lindelijk weerpvondei
No. 19431.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 12 Juli.
Tweede Blau. Anno 1923.
GEMEENTEZAKEN.
f JVoorgesteld wordt de tijdelijke aanstelling
yan mej. W. II. Nederhoed als leerares in
de Engclsche taal en letterkunde aan de
H.B.S. voor Meisjes te verlengen voor den
duur van den cursus 19231924.
FEUILLETON
Benoemingen en ontslag.
Mede stellen B. en W. voor het aan den
leeraar aan het gymnasium, dr. G. G. Kloeke
verleend verlof te verlengen tot 1 Januari
192-1 en gedurende dien tijd de lessen in het
Duitsch te doen waarnemen door prof. dr.
Theod. Frings.
Na overleg met den schoolopziener en de
betrokken hoofden der scholen, geven B. en
:W. in overweging met ingang van 1 Sept.
over te plaatsen naar
a. de opleidingsschool voor ud.o. aan den
Maresingei A mej. J. C. Hoff, tllans onderwij
zeres aan de Jongensschool voor u.l.o.;
b. de o.l. school aan de Duivenbodestraat
B mej. J. B. van Heuven, thans onderwijze
res aan de jongensschool voor u.l.o.;
c. de Centrale school voor het 7e leerjaar
den heer J. W. van Leeuwen, thans onder
wijzer aan de o.l. schooi aan de Paul Kru-
gerstraat.
Tegen inwilliging van het verzoek van
mej. J. Meewis om eervol ontslag als onder
wijzeres aan de openbare lagere school aan
de Vrouwenkerksteeg B, bestaat bij B. en W.
geen bezwaar.
Verzoek Leidsche Duinwatermaatschappij.
In een request verzoekt de Leidsche Duin
watermaatschappij toestemming lot het bij
plaatsen van een reserve-centrifugaal-pomp
in het pompgebouw, staande op hare terrei
nen onder de gemeente Wassenaar. Thans
bevindt zich in bedoeld pompgebouw slechts
één centrifugaal pomp, zoodat, wanneer deze
installatie defect mocht geraken, de water
levering uit dit gedeelte der prise d'eau zou
komen stil te staan. Waar nu juist dit nieuwe
gedeelte der prise d'eau een veorname fac
tor voor den wateraanvoer is geworden en
derhalve moeilijk vcor langen tijd gemist
zou kuünen worden, acht de maatschappij
bijplaatsing van een reserve-centrifugaal-
pomp met electrische of andere mechanische
beweegkracht gewenscht.
Met de Commissie van Fabricage zijn ook
B. en W. van meening, dat de tot standko-
ming van de door de maatschappij noodig
geachte uitbreiding wenschelijk is.
Wijziging in de verordening op het Bijden.
Nu de Brandewijnsteeg ten gevolge van de
verandering van dien naam in .„Vrouwen
kerkkoorstraat" als zoodanig heeft opgehou
den te bestaan, is het wenschelijk de op de
vroegere Brandewijnsteeg betrekking hebben-
de bepalingen van de verordening op het
Rijden te doen vervallen. Volgens genoem
de verordening is het verboden in de Bran
dewijnsteeg met voertuigen of op rijdieren
harder dan stapvoets te rijden, haar, tenzij
met schriftelijke vergunning van B. en W.,
te berijden in de richting naar de Haarlem
merstraat, alsmede door de Brandewijnsteeg
te rijden met motorrijtuigen op meer dan
twee wielen. Deze voorschriften dienen
thans te worden ingetrokken.
De na de verbreeding van de Brandewijn
steeg ontstane Vrouwenkerkkoorstraat heeft
yoor het normale verkeer voldoende breedte
en het is derhalve niet noodig gelijke bepa
lingen, als voor de Brandewijnsteeg golden,
thans voor de Vrouwenkerkkoorstraat in het
leven te roepen. Volstaan kan dus worden
met uit de artikelen 6, 7 en 25 van de ver
ordening op het Rijden den naam Brande
wijnsteeg te schrappen.
