Eindelijk weergevonden
LEEDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Mel. Derde Blad. Anno 1923.
No. 19375.
-
i buitenl. weekoverzicht.
Afternoon-Tea talk.
Schetsen uit Marokko
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON
-Lang gewaoht, maar niet slilgezwegen
.eyt van het dan eindelijk afgekomen
puitscha aanbod of voorstal ai naar gelang
jnen het noemon wil. Is reeds niet uit den
treure uit Engeland aangezet tot het doen
rap zulk een stap Ourrons "laatste rede
^eft echter don doorslag gegeven en na
langdurige weeën 'is bet Duitsohe voorstel
dan gebaard, waarvan men den inhoud wel
jal kennen, zoodatT wij daarop niet meer
jD zullen gaan. Betrekkelijk genomen, is
die inhoud zelf» bijzaak. De kwestie is
immers eenvoudig deze, of Frankrijk wer
kelijk besprekingen wil of niet. Ja, dan is
ieder voorstel geschikt om de vastgeloo-
pen kwestie weer in beweging te zetten.
Keen, dan is bet beste voorstel daartoe
niet in staat.
Is het nu ja ol neeo Een definitief
antwoord moeten we daarop vooreerst
nog schuldig blijven, maar helaas wijst
teer veel er op dat het neon zal worden.
Voor nog iets van het Duitsohe voorstel
bekend was maakte de Franscho pers het
al vrij we' unaniem af om dat in nog scher
per bewoordingen te herhalen na de pu
blicatie. Wat van het Fransohe antwoord
reeds is meegedeeld, gaat aan die afkeu
ring zonder eenigen positieven kant vol
ledig parallel en doet het ergste vreezen
ten aanzien van het Fransche dualisme,
reeds meermalen door ons hier uiteen
gezet.
Wil Marianne werkelijk betaling, dan is
bet zaak om alles tegen te gaan, wat de
eohuldenaar dichter brengt naar een fail
lissement. En hoe langer het lijdelijk ver-
iet der Duitsohers duurt des te minder
wordt hun betalingscapaciteit, want dit
verzet verslindt jsommen. En boven dien,
wil Marianne werkelijk betaling, dan moet
zij eindelijk loslaten de fantaisie-sommen
ais 132 milliard etc. waarvan ieder kind
nu bijua wel weet, dat dezp behooren tot
het land der droomen. Wat ziet men ech
ter? De som van 132 milliard wordt door
de Franschen met zeldzame hardnekkig
heid gehandhaafd. Zij willen haar tot 50
milliard terugbrengen, wanneer de Fran-
"sdho sohuldeischors afzien van» hun vorde
ringen Een praoht van een goed-geefsch-
hcdel op andtersmans kosten. Hoe zdu
Frankrijk echter reageeren, wanneer zijn
crediteuren op hem eons dezelfde pressie
middelen gingen toepassen als het zelf op
Duitschland doet? Het heeft immers geen
sou nog teruggegeven.
Wil Marianne cohter veiligheid in den
geest a-ls zij dit begrip tctnutoé altijd h'eeft
getoond dan moet boven alles, zelfs boven
betaling, gaan het klein-houden van*
hui t-soh land, hot vernietigen van het
Duitsoh rijk. De gang va.i zaken wijst eer
der op 't tweede, dan op het eerste. Wat
cischt Frankrijk toch in do eerste plaats
totaal opgeven van het lijdelijk verzet m.
Sr. w. het uit handen geven van het- eenige
wapen, dat Duitsohland bezit en nog han
teren kan. Dus een overgave op genade
of ongenade, gelijk bij den vrede van Ver
sailles.
Daaraan zal Duitschland zich evenwel
niet weer zoo licht wagen cn wie kan heb
daarin ongelijk geven? Ellende heeft het
slechts ondervonden van het eerste met
liet mes op de keel afgedwongen Vredes
verdrag, voor een tweede gaat het liever
vrijwillig finantieel dood, althans onder
het bewind van dezen rijkskanselier. Zon
der belangrijke wijzigingen kan men zeg
gen dat liet Duitsche aanbod niets heeft
bowcrkstelligd.
