Pic-nic houden.
CORRESPONDENTIE.
.We zouden pic-nïc houden,
maar 't weer was taam'lijk ruw.;
er dreigde zelfs wat regen
echt voor een paraplu 1
We maakten eerst verbazend
veel pret en hadden schik,
maar 't was wat frisch te zitten,
ten minste, dat vond ik'.
door de wollen gordijnen en vult de kamer
met een rood-achtig schemerlicht. Het mei's
je blijft aarzelend op den drempel staan.
Daar beweegt Moeder zich en zucht. Dade
'ijk sluipt Marietje naderbij
„Moes", fluistert ze, ,,ben je wakker V%
cn zë buigt zich ovesr de slapende heen.
Haar moeder knippert met de oogen en
kijkt haar dochtertje verbaasd aan.
.,Wat is er?" vroeg.ze verschrikt, „je
bent toch niet ziek V'
,,'t Is zulk prachtig weer5', zegt Marietje
wat luider. „Kijk, de zon schijnt! Zal ik de
gordijnen maar opentrekken V'
Maar vóór ze haar voornemen ten uitvoer
kan brengen, houdt Moeder's booze fluis
terstem haar tegen.
,;Maar kind, wat haal je in je hoofd? Je
zult Vader nog wakker maken- Wat doe je
zoo vroeg uit bed V
Marietje staat met een gebogen hoofd en
trekt een pruillipje.
.,Ik wou zoo graag halve kousen aan".,
waagt ze nog.
Maar nu wordt Moeder echt boos.
„Ondeugend kind", zegt ze, „moet je me
daarvoor zoo vroeg wakker maken Er komt
niets van in! Ga maar gauw naar je kamer
tje", en ze keert zich weer om.
Marietje gehoorzaamt schoorvoetend. Met
een ongelukkig gezicht staat ze aan 't raam
en staart naar buiten in den blijden zonne
schijn. Nu heeft ze alles zelf bedorven. Wat
dom toch ook om Moeder wakker te maken.
Vervelend nu hebben natuurlijk straks
alle kinderen op school halve kousen aan
en zij alleen niet.
„Suikerkindje", zullen ze smalen, „je mag
ook nooit iets!"
Marietje's oogen glinsteren plots van
vocht en twee dikke tranen biggelen langs
aaar ronde wangen.
Ze staat daar, tot ze in de kamer van
Moeder en Vader gerucht hoort. Dan droogt
ze haastig haar gezichtje aanden hand
doek en laat zich weer op den rand van
haar bed zakken.
Langzaam schopt ze de pantoffels van
haar voeten, die koud zijn geworden van
't lange stil-zijn en trekt met een zucht de
.warme lange kousen langs haar kille been-
«jc3. BEP VAN DER HARST.
Een Spelletje in de Open Lucht.
De Beeldhouwer.
Een der spelers wordt de rol van beeld
houwer opgedragen, alle anderen stellen
.standbeelden voor. De beeldhouwer geeft
'op, wie ieder van hen moet voorstellen, b.v.
fJupiter, Hercules, enz. Spélen er meisjes
'mee, dan kunnen zij b.v. godinnen voor
dstellen. De personen behoeven nu juist Diet
'uit de fabelleer gekozen te worden; het is
I echter noodig, dat ieder zoowat weet, welke
'houding hij moet aannemen.
Zijn ze geplaatst, dan moeten ze ook als
'werkelijke standbeelden onbeweeglijk stil
staan. De beeldhouwer stapt heel deftig tus-
schen zijn beelden heen en weer, met zijn
hamer een zakdoek met knoopen in de
hand, om iets aan den stand van het een of
andere beeld te verhelpen, als hij hier of
daar eenig gebrek dat beteekent hier
'eenig gefluister, eenige beweging, een ver
keerde houding of iets dergelijks, ontdekt.
Dat verhelpen bestaat uit één of meer sla
gen met den zoogenaamden hamer, maar
"«liet te hard, want de stof, waaruit deze
beelden bestaan, is "geen marmer
Eindelijk roept de beeldhouwer, als hij
het nazien moede begint te worden, plotse
ling:
„De beeldhouwer is weg!?>
Dan worden de beelden op eens levend,
/Bpringen van hun plaatsen en loopen stoei
ende door elkaar. Heeft de beeldhouwer dat
een tijdlang aangezien, dan roept hij even
'onverwacht
„De beeldhouwer is teruggekeerd!"
Nu snellen allen weer naar hun vorige
Vlaats en nemen hun vroeg eren stand weer
aan. Wie het laatst op zijn plaats komt,
moet een pand geven. Hierop gaat de beeld
houwer weer aan het verbeteren even als
'te voren of hij zet zijn beelden in de hou-
.ding, waarin zij behooren. Heeft hij echter
hdet goed opgelet wie de laatste was, dan
<*noet hij zelf een pand geven, wordt afge-
jzet en een ander neemt zijn plaats als beeld-
li on wer iiu Het spel begint dan weer pp-
hieuwj
Maar daarmee nu te sleepen
d&t lachte ons niet toe
„je moet er je op kleeden,"
zoo klonk de raad van Moe.
