Wï k m mrm Eindelijk weergevonden ju i No. 19351. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 April. Derde Blad. Anno 1923. SOUVENIRS AAN SARAH BERNHARDT. VOOR DE HUISVROUW. C. FOK.TMANN Echte Gouda Plateel SPORT. FEUILLETON II. Dat was een avond tijdens de groote over stroomingen in Parijs. De priemière van Chanlecler was uitgesteld. Sarah speelde voor de noodlijdenden „L Aiglon Ze had zijn geest opgeroepen in 't korte half uur voor haar optreden, dat ze voor zich hield in den langen werkdag. En 1'Aiglon was gekomenen leefde in haar. L'Aiglon! Pauvre petit Due de Reichstadt, door Rostand en Sarah eindelijk „verklaard" voor het volk dat hij liefhad. Daar zalen er in de zaal, en wij waren onder deze, die het tien, twaalfmaal gezien hadden, die de text bijna van builen kenden en die toch kwamen om het weemoedig einde van een glorieus épapée nogmaals en nogmaals mee le maken. De geest van l'Aiglon zweefde rond Sarah. Ze was gec.i oude vrouw, ze wis een jonge, man een jonge zwakke man met opilik- keringen van den heldenmoed van „l Aigle die zijn vader was, met inzinkingen en ver twijfelingen, te feller naarmate lnj even de geest van den grooten in zich had voelen opstaan. L'Aiglon keek op naar het volk dat zijn Vader zoo liefhad en leed met hem, het zware leed der overstrooming. Toen deed Zij, de Groote, wat die Andere Groote gedaan zou hebben, wiens kind ze was, wiens Wil ze moest voelen: „au bord de la Seine, au milieu de ce peuple gri el avait tant aimé". In haar witte costuums van de Oostenrijksche garde, het gehate costuum. dat was een uiting van Metlernichs geraffi neerde haat, daalde ze af, zij de Moeë, wien loopen een last, een pijniging was en op een zilveren schaal vroeg ze de aalmoes van heel Parijs. Veel onvergetelijke momenten heeft Sarah Bernhardt ons arme menschen geschonken. Ik behoor tot de zeer bevoor rechten, die er vele meegemaakt hebben, maar dat dat spontaan zélf doen, wat an deren opgedragen was, dat bracht ons allen de Goden nabij; dat deed ons Sarah „liefheb ben", met meer dan de platonische liefde van toeschouwer lot actrice. Sarah, voor mij en voor vele anderen, is meer geweest dan de ideaal actrice. Ze was "de draagster van een groot, écht menschelijk gevoel, dat niet bestond uit vage broeder- schapsthcorie, met daarachter als praktijk het „houd wat je hebt en zie te krijgen wat je kunt", maar dat zich in het dagelijksch leven gelden deed en omzette in daden. Dat was weer een anderen avond. Parijs lag onder de sneeuw en het vroor dat het kraakte. Sarah had „La Samaritaine" ge speeldWij allen, en er waren vele trou wen, wachtten op haar om de weelde van een glimlach of een blik. Het toeval had me het dichtst bij de deur geplaatst waar door ze komen zou. Opeens hoorde ik haar voix d'or. „Doublez les gages if fait un temps de chien!" Ik was de eenige die liet hoorde. Alle kleine em ploye's merkten het dien avond le laat om haar te bedanken maar daar ging het niet om. Sarah hield niet van dank; ze had een soort kuische schaamte voor haar wel daden. Een middag weer. In het boudoir boven het theatre Iemand vroeg: „Vous écrivez des mémoi res?" „Que voulez-vous? Vanitas. vanitatum," en ze lachte. Hoe weinig ijdel was ze eigenlijk! Ze liet graag van ZLch spreken vroeger. Maar zeker niet uit ijdelheidl Ze had zich trou wens alles kunnen permilleeren, zonder dat wie ook, haar