Eindelijk weergevonden Jlo. 19386. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Mel. Derde Blad. Anno 1923. 5 bültenl. weekoverzicht. BERLIJNSCHE BRIEVEN, FEUILLETON J3RIEVEN UIT ENGELAND, j 3 Is Mei en onwillekeurig denken we aan ^Fransen vers van ons onbekenden ma-. |f:. dat aldus aanvangt Que la creation est belle, Elie donne le printemps. \xo merken van die lente echter nog niet «el in de natuur en evenmin in de groote geldpolitiek, helaas. Somber zijn de wol- Len en zwaar pakken zij zich samen. Veel *r zou men kunnen aanheffen Caspar's Sed uit de opera „Der Freischütz" i Hier im ird'schen Jammertal Giebt's doch nichts als Pack und Qual. Steeds hopeloozer wordt toch het aspect k"hel Europa in alle voegen beheerschend rraagsluk der schadevergoeding. Weliswaar pju de antwoorden van Engeland en Italië md van het Japansche maar te zwijgen, uit vallen in den geest, als algemeen werd langenomen, n.l. het Duitsche aanbod on tdoende oordeelend doch verzoekend daar van een voldoende te maken, zoodat van fcze zijde de deur geheel open is gelaten TQür verdere besprekingen, maar aan den anderen kant geven de jongste Fransche uit- lilingen zeer veel te denken om niet te zeg- »en te vreezen. Marianne's oorlogs-bondge- uooten vragen Duitschland om een'verbeter de editie van zijn voorstel, vlak daarna «eft Marianne eigenlijk ronduit te kennen het gaat zoo goed in het Roergebied de tosten worden meer dan gedekt en de kolen- leverantie is gelijk aan de Duitsche zendin gen voor de bezetting dat het ons daar test bevalt .en wij denken eenvoudig niet jan heengaan. Wat voor bate kan dan zoo n nieuw uitgewerkt aanbod van Duitsche zijde geven Laten we voor een oogenblik eons aannemen, dat het kabinet Cuno den moed heeft gezien de houding van de groot-industrieelen etc. in Duitschland om een schepje te doen op de totaal-som, hoewel dat eigenlijk niet mogelijk is, daar immers gegaan was tot Duitschland's uiter ste grens, en voorts, dat Duitschland de vage waarborgen, die het aanbood, omwerkt tot bepaald omlijndelaten we aannemen, dat Duitschland er in slaagde een voorstel in elkaar te zetten dat Engeland en Italië bereid zijn te accepteeren als basis voor ernstige besprekingen, wat dan nog vragen we ons vol zorg af, Frankrijk zal niet willen bet dan weer gooiend over den boeg van veiligheid. Een veiligheid, die, het wordt langzamerhand al duidelijker gezegd, be staat in het bezit, openlijk of verkapt, van den linker-lliinocver. Dat is de kwestie. Bij het verdrag van Versailles wilde dit niet lukken, hoewel paarschalk Foch het als minimum eischte, n probeert Marianne het langs den nu in geslagen weg, tevens Duitschland einkrei- send door aan Marianne verknochten als Polen, dat het in geld-nood verkeerend Frankrijk wel- een half milliard kon leenen voor militaire doeleinden, als Tsjecho- Slo wakije, dat. maarschalk Éorh.in eigen per soon thans „bewerkt". Doelbewust heeft Frankrijk zich gemaakt tot Europa's grootste militaire factor. En nu kan men wel citeeren de strofen uit de opera „Fidelio" Hat man nicht auch Geld daneben, Kann man nie ganz glücklich sein, liet is een bezwaar, dat slechts matig mee telt in dezen en in ieder geval, dat blijkt uit alles, voor deze Fransche regeering niet vol doende om de zoo gevaarlijke en Europa op- iiieuw in vuur en vlam dreigende zetten actie te slaken. Afgezien toch van het ver let tot het uiterste, dat Duitschland tegen deze plannen zal voeren, ook Engeland zal ongetwijfeld de Fransche imperialistische roes, die zoo vaak tot uiting kwam na wel geslaagde oorlogen men denke b.v. aan I-odewijk XIV en Napoleon niet stilletjes laten begaan. De wereld, die door den jong- slen krijg verlost zou worden van het des- 'potisch militairisme is al weinig opgescho- lên, nü dit alleen maar is verplaatst, niet verdelgd. Geleidelijk schijnen we af te drijven naar nieuwe strubbelingen, die