Of het dan zoo goed en zoo mooi was?
We zullen het geenszins beweren. Toon en
redactie.zijn verre van gunstig gekozen en
het bevat veel vaagheden op allerlei ter
rein, m,aar één vaagheid zélfs, die beslis
send is voor de geheele practischo waarde
:e«r van. Het voorstel gaat toch van de op
dch zelf gezonde idee uit, dat uit interna
tionale leeningen do te betalen schadever
goeding moet komen, zelf heeft Duitsch-
lnnd het niet, althans niet contant. Welke
vanrborgen worden evenwel dien buiten-
Uodsehen Jeeners gegeven? Het is al bij
zonder onduidelijk, zoodat de lust voor
een dergelijk avontuur" wel niet groot
zd zijn. Al te zwaar mag .men de Duitsche
legeering echter ook weer niet vallen,
•frant het onbekend zijn der ware Franscho
bedoelingen zou toch met do beste Duit
sche waarborgen de zaak nog gevaarlijk
maken. Zoo grijpt het een onherroepelijk
in het ander.
Momenteel zal voor het forum der we
reld thans oen strijd worden gestreden
door beide partijen om het goed recht van
ieder's standpunt te staven. Het Duitsche
aanbod is niet van een aard om direct het
to winnen, maar wanneer nuchtere zake
lijkheid de overhand zal hebben herkregen
op de diverse gevoelskwesties, die mede in
het geding zijn, dan gelooven we, dat het
toch succes zal hebben. In zooverre het
beschouwd kan worden als een stap in de
richting van besprekingen en dus in de
richting van een oplossing van het vraag
stuk dat Europa als het ware vergiftigt.
Daarop wijst o.i. ook reeds de merkwaar
dig stilzwijgende houding van het otfi-
cieele Engeland.
Wanneer Frankrijk dezen stap in de kiem
verijdelt, laadt het een zware verantwoor
delijkheid op zich. Hoezeer gerechtvaardigd
de cisch tot vergoeding voor zoover mo
gelijk, evenzeer ongerechtvaardigd is al
het overige.
Behalve in 't Westen bevindt. Frankrijk
zich thans ook in 't Oosten in rnoeilijkhe-
den.Meer dan om de Chester-overeenkomst
inmiddels te Angora geteekend op zich
zelf een staaltje van de woeste concessie-
jacht om Syrië. Turkije toont zich nl.
sedert de eerste conferentie van Lausanne
allesbehalve geneigd om het Fransche man
daat over Syrië te erkennen en de herre
zen Halve Maan heeft nu aan de Syriscnt
grens troepen geconcentreerd. Wat een be
dreiging is voor Syrië en tevens een mid
del tot pressie ter tweede conferentie van
Lausanne. Frankrijk schijnt trots alle pro-
Turkscke neigingen momenteel in Turkije
la béte noire te zijn.
Frankrijk heeft gemeend ter beveiliging
van Syrië en van zijn prestige een soort
ultimatum te moeten stellen. Het eischte
terugtrekking der Turksche troepen of liet
zal heengaan uit Lausanne, 't Lijkt ons een
ietwat gevaarlijke tactiek, te meer, waar
Engeland langzamerhand al zijn twistpun
ten" met Turkije gaat liquideeren, Een
goeden indruk te Angora moet ook wel
maken, dat Engeland bereid is zich uit
Mesopotamic terug te trekken,zoodra ko
ning Feisoel op eigen beenen kan staan.
Onder Turksch regiem komt het land dan
wel niet direct, maar ook de rechtstreek-
sche Engelsche bclangen-politiek is dan uit.
Een Bezoek.