daarvan had kunnen beschul digen. IJdelheid is alleen, een vertoon van glans, die iemand niet toekomt. Sarah Bern hardt had recht op alles, want ze was de grootste van ons allen. Als ze er van hield, van zich te doen spreken, was het, omdat ze de benepenheid haatte, en wie weet, graag chongeerde wat haar aanbad zonder moed. Misschien ook was het haar behoefte zich uit te leven ook buiten de emoties van haar rollen, in emoties die haar eigene wa ren „Fortuinen heeft ze door haar vingers la- ton glijden" zegt men. i Volkomen waar! Maar kwam het haar niet toe? Kan men behalen dat wat ecnig, wat I niet te remplaceeren is? Sarah Bernhardt was de Godin, die de j hoorn des Overvloeds toekwam. Ze telde geen j geld, ze dacht niet aan geldIn de jaren i van haar glorie kende ze geen zorgen en toen die kwamen door een geliefd wezen, j beschouwde ze niet die ze haar aandeed, maar beschouwde ze „de zorgen" als vijan- l den, en zweeg zc dood, wcnschle ze te ne- j geeren. Ach en toch heeft ze zich gewonnen moeten geven. Diezelfde stad Parijs, die haar nu als „eereburgeres" begraaft heeft haar niet altijd liefderijk en royaal behandelt. Immers het Theatre Sarah Bernhardt was het eigendom van de Stad.en de huur. 't Is te hopen, dat het nageslacht, als het eens de glorie der grootsten onzer tijd voor zijn kinderen nieuw te boek stelt, en snuffelt in oude documenten sommige bescheiden niet vinden zal. „Quelle surprise, mes enfants!" Ze had den moed om het le zeggen toen ze „eindelijk" het Légion d'Honneur kreeg. Eindelijk! En ook al de bitterheid, die hieraan vooraf ge gaan was, moge het nageslacht vergeten; opdat niet blijke dal wat deze Divine" gaf, te verre overtrof wat ze ontving! Voor ons, die haar gekend hebben, die de volle zalen gezien hebben, gemeduseerd on der haar bekoring, trillend door haar emoties, levend, licvend, lijdend en stervend met liaar, is dit niet zoo. Wij weten dat ze ont ving, meer dan de Goden kregen. Maar 't nageslacht, dat haar niet gekend heeft cn onze aandoeningen niet vermoeden ol peilen kanT houdt alleen rekening met fei ten en dan zal liet oordeel fèl zijn tegen ons. Sarah Bernhardt in de Tooneelkunst sluit een epoque af, zooals Thijs Maris dit deed voor de schilderkunst en wie weet, ook de initialeur van Gogh die Stichter en laat ste glorie was van zijn school. Met Sarah Bernhardt sterft de romantiek. C'est.fini! Met Sarah Bernhardt sterft Phèdre en l'Aiglon sterven allen die zij was en die geene vertolken kan als zij. Sarah Bernhardt stond voor de klassieken en voor het romantische epapécDaar mee is het nu gedaan. Parijs, Frankrijk, heeft nu geen tegenwicht meer voor zijn moderne adultère en verlei dingsstukken. Zonder Sarah Bernhardt mist haar réper toire de macht, dit verfoeilijk verknoeide ge slacht, ten minste van tijd tot tijd naar het „goede en groote" te trekken. Want verfoeilijk is onze smaak verknoeit. Wc aanbidden Charlie Chaplin's, Mistin- gueltes en Revue-diva's. We zoeken ons heil bij het afbrekende, meenend dat dit hoort bij onzen tijd. We sluiten de oogen willens en wetens, anders zouden we toch zien, hoe we door de middelmaat geregeerd worden, hoe onkundigen ons hun knoeiboel op alle gebied opdringen. „Oh," hoorde ik van een „beeldend" kun stenaar zeggen, „hij is zoo mooi als de Egyp- tenaren." De juffrouw, die het zei, was nooit uit Steenwijk geweest. Toen wij het