VOOR DEJEUGO
IEIDSCH DAGBIAD
23.
Zaferdag 9 Juni.
Anno 1923
en Trouwe Vriend.
«1*
MM
wVO<f/V;
M&M
a I i*ï>> j i??ïê |j»t?ê IJstSi I jnsi I iiSii g iis
4 A 4
het Engelsch van F. COOMBE.
Vrij bewerkt door C. H.
.Vervolg van Hoofdstuk III.
ietgeen hem als een eindelooze krachts
,ning voorkwam, kon Victor met de
doppen van zijn linkerhand Atie's
irbank aanraken. Hu brak het aller
rijkste oogenblik aan. Vaag scheen
te beseffen. Met zijn rechterhand
hij den klimop loslaten en den stee-
ind er boven grijpen, wilde hij zijn
ereiken. De noodzakelijkheid hiervan
geheel tot hem door, toen hij voelde,
spijker, waarop zijn ééne yoet rusttej
Hij had geen seconde te verliezen,
as hem te moede, als een kunstenma-
e aan een trapeze ha7igt. Eén ver
greep kon de vreeselijkste "gevolgen
De jongen stak zijn rechterarm uifc
greep de vensterbank! Daarna trok
aan zijn handen op zooals hij dat
was aan den rekstok te doen, tot-
n knieën op de vensterbank kwamen,
dit geschiedde met zóóveel vaart, dat
jorhoofd met geweld tegen het raam
isde.
tel je nu eens even voor, hoe Atie,
tuurlijk reeds lang sliep, plotseling
schrikte en in de duisternis iemand
vensterbank zag zittenZij herkende
Toertje niet.
ras zóó hevig ontsteld, dat ze geen
kon geven. Angstig keek zij naar de
ijning in de vensterbank. Plotseling
eze het hoofd in de kamer en fluis-
met heesche stem:
ben je wakker V
wist zij, wie het was. Maar zij was
schrik nog niet te boven. Met een
ileek gezichtje sprong zij uit bed en
naar het raam. Zij kon echter geen
uitbrengen alleen haar handen
;en.
je kussen op den grond. Gauw, dan
ik er op. Zonder kussen maakt het
leven en hoort Tante Ada het."
deed wat haar broertje verlangde
liet zich op het kussen vallen. On-
lijk was hij echter weer op.
zoo, ik ben er!" riep hij uit-. „Dat's
fgeloopen!"
lit oogenblik barstte Atie in tranen
beefde over haar geheele lichaam
tor trachtte haar door haar al-
ieve namen te geven tot bedaren
igen.
toch, Aat toe nou! Tante wordt
ikkerzei hij eindelijk,
ïielp, want Atie zou de laatste zijn,
ar broertje te verraden. Nadat Vie
Us verzekerd had, dat hij zich niet
ieerd had, werd zij eindelijk kalmer,
omhelsde hem en was dankbaar, dat
zoo geduldig toeliet. Daarna betta
hoofd met koud water en sloop Vic
ijn eigen kamer.
ïad den moeilijksten gymnastische^
Tricht, dien hij ooit nog uitgevoerd
ar hij voelde zich toch heelemaal niet
held.
achtelijke expeditie was afgeloopen,
dat iemand haar ontdekt had, maar
roelens $;aren toch allesbehalve tri
omfantelijk. De pret met Robbers en Lane
achter in den tuin wa-s nu slechts eeD vage
herinnering. Het duidelijkst spraken op dit
oogenblik zijn pijnlijk hoofd, waarmee hij
tegen het raam gebonsd was en de schram
men aan handen en beenen, welke hij aan
de spijkers had opgeloopen. Daarbij had
hij het land, dat hij zijn zusje zoo'n schrik
aangejaagd had. Bovendien moest hij voor
dag en voor dauw opstaan om den sleutel
van het kippenhok achter in den tuin te
gaan zoeken. Geen wonder dus, dat Victor
niet gauw lust zou hebben het weer te doen.
Hij sliep maar heel kort. Eigenlijk durfde
hij niet eens te gaan slapen, want de tuin
man zou den sleutel al heel vroeg noodig
hebben. Als Vic zich versliep, zou alle3 uit
komen. Zoo kwam het, dat hij met den
leeuwerik opstond, nadat hij met den nach
tegaal naar bed was gegaan
Het was een lang en vermoeiend zoeken
met zijn pijnlijk hoofd en gevoelige armen
en beenen, maar eindelijk vond Victor den
sleutel toch. Op zijn terugweg plukte hij
hanekammen (eetbare paddenstoelen) om,
als iemand hem zien zou, te doen voorko
men, alsof hij daarvoor zoo "vroeg buiten
was geweest.
Gelukkig kwam hij echter niemand tegen
en lekte er niets uit van de motten jacht en
de manier, waarop deze geëindigd was. De
klimop met zijn losgerukte takken en afge
vallen bladeren vertelde een heele geschie
denis, maar niemand scheen er op te let
ten. Alleen. Victor en Atie zagen het, maar
het spreekt vanzelf, dat zij het verhaal niet
verrieden.
Atie was haar schrik gauw genoeg weer
vergeten en Victor had wel meer builen en
schrammen, zoodat daar niet bijzonder' op
gelet werd.
