SPAARFOÏDS vow SODEMGUL'fUU
LEIDEN - STATIONSWEG 43
Postrekening 1160!
no. 19414.
LESbSCH DAGBLAD, Vrijdag 22 Juni.
Tweede Blad. Anno 1923.
BINNENLAND.
GEMENGD MIEÜWS
TeletoOT 408
SFAiLEBAIK
BBFOBETO
-COURANT
gaf ©-Inrichting*
Aandeelen in het kapitaal
onzer Installing nog tijdelijk
a pari verkrijgbaar
in stukken van f 25©.
FEUILLETON
ïindelijk weerponden
De Memorie van Antwoord inzake het
wetsontwerp tot stennverleening aan
de Hanze-Bank.
Verschenen is een nota naar aanleiding
ran het verslag over het wetsontwerp tot
fjjziging van Hoofdstuk VII B der Staats-
fcegrooting voor 1923.
Hieraan is het volgende ontleend:
De leden, die tegen dit ontwerp bezwaar
hadden, grondden dit bezwaar in de eerste
plaats op de overweging, dat daarin een
jeer gevaarlijk precedent zou gelegen zijn.
De Regeering is van oordeel, dat deze
yrees niet op goeden grond berust. Wel is
yaar is, uit den aard der zaak in de toe
komst de mogelijkheid van een beroep op
den thans voorgenomen maatregel niet uit
gesloten, doch dit beroep zou niet als juist
kunnen worden aangemerkt. De grondtaak,
aarop de Regeering haar voorstel heeft
gedaan, is juist gelegen in de zeer bijzon
dere omstandigheden, welke zich ten op-
ïichle van de thans gerezen moeilijkheden
Yoordoen. Het middenstands-bankwezen
neemt in het Nederlandsche Bankwezen
een geheel afzonderlijke plaats in. De om
standigheid, dat de credietbehoeften van
den Middenstand door het Nederlandsche
Bankwezen niet of in onvoldoende mate
verzorgd werden, heeft tot het ontstaan en
ontwikkeling van het middenstands-
bankwezen geleid. Deze omstandigheid
heeft in de eerste plaats de regeering tot
haar voorstel gebracht.
Kon verwacht worden, dat de goede debi
teuren der in moeilijkheden geraakte Ban
ken in voldoende mate bij het Nederland
sche bankwezen crediet zouden kunnen
krijgen, dan zou de voornaamste reden voor
het ingrijpen der Regeering zijn vervallen.
De vraag, waarop het ten deze aankomt,
deze: of het algemeene belang, op grond
yan de in de Memorie" van Toelichting in
3en breede uiteengezette overwegingen, het
foorstel van de Regeering rechtvaardigt.
Deze vraag blijft de Regeering, ook na ken
nisneming van het verslag bevestigend be
antwoorden.
De hiervoren bedoelde leden werden in
iun bezwaren versterkt, omdat zij in het
voorstel een sleunverleening zagen, die ge
schonken wordt aan Banken, waarvan de
eiding, naar die leden meenden te welen,
allesbehalve onberispelijk is geweest. De
Regeering meent, dat, gezien de grenzen
van haar voorstel, er voor haar geen aan-
eiding bestaat op deze beschouwmgen in
le gaan.
Zij wil geenszins geacht worden een ver-
lediging van het gevoerde beleid voor haar
rekening te nemen, doch veroorlooft zich
toch de vraag te stellen: of in de achter ons
liggende jaren niet bij tal van bedrijven,
velke van belang zijn voor ons economisch
leven, een politiek is gevolgd, welke ach-
ieraf onjuist is gebleken en lot criliek aan
leiding zou kunnen geven.
De Regeering wenscht zich er toe- le be
perken, de aandacht te vestigen op het feit,
dat haar voorstel geenszins beoogt de gevol
gen van het gevoerde beleid voor rekening
van den Staat te nemen. Aan de Banken
wordt geenerlei steun verleend.
Slechts die maatregelen wórden getrof
fen, welke in het algemeen belang wenschc-
lijk zijn en die beperkt blijven tot hetgeen
noodig is, om le voorkomen, dat vele le
vensvatbare bedrijven verloren zouden
gaan, doordien de mogelijkheid zou ontbre
ken de crediethulp le vinden, die voor in-
stand-houding van die bedrijven noodzake
lijk is en die aan de eischen van een voor
zichtig beleid voldoet.
