Magazijn WILHELMINA, Breestraat 175, Haarl.straat;162 De Prins uit het Spriokje pip*» UW ESSEN VOORDEEL ZEGT U EVEN DE ADVERTENTIE TE LEZEN VAN HET No. 19340. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 23 Maart. EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. Derde Biad. Anno 1923. OJP DE ACHTERSTE PAGINA DIT FEUILLETON f (Vervolg v'an gisteren)'. ,'j Na ie pauze vervolgt prol VA.NEME- T)K\ xijn rede en bespr'eeltt liet be'.eiJ van )den minister van financiën, in het bijzonder ,-rat betreft de bezuiniging. Het stelsel van SBntsoeneering beeft sprelcer's instemming Irnet, ook al gast de minister daarbij niet foTindelings te werk. Maar spr. vindt het begrijpelijk, dat de minister n'et al te sterk, toot oordeel des onderscheidt te werk gaat. lAncers zou hij zeker da productief .uit- Igavea verschoond hebben, zou hij minder (mechanisch gerantsoeneerd hebben. En dan 'fX>i hy op de militaire uitgaven bovendien, (op ganscii andere wijze basn-seict hebben. Ze (tosten te zamen 103 miHioen, maar zelfs lal dalen ze lot 70 millioen, dan zou dat Itoch niet helpen, omdat zjj op dei\ duur (toch weer zouden stijgen, daar men bij onze idefoisic steunt op da onjuiste theorie van Ihct absolute minimum, ncodig voor onze ireifigheid. Deze opvatting is de ziekte, dia pr.ze financiën ondermijnt, want de pr.'.c'pk i'cvert het bewijs, dat het een hersenschim Jut, daar elk defensiesteteel per se onvol- (doende on vaak ondoeltreffend js en er &us jgeei uiterste minimum is, cT.ien dag brengt jseawe lasten door de internationale tegen- (actie, acor een afgebroken wisselwerking, Waarvan alle staten den druk ondervinden. (Permanent zjpn we dus ond:r het Uitersto tninimum, maar het peil daarvan is nimmer it/i bereiken. i We hebben bv. bij de jongste mobilisatie (Sliiüelrik kunnen bemerken, dat we te kort Bchotcn in onze artilleristische bewapening, Hoch als we nu die leemte zul'en hebben Weggewerkt, dan hebben we het minimum Itoch niet bereikt en onze defensie blijft om Ittodemlooee put. Niet anders is het gesteld, wejmeer was overgegaan tot de uitbreiding fan onze munitie, door deskundigen reeds lang noadig geacht, wanneer we toegeven laan dc-n wensch der infanterie naar een fcetcr geweer, de noodzakelijkheid aanvaar- Iden van pantseriutomo"biel;n, van tanks, vdh vermtcrd .ring van vliegtuigen. Col ijn heaft Idan rok volmondig erkend, dat onze wecr- jnacht volkomen weerloos is. Maar dan komt toog de te verwachten chemische oorlog en ■op dat punt zullen we ook al weder weer loos zijn. Spr. is benieuwd naar hot antwoord dat by z'a'i ontvangen Hij weet wel bij voor baat het een en ander, dat hij zal hooren, Inaar ais men voorspelt, dat het ons nog jin den toskomstigen oorlog niet aan batid- Igenooteu zat ontbreken, dan bewjjst de ge schiedenis ook van den laiteten oorlog, dat Ibcndgenoo'.ein geen afdoende bescherming op let eren. Spr. wenschf, dat man de milita're \jit- jgaven zal fimitearen, bv. tot 3D mil ioen, Bat is een bescheiden bedrag in overeen stemming met onze kleinheid. Wat er voor Idier, 30 millioen te krrfgsn is, behoeft spr. ïriei ïiiteea te zetten; dat is een kwestie V-oor het ministerie oni uit te maken. I - Spr. bes'uit met de indiening van een «notie, waarbij de Eerste Kamer de F n- 6chelijkheid van een dergelijk beperk' maxi mum van 33 millioen .uitspreekt en de re- Igeering uitneodigt een Staatscommissie te benoemen om te onderzoeken op welke w'jze Öit bedrag is te verdoelen. Spr. weet, dat daxe motie 'thans zif wor den verworpen, maar de tegenstanders van 'de