Het eten in Pensione Lucchesi aan de Lun-
garno was geweest als altijd, slecht. Dit be
vorderde de stemming niet, waarin ze naar
de verre-voorstad gingen om een bezoek af
te leggen bij oen Italiaan met een llolland-
.sclie vrouw. Bovendien regende liet en regen
in Florence en in April, is iets ergerlijks om
het ongerijmde ervan. Toch gingen ze
beschermd door een groote parapluie, die
telkens dreigde binnenste buiten te keeren,
als weer een nieuwe windvlaag van om de
hoek van een straat gierde. Opeens was niets
meer goed in dc oude. stad. Voor 't eerst voel
den ze de keien en vonden ze de straten te
nauw, dc menschen brutaal cn lawaaiig
ze gingen zelfs zóó ver, het klimaat bij dat
van Holland te vergelijken. De weg scheen
eindeloos.
Maar ten slotte kwamen ze toch op hun
beslemming. De deur al maakte een prelti-
gen indruk breed, hoog cn goed onder
houden. Op hun bellen deed een oude meid
open. Het stond haar op het gelaat te lezen,
dat zc haar leven daar gesleten had, dat ze
niéts was, tenminste niet anders, dan op de
wijze van een aanhangsel. Haar problemen
hadden zich opgelost in de problemen van
haar „dienst" cn haar intellect zat gevangen
onder de witte muts en ging daarbuiten niet.
Ze glimlachte als eene, die weet, dal bij
haar meester geen ongenoode gasten komen
en leidde den weg, iaugs een hooge, wel ver
zorgde trap, naar een appartement op de eer
ste verdieping. Ecri tikje op een deur en een
keurige huisknecht opende. Alles zei,-dat dit
haai" map was, de waardclooze, stille ver
trouwelijkheid van die twee, voor wie ceri
blik, indicatie was, die geen woorden meer
behoefden, om daden te doen. vertrouwd als
ze waren, met elkaar en met alles rondom.
Een ..antichambre de tout repos". Een
oude klok, trumeaux lusschen twee deuren
mooie, oud-Italiaansche fauteuils en gra
vures van goed allooi in Engelsche lijsten.
Even waren we er alleen en genoten,
na jaren pension en hotel rommel, van deze
verfijning en dit resultaat van „zekeren"
smaak, die zonder aarzelen alleen hot beste
koos.
Toen kwam hij ons tegemoet, il signor
Davanti. Zóó denk ik me de beste en fijnste
markiezen uit de allonges tijd. Een en al
distinctie zonder de minste aanstellerij. C>jen#
levenshouding dit, geen opzet de onvermij
delijke consequentie van #en absoluut gaaf
cn schoon innerlijk. Dit wis een ridder, ont
daan Van zijn maliënlalder en wapen
rusting. Noblesse blonk cp 't hooge voor
hoofd, distinctie sprciddc'een glimlach om
den mond.
Nu leidde hij ons naar een salon, waar
lampen, kussen en tapijten een gewaarwor
ding van bien ótre gaven, zooals we sedert
we ons huis verlieten, niet meer gekend had
den.
„Pcrmettez je vois avenlir ma femme!"
En ook zij was als een prentje uil vervlo
gen eeuwen en de indruk van voor-revo
lutionaire gratie en het Roy Solcil cachet,
kon zelfs de moderne japon en het moderne
kapsel haar niet ontnemen.
Denkt u onze verbazing, (oen ze Hol-
landsch begon te spreken. Ze was een Rot-
terdamsche en sprak het gaafste, mooiste
Hollandsch dat men verlangen kan.
We voelden ons grot en lomp in dit milieu
van hyperverfijndheid en onzé reiscostuums
deden mal aan. Alles was precies, de thee
en de manier, waarop^ deze gediend werd.
Alles had een rustig, rustgevend karakter.
„Maar nu moet u nog de „hobby" van
mijn man leeren kennen."
Signor Davanti stond op en we volgden
hem. Door een breedc deur kwamen we in,
wat hij noemde, zijn kamer.
Het was er half licht en somber: „Ebbenel
Valt u niets op?"
We keken rond. Neen. Er wüts iets vreemds
maar we konden niet zeggen wat. Om de
fijne mond danste de glimlach. „Ik zal u hel
pen," zei hij cn drukte op een knopje. Een
wonderlijke muziek vulde de kamer. Muziek,
rythme, geen melodie. „Nog niet?" vroeg
hij en draaide een cleclrisch knopje om. Nu
moesten we naar het plafond zien, want het
licht kwam van daar, uit kleine gaatjes, die-
de sterren en slcrrebeelden, planeten én hun
satellieten voorstelden. Daar was ook de zon
en ik meen, een bleeke maan. Maar dit
verklaarde nog niet de muziek.