in vollen omvang nog niet zijn te overzien, maar die zich reeds «raar doen gevoelen in wat nog maar voor boden zijn ie noemen en die, helaasj onaf wendbaar nader schijnen te moeten komen. Een nieuw Duitsch voorstel mag men verwachten, maar de vrees is gerechtvaar digd, dat dit slechts zal helpen om allerlei strubbelingen dichter bij te brengen. Frappccrend is wel, dat het lichaam, dat in de eerste plaats geroepen is. om het on heil af te wenden, n.l. de Volkenbond, die immers zorgen zou voor ontwapening en voor handhaving van den vrede die er sinds 1914 niet meer was en is stil zit en zich niet roert. Veel van het enthousiaste crediet, den Volkenbond verleend, heeft hij al verspeeld, 'l laatste restje is dit instituut bezig te verspelen uit vrees om zijn on macht al te duidelijk te toonen. Frankrijk weigert resoluut zijn lusschenkomst, dus Laat de Volkenbond echter bedenken, dat het, als het moet, beter is in eere te sneven dan te vergaan in hoon en spot. Zoo nog iets op Frankrijk indruk maken kan, om het terug te voeren naar begaan bare paden, dan kan het slechl9 zijn het forum der wereld-opinie, belichaamd in zoo'n vorm als de Volkenbond Met opzet hebben wij naast Frankrijk niet België genoemd omdat dit land bijkans tegen wil en dank al vaster wordt gesjord aan de Fransche kar en thans te veel in wendig heeft te doen om zich met de uit wendige aangelegenheden veel bezig te hou den. De slaking van het rijkspersoneel heeft reeds het oproepen van het technisch per soneel van acht lichtingen r\oodig gemaakt en nog is jnen er lang niet. Vooral de han del, en dus in de eerste plaats Antwerpen, gaan de zware gevolgen der staking geducht voelen en de regeering heeft met haar maat regelen een gevaarlijke zet gedaan, want nu moet zij winnen, coüte que cotite. want an ders zou zij demons! reeren de oppermacht van éën categorie van werkers in den Bel gischen staat. Minder dreigend geworden is de wolk, die zich boven Engeland en sovjet-Rusland samenpakt. Het antwoord der sovjets op het Engelsche ultimatum is wel niet afdoende, doch onderhandelingen zijn reeds gaande, daar Krassin de behendigste diplomaat van den heilstaat, per vliegtuig naar Londen is gekomen en zich met lord Gürzon in ver binding heeft gesteld Zit Moskou Krassin niet dwars, dan verwachten we een bevre digende regeling, temeer, waar de houding der Engelsche arbeiders de Engelsche re geering niet onverschillig kan laten en, goed beschouwd, al de kwesties, die zoo'n vaart hebben genomen, een oorlog niet wettigen, waartoe in de praclijk een verbreken van de handelsovereenkomst licht zou kunnen voeren. En oorlog zoeken dan is elk mid del goed, dat weet men 1 doet geen der beide partijen, dat mag men veilig aanne men. 't Is een lichtpunt in deze in-donkere tijden. De verpletterende indruk va-n bet Krupp-proces. De eerste luchtreis LondenBerlijn. Steeds nieuwe speel clubs. De herinnering aan Frederik den Groorte. Berlijn, midden Mei. Als een bliksemstraal is het bericht van de veroordeeling der Krupp-directeuren in Duitsohland's hoofdstad ingeslagen. Nooit zal ik dien avond van den 8eri Mei 1923 vergeten. Wij zaten in een klein ge zelschap van oudie vrienden en het ge sprek, dat, zooals altijd, zich eerst uren lang bewogen hao om het groote, druk kende, onoplosbare probleem van Duitsch land's toekomst, was juist tot vriende lijker onderwerpen overgegaan en wij dis- cusseerdei) over kunst on literatuur toen een laatkomer binnenkwam en het ontzettende bericht meebracht. Wel had den wij reeds in de avondbladen, die in Berlijn al in den namiddag verschijnen, de waanzinnige eischen van dien openba ren aanklager bij den Franscben krijgsraad in Werden gelezen, maar niemand bad het voor mogelijk gehouden^ dat de reditors zelf werkelijk in dien geest beslissen zou den. Wij waren allen verstomd van ontzet ting. Aller sprongen op, en met bleeke