Eindelijk «eergevonden Dinsdag 17 Juli 1923. EERSTE BLAD. STADSNIEUWS. BINNENLAND. Het voornaamste nieuws van héden. FEUILLETON t PRIJS DER ADVERTENTIEN: BO Cts. per regel. Bij regelaïoimoment b'elangrijS 1 Ja.? eren prijs. Kleine advertentien, Uitsluitend bij voornitbo- taling. Woensdags en Zaterdags 50 Cis., bij een ("maximum aantal -woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor evenlueele op- ken ding van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cis. Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers vaar Directie en Administratie 175, Redactie 1507. Podchèqne- en Girodienst No. 67055. Postbns No. W. PRIJS DEZER COURANT; Voor telden p. 3 mn'd. 'f 2.35, p. week" -5" Z Dit Buiten Leiden, waar agenten gevestigd sijtt, per weck DIS Franco per post 'f 2.35 4" portokosten. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen Nummer 19435. Geslaagd zijn voor het „Mercurius"- diploma voor boekhouden en a. v. de heeren J. J. van Oostcrhoud, S. W. van Leeuwen, J. de Cler, J. Laman en A. van der Leede, alhier. Voor het einddiploma va" den Kol. Suikercursus, aansluitende op de üoogere Kol. Landbouwschool, is geslaagd de heer J. H. Valentgoed, alhier. Zooals wij reeds mededeelden, beslaat 'de zaak van de firma P, W. M. Trap, boek en steendrukkerij, Papenstraat 30, alhier, he den 75 jaar. Zij werd in het jaar 1848 opge richt door wijlen den heer P. W. M. Trap en had, zooals meestal met pas beginnende za ken in dien tijd, een geringen omvang en werd op bescheiden voet gedreven. De heer Trap stelde evenwel aan zichzelf en aan het werk, op zijn drukkerij vervaardigd, strenge eischen,- waardoor de zaak gestadig uit breidde en naam kreeg, zoowel builen de ge meente als in de stad zelve en zelfs in het buitenland. Dit bleek ook uit de bekronin gen, die den .heer Trap ten deel vielen. In 1870 werd de zoon van den oprichter, den lieer J. P. Trap, in de zaak opgenomen. De tijdsomstandigheden leidden er toe, dat Be herdenkingsdag zonder feestelijkheden voorbijgaat. Alleen is de vlag van het ge bouw der drukkerij uitgestoken en werden tal van gelukwenschen, in den vorm van telegrammen, brieven en kaarljes, ontvan gen. De tegenwoordige firmant, de heer J. P. Trap, heeft zich echter aan alle huldebetoon ontiroklcen door dezer dagen de stad te ver laten. Het gezamenlijk personeel, dat oorspron kelijk voornemens was den patroon een stoffelijk blijk vati waardeering aan te bie den, zond dezen nu een telegram van geluk- .wenseh, Gistermiddag geraakte aan hel Rapen burg een fietsende jongen te water. Hij werd er spoedig weer uitgehaald, terwijl len huize van dr. van Iterson het water, dat hij had binnengekregen, werd uitgepompt met het oog op de „waterzindèiijkheid". Doór-de politie is aangehouden van t' fff verdacht van verduistering van Iwee rij wielen. Ten nadeele van een schipper is op diens schuit, liggende in de Heerengrachl, een loopplank ontvreemd van circa i'U M. lengte. Aangifte is gedaan door den heer T., dat uit zijn zeilboot, liggende in den Vliet, ;een kist is ontvreemd met borden, koppen, Aangifte is gedaan van. het ontvreem den van een rijwiel uit de Leeszaal Reuvens. In de Stedelijke Werkinrichting zijn opgenomen in de week van 8 tot en met li Juli 139 volwassen personen en 11 kin deren, totaal 150 pers. De verhocging der collegegelden. Dr. Yan der Mijle, voorzitter van den Na- tionalen Bond voor Bezuiniging heeft zich, in verband met het dezer dagen aangeno men