„Ziet u eens goed rond."
En nu zagen we. De wanden waren geen
wanden, dat waren vlak naast elkaar ge
hangen klokken of klokken op tokkcls, klok
ken in alle vormen, maten en stijlen, klok
ken uit alle landen en alle werelddeel en.
Meer dan tweehonderd cn allen liepen, speel
den en sloegen. Daarlusscken, onder hel ver
lichte firmament een mooi portret van onze
Koningin, door Signor Davanti geschilderd.
De klokken likten maar. Dat was het
eenige geluid in de kamer, want wij zwegen
perplex.
De gastheer streelde zc of moedigde hen
lot loopen aan.
Zooals hij ging van zijn ééne klok naar
zijn andere was hij, als één, die in stree
ling liefde brengt. Eindelijk brak hij de stilte
en begon te vertellen, als een Vader van zijn
kinderen waar hij deze gevonden had cn
die, hij knoopte anecdotes eraan vast cn
straalde van geluk bij het herdenken van
voorbije uren.
Mevrouw Davanti kwam nu ook binnen
en lachte: „Iloe vindt u ze?"
De klokken? Prachtig! Maar hoeveel won
derlijker de 20sle ceuwsche verzamelaar. Hij
leek op den koning klokkenmaker cn we zei
den het hem. Hij boog en glimlachte en ik
zag dat het niet de eerste maal Was, dat men
hem dit zei en ook, dat het hem genoe
gen deed.
„Zie, deze Japansche klok.
Met de leederlieid van een Moeder voor
haar kind, noemde bij de deugden en ex-
ccntricjtpjtcn van ieder uurwerk.
Zijn fantasie vond uitgelezen woorden en
fijne vergelijkingen.
Spontaan bloeide in de kamer op een stuk
poëzie, te schooner naarmate de dichter van
zijn „geliefden" niets te wachten had.
Bal sac's Causin Pons was een burgerman
vergeleken bij dezen amateur. Hoelang we
er bleven? Tot we alles gezien hadden en de
verzamelaar heel zijn ziel vol liefde getoond
had. Toen gingen we terug naar de theeta
fel en spraken over Italië en Holland.
't Was een „échangc de bóns procédés", zij
bewierookten Holland, wij Italië. Maar het
gesprek traineerde. De gastheer had gegeven
wat hij te geven had, de gastvrouw had Hol
land nog te lief, om er makkelijk over te
kunnen praten.
Een oogGnblik zwegen we allen toen
hoorden we in de stilte een geluid als van
„vele klokken", een symphonic want
iedere klok was als een ander instrument
en vervulde zijn taak. Er waren er met zan
gerige looncn als van violen, met het paarsch
getint geluid van cello's, er waren er met
een slag als van cimbalen cn anderen die
riepen met den koperen roep van een trom
petter. We verlangden nu niet naar praten.
Hot vreemde van deze muziek was als een
beloovcring plaatste ons in een onbekend
droomenland vol vreemde mogelijkheden.
Zelfs toen nu een paar minuten de stem
men zwegen, rustend na haar uur, verkon
digende plicht was de charme niet ver
broken.
Toen we een goed uur later op de Ponte
Vecchio stonden en nog eens, voor de zoo-
vec-lsle maal de Arno bewonderden, zei op
eens een van ons: „Ecri bladzij van Balsac,
die verzamelaar
„Met de detail-weelde van een Flaubert"
zei een ander.
„Een rustgevend element in onze nerveuse
lijd."
„Een Fra Angelico die in de plaats van
de heilige Maagd, een klok stelt maar in
innigheid cn puurheid van adoratie niet on
der doel."
„En hoe hoort hij bij Florence bij de
stad der fanatici want vreedzaam als hij
is reken maar dal daar een onberekenbare
male fanatisme achter zit."