ge zichten staarden wo elkaar aan. Gebalde vuisten werden op tafel geslagen. Het was, als zagen wij in werkelijkheid plotseling voor onze oogen den Hoof verbreeden, die tusschen Duitschland en Frankrijk gaapt en een nooit te overbruggen scheiding vormt. De goede stemming was verdwe nen. Nog een oogenblik bleven wij bijeen, toen drukten we elkaar zwijgend de hand en gingen uiteen. Zoo zal het op diezen ongeluksdag in ontelbare Eerlij nsche huizen toegegaan zijn. Zoo is het sedert dien gebleven. Alles Wat sedert Januari aan willekeur, militai- ristische verdwazing en sadistische gruwe lijkheid bedreven is, schijnt zioh voor ons te oonpentreexen in den loop van dit aR schuwelijke proces tegen de directeuren en den Bedrijf sraad v|n die Krupp-fabrieken. Het onrecht heeft,araar algemeen inzicht, zijn toppunt bereik}. De vonnissen van Werden zijn niet sfèchts een nieuw bedrijf in de met voorberichten rade uitgeoefen de terreur, maar o§>k een symbool vap de vreeselijko en onhoudbare toestanden, dio zich in het RuhrgoBïed ontwikkeld hebben. Zeker, reeds honderden en duizenden heb ben in de laatste maanden in West-Duitsoh land onder de brutaliteit der vreemde heerschappij zwaar geleden, cn do direc teuren van een groote industrieel© onder neming zijn niet meer'dan de eenvoudige arbeiders en ambtenaren, die reeds in Fransche en Relgisohe gevangenissen zijn geworpen. Do geheel© wereld kent den naam Krupp de indruk van de onge hoorde rechtsverkrachting die nu begaan is, moet- daarom de uitwerking van alle vorige nog overtreffen. Dat deze slag in hét aangezicht der gerechtigheid cn der mensohclijkheid nu juist toegebracht werd op het oogenblik, dab dé eerste poging om tot een ontspanning van den toestand to geraken, ondernomen werd en dat de poli tieke besprekingen, >zij het dan ook lang zaam on moeilijk, weer met eenig succes gevoerd werden, doet de verontwaardiging en do verbittering in Duitschland toene men. Met ontzetting ziet men, duidelijker nog dan vroeger, dat de oorlog nog altijd niet ten einde is. O we weten heel goed, dlat in do jaren, dab de kanonnen dreunden en er bommen geworpen wemden, cok van Duit sell e zijde menig onvergeeflijk onrecht begaan is Maar moet men nu, nu in Europa zoogenaamd weer vrode is het on recht la'ten voortbestaan? Wie zal de wor tels van den haat, die op deze wijze dage lijks gezaaid wordt, uitroeien Tot dezen arbeid zal de krachtsinspanning van ver soheiden generaties noodig zijn. Er is geen Duitsckcr, die niet in zijn hart overtuigd is, dat men in Essen en in het geheel© Ruhrgebied geen enkel oogenblik aan het onzinnige plan gedacht heeft, de vxeemclo troepenmacht met middelen van geweld tegemoet te treden, die reeds van te voren to-t on macht veroordeeld zouden zijn <lat slechts een kwaadwillige phanbasio van „complotten" en voorbereide „opstanden" dtroomen kan. Door do ver k her de opvat ting, dat men economische problemen met de sabel tot oplossing kan brengen cn hee-1 zacht uitgedrukt door een onzalig misverstand is bij Krupp bloed vergoten dat in verband hiermee de leaders van deze fabriek „gestraft" werden, begrijpt in Duitsohland niemand, diat kan niemand begrijpen, en wo kunnen ons ook niet voor stellen, dat het in het buitenland cöoor on partijdige toeschouwers begrepen wordt. Een merkwaardige tegenstelling tob dat voorval, waarvan het gewicht ons Eerlij- ners verplettert vormt de indruk vam een gebeurtenis, die oenige dagen geleden do aandacht van de geheel© stad op zich ves tigde de aankomst van heb eerste ver keersvliegtuig uit Londen. Hoe is het dan eigenlijk, vroeg men zich in Berlijn af, heb ben we dan ook niet met Engeland oorlog gevoerd? Heeft niet- ook dit land ons met alle onverbiddelijkheid dé macht van den overwinnaar doen voelen Maar toch er worden met dat land weer de draden van vriendschappelijke betrekkingen aan geknoopt. 