Hoofdstuk IV. - i—V
Een Strijd Twee Nederlagen en één
Overwinning,
,,Maar Victor, denk je dan, dat het mag
Je begrijpt wel, wat ik bedoel. Ik zou je heel
graag willen helpen, maar als het verkeerd
is
„Ik zie er niet het minste kwaad in. Zet
alsjeblieft geen letter op 't papier, als het
tegen je geweten ié. Het eenige, wat ik je te
zeggen heb is, dat ik niet van plan ben mijn
heerlijke zomeravonden door zoo'n massa
huiswerk te laten bederven. Gibbon kan
doen, wat hij wil en Tante Ada ook 't kan
mij niet schelen. Ze moeten me dan maar
zoo'n zware straf opleggen, als zij willen".
Victor was nu een paar weken op school
en dien middag in een zeer weerbarstige
stemming thuisgekomen, met nog meer les
sen dan gewoonlijk, daar hij er twee van
den vorigen dag moest overleeren.
Toen Atie hem op de onaangename ge
volgen ervan gewezen had, als hij zijn plan
om geen boeken open te doen, ten uitvoer
bracht, had Victor haar gezegtöflat zij ziin
lessen leeren mocht, als zij wüue, en zijn
sommen en zijn thema mocht maken ook.
Op het laatste had Atie met de hierboven
aangehaalde woorden geantwoord.
„Maar Vic", zei ze nu weer,, „veronderstel
eens, dat Tante Ada aan Vader schrijft, zoo
als zij gisteren dreigde en hem zegt, dat je
„onhandelbaar" bent."
)?'t Kan me niet schelen I Vader zal ?ne
bij zich laten komen en daarmee afge
loopen
„0 Vic l „Daarmee afgeloopen I" En Hec
tor en ik zouden hier dan alleen achterblij
ven Ik had nooit gedacht, dat je zóó on
aardig zou kunnen zijn J"
Haar oogen vulden zich met tranen en
haar stem beefde bij de laatste woorden.
„Kom, stel je niet zoo aan en begin niet
dadelijk te grienen I Als je het werkelijk
goed met mij meent, kun je me immers
prachtig helpen door die akelige sommen
voor me te maken. Ik zal je eens wat zeg
gen ik zal al mijn lessen leeren en j ij
maakt mijn thema en mijn sommen in *t
klad. Dan zal ik, als het noodig is, vroeg op
staan om ze over te schrijven. Dat beloof
ik je."
Atie streed een zwaren strijd. Haar groote
liefde voor haar broertje en de wensch hem
genoegen te doen en te helpen stonden lijn
recht tegenover haar overtuiging, dal hetgeen
hij haar vroeg, niet goed was. Soms beslis
sen kleine dingen in ons leven echter over
een groote aangelegenheid. Maar Victor'9
woorden zouden haar nog niet overgehaald
hebben, als hij het laatste er niet aan toe
gevoegd had. Om te beginnen was „in 't
klad" een gelukkig gekozen uitdrukking. Het
klonk eerlijk en zakelijk en dan de belofte
om zoo noodig vroeg op te staan, ver
teederde haar geheel. Was dit geen nobele
toezegging Doch niettegenstaande dit, was
het met een verlegen gezichtje en een schul
dig stemmetje, dat Atie haar besluit aan
haar broertje mededeelde.
Vic's oogen schitterden echter van blijd
schap, zijn slecht humeur smolt als sneeuw
voor de zon en hij was weer even vroolijk
als altijd.
„Jij bent de liefste van alle zussen riep
hij opgelucht uit, „Laten we nu naar het
tuinhuisje gaan en maar dadelijk begin
nen".
Machinaal volgde Atie haar broertje. Vic's
voldoening deed haar goed, maar het on
aangename gevoel, dat haar voortdurend
kwelde, kon zij toch niet van zich afzetten.
Er kwam nog een ongeluk bij ook. Vic,
die bij nader inzicht liever eerst zijn thema
overschreef, vóór hij doorging met zijn les
sen te leeren, was juist hiermee bezig, toen
Hector na een eenzame wandeling door den
tuin, geheel onverwacht kwam binnen sprin
gen en niet anders denkend dan dat zijn
baasje hem zou aanhalen, één zijner groote
pooten op het pas met inkt geschrevene
legde met natuurlijk de vreeselijkste ge
volgen,
„Ga weg, stoute hond!" riep Vic boos
tegen den zich van niets bewusten Hector,
terwijl hij zijn woorden met een paar stok
slagen hij had juist zijn liniaal in zijn
hand kracht bijzette. De hond verdroeg
de bestraffing met waardige gelatenheid en
ging heen, Atie bijna in tranen achterlatend.
Het leek haar dat Hector begrijpen moest,
dat zijn baasje en zijn vrouwtje iets oneer
lijks deden en hij als beschermengel wilde
optreden door het te beletten. En zoo werd
het trouwe dier beloond! Atie durfde haar
broertje echter niet boos maken door hem
dit te zeggen en ging voort met haar werk
nog minder dan te voren door haar geweten
met rusjfc gelaten.
De lessen bleken minder moeilijk te zijn,
dan Vic gedacht had en Atie kostte het ma
ken van de sommen 'en de thema weinig in-