No. 19341. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24 Maart. Derde Blad. Anno 1923, UIT ONZE STAATSMACHINE. HET MODEL. Van den voet der Pyreneeën. grijpende verbeteringen, en veranderingn, aan de woning aangebracht, do h uur ver- booging wettigen. In het eerste geval mag echter geen huurprijs worden toegestaan hooger dan die op 1 Januari 1916, vermeerderd, met 60 proc., wanneer niet een grond aanwezig is, als onder 2o. wordt bedoeld. Wij doelden er al op, dat het Rijk een deel van de kosten vergoedt, die door <3© Huurcommissie zijn. gemaaktdat geldt ook voor de kosten, die do kantonrechter gemaakt heeft voor de uitvoering der wet. Maar zijn zulke kosten noodcloos gemaakt dan kunnen do Huurcommissie en de Kantonrechter die kosten laten yoar do partij, die ze veroorzaakte. Bij algemeenen maatregel van bestuur kunnen regelen gesteld worden voor de opheffing eener Huurcommissie door Bur gemeester en Wethouders. Omtrent do buiten-werk-stelling van do Huurcommissiowet is de wet zeer gewij zigd. Tot nog too bepaalde zij clat de web zou vervallen zes maanden na don ebg, waarop de Regeering, den Raad van State gehoord, tal hebben verklaard, dat de bui tengewone omstandighedendie tot de in stelling dor wet aanleiding gaven, hebben opgehouden te bestaan. Daaruit volgde dus, dat de wet op een gegeven oogenblik voor alle gemeenten te gelijk ophield te gelden Er is nu deze wijziging aangebracht, dat er verklaard kan worden, don Raad van State, gehoord, dat ten aanzien van alle gemeenten of ten aanzien van bepaalde lijk aan te wijzen gemeenten, do omstan digheden het voortbestaan der wet lan ger dan zos maanden na dedagteekenLng van heb besluit niet noodig niaken. Er kan dus een tijd komen, dat voor enkele ge meenten de wet niot meer geldt en voor andere wel. Waar zij buiben werking wordt gestold, doet de Huiuroommissiewet nog de zaken af, die bij baar volgens do Huur- opzeggingswet nog aanhangig zijn. In de Huuropzeggingsweb zijn do vol gende wijzigingen aangebracht. De Huurcommissie wet bepaalt, zooveel mogelijk met in-acht-neming van de voor schriften der Huurcommissie wet-, voor een woning een redelijken huurprijs.. Zij karn een huurprijs bepalen, lager dan volgens de Huurcommissie wet zonder haar tussohen komst mag bedongen en aangenomen wor den, wanneer de staat van onderhoud, waarin de woning verkeert, dien Iageren prijs wettigt. Maar brengt dc verhuurder dan verbeteringen aan, dan kan do Huur commissie op verzoek van den verhuurder den te laag gestelden huurprijs verhoogen. Waar het geldt woningen, ten aanzien waarvan de H uurc o m miss ie we t eerst door het in-werking-treden van do Huuropzeg- gingswet toepasselijk is geworden, wordt die wet zoo toegepast, dat in plaats van ,,50 proc. boven den huurprijs van 1 Ja nuari 1916" wordt gelezen: ,,37% proc. bo ven den prijs van 1 Januari 1916". Huurcomraissies, welke na 6 October 1922 zijn ingesteld, worden alleen gehand haafd, waaneer dc toestemming van don Minister van Arbeid, Handel ca Nijver heid is verkregen of nog verkregen wordt. De Minister kan ten aanzien van be paaldelijk aan te wijzen gemeenten ver klaren, dat bettegenwoordige huurpeil der weningen, waarop de Huur commissie- wet van toepassing is, een afwijzende re geling vordert* n.l. waar de woningnood groot is. Maar zulk een verklaring blijft niet langer dan twee jaar van kraoht. Ten aanzien van woningen, gelegen in een gemeente, omtrent een verklaring ale zooeven