werk zagen glimlachten we. Slappe, verwaterde knoeiboel met Egyptische pretenties.... Zoo is alles. Onze smaak is verknoeid. Royaards heeft het moeilijker dan Nap de la Mar of een gezelschap met lekkere adul tère stukken. Sarah Bernhardt in deze verknoeide wereld, waar gelijkheid synoniem geworden is, met algemeene verdierlijking was een tegenwicht. Zij durfde nog schoone. romantiek brengen en het gelukte haar met haar luister, de vieze moderne rommel in 't ware licht te stellen. Parijs, Frankrijk, de wereld, verliest niet alleen een actrice we verliezen ook een profeet; een prediker van 't goede schoone Na .Sarah Bernhardt's verdwijnen, is de taak van Royaards en eenige anderen weer verzwaard. De grootste in den strijd tegen de invasie van het vulgaire is gevallen. Op 't veld van cerl Tot het laatste toe is ze gebleven dc geest van haar gezelschap.. I Men speelde L'Aiglon toen ze stierf.... L'Aiglon! één van de rollen,-waarin ze heel haar groote ziel scheen le geven.... Toen het doek viel bij het annonceeren van haar dood ging een huivering door de zaalDoodsche stilte. Wie was hety die zich verbeeldde Sarah Bernhardt.en l'Aiglon hand in hand te.zien vóór het neergelaten doek? Een hallucinatie? There arc more things in Heaven and on Eeartht ET LEN FOREST. Hesft u er ook-soms zt>o'n last van, dat u v puddingen, wanneer er jam of stroop dno"- is gekookt, niet mooi uit den vorm komen' De ïout schuilt dan da.irm, dat u uw pan niet genoag heeft ingevet. Het is n.l. niet voldoende om deze met een gevet papiertje uit te wrijven, u moet lie ver een beetje vet in eón klein© pan up- lcrsen en dan daarmee uw puddingvorm terdege uitsehrobben vóór u de jam en in doet. Niet iedereen denkt er aan, dat een groote fiesch van whiskey bijv., uitsiekend dn nst kan doen (ook als zij leeg is) wan neer u haar als deeg-rol gebruikt. Des noods, als zjj niet zwaar genoeg is, doet u er een beetje water in, maar dan goed I afsluiten met de kurk, hoor! Krenten moet u uitwasschen jn de ver giet onder een heet-water-kraan; dan wor den zij ten eerste goed schoon on ten tweede zwellen zij op tot dubbele grootte, j Vcor het drogen spreidt u ze dan uit op groote schotels en zet ze vrij dicht lij een vuur. Uw cakes en puddingen worden extra lekker, wanneer u zooveel aandacht aan de krenten schenkt. Het beste is om zo den avond te voren uit te wasschen, dan drogen zij 's nachts door en door. Een paar aanwijzingen voor hst rein'gen van huishoudelijke zaken zullen u welkom zijn, nu de schoonmaak-bacil woekert. Ebbenhouten meubelen behóören eens per week met een zacht lapje (bijv. oen ouden zijden zakdoek), in olijfolie gedoopt, to wor den opgewreven. Als het hout echter ver waarloosd is, en dof is geworden, kunt u het weer bijwerken door het mei een weinig van het volgende politoer ta be handelen: 6 d.L. lijnolie, 3 d.L. azijn, 3 d.L. wettige alcohol on 1/2 d.L. antimo- nium-boter. Doe deze ingrediënten to za- men in esn fiesch en schud het zoo lang tnt zp geheel1 vermengd zijn. Wanneer u er twee politoert, mag u er maar weinig tegelijk van gebruiken; pas op met vuur en licht; het is ontvlambaar! En hot is vergift; dus zet het buiten het bereik van kinderen en dieren. Bamboes kunt u met warm zeepsop schoen krijgen. Als hst slecht geverfd is, moet u er hard met een nagelborstel, in gewoon zout gedoopt, overheen schuren. Zoodra hot droog