's Morgens om half elf had het vliegtuig Londen verlaten. Het bad na iets meer dian twee uur Amsterdam bereikt en daar dé eerste tusschcnla-nddng gemaakt. Daar na was het over Bremen en Hamburg naar Berlijn gevlogen, waaT het even voor ach ten, dus met een tooht van 9uur, aan- Uil het Engelsch van ADELINE SERGEANT. •Nu wij toc-h over knappe jongelui spre- «n vertel mij nu eens alles omtrent ka pitein Massingham ik stel heel veel be- in hem. vooral na de dwaasheid, die hrd Broxbooirne sprak, weet je." >..Ik dacht, dat hij in ernst met je sprak het huwelijk van zijn neef," zei Syd- fcy» haar gelaat een weinig afkeerend. «Och, in ernst!" met een gebaar van kar mooie handen wio spreekt nu ernstig over iets? Ik was toevallig de ^te, met wie hij praten kon, dat was allee." „Maar je spratalsof „Alsof ikzelf met dien mooien neef zou rouwen? Lierve kind ik maakte maar gek- "eid. Ik zou om de wereld niet om mijn getrouwd willen worden. Ik ben van Pan te wachten, totdat ik een man ont- die mij alleen om mij zelf liefheeft," tanddn°Se m6t een buitengewoon deftige Sydney wist niet, of zij haar al dan niet göloovon, maar iemand zoo oprecht k]. Sydney gelooft gauwer dan dat zij (twij- Tl-.gezj*ckfc klaarde heelemaal op. ie' l f n h°e klÜ ik ^0^ren zeggen. Ik was half bang, ie l/f D*efc In wairo liefde» geloofde dat rotmaar een droom vondt." 01 Met, ik ben een van de meest ro mantische menseken, dio leven," zei Rose met overtuiging. „Ik ben dol op iets ro mantisch. Ik geloof, dat jijzelf een roman hebt, slim klein ding, en dat je or daarom zoo plechtig over bent nu. is het niet zoo Zij boog zich voorover en streelde een van Sydney's handen ondier het spreken. Sydney werd geroerd door de. schijnbare sympathie, ofschoon ér iets indringerigs in Roses gedrag was, dat zij niet aange naam vond. Zij wist niet, wat te zeggen zij kon haar geheim noch ontkennen, noch bekennen, en haar gelaat bloosde van een gevoel, dat het midden hield tusschen schaamte en verdriet. „Ik zie, dat er iets is" zei Rose. „Dat zegt jo gezicht me. Toe, vertrouw me, dan ben je lief. Ik geef je plechtig mijn woord, dat ik het nooit iemand vertellen val. Je kunt me volkomen vertrouwen heusch". „Ik heb niets 'te vertellen niets, dat ik vertellen kan", zei Sydney, met neerge slagen oogen. „Niets, dat je vertellen kunt! Dan is er dus iets. Dat wist ik. „Je kunt me niet be driegen, Sydney, ik ben veel te slim en te oplettend om bedrogen te worden. Dat zegt iedereen. Lord Broxbourne merkte heb nog onlangs op. „Juffrouw Holden", zei hij, „u is zoo slim men behoeft niet te probeeren u om den tuin te leiden." En dat zeg ik je het helpt niet, iets voor mij verborgen te houdenik, merk het da delijk." „Dan", zei Sydney, met onverwachte te genwoordigheid van geest, „moet ik me aan je genade overleveren. Ja, er is iets, dat ik je niet kan vertellen ik wilde, dat ik' het koncn binnenkort zal ik het je ze- ker kunnen vertellen maar ik heb beloold het niet te doen dus, je begrijpt, lieve Rose, dat ik het wezenlijk niet kan!" „Och, wat beteekent een belofte?" smaalde Rose. „Vooral een belofte, aan een man gedaan! Geloof je, dat zij de beloften houden, die zij ons doen? Volstrekt niet! En zij verwachten ook niet, dat wij de 'be loften houden, die wij hun doen. Ik weet zeker, dat je je niet aan een belofte behoeft te storen." „Maar ik stoor er mij wel aanzei Syd ney, plotseling vol vuur. „Ik zou hem nimmer weer in zijn gezicht kunnen zien, als ik mijn woord gebroken had." „Waarom? Hij zou het nimmer weten." „Ja, dat zou hij wel, want ik zou het hem natuurlijk vertellen." „Wat een gansje ben je, Sydney! Lieve kind, je bent veel te goed voor deze slech te wereld! Om je zóó aan een man over te geven. Weet je niet, dat hij je dat nooit zou doen vergeten? Je zoudt het altijd te hoor en krijgen, zoolang je hem nog kende." „En dat zou ik verdienen, als ik mijn woord gebroken