BERL8JNSCHE BRIEVEN. GEMENGD NIEUWS. 4o. 19351. D BUITENL. WEEKOVERZICHT. Wat ndet uitblijven kon. is den d&g voot »ascben in het Roergebied gebeurd: het 5 er gekomen tot een bloedig incident. 3 dooden. meer de.n 30 gewonden. Het ijn weliswaar geen oorlogsgetallen., m&ar dettemin toch cijfers, dio in „vredestijd 'oor- zich zelf spreken. Bij den strijd tus- chen het wapengeweld ©n het lijdelijk erzet moest het daartoe komen, we heb- >en er van den beginne af aan op gewe en. Te meer waar de Fraoschen al hun oop om de arbeiders te scheiden van het .kapitaal" in rook hadden zien opgaan. Ion diepe rouw is met Paschen gelegd ver do Krupp-f abrieken. Hoevele fami nes zijn juist voor deze feestdagen in martelijk verlies gedompeld. Tan beide ijdien geeft men elkaar de schuld van het loedig gebeuren, waarmee de Franschen ."educht zijn gehandicapt. Dat zij dit voe- en, -dat bewijzen wel hun pogingen, om ich van schuld vrij te pleiten; althans -an do rechtstreeksere schuld, want zich ndirect schoon-wasschen kunnen zij niet. Vat deden zij in vredestijd met wapen- rertoon op te treden Beide lezingen staan ijnrecht teger.cver elkaar en met volsta an zekerheid is niet te ocrdeelen. Tegen te Fransche lezing pleit bijzonder sterk lat de uit zegge elf inan bestaande Fran- lóho patrouille absoluut ongedeerd is ge neven een vreemd verschijnsel, wanneer :en eenige duizenden sterke menigte haar lis het ware boven op het lijf zat en cwaad wilde trots de wapenen. ftfa ar hoe het zij, zoo et nog twijfel be lton d aan het verloren-zijn der Fransche aak wat de Roerbcvolking betreft, nu is leze voor eens en voor god weggevaagd. 0© haat, de ingekankerde haat is opnieuw voedsel toegevoerd .en onwillekeurig deu ren we aan de slotstrophen van Paul dte' fu'h'écourt's bekend Calabrisch wraak lied, dat het komende Duitsdie geslacht Bal worden voorgehouden G'est la qu'ils Tont frappé en maudisant ton père Enfant-, voila ma haine, en veux-tu la moitié 1 Nic+s werkt meer steunend voor de oude D'iitsche geest, zooals die voortleeft bij de uiterst rechtsche partijen, dan juist bet op treden in 't Roergebied en do Duitsche re- geering staat dan ook reeds woer bloot San de mogelijkheid van herhaling in een pf anderen vorm van de ?.pp-Putsch. Is aiet pas de organisatie r Dcutsch-Völ- |:ische Freiheitsjj&rtie ontbonden moeten worden? En noemt de orgauisatio der z.g. riatlonaai-socialistische partij onder Hitler Sn Beieren niet een zeer gevaarlijke wen ding In den strijd tusschen de wapenen en het lijdelijk verzet is de overwinning geheel Aan het laatste, totnutoe en in Frankrijk bngint- men dat ook meer cn meer in te tiencgzamerhand komt de waarheid »an ,,het hinkende paard komt achteraan** pok tot de Franschen. Edoch, het prestige ptaat als grootp hinderpaal nog tusschen da k-ns op een uitweg en hoe dat onzichtbare doch zoo hooggeschatte bevredigd kan wor den Trots zich wijzigend inzicht bij Het Fran- Bcho volk is derhalve do Roer-affaire in ivezen nog slechts heel weinig veranderd. [Hoogstens kan men zeggen, dat de geheel Vastgeloopen kwestie weer in beweging is; het is iecg, maar nog niet veel. Op zich zelf genomen, is het zeer begri jpelijk, dat de wereld, op wio het voortdu ren van den oorlog, want daarop komt het heer, zwaar drukt, gretig iedere gelegen heid tracht te grijpen, waarvan maar iets Ja te verwachten in dc richting van een of hndere oplossing. En ,zoo wordt thans een fcekere hoop gevestigd op een bezoek van Ï/Oucheur aan Engeland, dus van