is aangeduid, van kracht is, wor den de huurverhoogiingen, die overigens op ton hoogste 50 en 37% proc. zijn gesteld beperkt tot 40 en 30 proc. Ten 6lotte is in de Huuiopzoggingswct oen nieuwe bepaling opgenomen, krach tens welke., in gemeenten zoncihr Huur commissie de kantonrechter doet, wat an ders de Huurcommissie zou. moeten doen. En zooals «Be beslist, sthat heb vastbe roep staat niet openalleen kan cassatie in hot belang der wet worden aang>e- vraagd. DE EERSTE TWEE MAANDEN VAN HET NIEUWE JAAR. Het zou van groote onvoorzichtigheid ge tuigen, even nadat de maand Februari is verstreken, reeds een oordeel over het loo- pendo jaar te gaan vellen. Dit ligt dan ook geenszins in onze bedoeling, doch wij leven economisch gesproken zoo bij den dag, de toekomst lijkt zoo onzeker, dat wij onwille keurig in het heden zooveel doeniyk 'naar steunpunten zoeken, om te weten, waar wij eigenlijk zijn. Een zulk, steunpunt geeft do staat van rijksmiddelen-over de twee eerste maanden van het jaarie zooeven is verschenen. We zen wjj bij eejn vorige gelegenheid er reeds op, dat do toestand van 's Lands financiën, alle pessimistische voorspellingen ten spijt, reden tot tevredenheid geven, in het nieuwe jaar is het niet anders gesteld. -De Neder- landscho regeering bevind zicli in de benij denswaardige positie hare inkomsten nog steeds ruim te zien vloeien, terwijl de econo mische crisis reeds maandenlang een voldon gen feit is, zoodat zij tijdig maatregelen heeft kunnen nemen. Afgescheiden daarvan blijken de inkomsten van den Nederlandsehen staat zoo lang achtereen zich op zulk een gunstig peil te blijven bewegen, dat de vraag op komt, of daarin niet reeds teekenen zijn te ontdekken van een beteren economischen toe stand, die langzaam groeiende is. De rijksmiddelen over de twee eerste maanden des jaars hebben bij de overeen komstige periode van het vorige jaar ver geleken eena vooruitgang van iets meer dan 10 millioen guidon aangetoond. Zij bedroe gen dit jaar f 73.573.245.00^ tegen f 63.536.668.29 in de maanden Januari en Februari 1922. Men ziet, dat de halve cent nog niet in de rijksboekhouding is verdwe nen. Het loont zeker de moeite na te gaan wel- ko onderdeelen tot dit accres hebben bijge dragen. In de eerste plaats z\jn dit de directe belastingen geweest. Do grondbelasting, per- soneele belasting, inkomstenbelasting en ver mogensbelasting hebben dit jaar te zamen opgebracht ruim 27.1 millioen gulden tegen ruim 22.5 millioen gulden in 1922. De voor- (Nadruk verboden.) De Humwelten. ©e klacht, dab telkens na betrekkelijk karton tijd een wet, waarbij velen belang bobben, gewijzigd wordt, is ook door ons al «meermalen uitgesproken. Heli kan zijn, dolt de plotselinge verandering van den taesband in onze snel levende maatschap pij die wijzigingen noodig maakt-, maar 6en last blijft het-, en de ecnige remedie ■en misschien zijn, dat de wet zóó geredi geerd werd, dat er wat meer speling over- blcEf bij de uitvoering. Maar dan koant weer de naijver tussohen Regeering en (TfflRksvertegenwoordiging in het gedrang en wellicht verbiedt het onderlinge wan trouwen der twee partijen dat Er zijn weinig wetten, die in den korten van haar bestaan zooveel toepassing tóbben moeten vinden als de huurwetten cy raakten de belangen van breed© lagen dér bevolking; zij zijn dat geven wij tae noodzakelijk geweestmaar zij heb ben ook heel wat gemor doen ontstaan. !De Huurcommissie wel dateert van 26 Maart 1917. Zij