De Regeering kan voorts niet deelen in
de ziens wijze, dat door deze aangelegen
heid wederom zou worden aangetoond, hoe
noodzakelijk het is, dat het heele Bankbe
drijf onder Regeeringsloezicht komt.
De vraag, of niet een bepaald bedrag in
dit wetsontwerp kan worden genoemd, moet
ontkennend beantwoord worden.
Het spreekt vanzelf, dat dit bedrag on
mogelijk bij voorbaat kan genoemd of ge
raamd worden.
Dat voor de behandeling van hel wets
ontwerp de in het verslag bedoelde inlich
tingen omtrent de positie en de gestie der
betrokken banken noodzakelijk zouden zijn
kan de Regeering niet inzien.
Immers gaat het hier niet om het vcr-
leenen van hulp aan die Banken maar om
het scheppen van de mogelijkheid dat dc
goede debiteuren dier banken elders in hun
credietbehoeften kunnen voorzien.
Slechts aan die debiteuren zou nieuw
crediet worden verschaft, die in slaat zijn
zoodanige waarborgen te verschaffen, dat
liet verleencn van het crediet niet moer
dan het normale Bankrisico meebrengt.
Tusschcn de hier bedoelde Hanzebanken
en de Nederlandsche Bank beslaan slcchls
in zooverre betrekkingen, dat aan beiden op
zeer beperkte schaal en tegen voldoende
zekerheid credicten waren toegestaan.
De inleggers in de spaarbank, die ver
bonden is aan de Hanzebanlc te 's-Hurlo-
genbosch, verkeeren in dezelfde positie als
de overige crediteuren van laatstgenoemde
instelling.
Wat de spaarbank'betreft, dien aan de
Hanzeftank te Utrecht is verbonden, deze is
wel is waar een afzonderlijke N. V., doch
het. bezit dier vennootschap beslaat in
hoofdzaak in vorderingen op de Hanzebank
zoodat in liet wezen der zaak ook in dit ge
val de spaarders in dezelfde positie verkee
ren als de crediteuren.
liet ligt niet in de bedoeling der Regce-
ring en het zou ook niet vallen binnen de
omschrijving van het wetsontwerp, bijzon
dere maatregelen ten behoeve van de spaar
ders te nemen.
Zooals reeds ccnige malen werd mede
gedeeld is het aan dc Regeering slechts kor
ten tijd geleden bekend geworden, dat de
beide Hanzebanken in moeilijkheden ver
keerden en niet in staat zouden zijn uit
eigen kracht die moeilijkheden te'overwinr
nen.
Zij heeft toen aanstonds overwogen wat.
haar le doen stonden daarna, de indiening
van het ontwerp bevordc-rd, doch het lag
uit den aard der zaak niet op haar weg
vóór de indiening van het ontwerp
mededeeiingen terzake tot hel publiek te
richten.
Zij heeft aanstonds bij de besprekingen
voorop gesteld, dat de gestie, welke (e dier
zake zou te volgen zijn geheel bleef cn ook
moest blijven voor dc verantwoordelijkheid
van de besturen dier banken.
De meening als zou dc Hanzebank te
's-Hertogenboseh al haar vorderingen op
haar debiteuren hebben overgedragen op
de Coöperatieve Boerenleenbank le Eind
hoven is voor zoover de regeering bekend
is niet juist
Met betrekking tot de opmerking om
trent den aandrang, welke van de zijden
der middenstandscredictinslellingen is uit
geoefend op de Regeering, om een deel van
het saldo van den post-chèque en giro-,
dienst ter beschikking van die instellingen
te slellen wordt medegedeeld, dat het over
leg, hetwelk over deze aangelegenheid Is
gepleegd .niet verder is gegaan, dan de
vraag of de regeering in principe bereid
zou zijn aan dien aandrang gevolg le geven.
Die vraag is ontkennend beantwoord.
In antwoord op de gestelde vragen over
de bedoeling van de regcering wordt het
volgende medegedeeld, het ligt niet in de
bedoeling de methode toe le passen welke
in 19J9 is gevolgd, thans is een beroep ge
daan op de medewerking van de algemeene
Centrale Bankvereeniging.
Het ligt in dc bedoeling een algemeen
percentage van 'premiün-resque te bepa
len, met dien verstande, dat iedere debi
teur op zichzelf zal worden beoordeeld.