dengene, 'die loert op Poincaré's erfenis, wanneer deze sneuvelen mocht. Men vergeet daarbij ,wel wat te veel, dat het nog lang zoover hiet is en bovendien, dat, al valt Poincare Loucheur's premierschap nog lang niet ze ker is. Het is een bewijs, welke luchtkastee- Icn men aan het bouwen 5s. Het lijdjlijk verzet der DuitscHers heeft In ieder geval ook dit bereikt, dat do juist heid van den versregel uit de opera Char les TT: ,,Mais un peuple ue meurt jamais" Sneer algemeen goed is geworden bij diege nen, die droomden van een Duitsche ver brokkeling! 't Is wel laat, dat dit door dringt- in Frankrijk, doch beter laat dan nooit Moor nog dan door het „bloedbad" te Essen ïs de wereld opgeschrikt door liet voltrekken Van het doodvonnis aan mgr. Boedkiewitsj op last der sovjet-autoriteiten. Eveneens op den dag voor Paschen, haar nader is gebleken. Dtze bloed-daad dóet het buiten Rusland zondert men den Balkan uit tocb reeds aan macht en aanzien dalend communisme meer kwaad dan alle propaganda er goed aan liceft gedaan. De waan van Moskou bloedt dood met het weg vloeiend bloed der martelaren. Alleen daar, waar een soort chaos hcerscht. houdt het zich nog staande en daarom maakten wij eon uit zondering voot den Balkan, waar noch in hot nieuwe kohïnkrijk der Serven, Zuid-Slaven en Kroaten, noch in Roemenië, noch in Bulgarije rust heersc-ht. Evenmin als in Griekenland, waar trots vele officieel© tegenspraak de beweging voor een republiek terrein schijnt te winnen. Veel zal hierbij afhangen van den afloop der twoedo Oosteischc Vredesconferentie to Lau sanne, die halverwege deze maand een aanvang zal nemen, nu Angora de hernieuwde uitnocdi- ging heeft aanvaard, gelijk niet anders te ver wachten was. Trots veel groote woorden, durft Angora het toch niet aan om het tot een oorlog te laten komen, waar feitelijk op alle punten in hoofdzaak een soort overeenstemming is verkre gen cn alleen in details nog wat te regelen en te winnen valt. Opmerkelijk is ongetwijfeld hoe Engeland's draai tan opzichte van don „Zieken Man", die gezonder is dan sinds langen tijd, in de laatste periode der eerste conferentie van Lausanne pas genomen, nog voortduurt, en juist van En- gelsche zijde Turkije het meest honing om den mould wordt gesmeerd. Een oud spreekwoord aegt„tei wille van de smeer, likt de kat de kandeleeT". Op Albion zal het ook wel van toe passing zijn, gelijk Albion, practïsch als het is, nimmer zoo iet3 deed zqndor bedoeling. Bedoe ling zal wal zijnherwinnen van den verloren invloed bij het Mohammedanisme, waarvan Frankrijk en Italië zich deela meester hadden gemaakt en -bevordering van de rust en Grde in de koloniën als h.v. in Egypte, nu de nood hoog was geslegen is nagestreefd door de vrij lating van den r.ationalistischen leider Zagloel pasja. Op tijd de bakens verzetten is een stopwoord der politiek in algemeenen zin No. 78. Aan den rand van den afgrond. Berlijn 26 Maart Bijna op don dag af drie jaren na de onzalige Kapp-Putsoh dreigde een nieuwe samenzwering van de nationalistisch-rcaclionaire heethoofden aan do Duitsche republiek oen eind te maken en een dictatuur te vestigen, wier politieke koers ontleend zou zijn aan de opvattingen uit den Keizertijd- Drie jaar na de Kapp-Putsch maar daarmee willen wo niet zeggen, dat deze avonturiers „Sonderbündler", militaïristen en predikers van geweldpolitiek in Duitschland ge durende deze drie jaren de handen in den schoot gelogd hebben. Nog in den vorigen zomer moest de moord op