LEEDSCH DAGBLAD, Donderdag 19 April.
Tweede, Biad. Anno 1923;
EERSTE KAMER,
TWEEDE KAMER.
FE(i!LLET0N
üiielijk weergevende!)
lo. 19361.
Begrooting van Onderwijs.
Rn do pauw wordt voortgegaan met de
(tandeling van de begrooting van Onder- I ons ten onrechte is opgedrongen. En
éohuwt tegen te groote specialisatie bij het
onderwijs.
Spr. komt op tegen de aanstelling van
afzonderlijke hoogleeraren in het Ito-
meinsch recht, dat geen ïccht voor ons is,
De heer SLOTEMAKER DE BRUINE
rj -H vervolgt zijn gisteren afgebroken
Ue en bespreekt in de eerste plaats het
;rcven naar bezuiniging. Hij legt daarbij
ju nadruk op de noodzakelijkheid van
}I1 wetenschappelijk karakter van het
joger onderwijs. Daarom zou z.i. het 011-
•rwija vóór de candidaatsexamens, be
hind voor technische onderrichting, door
tors kunnen worden gegeven. Dat zou
njiniging kunnen geven, doordat dan
„nder hoogleeraren noodig zouden zijn.
Wijders zou spr. gan.rne scherper onder
steld willen gemaakt zien tussohen hoo-
>sobolen en universiteiten. Met name
ikt spr. hierbij aan de Technische Hoo-
iooI, waarvan het onderwijs, wat de
tvtijk betreft, een meer technisch dan
iversitair karakter draagt. Men plaatse
hoogcscholen als Delft, Wageningen
Veterinaire School naast de univerei-
ifcen'. Laatstgenoemde zou clan geïneor-
neerd kunnen worden iu de Utrechtsche
liversiteit.
Hl. houdt ten slotte een pleidooi voor
•nstelling van liet universitair onder
oor uiteen loopende wereldbeschou-
ngen.
I Mevr. POTHUIS-SMIT stelt den Mi-
|igter een paar vrage.. in clc eerste plaats
zijn opvatting is omtrent den steun
nijverheidsonderwijs- Dan hoe hij
Irenscht te regelen do pensioenbijdrage
het personeel bij dat onderwijs. De
irplichte bijdrage drukt do tooh al niet
ego salarissen van dat personeel nog
Spr. waarschuwt er voor bij de
n'genomen technische herziening die
Clarissen nog sterker omlaag te drijven.
I Spr. waarschuwt in verband hiermede
tegen, dat de Minister bij de beharti
ging van het onderwijs al te veel gehoor
geven aan don drang tot bezuiniging,
het bijzonder bij het lager onderwijs.
aleoht men in onderwijskringen over
z.g. technische herziening der onder-
■ijswet denkt, geeft spr. aan door voor
ging van verschillen de citaten, voor na-
uit rechtsche vakbladen.
FRANSSEN (A.-R.) vraagt of het
Insluit betreffende den schoolbouw spoe-
Mig is te verwachten. Dan brengt hij ter
ike de klacht over de mindere zorg
de zuiverheid van het gebruik van de
oedcrtaal. In do derde plaats maakt spr.
opmerkingen over de classificatie,
i misschien bezuiniging, maar zeker ver
slechtering van liet onderwijs zal oplevc-
o. Ten vierde behandelt spr. de autono-
der ministère tegenover school- en ge
beente-lies turen i wordt do autonomie
besturen tegenwoordig te weinig
^utzien cn noemt verschil lende punten. In
laatste plaats het onderwijs aan achter
lijke kinderen. Sp". komt er tegen op, dat
lit zou worden vastgelegd aan de regelen,
i de wet neergelegd voor het onderricht
normale kinderen. Er is een bestuui's-
aatregel te wachten tot nadere regeling
het buitengewoon onderwijs voor ach
terlijke kinderen, doch wanneer is <}ïe te
[Vervrachten
heer VAK DER MAE SEN" (R.-K.)
spreekt do afschaffing van norcnaal-
(toholon en pleit voor herstel der opgehe
ven normaalschool to Heerlen het onder
in in de mijnstreek zou daardoor ten
teerste gebaat worden.