De Arno vervolgde zijn snelle vaart
even gestreeld door de fluweelige gloeiing
van de lichten der kaden.
„En gelukkig is zoo'n menschl" de eerste
slem. Toen zei dc pessimist.
„Gelukkig? Wat is geluk? Momenten van
gelukzaligheid ontroofd aan de monotonie
van het alledaagsche leven. Die man is ge
lukkig omdat hij zich met het aardsche te
vredenstelt. Praal mij niet van hemelsch ge
luk hoe zou wal zoo vergankelijk is, zijn
bron vinden in het onvergankelijke."
Dc pessimist werkt altijd deprimeerend
Maar waf is de Arno schoon.
ELLEN FOREST.
dooi Dr. MARTIAL.
Dc Parvenu.
Hier, in Marokko is do parvenu ëon
koopman, die sedert ko»rt gezeten bur
ger is, oen nieuwe rijke nog onbeschaafd
on onontwikkeld, en oen mislukte naboot
sing van den grand seigneur: in den per
soon twee typen van Molière,Chrysale en
mijnheer Jourdain.
Hij Icoopb voorzeerveel geld borite
porseleinen kommen of een Europeeschen
spiegel in een afschuwelijke verguldio lijst
en versiert zijn vertrekken, met bedden uit
Manol»ester cji ZwiitsoTfsohe1 is taajrt lokken.
Maar hij is te arm, om den leermeester
van zijn zoo-^ cn zijn geneesheer fatsoen
lijk te betalen. Hij hpefb eon staf van sla
vinnen, maar weet zrc-h niet te laten be
dienen. Zijn ondergeschikten verwensohon
hcan, zoon la wij dat uLb de stukken van
Moilièro kennen. Inlussohen wandelt hij
rond met een onverstoorbaro gewichtig
heid cn nooit vergeet hij zijn rozenkrans,
dlio hem er toch aan moest herinneren, dat
aJle aardsche glorie vergankelijk is.
Tot voor weinige jaren was -hij nog
lakenkoopman. Zijn broeders bleven in
den handel, terwijii hij, dank zij zijn han
digheid zijn aan passings vermogen cn zijn
geld er in slaagde een aanzienlijke 'plaats
aan het hof van den Sultan te vei-ovqrèn.
Hij wist er zioh te handhaven en iiet ge
jukte hem zc-lfs eenigo zeer te waarcfóerèn
voorrechten te verwerven voor ziëh' en zijn
verwanten.
Hij geeff geen feestmaaltijden, maart
ontvangt gasteu en biedt thee aan niet
altijd. Hij heeft er geen bezwaar tegen*
dat zijn kleermaker on een oude jodin, do
matrassenstopater, tegenwoordig zijn bij
het bezoek van d*N- geneesheer, dien hij
liet roepen voor zijn eenigen zoon. Hij be
taalt wissels en rekeningen in tegenwoor»
digheid van zijn 'gasten en doet alien do
eer aan hen to ontvangen, terwijl hij to
midden van steigers en kalkhoopen toe-
zioh houdt op den bouw van zijn nieuwj
paleis. Alles zal wit en goud rijn de ta
pijten zijn afkomstig uit de overvolle op
slagplaatsen van zijn hoogen meester.
Daar gezeten in de patio, omringd doon
werklieden, op oon ouden aimstoel, uifi
Europa afkomstig, ontvangt hij zonder on*
derscheid zijn vrienden zijn bedienden,
zijn leveranciers en zijn geneesheer, en
zelfs Laat hij den leermeester van zijn
zoontje voor zich verschijnen, om zonde>r
veel belangstelling to vernemen, dat het»
kleine heerschap niets geleerd heeft en
ook niets wensoht te leeron
De eenige spruit van dezen parvenu,
als waardig zoon van een rijkaard1 met
vriendelijke manieren, maar tuk op winst
als een O.W'er, is voor zijn bedienden een
kleine cynische tiran en tegenover vreem
den beleefd of onbeschaamd, al naai* het
hem behaagt
Hij schijnt de afgod van zijn vader te»
zijn die hem rijk gekleed laat gaan. Maar
diezelfde vader heeft geen geld over voor:
zijn onderwij. en zijn gezondheid, die beide
veel te wensohen overlaten. En tooh heeft
dit kind met zijn groote, ernstig© oogen
iets aantrekkelijks, ovenals alle ArabischQ
kin deren
Het zoontje van dezen nieuwen rijke
acht jaar misschien heeft voor zijn per
soonlijke bediening een allerliefst slavin
netje, twee aardige volwassen slavinnen,
die haar helpen, on dan nog als kokkin
oen oude negerin, mismaakt, dikhuidig
met breede lippen cn een belachelijken
omvang. Met ooht moederlijke zorgen
slooft zij zioh uit om voor haar jongen
meestor te koken.