wetsontwerp tot verhooging der col legegelden aan de universiteiten, in een adres tot H. M. de Koningin gewend, waarin hij te kennen geeft: Dat hij uit de dagbladen heelt kennis ge nomen van het ontwerp lot wijziging der Hoogere-Onderwijs-wet, inzonderheid be doelend een aanmerkelijke verhooging der collegegelden; dat hij. voorstander zijnde van een ruime openstelling der gelegenheid tot cullureele ontwikkeling, tot zijn leed wezen moet constateeren, dat deze verhoo ging da.armede ten eenenmale in strijd i3, overtuigd als hij is, dat een verhooging der collegegelden met honderd gulden voor vele ouders van studcerende jongelieden groote bezwaren zal opleveren; dat blijkens de toe lichting deze verhooging bedoeld is als een rem tegen de belangrijke toename van stu denten, welke bij verschillende faculteiten van onze inrichtingen voor Hooger Onder wijs valt te constateeren; dat dit doel ech ter beter kan worden bereikt door verzwa ring der toelatingsexamens tot een der pro- paedeutische examens aan onze Universitei ten, dewijl hierdoor de voor universitaire studie minder geschikte personen gemakke lijk worden geweerd, hetgeen zeer zeker is te achten in het belang der maatschappij; dat niet uit het oog verloren mag worden, dat ten allen tijde reeds, doch vooral in de tegenwoordige tijdsomstandigheden, ouders van studenten, niet wonende in de universi teitssteden, zich buiten de collegegelden om belangrijke financieele opofferingen voor de studie hunner kinderen moeien getroosten, zoodat vooral ook voor die ouders, ten min ste voor een groot gedeelte er van een ver hooging der studiekosten met honderd gul den geen zaak van ondergeschikte beleeke- nis is; dat alles er voor pleit ook bij de col legegelden verband te leggen met het inko men of het vermogen der ouders, door welke proporlioneele heffing de belangen der schat kist nog zouden worden gebaat, zonder dat aan de minder gegoede studenten den weg lot de universiteit zou worden afgesloten; dat eindelijk, als het streven moet zijn ge richt op vermindering van het aantal stu denten, dit doel moet worden bereikt niet volgens een selectie-systeem, dat verband houdt met het vermogen der ouders, maar wel met een, waarbij eenvoudig rekening wordt gehouden met de capaciteiten der aanslaande studenten. Reden, waarom adressant zich eerbiedig lot Uw Majesteit wendt, om aan het te do zer zake door de beide Kamers der Slalen- Generaal aangenomen wetsontwerp Uw goedkeuring te willen onthouden. Bezuiniging aan gymnasia. Het bestuur der Vereeniging van Rectoren en Conrectoren in Nederland heeft in een adres tot den Minister van Onderwijs het dringend verzoek gericht, in welwillende overweging te' nemen de volgende conclu sies, welke met algemeene stemmen zijn aangenomen in de ledenvergadering van 7 dezer: I. Bezuiniging op het gymnasiaal onder wijs kan niet dan met de allergrootste schade voor dat onderwijs worden tot stand gebracht door de op dit oogenblik van Re- geeringswege beraamde middelen: a. ver mindering van salarissen; b. verhooging van het aantal te geven lesuren; c. verhooging van het aantal leerlingen per klasse, indien deze middelen, zooals op het oogenblik het plan schijnt, imperatief en uniform worden doorgevoerd. II. Wanneer een dusdariige bezuiniging werkelijk absoluut noodzakelijk is, kan men het door de jongste hervormingen toch reeds geschokte onderwijs alleen op de been hou den door deze bezuiniging over te laten aan de met de