De Pieter de la Gomtstiaat aan de
gemeente.
Het bestuur van de woningbouwvereni
ging „Tuinstadwijk" verzocht B. en W. te
willen bevorderen, dat-de (oude) Pieter de
la Courlstraat door de gemeente in eigen
dom en onderhoud overgenomen en, voor
zoover noodig, in orde gemaakt zou worden.
Deze straat is particulier eigendom; het
voorste, 23 M. lange gedeelte, dat in de
Heerenstraat uitkomt, behoort aan N. C.
Overdevest, terwijl het verderop liggend
80 M. lange, gedeelte, dat aansluit aan de.
nieuwe d> or „Tuinstadwijk" aangelegde
Pieter de la Courlstraat worden geraamd op
f 1920, zoodat de eene helft daarvan yoor
rekening van de gemeente zou komen en de
andere helft ad f 960, als bijdrage behoort
te worden gestort door de betrokken eige
naren, die na de overneming immers ont
heven zullen zijn van de kosten van onder
houd en verlichting.
De betrokken eigenaren nemen genoegen
met deze schikking.
Aankoop bouwterrein.
B. en W. deelen den Raad mede, dat de
gemeente in de gelegenheid is eenige per-
ceelen bouwgrond, gelegen nabij de Heeren
straat, ten Zuiden van den Zoeterwoudschen
Singel, aan te koopen.
De grond is als toekomstig bouwterrein
gunstig gelegen, daar hij onmiddellijk aan
sluit aan de bestaande bebouwing aan de
Heerenstraat. Het bezit van dezen grond
moet voor de gemeente dan ook van belang
worden geacht. Nu inmiddels het eerste wo
ningcomplex van de vereeniging „Tuin
stadwijk" zijn voltooiing nadert en een
tweede plan van deze vereeniging op aan de
gemeente toebehoorenden grond vermoede
lijk spoedig in uilvoering komt, zal in de
toekomst voor eventueele verdere uitbrei
ding van de bebouwing in deze omgeving
ongetwijfeld behoefte aan bouwterrein ont
staan.
De prijs, waarvoor de eigenaresse, de N.V.
v.h. Gebr. de Graaff, genegen is den grond
met inbegrip van de opstallen, te verkoopen,
bedraagt f 77691.25, d. i., waar het terrein
een oppervlakte heeft van 4-1395 M2. f 1.75
per M2. Deze prijs komt B. en NV., mede in
aanmerking nemende, dat het terrein ten
gevolge van zijn hooge ligging nagenoeg niet
behoeft te worden opgehoogd, aannemelijk
voor. Het is wenschelijk in den aankoop
ook te betrekken een gedeelte van het per
ceel M. No. 3840, opdat do gemeente, bij
eventueele bebouwing aan de bewoners over
gemeentelijk terrein uitweg kan verleenen.
Verzoek om verhooging van pensioen.
Een adres van den heer dr. J. J. Neurden-
burg, waarin deze verzoekt om verhooging
van het hem als Directeur der Gasfabriek te
Utrecht verleende pensioen in verband met
zijn vroeger te Leiden bewezen diensten, is
van gelijke strekking als dat, waarvan spra
ke is in het praeadvies van 28 Juli 1921. Op
dit verzoek werd toen afwijzend beschikt.
Het herhaald verzoek opent geen nieuwe
gezichtspunten, terwijl zich geen omstan
digheden hebben voorgedaan, welke het
standpunt van B. en W. ter zake hebben
gewijzigd. Als zoodanig kunnen zij aller
minst aanmerken het deelnemen van adres
sant aan de viering van het vijf-en-zeven
tig-jarig bestaan der Gasfabriek, waarvan in
het adres sprake is.
Zij geven mitsdien in overweging op het
verzoek wederom afwijzend te beschikken.
Verzoek om vrijstelling van betaling
pensioenbijdrage.