Cis ternamiddag omstreeks
drie uur brak een felle brand uit in de
werkplaatsen van de N V. Handel- en In
dustrie-Maatschappij „Rhenania", te Al-
jihen aan den Rijn. Pe brand ontstond in
het fabrieksgebouw aan de Burgemeester
Bloem Straat op de eerste étage, in dc mof-
fêlkamcr, doordat do gasvlam sloeg in een
hief. kokende lak gevuld en pot. Aon blus-
schen door het personeel viel niet te den
ken en in allerijl werden de auto's en mo
torfietsen, die in de beneden gelegen gara
ge stonden, weggereden. Een aantal fiet
sen, banden en andere onderdeelen, wer
den nog aan het vuur onttrokken, doch de
vlammen sloegen snel om zich heen en deel
den zich ook roede aan de andere gebou
wen. Gpoe<Tjg stond het geheele complex
vanaf de Burg. Blaemstraat tot aan de
Kheranialaan in lichterlaaie. Met een
paar slangen op de waterleiding werd in
de vuurzee gespoten, doch er was geen Hou
den aan.
Het geheel gaf een grootschcn aanblik
niets hoorde men dan 1iet geloei der vlam
men en het geknetter van het hout. Door
de groote' hitte boog dó voprgOvc! aan de
Burg. Bloemstraafc krom tn stortte to on
geveer vier uur triót donderend geraas op
do straat. Eerst nu kwam de motbrspuit
en word deze in werking gesteld. Te vijf
uur werd het vuur wat minder, dooh bet
meeste materiaal was reeds door het vuur
verslonden.
De belendende perceelen liepen groot ge
vaar, doch deze zijn nog behouden geble
ven, benevens een aangebouwd magazijn.
Om zes uur was direct gevaar gewekeo.
Daar de gevel aan de Rhenanialaan ook
gevaar opleverde werd deze omgehaald.
Tot laat in den avond bleef de motor
spuit werken. De gebouwen waren verze
kerd.
Men schrijft uit Naald-
wijk: Dc oogst van de vroege aardappelen
wordt sterk vertraagd door de vele regens
en door den te lagen prijs. Met 8 k 12 cis.
per lciïo voor de groote aardappelen kan de
tuinder de kosten nicl dekken van den
vooroogst. Algemeen wacht men op gunsli-
j ger prijspeil en dienend weer. De overwe
ging telt mee, dat de uitplanl van late
aardappelen over heel ons land buitenge
woon gering is geweest en het gewas te
velde slecht weer heeft getroffen. Zoodat op
den duur kans op gunstiger handelstoestan
den niet uitgesloten is. In den nacht van
18 op 19 Juni heeft het in de streek zoo
hard gevroren, dal gewassen als sla cn
bloemkool met ijs bezet waren Het oogsl-
werk ondrrvond in den vroegen morgen
vcrlraging.
Te Haarlem z ij n ondertrouwd
Jacob Schuiten, oud 80 jaar, cn Sara Zwem
mer, 79 jaar. Schuiten trouwt voor de vier
de maal. Zijn derde vrouw stierf in Fe
bruari van het vorige jaar. De bruid ia se
dert tien jaar weduwe.
Te Sliedrecht. is gistermid
dag te ongeveer vier uur door onbekende
oorzaak brand uitgebroken in de schilders
werkplaats van Th. v. d. S. De brand
sloeg over near het naastgelegen huis, bc-
Avoond door den heer P. K. De motorspuit
die onmiddellijk na het uitbreken van den
brand ter plaatse verschc-CD, kon aanvanke
lijk niet veel uitrichten, doordat juist de
waterleidingbuizen werden schoongemaakt
Van den heer K. kon dc inboedel nog bij
tijds in veiligheid gebracht worden. Bij het
afzenden van dit bericht waren dc twee
huizen bijna geheel uitgebrand en bestond
voor de omliggende gebo-üwen gevaar, door
liet vuur to worden aangetast.
Men meldt aan ,,D c A v p.":
„Bij het bezoek van koning Haakon aan
Soestdijk kon men in verschillende bladen
lezen, dat aan het station te Soest was op
gesteld naast een groep schoolkinderen
een ecrewacht. van don vrijwilligen land
storm, gekleed met blauwe etroóhelmch
In alle kringen en niet het minste in
de kringen van het Departement van Oor
log was men ten zeerste verwonderd
over het verschijnen van deze „eerewncJit",
daar hiervan niets bekend was en ook geen
enkel bevel was gegeven tot bet brengen
van een dergelijk eerbetoon.