plaatselijke omstandigheden beter bolide gemeente- en schoolbesturen. III. Men geve hiertoe aan gemeente- en schoolbesturen zelfstandigheid in de vol gende opzichten: a. zij bepalen in overleg met den rector in hoeverre de salarissen zul len worden verminderd; b. zij bepalen op gelijke wijze in hoeverre het getal der les uren,-door de leeraren te geven, zal worden vermeerderd; c. zij bepalen eveneens, wan neer lot splitsing van klassen zal worden overgegaan; d. zij nemen voorts alle maat regelen, in het belang van het onderwijs noodzakelijk. Bij dit alles zijn zij als minimum gebon den aan de nieuwe Koninklijke besluiten. IV. Hiertegenover worde de subsidie van het Rijk onafhankelijk van bovengenoemde maatregelen vastgesteld. Men verleene bijv. subsidie alsof de nieu we besluiten van kracht Waren of wol men neme als basis de kosten van 1921 in den geest van het IC. B. van 28 Dec. 1922, Slsbl. 744 en trekke van do aldus gevon den bedragen een algemeen vastgesteld be zuinigingspercentage af. Gemeente- en schoolbesturen krijgen de bevoegdheid en de verplichting het ontbre kende door steun van particulieren en voorts uit eigen middelen aan te vullen. Op voorstel van B. en W. heeft de Raad van Den Haag besloten aan mr. W. H. Hovy, voormalig burgemeester van Loos duinen, de burgemeestersketen als aandeu- ken aan zijn burgemeesterschap ten geschen ke aan tc bieden. Het congres inzake Kerk en Oorlog wordt 18 en 19 Oct. in Den Haag geopend door prof. dr. J. A -Cramer, te Utrecht, waarna prof. dr. G. J. Heering, to Leiden, een inleidend woord zal spreken over: De Kerk als het (geweten der samenleving. Bij Kon. besluit is aan II. Rozendal, hoofdcommies der directe belastingen, in voerrechten en accijnzen, te Schiedam, toe gekend de zilveren ceremedaillc, verbonden aan de orde van Oranjc-Nassau; zijn be noemd bij het reserve-personeel der land macht, bij het personeel van den geneeskun digen dienst, tot reserve-officier van gezond heid der 2de klasse, de heeren J. J. van de Leuv en G. van Gelderen, artsen. Wijlen mevrouw Le Fèvre de Montlg- ny, geboren Bisdom van Yliet, heeft aan de Ned.-Herv. Gemeente te Haastrecht vermaakt de graftombe der familie Bisdom van Yliet in de kerk aldaar met e<en kapi taal van f 1000 voor onderhoud en een jaar- *"lijksche bijdrago van f 500 voor het predi- kajitstraktement, mits do predikant vrij zinnig is. Het centraal-stembureau te Amster dam is gistermiddag ten stadhuizo bijeen gekomen en heeft in de plaats van wijlen den heer P. M. Nolting als lid van den Raad aangewezen den heer KI. de Yrics Szn., zoowel voor de periode tot September a.s. als voor de vier volgende jaren. Gisteren is te Amsterdam de Lande lijke Federatie van Bouwvakarbeiders iu Nederland in buitengewoon congres bijeen gekomen ter bespreking van den toestand in de onafhankelijke vakbeweging en het vaststellen van het door haar ten deze in te nemen standpunt. Ter tafel waren twee voorstellen, welke beide beoogden de eenheid in de Lande lijke Federatie te bewaren, torwijl op het congres zelf nog e<en voorstel is gedaan door een der afgevaardigden, om tzich van het Nationaal Arbeidssecretariaat af to scheiden en aan te sluiten bij het nieuw op gerichte verbond. Dit voorstel is echter door niemand ge steund en derhalve niet in stemming ge komen. Een voorstel, om zieh van het N.A.S af te scheiden en als zelfstandige vakfedera tie te blijven voortbestaan, is met over* groot© meerderheid verworpen. Ten slotte is een voorstel van de meer derheid van bet bestuur met overgroote meerderheid aangenomen. Dit behelsde, dat de Federatie bij het N.A.S. blijft aan gesloten, op voorwaarde, dat tot uitvoe ring worde gebracht punt 1 van het beken de compromis, waaraan nog is toegevoegd dat in geen geval tot aansluiting, noch bij de eene, noch bij do andere internationale wordt overgegaan, zoolang de pogingen tot de samensmelting der beide internationa len niet zijn gelukt. