Magazijn WILHELMINA, Breestraat 175, Haarl.straat;162
De Prins uit het Spriokje
pip*» UW ESSEN VOORDEEL ZEGT U EVEN DE ADVERTENTIE TE LEZEN VAN HET
No. 19340. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 23 Maart.
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
Derde Biad. Anno 1923.
OJP DE ACHTERSTE PAGINA DIT
FEUILLETON
f (Vervolg v'an gisteren)'. ,'j
Na ie pauze vervolgt prol VA.NEME-
T)K\ xijn rede en bespr'eeltt liet be'.eiJ van
)den minister van financiën, in het bijzonder
,-rat betreft de bezuiniging. Het stelsel van
SBntsoeneering beeft sprelcer's instemming
Irnet, ook al gast de minister daarbij niet
foTindelings te werk. Maar spr. vindt het
begrijpelijk, dat de minister n'et al te sterk,
toot oordeel des onderscheidt te werk gaat.
lAncers zou hij zeker da productief .uit-
Igavea verschoond hebben, zou hij minder
(mechanisch gerantsoeneerd hebben. En dan
'fX>i hy op de militaire uitgaven bovendien,
(op ganscii andere wijze basn-seict hebben. Ze
(tosten te zamen 103 miHioen, maar zelfs
lal dalen ze lot 70 millioen, dan zou dat
Itoch niet helpen, omdat zjj op dei\ duur
(toch weer zouden stijgen, daar men bij onze
idefoisic steunt op da onjuiste theorie van
Ihct absolute minimum, ncodig voor onze
ireifigheid. Deze opvatting is de ziekte, dia
pr.ze financiën ondermijnt, want de pr.'.c'pk
i'cvert het bewijs, dat het een hersenschim
Jut, daar elk defensiesteteel per se onvol-
(doende on vaak ondoeltreffend js en er &us
jgeei uiterste minimum is, cT.ien dag brengt
jseawe lasten door de internationale tegen-
(actie, acor een afgebroken wisselwerking,
Waarvan alle staten den druk ondervinden.
(Permanent zjpn we dus ond:r het Uitersto
tninimum, maar het peil daarvan is nimmer
it/i bereiken.
i We hebben bv. bij de jongste mobilisatie
(Sliiüelrik kunnen bemerken, dat we te kort
Bchotcn in onze artilleristische bewapening,
Hoch als we nu die leemte zul'en hebben
Weggewerkt, dan hebben we het minimum
Itoch niet bereikt en onze defensie blijft om
Ittodemlooee put. Niet anders is het gesteld,
wejmeer was overgegaan tot de uitbreiding
fan onze munitie, door deskundigen reeds
lang noadig geacht, wanneer we toegeven
laan dc-n wensch der infanterie naar een
fcetcr geweer, de noodzakelijkheid aanvaar-
Iden van pantseriutomo"biel;n, van tanks, vdh
vermtcrd .ring van vliegtuigen. Col ijn heaft
Idan rok volmondig erkend, dat onze wecr-
jnacht volkomen weerloos is. Maar dan komt
toog de te verwachten chemische oorlog en
■op dat punt zullen we ook al weder weer
loos zijn.
Spr. is benieuwd naar hot antwoord dat
by z'a'i ontvangen Hij weet wel bij voor
baat het een en ander, dat hij zal hooren,
Inaar ais men voorspelt, dat het ons nog
jin den toskomstigen oorlog niet aan batid-
Igenooteu zat ontbreken, dan bewjjst de ge
schiedenis ook van den laiteten oorlog, dat
Ibcndgenoo'.ein geen afdoende bescherming op
let eren.
Spr. wenschf, dat man de milita're \jit-
jgaven zal fimitearen, bv. tot 3D mil ioen,
Bat is een bescheiden bedrag in overeen
stemming met onze kleinheid. Wat er voor
Idier, 30 millioen te krrfgsn is, behoeft spr.
ïriei ïiiteea te zetten; dat is een kwestie
V-oor het ministerie oni uit te maken.
I - Spr. bes'uit met de indiening van een
«notie, waarbij de Eerste Kamer de F n-
6chelijkheid van een dergelijk beperk' maxi
mum van 33 millioen .uitspreekt en de re-
Igeering uitneodigt een Staatscommissie te
benoemen om te onderzoeken op welke w'jze
Öit bedrag is te verdoelen.
Spr. weet, dat daxe motie 'thans zif wor
den verworpen, maar de tegenstanders van
'de hooge en noodelöoze militaire uitgaven
Kullen den mosd niet opgeven.
He lieer DIEPENHORST bespreekt hier
na de handelspolitiek dur regeer'Tig.