minister Ratbenau het sêin geven voor een verraderlijken aanval, die ech ter onder de algemeen© opwinding over deze misdaad, niet doorging. Intussóhen, alles duidt erop, dat de staatsgreep, die nu, in Maart 1923, voorbereid was, in alle bijzonderheden als twee druppols water zou gelijken op het plan van Maart 1920. Maar het ging ditmaal anders dan toen. De Duitsche regeoring houdt thans do teugels straf fer in de hand, de- bewakingsdienst functioneert nauwkeuriger, de energio der leidende mannen is sterker geworden. Het is gebleken, dat do jonge democratische Duitsche staat zich thans werkelijk op zijn politiemacht gerust verlaten kan, wat in 1920 in het geheel nog niet vol doende het geval was. De ropubliek heeft haar standvastigheid bewezen. Met ijzeren greep heeft do sociaal-democratische minister van buitcn- landsoho zaken van Pruisen, Severing, de zaak aangepakt, en zijn maatregelen hebben in wer kelijkheid het land voor een gevaar van onge kende omvang bewaard. Wat geschied was, als de samenzwering ditmaal onontdekt was ge bleven, kan men zich nauwelijks voorstellen. Er is geen twijfel aan cf een gewelddadig op treden van de reohts-radicale „Deutsch-Völ- kiscbe" zou direct ook een uitbarsting der links radicalen, dc communistische elementen, veroor zaakt hebben. De verdedigers der staatsorde hadden dan een strijd naar twee fronten moe ten opnemen op oen oogenblik, dat de vij and in het land staat en het rijk zijn levensvrij heid naar buiten te verdedigen heeft. Bat zou de burgeroorlog, de strijd van allon tegen allen, de chaos, geweest zijn. Den Duitscher, wiens innigste wensch go richt is op een langzaam herstel van zijn vaderland, loopt con rilling over den rug bij de gedachte aan doze mogelijkheid en ook, als hij bedenkt, dat de misdadige onbezonnenheid van deze verblinde en roekelooze nationalisten in de toe komst toch nog wol een3 zou kunnen losbarsten en een onafzienbare verwarring zou kunnen stichten. Want van dezo zijde dreigt hot groote gevaar. Men zal zoor zeker ook do propaganda niet onderschatten, die vanuit Rusland gevoerd wordt, en die in de tot wanhoop gebrachte lan den aanhangers van het bolsjewisme werft. Maar de profeten van het communisme, die wei zoo nu cn dan onrust kunnen stichten zijn '.och zoo lang lot onmacht veroordeeld, als de over weldigende meerderheid van de arbeidsgemeen schap zich door hen niet verleiden laai. De Duitsche arbeiders in hun socïaal-domocrati- sclie organisaties willen van Moskou niets we tenzij zijn ervan overtuigd, dat een invoerinc van Russische methoden in dezen tijd voor DuitsChland slechts een verlamming van hel be drijfsleven veroorzaken zou en daarmede hun eigen beslaan zou ondergraven. Veel moeilijker echter dan de'onderdrukking van een commu nistische revolutie, zou de afweer van een actie van rechts zijn al? deze in eerste instantie re sultaten zou hebben. Want men mag zich zon der twijfel niet ontgeven, dat in deze Doutseh- Völkiscbo kringen een geheel andere vermetel heid en vastbesloten held en vooral een groolcre organisatorische bekwaamheid tc vinden is en dat waarschijnlijk ook een belangrijk deel van die bevolkingskringen, wier vroegere overhter- 6chende positie in het Staatsleven door de re volutie terzijde werd gesteld, een putsch van rechts steuren zouden. Dat moot openlijk cn duidelijk erkend worden. Niets zou verkeeröer zijn dan voor dezo waar- hedd de oogen te sluiten. Dat de toestand in Duitschland zoo geworden is, is vooral de schuld van