SPAARFOÏDS vow SODEMGUL'fUU LEIDEN - STATIONSWEG 43 Postrekening 1160! no. 19414. LESbSCH DAGBLAD, Vrijdag 22 Juni. Tweede Blad. Anno 1923. BINNENLAND. GEMENGD MIEÜWS TeletoOT 408 SFAiLEBAIK BBFOBETO -COURANT gaf ©-Inrichting* Aandeelen in het kapitaal onzer Installing nog tijdelijk a pari verkrijgbaar in stukken van f 25©. FEUILLETON ïindelijk weerponden De Memorie van Antwoord inzake het wetsontwerp tot stennverleening aan de Hanze-Bank. Verschenen is een nota naar aanleiding ran het verslag over het wetsontwerp tot fjjziging van Hoofdstuk VII B der Staats- fcegrooting voor 1923. Hieraan is het volgende ontleend: De leden, die tegen dit ontwerp bezwaar hadden, grondden dit bezwaar in de eerste plaats op de overweging, dat daarin een jeer gevaarlijk precedent zou gelegen zijn. De Regeering is van oordeel, dat deze yrees niet op goeden grond berust. Wel is yaar is, uit den aard der zaak in de toe komst de mogelijkheid van een beroep op den thans voorgenomen maatregel niet uit gesloten, doch dit beroep zou niet als juist kunnen worden aangemerkt. De grondtaak, aarop de Regeering haar voorstel heeft gedaan, is juist gelegen in de zeer bijzon dere omstandigheden, welke zich ten op- ïichle van de thans gerezen moeilijkheden Yoordoen. Het middenstands-bankwezen neemt in het Nederlandsche Bankwezen een geheel afzonderlijke plaats in. De om standigheid, dat de credietbehoeften van den Middenstand door het Nederlandsche Bankwezen niet of in onvoldoende mate verzorgd werden, heeft tot het ontstaan en ontwikkeling van het middenstands- bankwezen geleid. Deze omstandigheid heeft in de eerste plaats de regeering tot haar voorstel gebracht. Kon verwacht worden, dat de goede debi teuren der in moeilijkheden geraakte Ban ken in voldoende mate bij het Nederland sche bankwezen crediet zouden kunnen krijgen, dan zou de voornaamste reden voor het ingrijpen der Regeering zijn vervallen. De vraag, waarop het ten deze aankomt, deze: of het algemeene belang, op grond yan de in de Memorie" van Toelichting in 3en breede uiteengezette overwegingen, het foorstel van de Regeering rechtvaardigt. Deze vraag blijft de Regeering, ook na ken nisneming van het verslag bevestigend be antwoorden. De hiervoren bedoelde leden werden in iun bezwaren versterkt, omdat zij in het voorstel een sleunverleening zagen, die ge schonken wordt aan Banken, waarvan de eiding, naar die leden meenden te welen, allesbehalve onberispelijk is geweest. De Regeering meent, dat, gezien de grenzen van haar voorstel, er voor haar geen aan- eiding bestaat op deze beschouwmgen in le gaan. Zij wil geenszins geacht worden een ver- lediging van het gevoerde beleid voor haar rekening te nemen, doch veroorlooft zich toch de vraag te stellen: of in de achter ons liggende jaren niet bij tal van bedrijven, velke van belang zijn voor ons economisch leven, een politiek is gevolgd, welke ach- ieraf onjuist is gebleken en lot criliek aan leiding zou kunnen geven. De Regeering wenscht zich er toe- le be perken, de aandacht te vestigen op het feit, dat haar voorstel geenszins beoogt de gevol gen van het gevoerde beleid voor rekening van den Staat te nemen. Aan de Banken wordt geenerlei steun verleend. Slechts die maatregelen wórden getrof fen, welke in het algemeen belang wenschc- lijk zijn en die beperkt blijven tot hetgeen noodig is, om le voorkomen, dat vele le vensvatbare bedrijven verloren zouden gaan, doordien de mogelijkheid zou ontbre ken de crediethulp le vinden, die voor in- stand-houding van die bedrijven noodzake lijk is en die aan de eischen van een voor zichtig beleid voldoet. De Regeering