BERL8JNSCHE BRIEVEN.
GEMENGD NIEUWS.
4o. 19351.
D BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Wat ndet uitblijven kon. is den d&g voot
»ascben in het Roergebied gebeurd: het
5 er gekomen tot een bloedig incident.
3 dooden. meer de.n 30 gewonden. Het
ijn weliswaar geen oorlogsgetallen., m&ar
dettemin toch cijfers, dio in „vredestijd
'oor- zich zelf spreken. Bij den strijd tus-
chen het wapengeweld ©n het lijdelijk
erzet moest het daartoe komen, we heb-
>en er van den beginne af aan op gewe
en. Te meer waar de Fraoschen al hun
oop om de arbeiders te scheiden van het
.kapitaal" in rook hadden zien opgaan.
Ion diepe rouw is met Paschen gelegd
ver do Krupp-f abrieken. Hoevele fami
nes zijn juist voor deze feestdagen in
martelijk verlies gedompeld. Tan beide
ijdien geeft men elkaar de schuld van het
loedig gebeuren, waarmee de Franschen
."educht zijn gehandicapt. Dat zij dit voe-
en, -dat bewijzen wel hun pogingen, om
ich van schuld vrij te pleiten; althans
-an do rechtstreeksere schuld, want zich
ndirect schoon-wasschen kunnen zij niet.
Vat deden zij in vredestijd met wapen-
rertoon op te treden Beide lezingen staan
ijnrecht teger.cver elkaar en met volsta
an zekerheid is niet te ocrdeelen. Tegen
te Fransche lezing pleit bijzonder sterk
lat de uit zegge elf inan bestaande Fran-
lóho patrouille absoluut ongedeerd is ge
neven een vreemd verschijnsel, wanneer
:en eenige duizenden sterke menigte haar
lis het ware boven op het lijf zat en
cwaad wilde trots de wapenen.
ftfa ar hoe het zij, zoo et nog twijfel be
lton d aan het verloren-zijn der Fransche
aak wat de Roerbcvolking betreft, nu is
leze voor eens en voor god weggevaagd.
0© haat, de ingekankerde haat is opnieuw
voedsel toegevoerd .en onwillekeurig deu
ren we aan de slotstrophen van Paul dte'
fu'h'écourt's bekend Calabrisch wraak
lied, dat het komende Duitsdie geslacht
Bal worden voorgehouden
G'est la qu'ils Tont frappé en maudisant
ton père
Enfant-, voila ma haine, en veux-tu la
moitié 1
Nic+s werkt meer steunend voor de oude
D'iitsche geest, zooals die voortleeft bij de
uiterst rechtsche partijen, dan juist bet op
treden in 't Roergebied en do Duitsche re-
geering staat dan ook reeds woer bloot
San de mogelijkheid van herhaling in een
pf anderen vorm van de ?.pp-Putsch. Is
aiet pas de organisatie r Dcutsch-Völ-
|:ische Freiheitsjj&rtie ontbonden moeten
worden? En noemt de orgauisatio der z.g.
riatlonaai-socialistische partij onder Hitler
Sn Beieren niet een zeer gevaarlijke wen
ding
In den strijd tusschen de wapenen en het
lijdelijk verzet is de overwinning geheel
Aan het laatste, totnutoe en in Frankrijk
bngint- men dat ook meer cn meer in te
tiencgzamerhand komt de waarheid
»an ,,het hinkende paard komt achteraan**
pok tot de Franschen. Edoch, het prestige
ptaat als grootp hinderpaal nog tusschen da
k-ns op een uitweg en hoe dat onzichtbare
doch zoo hooggeschatte bevredigd kan wor
den
Trots zich wijzigend inzicht bij Het Fran-
Bcho volk is derhalve do Roer-affaire in
ivezen nog slechts heel weinig veranderd.
[Hoogstens kan men zeggen, dat de geheel
Vastgeloopen kwestie weer in beweging is;
het is iecg, maar nog niet veel.