hooge en noodelöoze militaire uitgaven Kullen den mosd niet opgeven. He lieer DIEPENHORST bespreekt hier na de handelspolitiek dur regeer'Tig. Spr. begint echter piet eea paar and eva- punten en spreekt zijn leedwezen uit, dat de leiders der rechtsome partijen in de Eer- j Bte Kamer bij den ministercrlsU zg'n gene- I geerd. Ook de Eerste Kamer komt voor gemeen overleg in dergelijke zaken iu aan merking. Alsnu komende tot onza handels politiek wijst spreker er, op, dat de regie ring zich daaromtrent wel ze:r beknopt uit laat. En toch staat de handelspolitiek bui ten de beginselen eeuer christelijke levens overtuiging. Het liberalisme heeft indertijd den vrjjhandez als alleenplan makend dogma naar veren gebracht, doch iu den laatsten tijd heeft e:-n andere opvatting zich gelei delijk baan gebroken. Het oud-liberalisme was weleer de voorvechter van 'len vrij handel, hier zoowel als older.', en thang hier nog meer dan elders. Vrijhandel is een erfgoed van de liberalen. Maar daarom zijn do antirevolutionairen nog ni :t in principe prctectionisten. Protectie en protectionisme zijn echter t-.ves begrippen en het laatste is uit dsn hooze. Spr. betoogt dan verder, dat men ten dezen opportunistisch te werk moet gaan. Aldus prof. Treub en a'dus cok de sociaai-democratcn, die erkennen de mo gelijkheid van het goed^reebt van bescher mende rechten. Spr. betoogt, dat Nederland geen vrij- lmnöelseilandje kan blijven te m.ddau van de protectie. De toestand van on .6 handels balans wijst dit z.i. reals uit cn levert het bewijs, dat het stelsel van reciprociteit niet gemist kan worden. En dan .is nog een argument de veranderde stand aan on3 .le- dirifswezc-n: heeie groepen van fabrikant®, sturen op beschermende maatregelen aan iif de plaats van het vrjjhandelsiogmali.m.-. Maar men dimt bij de toepassing van bo- schermende maatregelen met oordeel 3es on- dr-rscheids, nut kennis van zaken, to werk j te gaan. Ten s'.cite komt spr. op tegen de bewe ring. dat de protectie tie .dingen duurder maakt.'Dia beweriug is in haar a)g meenlield onjuist. De buiten'andsche pïoduc.n; zal e:n dèet der verhooging dragen en voor den binnënlandschein producent zal uitbreiding van zijn afzèlgebied reden zqi om ziln ^rij zen niet op te slaan. Maar het beroep op bet consumentenbelang is een egoïstische daad, waarbij de belangen vair gijverheid en werkman uit het oog word.n verloren er. daartegenover stelt spr. he, g.oots ge wicht van do instandhouding v_n den ar beid, 7-ü het ook door een kieine prijsver.- hooging. Aan het Kabinet drukt hij oen wijziging van onze handelspolitiek op h:t hart. De heer IDENBURG spreekt over de ver houding vau de A.-R. Partij t°t dit Jiublnet, welks grondslag spr. juist oordeelt. Een goe.d samengaan der r.chlscho partijen kan slech's plaats hebben mid wederzijd.c e op offering. Het beginsel gaat bij; de rechter zijde hoven het belang, het geeste'jjka bo ven het stoffelijke. Ook als neerslag op dén uïtsl g d.r veï- kieizingén acht spr. heb optreden van dit Kabinet juist. Aan de twee hoofdzaken: een Christelijk bewind en bezuinigingspelitiek voeren, kan dit Kabinet voldoen. Het is juist zeoils de heer de Yos van Steeuwijk heeft ge zegd dat normaal de formateur de be langrijkste portefeuille voor zijn rekéning moet nemen, in dit geval die van Financiën, doch het is hier de zaak, dat dit Kabinet een -voortzetting is van het oude. Zoo 'is aTes wat is gebeurd eenvoudig en rationeel. Spr. vraagt naar de voornemens der re- geering ten aanzien der Staatsloterij,. Wil do regeeriug die