onze oudo, onverzoenlijke vijanden. Hoe moer Duitschland geknecht en verdeemoedigd wordt, beleodigd wordt en van recht verstoken hoe tcugelloozeï' de vreemde troepen zich op Duitscban bodem gedragen, des te meer rr.cn- schen zijn cr, wier uit vaderlandsliefde voort gekomen leed zich door nationalistische phra- scn laat inpalmen. De agitators der scrupuleuse rechts radical en zeggen, schrijven cn fluisleTcn tot de menschcn „Nu ziet ge, waartoe do re publiek U gebracht heeft". En de aan gebrek aan inzicht lijdende menigte is maar al te licht geneigd, aan deze dwaze woorden geloof te hechten. Zoo is hot gekomen, dat onder den voort du renden van jaar tot jaar zich verster kenden druk van buiten in de kringen van ouden stijl en de vroegere bezittende kringen de reactionaire idee steods vorder wortel heeft gescholen. Hadden onze oude vijanden wcikc- lijk, zooals zij steeds voorgeven, den wensch, om de democratie in Duitschland to versterken en de militaristische geest van den koizortijd uit te roeien, dan was hot eenige middel daaitoè gewocst, om den bestaanden republikcinschcn 6taat de mogelijkheid tot een mchsch waar dig bestaan te geven. Maar wanneer steeds opnieuw plannen opduiken, dio een verbrokkeling van het rijk, oen openlijk of verborgen losscheuren van Duitsch gebied v. d. haiionalen staat, de vestiging van vreemde heerschappe in Duitsoh gebied nastreven, dan is het begrijpelijk, dat de revanchegeest en do volkcrenhaat in Duitsch land voedsel vindt, dat do aanhangers van de oudo militaire kaste, die zonder scrupules van de voorbereidingen van een. nieuwen revanche oorlog droomen, aanhang winnen. Zoo is de groei van de nationalistische „Derrtsch-Vöïkisehe" beweging te verklaren. Do groepen immsehen, die haar steunen, zijn, als men de talrijkheid der Duitsche bevolking in aanmerking neemt, niot groot. Maar hun invloed moet niet onderschat wor den. Het is een openlijk geheim, dat vooral de academische jeugd, dus de zonen van vroegore offioioren, keizerlijke beambten, de families, dio vroeger op bescheiden voet een goed bestaan hadden en nu ellendig verarmen, grootendeels reactionair gezind zijn. Jeugdig idealisme wordt hier in verkeerde banen geleid. Gezond, uit brui- schend blood opvlammend patrotlisch gevoel gelooft, zonder do verhoudingen der harde wer kelijkheid uit hel oog to verliezen, goed te han delen, wanneer het zich aansluit bij de nalicna- hstisch-militaristische desperado's. Het is jammer, dat zooveel warm jeugdig voelen zich op zulke gevaarlijke dwaalwegen laat dringen, en dat het dan zulke onsympathie ke vormen aanneemt. "Want een wezenlijk strijd-» middel vaü do Duitsche reohts-radicalen is het opzweepen der hartstochten door het beproefd© oudo systeem van een dom antisemitisme. Deze propaganda bereikt maar al te gemakkelijk haar doel. De onzinnige stelling wordt verbreid; dat de gehoele republiek oen „joodsche inrichting" zou zijn, en het gelukt waarlijk dikwijls haar daardoor in discrediet te brengen. Men kan zich niet voorstellen welk een omvang dit nieuwe antisemitisme in Duitschland heeft aangenomen. Het „Hakcnkreuz", dat als symbool van een echt-Duitsche en tevens anti-semitische gezind heid opgang gemaakt heeft, heeft een macht verkregen, zooals men niet mogelijk geacht zou hebben. In München, waar al deze reactionaire denkbeelden hun hoofdkwartier gevonden heb ben, draagt bijna één op de drie menscben, die men op straat tegen komt, zulk een Swastica op de lapel van zijn jas. Men vindt