Een onderzoek is op last van dc legerau-
toriteitcn ingesteld en wat is nu gebleken?
Dat een luitenant belast met het ge
ven van militair onderricht aan de vrijwil
ligers van den landstorm in die omgeving
op eigen initiatief dc vrijwilligers van
den landstorm heeft verzameld cn deze
heeft, opgesteld aan het station bij aan
komst van den koninklijken trein"
In den laatslen tijd wa-
ren op verschillende plaatsen in het Gooi
inbraken gepleegd. Dc politie is er nu in
geslaagd de vermoedelijke daders aan to
houden. Een motorrijwiel, met duo en zij
span, hield stil vorr een woning te Amster
dam, wat door dc politie werd gezien. Dc
motor werd bestuurd door een Amsterdam
mer, die niet al te gunstig bekend slaat. In
het gezelschap waren twee mannen uit het
Gooi, beiden gehuwd, van 29 cn 31 jaar.
Dc combinatie kwam de politie verdacht
voor en zij arresteerde het drietal op den
openbaren weg. In het huis, waarvoor het
motorrijwiel had stilgehouden en waar de
mannen waren binnengegaan, werd een
onderzoek ingesteld. Een partij zilver werd
gevonden. Zij bleek afkomstig uit een villa
in liet Gooi. De eigenaars hebben het ge-
stolenc reeds herkend. Het was ontvreemd
tijdens een nachtelijke inbraak ,locn do
dienstbode alleen thuis was. Zij had even
wel niets gehoord. liet drietal slaat onder
verdenking zich aan deze ,cn aan meer in
braken in hel Gooi le hebben schuldig ge
maakt en blijft in bewaring
D c commissaris van p o-
litio te Alkmaar heeft bepaald, dat als regel
geen vergunning tot collecleercn wordt ge
geven als de jonge meisjes, die met de bus
sen rondgaan, of bloempjes aanbieden, be
neden de zestien jaar zijn.
Bij een schietoefening is
gistermiddag in Ileumcnsoord de 24-jarige
sergeant G. II. in dc borst getroffen. Zijn
toestand is hoogst ernstig.
Door den aanlioudcnddn
regen zijn vele hooilanden in Friesland zoo
drassig, dal de paarden cr niet vcrkcereri
kunnen, om dc maaimachincs te trekken.
Het gras wordt nu met de zeis door maaiers
gemaaid, wat veel langzamer gaat. Doch
menig arbeider krijgt er weik door.
In Scholcr land hebben
boeren, met een flink beslag vee, hun melk
koeien nog op si al, wat op den langslcn dag
en daaromtrent nog nooit eer gebeurde.
Ec-rsl werd het vee op stal gehouden door
den regen en de koude, later cm dc dras
sige weiden niet te laten stuk trappen.
De justitie t c Assen
heeft in vrijheid gesteld liet echtpaar Bent-
lagc, uil Barger Ooslerveld, die beiden te
Assen in arrest waren gesteld in verband
met de inbraak cn diefstal in het postkan
toor te Stecnwijlc.
Te Heerlen is de m ij n-<
werkerSjongen C., die dezer dagen bij een
bedrijfsongeval op dc mijn „Oranje-Nas-
sau 1" zwaar werd verwond, aan dc gevol
gen van bel bekomen letsel overleden.
=■51
RECLAME.
VRAAGT JAARVEBSLSGE&
De groei onze? Instelling blijkt uit de volgende cijfers:
S23Ö
SI BceeniHer 1918
31 December 15U9
31 Deces2ibes> 192W
31 December 1921
31 December 1922
Totaal waarde der
bcziUin{|Ci3 s
f 70.879.92
f 742.4G8.6«r"
fl.392.01S.37
f2.210.3Y0.0B'
f 2.700.©7'?.25
Onbezwaard Grondbezit
II. A. B o ekwaarile
9.70.— I rs5.500.00
103.23.— f 137.822.86
804,87.— f341.151.83'
417.33.— f 533.750.22
Uit het Engelscb van ADELINE SERGEANT.
Rosa voeldo een trilling van zegepraal.
Ondanks allen tegenstand, die in het begin
*oo overstelpend had geschenen, begon zij
tafcr zin te krijgen. Zij was er volkomen
zeker van, dat, als zij iedereen en alles
°fcar haar hand kon zetten, het tot nut van
"Ot algemeen zou zijn. Zij bezat een rustig
*ert rouwen op haar eigen macht.