De heer W .de Rooy, gepensionneerd com
mies ter secretarie dezer gemeente, verzoekt
in een adres om vrijstelling van de verplich
ting tot betaling van de bijdrage voor we
duwen- en weezenpensioen.
De argumenten, waarop adressant zijn
verzoek steunt, kunnen B. en W. niet deelen
Toen de heer de Rooy in 1912 werd ge
pensionneerd, was hem bekend onder welke
voorwaarden hem dit pensioen werd ver
leend en welke aanspraken op pensioen zijn
eventueel na te laten betrekkingen zouden
kunnen maken.
Aan de nieuwe wetsbepalingen kan be
langhebbende geen enkel recht ontleenen en
er is dus volgens B. en W. geen enkele re
den om achteraf wijziging te brengen in de
voor adressant geldende pensioenregeling.
B. en W. stellen dus voor afwijzend op
het verzoek te beschikken.
Subsidie vooi een zwemfeest.
In een adres verzoekt de Zwemvereeni-
ging „de Zijl" alhier een bijdrage uit de
gemeentekas ten bijdrage van f 150 in de
kosten van een openbaar zwemfeest, dat
zij voornemens is te houden in Juli van dit
jaar op een nader te bepalen dag „liefst op
Zaterdagmiddag".
B. en W. brengen hierbij in herinnering,
dat ten vorigen jare voor gelijk doel aan
de Leidsche Zwemclub een bijdrage werd
toegezegd van f 100. Het zwemfeest heeft
toen echter niet plaats gehad.
De minderheid van het College, hoewel
geen bezwaar hebbende tegen het verlee
nen van een bijdrage in 't algemeen,
wenscht daaraan de voorwaarde te verbin
den, dat het zwemfeest niet op een Zondag
wordt gehouden; de meerderheid acht ech
ter deze voorwaarde niet noodig en
wenscht de vereeniging in het bepalen van
een dag vrij te laten
Als College geven zij derhalve in over
weging te besluiten, aan de Zwem vereeni
ging „de Zijl' alhier een bijdrage te ver
leenen van' f 100 in de kosten van een in
de maand Juli van dit jaar in het Poel
meer nabij het Warmonderhek te houden
openbaar zwemfeest, zulks in overeen
stemming met het in 1922 toegezegde be
drag.
Uitbreiding der 'buitengewone school voor
Lager Ouderwijs.
Na het onderzoek van de kinderen, op
gegeven bij de in 1922 gehouden inschrij
ving voor plaatsing op de buitengewone
school voor lager onderwijs, is gebleken,
dat voor een 16-tal voor plaatsing in aan
merking komende leerlingen geen -plaats-
ruimte in het schoolgebouw aan de Caeci-
liastraat beschikbaar was. Uitbreiding van
het gebouw met althans één lokaal was
toen derhalve reeds noodig. Nu inmiddels
het onderzoek van leerlingen, die zich in
1923 voor plaatsing op deze school hebben
aangemeld, heeft plaats gehad, blijkt, dat
thans in totaal 26, vo"ör plaatsing geschikt
bevonden leerlingen, niet kunnen worden
toegelaten wegens plaatsgebrek. In verband
met het voor de buitengewone scholen gel
dende maximum van 16 leerlingen per
klasse, is dus een vergrooting van het ge
bouw met twee lokalen noodzakelijk. Er is
dan nog plaatsruimte voor 6 leerlingen, wat
met'het oog op eventueele verdere toene
ming van het leerlingenaantal zeker niet
te veel is.
Yoor het hoofd der school en den ge
neesheer die in dezen van advies heeft ge
diend, zijn plannen ontworpen, die door
R. en W. worden aanvaard. De kosten zijn
geraamd'op f 21200. Tevens stellen B. en
W. voor aan de school een z.g. voorklasse
te verbinden.
Voorstel tot intrekking van een raadsbesluit.
Onder verwijzing naar een schrijven
van den Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw, geven B. en W. in over
weging het besluit van 25 Juni j.l., inzake
de vermindering van den aftrek voor ge
zinsinkomsten van ondersteunde werkloo-
zen, in te trekken.
