lindelijk weerpvondei No. 19431. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 12 Juli. Tweede Blau. Anno 1923. GEMEENTEZAKEN. f JVoorgesteld wordt de tijdelijke aanstelling yan mej. W. II. Nederhoed als leerares in de Engclsche taal en letterkunde aan de H.B.S. voor Meisjes te verlengen voor den duur van den cursus 19231924. FEUILLETON Benoemingen en ontslag. Mede stellen B. en W. voor het aan den leeraar aan het gymnasium, dr. G. G. Kloeke verleend verlof te verlengen tot 1 Januari 192-1 en gedurende dien tijd de lessen in het Duitsch te doen waarnemen door prof. dr. Theod. Frings. Na overleg met den schoolopziener en de betrokken hoofden der scholen, geven B. en :W. in overweging met ingang van 1 Sept. over te plaatsen naar a. de opleidingsschool voor ud.o. aan den Maresingei A mej. J. C. Hoff, tllans onderwij zeres aan de Jongensschool voor u.l.o.; b. de o.l. school aan de Duivenbodestraat B mej. J. B. van Heuven, thans onderwijze res aan de jongensschool voor u.l.o.; c. de Centrale school voor het 7e leerjaar den heer J. W. van Leeuwen, thans onder wijzer aan de o.l. schooi aan de Paul Kru- gerstraat. Tegen inwilliging van het verzoek van mej. J. Meewis om eervol ontslag als onder wijzeres aan de openbare lagere school aan de Vrouwenkerksteeg B, bestaat bij B. en W. geen bezwaar. Verzoek Leidsche Duinwatermaatschappij. In een request verzoekt de Leidsche Duin watermaatschappij toestemming lot het bij plaatsen van een reserve-centrifugaal-pomp in het pompgebouw, staande op hare terrei nen onder de gemeente Wassenaar. Thans bevindt zich in bedoeld pompgebouw slechts één centrifugaal pomp, zoodat, wanneer deze installatie defect mocht geraken, de water levering uit dit gedeelte der prise d'eau zou komen stil te staan. Waar nu juist dit nieuwe gedeelte der prise d'eau een veorname fac tor voor den wateraanvoer is geworden en derhalve moeilijk vcor langen tijd gemist zou kuünen worden, acht de maatschappij bijplaatsing van een reserve-centrifugaal- pomp met electrische of andere mechanische beweegkracht gewenscht. Met de Commissie van Fabricage zijn ook B. en W. van meening, dat de tot standko- ming van de door de maatschappij noodig geachte uitbreiding wenschelijk is. Wijziging in de verordening op het Bijden. Nu de Brandewijnsteeg ten gevolge van de verandering van dien naam in .„Vrouwen kerkkoorstraat" als zoodanig heeft opgehou den te bestaan, is het wenschelijk de op de vroegere Brandewijnsteeg betrekking hebben- de bepalingen van de verordening op het Rijden te doen vervallen. Volgens genoem de verordening is het verboden in de Bran dewijnsteeg met voertuigen of op rijdieren harder dan stapvoets te rijden, haar, tenzij met schriftelijke vergunning van B. en W., te berijden in de richting naar de Haarlem merstraat, alsmede door de Brandewijnsteeg te rijden met motorrijtuigen op meer dan twee wielen. Deze voorschriften dienen thans te worden ingetrokken. De na de verbreeding van de Brandewijn steeg ontstane Vrouwenkerkkoorstraat heeft yoor het normale verkeer voldoende breedte en het is derhalve niet noodig gelijke bepa lingen, als voor de Brandewijnsteeg golden, thans voor de Vrouwenkerkkoorstraat in het leven te roepen. Volstaan kan dus worden met uit de artikelen 6, 7 en 25 van de ver ordening op het Rijden den naam Brande wijnsteeg te schrappen. De Pieter de la Gomtstiaat aan de gemeente. Het bestuur van de woningbouwvereni ging „Tuinstadwijk" verzocht B. en W. te willen bevorderen, dat-de (oude) Pieter de la Courlstraat door de gemeente in eigen dom en onderhoud overgenomen en, voor zoover noodig, in orde gemaakt zou worden. Deze straat is particulier eigendom; het voorste, 23 M. lange gedeelte, dat in de Heerenstraat uitkomt, behoort aan N. C. Overdevest, terwijl het