Do heer SMEENGE (Vrijlieidsb.) be
preekt het onderwijs aan do schippers
kinderen en betoogt dc noodzakelijkheid
ran dat onderwijs, vooral nu de binnen
schip por ij in zoo ellendigeu toestand ver
beert. Te Oude-PekeJa wordt dergelijk on-
gerwijs gogeven dOcr eon boventallig on
derwijzer. Als de gemeente diens salaris
toet bekostigen, bestaat er kans, dat diib
lorwijs wordt opgeheven. Spr. brengt
volgens te berde de kwestie van steun
overheidswege aan het leerlingwezen.
Hot antwoord des Ministers ten dezen
eft hoop, dat het particulier initiatief
den steun der regeeving lean rekenen.
heer VERKOÜTEREN (C.-H.) waar-
daarbij hebbeu wij nog niet eens bet goede
er van, de deductieve methode, overgeno
menWij kunnen er nu niets meer van
gebruiken en daarem benoeme men geen
speciale hoogleeraren in het Romeinsoh
recht meer dat recht is dood.
In de derde plaats komt spreker op ten
gunste van steun a£n arme kunstenaars;
rijk behoeven zij niet te zijn, maar hun ta
lenten komen niet tot ontwikkeling, als zij
den geheel en cbg voor hun dagelijlcsch
brood moeten ploeteren, 't Is een slechte
tijd voor nieuwe- uitgaven maar zijn onze
kunstenaars minder waard dan een inva
lide werkman Wat wij nu doen, is wel
wat al te weinig, en spr. hoopt, dab de
Minister met een grooter crediefcaanvrage
zal komen, dan hij thans heeft gedaan.
De heer v. d. LANDE (R.-K vraagt of
de Minister niet gewenseht acht, den leer
lingen van de Academie van Beeldende
Kunsten te Amsterdam zooveel mogelijk
na don afgelegden cursus een diploma uit
te reiken.
MINISTER dr. DE VISSER heeft een
dergelijk verzoek reeds gedaan aan de
directie dier Academie. Hij zal opnieuw
in die richting aandringen.
De post van f6000 voor 0112e kunste
naars kan niet wordeu verhoogd, met heb
oog op do financieele omstandigheden-
Het Rijk stelt echter f25.000 ter beschik
king voor beeldende kunstenaars, als' aan
vulling van gemeentesubsidiesop voor
waarde, dat de kunst er door gediend
wordt.
H^t heeft der Regeering al de grootste
moeite gekost, maatregelen te kunnen
treffen, betreffende onderwijs aan doof
stommen en blinden. Voor andere catego
rieën is geen geld. Dc schipperskinderen'
vonmen een veel grooteie categorie en
zouden veel meer geld edschen.
Er ontstaat een legende alsof op het
Dep. van Onderwijs een zucht bestaat, om
het bijzonder onderwijs zooveel mogelijk
in vrijheid te beknotten, het centralisatie-
systeem er meer en meer ingang vindt.
Spr. vraagt bewijzen daarvoor. De geruch
ten kan hij volkomen tegenspreken.
Met verwondering heeft spr. hoeren
klagen over do salarissen bij het Nijver
heidsonderwijs. De nieuwe regeling heeft
geen terugwerkendo kracht en niemand
wordb in zijn 9alaris geschaad. De techni
sche wijziging zal in hoofdzaak art. 25 be
treffen.
Wat het hooger onderwijs betreft,
vraagt 6pr. wat de heer Steger verstaat
onder zuivere rede. En wat verstaat men
onder waarheid? Langs den natuurlijken
weg der rede kan men toch niet een per
soon. als Jezus vinden, die gezegd heeft:
Ik ben de Waarheid. Logica is dn heit- reli
gieuze leven afhankelijk van de premisse.
Over de rede gaf dr. Kuyper 22 definities.