Op zich zelf genomen, is het zeer begri
jpelijk, dat de wereld, op wio het voortdu
ren van den oorlog, want daarop komt het
heer, zwaar drukt, gretig iedere gelegen
heid tracht te grijpen, waarvan maar iets
Ja te verwachten in dc richting van een of
hndere oplossing. En ,zoo wordt thans een
fcekere hoop gevestigd op een bezoek van
Ï/Oucheur aan Engeland, dus van dengene,
'die loert op Poincaré's erfenis, wanneer
deze sneuvelen mocht. Men vergeet daarbij
,wel wat te veel, dat het nog lang zoover
hiet is en bovendien, dat, al valt Poincare
Loucheur's premierschap nog lang niet ze
ker is. Het is een bewijs, welke luchtkastee-
Icn men aan het bouwen 5s.
Het lijdjlijk verzet der DuitscHers heeft
In ieder geval ook dit bereikt, dat do juist
heid van den versregel uit de opera Char
les TT: ,,Mais un peuple ue meurt jamais"
Sneer algemeen goed is geworden bij diege
nen, die droomden van een Duitsche ver
brokkeling! 't Is wel laat, dat dit door
dringt- in Frankrijk, doch beter laat dan
nooit
Moor nog dan door het „bloedbad" te Essen
ïs de wereld opgeschrikt door liet voltrekken
Van het doodvonnis aan mgr. Boedkiewitsj op
last der sovjet-autoriteiten. Eveneens op den
dag voor Paschen, haar nader is gebleken. Dtze
bloed-daad dóet het buiten Rusland zondert
men den Balkan uit tocb reeds aan macht
en aanzien dalend communisme meer kwaad
dan alle propaganda er goed aan liceft gedaan.
De waan van Moskou bloedt dood met het weg
vloeiend bloed der martelaren. Alleen daar,
waar een soort chaos hcerscht. houdt het zich
nog staande en daarom maakten wij eon uit
zondering voot den Balkan, waar noch in hot
nieuwe kohïnkrijk der Serven, Zuid-Slaven en
Kroaten, noch in Roemenië, noch in Bulgarije
rust heersc-ht. Evenmin als in Griekenland, waar
trots vele officieel© tegenspraak de beweging
voor een republiek terrein schijnt te winnen.
Veel zal hierbij afhangen van den afloop der
twoedo Oosteischc Vredesconferentie to Lau
sanne, die halverwege deze maand een aanvang
zal nemen, nu Angora de hernieuwde uitnocdi-
ging heeft aanvaard, gelijk niet anders te ver
wachten was. Trots veel groote woorden, durft
Angora het toch niet aan om het tot een oorlog
te laten komen, waar feitelijk op alle punten in
hoofdzaak een soort overeenstemming is verkre
gen cn alleen in details nog wat te regelen en
te winnen valt.
Opmerkelijk is ongetwijfeld hoe Engeland's
draai tan opzichte van don „Zieken Man", die
gezonder is dan sinds langen tijd, in de laatste
periode der eerste conferentie van Lausanne
pas genomen, nog voortduurt, en juist van En-
gelsche zijde Turkije het meest honing om den
mould wordt gesmeerd. Een oud spreekwoord
aegt„tei wille van de smeer, likt de kat de
kandeleeT". Op Albion zal het ook wel van toe
passing zijn, gelijk Albion, practïsch als het is,
nimmer zoo iet3 deed zqndor bedoeling. Bedoe
ling zal wal zijnherwinnen van den verloren
invloed bij het Mohammedanisme, waarvan
Frankrijk en Italië zich deela meester hadden
gemaakt en -bevordering van de rust en Grde
in de koloniën als h.v. in Egypte, nu de nood
hoog was geslegen is nagestreefd door de vrij
lating van den r.ationalistischen leider Zagloel
pasja.
Op tijd de bakens verzetten is een stopwoord
der politiek in algemeenen zin
No. 78.
Aan den rand van den afgrond.
Berlijn 26 Maart
Bijna op don dag af drie jaren na de onzalige
Kapp-Putsoh dreigde een nieuwe samenzwering
van de nationalistisch-rcaclionaire heethoofden
aan do Duitsche republiek oen eind te maken
en een dictatuur te vestigen, wier politieke
koers ontleend zou zijn aan de opvattingen uit
den Keizertijd- Drie jaar na de Kapp-Putsch
maar daarmee willen wo niet zeggen, dat deze
avonturiers „Sonderbündler", militaïristen en
predikers van geweldpolitiek in Duitschland ge
durende deze drie jaren de handen in den
schoot gelogd hebben. Nog in den vorigen zomer
moest de moord op minister Ratbenau het sêin
geven voor een verraderlijken aanval, die ech
ter onder de algemeen© opwinding over deze
misdaad, niet doorging. Intussóhen, alles duidt
erop, dat de staatsgreep, die nu, in Maart 1923,
voorbereid was, in alle bijzonderheden als twee
druppols water zou gelijken op het plan van
Maart 1920.