had," zei Sydney, vast- Toen Rose merkte, dat deze redeneering niets hielp, probeerde zij wat anders. „Nu Sydney, ik vind, dat je het mij ver tellen moet. Het was goed, om het voor je zelf te houden, terwijl ik weg was, want ik weet natuurlijk, dat men zulk soort dim gen niet aan de ouderen kan vertellen die maken er zoo'n gekke drukte over maar ik vind, dat ik het recht heb cm te weten." „Het recht! Welk recht? Niemand heeft liet recht mijn zaken te weten", zei Sydney driftig. „Je woont fn het Euïs yan mijn vader," kwam. Op het landingsterrein van Stan ken bij Berlijn had zich niettegenstaande heb late uur een geweldige mensoheninassa verzameld, om de Lbndensohe gasten te begroeten. De piloot, de voortreffelijke vliegenier Ilincbcliffe, vertelde, dat de reis van Ham burg af zoo wonderbaarlijk glad van stapel was geloopen, dat hij de landingsplaats reeds van verre herkende en werkelijk on middellijk voor het portaal van de groote hall landen kon. Overigens was lietr een éénoogige leider, die het passagiersvliegtuig bestuurde, want Hinchcliffe heeft in den oorlog bij een luchtgevecht een oog verloren. Men ziet hieruit, hoe het bij dergelijk baantje eigenlijk meer op sterke zenuwen en vast heid van hand aankomt, dan op het onge schonden bezit van twee oogen. En verder ziet men, hoe het toch mogelijk blijkt te zijn, dat een man, die in den oorlog door een Duilschen kogel zwaar gekwetst werd, nu in vredestijd in dienst van de cultuur zich weder met Duitschland verzoent. De geriefelijkheid van de kabine voor de passagiers is in de aëroplane verbazing wekkend. Ze zitten behagelijk in groote rieten stoe len en zullen van de reis nauwelijks een andere gewaarwording ondergaan hebben dan wanneer ze zich in een sneltrein be vonden hadden. Ze waren over de reis zeer bevredigd, en op het landingsterrein schud den Engelschen cn Duilschers elkaar har telijk de hand. Eindelijk zou men toch weer beginnen te geloovcn, dat er zooiets als een gemeenschappelijke „Europeesche almos- pheer" (in den meest letterlijken zin) beslaat Of echter veel Duitschers spoedig op deze wijze naar Londen zullen reizen, schijnt eenigszins onzeker. Want de prijs bedraagt G pond sterling. Dat is op het oogenblik voor een Engelschman nu niet bepaald onbetaal baar, maar voor een Duilscher beteekent die som toch meer dan een millioen mark. En ofschoon, zooals onlangs een wijs man zeidc, ,,in Duitschland op het oogenblik een millioen eigenlijk niet meer een millioen is" toch is het nog een millioen I De wijs- beid van deze uitspraak laat' zich niet loo chenen. We kunnen nog niet scheiden van de voorstelling, die vroeger met deze som verbonden was, cn van het begrip „mil- lionair", dat eens een rijk man bcteekende. Wie echter groote zakefi doet, of wie de be- grooling van een uitgebreide administratie op te maken heeft, die heeft sinds lang de eerbied voor het „millioen" verloren. De bur gemeesters van Berlijn, die van tijd tot lijd over een aanzienlijk tekort piekeren, weten, dat men al grootere sommen noodig heeft om het reusachtige gat in do stadskas te sloppen. Nu heeft men het plan geopperd, nadat de honderd nieuwe belastingen nog niet tot het doel gevoerd hebben, als nieuw slachtoffer de speelclubs te nemen. Iedere Berlijner en iedere vreemde weet, dat de hartstocht tot spelen hier juist nu een omvang aangenomen heeft als nooit te voren. Als men 's avonds door de drukke stralen van West-Bérlijn gaat, verloopt er geen kwartier, dat niet een vriendelijk heer om je heen draait en je zachtjes in het oor fluistert„Voelt u niets voor een partijtje ócarté of bac De geheime, verboden speel holen zijn niet meer ie lellen. Daar de po litie hen steeds weer op het spoor komt, veranderen zij telkens van woonplaats cn slaan hun groene tafel dan in deze, dan in gindsche particuliere woning op, waarvan de eigenaars dan met kolossale bedragen er