Invoering der wijsbegeerte op de leerplan
nen der instituten voor voorbereidend
hooger onderwijs zou overlading van die
leerplannen met zicb brengen. Bovendien
zijn bieraan kosten verbonden voor het
Rijk.
De opmerkingen van den heer Slotc-
makcr de Bruine betreffende mogelijke be
zuiniging bij het hooger onderwijs zaïl spr.
overbrengen aan de Commissie voor reor
ganisatie van heb hooger onderwijs.
De heer FRANSSEN en mevr. POT
HUIS repliceeren.
De lieer S. DE YRIES wil het wagen, te
bewijzen, dat do Onderwijswet centrali-
seerond werkt. Op dit. oegenblik betaalt
het Rijk het salaris der onderwijzers. Is
dit centraliseerend, ja dan neen? De on
derwijzers vo.elen zioh thans wel meer
Rijksambtenaren "dan vroeger. Heb school
geld der bijzondere scholen wordt door de
gemeente bepaald en geïnd. Dit is centra
liseerend. Het Fransch raag op de bijzon
dere lagere scholen niet onderwezen wor
den. Dib ook is beknotting der vrijheid.
De heer STEGER heeft met rede en
waarheid bedoeldredeneering en ,,wat
overeenkomt met de werkelijkheid."
De MINISTER acht den last, ondervon
den door opheffing van rijksnormaalles
sen, onvermijdelijk. Het Rijk stelt echter
heD, dio van die lessen gebruik makeu en
ver weg wonen, financieel in de gelegen
heid van een vervoermiddel gebruik te
maken.
Do kwestie van het Fransch op de lagere
school is niet iuhaerent aan de gelijkstel
ling. Als het Rijk niet de salarisregeling
voor de bijzondere onderwijzers in handen
hield, zou de wet niet nationaal zijn. Een
zekere centraliseering is onvermijdelijk bij
gelijkstelling.
Het wetsontwerp wordt 1. h. s. aange
nomen.
Do vergadering wordt verdaagd tot Don
derdag tien uur. 1
.Vergadering van gisteren.
Wijziging Kieswei.
De heer VAN DEN HEUVEL (R.-K.)
licht een amendement toe, dat de bedoeling
heelt de speculatie tegen te gaan op de
i z.g. rest-zetels.
j De heer B0NGAERTS (R.-K.) verdedigt
een amendement, om de regeling nog iets i
duidelijker te maken De Regeering wif een
zachten drang uitoefenen om tot een zoo
gering mogel^k aantal lijsten te koenen. Dat
wil spr. ook en zijn bedoeling gaat- in dia
richting nog iets verder.
De heer OUD (V.-D.) verdedigt een serie
amendementen, waarvan de bedoeling is de
verkiezing van de helft der Eerste Kamer
telkens drie jaren te doen plaats hsbben
door de Staten van alle provinciën zcr.der
groepsindeeling.
De heer VAN GIJN (V.B.) betoogt, dat
het stelsel van de Regeering ongrondwettig
is, wat betreft de verdeeling der aftreding
in twee helften. Hij geelt daarom de voor
keur aan het amendement-Oud.
De heer RUTGERS (A.-R.) zegt, dat het
E.-V.-stelsel prachtig is, als het mogelijk
was een half of een kwart Kamerlid toe te
j hedeelen. De kwestie van de rest-aetels is het
moeilijkst. De zetels moeten verdeeld werden
naar evenredigheid van het aantal stemmen.
Dit stelsel is door den héSrl Van den Heuvel
aanbevolen. Bij het huidige stelsel komen
de groote partijen ten achter ea daaraan
maakt het amendement-Van den Heuvel een
einda
Do heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.)
ziet twee bezwaren in het stelsel-Van den
Heuvel, dat z.i. te ver gaat in het weren
van de kleine partijen.
Do heer VLIEGEN (S.-D.) wil het opkomen
der kleine partijen niet kunstmatig tegenhou
den en is dus tegen het amendement-Van
den Heuvel. Het stelsel der Regeering aan
vaardt spr. liever, omdat z.i. dit een be
vredigende oplossing geeft.