is, wrijft 11 het af met een lapje, gedrenkt in lijm. Na een paar üur ldesft het absoluut niet meer en zien uw meu belen er uit als nieuw. Linoleum wordt het mooist, wanne or u het eerst met een v/arm zeepsopje wascht en er daarna met een flanellen lap, waar warm water uit is gewrongen, en die ver volgens in paraffine werd bevochtigd, over heen wrijft. Daardoor verdwijnen alle vetto vlekken. Als u het raam oven open iet, trekt da paraffine-lucht dadelijk weg. Een fluweelen hoed maakt u eerst rtof- vrij met een vrij hard borsteltje. Houd' hein daarna een poosje, in den stoom van uw waterketel en borstel hem nog eens zoo gauw als hij droog is. Als er nu nog vlekken op zrjm blijven zitten, is dat zoo goed als zeker te wijten aan vet. Ver meng wat bloem met petroleum en laat dit papje drogen; wrijf het daarna tot poe der en bewerk hiermee de vette vlekken. Na een paar uur kunt u de poeder en af borstelen en den hoed flink uitkloppen. Indien de vlekken dan nog niet geheel ver dwenen zijn, moet u dit proces nog eens herhalen. .Weet u wel, dat eigengemaakte boenwa3 altijd het best-o is? Het volgende recept er voor kreeg ik van een motor-handelaar, die het gebruikte om lak te politoeren; ikzelf gebruikte het met veel succes voor den vloer. Koop b(j uw schoenmaker wat hielbal- letjes, een combinatie van was en schoen smeer,-waar de hielen glad mee gemaakt worden; los twaalf bruino balletjes op in een halven Liter terpentijn; doe dit mengsel in een jampotje, zet dit ia een pan met kokend water, dat u Lat doorkeken, ter wijl u voortdurend roert, tot de ba!let;es zijn opgelost. Als h-et koud wordt, stolt de was; vóór het gebruik leunt u er dan nog een scheutje terpentijn op doen om het weer vloeibaar te maken. Een ander onderwerp, dat bij de groote schoonmaak ter sprake komt, is het „op knappen" der kamers: frissche gordgnen, een nieuw vloerkleed, een schoon overtrek der slaapkamermeubelen, een aardige sprei enz Denk er nu om, dat appüqué zoo enorm veel succes heeft en dat bet een genoeglijk werkje is. Vooral voor de jonge- meisjes- en kinderkamer is het o:n gesonikt ornament. Ongebleekte mousseline is het beste materiaal om op te appliquesrea, wanneer het voor een slaapkamer uco-dig is; het staat frisch en het is sterk. Ge woon gekleurd, effen linnen kunt u voor appliqué gebruiken en dan heeft u nog wat borduurgaren noodig voor het vast zetten. Als u zelf aardig kunt teekenen. is dat natuurlijk hot be te geschikt; doch u kunt ook in alle handwerkwinkels goedo oVerdrukpatronen koo-pan. Vóór u zo eohtsr overtrekt, most u mousseline en linnaa flink glad strijken. Het overtrekken en uitknip pen is kinderlijk eenvoudig; maar de kuust is om het netjes en pre'cibs te doen en om wat oog te hebben voor het arran- geeren der geappüqueerde stukken. Let er op. dat de draad in de baide materialen gelijk loopt en dus niet die van het. lin- nei loodrecht op heb mousseline komt te staan. Knip de l'innenstukken iets groofer dan het dessin en sla dit surplus naar binnen Rjjg dan do stukjes vast op heb mousseline-en maak het ten slotte af met ce» flanel- of keltingsteek langs derandj-.