verderop liggend 80 M. lange, gedeelte, dat aansluit aan de. nieuwe d> or „Tuinstadwijk" aangelegde Pieter de la Courlstraat worden geraamd op f 1920, zoodat de eene helft daarvan yoor rekening van de gemeente zou komen en de andere helft ad f 960, als bijdrage behoort te worden gestort door de betrokken eige naren, die na de overneming immers ont heven zullen zijn van de kosten van onder houd en verlichting. De betrokken eigenaren nemen genoegen met deze schikking. Aankoop bouwterrein. B. en W. deelen den Raad mede, dat de gemeente in de gelegenheid is eenige per- ceelen bouwgrond, gelegen nabij de Heeren straat, ten Zuiden van den Zoeterwoudschen Singel, aan te koopen. De grond is als toekomstig bouwterrein gunstig gelegen, daar hij onmiddellijk aan sluit aan de bestaande bebouwing aan de Heerenstraat. Het bezit van dezen grond moet voor de gemeente dan ook van belang worden geacht. Nu inmiddels het eerste wo ningcomplex van de vereeniging „Tuin stadwijk" zijn voltooiing nadert en een tweede plan van deze vereeniging op aan de gemeente toebehoorenden grond vermoede lijk spoedig in uilvoering komt, zal in de toekomst voor eventueele verdere uitbrei ding van de bebouwing in deze omgeving ongetwijfeld behoefte aan bouwterrein ont staan. De prijs, waarvoor de eigenaresse, de N.V. v.h. Gebr. de Graaff, genegen is den grond met inbegrip van de opstallen, te verkoopen, bedraagt f 77691.25, d. i., waar het terrein een oppervlakte heeft van 4-1395 M2. f 1.75 per M2. Deze prijs komt B. en NV., mede in aanmerking nemende, dat het terrein ten gevolge van zijn hooge ligging nagenoeg niet behoeft te worden opgehoogd, aannemelijk voor. Het is wenschelijk in den aankoop ook te betrekken een gedeelte van het per ceel M. No. 3840, opdat do gemeente, bij eventueele bebouwing aan de bewoners over gemeentelijk terrein uitweg kan verleenen. Verzoek om verhooging van pensioen. Een adres van den heer dr. J. J. Neurden- burg, waarin deze verzoekt om verhooging van het hem als Directeur der Gasfabriek te Utrecht verleende pensioen in verband met zijn vroeger te Leiden bewezen diensten, is van gelijke strekking als dat, waarvan spra ke is in het praeadvies van 28 Juli 1921. Op dit verzoek werd toen afwijzend beschikt. Het herhaald verzoek opent geen nieuwe gezichtspunten, terwijl zich geen omstan digheden hebben voorgedaan, welke het standpunt van B. en W. ter zake hebben gewijzigd. Als zoodanig kunnen zij aller minst aanmerken het deelnemen van adres sant aan de viering van het vijf-en-zeven tig-jarig bestaan der Gasfabriek, waarvan in het adres sprake is. Zij geven mitsdien in overweging op het verzoek wederom afwijzend te beschikken. Verzoek om vrijstelling van betaling pensioenbijdrage. De heer W .de Rooy, gepensionneerd com mies ter secretarie dezer gemeente, verzoekt in een adres om vrijstelling van de verplich ting tot betaling van de bijdrage voor we duwen- en weezenpensioen. De argumenten, waarop adressant zijn verzoek steunt, kunnen B. en W. niet deelen Toen de heer de Rooy in 1912 werd ge pensionneerd, was hem bekend onder welke voorwaarden hem dit pensioen werd ver leend en welke aanspraken op pensioen zijn eventueel na te laten betrekkingen zouden kunnen maken. Aan de nieuwe wetsbepalingen kan be langhebbende geen enkel recht ontleenen en er is dus volgens B. en W. geen enkele re den om achteraf wijziging te brengen in de voor adressant geldende pensioenregeling. B. en W. stellen dus voor afwijzend op het verzoek te beschikken. Subsidie vooi een zwemfeest. In een adres verzoekt de Zwemvereeni- ging „de Zijl" alhier een bijdrage uit de gemeentekas ten bijdrage van f 150 in de kosten van een openbaar zwemfeest, dat zij voornemens is te houden in Juli van dit jaar op een nader te bepalen dag „liefst op