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft aan Loofden of bestuur ders vnji steenbakkerijen in alle gemeenten des Rijks vergund, dat tot 1 October 1923 in hun onderneming op dagen, waarop daarin door de arbeiders 9 uur of langer arbeid wordt verricht, de arbeidstijd van de betrokken arbeiders in zijn geheel gele gen is in een tijdvak van 12 uur, aanvan gende niet vóór G uur des voormiddags en niet na 7 uur des namiddags, onder voor waarde, dat omstreeks den middag een on afgebroken rusttijd van ten minste 1uur wordt gegeven. BINNENLAND. Een adres aan H. M. de Kpningla over Së verhooging der cullege-gelden. Adres van de Ver. vrRectoren ën Con« rectoren over bezuiniging aan gymnasia. Buitengewoon congres van de Landelijke Federatie van Bouwvakarbeiders. Louis Couperus is overleden. De „Willem Six" eindigt als één, „Hol lands Hope" als twee bij de zeilwedstrijden te Gothenburg. BUITENLAND. De ontvangst van Poincaré's rede (0 Senlis is slecht in het buitenland. Te Lausanne heet overeenstemming ofl vrijwel alle punten bereikt. Mussolini in de Italiaansche Kamer. Arrestaties in verband met de ontvluch ting van Ehrharclt. Bij het openbaar onderwijs schijnen heel wat aklebezitters zonder betrekking te zijn. Het gemeentebestuur van Slodderen had de laatste jaren groote moeite om een voordracht voor een te benoemen onderwij-» zer of onderwijzeres samen tc stellen, ter* wijl thans voor een vacature van onderwij* zer aan een der scholen in die gemeente zich 21 sollicitanten hebben aangemeld en voor onderwijzeres 23. Het ligt in dc bedoeling der Regeering, het eerstvolgend examen voor onderwijzer niet le doen plaals hebben in het voorjaar, maar in den zomer van 1924. liet hoofdbestuur der Vereeniging van Chr. Onderwijzers in Ned. heeft een adres gezonden aan den Minister van Onderwijs, waarin het, „overwegende, dat deze even-» lueel uit te voeren maatregel ten gevolge heeft, dat de candidalen, die in het voorjaar van 1923 afgewezen werden, bijna ander half jaar zullen moeten wachten, alvorens zij zich opnieuw aan dat examen zullen kunnen onderwerpen, wat én voor öe can- didaten zelf èn voor dc huisgezinnen, afge-. dacht zelfs van nadeelige gevolgen, een groote teleurstelling is." verzoekt „deze te leurstelling te voorkomen door in het na jaar van 1923 nog eenmaal gelegenheid te geven dit examen af te leppen, echter met dien verstande, dat uitsluitend tot dat exa men worden toegelaten zij, die in het voor-» jaar werden afgewezen." Ifet hoofdbestuur geeft den Minister daar toe beleefd in overweging een commissie te benoemen, die in het centrum van het land zitting houdt. Uil het Engelsch van ADELINE SERGEANT. 