Maar het ging ditmaal anders dan toen. De
Duitsche regeoring houdt thans do teugels straf
fer in de hand, de- bewakingsdienst functioneert
nauwkeuriger, de energio der leidende mannen
is sterker geworden. Het is gebleken, dat do
jonge democratische Duitsche staat zich thans
werkelijk op zijn politiemacht gerust verlaten
kan, wat in 1920 in het geheel nog niet vol
doende het geval was. De ropubliek heeft haar
standvastigheid bewezen. Met ijzeren greep heeft
do sociaal-democratische minister van buitcn-
landsoho zaken van Pruisen, Severing, de zaak
aangepakt, en zijn maatregelen hebben in wer
kelijkheid het land voor een gevaar van onge
kende omvang bewaard. Wat geschied was, als
de samenzwering ditmaal onontdekt was ge
bleven, kan men zich nauwelijks voorstellen.
Er is geen twijfel aan cf een gewelddadig op
treden van de reohts-radicale „Deutsch-Völ-
kiscbe" zou direct ook een uitbarsting der links
radicalen, dc communistische elementen, veroor
zaakt hebben. De verdedigers der staatsorde
hadden dan een strijd naar twee fronten moe
ten opnemen op oen oogenblik, dat de vij
and in het land staat en het rijk zijn levensvrij
heid naar buiten te verdedigen heeft. Bat zou
de burgeroorlog, de strijd van allon tegen allen,
de chaos, geweest zijn.
Den Duitscher, wiens innigste wensch go richt
is op een langzaam herstel van zijn vaderland,
loopt con rilling over den rug bij de gedachte
aan doze mogelijkheid en ook, als hij bedenkt,
dat de misdadige onbezonnenheid van deze
verblinde en roekelooze nationalisten in de toe
komst toch nog wol een3 zou kunnen losbarsten
en een onafzienbare verwarring zou kunnen
stichten. Want van dezo zijde dreigt hot groote
gevaar. Men zal zoor zeker ook do propaganda
niet onderschatten, die vanuit Rusland gevoerd
wordt, en die in de tot wanhoop gebrachte lan
den aanhangers van het bolsjewisme werft.
Maar de profeten van het communisme, die wei
zoo nu cn dan onrust kunnen stichten zijn '.och
zoo lang lot onmacht veroordeeld, als de over
weldigende meerderheid van de arbeidsgemeen
schap zich door hen niet verleiden laai. De
Duitsche arbeiders in hun socïaal-domocrati-
sclie organisaties willen van Moskou niets we
tenzij zijn ervan overtuigd, dat een invoerinc
van Russische methoden in dezen tijd voor
DuitsChland slechts een verlamming van hel be
drijfsleven veroorzaken zou en daarmede hun
eigen beslaan zou ondergraven. Veel moeilijker
echter dan de'onderdrukking van een commu
nistische revolutie, zou de afweer van een actie
van rechts zijn al? deze in eerste instantie re
sultaten zou hebben. Want men mag zich zon
der twijfel niet ontgeven, dat in deze Doutseh-
Völkiscbo kringen een geheel andere vermetel
heid en vastbesloten held en vooral een groolcre
organisatorische bekwaamheid tc vinden is en
dat waarschijnlijk ook een belangrijk deel van
die bevolkingskringen, wier vroegere overhter-
6chende positie in het Staatsleven door de re
volutie terzijde werd gesteld, een putsch van
rechts steuren zouden.
Dat moot openlijk cn duidelijk erkend worden.