Zaterdagmiddag". B. en W. brengen hierbij in herinnering, dat ten vorigen jare voor gelijk doel aan de Leidsche Zwemclub een bijdrage werd toegezegd van f 100. Het zwemfeest heeft toen echter niet plaats gehad. De minderheid van het College, hoewel geen bezwaar hebbende tegen het verlee nen van een bijdrage in 't algemeen, wenscht daaraan de voorwaarde te verbin den, dat het zwemfeest niet op een Zondag wordt gehouden; de meerderheid acht ech ter deze voorwaarde niet noodig en wenscht de vereeniging in het bepalen van een dag vrij te laten Als College geven zij derhalve in over weging te besluiten, aan de Zwem vereeni ging „de Zijl' alhier een bijdrage te ver leenen van' f 100 in de kosten van een in de maand Juli van dit jaar in het Poel meer nabij het Warmonderhek te houden openbaar zwemfeest, zulks in overeen stemming met het in 1922 toegezegde be drag. Uitbreiding der 'buitengewone school voor Lager Ouderwijs. Na het onderzoek van de kinderen, op gegeven bij de in 1922 gehouden inschrij ving voor plaatsing op de buitengewone school voor lager onderwijs, is gebleken, dat voor een 16-tal voor plaatsing in aan merking komende leerlingen geen -plaats- ruimte in het schoolgebouw aan de Caeci- liastraat beschikbaar was. Uitbreiding van het gebouw met althans één lokaal was toen derhalve reeds noodig. Nu inmiddels het onderzoek van leerlingen, die zich in 1923 voor plaatsing op deze school hebben aangemeld, heeft plaats gehad, blijkt, dat thans in totaal 26, vo"ör plaatsing geschikt bevonden leerlingen, niet kunnen worden toegelaten wegens plaatsgebrek. In verband met het voor de buitengewone scholen gel dende maximum van 16 leerlingen per klasse, is dus een vergrooting van het ge bouw met twee lokalen noodzakelijk. Er is dan nog plaatsruimte voor 6 leerlingen, wat met'het oog op eventueele verdere toene ming van het leerlingenaantal zeker niet te veel is. Yoor het hoofd der school en den ge neesheer die in dezen van advies heeft ge diend, zijn plannen ontworpen, die door R. en W. worden aanvaard. De kosten zijn geraamd'op f 21200. Tevens stellen B. en W. voor aan de school een z.g. voorklasse te verbinden. Voorstel tot intrekking van een raadsbesluit. Onder verwijzing naar een schrijven van den Minister van Binnenlandsche Za ken en Landbouw, geven B. en W. in over weging het besluit van 25 Juni j.l., inzake de vermindering van den aftrek voor ge zinsinkomsten van ondersteunde werkloo- zen, in te trekken. Zooals men zich zal herinneren werd op voorstel van den heer Van Stralen beslo ten, dien aftrek van 2/3 te brengen op 1/2. Het schrijven, waarop B. en W. doelen is van den secretaris-generaal en luidt als volgt; Ik heb de eer Uw College mede te dee len, dat ik het bij Uw nevenvermeld schrij ven bedoelde besluit van den Raad Uwer gemeente aan de Kroon ter schorsing heb voorgedragen. Ik moge U verzoeken te willen bevorde ren, dat de Raad zijn besluit alsnog in trekt: Mocht de Raad daartoe niet besluiten, dan zal ik genoodzaakt zijn het besluit ter vernietiging aan de Kroon voor te dragen en voorts le overwegen aan Uwe gemeente over 1923 allen Rijkssteun in de kosten van steunverleening cn werkverschaffing te onthouden, al mocht tot toekenning daar van overigens aanleiding bestaan. Medewerking tot stichting eener R.-Kath. school. Door het bestuur der R.-Kath. Par. Jon gensscholen, onder R.