-a. Ik zag laatst een snoezige jongemeisjes- slaapkamer in dit genre. Daar waren de overgordijnen, de badde- sprei, het overtrek der vensterbank, tafel kleedje en kussens alle geapp'.iqueerd; zoo iets is natuurlijk alleen geschikt voor een dergelijke kamer, waarvan ieder jaar do inrichting varieert; anders zou het te spoe dig vervelen. Maar een meisje van achttien is in vollen groei, ook wat haar smaak betreft, en zoo zal zij- het eene jaar niets dan wit laquó meubelen en rose of lila stoffeering wenschen, en het daarop vol gende in een saliedo bui aiken gebeitsti hout cn nauwe of wqnrcode aankleeding pjefeereren. De kamer, dis ik zag, was met oranje, gele cn zwarte appüqué op oen roomkleu rig fond, 'terwijl do .uitknipsels met een. violotten draad waren omgewerkt. Maar iedereen kan haar eigen kleurcombinatie kie zen. De eene tiat der appliqué's moet iets dc-nkerder dan de andere zijn en de draak meet met beide harmonieeren. Hier zijn nog wat ideeën: lavender- cn turquoise-blauw met een gelen draad of geel en turquoise blauw met can lurquoi- sen draad; appelgroen on geel mot aan la vender draad; ross on blauw met een draad in een der beide tinten. RECLAME. Breestraat 122—124 Alleen-v c r k o o p voor Leiden van het van de Plateelbakkerij „Zuid- Holland". Vergelijkt het echte met alle andere soorten in prijs cn afwerking. 5058 SCHAKEN. Goede oplossingen ontvangen van de hee* ren Paulides en van Os. De oplossing van liet probleem van de vo rige week was 1Tc3. De daardoor ontstane dreiging Lf3f wordt dan gecoupeerd, door een zwart stuk op f6 le zetten, waardoor da dame het paard op 15 niet meer dekt. Bij zonder aardig zijn al die zetten, waarbij de stukken van zwart elkaar in de weg zitten. Deze week een probleem dat de bekende componist Mr. A. van der Ven mo toezond, daarmee mij en de lezers verplichtend. Mr. A. VAN DER VEN. le publicatie. J_I mm iïf pi pgl 1 Wit begint en geeft mat in twee zetten. Wit: Kill, Dc2, Td2 cn f6, La5 en a6, I'a3 en f4, pid5 en e3. Zwart: Kc5, Del, Tb8, La8 en a3, pib5, 17 en h2. In een onlangs le Kampen gehouden si- multaan-séance, speelde Dr. Lasker met mij de volgende parlij: F. K. Lasker e4 e6 2. dl d5 3. Pc3 PI6 i. Le» Le7 5. e5 Pfd7 6. Le7: De7: 7. Dd2 0—0 8. ii cö 9. Pb5? Deze zet behoort hier niet thuis. Met Pf3, g3 cn Lg2 moet wit trachten de zwakke pionnenstelling te versterken. 9. 10. 11. 12. 13. c3 P/3, cdl: fc5. Pc6 f6 cdl: fe5: Misschien is deö: beter. Maar wit's centrum is al weinig meer waard. 13. a6. 14. PJ6 Tf3:I 14. gf3: Dhlt 16. Df2 Pel.l kwaliteilsoffer, dat Bilgner ook is zeer kansrijk, naar men ziet, 17. Tel Pf3:1- 18. Ke2 Pdif 19. Kei DI2:t 20. Kf2: Pc6. 21. Lh 31 Pf8 22. Kc3 Ld7 23. Pb7: Pe5: 21. Pcó Kf7 25. b3 Ke7 26. Thfl g5l 27. Kd4 Kc6t 28. Kc3 Le8 29. Teel Pd8 30. Kdl Lf7 31. Tf2 a5 32. Tefl Tb8! 33. Tf6. g4l 34. Lg2 Tg6 35. Tlf2 h5 36. Pe6: Ï>e6:f Opgegeven. P. FEENSTRA KUIPER. Uit het Engels van ADELINE SERGEANT. 6) „Ik heb verdriet," zei Catherine zacht. „Dat is alles, wat ik zeggen kan, Martha. Kan jc het overige niet vergeten?" Ja, arm schaap, je hebt verdriot ge kend, dat is gemakkelijk te zien',, zei Mar tha, nu week geworden en verlangend te troosten, waar zij getracht had to wonden. „Het is nu alles over en voorbij en je moet probeeren het te vergeten. Neem nu je me dicijn als een braaf meisje, cn je kunt nog lekker slapen vóór theetijd." En als Mar tha haar. voortaan alleen sprak, noemde zij liaar eenvoudig Kitty", zooals zij vroeger gedaan had, cn bewaarde het „juffrouw Catherine" voor deftige aangelegenheden. En men merkte op, dat Catherine gelukki ger met haar dan met