is gewijzigd in 1918 en in 1021 en nu onlangs ai er weer een wijzi gingsvoorstel aangenomen. De Huurop- oeggingswet, die een jaar later werd inge steld, houdt daarmee gelijken tred en is dus nu aan de derde wijziging genaderd. Zoo raakt het publiek wel een weinig fte kluts kwijt en worólt de zekerheid, dat leder geacht wordt de wet te kennen, hoe langer hoe geringer Maar dat neemt niet weg, dat wij toch Weer willen trachten een kort overziioht te geven van de veranderingen, die nu on aards weer door de Tweede Kamer zijn cauge nomen. Zij komen op het volgende neer. I>e huurprijs eener woning mag zonder tóceteanming of beoordeeding van de Huur- ïeormiissio verhoogd word on met 50 pro- Bent van den huurprijs op 1 Januari 1916. Het is echter verboden voor het gebruik vwi een krachtens do Woningwet onbo- Emiihiiiiii' verklaarde woning, tegen wol kar onbewocrabaarverklaring geen beroep Barer open staat, als verhuurder een hoo- ger© vergoeding, onder welken naam of in iwelkcn vorm ook, te bedingen of aan te «temen, dan de huurprijs voor die woning geldlende op 1 Januari 1923. Tot nog toe werd de instelling van een Huureommissie overgelaten aan B. en W. tof Gedeputeerde Staten. Nu is bepaald, dalt voor de instelling de toestemming ta»dig is van don Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid. Dat is in zoo verre een bezuinigingsmaatregel tevens, omdat- ibïit Rijk een deel der kosten droeg. Sen huur verhoogd n g wordt, krachtens ert. 5 der Huuroommissicwet, slechts dan idwr de H uur contra issi o toegestaan <iü. wanneer dc huurprijs, dien de vcr- tu»rder zonder tussohenkomst der Huur- ©MMmossie mag bedingen, blijft beneden de formalc huurwaarde op 1 Januari 1916, ver meerderd met 50 procent wanneer hoogiere uitgaven ter zake «un de wouiing te bestrijden, dan wel in- e> Uit hel Emgelscli van WILLIAMS. (Nadruk verhollen.) „Een beetje het hoofd meer naar rechtszóó, fcóó cs het goed Haastig verschikte zij zich, hang niet in alle 'opzichten te voldoen. Er hing zooveel van af beviel zij hem als model, dan werd ef met elk juur poseeren oen shilling verdiend, zoodal zij per "week al gauw een paar pond zou kunnen overtoggen. -Maar hoe zwaar voelde haar arm, boo stijf baar nek! Zij tuurde zijdelings naar ■<»n oude Mok op den schoorsteenmantelge lukkig, cvor tien minuten was zij vrij I D£»ch wat voelde zij zich trotsch van biDnen. dal hem iwas ontgaan, dat zij nog maar een nieuweling In kot vak was „Ziezoo, nu kunt u wal uitrusten; een si- jgarct „Dank u". Zij vroeg zichzelf af of hij beleodigd zou. zijn over haar weigering. Zij waa wat hang voor (dezen grooteri, zwaren man vooral voor zijn oogen. Hij stak den. brand erin, terwijl zij stilletjes Op haar stoel bleef zitten. Alan Seemount was de man er niet naar, om eit'ii bijzonder in andercr menschen gcdachten- gang te verdiepen, meer dan juist even aan dc oppervlakte. Toch voelde hij als hij instinct dat 'dit wezentje voor hem wel eonigszins der moeite waard was. Met welgevallen keek hij naar haar goede trekken zag hij naar haar blanke huid, naaT dc grijze, ietwat schuwe oogen. /Heeft u hel niet koud, wilt u niet wal dich ter bü het vuur komen -Gretig nam zij het voorstel aan. Hij haastte fcleh oen fauteuil nadcihii te schuiven, dicht bii «ten zijne. hoe heerlijk Mag ik even vlak er Lij zit ten Het is zoo'n prachtig vuur, cn wat oen groei e haard! Nu vader cn moeder dood zijn jen ik alleen voor Sammy en de kleine moet Worgen, is er geen geld of er voor veel verwar ming." Zij schoof vlak aan den haard, steun vindend legen den eikenhouten pilaar. Met haar ban kten omknel do zij baar knieën. Jammer die handen waren bedorven door veel ruw werk. iDit hinderde den artist even heel erg. Maar liet was maar een oogenblik. HaaT charme en !