Zooals men zich zal herinneren werd op
voorstel van den heer Van Stralen beslo
ten, dien aftrek van 2/3 te brengen op 1/2.
Het schrijven, waarop B. en W. doelen
is van den secretaris-generaal en luidt als
volgt;
Ik heb de eer Uw College mede te dee
len, dat ik het bij Uw nevenvermeld schrij
ven bedoelde besluit van den Raad Uwer
gemeente aan de Kroon ter schorsing heb
voorgedragen.
Ik moge U verzoeken te willen bevorde
ren, dat de Raad zijn besluit alsnog in
trekt:
Mocht de Raad daartoe niet besluiten,
dan zal ik genoodzaakt zijn het besluit ter
vernietiging aan de Kroon voor te dragen
en voorts le overwegen aan Uwe gemeente
over 1923 allen Rijkssteun in de kosten van
steunverleening cn werkverschaffing te
onthouden, al mocht tot toekenning daar
van overigens aanleiding bestaan.
Medewerking tot stichting eener R.-Kath.
school.
Door het bestuur der R.-Kath. Par. Jon
gensscholen, onder R.-Kath Parochiaal
Kerkbestuur is wederom jnedewerking ge
vraagd voor den bouw van een schoolge
bouw in de Caeciliaslraat. Thans is aan
alle wettelijke vereischten voldaan en be
staat er mitsdien tegen inwilliging van dit
verzoek geen bezwaar.
De school zal volgens het nieuwe bouw
plan bevatten 3 lokalen, elk bestemd voor
42 leerlingen en 4 lokalen, elk voor 36
leerlingen én is bij dit plan gerekend op het
aanbrengen van een centrale verwarmings
installatie.
De kosten van dezen bouw, inbegrepen
de waarde van den grond, welke" nog over
eenkomstig de wettelijke bepalingen moet
worden getaxeerd, worden op f 85,000 ge
raamd.
Nogmaals f 109.000 voor steunverleening.
Zooals bekend is, werd bij raadsbesluit
van 22 Januari j.l. een bedrag van f 100.000
beschikbaar gesteld voor de uitgaven der
Commissie voor Steunverleening, welk be
drag bij raadsbesluit van 26 Maart d.a.v.
werd verhoogd met f 100.000 en dus ge
bracht op f 200.000.
Onder mededeeling, dal de uitgaven over
het tijdvak van 1 Januari15 Juni 1923
f 154.550.30 hebben bedragen, dat het aan
tal ondersteunden thans nog ruim 500 per
week bedraagt en aan ondersteuning ge
middeld f 7000 per week wordt uitgegeven,
verzoekt de Commissie alsnog een crediet
van f 100.000 te harer beschikking te stel
len.
In verband hiermede stellen B. en NV.
voor het reeds toegestane crediet met
f 100.000 te verhoogen.
Aangezien het niet zeker is, of in de dek
king van dit bedrag kan worden voorzien
door te verwachten hoogere ontvangsten of
door verlaging van uitgaafposten van den
dienst 1923 stellen zij voor ter bestrijding
van de hoogere uitgaaf van f 100.000 te be
schikken over een gedeelte van het batig
saldo der gewone ontvangsten en uitgaven
van den dienst 1922.
Standplaats voor woonwagens.
Het is, mede met het oog op de op 31
Augustus en 3 October a.s. te verwachten
feestelijkheden, gewenscht, reeds nu maat
regelen te treffen om een deel van het
land aan den Lagen Morschweg, tot aan
koop waarvan weid besloten, geschikt te
maken tot standplaats voor woonwagens.
Het gedeelte voor de woonwagens is
groot 7650 M2. en biedt ruimte voor meer
den 100 woonwagens. De huurder wiens
huur nog tot Kerstmis a.s. loopt, is bereid
bevonden tegen een vergoeding van, in to
taal, f 275, reeds thans van dit stuk van 't
terrein afstand te doen. Van gemeentewege
zal worden gezorgd voor het plaatsen van
de noodige afscheringen lusschen de beide
gedeelten van het land, zoomede voor het
maken van een geschiklen toegang tot het
verhuurde gedeelte.