voor schadeloos worden gesteld, dat zij hun huis ter beschikking stellen. De stamgasten worden dan in den loop van den dag tele- phonisch' in geheime taal ingelicht, en de „Schleppen", die 's nachts op straat nieuwe klanten werven, weten reeds, hoe het nieuwe adres voor dien avond luidt. Nu heeft men het volgende uitgerekend. /Vis de stad en de politie een aantal betrek kelijk fatsoenlijke clubs met een permissie voor het spelen konden toerusten, terwijl voor de geheime speelholen verscherpte straffen zouden worden ingevoerd, dan wa ren de autoriteiten tenminste eenigermate in staat het toezicht uit te oefenen, en men kon tevens groote inkomsten daaruit trek ken. De hartstocht voor het spel uit de we reld helpen, schijnt helaas Onmogelijk te zijn. Dan kan men haar tenminste zooveel mogelijk in geregelde banen leiden en er in het algemeen belang van profiteeren. De zei Rose met een zachte, koele stem, „en je hangt van zijn hulp af, om naar je broers in Australië te gaan; en iedereen zal zeggen, dat hij heel goed voor je was en dat je hem als een vader behoorde te behandelen, en in plaats daarvan, bedrieg je hem en en maakt misbruik van zijn goedheid en Zij stotterde en hield op; zij werd bang door iets, dat zij in Sydney's gelaat zag. Het meisje was bleek geworden, en keek Rose aan met saamgeknepen lippen en wijn opengesperde oogen. „Ben ik zóó slecht?" zei ze, op vreemden zachten toon. Er heersehte een oogenblik stilte, Ros© speelde met de kwastjes van haar mooie, blauwe peignoirzij wilde liever niet den blik in de oogen van haar nichtje zien, Sydney's stem werd helderder en trot- scher, terwijl zij verder sprak. „Ik heb hem nooit bedrogen met op zet. Ik dacht er niet aan, dat hij, omdat hij de dochter van zijn zuster voor een paar weken huisvesting gaf, zich het rcclit aan matigde, om te eischen dat zij voor al haar daden aan hem verantwoording schuldig was. Maar ik begrijp, wat je bedoelt, en ik kan je verzekeren, dat de geheimhou ding niet langer zal duren dan volstrekt noodzakelijk is. Ik zal den persoon in kwestie zeggen, dat wij openlijk moeten spreken of voortaan niets voor elkander zullen zijn." „Och, Sydney, wees niet zoo overdre ven", zei Rose met een gemaakte lach. „Dat heb ik nooit bedoeld heusch niet; en ik verlang zeker niet, dat je jezelf on gelukkig maakt. Natuurlijk zou ik het vrijstad Dan&ig houdt haar budget slechts in orde, doordat zij de belastingen op da speelbank in Zoppot opstrijkt. Wat Berlijn betreft stelt men nu voor ongeveer 30 der; betere soort clubs een concessie tc verlee* nen. In elk daarvan wordt thans, bij ma-» lige schatting, eiken avond minstens 1 mil* lioen aan „kaartgeld" betaald. Meestal ech ter meer. Belast men deze inkomsten met 25 pCt. dan zou dit per club in 1 maand 7T millioen, en in 1 jaar 90 millioen op leveren, dus voor 30 speelclubs over de 21/,* milliard mark. Dat is al een mooi sommetje, dal de stad goede diensten zou kunnen be* wijzen. Zoo handelt men misschien het beste tegenover menschen, die ondanks den nood der lijden hun dolle genotzucht bot willen vieren. De anderen zoeken andere verstrooi* ïng het liefst vergasten zij zich aan de grootheid van Duitschlands verleden. En steeds meer wordt de figuur van Frederik den Grooten dezen een baken in zee. Reede eerder maakte ik melding van het gewei* dige succes der film „Friedericus Rex"„ Thans duiken overal Frederik-slukken in de theaters op. De eenc keer heet het „Dea Königs Nachbarin", een operette, die Frede* rik den Grooten en de beroemde vrouw van den beroemden molenaar van Sans-Souci (die zijn molen, niettegenstaande het pro-, lest van den koning, liet klepperen) op de planken brengt. Het andere stuk heet: „Der Leibkulscher des Fridericus Rcx". Weer een ander draagt den veelzcggenden titel „Ge* schlagen" en vertelt van het wisselende le venslot van den grooten vorst, die ook zwarq