ROSA. FEUILLETON. Ver over de Zee. I girmoii met een week vacantie, in welken tijd zij „zich op Berkenhoek zouden gaan (thuis voelen". Tante Ada was echter blij, toen de week om was en zij Vic naar school zag gaan op den dag, waarop wij hem weer thuis zagen komen. .j Het tweetal zat weldra heel knus met Hec- tor in het tuinhuisje. De boeken en de 1 nieuwe schriften dagen over de tafel ver- spreid. „O. de thema is niet zoo heel moeilijk", zei Atie opgewekt, terwijl zij haar inkeek. I „Als jij daarmee begint, zal ik de rivieren en steden in den atlas opzoeken en terwijl jij het werkwoord leert, zal ik een manier be denken, waardoor je die vervelende jaartal len gemakkelijk onthouden kunt". Atie had altijd vlugger kunnen leeren dan 1 Vic, die nu op zijn thema zat te blokken, die hem allerlei onoverkomelijke moeilijkheden opleverde. Hij zat er zóó lang op te tobben, dat Atie er het geduld bijna bij verloor. „De rest zal ik straks wel afmaken en bet [werkwoord leer ik morgen ochtend wel op weg naar school 1" zei hij eindelijk. „Nu eerst de jaartallen maar Atie was er werkelijk in geslaagd een ma nier uit te vinden, waarop zij de jaartallen zonder al te veel inspanning in het hoofd van haar broertje kon stampen. Samen na men zij de aardrijkskunde een keer door, maar zijn thema moest hij zelf maken. En vóór het laatste boek nog dicht was, moesten de kinderen naar bed. De renpartij ;naar huis was de eenige ontspanning, welke zij dien avond hadden. (Wordt vervolgd.) Heb je er al eens over gedacht, welke meisjes je op je verjaardag zult vragen? zei moeder tegen Marietje. Marietje zou de andere week Woensdag zeven jaar worden. Ze zat op school in de eerste klas en mocht nu van 't jaar voor het eerst schoolvriendinnetjes bij zich vragen. Ja moeder, mogen Willy, en Annie en (Jettie bij me komen spelen? Natuurlijk, zei moeder, maar vind je drie meisjes niet weinig? Ik zou er meer vragen, als ik jou was. 't Mag gerust, hoorl Nee moeder, liever niet. Ik vind het niet prettig zooveel kinderen. Marietje was een beetje verlegen en had daardoor ook niét zooveel vriendinnetjes. Maar laatst, toen Annie's zusje jarig was, ben jij ook gevraagd, zei moeder, dan moet jij haar met je eigen verjaardag ook vragen. En .Jan, haar broertje, en dan nog het zusje van Jetty! O nee, moeder, als 't u blieft niet! Jan trekt altijd leelijke gezichten tegen me en dan word ik zoo bang. En Riek, hei zusje van Annie plaagt me altijd en het zusje van Jetty lachte me laatst uit, omdat ik zoo bang was van een spin. Je moet het zelf weten, kindje, zei moe der, jij bent jarig. Maar het lijkt me veel prettiger als er meer kinderen komen. Wat is dat nu, drie meisjes. O nee, moeder, heusch niet! Annie en Willy en Jettie, dat is genoeg, niemand meer! Nu goed dan, zei moeder, vraag dan morgen maar of ze volgende week Woens dagmiddag bij je komen spelen. Willy, Annie en Jettie mochten alle drie van haar moeder en Marietje was in de wolken. Eindelijk was het Dinsdag, den volgen den dag zou ze jarig zijn. Moeder stond om vier uur bij school en ging toen met Marietje in een banketbakkerswinkel allerlei heerlijke dingen koopen. Taartjes zouden den anderen dag worden thuisbezorgd. Heel nauwkeurig schreef de bakker het adres op en vroeg Jioe laat ze bezorgd moesten worden. Elf uur, zei moeder. Marietje voelde zich erg gewichtig- Dat was nu allemaal oihdat zij morgen jarig was. Wat een feest, wat een feest! Huppelende liep ze naast moeder naar huis. In de