De heer VAN VUUREN (R.-K) acht het
stelsel-Oud gedrongen. De fouten, die het
heeft, zrjn op een ingewikkelde wijze wegge
nomen en daardoor is het ten slotte het
zelfde als dat der Regeering.Het stelsel
der Regeering waarborgt niet ten volle het
provinciaal verband, maar in elk geval beter
neg dan in het stelsel-Oud.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
de beer RUYS DE BEERENBROUCK, be
toogt, dat in het buitenland veel kleiner
kieskringen bestaan dan hier te lande. Men
overdrijft hier de beteekenis van het pro
vinciaal verband, dat niet synoniem is met
de provinciale zelfstandigheid. De heer Oud
verliest echter die zelfstandigheid uit het
oog.
Het amendement-Van den Heuvel ljjkt een
voudig, maar kan tot moeilijkheden leiden.
Het amendement-Oud past niet in spr.'s
stelsel en daarom wijst Üpr. het af. Van do
provinciale zelfstandigheid zal in de praktijk
niets komen, omdat de caudid3atstelling cen
traal zal moeten worden geregeld. Het amen-
dement-Bongaerts acht spr. ook geen ver
betering. Spr. acht het gewenseht, de drie
amendementen te verwerpen en de wet niet
in gevaar te brengen.
De heer OUD (V.-D.) trekt zijn amende
ment in.
De heer B0NGAERTS (R.-K.) trekt oohc
het zrjne in.
Do vergadering wordt verdaagd tot Don
derdag te elf uur.
Er was gisteren en vandaag zeer
groote belangstelling in de Eerste Kamer
voor de behandeling van het wetsontwerp
van den heer Braat tot afschaffing van den
Zomertijd. Zoowel de gereserveerde als de
publieke tribune waren overvol, de laatste
vooral met plattelanders.
Bij Kon. besluit is aau H. J. Sym-
kens, commies bij het Dep. van Koloniën,
wegens verandering in de inrichting van
den dienst bij genoemd Departement, waar
door zijn werkzaamheden overbodig zjjn ge
worden, met 1 Juni 1923 eervol ontslag
uit zijn voormelde betrekking verleend; zjjn,
als bewijs van waardesring voor het bij
houden en inzenden van meteorologische jour
nalen ten dienste van het Kon. Ned. Meteorol.
Instituut, de velgc-nde onderscheidingen toe
gekend: de gouden medaille aan de gezag
voerders: D. Ouwehand van de Mij. „Ne
derland", J-, van Duiken van de Holland-
Amerika-lijn. en J. M. Kolkman van den
Ken. Holl. Lloyd; de zilveren medaille aan
de gezagvoerders: G. J. Terwiel, J. Veen-
hoven en S. Stapel van de Mij. „Neder
land". N. Huisman, S. van Ronkel en C.
W. Visser van den Rolt. Lloyd, R. W.
Braim van de Holland-Amerika-Lijn, G. J.
Veldkamp en P. W. A. Ohr van den Kon.
Holl. Lloyd, en G. van der Voort van de
Kon. Paketvaart Mij.; is aau den comman
deur der scheepmakers bij 's Rijks marine
werven L. P. Overbuys de eeremedaille,
in zilver, verbonden aan de Orde v;;n Oranje-
Nassau, verleend; zijn buiten bezwaar van
's Rijks schatkist, benoemd tot gedelegeer
den van de Nederlandsche regeering br) het
in Augustus en September 1923 te Mel
bourne en Sydney te houden Pan Pacifio
Science Congress: dr. H. A. Brouwer en
dr. G. A. F. Molengraaff, hcogle?raren aan
de Technische Hocgeschaol to Delft, en dr,
P. van Romburgh, hoogleeraar aan de rijks
universiteit te Utrecht; is benoemd tot lid
van het collc-ge van curatoren van het Ko
ninklijk Ncderlandsch Meteorologisch Insti
tuut dr. C. Eastoo, te Amsterdam; is, te
rekenen van 1 dezer, op zrjn daartoe ge
daan verzoek, eervol ontslag uit 's Rijks
dienst verleend aan G. de Nes, secretary
der scheidsgerechten voor spoorwegperso
neel, te 's-Gravenhage.