<lc heerlijke openhartigheid in haar oogen ver joegen die gewaarwordingen. „U bent een buitengewoon goed model", zei hij „Ik heb zelden nog Iemand gevonden, diio teoo snel mijn bedoelingen raadt. U heeft al fveel geposeerd zeker Maar u is toch nog heel 'jong Negentien", antwoordde zij, „U lijkt toch ouder, als ik het zeggen mag". „0, clat kan zeker, want dk hel) een hard. leven Echter rnij. Ik verdiende mijn eigen brood al, toon ik vijftien was, en daarvan moesten wij ■not ons drieën leven. Het was niet veel, zeven shillings in de week. En model tc zijn, vind ik wel prettig znooie kleeren aan te hebben bij oen warm vuurtje is een genot". Hij keek naar haar niet instemming. „Zou je niet altijd mooie kleerren willen dra gen „Wat graagE.i zij streek rael haar wang langs haar zijden jurk, dio over haar knio'in hing. „En waarom zou dat niet gaan? Ik ben rijk genoeg ten minste, ik heb volop ere diet". Hij strekte zijn hand naar haar uit en vatte een dor hare beet. Zij keek hem an het galaat, haar woorden van dank bestierven haar op do lippen. Opeens zag zij iels anders dan louter vriendelijkheid. Zij dacht terug nan de oogen van dien Pool, bij wien zij had gewerkt cn wicn zij ontvlucht was. „Dank u", zcido zij, terwijl zij zijn hand bij wijze van hulp voor het opstaan, aanvaardde. „Ik was iieelemnal vergelen, dat ik maar even zou uitrusten". Zij stapte opnieuw naar haar rïaahsjo en trachtte do oud© houding terug tc vinden. Hij voelde zich even uil 't veld geslagen en was niet zeker, in hoeverre hij begrepen was. „Nu, eventjes nog. het licht wordt minder, maar daarna gaan wc nog even bij hel vuur", sprak hij, lui opstaande Hij gc-cuwdo en liep naar ziju ezel; toen sta;te hij, als om iots te zoeken, in dc richting der kamerdeur en «haai de don sleutel om in het slot. •Zij stond met den rug naar hom toe, dooh nam het zachte klikje waar. Wat moest zij denkenhij had dit nooit oer gedaan In tussohen begon het werken opnieuw. „Wilt u liet corsage!je acts van «de schouders af laten glijden vroeg hij opeens. „Ik moet even een lijn volgen". Hij wachtte gespannen op oonig verzet, dooli er gebourde niets. Zij gehoorzaamde kalm cn vlot. „Poseert u wel cen's meer zoo „Neen, tot nu toe niet". „U moet 't wel doen u heeft alles voor" „Het hangt er van af, voor wicn dk het zou doen". „Maar toch zeker voor mij vroeg hij met aandrang. „Als het noodig was voor uw werk". „U spreekt zoo zuiver. Waar leerde u dat „Vader onderwees me ;kij was houtsnijder en 6tierf aan de lering". Enkele minuten later hoorde zij gestommel ook gekrabbel op het dook. „Het lukt niet, juffertje, ik heb ct voor van daar genoeg van. Kom nu nog wat bij het vuur zitten". r Zij slcnd cp en schen iets tc zoeken. „Wat hebt u verloren „Mijn zakdoek! 