Niets zou verkeeröer zijn dan voor dezo waar-
hedd de oogen te sluiten. Dat de toestand in
Duitschland zoo geworden is, is vooral de schuld
van onze oudo, onverzoenlijke vijanden. Hoe
moer Duitschland geknecht en verdeemoedigd
wordt, beleodigd wordt en van recht verstoken
hoe tcugelloozeï' de vreemde troepen zich op
Duitscban bodem gedragen, des te meer rr.cn-
schen zijn cr, wier uit vaderlandsliefde voort
gekomen leed zich door nationalistische phra-
scn laat inpalmen. De agitators der scrupuleuse
rechts radical en zeggen, schrijven cn fluisleTcn
tot de menschcn „Nu ziet ge, waartoe do re
publiek U gebracht heeft". En de aan gebrek
aan inzicht lijdende menigte is maar al te licht
geneigd, aan deze dwaze woorden geloof te
hechten. Zoo is hot gekomen, dat onder den
voort du renden van jaar tot jaar zich verster
kenden druk van buiten in de kringen van
ouden stijl en de vroegere bezittende kringen
de reactionaire idee steods vorder wortel heeft
gescholen. Hadden onze oude vijanden wcikc-
lijk, zooals zij steeds voorgeven, den wensch,
om de democratie in Duitschland to versterken
en de militaristische geest van den koizortijd uit
te roeien, dan was hot eenige middel daaitoè
gewocst, om den bestaanden republikcinschcn
6taat de mogelijkheid tot een mchsch waar dig
bestaan te geven. Maar wanneer steeds opnieuw
plannen opduiken, dio een verbrokkeling van
het rijk, oen openlijk of verborgen losscheuren
van Duitsch gebied v. d. haiionalen staat, de
vestiging van vreemde heerschappe in Duitsoh
gebied nastreven, dan is het begrijpelijk, dat de
revanchegeest en do volkcrenhaat in Duitsch
land voedsel vindt, dat do aanhangers van de
oudo militaire kaste, die zonder scrupules van
de voorbereidingen van een. nieuwen revanche
oorlog droomen, aanhang winnen.
Zoo is de groei van de nationalistische
„Derrtsch-Vöïkisehe" beweging te verklaren. Do
groepen immsehen, die haar steunen, zijn, als
men de talrijkheid der Duitsche bevolking in
aanmerking neemt, niot groot.
Maar hun invloed moet niet onderschat wor
den. Het is een openlijk geheim, dat vooral de
academische jeugd, dus de zonen van vroegore
offioioren, keizerlijke beambten, de families, dio
vroeger op bescheiden voet een goed bestaan
hadden en nu ellendig verarmen, grootendeels
reactionair gezind zijn. Jeugdig idealisme wordt
hier in verkeerde banen geleid. Gezond, uit brui-
schend blood opvlammend patrotlisch gevoel
gelooft, zonder do verhoudingen der harde wer
kelijkheid uit hel oog to verliezen, goed te han
delen, wanneer het zich aansluit bij de nalicna-
hstisch-militaristische desperado's.
Het is jammer, dat zooveel warm jeugdig
voelen zich op zulke gevaarlijke dwaalwegen
laat dringen, en dat het dan zulke onsympathie
ke vormen aanneemt. "Want een wezenlijk strijd-»
middel vaü do Duitsche reohts-radicalen is het
opzweepen der hartstochten door het beproefd©
oudo systeem van een dom antisemitisme. Deze
propaganda bereikt maar al te gemakkelijk haar
doel. De onzinnige stelling wordt verbreid; dat
de gehoele republiek oen „joodsche inrichting"
zou zijn, en het gelukt waarlijk dikwijls haar
daardoor in discrediet te brengen. Men kan zich
niet voorstellen welk een omvang dit nieuwe
antisemitisme in Duitschland heeft aangenomen.