iemand anders in Kuis scheen te zijn. Het was pas tegen midden in den zomer, dat zij in het gewone familieleven begon to deelen. Zij kwam voor de maaltijden bene den, maar zag cr bleek en lijdend uit en sprak bijna nooit uit zichzelf. Tevergeefs was mevrouw Holden vriendelijk en zacht, want. zij had heimelijk medelijden met het meisje, wier verwachtingen zoo wreed te- leurgesteld waren; tevergeefs gaf John haar met ongewone edelmoedigheid ge schenken een levensbron scheen opge droogd te zijn en haar leven woest gemaakt te hebben. „Laat haar tijd," zei Dora Carlton, Johns zuster, die in den herfst een week te Fair- ford logeerde. „Zij zal er na een tijd over heen komen." Maar de tijd ging voort en Catherine gaf geen blijk, dat zij weer tot gezonden levenslust terugkeerde. En toen werden moeder en dochter beiden ongedul dig en zeiden, dat het goed zou zijn als John zijn oude liefde voor Kitty vergeten kon en een vrouw trouwde, die hem een prottig thuis zou geven, een goede vrouw voor hem en later een goede moeder voor zijn kinderen zou zijn. „John verknoeit zijn leven," zei Dora, practisch. „Het is al hard genoeg hij zal zoo hard als steen worden, als hij niet trouwt." Dora was even slim en helder van hoofd als haar moeder en broeder, maar zij was in een andere school geoefend. Haar echt genoot was een liefhebbend, warmvoelend, slecht bij kas zijnd man, voor wien koel heid en hardheid even ongelooflijk cn on mogelijk waren, als zij natuurlijk schenen in het huis van de Holdons. Dora's aange boren gevoeligheid had aan zijn wenschen beantwoord, en het gevolg was, dat zij met al haar gezond verstand en scherpzinnig heid ieder jaar hartelijker, verdraagzamer en ruimer van opvatting werd. Er waren veel menschen, die zeiden, dat Dora Carl ton de liefste vrouw van de wereld was. Kitty had altijd van haar gehouden, en toch, in de ure van haar leed, kon zij zich evenmin tegenover Dora uitspreken als tegenover mevrouw Holden of haar reef John. Misschien kwam drit, omdat zij in stinctmatig gevoelde, dat zij haar geen troost konden geven, die ook maar iets hielp. Zij had meer noodig dan zij konden geven. Zij gaven baar bet uitzicht op een goed inkomen, een vaste positie, gpmak, zelfs weelde, toewijding en achting. Wat waren deze waard voor een bloedend bart als het hare? Zelfs Dora zag en begreep, dat het on mogelijk was de arme Kdtty van deze voor- deelen te doordringen. En daarom zag zij ook, dat Kitty geen goedo vrouw voor John zou zijn. Maar de moeilijkheid was, om John, en zelfs de moeder van John, do zaken van haar standpunt te doen bekijken. „Het helpt niet," zei Dora bij baar vol gend bezoek aan Fairford. „Moeder, u moet hierin verandering brengen. Waarom noodigt u geen andere meisjes uit John wordt misschien wel op één van haar ver liefd. "- „Wij hebben in den laatsten tijd wc-inig menschen ontvangen," zei mevrouw Hol den met tegenzin. „Wij hébbon er nu geen lust in, Dora. En ik geloof, dat de men- sohen het huis vermijdener is heel wat over Catherine gepraat." „Dat zal u maar erger maken door nie mand hier te vragen. Er zijn er genoeg, dio graag zouden komen. John is in op komst. Daar zijn de Spencers en de lioth- wells; zij hebben dochters." „Het zou mij erg spijten, als John met Fanny Rofchwell trouwde," zei mevrouw Houden soherp. „Het is niet zeker, dat hij haar wil trouwen. Maar laat hem andere meisjes zien, moeder. John is geen kind, dat om de maan blijft huilen als hij ziet, dat bij ze niet krijgen kan.