-Kath Parochiaal Kerkbestuur is wederom jnedewerking ge vraagd voor den bouw van een schoolge bouw in de Caeciliaslraat. Thans is aan alle wettelijke vereischten voldaan en be staat er mitsdien tegen inwilliging van dit verzoek geen bezwaar. De school zal volgens het nieuwe bouw plan bevatten 3 lokalen, elk bestemd voor 42 leerlingen en 4 lokalen, elk voor 36 leerlingen én is bij dit plan gerekend op het aanbrengen van een centrale verwarmings installatie. De kosten van dezen bouw, inbegrepen de waarde van den grond, welke" nog over eenkomstig de wettelijke bepalingen moet worden getaxeerd, worden op f 85,000 ge raamd. Nogmaals f 109.000 voor steunverleening. Zooals bekend is, werd bij raadsbesluit van 22 Januari j.l. een bedrag van f 100.000 beschikbaar gesteld voor de uitgaven der Commissie voor Steunverleening, welk be drag bij raadsbesluit van 26 Maart d.a.v. werd verhoogd met f 100.000 en dus ge bracht op f 200.000. Onder mededeeling, dal de uitgaven over het tijdvak van 1 Januari15 Juni 1923 f 154.550.30 hebben bedragen, dat het aan tal ondersteunden thans nog ruim 500 per week bedraagt en aan ondersteuning ge middeld f 7000 per week wordt uitgegeven, verzoekt de Commissie alsnog een crediet van f 100.000 te harer beschikking te stel len. In verband hiermede stellen B. en NV. voor het reeds toegestane crediet met f 100.000 te verhoogen. Aangezien het niet zeker is, of in de dek king van dit bedrag kan worden voorzien door te verwachten hoogere ontvangsten of door verlaging van uitgaafposten van den dienst 1923 stellen zij voor ter bestrijding van de hoogere uitgaaf van f 100.000 te be schikken over een gedeelte van het batig saldo der gewone ontvangsten en uitgaven van den dienst 1922. Standplaats voor woonwagens. Het is, mede met het oog op de op 31 Augustus en 3 October a.s. te verwachten feestelijkheden, gewenscht, reeds nu maat regelen te treffen om een deel van het land aan den Lagen Morschweg, tot aan koop waarvan weid besloten, geschikt te maken tot standplaats voor woonwagens. Het gedeelte voor de woonwagens is groot 7650 M2. en biedt ruimte voor meer den 100 woonwagens. De huurder wiens huur nog tot Kerstmis a.s. loopt, is bereid bevonden tegen een vergoeding van, in to taal, f 275, reeds thans van dit stuk van 't terrein afstand te doen. Van gemeentewege zal worden gezorgd voor het plaatsen van de noodige afscheringen lusschen de beide gedeelten van het land, zoomede voor het maken van een geschiklen toegang tot het verhuurde gedeelte. Overigens zal de inrichting van het woonwagen terrein beperkt blijven tot het noodzakelijke, zooals liet maken van een verharden weg van den Lagen Morschweg naar het eigenlijke woonwagenkamp, aan sluiting op de waterleiding, latrine's, een gemetselde vuilnisbak, enz. De kosten van een en ander worden geraamd op rond f5500. Het aanbrengen van een afdak voor de paarden der wagens, zooals in het rap port van den Directeur van Gemeentewer ken wordt voorgesteld en waarmede f 500 gemoeid zou zijn, behoort naar de mee ning van B. en W. met het oog op de kos ten achterwege te blijven. Den Raad zullen binnenkort voorstèllen bereiken lot vaststelling van een verorde ning tot heffing van een staangeld van woonwagens, alsmede tot aanwijzing van bovenbedoeld terrein a]s de eenige toegela ten standplaats voor woonwagens. Adres van linlde aan H. M. de Koningin. Door B. en W. wordt aan den Raad voor gesteld ora in navolging van hetgeen ook reeds in andere gemeenten besloten werd, een adres van hulde te richten aan II. M. de Koningin ter gelegenheid van Ilarer Ma- jesteits 25 jarig regeeringsjubileum. B. en NV. vragen voorts machtiging dit adres zelf te mogen samenstellen. Verlaging dei tarieven voor de electriciteits- levering. Zooals Commissarissen der Sted. Licht fabrieken reeds bij de toezending van de be- groolingen der Fabrieken voor 1924 mede deelden, is het, dank zij de regelmatige ont wikkeling van het eleclriciteitsbedrijf, ge paard aan een voortschrijdende bezuiniging mogelijk gebleken de eleclricileitslarieven eenigermate te verlagen. Het enkel tarief, dat thans voor de eerste 5000 eenheden per jaar 27 ct., voor de twee de 5000 eenheden per jaar 23 