kan voorts niet deelen in de ziens wijze, dat door deze aangelegen heid wederom zou worden aangetoond, hoe noodzakelijk het is, dat het heele Bankbe drijf onder Regeeringsloezicht komt. De vraag, of niet een bepaald bedrag in dit wetsontwerp kan worden genoemd, moet ontkennend beantwoord worden. Het spreekt vanzelf, dat dit bedrag on mogelijk bij voorbaat kan genoemd of ge raamd worden. Dat voor de behandeling van hel wets ontwerp de in het verslag bedoelde inlich tingen omtrent de positie en de gestie der betrokken banken noodzakelijk zouden zijn kan de Regeering niet inzien. Immers gaat het hier niet om het vcr- leenen van hulp aan die Banken maar om het scheppen van de mogelijkheid dat dc goede debiteuren dier banken elders in hun credietbehoeften kunnen voorzien. Slechts aan die debiteuren zou nieuw crediet worden verschaft, die in slaat zijn zoodanige waarborgen te verschaffen, dat liet verleencn van het crediet niet moer dan het normale Bankrisico meebrengt. Tusschcn de hier bedoelde Hanzebanken en de Nederlandsche Bank beslaan slcchls in zooverre betrekkingen, dat aan beiden op zeer beperkte schaal en tegen voldoende zekerheid credicten waren toegestaan. De inleggers in de spaarbank, die ver bonden is aan de Hanzebanlc te 's-Hurlo- genbosch, verkeeren in dezelfde positie als de overige crediteuren van laatstgenoemde instelling. Wat de spaarbank'betreft, dien aan de Hanzeftank te Utrecht is verbonden, deze is wel is waar een afzonderlijke N. V., doch het. bezit dier vennootschap beslaat in hoofdzaak in vorderingen op de Hanzebank zoodat in liet wezen der zaak ook in dit ge val de spaarders in dezelfde positie verkee ren als de crediteuren. liet ligt niet in de bedoeling der Regce- ring en het zou ook niet vallen binnen de omschrijving van het wetsontwerp, bijzon dere maatregelen ten behoeve van de spaar ders te nemen. Zooals reeds ccnige malen werd mede gedeeld is het aan dc Regeering slechts kor ten tijd geleden bekend geworden, dat de beide Hanzebanken in moeilijkheden ver keerden en niet in staat zouden zijn uit eigen kracht die moeilijkheden te'overwinr nen. Zij heeft toen aanstonds overwogen wat. haar le doen stonden daarna, de indiening van het ontwerp bevordc-rd, doch het lag uit den aard der zaak niet op haar weg vóór de indiening van het ontwerp mededeeiingen terzake tot hel publiek te richten. Zij heeft aanstonds bij de besprekingen voorop gesteld, dat de gestie, welke (e dier zake zou te volgen zijn geheel bleef cn ook moest blijven voor dc verantwoordelijkheid van de besturen dier banken. De meening als zou dc Hanzebank te 's-Hertogenboseh al haar vorderingen op haar debiteuren hebben overgedragen op de Coöperatieve Boerenleenbank le Eind hoven is voor zoover de regeering bekend is niet juist Met betrekking tot de opmerking om trent den aandrang, welke van de zijden der middenstandscredictinslellingen is uit geoefend op de Regeering, om een deel van het saldo van den post-chèque en giro-, dienst ter beschikking van die instellingen te slellen wordt medegedeeld, dat het over leg, hetwelk over deze aangelegenheid Is gepleegd .niet verder is gegaan, dan de vraag of de regeering in principe bereid zou zijn aan dien aandrang gevolg le geven. Die vraag is ontkennend beantwoord. In antwoord op de gestelde vragen over de bedoeling van de regcering wordt het volgende medegedeeld, het ligt niet in de bedoeling de methode toe le passen welke in 19J9 is gevolgd, thans is een beroep ge daan op de medewerking van de algemeene Centrale Bankvereeniging. Het ligt in dc bedoeling een algemeen percentage van 'premiün-resque te