brievenbus lag een brief toen ze thuiskwamen. Van grootvader, zei moeder, die het schrift dadelijk herkende. Grootvader is er vroeg bij, om je te feliciteeren. Moeder en Marietje gingen samen naar de huiskamer, waar moeder het licht aanstak en de zakjes met het lekkers eerst even een veilig plaatsje gaf op het buffet Toen maakte moeder den brief open. Wat een verrassing, Marietje, zei ze toen, grootvader komt morgen zelf naar je toe en hij brengt een vriendinnetje voor je mee, schrijft hij. Ze heet Rosa. Marietje's gezicht betrok. Ik wil geen vriendinnetje, zei ze boos, ik hou niet van vreemde meisjes. Ik weet zeker, dat het een heel lief meisje zal zijn zei moeder, anders zou groot vader haar niet meebrengen. Toen ik den vorigen zomer bij groot vader logeerde, was er ook een meisje, en dat stak haar tong tegen me uit, omdat ik 'geen krijgertje met haar wou spelen. En heette dat meisje ook Rosa? Dat weet ik niet meer. Er kwamen tranen in Marietje's oogen. Toe moeder, schrijf aan grootvader, dat er heelemaal geen meisjes bij me ko men spelen. Dan brengt hij Rosa misschien niet mee! Toe kindje, wees nu toch niet zoo kin el derachtig .Ik weet wel zeker, dat Ros lief meisje is. En bovendien, als ik dat aan groot schreef, zouden je andere vriendinfDt morgen ook werkelijk niet kunnen en dat zou een heele groote teleurst voor je zijn. Dan kunnen ze Zaterdagmidda men! Moeder werd een beetje boos. Hoor eens, ik wil er nu verder meer over hooren. Morgen komen je dinnetjes en Rosa speelt met jullie m( Marietje vond haar verjaardag nu maal niet prettig meer. En den anderei gen, toen ze wakker werd, was haar gedachte weer: „Rosa!" Toen kon ze niet meer blij zijn, zooa ders wanneer ze jarig was. Waarom dat vreemde kind nu ook juist van komen? Van haar vader en moeder kreeg Mi een prachtig poppenhuis, maar ze \*|>a lang niet zoo mee in haar schik, als en moeder hadden gedacht Rosa is natuurlijk een heel ven kind, pruttelde ce aan het ontbijt. Ik vind het niets aardig van je, oi U1 iets te zeggen van een meisje dat j nooit hebt gezien. Jij bent een ven kind! zei haar vader boos. Marietje barstte in tranen uit. Dat er nu nog bijkomen, dat haar vader bi haar was, dat gebeurde bijna nooit! De len ochtend op school moest ze er dai ken. Die akelige Rosa bederft mijn verjaardag, zei ze tegen zichzelf. .Qi 's Middags, door het spelen met de öt meisjes, vergat ze gelukkig haar verdr Het was ook zóó heerlijk! Eerst hadden ze door het heele huii kruipertje gespeeld, toen hadden ze keuken echte poffertjes mogen bakk nu speelden ze moedertje. Juist zouc bij elkaar op visite gaan, om de poffer te eten, toen er ineens hard werd gel Marietje schrok. Dat was natuurlijk grootvader met En ja hoor! De deur van de kame open en „Waar is- de jarige?" hoord rietje grootvader zeggen. Ze duride haa opkijken, want grootvader had natuurl vreemde meisje bij zich. Toen ze eii naar hem toe ging en opkeeknee wat was dat? Naast" grootvader stond een heel pop, met een lichtblauwe zijden jurl die met rose roosjes was opgemaakt. 2 heelemaal alleen staan en :;papa" en ma" zeggen. <rc ia et Naar Eet Engels cH van DARLING. Re werkt door C. E, 2) Eens, toen Dick haar de beschrijving van een boschbrand voorlas, waarbij menschen en die- ren' hevig verschrikt op de vlucht gingen, raakte zij er heelemaal door uit lhaar doon en hoewel het uur, waarop zij gewoon waren naar bed te gaan, reeds lang verstreken was, dacht rij er 1 niet aan te gaan slapen, vóór Dick het verhaal uitgelezen had. Toen hij aan het einde gekomen 1 was, slaakte zij een diepen zucht en izei „En naar dat land wil je gaan, jongen Naar dat land, waar niets anders zijn dan Indianen, branden en verkoolde boom en !"