Het „Hakcnkreuz", dat als symbool van een
echt-Duitsche en tevens anti-semitische gezind
heid opgang gemaakt heeft, heeft een macht
verkregen, zooals men niet mogelijk geacht zou
hebben. In München, waar al deze reactionaire
denkbeelden hun hoofdkwartier gevonden heb
ben, draagt bijna één op de drie menscben, die
men op straat tegen komt, zulk een Swastica
op de lapel van zijn jas. Men vindt Swastioa'e
geschilderd op alle muren in de steden, op het
land, in het gebergte, in hadplaatsen. Tot in
Tirol heeft het kwaad voortgewoekerd. Ik heb
den vorigen zomer daar in verscheidene hotels
hoven de deur een reusachtig kruis in olieverf
geschilderd gezien, of in metaal uitgevoerd ge
vonden. Wel is waar heeft de raden-regeering
die spoedig na de revolutie in München korten
tijd dc heerschappij voerde, en welks leiders bij
na alle jonge Joodsche revolutionairen waren,
daartoe meegewerkt, dat in Beieren deze joden
haat ontstond. Maar dat kan onmogelijk de bru
taliteit rechtvaardigen, waarmee men op het
oogenblik in Zuid-Duttschland cn ook in Nooxd-
Duitscliland in vele kringen ieder mensch van
Joodsche afstamming bejegent. Het is zoover ge
komen, dat een groote film, vervaardigd naar
Lessings „Natlian der Weisc", in München niet
kon opgevoerd worden, cmdal zij van reactionai
re zijde als Joodsche propaganda was geken
schetst, terwijl men een gewelddadige versto
ring der voorstellingen had aangekondigd.
In Beieren hebben al deze kringen zich on
langs vereenïgd tot de partij r er z.g. „Nationaal-
Socialisten". Men wil met dezen naam de ar
beiders lokken, men wil aangevon, dal de na
tionalistisch© heethoofden ook wel geneisd
zijn aan het socialisme tegemoet tc komen. De
leider dezer partij in Beieren, Hitler, is een
groot gevaar geworden voor het voortbestaan
der republiek en daarmee voor 't voortbestaan
van het rijk. Een verward, onduidelijk, oor
spronkelijk wel uit goede motieven voortgespro
ten, maaT langzamerhand geëxalteerd geworden
nationalistisch gevoel weet overal de hoofden en
harten tc winnen. Er is ook gocn twijfel aan
dat deze vereenigingen en groepen zich in het
bezit van wapenen- hebben gesteld, wolke het
hun onder bepaalde omstandigheden mogelijk
zouden kunnen maken, om do bevolking te in-
timidcoren. De z.g. j.Selbstschüte'-organisaties,
die zich in de bedreigde grensgebieden in Opper
Silezic en Oost-Pruisen, en onlangs ook in 't
Rijnland gevormd hebben, voegen zich daar nog
bij. Kot dreigement der Rijksregeering om aan
het eindo der maand Maart dezo organisaties
te zullen ontbinden en hun herleving in andere
gedaante of onder een anderen naam te verhin
deren, heeft er toe bijgedragen om het plan tot
een Staatsgreep te laten rijpen, dat juist nog op
't laatste moment verijdeld ïs. Er is geen sprak©
van dat de bewapening dezer groepen en ver
bonden ecnigszins een omvang aangenomen 7x>u
hebben, die in de buiteniandsche politiek eoni-
germate in beschouwing zou komen.
Natuurlijk zal men nu van Franseho zijde
niet nalaton op 't „gevaar" te wijzen dat van
dio zijdo „Frankrijk bedreigt", en zal het go-
beurde als motief gebruikt worden om nieuwe
„veiligheidsmaatregelen" te cischen. Maar ieder
ingewijde weet, dat dit slechts voorwendsols
zijn. Do „gevechtswaarde" van de nationalisti
sche bewapende vereenigingen is vanzelfspre
kend slechts belachelijke onzin. Het verzet zou
als sneeuw voor de zon wegsmelten, als slechts
de kleinste afdecling van een regelmatig leger
het tegemoet trad. Maar in 't binnenland zelve,
in ons ontwapende Diiitschland, dat men zelfs
niet een voldoende bescherming van den staat
tegen revolutionaire drijverijen gelaten heeft,
boteekent het wapenbezit der Hilter-garde en
haar aanhangers, het bezit aan geweren, re
volvers, handgranaten en munitie wellicht toch
een macht, wier betcekenis niet onderschat moot
worden.