ct. en voor alle overige eenheden per jaar 19 ct. per eenheid bedraagt, kan met 2 ct. per eenheid verlaagd, dus op resp. 25, 21 en 17 ct. ge- j steld worden. Bovendien komt het commissarissen ge wenscht voor, de regeling van de reductie bij hooger verbruik iets, wat het enkel tarief, met een betrekkelijk korte onderbre- king, altijd gekend heeft eenigszins te wijzigen. De reductie bedroeg b.v. van de oprichting der Centrale af tot 15 December 1916 (vóór-oorlog-tarief) voor de tweede 2500 eenheden 4 ct., voor alle volgende eenheden 6 ct., terwijl zij van 1 Mei 1922 tot op heden voor de tweede 5000 eenheden 4 ct., voor alle volgende 8 ct. bedraagt. Hieruit blijkt, dat de regeling der reductie voor de middel-groole tariefverbruikers tbans minder gunstig is dan vroeger, daar vóór den oorlog reeds bij 2500 eenheden een verlaging van 4 ct intrad, hetgeen thans eerst bij gebruik van 5000 eenheden het ge-; val is. Hoewel zij geen vrijheid vinden voor te stellen, geheel tot de oude regeling terug te keeren, meenen zij in overweging te mo- gen geven de thans geldende trapsgewijze verlaging in tweeën te splitsen, ten einde, zoodoende een meer soepel tarief le ver krijgen. Het zou ons te ver voeren wilden wij hier het geheele rapport van Commissarissen meedeelen. Wij verwijzen voor do verdere, veranderingen naar de straks te publicee-. ren verordeningen zelf. B. en W. sluiten zich geheel bij commis-. sarissen aan en de aan den Raad ter goed-: keuring onderworpen verordeningen zijn op deze gegevens gebaseerd. Reorganisatie van het Bewaarschool- onderwijs. Bij een door den Raad om praeadvies in handen van B. en W. gesteld adres met toe lichting, heeft het Bestuur der afd. Leiden van den Bond van Nederlandsche onder-, wijzers verzocht ten aanzien van het be- waarschoolonderwijs zoodanige maatregelen te willen treffen, dat: lo. het maximum-aantal leerlingen per klasse en pér onderwijzeres in de eerste twee halfjaarsklassen op 24 en in de vol gende klassen op 30 worde bepaald; 2o. de lokalen voldoen aan de eischen ge-, steld voor schoollokalen dienende voor la ger onderwijs; 3o. a. de leiding der klassen uitsluitend aan bevoegde onderwijzeressen worde toe vertrouwd; b. de onderwijzeres, aan hel hoofd der school geplaatst, met de leiding eener be paalde klasse wordt belast; 4o. a. de schoolvergadering wordt inge-i voerd; b. voor deze vergadéring hetzelfde regle-r ment geldt als voor de schoolvergadering der lagere scholen; 5o. de salarissen met ingang van 1 Ja nuari 1921 worden bepaald op f 1600 f 3000, te bereiken na 19 dienstjaren. A7erder werd om praeadvies naar B. en W. verwezen een adres van eenige bewaar schoolonderwijzeressen om verhooging van salaris. Aangezien B. en W. zich in het algemeen zeer wel kunnen vereenigen met het naar aanleiding van deze adressen door de Com missie voor de bewaarscholen uitgebracht advies achten zij het niet noodig uitvoerig op al de in die adressen genoemde punten in te gaan. Hoewel door het personeel dór bewaar scholen noch aan B. en W., noch aan de Commissie ooit de wensch kenbaar is ge maakt tot invoering van gereglementeerde schoolvergaderingen aan de bewaarscholen, bestaat hiertegen bij B. en NV. geen bezwaar. In tegenstelling met het Bestuur van den Bond zijn zij van meening, dat het Regle ment op de schoolvergaderingen aan de la gere scholen niet zonder meer toepasselijk kan worden verklaard op de schoolvergade ringen aan de bewaarscholen. Moch de Raad overeenkomstig hun advies, tot instelling van schoolvergaderingen aan deze scholen besluiten, dan zullen zij met betrekking lot de reglementeering dier vergaderingen een nader voorstel aan den Raad doen toekomen. Na ampele overweging zijn zij overigens tot de overtuiging gekomen, dat er geen vol doende reden gestaat om tot verhooging der salarissen van het bewaarschoolpcrsoneel over te gaan. Wel is waar wordt het be- waarschoolpersoneel in verschillende andero gemeenten aanzienlijk hooger gesalarieerd dan hier, maar dit alleen kan geen voldoen de reden zijn om hier tot verhooging van be zoldiging over te gaan. Bovendien zijn er tee kenen, welke er op wijzen, dat men elders begint in te zien, dat hot bewaarschoplper-. -Uit het Engelsch van ADELINE SERGEANT. 