Overigens zal de inrichting van het
woonwagen terrein beperkt blijven tot het
noodzakelijke, zooals liet maken van een
verharden weg van den Lagen Morschweg
naar het eigenlijke woonwagenkamp, aan
sluiting op de waterleiding, latrine's, een
gemetselde vuilnisbak, enz. De kosten van
een en ander worden geraamd op rond
f5500. Het aanbrengen van een afdak voor
de paarden der wagens, zooals in het rap
port van den Directeur van Gemeentewer
ken wordt voorgesteld en waarmede f 500
gemoeid zou zijn, behoort naar de mee
ning van B. en W. met het oog op de kos
ten achterwege te blijven.
Den Raad zullen binnenkort voorstèllen
bereiken lot vaststelling van een verorde
ning tot heffing van een staangeld van
woonwagens, alsmede tot aanwijzing van
bovenbedoeld terrein a]s de eenige toegela
ten standplaats voor woonwagens.
Adres van linlde aan H. M. de Koningin.
Door B. en W. wordt aan den Raad voor
gesteld ora in navolging van hetgeen ook
reeds in andere gemeenten besloten werd,
een adres van hulde te richten aan II. M.
de Koningin ter gelegenheid van Ilarer Ma-
jesteits 25 jarig regeeringsjubileum.
B. en NV. vragen voorts machtiging dit
adres zelf te mogen samenstellen.
Verlaging dei tarieven voor de electriciteits-
levering.
Zooals Commissarissen der Sted. Licht
fabrieken reeds bij de toezending van de be-
groolingen der Fabrieken voor 1924 mede
deelden, is het, dank zij de regelmatige ont
wikkeling van het eleclriciteitsbedrijf, ge
paard aan een voortschrijdende bezuiniging
mogelijk gebleken de eleclricileitslarieven
eenigermate te verlagen.
Het enkel tarief, dat thans voor de eerste
5000 eenheden per jaar 27 ct., voor de twee
de 5000 eenheden per jaar 23 ct. en voor
alle overige eenheden per jaar 19 ct. per
eenheid bedraagt, kan met 2 ct. per eenheid
verlaagd, dus op resp. 25, 21 en 17 ct. ge- j
steld worden.
Bovendien komt het commissarissen ge
wenscht voor, de regeling van de reductie
bij hooger verbruik iets, wat het enkel
tarief, met een betrekkelijk korte onderbre-
king, altijd gekend heeft eenigszins te
wijzigen. De reductie bedroeg b.v. van de
oprichting der Centrale af tot 15 December
1916 (vóór-oorlog-tarief) voor de tweede
2500 eenheden 4 ct., voor alle volgende
eenheden 6 ct., terwijl zij van 1 Mei 1922 tot
op heden voor de tweede 5000 eenheden
4 ct., voor alle volgende 8 ct. bedraagt.
Hieruit blijkt, dat de regeling der reductie
voor de middel-groole tariefverbruikers
tbans minder gunstig is dan vroeger, daar
vóór den oorlog reeds bij 2500 eenheden een
verlaging van 4 ct intrad, hetgeen thans
eerst bij gebruik van 5000 eenheden het ge-;
val is. Hoewel zij geen vrijheid vinden voor
te stellen, geheel tot de oude regeling terug
te keeren, meenen zij in overweging te mo-
gen geven de thans geldende trapsgewijze
verlaging in tweeën te splitsen, ten einde,
zoodoende een meer soepel tarief le ver
krijgen.
Het zou ons te ver voeren wilden wij hier
het geheele rapport van Commissarissen
meedeelen. Wij verwijzen voor do verdere,
veranderingen naar de straks te publicee-.
ren verordeningen zelf.
B. en W. sluiten zich geheel bij commis-.
sarissen aan en de aan den Raad ter goed-:
keuring onderworpen verordeningen zijn op
deze gegevens gebaseerd.