Voor 't oogenblik kunnen we weer herade
men. De rust is niet misdadig gestoord de re
geering is niet aangevallen, de „stormloop op
Berlijn" niot ondernomen. Maar het gevaar
blijft voortbestaan. Wij leven niet op hechten
bodem, maar staan aan don rand van een af
grond. Slechts wanneer dit armo land zijn vrij
heid en zelfbestemmingsrecht herkrijgt, die men.
het voor de vredesluiting to Versailles voorge
spiegeld heeft, zal het ons wcor gelukken ons
op dezen gevaarlijken weg in evenwicht te hou
den, totdat wij ons langzamerhand een heebte-
ren basis verworven hebben. Zoo niet, dan stort
Duitschland toch noch op een dag door binnen-
landschen strijd en burgerooi-log in den af
grond en wie weet, wal het van de overgebleven
welvaart der gcheclo wereld in dezen val race
zal sleuren.
Dr. MAX OSBORN.
Men meldt ons uit Hillegom:
Als het morgen goed en geen koud weer
is, mag er met grond verwacht worden,
dat het dan, dus morgen, minstens even
clruk is van bezoekers aan do blo .mbollen-
velden als op den Tweeden Paaschdag.
Immers, er zijn in deze week vele tulpen en
hyacinten in bloei gekomen en de narcis
sen zijn nog minstens even mooizoo niet
mooier dan een week geleden.
Gisternacht is ingebroken bij
den heer J. G'. 3. V. op de Binnen wa
tersloot te Delft. Er is een geldkistje met"
f 1200 aan contanten ontvreemd.
Als verdacht vanyerduiste'-»
ring ten nadeel? van den N. V. Hasekamp
A: Co., to Schiedam, beeft de recherche aïj
daar aangehouden den administrateur J.
C. de B., wonencb te Rotterdam, en P. B.,
controleur der administratie. Het verduis
terde bedrag kon nog niet worden vastge
steld, het schijnt eenige duizenden guldens
te beloopen.
Daartoe gemachtigd door den
president. der Haarlemsche rechtbank,
heeft Donderdag, op verzoek van eenigo uit-»
gevers en componisten, de lieer P. Ciig-
nett, hoofdvertegenwoordiger voor Neder
land van de Socictc Edifo, waarvan bedoel-»
do uitgevers cn componisten leden zijn, een
aantal gramophoonplaten bij 'n winkelier
te Haarlem in beslag genomen. De platen,
£000 in getal, waren niet voorzien van het
oranje-Edifo-zegel van twaalf cent, dat"
door do Auteurswet wordt voorgcschrc-»-
ven, zoodat deze gesmokkelde platen goecf-
kooper verkocht kondba worden dan do
platen van do winkeliers, die zich aan do
bepalingen van dc Auteurswet houden.
Dostoomtrawler ,,KW 149" (Arie?
kwam gisteren van de visschcrij to IJmui-
den binnen met een in do netten opgehnaL
de mijn aan boord. Nadat deze gedemon-»
teerd was, mocht de trawler de vissohers-*
haven aldaar binneustoomen.
Eenige jongens vermaakten
zich aan den Boulevard te Zandvoort met
het schieten met een flaubertbuks. Toen
eenige jongelui uit Amsterdam, die een
fietstochtje naar Zandvoort hadden ge
maakt, passeerden, werd het gevaarlijke
spelletje voortgezet, door op de petten van
die jongens to schieten. De petten werden
aan den duinrand neergelegd, terwijl de jon
gens zelf zich verscholen. Toen een hunner
echter onvoorzichtig genoeg zijn schuil
plaats verliet en over den duintop gluur
de, werd hij door een flobertkogcl in bet
linkeroog getroffen. Onder leiding van den
heer Lovink, commissaris van politie al
daar, werd cle jongen naar het Wilhelmina-
Gasthuis te Amsterdam vervoerd, waar ge
tracht zal worden het kogeltje to verwij
deren.
Eon staaltje vantreu-
rigo woningtoestanden kwam aan 't licht
bij een statistisch onderzoek naar de huis
vesting der te Amsterdam ondersteunde
groote gezinnen. Meb medewerking van
den Gemeentelijken Woningdicnst werd
nagegaan in welk soort woningen pl.m.
850 ondersteunde gezinnen, die 5 of meer
kinderen bij zich hadden inwonen, waren
gehuisvest.
Ter verduidelijking clione, dat keukens,
keukenkamers en alkoven hiorbij niet als
woonvertrekken werden aangemerkt
Ziet hier het resultaat in enkele cijfers:
282 dezer gezinnen hadden een woning
met 3 of meer woon ver treicken aan do bui
tenlucht een goedo woning dus.
