziening is verstreken of het besluit tot onbewoonbaarverklaring is gehandhaafd. Overname van grond. In verband met een voorgenomen ver bouwing van het zuidelijke gedeelte aan den Haarlemmerweg alhier, kadastraal bekend Sectie K No. 2699, verzoekt de firma J. C. van der Loo, dat de reeds gedempte sloot ge legen tusschen dit perceel en den Haarlem merweg, voor zoover zij aan adressant toe behoort, in eigendom aan de gemeente worde overgedragen, waardoor aan het bepaalde bij art. 1 der bouwverordening ten opzichte van dezen bouw zal zijn voldaan. Tegen inwilliging van dit verzoek bestaat noch bij B. en W. noch bij de Commissie van Fabricage bezwaar. RECLAME. 9473 ALPHEN. Dinsdagmiddag geraakte de hooiberg van den landbouwer P. K. aan de Ziende onder Aarlanderveen in brand. De woning kon gespaard blijven. Oorzaak is het met vuur spelen door kinderen. De heer J. H. Besselaar Jr., te Rotter dam gaf op uitnocdiging van het Orgel- fcmds-Oomité der Ned.-Hei'v, Gemeente al hier in de nieuwe kerk een orgelbespeling. Alhoewel de opkomst niet zoo bijzonder groet was (het.gecp. wel zijn oorzaak zal gevonden hebben in het slochto weer) mag deze avond uitstekend geslaagd heet-en. Met Fuga in G. klein van J. S. Bach, werd ingezet. Dezo compositie was beknopt doch niettemin behoort zij zeer zeker tot het schoonste wat Bach heeft geschreven. Uit ChoralvorspieleAllo Menschen müssen st-erben, Val et will ioh dir geben, ia zachte tonen gehouden, sprak eenvoud, ernst en waarheid Sonate No. 6 in D klein over „Het gebed des Heeren" door F. Mendelssohn Bar- tboldi. De registratie van het eerste ge deelte was donker en e enigszins strijkend. Het verdere gedeelte was mooi van struc tuur en voornaam van karakter terwijl het laatste melodieus en rustig was. Bénédiction Nuptiale en Osalutaris van C. Saint Saëns Priëre van A. Guilmant, een drietal werken van twee dor grootste Fransclie organisten zijn ware stemmings- s tukjes. Orgelconcert No. 1 in G klein van G. F. Handel was oen grootsoh werk met ecu eenigszins rustige opzet. Het middenge deelte was kort doch zeer schoon; het laat ste mot enkele registers ingezet ontpk>oi- de zich meer en meer en weid steeds krach' tiger van toon. Vision Op. 156 hoft- 1 No. 5 en Abend- friede Op 150 heft 2 No. 10 van J. Rhein- berger waren twee stukjes van rustig ka rakter. Het slotnummer: "Wilhelmus (oudjs zetting met eeii kleine introductie) werd door do aanwezigen staande aangehoord waarna allen aangenaam aangedaan het kerkg-ebouw verlieten. LEIDERDORP. Gemeenteraad. De vergadering wordt met gebed ge opend, waarna de notulen der voorgaande vergadering worden gclezejn en goedge keurd. Wordt t-er tafel gebraoht en gelezen: 1. Een missive van God. Staten, ten gö- leide van de goedgekeurde wijziging der begrooting 1922. 2. Idem houdende mededeeling dat dd uitkeering aan de gemeente, bedoeld in de wet van 24 Mei 1897 door Ged. St. vooc dit dienstjaar is vastgesteld op f 6102.90, overeenkomstig hot uitgetrokken bedrag op de begrooting. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 3. Een verzoek van de regelings-commis-» sie voor de kringwedstrijden voot de bur gerwachten in de federatie Rijnland-Oost, om subsidie voor de te houden wedstrij den. B. en W. stellen voor daarvoor f 25 te geven waartoe wordt besloten. 4. Idem van het Bestuur der Chr. Oran- jevereeniging alhier, om subsidie voor het schoolkinderfeest. B. en W. stellen voor een subsidie te geven van f 0.40 per kind, en het bedrag, overeenkomstig het verzoek, voor ditmaal te storten in de kas van het algemeen feest-ooraitó, met bepaling, dat een gedeelte der gelden beschikbaar moeten blijven voor do Amsterdamsche reis, met do kinderen der hoogste klassen. Hiertoe wordt besloten. Aan de orde is nu de voorloopig© vast stelling van de rekening over 1922, welke door B. en W. wordt aangeboden. Tot het onderzoek wordt onmiddellijk overgegaan. Na het onderzoek wordt, zonder discus sie met algemeene stemmen besloten do re kening voorloopig vast te stellen als volgtde gewone ontvangsten op plm. f 76043.45V&, de uitgavan op f 62785.0S| en het batig saldo derhalve op f 13258,39<io buitengewone ontvangsten en uitgaven op f 16366hebbende do wethouders zich inge volge óe wet van stemming onthouden, ter wijl bovendien nog vastgesteld wordt oen staat van oninbare posten, behoorende bij dc rékening