- Dick begreep, dat zijn Moeder niet 'dadelijk aQe nieuwe gedachten verwerken kon en ant- woorddo „Nee Moeder, er is 'daar nog veel meer. Eerst reis je er op een groote boot naar toe en dan koop je een geweer om ds beren en wolven dood te schieten en verkoop je hun hui lden, zoodra je er genoeg hij elkaar hebt. Daar krijg je een massa geld voor. En daarom wil ik er hoen gaan. Begrijpt u dan niet, Moeder, dat wanneer ik goed geld verdien, ik u kan laten overkomen en u nooit meer behoeft te werken, -.afc.ü ffiSLowi sassen woont 2 Ra^röm 4* er heen gaan herhaalde hij en even later ging hij voort „U weet toch ook wel, dat je van de visch- vangst niet rijk wordt! Den éénen dag ga je uit en kom je met een mooien voorraad visch thuis, maar den anderen dag steekt er een storm op en verlies je al je netten, 6oms zelfs je leven Dick wilde nog verder uitwijden over de ge varen welke aan het visschersieven verbonden waren, doch toen hij zag, welk een nadenkende pijnlijke uitdrukking er op het gezicht van zijn Moeder kwam en hij begreep, dat hetgeen hij zoi, sombere herinneringen bij haar opwekte, hield hij plotseling op. De woorden van haar jongen, die haar zoo dikwijls aan haar op zee omgekomen man herinnerde, brachten haar weer dien vreeselijken nacht nu ruim acht jaar geleden veer den geest en het was haar, alsof zij de afscheidswoorden van haar man „Ik blijf niet lang nit, Mary hoogstens een paar uuropnieuw hoorde. Zij beefde over al haar ledematen, terwijl de wind om het huis gierde en do golven tegen de rotsen beukten. De'bewoners van het dorpje hadden er geen flauw vermoeden van, hoe Mary Blair er naar 6nakte, weg te komen uit de nabijheid der zee, die haar zoo'n heel groot leed berokkend had. Zij was er echter 'blijven wonen, ter wille van haar jongens, totdat deze haar niet meer noo- dig zouden hebben en zij hun levensbestemming volgen zouden. Zij begreep echter, dat er nu een verandering op til was. Jim was een flinke, stoere, jonge geworden, die er. JSêdfl assr dacjs- SS4 te gezin te stichten en Mary had altijd g dat Dick meer landwaarts trekken en huishouding bij hem waarnemen zou. Het ;e echter anders uitbinnen twee maand Dick het ruime sop kiezen en op reis gas Amerikal et Hoofdstuk IH. De twee maanden waren omgevlogen e: opgewonden als hij was in het vooruitzie] en dTa de wijde, wijde wereld te zien, wil: denken aan het 'afscheid van zijn Moedi toch eiken dag meer naderde l En hij zou het 6tellig niet over zijn ba kregen hebben, haar te verlaten, als hij zoo vast van oVertuigd geweest was, óf terugkeeren zou, óf zijn Moeder z< overkomen, wanneer hij genoog geld ve had om de overtocht te betalen en b& Lj onbezorgd leven te kunnen verschaffen. Gedurende den kotten tijd, dde haar nos |je had moeder Blair den geheelen dag en ee gedeelte van den nacht zitten naaien en om Dick's uitrusting klaar te krijgen. All een Moeder vermag, had zij gedaan en ei stond Dick op de pier en drong het tc ra door, dat de armen, welke zoo liefderijk 0 re hals werden geslagen, dit in langen, lang ?e niet meer zouden kunnen doen. Hij was i het punt zijn Moeder te zeggen, dat bij ging. Doch zijn manlijkheid overwon ten 1 (Wordt jerw 1 !M tn Let J la >3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 14