Nu prof. Poels zijn schepping, de
Rijks-seruminrichting te Rotterdam, en
Rotterdam zelf gaat verlaten, hebben de
doctoren en dierenartsen en de leden der
geleerde colleges uit de Maasstad, met wie
de scheidende-bacterioloog lang heeft sa
mengewerkt en aan wie hij door vele ban
den was verbonden, hem niet willen laten
heengaan, zonder hem nog eens van hun
waardeering to doen blijken. Do Rottcr-
damscho Gezondheidscommissie had onder
haar vorigen voorzitter, dr. J. M. Dutilh,
nog tot een huldiging het initiatief geno
men en het Bataafsch Genootschap vpor
Proefondervindelijke Wijsbegeerte, do
Rijksseruminrichting, de afd Zuid-Holland
der Maatschappij voor Diergeneeskunde,
de Nederl. Maatschappij tot Bevordering
der Geneeskunst, afd. Rotterdam en Om
streken, hadden zich met nog een aantal
andere vereerders van prof. Poels gaarno
daarbij aangesloten.
Gistermiddag heeft deze plechtigheid
plaats gehad in het gebouw der Rijksse
ruminrichting aan de Benthuizerstraat.
Toen prof. Poels, vergezeld door zijn
dochters en kleinzoon, en begeleid door dr.
Dutilh, was binnengetreden, nam dr. H.
Klinkert het woord.
Met woorden van waardeering voor den
schilder, bood dr. Klinkert het door den
kunstenaar H. E. Mees geschilderde por
tret van prof. Poels aan, waarvan hij
hoopte, dat het eens, maar na zeer, zeer
vele jaren, een plaats zal krijgen in Boy
mans. ,,Fac ut valeas", besloot spreker,
„en wil ons blijven gedenken."
Prof, Poels zeide, in antwoord op deze
hartelijke toespraak, dat het hem een be
hoefte was. voor deze huldiging zijn diep
gevoelde erkentelijkheid uit te drukken.
Prof. Poels ontving gistermorgen via het
Departement van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw bericht, dat de koning van
Denemarken hem heeft benoemd tot ridder
in de Danehrogorde.
Gistermiddag is in Den Haag het eer
ste congres geopend van het Genootschap
veer Zedelijke Volkspolitiek.
Da voorzitter, prof. dr. K. H. Roes-
singh, van Leiden, sprak het openingswoord.
Ons begin is nog zeer klein, aldus epr.;
eerden is hier sprake van een congresja
dan van een congres. Het ligt niet in da
bedoeling, op deze bijeenkomsten de tac
tiek van den strijd te bespreken; dit za!
geschieden op de jaarlijksche vergaderingen.
Langzaam, maar zeker gaat ons ledental
en daarmee onze kracht naar buiten voor
uit. Ons pas opgerichte maandblad heeft
ons in zjjn kort bestaan al zeer veel naden
tot elkander gebracht. Spr, constateert, dat
er vrjj groote belangstelling is voor did
congres uit de plaatsen buiten Den Haag.
Het is niet mogen gelukken, buitenlandscha
sprekers over te krijgen, hoewel velen de
zer in hun brieven sympathie met onze denk
beelden betuigd hebben. Onder hen valt tel
noemen de Italiaansche oud-premier Nitti.
Aan het slot van zijn openingswoord sprak
de voorzitter de hoop ca de verwachting!
uit, dat de twee dagen van samenzijn ver
heldering en overeenkomst voor velen bren
gen zullen.
Eerste spreker was dr. J. J. Boassort,
met het onderwerp: Democratische vorm en
democratische inhoud.
Aan de daarop volgende bespreking na
men deel de heeren prof. Eerdmans, uit Lei
den; Gunning, fabriaant te Arnhem; pref.