0, die zal in do kleedkamer hiernaast Eggen „Pardon, laat ik. even zoekenEn melcon' had hij voor haar in een oogwenk de deur ont sloten. „Neen, nu niet dadelijk heengaan, nog even gezellig blijven babbelen". Hij troonde haar moo terug naar don open haard en trok een fauteuil dichtbij voor zich zelf, zoodat zij bijna tegen hom aan kwam te eil'len. „Leun nu maar wat tegen mijn knie, kindje da© houding 'kennen wij, Engelschen, toch maar good". Zij deed, zooals hij verlangde. „Wat hebt u het toch-heerlijk alias, wat u begeeron kunt, is om u". „Zeker, dat is zoo in dit oogenblik, kindje". „Het is heel vriendelijk nu dat tc zeggen", antwoordde zij in vollen ernst, maar 't is toch do waarheid, dat u oen heerlijk leven hebt". „Ja, dat is ook zoo", gaf hij lOTUg, terwijl zijn Yingors haar vol, golvend haar beroerden. „Maar als je nu eenmaal in een dergelijke luxe bent opgevoed, zegt het je niet veel meer cn lot je alleen op dc dingen, die je niet bezit. En er is zooveel, wat ik zou hegeoron Hij lei zijn arm. zacht om haar hals. „Bont u de zoon van een lord?" vroeg zij verschrikt zich naar hem omkcercnd, zoodat hij in lachen uitbarstte. „Niet een schitterend exemplaar direct, is 't wel „Dus dan is u, wat men noemt, van adel „Malligheid, is 't niet „Ik vind dat een van de mooiste dingen ter wereld. Van adelAls kind vonden we hel dol om deftige menschen voor te stellen. De mecs- len speelden voor koningen cn prinsen daar entegen voelde dk me altijd verbazend aange trokken om voor een lord of zoo te spelen" „Maar waarvoor tooh „Als vader thuiskwam van hel werk, moe cn op, was hij vaak heel lastig en prikkelbaar. Ik verborg mij altijd .achter moeders rokken, maar zij trachtte zijn houding dan goed te praten, door tc zeggen „Kind, al is vader wel eens boo3 cn onvriendelijk, vergeet toch nooit, dat hij een dóór en dóór fatsoenlijk mensch is hij kon best van adel zijn Ik wist niet pjo- cies wat dat wou zeggendk begreep alleen, dat, als hij niet moe was, mijn vader een boven ste beste was, dus dat van adel alles was, wat gatd en zuiver beteekendc. Niot „van adel" tc zijn, bctcckende ruw en dronken, in mijn ver beelding. En nu zit ik bier bij een heusehen adellijke". „Vindt je niet, dat je onder deze omstandig heden mij oei» kus zou kunnen geven, kiem mcisko". „Zeker, meneer". Zij stad hem haar gezichtje eenvoudig cn open toe. Het was, van zijn standpunt bekeken, geen direct succes. Hij kende hel leven voldoende om te begrijpen, dat zijn recht om haai' nu te kus sen oen andore oorzaak had dan die, welke hij vurig had gowcnscht. Doch het kon toch een 6tap in de goed© richting boteëkencn. „Als je dan, zooais jG zegt, van adel bent, uitgang is bij de inkomstenbelasting en de personeele belasting te zoeken, bij do inkom stenbelasting spelen do inkomsten in de vette jaren verkregen nog een rol, doch niet zoo groot als somstijds wel wordt beweerd. Do inkomstenbelasting alleen heeft dit jaar ruim 21.5 millioen gulden opgebracht Van dit bedrag komen ca. 13.7 millioen gulden op rekening van het belastingjaar 1922/28 en ca. 6.5 millioen op rekening van 1921/22, zoo erg achterstallig is deze dienst dus niet, slechts iets meer dan 1,3 millioen gulden werd over een voorafgaand jaar geïnd, meer dan 63 procent der inning liep over het laat ste belastingjaar en daar reeds gedurende het af geloop en jaar de inning zeer actiet was, kan deze aanwas toch niet geheel op rekening van inkomsten worden gezet in de reeds door ons als „vette" aangeduide jaren, die d<^ magere dito voorafgingen, Eeno achteruitgang, die naar wij aanne men slechts weinigen in den lande onaange- aam zal aandoen is die van de accyns op het gedistilleerd, die van c.a. 9.3 millioen gulden op 7,5 millioen terugviel. Daarentegen ging de accyns op het geslacht van 1,46 millioen op 1,66 millioen gulden vooruit, zoodat de Nederlandsche