Swastioa'e geschilderd op alle muren in de steden, op het land, in het gebergte, in hadplaatsen. Tot in Tirol heeft het kwaad voortgewoekerd. Ik heb den vorigen zomer daar in verscheidene hotels hoven de deur een reusachtig kruis in olieverf geschilderd gezien, of in metaal uitgevoerd ge vonden. Wel is waar heeft de raden-regeering die spoedig na de revolutie in München korten tijd dc heerschappij voerde, en welks leiders bij na alle jonge Joodsche revolutionairen waren, daartoe meegewerkt, dat in Beieren deze joden haat ontstond. Maar dat kan onmogelijk de bru taliteit rechtvaardigen, waarmee men op het oogenblik in Zuid-Duttschland cn ook in Nooxd- Duitscliland in vele kringen ieder mensch van Joodsche afstamming bejegent. Het is zoover ge komen, dat een groote film, vervaardigd naar Lessings „Natlian der Weisc", in München niet kon opgevoerd worden, cmdal zij van reactionai re zijde als Joodsche propaganda was geken schetst, terwijl men een gewelddadige versto ring der voorstellingen had aangekondigd. In Beieren hebben al deze kringen zich on langs vereenïgd tot de partij r er z.g. „Nationaal- Socialisten". Men wil met dezen naam de ar beiders lokken, men wil aangevon, dal de na tionalistisch© heethoofden ook wel geneisd zijn aan het socialisme tegemoet tc komen. De leider dezer partij in Beieren, Hitler, is een groot gevaar geworden voor het voortbestaan der republiek en daarmee voor 't voortbestaan van het rijk. Een verward, onduidelijk, oor spronkelijk wel uit goede motieven voortgespro ten, maaT langzamerhand geëxalteerd geworden nationalistisch gevoel weet overal de hoofden en harten tc winnen. Er is ook gocn twijfel aan dat deze vereenigingen en groepen zich in het bezit van wapenen- hebben gesteld, wolke het hun onder bepaalde omstandigheden mogelijk zouden kunnen maken, om do bevolking te in- timidcoren. De z.g. j.Selbstschüte'-organisaties, die zich in de bedreigde grensgebieden in Opper Silezic en Oost-Pruisen, en onlangs ook in 't Rijnland gevormd hebben, voegen zich daar nog bij. Kot dreigement der Rijksregeering om aan het eindo der maand Maart dezo organisaties te zullen ontbinden en hun herleving in andere gedaante of onder een anderen naam te verhin deren, heeft er toe bijgedragen om het plan tot een Staatsgreep te laten rijpen, dat juist nog op 't laatste moment verijdeld ïs. Er is geen sprak© van dat de bewapening dezer groepen en ver bonden ecnigszins een omvang aangenomen 7x>u hebben, die in de buiteniandsche politiek eoni- germate in beschouwing zou komen. Natuurlijk zal men nu van Franseho zijde niet nalaton op 't „gevaar" te wijzen dat van dio zijdo „Frankrijk bedreigt", en zal het go- beurde als motief gebruikt worden om nieuwe „veiligheidsmaatregelen" te cischen. Maar ieder ingewijde weet, dat dit slechts voorwendsols zijn. Do „gevechtswaarde" van de nationalisti sche bewapende vereenigingen is vanzelfspre kend slechts belachelijke onzin. Het verzet zou als sneeuw voor de zon wegsmelten, als slechts de kleinste afdecling van een regelmatig leger het tegemoet trad. Maar in 't binnenland zelve, in ons ontwapende Diiitschland, dat men zelfs niet een voldoende bescherming van den staat tegen revolutionaire drijverijen gelaten heeft, boteekent het wapenbezit der Hilter-garde en haar aanhangers, het bezit aan geweren, re volvers, handgranaten en munitie wellicht toch een macht, wier betcekenis niet onderschat moot worden. Voor 't oogenblik kunnen we weer herade men. De rust is niet misdadig