We wilden met ons vijven
en onzen kleinen Mol
naar 't boschje op den heuvel,
niet ver van d' eersten tol.
,We namen lekk're broodjes
en ook wat vruchten mee;
Moe liet ons uit en wuifde
ons na met tante Kee.
Zij vonden 't wel eens rustig
zoo zonder ons te zijn;
nu, 'k wil het best gelooven
ons huisje is maar klein.
Evenals de vorige week bijna alle brie
ven verzuchtingen bevatten over die buiten
gewone hitte, zoo las ik nu in de meeste
brieven uitingen van dankbaarheid dat het
zooveel is <g>gefrischt. Het was ook afschu
welijk, zóó warm, nu kan men weer beter
werken en denken en het was ook verre van
gezond wat hoorde men veel van zieken en
sterfgevallen door de hitte. Als het nu maar
lekker zacht zomerweer blijft zooals dezer
dagen, dan kunnen menschen en kinderen
genieten van vacantie en alle pretjes, die
daarbij hooren. Natuurlijk kreeg ik verrukte
brieven van allen, die een prijs wonnen
dat vind ik altijd zoo aardig om in de brie
ven te lezen over de vreugde als men zijn
eigen naam ontdekt bij de prijswinners.
Denkt er om, het blijft voorloopig zoo de
brieven moeten Maandags vóór 5 uur aan
het Bureau L. D. zijn, en mijn adres is
Kloosterzande (Zeeland.)
Marie en Piet Kükler ik ben benieuwd
naar den brief van de volgende week, dan
hoor ik welk boek óf jullie hebt gekregen, en
over de rapporten en of jullie beiden bent
overgegaan.
Jan en Bram Hemerik de lelietjes der da
len waren heel goed gedroogd in den brief.
Zeker mag je eens overslaan in de vacantie.
Annie Nagtegaal, tot je volgenden ver
jaardag behoor je nog tot de kleineren. Je
behoeft er volstrekt niet altijd een brief bij
te schrijven, alleen als je er zin in hebt.
maar je bent wel op een leeftijd dat je met
Inkt kunt schrijven.
Rika Kruit, hoe ik over die hitte denk en
hoe blij ik ben, dat het is opgefrischt, heb
j§ hierboven al kunnen lezen. Het heeft in
ft Bleef aldoor droog, gelukkig;
't kwam zeker door den wind.
ja, hard, begon 't te waaien i
'k weet niet, hoe jullie 't vindt
iWij moesten eerst erg lachen
en grepen onzen hoed
maar later werd het erger;
we vonden 't lang niet goed 1
Zooals de wind ons plaagde;
we wilden dus naar huis
of foei, wat klonk 't vaak zuchtend:
„och, waren we maar thuis?'
De wind hield pal ons tegen,
we konden haast met meen
bij zulk weer pic-mc houden
dat doe ik vast nooit weert
HEBMAfftfA.
den Haag ook geonweerd, maar niet erg. v
Piet Gertenaar, zeer dank voor je aardige
teekeningen, heb je het nageteekend of uit je
hoofd gedaan 1
Nellie van Klaveren en Catrien Zandber
gen, als jullie in de vacantie toch mee wilt
doen, dan kan je toch Maandags schrijven
en als je den brief 's avonds op de bus doet.
dan krijg ik dien Dinsdags nog in Zeeland.
Haziene en Jan Voorbij, het was jam
mer dat Haziene niet naar Bergen kon gaan,
maar als ze nu nog gaat, zal ze meer plezier
hebben dan met die warmte. Breng je den
brief zelf naar het Bureau L. D. of gaat het
over de post
Willem van der Horst, ik vond het toch
zóó aardig voor jou, dat jij nu een prijs loot
te, dat was een aardig nieuwtje dat je aan
je moeder kon vertellen. Hoe gaat het nu
met je moeder, wensch haar eens beterschap
van mij.
Annie Zirkzee, groot gelijk hoor om het
reisje naar Amsterdam uit te stellen om de
warmte, het was in de treinen ook gloeiend
heet verleden week.
Corry en Wim den Dopper, dat wil ik
best gelooven, dat je kletsnat thuis kwam
toen je in die donderbui naar huis fietste.
Gaan jullie veel fietstochljes maken in de
vacanlie
Jo Liese, natuurlijk mag je eenige weken
overslaan als je uit logeeren gaat, dan kan
je niet meedoen.
Johan Schneider, als er bij mijne papie
ren een goede anecdote van je is, dan zal ik
die zeker eens plaatsen.
Betsie en Mollie Aanen, is het een mooi
boek dat jullie als prijs hebt gekregen
Betsie heeft het zeker al gelezen nu zij zoo
stil in het zonnetje moet liggen.
Drietal van Beek, je Duitafi^.e logeetje