handhaven'.' In dozai tijd, waarin de speelwoede zich v.n het volk meester maakt, moet de regeerihg dan geen oog hebben voor dit maatsch ppe'.ijk ge vaar? Hoe staat het verd.r met de ent- werpen in zake den 'Zondag en 'de lijkver branding? Het laatste acht spr. het meest I urgent. Er is een toestand ontstaan, die I niet gehandhaafd kan blijven. De regeering moe de kwestie van de lijkverbranding wet telijk regelen. - Wat den stemplicht betreft, in 1922 zijn ruim 400.0CO kiezers thuisgebleven. De wet gever ondermijnt op deze manier zjn eigen gezag. In Boskoop is een 60-jarige vrouw ge arresteerd en naai' Den Haag overgebracht, ern gevangenisstraf te ondergaan. Zjj ken niet stemmen, omGat (Jods Woord liajr ver bood volgens haar opvatting, aan het pu blieke leven deel te nemen. De boete niecn- de zij niet te moeten betalen. Nu west spr. wel, or getn s'.emplicht, al'een opkomst- plicht, maar waarvoor clan dij bemoeilijking van zooveel huismoeders, die uren ver moe ten loopc-n dikwijls, uit bun huishouding weg, aliern... om haar gezicht te laten zien? Spr. behandelt! ten slotte de kwestie van do doodstraf mejj o:n ijeroep op het Apos telvoord, dat de,overluid het zwaard moet hantceren. Iu dézen tijd is di; jukt zoo noodig ter voorïoming van ventere inwor- tcling van het kwaad, de onverschilligheid voor het gezag. Spr. eindigt zijn rede p\:t zich aan te sluiten bij hc-t standpunt der regeering', dat het herstellen van liet budget-ebenwicht van het grootste belang is. Men zal 'zich *aiet alleen tot doelmatige bezuiniging kunnin be perk®. Op ai'e t.-rreinen moei tegolijk wor den bezuinigd, omdat dit de mentaliteit tot bezuiniging stemt en de eene bezuiniging do andere schraagt. De heer IDENBURG weerspreekt het be toog van den heer van gmbden. Het abso lute. minimum bestaat wel cn wordt door ons nagestreefd. Wij kunmn niet altijd de nieuwste snufje3 lubben. Maar het g;at niet on: eau doqrgeze'.ten aanval1 te doorstaan, e-r wordt alleen ivan ons gevergd, dat wij den piicht zuilen deen, die ons onder de volken is opgelegd en onze neutraliteit zul- - ien handhaven, opdat vreemden niet ge dwongen worden'"ons land te bezetten, door onze lamlendigheid ons land e® lokvink wordt, om het te maken als b sis van ope ralies. Spr. bes-rijdt evc.uens de motie-van Krib den. Hij vindt de method?, als daarin be lichaamd, totaal verkeerd. Als het is, dat wij onzen militairen pl'cht nie; volledig zouden kunnen uakonisn, dan geeft spr. der regeering in overweg'ng niet le bezuinigen op het operatief orgaan, doch op het doode materiaab Spr. dringt verde.- aan op steun aan docf- slommen-inriehtingK). De vergadering wordt verdaagd tot lie den elf .uur. (Vervolg van gisteren.) Belemmering van de Rijnvaart. Aan c'te orde is de interpellatie van den heer Brautigam over de belemmeringen van de scheepvaart op liet Duitsche gedeelte van den Rijn, zoomede over de moeilijkheden, die de Nederlandsche handel in het bezette ge deelte van Duitsehland ondervindt. Dc lieer BRAUTIGAM (S.-D.) licht zijn vragen toe en gaal allereerst na welke moei lijkheden aan den Rijnvaart in den weg zijn gelegd. Tienduizenden Nederlanders zijn voor luin arbeid op het Roergebied aangewezen en voor vele industrieën, o.a. voor den tuin bouw, is dit gebied van veel gewicht. Er be slaat groote onzekerheid door den liuidigen toestand en niemand weet wat de naaste toekomst zal brengen. Het is nu de vraag of de regcering weet wat de toestand is en wat er alsnog zal gc- RECLAME. beuren. Dit is het eerste wat spr. wil vra gen. Er-gaan allerlei geruchten ten aanzien van de ontruiming van het Rocfgcbied maar niemand weet er het ware van. Wat weet de Minister? Spr. stelt dc volgende vragen: 1. Kan de Minister, uil ambtelijke hem ten dienste staande gegevens mededeelen of er in het bezette gedeelte.van Duitsehland allengs gevestigde toestanden zijn ontstaan, of dat er veranderingen te wachten zijn, die kunnen leiden lot opheffing der moeilijkhe den, dan wet lot verscherping van maatre gelen? 