bepa len, met dien verstande, dat iedere debi teur op zichzelf zal worden beoordeeld. Cis ternamiddag omstreeks drie uur brak een felle brand uit in de werkplaatsen van de N V. Handel- en In dustrie-Maatschappij „Rhenania", te Al- jihen aan den Rijn. Pe brand ontstond in het fabrieksgebouw aan de Burgemeester Bloem Straat op de eerste étage, in dc mof- fêlkamcr, doordat do gasvlam sloeg in een hief. kokende lak gevuld en pot. Aon blus- schen door het personeel viel niet te den ken en in allerijl werden de auto's en mo torfietsen, die in de beneden gelegen gara ge stonden, weggereden. Een aantal fiet sen, banden en andere onderdeelen, wer den nog aan het vuur onttrokken, doch de vlammen sloegen snel om zich heen en deel den zich ook roede aan de andere gebou wen. Gpoe<Tjg stond het geheele complex vanaf de Burg. Blaemstraat tot aan de Kheranialaan in lichterlaaie. Met een paar slangen op de waterleiding werd in de vuurzee gespoten, doch er was geen Hou den aan. Het geheel gaf een grootschcn aanblik niets hoorde men dan 1iet geloei der vlam men en het geknetter van het hout. Door de groote' hitte boog dó voprgOvc! aan de Burg. Bloemstraafc krom tn stortte to on geveer vier uur triót donderend geraas op do straat. Eerst nu kwam de motbrspuit en word deze in werking gesteld. Te vijf uur werd het vuur wat minder, dooh bet meeste materiaal was reeds door het vuur verslonden. De belendende perceelen liepen groot ge vaar, doch deze zijn nog behouden geble ven, benevens een aangebouwd magazijn. Om zes uur was direct gevaar gewekeo. Daar de gevel aan de Rhenanialaan ook gevaar opleverde werd deze omgehaald. Tot laat in den avond bleef de motor spuit werken. De gebouwen waren verze kerd. Men schrijft uit Naald- wijk: Dc oogst van de vroege aardappelen wordt sterk vertraagd door de vele regens en door den te lagen prijs. Met 8 k 12 cis. per lciïo voor de groote aardappelen kan de tuinder de kosten nicl dekken van den vooroogst. Algemeen wacht men op gunsli- j ger prijspeil en dienend weer. De overwe ging telt mee, dat de uitplanl van late aardappelen over heel ons land buitenge woon gering is geweest en het gewas te velde slecht weer heeft getroffen. Zoodat op den duur kans op gunstiger handelstoestan den niet uitgesloten is. In den nacht van 18 op 19 Juni heeft het in de streek zoo hard gevroren, dal gewassen als sla cn bloemkool met ijs bezet waren Het oogsl- werk ondrrvond in den vroegen morgen vcrlraging. Te Haarlem z ij n ondertrouwd Jacob Schuiten, oud 80 jaar, cn Sara Zwem mer, 79 jaar. Schuiten trouwt voor de vier de maal. Zijn derde vrouw stierf in Fe bruari van het vorige jaar. De bruid ia se dert tien jaar weduwe. Te Sliedrecht. is gistermid dag te ongeveer vier uur door onbekende oorzaak brand uitgebroken in de schilders werkplaats van Th. v. d. S. De brand sloeg over near het naastgelegen huis, bc- Avoond door den heer P. K. De motorspuit die onmiddellijk na het uitbreken van den brand ter plaatse verschc-CD, kon aanvanke lijk niet veel uitrichten, doordat juist de waterleidingbuizen werden schoongemaakt Van den heer K. kon dc inboedel nog bij tijds in veiligheid gebracht worden. Bij het afzenden van dit bericht waren dc twee huizen bijna geheel uitgebrand en bestond voor de omliggende gebo-üwen gevaar, door liet vuur to worden aangetast. Men meldt aan ,,D c A v p.": „Bij het bezoek van koning Haakon aan Soestdijk kon men in verschillende bladen lezen, dat aan het station te Soest was op gesteld naast een groep schoolkinderen een ecrewacht. van don vrijwilligen land storm, gekleed met blauwe etroóhelmch In alle kringen en niet