Van Leeuwen, uit Utrecht; prof. Heering,
van Den Haag; Bakker, industrieel in Den:
Haag; en Crucq, accountant- te Amsterdam.
's Avonds werd het congres voortgezet.
Dr. M. van Blankenstein, de ster-corres
pondent van de „N. R. Ct." "die ever da
internationale politiek en moraal zou spre
ken, was verhinderd. In dlen3 plaats had
prof. Verzrjl, docent in het internationaal
recht te Utrecht, da uitnoodiging aange
nomen.
Het allft-eerst voerde het woord mr. J.
Limburg, voorzitter van da Vereeniciag voor
.Volkenbond en Vrede.
Het nieuwe wetsontwerp tot bestrij
ding van cle zedelijke en maatschappelijke
gevaren van do bioscoop zal Donderdag 28
dezer om elf uur in de afdeelingen der
Tweede Kamer worden onderzocht.
Ingediend zjjn een wetsontwerp, hou
dende wjjziging en verhooging van hoofd
stuk V der Staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1923; en een wetsontwerp tot wijzi
ging van hoofdstuk Xa der Staatsbegroo
ting voor 1923, welke wijziging mede noo
dig was voor de onderbrenging bij het De-
partement van een gedeelte yan het opge
heven Departement van Landbouw, Nijver
heid en Handel.
A'ocrts worden gelden aangevraagd oh»
het Tweede-ICamer-lid Fruytier een verlofs
traktement uit te betalen.
Het gentrale huldigingscomité 1923
1; Amsterdam heeft aan de provinciale en
stedelijke comnA'o mededeelingen gedaan om
trent do huldebetoogiag. we!ka te Amster
dam zal worden gehouden door afgevaar
digden van vereenigingeo uit het gehoekt
land, met de vaandels. De huldiging zal
plaats hebben op 6 September, de3 namid
dags, op den Dam, vóór het Koninklijk
Faleis. Het centrale huldigingseomité heeft
een samenwerking tot stand gebracht met
het comité tot aanbieding van het hulde
blijk (restauratie van het kerkkoor te Delft)
ender voorzitterschap van dr. C. J. vanl
Aalst, te Amsterdam. De vereenigir.gen zul
len naar gelang van haar aankomst te Am
sterdam door commissarissen van orde ge
leid worden naar het groote terrein achter;
het Rijks-Museum. Het dragen van do nae
tionalo kleodc-rdracht van de streek van her
komst door de deelnemende vrouwen en man
nen is zeer gewenseht. Nadat de geheeja
stoet van de verzamelplaats achter het Rps-
Museum afgemarcheerd is mar den Dam,
zal aldaar hulde worden gebracht aan da
Koningin, die op het balkon van het Paleis
die hulde in ontvangst zal nemen. Gedu
rende het défilé zal aan H. M. een oorkonda
werden overhandigd namens alle doe nemers,
met een album, waarin da namen van alia
deelnemende vereonigicgtn. Tevcms zal dan
het hoofdcomité voor het huldeblijk aan de
Koningin het huldeblijk van het Nederland
sche volk aanbieden.
NU hel Engelscli van ADELINE SERGEANT.
John had dit gezien, stond even stil, de
ficuning vastgrijpend?, alsof iets hem dui-
Jjri'g had gemaakt. Dora Garlton kwam
inel do trap oploopen op dat oogenblik cn
ccnige minachting voor het gebrek aau
&uoir faire van een man. Hij probeerde
l^tt eens Catherine naar haar kamer te
krijgen, cn zei den bedienden niet weg te
feaan hij deed in één woord niets 1 Dora j
jï^nsclitc, dat de Voorzienigheid van haar
*<-'n man gemaakt, had! Was het niet duï-
e 'ik, dat Catherine ijlde van koorts, en
gauw mogelijk weer naar bed moest
8^raeht worden? En waarom hacl hij haar
,et dadelijk het kind afgenomen]
Maar voordat zij de bovenste trede be-
(1 "te, had Catherine ziek naar John ge-
eerd cn beiden, John en Dora, konden
iaat gelaat zien. Ken donkere blos brand-
e °P haar wangen, haar oogen schitterden
3 etQrrcn cn een zonderlinge glimlach
Poolde r>m haar droge lippen. Zij was rich.