2. Zijn pogingen ondernomen, of is de Mi nister alsnog bereid pogingen bij de Fran- sche cn Belgische regcering te ondernemen, om hen le bewegen, den eisch, dat vergun ningen voor in- en uitvoer van goederen in het bezette gebied door personen van Duit sche rationaliteit moeten worden aange vraagd, te laten vallen? 3. Is door den Minister de aandacht der Fransclic en Belgische ï'egccringen gevraagd voor hun verplichtingen voortgekomen uit hun toetreding lot dc herziene Rijnvaaftakte en tot welk resultaat heeft dit optreden van den Minister geleid? 4. Is het vrijlaten dezer dagen van de Ne derlandsche schepen le Mannheim een aan wijzing, dat voor den doorvoerhandel naar en van het onbezette deel van Duitsehland en andere landen alle maatregelen van sto- renden aard zijn opgeheven en kan worden aangenomen, dat de doorvoerhandel verder zal kunnen geschieden overeenkomstig en onder de waarborgen van den inhoud der artikelen 5, -G, 7, 8 en 9 der Herziene Rijn- vaarlakle 5. Heeft de Minister aangedrongen op handhaving van het recht van vrije scheep vaart voor schepen van alle natiën, als ge waarborgd in artikel 1 der Herziene Rijn vaartakte en van de speciale rechten voor de schepen der Oeverslaten, voor zoover deze tot do Rijnvaart bohooren, en, zoo ja, welk resultaat hebben dezo stappen van den Mi nister opgeleverd? G. Is de Minister bereid zich in verbinding te stellen met de regeeringen van andere sta len, wier belangen met de Nederlandsche overeenkomen, ten einde le geraken lot een gemeenschappelijk optreden bij de Fransche en "Belgische regeeringen, waarbij deze wor den uitgenoodigd de bepalingen der Herziene Rijnvaarlakte te eerbiedigen en hun loyale uitvoeringen mogelijk le maken. Dc Minister van Buitenlandsche Zaken, de beer VAN KARNEBEEIC, beantwoordt den intcrpellant. Van het belang van het Roerge bied cn dc Rijnvaart voor Nederland is spr. Len zeerste overtuigd en hij acht het een kapitaal belang. Dc terugslag dien Nederland ondervindt van de gebeurtenissen in het Roergebied, vindt niet alleen zijn oorzaak in het regime maar wel in de bezetting zelf, want die bezetting heeft veranderingen ver wekt in het verkeerswezen aldaar. Het departement van Buitenlandsche Za ken erkent, dat zijn laak belangrijk eri moei lijk is. De gegeven verhoudingen zijn nu een maal moeilijk en het is moeilijk zich op de hoogte te stellen van den waren toestand en de getroffen maatregelen. Spr. wendde zich lot de betrokken rcgceringen om eerbiedi ging van de Rijnvaarlakte le verkrijgen en eerbiediging van de Nederlandsche belangen. Vervolgens zijn telkens ter plaatse de belan gen behartigd om le trachten beweging le krijgen in hetgeen vaslgeloopen was. Die pogingen zijn niet geheel vruchteloos ge weest, en cr is een wijziging in het régime, die voor Nederland van belang is. - Vervolgens gaat spr. de wijziging in de bepalingen na die gemaakt zijn door de be zettende autoriteiten. Er is een lijst gemaakt van goederen, die vrij bleven: daarna een van „reizende" goederen ,die waren komen \^st le liggen. In plaats van liet Duitsche in- en uilvoerlarief