staatsburger wat zijn gemid deld fysiek inkomen betreft er wel op is voor uitgegaan. Ock het bier gaf een 53 duizend gulden minder in het laad je. Do tabaksbelasting, die voor het eerst in haren vollen omvang op de lijst der rijks middelen prykt, bracht ruim 3.5 millioen gul den op, het vorige jaat was deze belasting nog niet in werking getreden. Zij heeft dus wel een flink gedeelte tot den aanwas (ter middelen bijgedragen. Van de andere nieuwe belasting, dio op speelkaarten kan zulks niet worden gezegd, dezo bracht slechts f 16.000 op. "Wanneer men de bizonder e kosten in aan merking neemt, die eeno belasting ipso facto medebrengt dan is het twijfelachtig of van dezo 1G duizend gulden wel iets is overge bleven. Do successierechten gingen sterk vooruit en wel van 5.8 millioen tot ruim 8 millioen gulden, do verhoogde rechten kwamen verle den jaar nog niet ten volle tot hun recht. Met de registratierechten wil het nog steeds niet vlotten, -de opbrengst was nog geen 3 millioen tegen ca. 3% millioen gulden verleden jaar. Noch met het overdragen van onroerende goederen, noch met do uitgifte van aandcc- len, welke beide do voornaamste bronnen dezer inkomsten vormen, wil het hard vlot ten. Wel gingen do zegelrechten vooniit en wel van ca. 2,7 op 2,9 millioen gulden. F.en onderdeel dezer rechten, dat sterk de aan dacht trekt is dat van het beurszegel, de ze gels n.l. die op de fondsennota's wonden ge plakt. Dezo hebben geduiende Februari van dit jaar f 322.000 opgebracht tegen 139.000 in Februari 1922, hetgeen tezamenhangt met het meer intense beursverkeer. Bovendien blijkt daaruit, dat dezo grootere levendigheid wel degelijk aan het meer actief deelnemen van het publiek is .te danken, daar op de af faires der beroepsbandelaren onderling geen» effectenzegel wordt betaald. Eene vooruitgang, die prettig aandoet, is dio der loodsgelden, welke ruim f 521.000 op brachten, tegen ruim f 425.000 in de eerste twee maanden van 1922. Vermelden wij tenslotte, dat plotseling ge- vermag je vele dingen". „Ik zou bijv. in staat zijn om jou mooio kloorcn to go ven cn oen heerlijk, onbezorgd loven te bezorgen". „Bat zou verrukkelijk zijn „Welnu, kindjelief, H hangt maar van jou of". „Bedoelt u dit ornstig Wilt u heusch wat voor me zorgen", vroeg zij half-ongcloovig. „En cn zou ik dan Sammy en dc klein© ook bij me mogen hebben „Hm, hm, dat hangt er van afze zouden wel oens wat in den wog kunnen loopen, maar ik durf wol zeggen, dat w© wel wat voor hen zouden vindon". „Maar ik zou ze toch Yeel liever bij me bob ben. De kleintjes kan ik niet alleen laten zo hebben nio voel tc noodig". „Nu, nu, we zullen nog eens zien". „Ja, t is waar, ik mag niet al te vool mijn condities stellen, als u me toch al zooveel wilt geven. Maar wat kan ik nu voor u doen Do vraag en [leigrijze, droevige oogen, die in do zijne keken, brachten hem een beetje van de wijs. De vraag hield zooveel in, in tegenspraak mot den blik dor oogen, dut hij or sterk door geëmotioneerd werd. „Ik zal niet veel van je vragen, lief kind, al leen maar af en too een paar kussen" „O, maar, meneer, ik zal er u nooit genoeg kunnen geven". „Zóó als je zoo precies bent met af betaling van jc sohuM, laten we dan liet plaari maajr dadelijk vorder uitwerken. BelaaJ mij nu maar vast wat van te voren". Zij stad hem haar jong gezichtje toe. De kus duurde lang. Zij 6chrok or van terug. Er volgde een stilte van ettelijke seoonden. Toen sprak zij „Ik zou ujkort