290 gezinnen hadden eeni woning met 2
woonvertrekken aan do buitenlucht. Do
qualificatie voldoende is voor dezo
woningen wellicht te fraai.
259 gezinnen waren slecht gehuis
vest (niet meor dan 1 woonvertrek aan de
buitenlucht), terwijl
34 gezinnen oen woning hadden z o ri
der afzonderlijk woon ver-trek aan de
buitenlucht
Bij deze laatste waren 3 gezinnen (echt3
paren) met 9 kinderen. Deze hadden
slechts de beschikking over een keuken
kamer en een alkoof of een zolder.
De zorg voor de huisvesting van derge
lijke .groote gezinnen is een ecsoh, welke
feitelijk aan bedeeling en elke andere
maatschappelijke hulp vooraf behoorde te
gaan. Onder dergelijke omstandigheden te
levem moet wol dogeneerend werken. Op
heffende armenzorg ia daarbij een onmo
gelijkheid. (,,Do Schakel.")
In den nacht van Woensdag op
Donderdag is bij den landbouwer S. Moms,
te Reeuwijk, in gebroken. Gestolen zijn
zijn drie fietsen, een gouden horloge met
ketting en eenig geld uit de slaapkamer».
Bij het verlaten van het huis hebben do
inbrekers de deuren aan den buitenkant
gesloten en de sleutels© meegenomen.
Volgens medodoeling van het'
Handelsinformatiebureau van Van dor
Graaf Co's Bureaux voor den Handel,
zijn over de afgeloopen week, eindigende 6
April, in Nederland uitgesproken 69 fail
lissementen, "tegen 82 in dezelfde weck vau
het vorige jaar. Van 1 Januari tob en met
6 April 1923 1142 faillissementen, tegen-»
over 723 ov.er hetze'fde tijdperk vau het
vorige jaar.
HET „BANKJE" VAN HONDERD.
(Nadruk verboden.)
Ik bezit oen boel bijzonder bankbiljet van
liondecrd gulden. Dat wil maar niet uit mijn
geldkistje. Zoo vaak ik van plan ben het uit te
geven voor eon speciaal doel, zucht het
,.Noon". Misschien dat iemand raad schaft
Maar dan moot ik eerst zijn geschiedenis vertel
len.
Dat bankje van honderd was vroeger hol
jeï&ndom van mijn tante. En nog vrocgor van
j« dat weet ik niet Niemand kan zeggen,
.Waar oen bankje van honderd vandaan komt-,
niemand weet waar het heen gaat. Bankjes van
honderd zijn als do lichten in ondorgrond-
Ispoorbanonduisternis, korte lichtflikkering,
Opnieuw duister.
OEet plotselinge flikkeren van mijn bankbiljet
had deze voorgeschiedenis: Frieda diende bij
mün tante. „Door en door eerlijk", eland er van
%aar in do getuigschriften. Maar dit staat er in
|lrelo. "Wat er in getuigschriften van dienst-
Vxton staat, is niet van veel belang. Van meer
gelang is dat, wat er niet in staat. Er stond
toart in, dat zij van stillen aard was. Geen la-
.'waai, geen geschreeuw, nauweli|ka cenig ge
vraag. En als men zelf even vragen wild©
Frieda, heb je of Frioda, is reeds -.
was alle3 ook meteen in orde. Zachtjes zwen
gelden haar lange armen langs de brcede heu
pen „En wat nu
Met dit „en wat nu ging zij het leven door.
Mijn tante wist wat zij aan haar had. klaar
op een dag vermiste zij een bankbiljet van
honderd. Tante had het in het laatje van haar
schrijftafel geschoven, toen er geheld werd. Zij
veTgat den sleutel om te draaien, toen zij de
gang inliep om het inschrijvingsbiljet te tceke-
nen, terwijl Frieda de schrijftafel afstofte. Eerst
's avond3 herrinnorde tante zich, dat zij den
sleutel niet had omgedraaid Het bank
biljet was verdwenen.
Dri© dagen lang liep ze er mee rond. Dat is
langer dan een middelmatig soort huisvrouw
het uithoudt.