is gesteld leriakshalve de 10 pet. lielfing. Voor wat Delreft de vrije goederen, die onder Duitsch tarief vrij bii uitvoer waren, is de vrijstelling nu gehand-», liaafd. Voorts is er een regeling gekomen voor de loopende contracten en daarover; wordt ten scanzien van enkele punten nog onderhandeld. Ten slotte is in onderbande-, ling het herstel van het oude Duitsche ta«t rief, zoodat de 10 pet. weer komt te ver* vallen. j De Minister kan zich niet aan voorspel* lingen omtrent het verloop der verhoudm-» gen wagen. De Nederlandsche regeering is dagelijks bezig zich te weren tegen elke he* nadecling der Nederlandsche belangen. Ad vraag 1. Het regime is stabieler gé worden dan in het begin het geval was cn daardoor is voor oze belangen een verlich ting ingetreden Op de andere vragen kan spr. geen bescheid geven. Hij neemt da plechtige verklaring, te Brussel afgelegd door de bezettende regeeringen, ernstig) aan. Voor verscherping is op dit oogenblik- geen gevaar te vreozen. Ad 2. Deze vraag heeft c?e minister rcecljt beantwoord in zijn inleiding. Ad. 3. De regeering heeft zich" onmiddel-» lijk tot deze regeeringen gewend over dit punt. Het stelsel van vrijhavon heeft fei* telijk afgedaan, maar d?,ze zaak krijgt eert ander aspect als het Duitsche tarief weer. terugkeert. Hefc Internationaal transit is feitelijk vrij, maar men is daaTvoor cauties* gaan vragen, om zeker te zijn, dat het in derdaad internationaal transit is. Dezél kwestie is echter weer vervallen door betj optreden der regeering. Ad 4. Inderdaad zijn verschillende sché pen vrijgelaten. De vaart van Nederland! naar liet onbezette gebied is niet als tran sit te beschouwen, omdat Duitsehland als een -eenheid wordt beschouwd. Ad 5. Nederland is telkens opgekomort voor handhaving van de Rijnvaart en voori het belang en het recht van allen, die bij do Rijnvaart mochten betrokken zijn. Na« tuurlijk gclclt dit voor de Nederlandschol belangen in de eerste plaats. Ad 6. Hef is moeilijk tc vinden, wier bé* langen overeenkomen. Alle landen hebbeni belangen en gedeeltelijk zijn die wel gelijk. Nederland heeft de ondervinding opgedaan' dat het niet het slechtste i3 om voor dezd! belangen zelf cn alleen op to komen. Spr. herhaalt ten slotte, dat hij gecii voorspellingen kan doen. Hij kan alleen dé hoop uitspreken, dat eerlang cn spoedig aan den toestand een eind zal komen. De heer BRAUTIGAM (S.-D.) repliceert* Do heer DRESSELHUYS (V.-B.) be toogt, dat de minister niet voldoende dej volkenrechtelijke positie van ons lancl Iieeit? geschetst. Herhaaldelijk is do Rijnvaart' akte geschonden en feitelijk gaat die schen-» ding door, al tracht men do gevolgen daar* van op te heffen. Spr. vraagt wat do regee* ring alsnog denkte to doen ter opheffing; van de schade, die reeds geleden is. Dc héér COLUN (A.-R.) zegt, dal gero* geld rechtsverkrachting ons land treft en dat, terwijl Frankrijk het Mannheimefl tracfaat zelf heeft onderteekeneï. Spreker, wenscht steeds te protesteeren tegen deïé schending. De heer VAN DIJK (R.-K.) is liet met? do opvatting van don minister in zake het' transit-verkcer naar hefc onbezette gebied niet eens. Dc heer VAN RAVESTEIJN (C.