Maar hij is wispelturig en tiranniseert
zo allen, behandelt ze ruw, slaat ze en
gooit haar naar het hoofd alios, wat maas
binnen zijn bereik is. Gedurende de afwe-
zigheid van zijn vader heeft niemand iets
over hem te zeggen, 'b Liefst speelt hij op
straat met de kleine vagebonden uit do
buurt. Hij bluft dan op den rijkdom van
zijn vader door zijn mechanisch speelgoed
uil Europa ten toon te stellen.
Eons had de oude negerin tot wanhoop
gebracht cloor de tegenstrijdige bevelen,
van haar jongen meester, met groote toe
wijding zijn lievelingsgerecht klaarge
maakt. Hij was zóó uit zijn humeur, dat'
hij met groote onverschilligheid! en harde
woonden weigerde er van te eten. „Val
dood", riep zij uit, waar hij bij stond; en
do andere slavinnen herhaalden in haar
eigen taal, half Soodanee&oh, half Ara
bisch „Iiij zal dood vallen".
Teir slotte zal hij rijn eigen vader tiran-
niseeron. Is het te verwonderen, dab deaoi
parvenu en zijn nakomelingen zonder op
voeding, tact of zelfbcdieorsohlng, voor
eerst niet toegelaten zullen worden tot de!
hoogere kringen van do Arabische samen-
leving, waar men prij.-, stelt op hoffelijk-
heid, ontwikkeling en gomoedsbesoha-
ving
(Zitting van gisteren.
Dienstweigering.
Do lieer VAN ZADELHOFF (S.-D.)' vraagt
-wat er gebeuren zal met do dienstweigeraars^
die nu reeds gevangen zitten. Met dit wetsont*
■werp wordt de dour op een. kier gezetmaai!
spr. hoopt, dat zij verder zal opengaan.
De hew ZIJLSTUA (A.-R.) vindt het onk
werp niet kwaad, maar heeft bezwaar tegen dol
omschrijving van hel begrip gewetensbezwa
ren. Hot conflict, waarin de overheid komt, al4
zij dienstweigeraars vrijstelt, komt niet duide
lijk uit. Spr. wenscht in elk geval geen zede
lijke bozwaren te laten gelden en zag gaarnaj
hot ontwerp meer in antifevohitionnairè rich
ting georiënteerd.
Mevr. BAKKER—NORT (V.-D.) is het eentf
üit het Engelsch van ADELINE SERGEANT.
30)
,,Ik geloofging xij voort, na een
^ogenblik gedacht te hebben -aan al de ver-
halendie zij omtrent juffrouw Holden ge
loerd had1, ,,dab Rose in 't algemeen erg
gelukkig zou gevonden worden, dat zij
niemand heeft, dio op haar lob. Ik" weet
genoeg meisjes, die dat zouden zeggen. Ik
J°u maar al te blij zijn, als ik iemand
en Sydney's lip trildp en haar
oogen vulden zich met tranen, maar zij be-
Leerschte zioh dadelijk, zooals zij zoo dik-
doen moeöt „iemand om op me te
kttcn. Nu, ik moet maar op mezelf pas-
en het zoo goed mogelijk doen. Oom
John vertrouwt me, dat is éé-n geluk: en
m(>et me zijn vertrouwen waardig too-
Dcn.'i
Het was dus met een hoopvollen, bijna
^öolijken trek op haar gelaat, dat zij haar
fehetzbenoodigdheden klaarzette in een
°ek van de eetkamer de eenige plaats
|n kms, waar zij goec? lioht had op den
^joen van kapitein Massir.ghams be-
7? - En met een groote, maar aardige
-; ort over haar zwarto japon zag zij er
o opgewekt en zonnig uit, dat Phil Mas-
^igbam blij was, dat hij gekomen was.