86) ,,Hij wierp mijn brieven in het vuur. Besliste, dat Catherine en ik elkander niet zouden ontmoeten. Zij was volkomen in zijn macht, omdat zij geloofde, dat zij verraden .was, en dat zij hem dankbaar moest zijn, dat hij haar thuis liet komen. En ik dwaas, die ik was vertrouwde hem en geloofde, dat zij weigerde, om bij mij te rug te komen. Alsof ik haar niet beter cende Zij hield eens heel veel van me, Lau rens, al denk je het nu niet." ,,Ik denk het nu ook." zei Laurens, rus tig. Nu, misschien; maar niet, zooals zij me toen liefhad. Haar geheele ziel behoorde me En ik dacht, dat mijn wreedheid haar van mij vervreemd had, en toen zij schreef, dat zij niets van mij wilde aannemen, en niet weer van mij wilde hooren, raasde ik alleen maar en zwoer, dtat zij haar zin zou hebben. Als ik hier gekomen was en haar zelf gezien had, hadden wij de zaak binnen drie minuten opgehelderd. Ja, het is de Schuld van John Holden." - Bedoelt u, dat mijnheer Holien het met opzet deed? Welke reden kon hij er voor gehad hebben?" ,,0 haat tegen mij jaloeaie Roe kan ik dat zeggen? Hij was verliefd op haar, dat is zeker dat begreep ik al lang ge leden. Hii scheidde haar van mij, misschien in de gedachte, dat het voor haar welzijn wasmaar ik heb in ieder geval reden om toornig tegen hem te zijn. En wat zijn be handeling van jou betreft, mijn bloed", kookt, als ik daaraan denk. Als hij niet de neef van mijn vrouw was, en iemand, van wien zij, ondanks alles, blijft houden, zou ik wel zorgen, dat hij de gevolgen te dra gen had." „U bedoelt'.', zei Laurens aarzelend, ,,dat hij verantwoordelijk kon gesteld wor den." „Zeker kon hij dat. Heel zeker. En hij -zou een zwaar vonnis krijgen ook. Zijn naam zou over geheel Engeland geschand vlekt zijn. Ik zou het graag willen zien." ,,U moet niet vergeten", zei Laurens op eenigszins angstigen toon, „dat zijn familie ook er door geschandvlekt zou worden. Zijn dochter en zijn nicht." „Zijn dochter," zei lord Broxbourne met minachting, ,,is een mooi gekkinnetje, dat Philip maar trouwen moet, als hij er zin in heeft. Zijn nichtje is heel wat anders, dat geef ik je toemaar zij is niet na ge noeg in de familie „Neem me niet kwalijk", zei Laurens snel, „zij zou de schande van mijnheer. Holden evengoed gevoelen; en ik heb bij zondere redenen, om te wenschen, dat zij niets door ons te lijden krijgt." De blos op 2ijn gezicht zei genoeg en lord Broxbourne zag hem een oogenblik aan met een uitdrukking van verbazing. „Waait de wind uit dien hoek?'- vroeg hij, op ietwat boozen toon. Je kunt een beter huwelijk doen, Laurens. Ben je ge bonden?" „Tk heb nog niet met haar gesproken. Ik heb met mijnheer Holden en moeder ge sproken." „Het is dwaas. Men zou bijna denken, dat wij voorbestemd waren, om de prooi der Holdens te zijn. Kitty de beste van allen is mijn vrouw en Phil wil met Rose trouwen, enu heb jij je hart op Syd ney Carlton gezet. We zullen door het hecle graafschap uitgelachen worden." „Nu," zei Laurens, met een blos op de wangen en een glimlach in zijn oogen, „u kan toch niet van mij verlangen, dat ik me voor den naam der familie opoffer?" Lord Broxbourn lachte. Hij was ingeno men met het antwoord en met de onafhan kelijkheid van geest, die er uit sprak. deed nog een poging, om de gevoelens van den jongen man op de proef te stellen. „Ik