-P.) ïh* toogt, dat het Mannlieimer fcraefcaat onrecKf is en dat nu niets anders wordt gedaan dart onrecht plegen. De MINISTER dupliceert. Over de posfW tie van Nederland is het moeilijk een oor deel te vormen. Het belang van dio vrang Reman van G. HARD WIG. .6) Do eersto droppels vielen koud als hagel op M-orsbachs voorhoofd on verdre ven zijn sombere droomen. Hij keerde om, oan zichzelf en hefc zoo verhitte paard zoo gauw mogelijk: onder dak te brongen. Zoo spoorde hij hefc paard aan, dab zelf groote sprongen maakte, en naar den stal ver langde. Plotseling maakte het paard mid den in zijn loop en schokkende beweging, ïvLsof hefc neervallen zou. en bleef stil staan. De ritmeester sprong van het paard en 'trachtto uit te vorschen, wat or gebeurd was. Hij voerde heb dier eenige stappen, naar voren. Het hinkte sterk. In het don ker kon men niets onderscheiden. Een of ander scheep voorwerp, een spijker of glasscherf, was in zijn poot gedrongen. Van verder rijden was geen sprake. Hij leicido hefc paard langzaam aan don teu gel voorwaarts. Nu echter geerde do wind over do vlakte heen, blies tegen -zijn verhitten rug aan eÖó, dab hij bij koude lucht- soms meende ïn zijn borst te voelen. Daarbij ontlaad den zich do wolken in cliohte en koude re genstroom en en maakten, hein door en door nat. Ofisehoon hij door zijn bsro-op wel tóan dio wisselingen van temporatuur was gewend, ging de kou hem nu toch door te erg en been. Eindelijk was Elbental bereikt. Toen hij de trap opging en zijn kamer betrad, voelde hij zich doodmoe en afge mat. Do oone rilling na dc andere voer hem door do leden, van af zijn hoofd tot aan zijn knieën. Hij sliep. Maar de slaap kwam meer als "eon drukkende iarst dan een verlichting over hem. Toen hij ontwaakte, lag hij in zware koorts. Zijn adem werd door oen stekende pijn, als van. een messteek, in zijn borst be moeilijkt. De Barones, met <angst vervuld, liet de cone dokter na dear ander-en aan 't- ziekbed van haar zoon kotaren, -de herfcoge- Jijke familie zond haar lijfarts, die c5en Hoogheden wol is waar ook niét anders kon berichten, als dla-t ritmeester von Mersbaolr ten gevolge van hevige, kouvat ting aan een longontsteking zwaar ziek lag. Door deze 'bezoeking was weer alle ener gie der Barones wakker geworden^ Zij verzette zich tegen heb groocer wordende gevaar, zooals zij zioh lraci verzet, tegen het weerzien van haar arme dochter. Haar eigen sterke gezondheid stelde haar sn staat, om hem persoonlijk bij dag en bij nacht op te passen. En als haar hart ang stig klopte, bracht eeai zachte blik van haar zoon haar weer meer tot kalmte. Maar er kwam een dag en een uur, waarop deze oogen haar niet meer aan keken, waarop do hooghartige vrouw hij het aanbreken van den morgen van haar etocl opsprong, omdat het- idee, haar. zoon le kimnon verliezen, plotseling haar zóó deed schrikken e-n haar zóó overweldigde, clat zij behoefte had alleen te zijn. Zij opende dc deur van Richards woon kamer 0D trad binnen. Daar keken haar de oogen uit dc omlijs ting, van het portret van haar dochter in het schemerlicht aan, alsof zij weer leefde, als opgerezen uit het graf, dat zij meende, dat voor altijd boven haar gesleten was. Lachend, vragend keken zij ha-ar aan, een groetende herinnering uit het ver leden. En de trotsehc vrouw, verpletterd door angst- en smart, sloeg voor dezen lach haar cogen neer. Door een vreemd, onbekend gevoel werd zij overvallen. De ellende en de doodsnood yan Maiianne pijnigden haar hart. Als zij dan te hard was geweest, te on verzoenlijk, zou nu dan de eeuwige gerech tigheid door den dood van haar zoon het evenwicht willen herstellen? Waarvoorhad zij dan geleefd? Wat had zij aan het bezit van haar kinderen gehad? EToo klein, hoe nietig is de menscli, ais de waan van zijn hoogmoed van hem wijkt! Dafc voelde zij nu en het was haar alsof de bodem onder haar wegzonk. Én als schaduwen vlogen macht en zelfbewustzijn, vloog de