1 111 ^t cn het wp.s duiclelyk, althan° nnr
|I>ora, dat
ling verloren had.
teers'h*"" 00£enkiik a"° z^lfhe-
pijn i'j W1S/ C*afc-n'ot zo° zoucJb j
I jj.' .7'^1 Catherine op zegevierenden toon. i
I y'o, i]"13 mijn kind niet van mij weg
loriL r f"' K' vo"d i,ct iuist zij,,
r ohn; 2al je nu mtji| leven lang i
dankbaar zijn. Ik wist, dat je me niet zou
dwingen met je te tronwen, voordat je het
teruggaf."
,,ÏJlt ze?" vroeg Dora fluisterend aan
John. Maar Jolin stond onbeweeglijk, alsof
hij tob ste-en was geworden. Hij dacht in
ziju hart, dat hij Kitty krankzinnig had ge
maakt.
j.Het lieve kleintje! Wat heb ik hec
lief 1" zei Catherine, het zachte gezichtje
en de handjes van het kind kussend. „En
tc denken, dat liet van mij is; liet kind,
dat ik dood waande. O, John, hoe heb je
het al dien tijd van me weg kunnen hou
den."
Fanny Llothwells lachje trof hun ooren
alleronaangenaamst.
„Maar, Catherine, wat ben je dwaas!"
riep- zij, van achter Dora's schouder. ,,Je
droomt. Dat is Dora's kleine jongen
on jij
„Wil je stil zijn, Fanny 1" zei Dora,
boos fluisterend. ,,Zie je niet, dat zij ijlt?
Ga maar liever naar beneden. Kom, Kitty,
lieve, loop niet op de gang met de kleine.
Hij zal kou vatten, en jij ook. Kom mee in
je kamer. Zal ik hem voor je dragen?"
O, neen, niemand dan ik zelf zal hem
aanraken. Laat ik John nog eens bedan
ken ik ben zoo boos op John geweest,
John - I
Hij had zijn oogen niet afgewend va*<
haar stralend gelaat; maar toen zij tot
hem sprak, schrikte hij en richtte zich op.
Maar hij stond op een der treden, niet op
de gang, en toen zij naar hem toekwam,
was zijn hoofd even hoog als het hare.
Vóór hij wist, wat zij ging doen, had zij
hem op tiet- voorhoofd gekustde heete lip
pen schenen zijn vel tc schroeien en'liij had
bijna het gevoel, alsof zij een teeken had
den achtergelaten.
„Beste John," zei ze, „ik wist zeker, dafc
je tenslotte zou doen, wat goed is."
„Noem haar mee Dora," mompelde hij,
„Het is genoeg om haar en het kind te doo-
den."
„Kom, Catherine," zei Dora.
Mevrouw Carlton was bleek tot in de lip
pen uit angst voor haar kindmaar zij
wilde haar vrees niet laten blijken. Zij
geloofde, dat Catherine krankzinnig was,
of ten minste ijlend, $n niet verantwoor
delijk voor haar daden. Zij kon het kind
misschien over de leuoing in de vestibule
gooien, of het op den grond laten vallen.
Nu behandelde zij hét met de grootste tce-
derheidmaar men wifct niet, wat zij het
volgende oogenblik zou doen. Door tact en
geduld wist Dora Catherine eindelijk te
bewegen, weer naar haar kamer te gaan.
Toen riep zij Martha, en allo anderen wer
den er buiten gehouden.
John ging naar beneden en zond om den
doktertoen keerde hij naar het 6alon te^
rug en zei zijn moeder en den gasten, dat
Catherine ernstig ziele was, cn niet wist
wat zij zei. Een bericht, dat door den dok
ter bevestigd werd, want toen de kleme
jongen van mevrouw Carlton eindelijk uit
Catherine's armen genomen werd, werd
zij wild en was bijna niet te houden, en
eindelijk viel zij in het ergste delirium.