over het jaar 1922. In behandeling komt nu oen voorstel vari B. en W. tot wijziging van de algemeen© politic-verordening, strekkende om na art. 45 op te nemen een nieuw art. 45fads lui dende: Het is verboden a1 Zich, zonder noodzaak, op to stellen of te blijven staan op hoeken van straten en in het algemeen zich op te stellen of te blijven staan voor deuren of ramon van ge bouwen b. Zich, zonder noodzaak, to bevjnden op do stoepen of in de portieken van langs de straat staaude gebouwen c. Zich, zonder noodzaak, te bevinden op of binnen den afstand van zes meter van bruggen. Dienovereenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Bij de rondvraag vraagt de heer A. van. Leeuwen naar de verbetering van een go^ declte paardenpad, waartoe is het begio van het jaar werd besloten, en waarmedo nog niet is begonnen. De voorzitter zegt dat B. en W. hebben gemeend hiertoe voorhands nog niet te moeten overgaan, daar de inkomsten der gemeente dit jaar belangrijk beneden de raming zullen zijn, zoodat de daarvoor De- echikbnar gestelde gelden dan eventueel kunnen dieneu tot dekking ram het moge lijk nadeelig saldo. De heer Boot zegt, dat uitstel in het voordeel der gemeento is, daar de prijzca der steenep nog steeds dalende zijn. Op een desbetreffende vraag van den heer De Graaf zegt de voorzitter dat de Doeslaan ten genoego van B. en W. is op geleverd. Niets meer aan de orde zijnde wordt do vergadering gesloten. Oorspronkelijke HolL detective-ioman. Door R J. BRANDENBURG. (Schrijver van „Het doodend Zwijgen"). (Nadruk verboden). Ik zag, dat Arthur deze vreemde houding ook opviel, en dat hij, zonder dat het op viel, een enkelen keer den jeugdigen advo- kaat scherp observeerde. Wanneer Arthur dat doet, glinsteren zijn oogen en zijn kin drukt hij tegen zijn boord, zoodat zij vier kant en massief op zijn borst schijnt te rustenz'n mond knijpt hij samen en zijn geheele gelaat vertoont een bijzonder ener gieke uitdrukking. Daar kwam oom de kamer binnen en Wenschte ons allen een goeden morgen. Het ontbijt kenmerkte zich overigens door niets bijzonders en de gesprekken waren onge dwongen en gewoon. Na het ontbijt zagen wij, dat mr. Van. den Drent oom aanklampte en beiden ver lieten de huiskamer. .Even later, wij stonden juist op het punt naar huis te gaan, kwam een bediende Ar thur en mij vragen even boven te komen. Wij volgden den man; de jongelui, die rondom tante stonden, keken ons verbaasd tan. '»Wij gaan een plan voor morgen maken 1" neP Arthur tante in het voorbijgaan toe. Wij gingen de trap op en de lakei liet bns in de bibliotheek, waarvan de vier wan den werden ingenomen door hooge boeken kasten, achter de glazen deuren waarvan wij de bandjes netje3 gerijd zagen staan. Mr. Van den Drent lag doodsbleek in een leeren clubfauteuil; oom liep met groote stappen, de handen in de zakken en met zijn sleutels rammelend, de kamer op en neer. Op tafel lag een vierkant stukje papier Toen oom ons zag, staakte hij zijn wan deling en zeide tot Arthur, terwijl hij mij met zijn hand naar een stoel wuifde: ,,Ik heb jullie verzocht hier te komen, omdat ik weet, dat Arthur en jij ook, Ann, je zoo bijzonder interesseert voor geheimzinnige zaken, en Arthurs scherpzinnigheid al zoo menigmaal, ook in den oorlog, naar ik ver nomen heb, de meest verwarde vraagstuk ken heeft opgelost." Arthur boog, alsof hij een beroeps-detec tive was, wat gelukkig niet het geval is. Ik zou zeker 's nachts geen oog dicht doen, als hij officieel als speurder bij do misda digers- bekend stond. „Hier heb je het raadsel", zei oom en overhandigde Arthur het stukje papier, dat op de tafel lag. Het was een klein vierkant stukje gewoon wit papier» ongelinieerd. Opstaande en over Arthur's schouder heenkijkend, zag ik, dat er met zwart potlood, in drukletters, heel flauw, op was geschreven: „Wacht uu voor Vrijolag e v." Deze woorden waren onder- teekead met een grijnzend doodshoofd, even eenB heel flauw geschetst. Arthur draaide het papier om en om, bekeek het van alle kanten en legde het weer neer, zeggende: „Geen bijzondere ken- teekenen." En zich tot het slachtoffer wen dende, dat zich met een zijden zakdoekje koelte zat toe te waaien, zei hij: „Dat briefje heeft u zeker vanmorgen ontvangen ik bemerkte, dat de post u een onaange naam bericht had gebracht." Mr. Van den Drent was ongeveer zijn