„Frieda, was er nog iemand in de kamer,
toon je afstofte
„Neeri'.
„Frieda, uit H laatje is eën bankje verdwe
nen".
„Zoo", spTak" Frieda's mond, „En wat vor
der?" Frieda's armen.
„Frieda, heb je het benkje weggenomen?"
„Neen".
„Frieda, het bankje kan niemand anders
weggenomen hebben".
„Zoo", sprak Frieda's mond. „En wat ver-
dor Frieda's armen.
„Nu, gelukkig dat je bekent. Frieda, geef het
me nu tarug".
„Tk heb het niet".
k,Dus ia 't reeds bij een medeplichtige
Frieda's armen hielden op met zwengelen.
Eerst nu hadden zij het begrepen. Zij huilde.
„Welnu, ik geef je vier en twintig uur den
tijd", zei tante.
Daarop, den volgenden cag, zei tante
„Nu, Frioda?" -l -*!
„Tk heb 't niet, ik begrijp niet -T
,,'t Zou me spijten, Frieda, als ik naar iïe
politie
Frieda huilde niet meer.
(Het bankje had zijn interesse voor haar Ver
loren. Alleen haai armen zwengelden„En wat
verder
„Voor 't oogenblik zal ik het er nu maar bij
laten, Frieda. Met acht dagen is de Paascfh-
biecht. Wat je mij niet kunt biechten, kun je
mijnheer den pastoor zeggen". -
In den biechtstoel was Frieda klaar. 1
„En er is móg wat vroeg de pastoor, r
(Frieda zweeg.
„En bet bankbiljet van honderd, Frieda
praatte do,pastoor haar goedig aan.
„Weet, Frieda, dat ik ,'t goed met je meen.
Bcgrij'p goed, dat er geen vrede meer in 't huis
terug komt, wanneer jij je geweten nj'et ont
last".
„Jawel, hoogwaarde".
„Ik mag je niet dringen, je moet zelve
Frieda was voor den tweeden keer ter biecht
gegaan en wilde opstaan
„Hoe is het Frieda, wil je mij niet de op
dracht geven, dat mevrouw voor cn na je loon
zal inhouden
Door de traliën verbeeldde mijnheer de pastoor
'zich een knikken te bespeuren. Maar het waren
Frieda's armen „En wat verder
„En nu ga je rustig naar huis. Ik zal nog
persoonlijk moeite voor je doen, dat je niet ont
slagen wordt".
Zij werd niet ontslagen. Elke maand trok
tanto van haar loon twe© mark af. En vijftig
maanden zijn in vier jaren ruim voorbijVier
jaren echter zijn niet al te lang, als men met
zwengelende armen dient
,En wat verder
Toen «tifcrf tanca. Be was haar erfgenaam.
Kort voor baar dood. heeft zij mij de geschiede-
rif van Frieda's bankje toevertrouwd. Als zij
he: ïii^t gedaan had, geloof ik, dal wij Frieda
gevraagd hadden bij ons in dienst te treden, zij
was zoo hijzonder flink. Maar maar s
't Was nu toch maar beter, dat zij do armeri
ergens anders zwengelde, waar men niets wist.
Jaren kwamen, jaren gingen. Armen zwen
gelden, werden moede en nieuwe armen kwa
men er voor in de plaats, jonge armen, jonge
handen. Zulke handen van mijn jongste zoontje
spoelden eens met een schrijflafella. Moeilijk
ging ze open, hij trok en trok
„Hè, eindelijk, ik heb zo los, vader", kwam
hij aangesneld, „kijk, dit hier zat er tusschen".
Hij hield in zijn vuistje 'u verfrommeld bankje
van honderd.
Hoo ik ook gezocht heb en geschreven f
ik heb haar niet moor teruggevonden, onze
Frieda. Misschien is zo dood. Misschien zwen
gelt ze nog haar lange armen „En wat ver?
der engcns in een ver-verwijderden dienst.
Wat nu Ja, nu ligt het bankje van honderd
in mijn geldkistje. Het is een heel bijzonder
bankje. Hot wil er niot uit. Zoo dikwijls ik
moeite doe het voor een cxtia-doel uit te geven,
ook al was het voor 't boste mijn haakje'
zucht„Neen". Misschien dat iemanj? read
weet
-0-