90) „Hoe gaat het met lady Broxbourne?" „Mylady is niet beter, juffrouw, het spijt me het te moeten zeggen," was het beleef de antwoorden het deed Sydney aange naam aan, te zien, dat de man er werkelijk bedroefd uitzag. Ér lag meer dan de vor melijke, begrafenisachtigo plechtigheid i van den goedgedrilden knecht in een aan zienlijk huis op zijn gelaat. I „Nicht Catherine" had reeds dc harten van dc geheele huishouding gewonnen. Tot haar ergernis werd zij het volgende oogenblik omhelsd door mevrouw Massing- hain, die haar onder kussen en tranen ver zekerde van haar groot genoegen om haar op Broxbourne te ontvangen en (in den- zelfden adem) klaagde over dc treurigheid van deze droevige gelegenheid. „Hoe gaat het liaar?"- Sydney durfde haast niet ademhalen. „Lieve, zij leeft; en dat is alles, wat men zeggen kan. Arm schepselZoo zacht, zoo lief, zoo geheel 'n vrouw vóór Gerard." Sydney wist niet, wat te &g£0n. Want dit was de vrouw, die eens zoo koel-bc- leefd tegen Catherine was geweèit, z'oo be reid, om Rose in haar onbeschaamdheid te steunen 1 Was het de nadering van den dood, die» mevrouw Massinghams hart ver zacht had „Wil u thee hebben? Wil u liever eerst naar uw kamer gaan? O, mijnheer Holden, hoe gaat het u? Ef* staat wijn in de stu deerkamer of whiskey, als u dat liever wilt." „Ik heb niets noodig", zei do heer Hol- 'den, op zoo'n harden 'toon, dat zelfs Syd ney er van schrikte. „Ik ben gekomen om haar to zien." „O, ja, natuurlijk"," zei mevrouw Mas- bingham, wat geërgerd on beleedigd :,,maar wil u niet eerst wat gebruiken? Na uw lange reis? Neen? Dan wil u misschien) toet mij naar boven komen; men heeft mij gezegd, dat de arme, lieve lady Broxbour- *>e zoo verlangde, om haar familieleden pien.'i Zelfs Sydney wënsctifë, 'dat "de welbe- bpraakte vrouw met de fluweelen tong haar. mond zou houden. Het gelaat van haar oom had die strakke uitdrukking aange nomen, die het op een zwaar masker deed gelijken; zij wist nu, dat het een bedek king van leed was en zij waagde het het was een heele durf om zoo iets te doen haar hand op ziju arm te leiggen, terwijl zij naar boven gingen. Hij lette er niet op hij keek niet eens naar haarmaar hij duw de het bevende handje niet weg. Mevrouw Massingham liet hen even in een voorkamer wachten, terwijl zij een an der vertrek binnenging. Hier legde Sydney haar hoed en mantel af, en dacht met een natuurlijke siddering aan het vreeselijke, dat hun te wachten stond. Maar een vol gend oogenblik vergat zij om bang te zijn. Want Laurens kwam uit de kamer van zijn moeder en trad hun te gemoet; en toen zij hem aankeek, en zijn gezicht zoo vol van zorg zag, verlangde zij alleen maar hem te troosten en vergat zij om bang te zijn. Hij ging na.ar den heer Holden en stak zijn hand uit zonder een spoor van zelf verheffing of merkbare herinnering aan het verleden. ,,ïk hen zoo blij, dat u heeft kunnen ko men", zei hij. „Zij heeft zoo lang naar u gevraagd." Toen gaf hij Sydney een langer en war mer handdruk, maar zei niets tot baar. Het was voldoende, dat hun oogen elkan der ontmoet hap^gi). „Komt hierheen", zei hij, en wenkte hun hem te volgen. De kamer was groot en luchtig en had drie groote ramen. Voor één er van waren de zijden gordijnen weggetrokken, zoodat de ondergaande zon en do zacht-groene hoo rnen van het park, met het wijde landschap daar achter zichtbaar waren. Catherine had altijd graag den zonsondergang ge zien, herinnerde John Holden zich, met een scherp gevoel van smartzij had waar schijnlijk de verpleegster gevraagd 't gor dijn nu weg te trekken. Zij lag met haar gelaat naar het zonlicht, maar het bracht geen kleur op haar (uitgeteerde wangen. Zii was heel bleek en de schaduwen om oog leden en mond waren diep cn toch lag 'er een vredigheid, een lieflijkheid op