het minste in de kringen van het Departement van Oor log was men ten zeerste verwonderd over het verschijnen van deze „eerewncJit", daar hiervan niets bekend was en ook geen enkel bevel was gegeven tot bet brengen van een dergelijk eerbetoon. Een onderzoek is op last van dc legerau- toriteitcn ingesteld en wat is nu gebleken? Dat een luitenant belast met het ge ven van militair onderricht aan de vrijwil ligers van den landstorm in die omgeving op eigen initiatief dc vrijwilligers van den landstorm heeft verzameld cn deze heeft, opgesteld aan het station bij aan komst van den koninklijken trein" In den laatslen tijd wa- ren op verschillende plaatsen in het Gooi inbraken gepleegd. Dc politie is er nu in geslaagd de vermoedelijke daders aan to houden. Een motorrijwiel, met duo en zij span, hield stil vorr een woning te Amster dam, wat door dc politie werd gezien. Dc motor werd bestuurd door een Amsterdam mer, die niet al te gunstig bekend slaat. In het gezelschap waren twee mannen uit het Gooi, beiden gehuwd, van 29 cn 31 jaar. Dc combinatie kwam de politie verdacht voor en zij arresteerde het drietal op den openbaren weg. In het huis, waarvoor het motorrijwiel had stilgehouden en waar de mannen waren binnengegaan, werd een onderzoek ingesteld. Een partij zilver werd gevonden. Zij bleek afkomstig uit een villa in liet Gooi. De eigenaars hebben het ge- stolenc reeds herkend. Het was ontvreemd tijdens een nachtelijke inbraak ,locn do dienstbode alleen thuis was. Zij had even wel niets gehoord. liet drietal slaat onder verdenking zich aan deze ,cn aan meer in braken in hel Gooi le hebben schuldig ge maakt en blijft in bewaring D c commissaris van p o- litio te Alkmaar heeft bepaald, dat als regel geen vergunning tot collecleercn wordt ge geven als de jonge meisjes, die met de bus sen rondgaan, of bloempjes aanbieden, be neden de zestien jaar zijn. Bij een schietoefening is gistermiddag in Ileumcnsoord de 24-jarige sergeant G. II. in dc borst getroffen. Zijn toestand is hoogst ernstig. Door den aanlioudcnddn regen zijn vele hooilanden in Friesland zoo drassig, dal de paarden cr niet vcrkcereri kunnen, om dc maaimachincs te trekken. Het gras wordt nu met de zeis door maaiers gemaaid, wat veel langzamer gaat. Doch menig arbeider krijgt er weik door. In Scholcr land hebben boeren, met een flink beslag vee, hun melk koeien nog op si al, wat op den langslcn dag en daaromtrent nog nooit eer gebeurde. Ec-rsl werd het vee op stal gehouden door den regen en de koude, later cm dc dras sige weiden niet te laten stuk trappen. De justitie t c Assen heeft in vrijheid gesteld liet echtpaar Bent- lagc, uil Barger Ooslerveld, die beiden te Assen in arrest waren gesteld in verband met de inbraak cn diefstal in het postkan toor te Stecnwijlc. Te Heerlen is de m ij n-< werkerSjongen C., die dezer dagen bij een bedrijfsongeval op dc mijn „Oranje-Nas- sau 1" zwaar werd verwond, aan dc gevol gen van bel bekomen letsel overleden. =■51 RECLAME. VRAAGT JAARVEBSLSGE& De groei onze? Instelling blijkt uit de volgende cijfers: S23Ö SI BceeniHer 1918 31 December 15U9 31 Deces2ibes> 192W 31 December 1921 31 December 1922 Totaal waarde der bcziUin{|Ci3 s f 70.879.92 f 742.4G8.6«r" fl.392.01S.37 f2.210.3Y0.0B' f 2.700.©7'?.25 Onbezwaard Grondbezit II. A. B o ekwaarile 9.70.— I rs5.500.00 103.23.— f 137.822.86 804,87.— f341.151.83' 417.33.