bedrieglijk? schaar van zelfgerech- tigde daden weg. Niels bleef over als c!e bittere basis yan elk menschelijk inzïchfcr berouw. ïr. dezCn nacht ook werd zij door het ijlen in do hooge koorts van Mcrstaek gewaar, wat ir>. den voormiddag op hefc erfprinselijk kasteel tusschen Alexandra Louise en haar zoon was voorgevallen. Uifc voorzorg stuurcBe zij allen weg. Zij alleen bleef luisteren. In wilde haast, de gc- hcele scène weer doormakend, sprak Mers- bach uifc, wat hij in enkele woorden de Erfprins had gezegd. Tegenover den voor- bijgeganen hartstocht, die nu geheel ver geten was, waarvan geen sporen waren achtergebleven, sfceldt hij een zuivere bron, waaruit hij het geluk met volle teugen had genoten. Dat was geen onrechtmatig geluk, zooals hij het in Alexandra Louises arm had gc-noten, waardoor hij leugenaar tegen over Mariannes dochter was geworden. En tusschen deze verwarde fantasiebeel den riep hij telkens luid en smeekend Mia s naam, al&of deze naam zijn hart verlichtte; hield hij dan een gesprek met Mieze onder den ouden pijnboom, met het lieve wezen tje bij hefc hek van het kasteel, met haar, die zijn naam droeg en di? lhj niefc wilde laten gaan, wie hij smeekte toch bij hem te blijven. Zijn berouwvolle en onoverwinlijke liefde fluisterde hij zacht voor zich heen, opdat de heidewind zijn woorden ver weg droeg tot aan Mia's ooren. Ën met elk zacht gefluisterd woord wer den a.ngst en vrees grooter in het moeder hart. Zij, dio nooit hartstochtelijk had bemind, zij begreep haar kinderen niet. Maar zij had nu gezien, dat haar ongeloof en weige ring niets kon uitwerken tegenover do eiscnen der natuur. Maar als *de Hartstocht der liefde zcoiets machtigs was, dat zij aan den levenslust perk en paal stelde en het schijnbaar on mogelijke mogelijk maakte, dan kon deze liefde, al was hefc dan niet redd n. toch verzachten, wat zij zelf door bitterheid en vervreemding tusschen moeder en zoon had doen ontstaan. - Deze gedachte, die uit vertwijfeling voort kwam, verdreef ook hefc laatst© sprankje trots uit haar ziel. Zij dacht nas £==5 roeor. als dat zij ook-schuldig was geweest aan dien bewusten nachtrit, waarin haar zoen had gevonden, wat hij wenschte. En diti schuldgevoel was het, waardoor zij in dö stilte van den nacht aan zijn bed neer» knielde en met gevouwen handen bad eiï smeekte om liet- behoud van zijn leven. XXII. Nu was het begroeide voetpad van hefi heidehuis naar Schwarken weer zichtbaar. Vochtig door morgendauw, was hefc of heti üorrc kruid met edelsteenen was versierd. Over den ouden pijnboom waren ook drop. pels als edelsteen en gespreid. Aan elka naald hingen glinsterende pareltjes, die zach door den wind heen en weer werden bewogen. De kalo lindeboomen voor de pastorie \n Schwarken hadden niets van al deze pracht. Wat aan gele bladeren nog waé overgebleven, vloog ruischend weg, toen do zon begon haar herfstint*en over de heide uit te spreiden, zoodat de grauwe spinne- webben als zilveren bruidsluiers flikkerden en glansden. Dominee Seller begon zijn dagtaak heden met een werk van herinnering. Hij was al tijd gewend op den verjaardag van Kamilla' von Helling dc laatste reseda's, asters cn Klimop (eenvoudig in een bouquet je bij el kaar tc binden en ze naar het kerkhof té brengCD. Zijn hart was zwaarmoedig bij dezen gang De gekrenkte liefde van zijn zoon had hij met een ernstig vaderlijk woord wel gekaL moord en hij had den gekrenkten mannca* trots in betere banen geleid, maar Mi al j. IfWofrit vorvoted.ï'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9