hefc ge laat, die het mooi maakte. Haar echtge noot zat naast haar niet haar hand in dë zijné. Er wag geen gebrek 'aan zorg of liefdé- rijkheid. De geheele inrichting der Lattier was weelderig en kostbaar. Er waren tweë verpleegsters; maar zij hielden riefc' op den achtergrond. Misschien voelden zij, dat hun werk nu afgeloopen was. Mevrouw Massingham bleef maar een paar minuten. Lord Broxbourne zat aan den eenen kant van het bed met een vreemd-zachte uit drukking op zijn fijnbesneden grijs gelaat. Laurens stond bij Sydney aan het voeten einde en de heer Holden stond tegenover lord Broxbourne aan den anderen kant. Catherines echtgenoot had een lichte, beleefde buiging voor hem gemaakt, toen. hij de kamer binnenkwammaar John Hol den, stijf en rechtop als hij liep, scheen het niet te bemerken. Het scheen bijna alsof hij, die verkeerd gedaan had, de eeni- ge was, die niet kon buigen, zich onder werpen en vergeven. Kitty", zei lord Broxbourne, zich over haar biiigende en ohwat deed het John Holden pijn, haar bij dien ouden, vertrou- wolijken naam te hooren noemen door hem Kitty, lieveling, zij zijn gekomen. Wil jc niet met je neef spreken?" Dc zware oogleden werden langzaam op geslagen, en een zwakke glimlach kwam over het bleeke gelaat. Zij bewoog 'de lin kerhand over het dek in de richting van John Holden en fluisterde zijn naam en dien van Sydney. Sydney kwam naderbij en kuste haar, maar niemand sprak. John Holden liet zijn hand in de hare. „Ik ben blij, dat ge gekomen zijt," zei ze eindelijk, maar heel zacht. „Ik wilde af scheid nemen." „Neen, neen, geen afscheid, Catherine," zei haar neef, op diep bedroefden toon. „Waarom niet?"- zei zo glimlachend. Toen mompelde zij iets, dat zij niet konden ver staan, maar het klonk John, die het dichtst bij stond, als de woorden: „Te laat over geplant." Het was meer dan hij verdragen kon. De druk van haar zwakke hand trok hem omlaag tot hij op zijn knieën lag, zijn gelaat half verborgen, zijn lippen op haar hand gedrukt en zijn tranen vielen heet ën zwaar op Ho -koude vingers, die hij vast hield. Anderen in de kamer weenden ook, maar lord Broxbourne was kalm. Misschien wist Catherine alleen, dat zijn smart evon diep was als van lien, die luid weenden. Zij bracht de handen der twee mannen samen. „Je zult elkander vergeven om mijnent wil zei ze. !En de twee handen sloten zicK een oogenblik in een greep, die meer be- t.eekende dan lord Broxbourne of John! Holden in woorden had kunnen uitdruk ken. Hierna kon cr geen bepaalde vijand schap meer tusschen hen bestaan. Het was het laatste, wat zij bij bewust zijn zcide. Zij kende hen en glimlaohte te gen hen, toen zij haar plechtig en stil kus ten, als voor een laatst vaarwelmaar zij sprak niet meer. Haar laatste gedachte scheen zij gegeven te hebben, niet aan haar echtgenoot of zoon, ondanks al haar liefde voor hen maar aan den man, die haal leven bedorven had. Zij hield John Hol ders hand tot het laatste oogenblik vast. Overplanting had haar gedood, zooals zij gezegd had. Zij was gewend geraakt aan dc koude vlagen van den tegenspoed. De zonneschijn en do warmte, die haar leven tot grooter bloei zouden gebracht hebben, als zij vroeger gekomen waren, verzwakten haar krachten in later tijd. Zij kwijndo van het oogenblik af, dat zij niets meer te dra gen had. Er was dus geen herstel mogelijk, zooals John Holden bitter tot zichzelf zei. Hij had gedacht, dat hij haar ten minste alles kon vergoeden wat zij