— f 533.750.22 Uit het Engelscb van ADELINE SERGEANT. Rosa voeldo een trilling van zegepraal. Ondanks allen tegenstand, die in het begin *oo overstelpend had geschenen, begon zij tafcr zin te krijgen. Zij was er volkomen zeker van, dat, als zij iedereen en alles °fcar haar hand kon zetten, het tot nut van "Ot algemeen zou zijn. Zij bezat een rustig *ert rouwen op haar eigen macht. ,Laten wij dan morgen naar Catherine Holdon gaan", zei ze. „Laten wij met haar Bprcken, en haar haar woorden doen in trekken." ..Maar wij weten niet, wat haai woorden geweest zijn", zei mevrouw Massingham, 01H een glimp van gezond verstand, ter- rij! Philip wat onrustig en zenuwachtig be- Sen to kijken. Er waren een paar kleine Voorvallen in zijn leven in Fairford, die hij mot wenschte, dat Rose ter ooren zouden tooien, en nog minder haar vader. ..Mij dunkt, dat dat er niet veel op aan komt", zei Rose, met een eigenaardigen glimlach, ,,als wij maken, dat zij haar woor- don geheel intrekt." Weer werd mevrouw Massingham onrus h's; maar de lieve, zachte manieren van het meisje met haar zelf dreven al haar angst de vlucht en zij bepaalde er zich bij, bij terugkomst in haar hotel, een langen tricf tG gaan schrijven aan lord Broxboivr- öe. waarin zij niet alleen haar onderhoud met Roso beschreef, maar ook melding maak to van het bezoek, dat zij van plan was den volgenden ochtend aan juffrouw Catherine Holden te brengen. Zij zou verbaasd geweest zijn, de uitwer king te zien, die de vermelding van dien naam bij lord Broxbournc teweegbracht. Hoe verhard hij ook was, deed deze naam hem rilen en van kleur veranderen. Toen stiet hij een korten harden lach uit, en mom pelde iets bij zichzelf. „Arme Kitty Holden!" zei hij. Het gebruik van den ouden naam op de oude manier wekte een reeks van nieuwe aandoeningen en overpeinzingen in zij hart op. Langen tijd bleef hij in diep nadeDkeu verzonken. En toen hij eindelijk in bewe ging kwam, was het om een spoorboekje te krijgen en zijn knecht te bellen wien hij eenige bevelen gaf omtrent het pakken van een valies en andere toebereidselen voor een reis. ,,Is het een lange reis, znylord?" vroeg de man aarzelend. ,,Niet heel lang, neen, volstrekt niet lang. Naar Fairford. Ik denk, Dalton, dat ik vanmiddag vertrek." „Heel goed, mylord", zei Dalton. HOOFDSTUK XXXI. In Catherine's tuin. Catherine's tuin had een kleine opper vlakte, maar hij was zoo kunstig aangelegd, zoo overschaduwd door boomen en struiken, dat hij een vrij groote ruimte scheen. Zij kweekte niet veel bloemen, behalve achter glas, want de atmosfeer in Fairford was niet gunstig voor haar planten, en stevige, eenjarige planten, frisch gras en enkele hoo rnen vond zij prettiger dan bedden met geo metrisch gezette geraniums en calceolaria's. Het grasveld was een prachtige speelplaats voor de kinderen en een prettig plekje voor een rustig gesprek, als het dagwerk gedaan was. Sydney vond het heerlijk onder de scha duw cn haalde haar nicht altijd over, om op de rustieke bank onder de linden te gaan zitten in plaats van in de ontbijtkamer, zoo dikwijls Catherine een uurtje over had. Op dien Juli-avond was de lucht bijna zonder wolkje, maar de hitto van den dag was voorbij- en een zawtlit briesje was in het Westen' opgékomen. Catherine was erg ver moeid. 2nj Iva3 den geheelen dag bezig ge weest; er waren verscheidene ernstige ziek tegevallen in de sloppen en stegen, waar zij werkte, en zij had zich erg vermoeid met die te verplegen. Zij zat nu in een la gen rieten stoel, dien (Sydney voor haar had buiten gebracht; haar bleek gelaat wa3 naar het Westen gekeerd, haar handen la gen lusteloos in haar schoot. Het was zel den, dab men haar zoo ledig, zoo lijdelijk zag, en toen Sj'dney haar aankeek, voelde zij zich vaag ongerust en bijna half bang do stilte te verbreken, waarin zij voelde, dat het geheele