Reorganisatie van het Bewaarschool-
onderwijs.
Bij een door den Raad om praeadvies in
handen van B. en W. gesteld adres met toe
lichting, heeft het Bestuur der afd. Leiden
van den Bond van Nederlandsche onder-,
wijzers verzocht ten aanzien van het be-
waarschoolonderwijs zoodanige maatregelen
te willen treffen, dat:
lo. het maximum-aantal leerlingen per
klasse en pér onderwijzeres in de eerste
twee halfjaarsklassen op 24 en in de vol
gende klassen op 30 worde bepaald;
2o. de lokalen voldoen aan de eischen ge-,
steld voor schoollokalen dienende voor la
ger onderwijs;
3o. a. de leiding der klassen uitsluitend
aan bevoegde onderwijzeressen worde toe
vertrouwd;
b. de onderwijzeres, aan hel hoofd der
school geplaatst, met de leiding eener be
paalde klasse wordt belast;
4o. a. de schoolvergadering wordt inge-i
voerd;
b. voor deze vergadéring hetzelfde regle-r
ment geldt als voor de schoolvergadering
der lagere scholen;
5o. de salarissen met ingang van 1 Ja
nuari 1921 worden bepaald op f 1600
f 3000, te bereiken na 19 dienstjaren.
A7erder werd om praeadvies naar B. en
W. verwezen een adres van eenige bewaar
schoolonderwijzeressen om verhooging van
salaris.
Aangezien B. en W. zich in het algemeen
zeer wel kunnen vereenigen met het naar
aanleiding van deze adressen door de Com
missie voor de bewaarscholen uitgebracht
advies achten zij het niet noodig uitvoerig
op al de in die adressen genoemde punten
in te gaan.
Hoewel door het personeel dór bewaar
scholen noch aan B. en W., noch aan de
Commissie ooit de wensch kenbaar is ge
maakt tot invoering van gereglementeerde
schoolvergaderingen aan de bewaarscholen,
bestaat hiertegen bij B. en NV. geen bezwaar.
In tegenstelling met het Bestuur van den
Bond zijn zij van meening, dat het Regle
ment op de schoolvergaderingen aan de la
gere scholen niet zonder meer toepasselijk
kan worden verklaard op de schoolvergade
ringen aan de bewaarscholen. Moch de Raad
overeenkomstig hun advies, tot instelling
van schoolvergaderingen aan deze scholen
besluiten, dan zullen zij met betrekking lot
de reglementeering dier vergaderingen een
nader voorstel aan den Raad doen toekomen.
Na ampele overweging zijn zij overigens
tot de overtuiging gekomen, dat er geen vol
doende reden gestaat om tot verhooging der
salarissen van het bewaarschoolpcrsoneel
over te gaan. Wel is waar wordt het be-
waarschoolpersoneel in verschillende andero
gemeenten aanzienlijk hooger gesalarieerd
dan hier, maar dit alleen kan geen voldoen
de reden zijn om hier tot verhooging van be
zoldiging over te gaan. Bovendien zijn er tee
kenen, welke er op wijzen, dat men elders
begint in te zien, dat hot bewaarschoplper-.
-Uit het Engelsch van ADELINE SERGEANT.
86)
,,Hij wierp mijn brieven in het vuur.
Besliste, dat Catherine en ik elkander niet
zouden ontmoeten. Zij was volkomen in zijn
macht, omdat zij geloofde, dat zij verraden
.was, en dat zij hem dankbaar moest zijn,
dat hij haar thuis liet komen. En ik
dwaas, die ik was vertrouwde hem en
geloofde, dat zij weigerde, om bij mij te
rug te komen. Alsof ik haar niet beter
cende Zij hield eens heel veel van me, Lau
rens, al denk je het nu niet."
,,Ik denk het nu ook." zei Laurens, rus
tig.