tijden door te maken had en zich en zijn land toch weer tot bloei en aanzien voerde* Aan zulke herinneringen richten de terneer geslagen gemoederen der toeschouwers zich op. Dr. MAX OSBORN. (Van onzen Londenschcn Correspondent) (Nadruk verboden). „English Stylo". Londen, 11 Mei 1923. Over het algemeen genomen is het open* baar leven van Londen en dat van da meesto Engelscho steden niet vrooüjk, niet aantrekkelijk van aanblik. De lach of de glimlach al dat erkenda teeken van individueele opgewektheid is. Lier een zeldzaam verschijnsel. Zoowel ia den ernstigen strijd om het dagelijksch. brood als bij prettige functies, welke ont spanning of een verzetje ten doel hebben, staat het gezicht van den Engelschman strak, onaandoenlijk, bijna treurig. Bijna de geheelo wereld weet trouwens, dat de Engelschman zoo op het oog niet overbruist van levensvreugd; „he takes his pleasures sadly", zegt men. Het zit in het Engelsche karakter; en opvoeding doet dc rest. Op de school reeds leert de jonge Engelschman, dat uiterlijk vertoon van innerlijke emotie cn inderdaad van alle gewaarwording minderwaardig wordt geacht. Boozo tongen beweren wel, dat het heel gemakkelijk is voor den Engelschman, om ontroering niet uiterlijk te toonen, wijl hij, volgens die ton gen, al van nature weinig vatbaar is voor ♦ontroering. Maar dat is toch een onbillijke bewering. Het volk van dit eilandenrijk is in elk geval buitengewoon sentimenteel; en sentimentaliteit kan een bron zijn voor veel en sterke ontroering. En wie wel eens na tionale feesten hier heeft meegemaakt, waar prinsen en prinsessen bij aanwezig waren of waarbij b.v. do mannen van do vloot een rol vervulden, dio zal hebben gezien, dat het spreekwoordelijke phlegma en de spreek woordelijke koelbloedigheid van deze Brit ten door afwezigheid schitterden. Het is mischien juist die overvloed van sentimen taliteit in dit volk, welke het op zijn hoede doet zijn. Het is er wat verlegen mee on verbergt deswege dezen, niet verheven ge- achten gemoedstrek achter een masker van strakheid en onaandoenlijkheid. Het effect van al die harde, onverstoor bare, gedesinteresseerde-, welhaast onver schillige, openbare gezichten in de Londen- sche straten wordt nog geaccentueerd door de goorgrijze kleurloosheid van de omge ving, waarin ze bewegen. Kleur is sehaarschi graag willen .weten maar er bestaat niet de minste reden, om het papa te zeggen." „Ik vind van wel. Je hebt mo getoond, waar mijn plicht ligt, en ik ben bereid dien te doen," zei Sydney,, terwijl zij haar trotscli, bleek gelaat naar haar nichtje toe keerde. „Ik wil niet hier wonen en oom bedriegen, die, zooals je zegt, zoo goed voor mij geweest is!" Een snik verstikte haar stem, en toën zij zag, dat haar harde stemming voorbij was, boog Rose zich over Sydney's schou der, cn kuste haar onder veel tranen en betuigingen, dat zij niets had gemeend van wat zij gezegd had, en dat zij volkomen overtuigd was van do waarheid en recht schapenheid van haar nichtje. Zij scheidden als do beste vriedinnen en Rose dacht, dat Sydney (evenals zij zelf) weldra de voorbijtrekkende wolk"vergeten, en waarschijnlijk haar heelc liefdeshistorie in den loop der volgende dagen aan Rose vertellen zou. Dat Sydney de zaak wer kelijk in ernst zou opnemen, was totual onbegrijpelijk voor de mooie, blauwoogigö Rose. Maar Sydney was van ernstiger maakl sel. Het gaf haar een grooten schok, zich van bedrog te hooren beschuldigen, en haar trots verzette zich daartegen. Zulk een beschuldiging zou geen tweemaal ge daan worden. Zoodra zij Philip Massing- ham kon zien, zou zij hem zeggen, dat aan den heer Holden verteld moest worden, dat) hij haar ten huwelijk had gevraagd. Want dat Philip Massingham dit niet bedoelde, was nooit in haar onschuldig brein opgeko-» men. Sydney he,d geen ondervinding voB hofmakerij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9