gestoord de re geering is niet aangevallen, de „stormloop op Berlijn" niot ondernomen. Maar het gevaar blijft voortbestaan. Wij leven niet op hechten bodem, maar staan aan don rand van een af grond. Slechts wanneer dit armo land zijn vrij heid en zelfbestemmingsrecht herkrijgt, die men. het voor de vredesluiting to Versailles voorge spiegeld heeft, zal het ons wcor gelukken ons op dezen gevaarlijken weg in evenwicht te hou den, totdat wij ons langzamerhand een heebte- ren basis verworven hebben. Zoo niet, dan stort Duitschland toch noch op een dag door binnen- landschen strijd en burgerooi-log in den af grond en wie weet, wal het van de overgebleven welvaart der gcheclo wereld in dezen val race zal sleuren. Dr. MAX OSBORN. Men meldt ons uit Hillegom: Als het morgen goed en geen koud weer is, mag er met grond verwacht worden, dat het dan, dus morgen, minstens even clruk is van bezoekers aan do blo .mbollen- velden als op den Tweeden Paaschdag. Immers, er zijn in deze week vele tulpen en hyacinten in bloei gekomen en de narcis sen zijn nog minstens even mooizoo niet mooier dan een week geleden. Gisternacht is ingebroken bij den heer J. G'. 3. V. op de Binnen wa tersloot te Delft. Er is een geldkistje met" f 1200 aan contanten ontvreemd. Als verdacht vanyerduiste'-» ring ten nadeel? van den N. V. Hasekamp A: Co., to Schiedam, beeft de recherche aïj daar aangehouden den administrateur J. C. de B., wonencb te Rotterdam, en P. B., controleur der administratie. Het verduis terde bedrag kon nog niet worden vastge steld, het schijnt eenige duizenden guldens te beloopen. Daartoe gemachtigd door den president. der Haarlemsche rechtbank, heeft Donderdag, op verzoek van eenigo uit-» gevers en componisten, de lieer P. Ciig- nett, hoofdvertegenwoordiger voor Neder land van de Socictc Edifo, waarvan bedoel-» do uitgevers cn componisten leden zijn, een aantal gramophoonplaten bij 'n winkelier te Haarlem in beslag genomen. De platen, £000 in getal, waren niet voorzien van het oranje-Edifo-zegel van twaalf cent, dat" door do Auteurswet wordt voorgcschrc-»- ven, zoodat deze gesmokkelde platen goecf- kooper verkocht kondba worden dan do platen van do winkeliers, die zich aan do bepalingen van dc Auteurswet houden. Dostoomtrawler ,,KW 149" (Arie? kwam gisteren van de visschcrij to IJmui- den binnen met een in do netten opgehnaL de mijn aan boord. Nadat deze gedemon-» teerd was, mocht de trawler de vissohers-* haven aldaar binneustoomen. Eenige jongens vermaakten zich aan den Boulevard te Zandvoort met het schieten met een flaubertbuks. Toen eenige jongelui uit Amsterdam, die een fietstochtje naar Zandvoort hadden ge maakt, passeerden, werd het gevaarlijke spelletje voortgezet, door op de petten van die jongens to schieten. De petten werden aan den duinrand neergelegd, terwijl de jon gens zelf zich verscholen. Toen een hunner echter onvoorzichtig genoeg zijn schuil plaats verliet en over den duintop gluur de, werd hij door een flobertkogcl in bet linkeroog getroffen. Onder leiding van den heer Lovink, commissaris van politie al daar, werd cle jongen naar het Wilhelmina- Gasthuis te Amsterdam vervoerd, waar ge tracht zal worden het kogeltje to verwij deren. Eon staaltje vantreu- rigo woningtoestanden kwam aan 't licht bij een statistisch onderzoek naar de huis vesting der te Amsterdam ondersteunde groote gezinnen. Meb medewerking van den Gemeentelijken Woningdicnst werd nagegaan in welk soort woningen pl.m. 850 ondersteunde gezinnen, die 5 of meer kinderen bij zich hadden inwonen, waren gehuisvest. Ter verduidelijking clione, dat keukens, keukenkamers en alkoven hiorbij niet als woonvertrekken werden aangemerkt Ziet hier het resultaat in enkele cijfers: 282 dezer gezinnen hadden een woning met 3 of meer woon ver treicken aan do bui tenlucht een goedo woning dus. 290 gezinnen hadden eeni woning met 2 woonvertrekken aan do buitenlucht. Do qualificatie voldoende is voor dezo woningen wellicht te fraai. 