Nu, misschien; maar niet, zooals zij me
toen liefhad. Haar geheele ziel behoorde
me En ik dacht, dat mijn wreedheid haar
van mij vervreemd had, en toen zij schreef,
dat zij niets van mij wilde aannemen, en
niet weer van mij wilde hooren, raasde ik
alleen maar en zwoer, dtat zij haar zin zou
hebben. Als ik hier gekomen was en haar
zelf gezien had, hadden wij de zaak binnen
drie minuten opgehelderd. Ja, het is de
Schuld van John Holden." -
Bedoelt u, dat mijnheer Holien het met
opzet deed? Welke reden kon hij er voor
gehad hebben?"
,,0 haat tegen mij jaloeaie Roe kan
ik dat zeggen? Hij was verliefd op haar,
dat is zeker dat begreep ik al lang ge
leden. Hii scheidde haar van mij, misschien
in de gedachte, dat het voor haar welzijn
wasmaar ik heb in ieder geval reden om
toornig tegen hem te zijn. En wat zijn be
handeling van jou betreft, mijn bloed",
kookt, als ik daaraan denk. Als hij niet de
neef van mijn vrouw was, en iemand, van
wien zij, ondanks alles, blijft houden, zou
ik wel zorgen, dat hij de gevolgen te dra
gen had."
„U bedoelt'.', zei Laurens aarzelend,
,,dat hij verantwoordelijk kon gesteld wor
den."
„Zeker kon hij dat. Heel zeker. En hij
-zou een zwaar vonnis krijgen ook. Zijn
naam zou over geheel Engeland geschand
vlekt zijn. Ik zou het graag willen zien."
,,U moet niet vergeten", zei Laurens op
eenigszins angstigen toon, „dat zijn familie
ook er door geschandvlekt zou worden. Zijn
dochter en zijn nicht."
„Zijn dochter," zei lord Broxbourne met
minachting, ,,is een mooi gekkinnetje, dat
Philip maar trouwen moet, als hij er zin
in heeft. Zijn nichtje is heel wat anders,
dat geef ik je toemaar zij is niet na ge
noeg in de familie
„Neem me niet kwalijk", zei Laurens
snel, „zij zou de schande van mijnheer.
Holden evengoed gevoelen; en ik heb bij
zondere redenen, om te wenschen, dat zij
niets door ons te lijden krijgt."
De blos op 2ijn gezicht zei genoeg en lord
Broxbourne zag hem een oogenblik aan
met een uitdrukking van verbazing.
„Waait de wind uit dien hoek?'- vroeg
hij, op ietwat boozen toon. Je kunt een
beter huwelijk doen, Laurens. Ben je ge
bonden?"
„Tk heb nog niet met haar gesproken. Ik
heb met mijnheer Holden en moeder ge
sproken."
„Het is dwaas. Men zou bijna denken,
dat wij voorbestemd waren, om de prooi
der Holdens te zijn. Kitty de beste van
allen is mijn vrouw en Phil wil met
Rose trouwen, enu heb jij je hart op Syd
ney Carlton gezet. We zullen door het
hecle graafschap uitgelachen worden."
„Nu," zei Laurens, met een blos op de
wangen en een glimlach in zijn oogen, „u
kan toch niet van mij verlangen, dat ik
me voor den naam der familie opoffer?"
Lord Broxbourn lachte. Hij was ingeno
men met het antwoord en met de onafhan
kelijkheid van geest, die er uit sprak.
deed nog een poging, om de gevoelens van
den jongen man op de proef te stellen.
„Ik zou mijn toestemming kunnen wei
geren," zei hij, „en wat zou je doen om
der. kost te verdienen?"
„Yrijwel hetzelfde als ik tot nu toe ge
daan heb," antwoordde Laurens. „Ik heb
niet voor niets geleerd, wat het is je uit dé
naar boven te werken. Mijnheer Hol
den zal mij waarschijnlijk wel werk geven.
Ik heb gedacht, dat het eigenlijk veel ver
standiger voor me zou zijn, voort te gaan.
op mijn tegenwoordige manier: te werken
onder mijnheer Holden of éen anderen ta-
brikant, en later misschien compagnon té
worden in plaats van te beproeven een'
bestaan te lijden, waarvoor ik niet in het
mirst geschikt ben."