Het was een geval van hersenkoorts, zei
de dokter.
De Piotkwells gingon gauw heen en het
huis werd zoo stil als mogelijk was. Tot er
een verpleegster kwam, waakten Dora en
Martha beurtelings bij Catherine. Yroeg in
den morsren weird er een zuster door den
dokter gezonden, en ongeveer zeven uur
ging Dora, die wist, dat haar broeder vroeg
opstond, naar zijn zitkamer en klopte, üp
zijn „binnen" ging zij de kamer in en
stond verslagen. Want John was niet naar
bed gev/eeat, hij was nog in zijn avondpak,
en zijn grauw, ongeschoren gelaal zag cr
zóó ellendig uit, als Dora het nooit te vo
ren gezien had. (Hij zot in zijn houten
stoel met ronden rug en hief zijn hoofd op
van zijn handen, 'n houding, die groote
afmatting verried toen zijn zuster bin
nenkwam. Er was groote angst op zijn ge
laat te lezen.
,,Nu?" zei hij schor. „Is zij dood?"
„Wees niet dwaas," zei Dora kortaf.
Maar haar korte toon kwam voort uit me
delijden, en dat begreep John. „Zij is nu
rustiger. De koorts zakt wat, gelooven wij.
Zij zal beter worden."
Zijn hijgen deed Haar een vriendelijk
woord zeggen. ,,Besto John, wees niet zoo
ongerust! Houd moed, beste jongen. Wees
flink; je hebt niet geslapen, en je bent
vermoeid."
„Ja, ik ben erg vermoeid," zei John
werktuiglijk.
Hij stond op en bewoog zijn armen. Hij
had er kramp in, doordat hij ze zoo lang
onbeweeglijk had gehouden.
„Zij brengen me een kop koffieik heb
gezegd, dat ze het hier zouden brengen,"
zei mevrouw Carlton. „Maar het is beter,
dat de bedienden je met in dio kleeding
zien, Jolin,zij zouden er maar over bab
belen. Ik zal het halen en dan kan jij wat
nemen."
Zij ging een paar minuten weg on kwam
toen terug met een klein blaadje. Zij zag,
dat John de blinden had opengezet en Het
gaslicht uitgedaan. Hij had ook het raam
opengemaakt en liet do frisselie, zuivero
morgenlucht binnenkomenhet was het
begin van een prachtigen Julidag. Hij
dronk zwijgend de koffie, die Dora hem ge
bracht had; maar hij zag er minder akelig
uit, toen hij het kopje had neergezet.
„Ik wou wel, dat je me vertelde, wat
dit alles bcteckent, John", zei zijn zuster,
die hem had zitten aankijken.
„Wat wat betèckcnt?" zei John.
Zij merkte op, dat hij zijn schouders
strak zette alsof hij zich op strijd voorbe
reidde.
„Wat scheelt Catherine? Waar denkt
zij aan?"
„Lieve Dora, je hebt zelf gezien, dat zij
ijlde."
„Ja, maar ik geloof niet, dat wij daar
aan alles kunnen toeschrijven. Ik weet,
dat zij een kind had in dien ellendigcn tijd,
toen zij dacht, dat zij de vrouw van cJicn
inan was," zei Dora, die de zaken altijd
eenvoudig voorstelde; ..maar ik dacht, dut
het kind stierf."
Er was een bijna onmerkbare pauze, voor
dat John antwoordde
„Natuurlijk stierf het kind."
„Hoe lang heeft het gcleofd?"
,,Hoe weet ik dat? Een paar uren, denk
ik. Wat bedoel je toch, Dora?'
„John, ik weet niet, hoe het is, maar zij
vertelc zoo allerlei bijzonderheden! Zij zei
me, dal. jij het kind hadt weggenomen,
opdat de mensehen er niets van zouden,
weten, en dat je hadt beloofd het haar
terug te geven, als zij je vrouw wilde wor
den. Is er eenige waarheid in?"
,.Hoe kan dat?"
'(Wordt vervolgd.)!