zou mijn toestemming kunnen wei geren," zei hij, „en wat zou je doen om der. kost te verdienen?" „Yrijwel hetzelfde als ik tot nu toe ge daan heb," antwoordde Laurens. „Ik heb niet voor niets geleerd, wat het is je uit dé naar boven te werken. Mijnheer Hol den zal mij waarschijnlijk wel werk geven. Ik heb gedacht, dat het eigenlijk veel ver standiger voor me zou zijn, voort te gaan. op mijn tegenwoordige manier: te werken onder mijnheer Holden of éen anderen ta- brikant, en later misschien compagnon té worden in plaats van te beproeven een' bestaan te lijden, waarvoor ik niet in het mirst geschikt ben." „Hé, dat is weer geheel en al je moe der I"- zei lord Broxbourne, en zijn stem klom: een beetje ongeduldig. „Zij spreekt alsof mijn leven geheel afgescheiden en verschillend van het hare was. Het is alle maal onzin, zooals je binnenkort wel be merken zult. Als je beter bent, zul je het wel gemakkelijker vinden bij je moedei; en mij te komen, dan je op te sluiten in een kantoor of fabriek." Laurens' gedicht toonde, dat hij het er niet geheel mee eens was, maar hij ant woordde niet in woorden. „Kom, ik zal het op een accooixl met je gooien. Ik heb nieus tegen Sydney Carlton ik houd zelfs van het meisje en jij zult er niet tegen heb ben voor een zes maanden met mij weg te gaan. Wij kunnen aan het einde van den winter over toekomstige plannen spre ken. Je vergeet, hoe lang ik bet zonder je heb moeten doen. AVe moeten elkander nu leeren kennen." En Laurens gaf toe, gehoor gevend aan de overredingskracht, waarover zijn vader beschikte, en toch een beetje in twijfel, of het mogelijk zou zijn, dat hij en lord Brox bourne het enmen zouden kunnen vinden. Maar h(j zou bij zijn moeder zijn en dab was een groote aantrekkelijkheid voor hem. „En nu," ging lord Broxbourne voort, „is het niet meer dan billijk, dat je stem hebt in de beslissing omtrent John Hol den. Wat moeten we doen?" „AVaarom zouden we iets doen?" „Dat zegt Catherine ook. Je bent een goed zoon van jo moeder. Maar je moet het bekijken van het standpunt van een man. Holden heeft ons bedrogen, bena deeld. Ik zou hem kunnen vergeven, mis schien, als ik het alleen geweest was, dien hij bedrogen had. maar als ik denk aan de manier, waarop hij rich jegens jou en haar gedragen heeft „Het is zoo erg als het maar zijn kan. Dat weet ik," zei Laurens. Hij bedekte zijn oogen met zijn hand, en lag stil. Hij dacht aan zijn kinderdagen, aan de ellende en het gebrek, dat hij gekend had; aan het kwaad en de misdaad, waartoe hij bijDa verviel, aan den volkomen ondergang, waar hij zoo dichtbij geweest was, door de schuld van John Hol-, den. En zijn moeder, zijn lieve, dierbare, heilige moeder, die jarenlang geleefd had in misverstand, eenzaamheid en vergetelheid, had hij het recht, om het kwaad te verge ven dat haar was. aangédaan, eD moest hij het niet liever wreken zooals een zoon be-, hoort te doen? Zijn vader wachtte geduldig; hij ried misschien de gevoelens, die binnen in hem aan het werk waren. Maar hij was niet geheel voorbereid op de manier, waarop Laurens sprak, toen hij eindelijk zijn be sluit onder woorden kon brengen. „Ik weet zoo goed, wal moedor zelve zou wcnschen", zei hij, „dat het niet goed is zich tegen die wenschen te verzetten. In dien wij John Holden straffen, doen wij haar leed, en wij maken de verkeerdheden van haar familie bekend. Ik vind niet, dat wij dat mogen doen. En wat mijzelf be treft; nu, daarop past dezelfde redeneering. Daarenboven bestaat er nog een sterker re- reden voor ons beiden". Hij aarzelde en een blos bedekte zijn ma ger gezicht. Hij vond het ontzettend moei lijk, aan zijn vader te zeggen, wat hij voélde Lord Broxbourne keek hem scherp aan, ea zei: „Ga voort. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5