259 gezinnen waren slecht gehuis vest (niet meor dan 1 woonvertrek aan de buitenlucht), terwijl 34 gezinnen oen woning hadden z o ri der afzonderlijk woon ver-trek aan de buitenlucht Bij deze laatste waren 3 gezinnen (echt3 paren) met 9 kinderen. Deze hadden slechts de beschikking over een keuken kamer en een alkoof of een zolder. De zorg voor de huisvesting van derge lijke .groote gezinnen is een ecsoh, welke feitelijk aan bedeeling en elke andere maatschappelijke hulp vooraf behoorde te gaan. Onder dergelijke omstandigheden te levem moet wol dogeneerend werken. Op heffende armenzorg ia daarbij een onmo gelijkheid. (,,Do Schakel.") In den nacht van Woensdag op Donderdag is bij den landbouwer S. Moms, te Reeuwijk, in gebroken. Gestolen zijn zijn drie fietsen, een gouden horloge met ketting en eenig geld uit de slaapkamer». Bij het verlaten van het huis hebben do inbrekers de deuren aan den buitenkant gesloten en de sleutels© meegenomen. Volgens medodoeling van het' Handelsinformatiebureau van Van dor Graaf Co's Bureaux voor den Handel, zijn over de afgeloopen week, eindigende 6 April, in Nederland uitgesproken 69 fail lissementen, "tegen 82 in dezelfde weck vau het vorige jaar. Van 1 Januari tob en met 6 April 1923 1142 faillissementen, tegen-» over 723 ov.er hetze'fde tijdperk vau het vorige jaar. HET „BANKJE" VAN HONDERD. (Nadruk verboden.) Ik bezit oen boel bijzonder bankbiljet van liondecrd gulden. Dat wil maar niet uit mijn geldkistje. Zoo vaak ik van plan ben het uit te geven voor eon speciaal doel, zucht het ,.Noon". Misschien dat iemand raad schaft Maar dan moot ik eerst zijn geschiedenis vertel len. Dat bankje van honderd was vroeger hol jeï&ndom van mijn tante. En nog vrocgor van j« dat weet ik niet Niemand kan zeggen, .Waar oen bankje van honderd vandaan komt-, niemand weet waar het heen gaat. Bankjes van honderd zijn als do lichten in ondorgrond- Ispoorbanonduisternis, korte lichtflikkering, Opnieuw duister. OEet plotselinge flikkeren van mijn bankbiljet had deze voorgeschiedenis: Frieda diende bij mün tante. „Door en door eerlijk", eland er van %aar in do getuigschriften. Maar dit staat er in |lrelo. "Wat er in getuigschriften van dienst- Vxton staat, is niet van veel belang. Van meer gelang is dat, wat er niet in staat. Er stond toart in, dat zij van stillen aard was. Geen la- .'waai, geen geschreeuw, nauweli|ka cenig ge vraag. En als men zelf even vragen wild© Frieda, heb je of Frioda, is reeds -. was alle3 ook meteen in orde. Zachtjes zwen gelden haar lange armen langs de brcede heu pen „En wat nu Met dit „en wat nu ging zij het leven door. Mijn tante wist wat zij aan haar had. klaar op een dag vermiste zij een bankbiljet van honderd. Tante had het in het laatje van haar schrijftafel geschoven, toen er geheld werd. Zij veTgat den sleutel om te draaien, toen zij de gang inliep om het inschrijvingsbiljet te tceke- nen, terwijl Frieda de schrijftafel afstofte. Eerst 's avond3 herrinnorde tante zich, dat zij den sleutel niet had omgedraaid