geleden niet hebben gekust". „Zoo En waarom niet „Misschien vindt u het dwaas van mij, maar ik beschouw het kussen als iets heel bijzonders. Toen moeder stervende was, zei ze ipe „Houdt je lippen rein, kind, ze zijn tc lief om bezoedeld te worden". Ik begreep niet recht, wat zij be doelde, doch vorgat dio woorden nooit. Als ik menschen elkaar zag kussen, overwoog ik steeds of zij hun lippen ook bezoedelden. Later zou ik de bcleekonis weten. Het was, toen mijn chef mij in de gang wou omhelzen zijn lippen rocken naar knofloop, maar zijn oogen verrieden mij, dat zij onrein waren. Ik werd toen heel voor zichtig in den omgang met mannen. Ik voelde mo gewaarschuwd. Maar als u eens wist, wat een genot het voor mij is Saramy en de klcino to kussen, hoe rijk ik me dan voel en hoe goed Be bezit Jiiot9 anders en ik tracht zoo goed en oerlijk mogelijk voor hou te Zeven. Maar dal u anij kuste, hiudort niet zoo erg, want u is geen echlo ariios't Ik bedoel, u is heel knap natuurlijk, maar niet arm en uw atelier is zoo prachtig. „Neen, ik geef toe,- arm ben ik niet", ant woordde hij met zachlto stem, terwijl hij ovor haar haar streek. 'durendo Februari de doodgewaande Oorlogs* Winstbelasting ruim 13 millioen gulden op* bracht, de inkomsten ten bate van het Lee* ningsfonds 1914 ruim 18 millioen gulden op* brachten in twee maanden, dan kunnen wjj niet anders doen dan herhalen, dat het met 's Ryks financiën nog niet zoo slecht is go* steld en het dus zeer begrypelyk Is, dat de Hollandscho valuta het aanzien geniet, waar* van de noteeringen op de buitenlandscho bourzen blyk geven. XIII Aan het einde van mijn vorigen brief spraï ik met een enkel woord over de gehechtheid aan plaatselijk© zodon cn taal, welke de bewoners van menige streek in Frankrijk hebben bewaajNÏ uit het tijdperk, waarin hun gewest nog een souveroine staat vormde. Ik noemde in dit op* zicht de Bretons, niet wetende dat ik kort daar na den beroemden Bretonschon bard B o t r e 1 zijn Ghansons du Pays zou hooren voordragen cn daardoor den indruk voelde versterken, dat zulk regionalisme de volkskracht verhoogt en verdient tc warden gekoesterd en voortgCkweekt. Botrel gaf to Pau ©cn liederen-avond en zijn bekende „La Paimpolaise". „La Voillée bre- lonne", La fileuse" en „La fillo maricr" ge tuigden van do intieme bekoring van het volks leven in Bretagne. Althans zoolang deze worden gezongen met dc bezielende kracht welke van dezen dichter-zanger uitgaat, kan do hardnek* kigsto contralisatio or do tanden op breken. Do bovengenoemde liederen zijn ongetwijfeld reeds lang in Nederland bekendBolrel sprak mij met grooto liefdo over ons land, dat hij moor dan eens heeft bezocht en waar hij toen. zijn oudore liederen heeft gezongen. Zoowol onder hot sneeuwkleed, als in den bloementooi van do lato lente, had Holland hem aangetrok ken en hij hoopt hot nog eens terug to zien'. Zijn repertoire is sedert die reizen aanmer kelijk uitgebreid. Immers gednrendo den oorlog heeft hij het front, van dc Noordzee tot dc Vo gezen, en ook op den Balkan, afgereisd om met zijn gezangen afwisseling en opbeuring t© brengen in liet eentonige en afmattendo levenf van de troep. Sommigo der nieuwe liederen werden aan hot front op bekende wijzen gezcaigen, waarbij de poilus in koor het refrein kondon meezin gen want voor het aanleeren van nieuwe itkh lodiën was de omgeving niet geschiktdo eigetf kanonnen en dft barstende granaten van den vijand vormden een tc sterke