,Laten wij dan morgen naar Catherine
Holdon gaan", zei ze. „Laten wij met haar
Bprcken, en haar haar woorden doen in
trekken."
..Maar wij weten niet, wat haai woorden
geweest zijn", zei mevrouw Massingham,
01H een glimp van gezond verstand, ter-
rij! Philip wat onrustig en zenuwachtig be-
Sen to kijken. Er waren een paar kleine
Voorvallen in zijn leven in Fairford, die hij
mot wenschte, dat Rose ter ooren zouden
tooien, en nog minder haar vader.
..Mij dunkt, dat dat er niet veel op aan
komt", zei Rose, met een eigenaardigen
glimlach, ,,als wij maken, dat zij haar woor-
don geheel intrekt."
Weer werd mevrouw Massingham onrus
h's; maar de lieve, zachte manieren van het
meisje met haar zelf dreven al haar angst
de vlucht en zij bepaalde er zich bij, bij
terugkomst in haar hotel, een langen
tricf tG gaan schrijven aan lord Broxboivr-
öe. waarin zij niet alleen haar onderhoud
met Roso beschreef, maar ook melding maak
to van het bezoek, dat zij van plan was den
volgenden ochtend aan juffrouw Catherine
Holden te brengen.
Zij zou verbaasd geweest zijn, de uitwer
king te zien, die de vermelding van dien
naam bij lord Broxbournc teweegbracht.
Hoe verhard hij ook was, deed deze naam
hem rilen en van kleur veranderen. Toen
stiet hij een korten harden lach uit, en mom
pelde iets bij zichzelf.
„Arme Kitty Holden!" zei hij.
Het gebruik van den ouden naam op de
oude manier wekte een reeks van nieuwe
aandoeningen en overpeinzingen in zij hart
op. Langen tijd bleef hij in diep nadeDkeu
verzonken. En toen hij eindelijk in bewe
ging kwam, was het om een spoorboekje te
krijgen en zijn knecht te bellen wien hij
eenige bevelen gaf omtrent het pakken van
een valies en andere toebereidselen voor een
reis.
,,Is het een lange reis, znylord?" vroeg
de man aarzelend.
,,Niet heel lang, neen, volstrekt niet lang.
Naar Fairford. Ik denk, Dalton, dat ik
vanmiddag vertrek."
„Heel goed, mylord", zei Dalton.
HOOFDSTUK XXXI.
In Catherine's tuin.
Catherine's tuin had een kleine opper
vlakte, maar hij was zoo kunstig aangelegd,
zoo overschaduwd door boomen en struiken,
dat hij een vrij groote ruimte scheen. Zij
kweekte niet veel bloemen, behalve achter
glas, want de atmosfeer in Fairford was
niet gunstig voor haar planten, en stevige,
eenjarige planten, frisch gras en enkele hoo
rnen vond zij prettiger dan bedden met geo
metrisch gezette geraniums en calceolaria's.
Het grasveld was een prachtige speelplaats
voor de kinderen en een prettig plekje voor
een rustig gesprek, als het dagwerk gedaan
was.
Sydney vond het heerlijk onder de scha
duw cn haalde haar nicht altijd over, om op
de rustieke bank onder de linden te gaan
zitten in plaats van in de ontbijtkamer, zoo
dikwijls Catherine een uurtje over had.
Op dien Juli-avond was de lucht bijna
zonder wolkje, maar de hitto van den dag
was voorbij- en een zawtlit briesje was in het
Westen' opgékomen. Catherine was erg ver
moeid. 2nj Iva3 den geheelen dag bezig ge
weest; er waren verscheidene ernstige ziek
tegevallen in de sloppen en stegen, waar
zij werkte, en zij had zich erg vermoeid
met die te verplegen. Zij zat nu in een la
gen rieten stoel, dien (Sydney voor haar
had buiten gebracht; haar bleek gelaat wa3
naar het Westen gekeerd, haar handen la
gen lusteloos in haar schoot. Het was zel
den, dab men haar zoo ledig, zoo lijdelijk
zag, en toen Sj'dney haar aankeek, voelde
zij zich vaag ongerust en bijna half bang
do stilte te verbreken, waarin zij voelde,
dat het geheele wezen van haar nicht ge
wikkeld was.