„Hé, dat is weer geheel en al je moe
der I"- zei lord Broxbourne, en zijn stem
klom: een beetje ongeduldig. „Zij spreekt
alsof mijn leven geheel afgescheiden en
verschillend van het hare was. Het is alle
maal onzin, zooals je binnenkort wel be
merken zult. Als je beter bent, zul je het
wel gemakkelijker vinden bij je moedei; en
mij te komen, dan je op te sluiten in een
kantoor of fabriek."
Laurens' gedicht toonde, dat hij het er
niet geheel mee eens was, maar hij ant
woordde niet in woorden. „Kom, ik zal het
op een accooixl met je gooien. Ik heb nieus
tegen Sydney Carlton ik houd zelfs van
het meisje en jij zult er niet tegen heb
ben voor een zes maanden met mij weg
te gaan. Wij kunnen aan het einde van
den winter over toekomstige plannen spre
ken. Je vergeet, hoe lang ik bet zonder je
heb moeten doen. AVe moeten elkander nu
leeren kennen."
En Laurens gaf toe, gehoor gevend aan
de overredingskracht, waarover zijn vader
beschikte, en toch een beetje in twijfel, of
het mogelijk zou zijn, dat hij en lord Brox
bourne het enmen zouden kunnen vinden.
Maar h(j zou bij zijn moeder zijn en dab
was een groote aantrekkelijkheid voor
hem.
„En nu," ging lord Broxbourne voort,
„is het niet meer dan billijk, dat je stem
hebt in de beslissing omtrent John Hol
den. Wat moeten we doen?"
„AVaarom zouden we iets doen?"
„Dat zegt Catherine ook. Je bent een
goed zoon van jo moeder. Maar je moet
het bekijken van het standpunt van een
man. Holden heeft ons bedrogen, bena
deeld. Ik zou hem kunnen vergeven, mis
schien, als ik het alleen geweest was, dien
hij bedrogen had. maar als ik denk aan de
manier, waarop hij rich jegens jou en haar
gedragen heeft
„Het is zoo erg als het maar zijn kan. Dat
weet ik," zei Laurens. Hij bedekte zijn oogen
met zijn hand, en lag stil. Hij dacht aan zijn
kinderdagen, aan de ellende en het gebrek,
dat hij gekend had; aan het kwaad en de
misdaad, waartoe hij bijDa verviel, aan den
volkomen ondergang, waar hij zoo dichtbij
geweest was, door de schuld van John Hol-,
den. En zijn moeder, zijn lieve, dierbare,
heilige moeder, die jarenlang geleefd had in
misverstand, eenzaamheid en vergetelheid,
had hij het recht, om het kwaad te verge
ven dat haar was. aangédaan, eD moest hij
het niet liever wreken zooals een zoon be-,
hoort te doen? Zijn vader wachtte geduldig;
hij ried misschien de gevoelens, die binnen
in hem aan het werk waren. Maar hij was
niet geheel voorbereid op de manier, waarop
Laurens sprak, toen hij eindelijk zijn be
sluit onder woorden kon brengen.
„Ik weet zoo goed, wal moedor zelve zou
wcnschen", zei hij, „dat het niet goed is
zich tegen die wenschen te verzetten. In
dien wij John Holden straffen, doen wij
haar leed, en wij maken de verkeerdheden
van haar familie bekend. Ik vind niet, dat
wij dat mogen doen. En wat mijzelf be
treft; nu, daarop past dezelfde redeneering.
Daarenboven bestaat er nog een sterker re-
reden voor ons beiden".
Hij aarzelde en een blos bedekte zijn ma
ger gezicht. Hij vond het ontzettend moei
lijk, aan zijn vader te zeggen, wat hij voélde
Lord Broxbourne keek hem scherp aan, ea
zei: „Ga voort.
(Wordt vervolgd).