-' „Je hebt misschien gelijk, Dora. Ik zal zien, wat ik doen kan," zei haar moeder. En het onmiddellijk gevolg van Dora Carltons bezoek was een reeks stijve diners, waarbij Catherine weigerde te verschijnen, en do voorstelling van John Holden aan een aantal meisjes, die hij heel vervelend scheen te vinden. HOOFDSTUK IV. Fanny Rothwell bemoeit er zich mee. „Jchn Holden, welja! Ik donk, c'at ik wel wat beters kan krijgen," zei Fanny Rothwell, cn zij stak haar aardig neusje in do lucht. Eanny Rothwell was het meisje, dat me vrouw Holden niet graag als Johns vrouw zou zien. Misschien voelde Fanny, dat dc oudo mevrouw niet van haar hieldin ieder geval betaalde zij met dezelfde munt terug, en voegde er nog een zekere min achting bij, die meer voorgewend dan wer kelijk gemeend was. Want eigenlijk was John Holden toch geen man, om bepaald veracht te worden, zelfs door Fanny Roth well, wier vader burgemeester van Fair ford en een der rijkste katoenfabrikanten van de stad was. Maar Fanny was zijn eenige doohter, en voelde, wat zij waard was. Wat haar persoon betreft, had zij eenige reden om zichzelf hoog te schatten. Zij was heel mooi, op de marnier van 'een klein, Saksisch-porseleinen poppetje. Zij had een huid als van lelies en rozen, krul lend goudblond haar, groote, blauwe oogen, een tenger figuurtje en fijn getec- kende trekken. Zij maakte heel veel toilet, en was dol op alle soorten van pretjes, die zij krijgen kon, in de fabrieksstad Fairford was er niet veel variatie in en zij geloofde, niet ten onrechte, dab zij zeer bewonderd werd. Zij had verscheidene aan bidders gehad, maar tot nu toe had nie mand haar ideaal van volmaaktheid be reikt en toen haar moeder John Holdea noemde, schudde zij haar hoofd en haalde» haar schouders met groote minachting op. Mevrouw Rothwell was eenmaai mooi geweest op cbzèlfdo teere manier ala Fanny, maar in mindero mate. Nadat zij verwelkt cn van middelbaren leeftijd, was, vestigde zij aj haar verwachtingen en be-* langstelling op een min of meer knorrige manier op haar dochteren het eouigo doel van haar leven was Fanny goed ge trouwd te krijgen. „Je behoeft niet zoo laag op John Hol- den neer te zien, vind ik," zei ze met een ontevreden stem. „Het meisje, dat hem krijgt, zal gelukkig zijn, zeg ik je. Je va der zegt, dat hij een der bekwaamste man nen in zaken is, dien hij ooit gekend heeft; cn dat hij binnen korten tijd da eerste man van Fairford zal zijn." „Laat hij maar met zijn mooie nicht Kitty trouwen," zei Fanny minachtend. „Ik zal toch wel willen weten, wat er met haar gebeurd is. Ik weet zeker, dat ieder een, twee jaar geleden, zeide, dat zij wegj geloopen was om te trouwencn nu 13 zij weer thuis cn wordt, net als vroeger, juf frouw Holden genoemd. Ik probeerde Dor» Carlton uit te hoorca, maar zij was vree- selijk onhebbelijk, en zei, dat het mij niet aanging. Als ik in do familie trouwde, zoijt het me wel aangaan, zou ik denken." „Dan zouden zo je zeker er allo3 cJfl| vertellen," zei mevrouw Rothwell, handig.* „Maar," opeens van tactiek veranderend,, „het is niab prettig verwant te zijn aan een familie, waarin zulk een schandaal is.-' Je hebt gelijk, Fanny j je kunt beter trijp gen." (Nadruk verbod

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9