VOOR DEJEUGD
a_ 16ID5C.H DAGBLAD
en Trouwe Vriend.
I fl O O j 4 6 I I «ii<t t I I 2 t I 2 I
é4«A»é<A*é#é«*«»* /»W«
ar het Engelsch van F. COOMBE,
Vrij bewerkt door C. H.
(Vervolg).
Hoofdstuk II.
Portret- en Decoratieschilder.
'ersta je me goed, Victor Je moet je
lis zien bezig te houden, totdat het weer
aart."
[aar, wat hindert de regen, als ik mijn
□jas aantrek, Tante Ik wil zelfs wel
■paraplu meenemen ook, als u dat graag
»ee, nee; zoolang het regent, moet je
m blijven."
Icior mompelde iets tusschen de tanden,
Bijl zijn gezicht even donker was als het
■gendagen zijn nooit prettig, maar voo-r
Iterige jongens, die tegen hun zin binnen
Hen gehouden, geen verzameling hebben
Irdenen of na te kijken, niet van knut-
k of lezen houden, zijn ze al heel ver-
lid. Natuurlijk ging Victor anders altijd
I school, maar het trof al heel ongeluk-
Idat het den tweeden Zaterdagmiddag
■regende en Tante Ada niet toestond,
pij naar buiten ging.
Éch Tante!" zei Victor zuchtend. Thuis
|ik nooit voor den regen in huis. Waar-
poet ik het hier dan wel doen
Bmdat ik bang ben, dat je ziek zult wor-
I ik moet goed op jullie passen tijdens
Kfwezigheid van je ouders, Victor."
li vond, dat regen en frissche, lucht juist
lad waren, maar het hielp hem niet, of
pt al beweerde. Zijn gezicht werd hoe
Kr hoe donkerder. Boos liep hij de ka-
loit, sloeg de deur hard achter zich dicht
Isnde de trap op naar dè speelkamer,
Ir Atie bezig was postzegels in haar al-
1 te plakken.
Ba, Vic!" riep zij blij uit, toen haar
irtje kwam binnenstuiven.
[Tante wil, dat ik in huis blijf, totdat
[droog is!" zei hij. „Alsof de regen
pren zouIk wou
paar laten we dan in huis iets leuks
panen," antwoordde Atie.
Iked! We zullen een teekenacademio op-
pa en portretten schilderen."
[it was niet precies wat Atie bedoelde.
peifelde even, doch zei toen:
[Goed maar jij hebt toch geen verf-
12"
P, maar dat hindert niet We kunnen
[jouwe toch wel gebruiken. Laten we
V dadelijk beginnen. Ik weet al, van wie
gn portret maak."
pan wie dan
Pat zul ie wel zien. Haal je doos maar."
pe haalde haar verfdoos nu te voorschijn
[et duurde niefi lang, of Vic was op zijn
Per aan het kleuren mengen. Hij vroeg
zusje om een stuk carton en begon wel-
|te schilderen.
U moet er niet vlak vóór. staan. Op een
kd komt het portret beter uit," zei hij
[chtig en na een tijdje vroeg hij
pou Atie, wordt het niet mooi
'k ik geloof het wel," antwoordde het
fje, wier waarheidszin en bewondering
haar broertje met elkander in botsing.
Dien. Zij wist eigenlijk niet goed, wat
schilderij moest voorstellen: een knoes-
Pöoni, een spgelverschrikker, „Vadertje.
Langbeen" of werd het misschien een fon
tein
„O Vic, wat ga je nou doen riep 'Atie
een oogenblik later verschrikt uit.
„Die leelijke deur schilderen. Niemand
heeft ons dat verboden. Ik zal er familiepor
tretten op schilderen, te beginnen met Tante
Ada, De deur zal er heusch van opknappen.'
„O, maar Vic! Dat meen je toch niet?
Je zult een geweldig standje krijgen."
,We moeten toch wat doen! Maar als jij
liever niet meedoet, is 'took goed, hoorl
Meisjes zijn ook altijd dadelijk bang."
Vic's woorden kwetsten Atie. Was zij wer
kelijk zoo gauw bang Zij moest Vic too-
nen, dat hij ongelijk had en zei:
,,Vic, als jij de ééne helft van de deur be
schildert, dan zal ik de andere helft doen
Vic keek blij verrast op.
„Wil je dat werkelijk, Atie Dat 's leuk.
Ik wist niet, dat meisjes zoo flink konden
zijn!"
Deze woorden deden Atie niet weinig ple
zier en vervulden haar van trots.
,,'t Zou leuk zijn, eikaars portretten te
schilderen," begon zij.
„Dat is een prachtig idee. Hier heb je
een stevigen stoel om op te staan. Dan neem
ik dezen, die wiebelt een beetje, maar dat
hindert niet. We zullen de verfdoos tusschen
ons in zetten. Dit is het prettigste penseel;
dat mag jij hebben. Is het je hetzelfde,
welko helft van de deur jij neemt? Laten
we dan maar beginnen."
Vol ijver togen de kinderen nu aan het
werk en het werden heel grappige gezichten,
die niet bepaald groote gelijkenis toonden.
Maar wat deed dat er toe
„Ik weet wat, Aat," zei Victor, toep zij
er mee klaar waren. Laten we samen 't por
tret van Hector midden-in schilderen."