ant. m de verveling van een morgen, die
M van 1° voren
ziin f' ^iac* Jlii veel Hist gehad zich van
z;jn af te maken. Waarom zou hij
Woord houden tégenover dat school
kind? Zij zou hem' waarschijnlijk niet ver
wachten en zij was maar de nicht van
John Holden, dctoajid zlonder bc-teekenis,
een meisje zoneter een cent, dat hij uit
liefdadigheid bij zioh genomen bad, zoo
als iedereen wist. Als bet do dochter van
Holden was geweest, de erfgename, over
wie Phils ooin hen al geschreven liad, zou
het wat anders geweeet zijn. Intussohen
zou hij tooh inaa<r gaan, en toen was hij
blij, dat hij bet gedaan had.
Want Sydney was bekoorlijk in het mor
genlicht, mooier dan zij in bet salon ge
weest was bekoorlijk mot het blosje op
haar blanke wang, en den zonneschijn in
haar goudbruin baar. Zij was daarbij
piquant: cn kon aardige, grappige «Ragen
zeggen, zonder haar waardigheid otf be
leefdheid te verliezen; en kapitein Phil,
zooaJs zijn vrienden hem eoms noemden,
genoot van zijn zitting en verlangde zeer,
dat die nog eens zou plaats hebben.
Hij gedroeg zich zeer goed. Hij liet Syd
ney praten, totdat hij meende, dat hij
haar smaak ontdekt had, en toen naam hij
zelf de leiding. Hij had grootten kunstzin
en had veel verzamelingen gezien, zoowel
in het binnen als in bob buitenland, en wist
hoe hij met wijsheid praten moeet over
eenige der beroemdste schilderstukken van
de wereld.
Sydney vond het heerlijk om te luiste
ren. Zij ontdekte niet, hoe oppervlakkig
zijn kennis was, en bemerkte ook niet, dat
hij zeer spoedig van de groote kunst af-
daakle tot gebabbel over kunst en schouw
burg. Het was voor iiaar alles nieuw eri
merkwaardig en deed baar oude wensohen
herleven, om een kunstopleiding en een
bezoek te brengen aan de groote midden
punten der kunst van Europa.
,,Wat heeft u veel gezien!" zuchtte zij
eindelijk.
„Ik heb alleen gezien, wab iedereen ziet:
U zult ook eenmaal naar al die plaatsen
gaan."-
„Och neen," zei Sydney, weer zuch
tend. „Ik bem bang van niet. Ilc denk bin--
nen enkele woken naar Australië te gaan."
„Waarom zoudt u naar Australië gaan?"
„Omdat mijn broers daar zijn." En toen
verbelde zij hem met een paar woorden
haar plannen vctor do toekomst,
„Maar uw oom zal u, tooh zeker niet
laten gaan? U weet niet, hoe het leven
daar zal zijnruw en orabesohaaid cm an
ieder opzioht hard. U is een geboren kun
stenares; u gnilt-al uw talenten opofferen,
ais ge in de ;bossic&en gaat wonen."
„Niet' alle, denk ik," zei Sydney lachend
om een .opkqmaaden traan te verbergen.
„Ik hoop, dat ik mijn handen nog op een
andere manier gebruiken kan. Mijn broers
zullen in ieder geval iemand nootdig heb
ben, om de Vaten te Wassohen en d.e vloe
ren te sohrobbon."
„Neen, neen! U molet er niet over den
ken, op die mianier te gaan levenU moet
u niet geheel opofferendat moeten uw
vrienden verhinderen."
„Ik heb geen vrienden, behalve Jack
die willen verhinderen, dat ik precies
doe wat ik wil", zei Sydney, een beetje
trotsch en bitter. Wij waren arm, moet u
rekenen, en arme menschen hebben geen
vrienden.