wezen van haar nicht ge wikkeld was. „Nicht Catherine, u is toch wel goed t" vroeg zij eindelijk. Catherine bewoog zich even en glimlachte. „Ja, kindlief, ik ben heel wèl. Ik ben al leen slechts moe. Je moet me maar niet kwalijk nemen, dat ik zoo stil bem." „O, het is niet, omdat ik wil, dat u met toe praten zult", zei Sydney ernstig. „Ik was alleen bang, dat u te veel gedaan had." Catherine's oogen rustten teeder op haar. ..Het doet me goed te denken, dat je at om geeft of ik te veel doe of niet", zei ze, met een zachten glimlach. Sydney vond het moeilijk te antwoorden Er lag iets in Catherines gelaat, dat bnar trof. Het had haar zoo doorschijnend bleek en etherisch geleken, alsof het licht van den geest merkbaar door het vleesch scheen. Tot antwoord boog zij zich voorover en bracht een van de dunne, witte handen aan de lippen. ,,Ik geef er meer om dan om iets anders", zei ze, na een oogenblik, en ofschoon de woorden wat raadselachtig waren, begreep Catherine ze. In de zachte stilte van den zomeravond klonk een scherp geluid het scheen Sydney ten minste scherp, omdat haar zenuwen op stilte gestemd waren. Voetstappen, het ge ritsel van vrouwenkleeren, een schelle lach, een luide stem er was inbreuk gemaakt op de afzondering van Catherines tuin en Sydney sprong op, om de indringers terug te wijzen. Maar Catherine sprong ook op. „Laat maar", zei ze. „Het is je nichtje, geloof ik; zij weet den weg.Zij heeft een gast meegebracht; dat verwachtte ik half. Haar gezicht was zeer ernstig geworden het scheen Sydney bijna streng. Zij had Catherine Holdon nog nooit zoo zien kijken. De bezoeksters kwamen naderbij, maar Sydney keek nog steeds naar het fronsend voorhoofd van haar nicht. „Je moest maar liever weggaan, Sydney", zei juffrouw Holden, rustig. „Je zult ge kwetst en bedroefd worden, als je blijft." „Ik wil liever bljjvcnlaat mij alsjeblieft" fluisterde Sydney. „Nu, ïooals je wilt. Maar je zult me moe ten vergeven, als ik je ook pijn doe." En toen ging zij oin haar gasten te ont vangen, zonder dat er tijd tot verdere ver klaring was. Maar Sydney bleef. „Goeden avond, nicht Catherine", zei Rose, met een wat scherper stem dan ge woonlijk daaruit bleek, dat zij zenuw achtig was, zooals zoowel Sj'dney als juf frouw Holden wisten ik heb een gast meegebracht; ik hoop dus, dat u ons ver ontschuldigen zult, dat wij op dit vreemde uur komen. Vergun me, juffrouw Holden, mevrouw Massingham, o, Sydney, hen jij daar? Juffrouw Sydney Carlton. Mevrouw Massingham is voor een paar dagen in Fair ford; daarom nemen wij de gelegenheid waar, om u te bezoeken op een tijd, dat wij wisten, dat li thuis zoudt zijn." Mevrouw Massingham kwam vooruit,, «lo gout en statig in haar zijden japon en modi. euzen mantel; maar toen Sydney de gast met de gastvrouw vergeleek, vond zij, dat zij wat waardigheid en bevalligheid betreft, niet met Catherine Holden kon vergeleken worden. Mevrouw MassiDgbam was ook wat verrast. Zij had zich juffrouw Holden voor gesteld als een drukke, oude juffrouw, eigen aardig en vermoedelijk burgerlijk, cn zij zag voor zich een slanke, mooie vrouw in een lange, zwarte japon; een vrouw, wier bleek gelaat niet half zooveel rimpels vertoonde a8 dat van mevrouw Massingham, en wellco die niet te noemen houding en stijl bezat, die uitgedrukt wordt door het woord „dis tinctie". De vrouw van de wereld, die zich oneindig verheven achtte boven do kleine bourgeoise, die zij zich had voorgesteld, was een oogenblik onder den indruk van de kal me waardigheid van Catherine. Mant zij herstelde zieh spoedig. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5