„Nicht Catherine, u is toch wel goed t"
vroeg zij eindelijk.
Catherine bewoog zich even en glimlachte.
„Ja, kindlief, ik ben heel wèl. Ik ben al
leen slechts moe. Je moet me maar niet
kwalijk nemen, dat ik zoo stil bem."
„O, het is niet, omdat ik wil, dat u met
toe praten zult", zei Sydney ernstig. „Ik
was alleen bang, dat u te veel gedaan had."
Catherine's oogen rustten teeder op haar.
..Het doet me goed te denken, dat je at
om geeft of ik te veel doe of niet", zei ze,
met een zachten glimlach.
Sydney vond het moeilijk te antwoorden
Er lag iets in Catherines gelaat, dat bnar
trof. Het had haar zoo doorschijnend bleek
en etherisch geleken, alsof het licht van den
geest merkbaar door het vleesch scheen. Tot
antwoord boog zij zich voorover en bracht
een van de dunne, witte handen aan de
lippen.
,,Ik geef er meer om dan om iets anders",
zei ze, na een oogenblik, en ofschoon de
woorden wat raadselachtig waren, begreep
Catherine ze.
In de zachte stilte van den zomeravond
klonk een scherp geluid het scheen Sydney
ten minste scherp, omdat haar zenuwen op
stilte gestemd waren. Voetstappen, het ge
ritsel van vrouwenkleeren, een schelle lach,
een luide stem er was inbreuk gemaakt
op de afzondering van Catherines tuin en
Sydney sprong op, om de indringers terug
te wijzen. Maar Catherine sprong ook op.
„Laat maar", zei ze. „Het is je nichtje,
geloof ik; zij weet den weg.Zij heeft een
gast meegebracht; dat verwachtte ik half.
Haar gezicht was zeer ernstig geworden
het scheen Sydney bijna streng. Zij had
Catherine Holdon nog nooit zoo zien kijken.
De bezoeksters kwamen naderbij, maar
Sydney keek nog steeds naar het fronsend
voorhoofd van haar nicht.
„Je moest maar liever weggaan, Sydney",
zei juffrouw Holden, rustig. „Je zult ge
kwetst en bedroefd worden, als je blijft."
„Ik wil liever bljjvcnlaat mij alsjeblieft"
fluisterde Sydney.
„Nu, ïooals je wilt. Maar je zult me moe
ten vergeven, als ik je ook pijn doe."
En toen ging zij oin haar gasten te ont
vangen, zonder dat er tijd tot verdere ver
klaring was. Maar Sydney bleef.
„Goeden avond, nicht Catherine", zei
Rose, met een wat scherper stem dan ge
woonlijk daaruit bleek, dat zij zenuw
achtig was, zooals zoowel Sj'dney als juf
frouw Holden wisten ik heb een gast
meegebracht; ik hoop dus, dat u ons ver
ontschuldigen zult, dat wij op dit vreemde
uur komen. Vergun me, juffrouw Holden,
mevrouw Massingham, o, Sydney, hen jij
daar? Juffrouw Sydney Carlton. Mevrouw
Massingham is voor een paar dagen in Fair
ford; daarom nemen wij de gelegenheid
waar, om u te bezoeken op een tijd, dat wij
wisten, dat li thuis zoudt zijn."
Mevrouw Massingham kwam vooruit,, «lo
gout en statig in haar zijden japon en modi.
euzen mantel; maar toen Sydney de gast
met de gastvrouw vergeleek, vond zij, dat
zij wat waardigheid en bevalligheid betreft,
niet met Catherine Holden kon vergeleken
worden. Mevrouw MassiDgbam was ook wat
verrast. Zij had zich juffrouw Holden voor
gesteld als een drukke, oude juffrouw, eigen
aardig en vermoedelijk burgerlijk, cn zij zag
voor zich een slanke, mooie vrouw in een
lange, zwarte japon; een vrouw, wier bleek
gelaat niet half zooveel rimpels vertoonde
a8 dat van mevrouw Massingham, en wellco
die niet te noemen houding en stijl bezat,
die uitgedrukt wordt door het woord „dis
tinctie". De vrouw van de wereld, die zich
oneindig verheven achtte boven do kleine
bourgeoise, die zij zich had voorgesteld, was
een oogenblik onder den indruk van de kal
me waardigheid van Catherine.
Mant zij herstelde zieh spoedig.
(Wordt vervolgd).