bas-partij. Van andere liodeTon, welke hij zonder kooT-refroin aan liet front ten beste gaf, bracht hij er hiel cenigo ten gehoore. Deze „Ghants de Bataillo"' golden natuurlijk niet alleen Bretagne, maar het groote gemcenschappelijko vaderlandzij moeslen aansporen tot volhouden en overwin nen, cn zij deden dat met do treffende men geling van eenvoud, humor en verheven gevoel, waarvan dezo bard het geheim hoeft. In „Lca deux frères d'Armee" beschrijft hij dc verbroe dering in dc loopgraven tnsschen een vromen' Breton cn een luchlharligen Parijzcnaar. Wan neer dezo beiden, door eenzelfde granaat sneu velen, laat hij do onafscheidelijke kameraden' tegelijk voor Pclrua veisehijnen. Als deze deit Breton wil toelaten, docli den ongodsdienstig© Parijzenaar afwijst, antwoordt de eerste, dat hij dan zijn vriend wil vergezellen deze heeft hem zoo menigmaal uit gevaren gored, dal hij niet „U is wel een artiest, u begrijpt me toch t, Maar u is vóór alles een man van adel dat beteekent nobel, eerlijk cn goed. Daarom moog-f u mo gerust kussen". „Je maakt het mij niet gemakkelijk, lief kind Zo zwegen een poosje buiten tuften auto'* voorbij en hot vuur verdoofde stil. „Ik moot hot u eigenlijk nu maar meteen op-* biechten, maar in den beginne mocht ik u hede- maal niet erg lijden. Ik was wat bang voor U en vooral straks, toen u de deur afsloot. Ik be dacht maar iets, -dal u de deur weer Icon ope nen. Erg slecht Vergeef mij maarik wild© het u toch eerlijk zoggen. Niot boos „Boos, kindje, boos en hij greep hel handj© vast, dat dicht bij zija knie was. „Weet je wel, dat jij het bent, die mij heel wat heb geleerd En ik vind me zelf armzalig gemeen en poovcT. En ik, ik, die me lijk waande, een persoon van gewichtHomol I wat sta ik 'aag Hij slcn-1 op cn liep Let vertrek door met" Jar.ge passen. „Wat zei je ook wec-r. klein ding, wat b©-" teek-^nde in jouw oog „van adel" precies „Nobel, ?crlijk cn irduaaidig. geloof ik". Zij staarde hot vuur inhaar kin rustte oï» haar knieën. Zij was vol gedachten. „Ja, ja, zoo is het", sprak hij half tegen zich zelf, „reebtvaardig, eerlijk, nobel". Toen lacht© hij luid en ging door met heen en weor loopen. Plotseling hield hij stand voor het kleine fi guurtje tij hot vuur „Luister eons, meisje, je moet mij nog een© kussen, want ik wil die andere terugnomen. Ik wil dat, als je aan je moeder denkt, je over tuigd kunt zijn, dat jo lippen niet bezoedeld worden. Dal jo gdkusl werd hij een man van geboorte, die in do toekomst voortaan toonen zal er werkelijk ©en te zijn." Hij hTel:p haar opslaan, nam haar in zijn' armen heel toer en eerbiedig. Half bewust voel de zij wat er in hem omging. Zij bood hem haar gozichlje. Toen. stapte zij naar dc kleedkamer, om even daarna in haar eenvoudig pakjo van hem af#licid te nemen. „Dag, meneer", zei ze. ,.Ik heb hel best be grepen, hoor, van die klooren en van die wo ning. Maar wo hebben beiden toen maar go- daan, „alsof", is 't niet?" Er klonk een klein© schorheid in haar stom. „Alsof, alsof", barstte hij in jongensachtig lachen uit. „Ik mag gestolen worden, als 't dat wasMorgen kom jo hier terug en dan zal mijn zuster er ook zijn Zij is eanig knap in hc4 huizen-zoeken. Als wij niet jou, èn Saramy, èn de kleine aan 't olntle der week motjes goïn- ptalloord welen op oen aardig ótagelje dan raaf ik gehangen worden 1 Onlangs zag ik ihcra loopenbii was du© f blijkbaar niet gehangen. r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9