,,U zult er altijd genoeg hebben',, zei
Phil op veelbeteekenenden toon.
De wolk, die zich' zelden op Svdney's
voorhoofd vertoonde, was in een c^fgenblik
yerdwenen.
„Wat ben ik dwaas en ondankbaar", zei
zo opgewekt. „Wij hadden natuurlijk een
menigte vrienden. Ik weet niemand, die er
zooveel had. Maar die van ons waren niet
deftig, ik becïoel niet rijk, of ontwikkeld,
of in staat ons op een of andere manier
te helpen."
„Ik dacht, dat u hier waart gekomen om
- bij uw nicht juffrouw Holden te wonen.
„O neen. Ik ben maar hier, tot wij be
richt van mijn broers hebben, dat zij mij
wachten kunnen. Ik zal misschien eenige
weken hier zijn, maar niet langer."
„O, dan moeten we ze zoo goed mogelijk
gebruiken", zei Massingham zacht. „Vindt
u ook niet? Laten wij er van genieten
„Pluk <le rozekrioppeïi, terwijl ge kunt,
De tijd vliegt steeds voorbij."
„Het is no£_nieè de tijd voor rozeknop-
pon", zei Sydney en of zij het letterlijk
sprak, of met een verborgen beteckènis, kon
Phil Massingham niet uitmaken, ofschoon
hij slim genoeg was, om t& zien, dat het
twijfelachtig was.
Do schets scheen meer werk té zijn clan
eerst vermoed werd, en toen de zitting
voorbij was, moest er afspraak voor een
andere gemaakt worden.
„Het zal uitstekend worden, dat kan ik
wol zien", zei kapitein Massingham ern
stig, zijn snor opdraaiende. „Ik zal hetmqn
moeder laten zienhet zal Haar zeker be
vallen.
,,U moet het haar geven als het goed ge
noeg is", ^zei Sydney.
„O, maar ik zal uw werk niet graag weg
geven", antwoordde Pliil, waarop Sydney
bloosde, mair ook wat trotsch cn beleedigd
echeen voor een paar minuten, waardoor
■kapitein Massingham gewaarschuwd werd,
dat hij niet te gauw moest voortgaan.
Een tweede cn derde zitting haddeö
plaats en liet meisje wist eigenlijk niet,
waarom zij ze zoo prettig vond. Het leven,
scheen opeens rooskleurig te zijn gewor
den zij voelde zich niet meer gedrukt of
eenzaamondanks haar groote droefheid
over haars vaders dood en haar onrust over,
de toekomst, had zij een gevoel van inner
lijke blijdschap, waarover zij zich half
6chaamde. Haar oogen werden helder, haar,
wangen kregen meer kleur, ondanks haar
zelf, en zelfs John Holden zag op een dag!
de verandering en zei met opgetrokken
wenkbrauwen:
„Fairford bekomt je goed, nichtje."
Maar het was niet Fairfordhet waS
Phil. Hij had niets bepaalds gezegd. Zij
vroeg zich som3 af, of zij zich vergiste meti
te denken, dat hij „van haar hield" echt
meisjesachtig wilde zij geen sterke uitdru«
king gebruiken. Maar ofschoon zij hem nog
zoo weinig keeren gezien had, zei Haar.
vrouwelijk, instinct haar, dat zij gelijk had
dat Philip Massinghams woorden ea
blikken en toon alle met hetzelfde cloel tot
haar gericht werden om haar liefde te
winnen, haar in de zijne tc doen gelooven.-
En toen kwam er een schok. Hij kwam
niet öp den afgesproken dagbij zond geen
verontschuldiging. Sydney was verbaasd
over zichzelf, dat zij het leven zoo ledig
vond. Toen ontving zij een kort briefje
van hem, met een halve verontschuldi
ging en die uitlegging, dat hij Fairford eeni
paar dagen verliet, maar na zijn terug
komst zou aankomen. Sydney huilde een
beetje over dien brief en Wois boos op zioh»
zelf, dat zij huilde.
(Wordt vervolgd.)