verloren had en haar ge lukkig kon maken door haar haar echtge noot en zoon terug te geven. Deze hoop had eindelijk de kracht gegeven, alles te bekennen, en zooals zij dacht, goed te ma ken. En het scheen, alsof God bepaald had, dat geen goedmaken mogelijk was, en dat er geen herstel bestond voor het verlies cn het leed en de zonde van al die vervlogen jaren. Het schijnt eerst zoo gemakkelijk verkeer de dingen weer te herstellen; en de men- schen hebben soms het grootste deel van - hun leven noodig, om to bedenken, dat het bijna altijd onmogelijk is in ieder geval voor zoover de benadeelde personen er bij betrokken zijn. Hij ging naar „Moss Dyke" terug, als een eenzaam en terneergeslagen man. Er scheen hem heel weinig in het leven over te blijven. Catherine was dood. Rose had hem geërgerd en teleurgesteld. Succes en rijkdom hadden hem geen geluk aangc- barcht. Hij had geen vrienden, die dien naanl waard warenwant het bewustzijn van zijn ellendig geheim had hem altijd weerhouden, vrjendschaps banden aan te knoopen. En zijn geweten sprak zeer luid sprak op oen manier, die hij nooit te vo- ren gekend had'. Het was een donkere tijd in zijn léven. Maar Sydney bracht er enkele' zonnestra len in. Alles, wat zij van Catherine geleerd had, scheen plotseling op te leven en zioh te ontwikkelen na Catherines dood. Da heer Holden was getroffen door de gelijk heid in gedachten en gevoelens, die hem zelfs opviel; en het deed hem aangenaam aan en hij werd er cenigszins door ver- troost. Haar liefde voor hern was een voort durend, ofschoon heimelijk wonden voor; hem, en zij verzachtte hem onbewust. Het beetje opvliegendheid en hardheid van Sydney verdween zoodat het geen wonder was, dat Rose, als zij rusteloos, bedorven ontevreden, prachtig gekleed als altijd een van haar korte bezoekjes aan haar va der bracht, altijd zei, dat het „bepaald be lachelijk was te zien, hoe Sydney nicht Ca therine nadeed." Eij vermoedde, dat zij 't deed, om op goeden voet met do Broxbour-» nes te komen, die bespottelijk overdreven waren, met de nagedachtenis van lady Broxbourne en een mooi marmeren ge- denkteeken voor haar hadden opgericht, ofschoon zij maar weinig notitie van haar namen, toen zij slechts „de arme Kitty Holden" was. Zij vermoedde, dat Sydney het lot van haar nicht wilde navolgen. Op deze kleine hatelijkheid antwoordde Syd ney alleen met een blos, dat het Haar niet' kon schelen, hoeveel zij op nicht Catherine geleek. Gedurende eenigen tijd zag zij de Brox- bournes weinig. Laurels schreef haar ge regeld, maar behield .waarover zij blij was, den ouden broederlijken, vriendschappclij- ken toon, dien hij tijdens het leven van zijn ihoeder had aangenomen. Zij* voelden zeer warm voor elkander, vooral sedert zij met saamgevoegdo handen bij Catherines sterfbed hadden gestaanmaar eij drukten zich niet anders dan als gewone vrienden uit. Zij hoorde alles, wat hij deed; dat hij op reis was gegaan met zijn vader, en wat zij samen deden en bespraken, cn een groot aantal brieven vulden den tijd tot September, toen hij, zooals Sydney wist, uitgenoodigd was voor de jacht in Schot land. Toen kwant er een tijd van stilzwij gen. Twee of drie weken kreeg zij in het geheel geen brieven. Er was niemand, dië bijzonder op haar lette, anders zou men be merkt hebben, dat zij in dien tijd zeer bleek werd en teruggetrokken was. Maar ein6e- Jiik kwam de verklaring. (Slot volgt?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 1