„O ja, dat '6 leuk!" En Atie klapte in
de handen van plezier. „Maar ging zij
nadenkend voort, ,,'t zal wel heel moeilijk
zijn: zoo uit het hoofd."
,,Uit het hoofd?!" riep haar broertje uit.
Welnee, we zullen het naar de natuur doen.
Blijf jij maar hier, dan zal ik wel eens een
ontdekkingsreis ondernemen en zien, of ik
den ouwen jongen niet naar binnen kan
smokkelen."
„Maar hij zal misschien nat zijn en je
weet wel, dat Tante verboden heeft
Vic was echter al in de gang en sloop be
hoedzaam de trappen af. Atie zat eenmaal
in het schuitje en moest dus meevaren. Maar
o, wat zag de deur er uit! En de verfdoos!
Wat zou Tante Ada wel zeggen, als zij het
ontdekte Ze zouden wel streng gestraft
worden! Samen in elk geval! Dat was een
groote troost.
Op dit oogenblik hoorde Atie iets op de
gang schuifelen. Zij hield haar adem in,
maakte de deur open en liet den trouwen
hond en zijn baasje binnen.
Vic's oogen schitterden van ondeugd, ter
wijl hij triomfantelijk uitriep:
„Hoera! Eindelijk veilig! Heb ik dat niet
knap gedaan, Aat
„Vreeselijk knap! Maar wat ziet hij
er uit!"
Ja, hij zag er vreeselijk uit, en tot over
maat van ramp kwispelstaartte hij nog, zoo
dat de druppels naar alle kanten vlogen.
Hij scheen zich zelfs eens even te willen
schudden.
„Hij is een beetje nat", gaf Vic toe. „Maar
Jiij zat! .w.el gauw, drogeju Ik moet pog even
iets doen. Ik ben dadelijk terug. Geef mij
je zakdoek maar. Ja en je schort ook. Gauw
dan!"
„Waarvoor vroeg Atie.
„Dat zal ik je zóó wel vertellenen Vic
was er al mee weg.
Hector irkte liefkoozend Atie's hand.
„Het is uil een maar een grap, Hec," zei
zij. „En ik begrijp ook niet, waarom je
nooit binnen mag komen. Je zou gauw ge-
noeg leesren voorzichtig te loopen en niets
om te gooien."
Hector keek zijn meesteresje met zijn trou,
we bruine oogen aan en scheen te vragen*.
„Weet je Tante, dat ik hier ben
„Denk nou maar niet aan Tante Ada.
Hekkie en kijk me niet zoo verwijtend aan,
Vic wil het graag en 't zou ook niets hin
deren, als je maar niet zoo nat was. Maar
ik weet werkelijk niet, hoe ik je drogen
kan."
Even later kwam Vic weer terug. Met zijn
schoenen in de hand sloop hij de kamer bin
nen Hij gaf Atie twee moddertappen terug.
„O Vic,Jioe kon je dat doen? Als ik ge
weten had, dat je ze daarvoor gebruiken
wou!"
„Ja, zie je, Atie, overal op de trap en
in de gang had Hec moddersporen achter
gelaten. En als ik die niet afgeveegd had,
zouden zij opgedroogd zijn en ons leelijk
verraden hebben,"
Atie wierp en wanhopigen blik op haar
schort en haar zakdoek en vroeg:
„Hoe heb je Hector in huis gekregen, zon
der dat iemand het zag, Vic
„Het was een heele toer. Om te beginnen
ging ik naar beneden, alsof ik even een touw,
tje of iets dergelijks halen wou. Toen inoesb
ik uitvinden, waar Tante Ada was en wat
zij uitvoerde. Ze was gelukkig in de keuken
en bezig jam te maken. Maar ik moest me
natuurijk toch haasten. Mina hielp Tante,
maar Anna kwam ik in de gang tegen. Ver
beeld je, ze vroeg wat ik beneden deedIk
durfde mijn slag nog niet te slaan. Maar op,
eens riep Tante baar. „Nu of nooit," dacht
ik en ik maakte de voordeur open, deed die
weer dicht en floot. Hector kwam er dade
lijk aan. Hij sprong tegen me op en dacht
zeker, dat we uitgingen, maar toen ik hem
beduidde binnen te komen, wilde hij dfê
eerst niet. Ik was ten einde raad. Eindelijk
trok ik hem aan zijn halsband naar binnen
en de trap op. De rest weet je."
„Wat een avonturier 1" riep Atie uit. „Ik
ik voel me eigenlijk niets op mijn gemak;
jij wel, Vic
„Ja zeker! Niemand komt hier en Hector
is wel zoo bedaard en zoo verstandig om
niet te blaffen. Liggen, Hek! Jij be
gint met dat oor, Atie, en ik met dit, omdat
het moeilijker is. Wat voor kleuren zullen
we nemen [Wat heeft hij toch een ver-
standigen kop en wat 'n mooie oogen! Die
mag jij wel doen, als je dat graag wilt
Hallo, daar wordt aan de voordeur gebeld 1
Wie zou 't zijn Houd m'n penseel eena
even vast, dan zal ik over de trapleuning
kijken."
Even later kwam Vio weer binnenstor
men, terwijl hij uitriep:
,,'t Spijt me Aat, maar 't regent niet meer
en de jongens komen me halen."
„Je neemt Hector toch mee, Vic?"
„Nee, vanmiddag niet. We kunnen henï
niet gebruiken. Schilder jij zijn portret maar
yerder aL'i