Het bank biljet was verdwenen. Dri© dagen lang liep ze er mee rond. Dat is langer dan een middelmatig soort huisvrouw het uithoudt. „Frieda, was er nog iemand in de kamer, toon je afstofte „Neeri'. „Frieda, uit H laatje is eën bankje verdwe nen". „Zoo", spTak" Frieda's mond, „En wat vor der?" Frieda's armen. „Frieda, heb je het benkje weggenomen?" „Neen". „Frieda, het bankje kan niemand anders weggenomen hebben". „Zoo", sprak Frieda's mond. „En wat ver- dor Frieda's armen. „Nu, gelukkig dat je bekent. Frieda, geef het me nu tarug". „Tk heb het niet". k,Dus ia 't reeds bij een medeplichtige Frieda's armen hielden op met zwengelen. Eerst nu hadden zij het begrepen. Zij huilde. „Welnu, ik geef je vier en twintig uur den tijd", zei tante. Daarop, den volgenden cag, zei tante „Nu, Frioda?" -l -*! „Tk heb 't niet, ik begrijp niet -T ,,'t Zou me spijten, Frieda, als ik naar iïe politie Frieda huilde niet meer. (Het bankje had zijn interesse voor haar Ver loren. Alleen haai armen zwengelden„En wat verder „Voor 't oogenblik zal ik het er nu maar bij laten, Frieda. Met acht dagen is de Paascfh- biecht. Wat je mij niet kunt biechten, kun je mijnheer den pastoor zeggen". - In den biechtstoel was Frieda klaar. 1 „En er is móg wat vroeg de pastoor, r (Frieda zweeg. „En bet bankbiljet van honderd, Frieda praatte do,pastoor haar goedig aan. „Weet, Frieda, dat ik ,'t goed met je meen. Bcgrij'p goed, dat er geen vrede meer in 't huis terug komt, wanneer jij je geweten nj'et ont last". „Jawel, hoogwaarde". „Ik mag je niet dringen, je moet zelve Frieda was voor den tweeden keer ter biecht gegaan en wilde opstaan „Hoe is het Frieda, wil je mij niet de op dracht geven, dat mevrouw voor cn na je loon zal inhouden Door de traliën verbeeldde mijnheer de pastoor 'zich een knikken te bespeuren. Maar het waren Frieda's armen „En wat verder „En nu ga je rustig naar huis. Ik zal nog persoonlijk moeite voor je doen, dat je niet ont slagen wordt". Zij werd niet ontslagen. Elke maand trok tanto van haar loon twe© mark af. En vijftig maanden zijn in vier jaren ruim voorbijVier jaren echter zijn niet al te lang, als men met zwengelende armen dient ,En wat verder Toen «tifcrf tanca. Be was haar erfgenaam. Kort voor baar dood. heeft zij mij de geschiede- rif van Frieda's bankje toevertrouwd. Als zij he: ïii^t gedaan had, geloof ik, dal wij Frieda gevraagd hadden bij ons in dienst te treden, zij was zoo hijzonder flink. Maar maar s 't Was nu toch maar beter, dat zij do armeri ergens anders zwengelde, waar men niets wist. Jaren kwamen, jaren gingen. Armen zwen gelden, werden moede en nieuwe armen kwa men er voor in de plaats, jonge armen, jonge handen. Zulke handen van mijn jongste zoontje spoelden eens met een schrijflafella. Moeilijk ging ze open, hij trok en trok „Hè, eindelijk, ik heb zo los, vader", kwam hij aangesneld, „kijk, dit hier zat er tusschen". Hij hield in zijn vuistje 'u verfrommeld bankje van honderd. Hoo ik ook gezocht heb en geschreven f ik heb haar niet moor teruggevonden, onze Frieda. Misschien is zo dood. Misschien zwen gelt ze nog haar lange armen „En wat ver? der engcns in een ver-verwijderden dienst. Wat nu Ja, nu ligt het bankje van honderd in mijn geldkistje. Het is een heel bijzonder bankje. Hot wil er niot uit. Zoo dikwijls ik moeite doe het voor een cxtia-doel uit te geven, ook al was het voor 't boste mijn haakje' zucht„Neen". Misschien dat iemanj? read weet -0-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5