antipode. Zelden heb ik een gekker kerel tje gezien; hij was klein en buitengewoon mager en zoo zenuwachtig als een poes. Voortdurend waren zijn vingers in bewe ging nu eeno trommelden zij op zijn knie, dan weer kneep hij de stof vaJi zijn broek samen. Zijn kleine oogen schuilden weg achter blikkerende so-ea-sy glazen. Nadat wij allen hadden plaats genomen in de rieten armstoelen, vroeg tante ons wat wij wilden drinken. Ik koos thee, even als zij zelve, en Arthur nam een cocktail, als de andere heeren. Het gesprek liep spoedig over allerlei zakende heeren hadden het over automo biel-motoren, renpaarden, den militairen dienst, over tooneelj de genoegens van do Residentieterwijl £ante met mij over En geland sprak:, waar zij een tiental jaren een.i geweest was. Londen was haar niet erg bevallen; het verwonderde mij niets: deze* kalme oude dame kon ongetwijfeld beter aarden op een rustige buitenplaat» dan in een millioenenstad. Arthur nam nu eens deel aan ons ge sprek, dan weer aan dat der heeren. Ten «lotte bracht de luitenant het gesprek op h?t toilet, waar hij verstand van bleek te bezitten, en verkondigde daarna nonsens over muziek. Hij hoorde het liefst het sig naal attaqueeren, zei hij. Waarop Oharles in een eohaterlach uitbarstte, ofschoon de geestigheid voor mij volmaakt verloren „Wat blijft vader toch lang weg", zeide plotseling Oharles, op zijn horloge ziende. „Gaan jullie vanavond nog uit?" vroeg zijn moeder. „Ja zeker", antwoordde hij, en zich tot Arthur wendend„Je zult wel merken, dat we hier een vrijgevochten bende vor men. Nietwaar, jongens, wij doen net waar wij lust in hebben." Zijn moeder keek hem droevig aan en zeide afgemeten „Natuurlijk kunnerr onze gasten het zich zoo aangenaam mogelijk maken." Ik vond do stemming der jongelui en den toon, dien zij aansloegen, in 't geheel niet iü overeenstemming met bet feit, dat het hoofd van het gezin dezen dag den broeder van zijn vrouw de laatste eer bewees, en ik zag aan Arthur, dat hij er net zoo over dacht als ik. Wat zijn jonge menschen toch vaak bitter wreed! Ik zag hoe tante de lippen op elkaar klemdezij was wél een vrouw om eerbied voor te hebben; maar ook een vrouw om heel veel van te hou den. Daar kondigde hoorngetoeter de komst aan van oom Van der Heul© en even later trad hij door de openstaande tuindeuren naar buiten. Hij was een man van middel baren leeftijd, forsch van gestalte, meb een hoofd, zoo kaal als een biljartbal, J>or- stelige wenkbrauwen en trouwe, maar toch intelligente oogen. Hij had een heel inne mende stem en begroette mij allerharte lijkst, zeggende dat hij heel verheugd was eens met zijn jongste nichtje kennis te maken, waarbij zijn oogen „met welgeval len op mij irustten." Het gesprek der jongeren werd bij zijn komst minder luidruchtighet was of de oude man hen imponeerde. Oom nam even eens een cocktail, ging naast tante zitten, legde zijn hand, waaraan alleen de trouw ring schitterde, op de hare en samen spra ken zij zaciit over de begrafenis Zij wilden den jongeren niet lastig vallen met hun verdriet, en bovendien was dat iets tus schen hen beiden, hetwelk zij alleen begre pen. Arthur deed enkele belangstellende vra gen, zonder zich echter op het terrein van de misdaad te begeven, en ik luisterde op merkzaam toe. De anderen hadden het over eporl. Even daarna kondigde een lakei in blau we livrei met zilveren knoopen aan, dat het diner gereed stond. Oom bood mij hof felijk zijn arm aan, terwijl Arthur tante aan tafel geleidde. Naar binnen gaande, hoorde ik De Weerde zeggen: „Zouden wij vanavond toch maar niet liever thuis blij ven?" waarop Charles, zijn cocktail in één teug opdrinkende, scheen te antwoorden: „Ben je gek, kerel?" Aan tafel vroeg oom mij een en ander over onze zeereis en ik veftelde hem hoe ongalant het wilde water mij behandeld had Hij moest er hartelijk om lachen en informeerde vervolgens belangstellend naar onzen tocht door Zeeland en hoe ik Holland nu wel vond. Deze vraag werd mij later nog vaak van verschillende zijden ge steld en ik begreep daaruit, dat de Hol landers op hun vaderland fcrotsoh zijn; zi| hebben er ook reden toe. Na tafel dronken wij koffie in den tuin. en rookten de heeren Eun after-dinners. De jongelui verontschuldigden zich en gin» gen heen. Wij vernamen het ronken de* motoren. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5