Spr. begint echter piet eea paar and eva-
punten en spreekt zijn leedwezen uit, dat
de leiders der rechtsome partijen in de Eer- j
Bte Kamer bij den ministercrlsU zg'n gene- I
geerd. Ook de Eerste Kamer komt voor
gemeen overleg in dergelijke zaken iu aan
merking. Alsnu komende tot onza handels
politiek wijst spreker er, op, dat de regie
ring zich daaromtrent wel ze:r beknopt uit
laat. En toch staat de handelspolitiek bui
ten de beginselen eeuer christelijke levens
overtuiging. Het liberalisme heeft indertijd
den vrjjhandez als alleenplan makend dogma
naar veren gebracht, doch iu den laatsten
tijd heeft e:-n andere opvatting zich gelei
delijk baan gebroken. Het oud-liberalisme
was weleer de voorvechter van 'len vrij
handel, hier zoowel als older.', en thang
hier nog meer dan elders. Vrijhandel is een
erfgoed van de liberalen. Maar daarom zijn
do antirevolutionairen nog ni :t in principe
prctectionisten. Protectie en protectionisme
zijn echter t-.ves begrippen en het laatste
is uit dsn hooze. Spr. betoogt dan verder,
dat men ten dezen opportunistisch te werk
moet gaan. Aldus prof. Treub en a'dus cok
de sociaai-democratcn, die erkennen de mo
gelijkheid van het goed^reebt van bescher
mende rechten.
Spr. betoogt, dat Nederland geen vrij-
lmnöelseilandje kan blijven te m.ddau van
de protectie. De toestand van on .6 handels
balans wijst dit z.i. reals uit cn levert het
bewijs, dat het stelsel van reciprociteit niet
gemist kan worden. En dan .is nog een
argument de veranderde stand aan on3 .le-
dirifswezc-n: heeie groepen van fabrikant®,
sturen op beschermende maatregelen aan
iif de plaats van het vrjjhandelsiogmali.m.-.
Maar men dimt bij de toepassing van bo-
schermende maatregelen met oordeel 3es on-
dr-rscheids, nut kennis van zaken, to werk j
te gaan.
Ten s'.cite komt spr. op tegen de bewe
ring. dat de protectie tie .dingen duurder
maakt.'Dia beweriug is in haar a)g meenlield
onjuist. De buiten'andsche pïoduc.n; zal e:n
dèet der verhooging dragen en voor den
binnënlandschein producent zal uitbreiding
van zijn afzèlgebied reden zqi om ziln ^rij
zen niet op te slaan. Maar het beroep op
bet consumentenbelang is een egoïstische
daad, waarbij de belangen vair gijverheid
en werkman uit het oog word.n verloren
er. daartegenover stelt spr. he, g.oots ge
wicht van do instandhouding v_n den ar
beid, 7-ü het ook door een kieine prijsver.-
hooging.
Aan het Kabinet drukt hij oen wijziging
van onze handelspolitiek op h:t hart.
De heer IDENBURG spreekt over de ver
houding vau de A.-R. Partij t°t dit Jiublnet,
welks grondslag spr. juist oordeelt. Een
goe.d samengaan der r.chlscho partijen kan
slech's plaats hebben mid wederzijd.c e op
offering. Het beginsel gaat bij; de rechter
zijde hoven het belang, het geeste'jjka bo
ven het stoffelijke.
Ook als neerslag op dén uïtsl g d.r veï-
kieizingén acht spr. heb optreden van dit
Kabinet juist.
Aan de twee hoofdzaken: een Christelijk
bewind en bezuinigingspelitiek voeren, kan
dit Kabinet voldoen. Het is juist zeoils
de heer de Yos van Steeuwijk heeft ge
zegd dat normaal de formateur de be
langrijkste portefeuille voor zijn rekéning
moet nemen, in dit geval die van Financiën,
doch het is hier de zaak, dat dit Kabinet
een -voortzetting is van het oude. Zoo 'is
aTes wat is gebeurd eenvoudig en rationeel.
Spr. vraagt naar de voornemens der re-
geering ten aanzien der Staatsloterij,. Wil
do regeeriug die handhaven'.' In dozai tijd,
waarin de speelwoede zich v.n het volk
meester maakt, moet de regeerihg dan geen
oog hebben voor dit maatsch ppe'.ijk ge
vaar? Hoe staat het verd.r met de ent-
werpen in zake den 'Zondag en 'de lijkver
branding? Het laatste acht spr. het meest
I urgent. Er is een toestand ontstaan, die
I niet gehandhaafd kan blijven. De regeering
moe de kwestie van de lijkverbranding wet
telijk regelen. -
Wat den stemplicht betreft, in 1922 zijn
ruim 400.0CO kiezers thuisgebleven. De wet
gever ondermijnt op deze manier zjn eigen
gezag.
In Boskoop is een 60-jarige vrouw ge
arresteerd en naai' Den Haag overgebracht,
ern gevangenisstraf te ondergaan. Zjj ken
niet stemmen, omGat (Jods Woord liajr ver
bood volgens haar opvatting, aan het pu
blieke leven deel te nemen. De boete niecn-
de zij niet te moeten betalen. Nu west spr.
wel, or getn s'.emplicht, al'een opkomst-
plicht, maar waarvoor clan dij bemoeilijking
van zooveel huismoeders, die uren ver moe
ten loopc-n dikwijls, uit bun huishouding
weg, aliern... om haar gezicht te laten
zien?
Spr. behandelt! ten slotte de kwestie van
do doodstraf mejj o:n ijeroep op het Apos
telvoord, dat de,overluid het zwaard moet
hantceren. Iu dézen tijd is di; jukt zoo
noodig ter voorïoming van ventere inwor-
tcling van het kwaad, de onverschilligheid
voor het gezag.
Spr. eindigt zijn rede p\:t zich aan te
sluiten bij hc-t standpunt der regeering', dat
het herstellen van liet budget-ebenwicht van
het grootste belang is. Men zal 'zich *aiet
alleen tot doelmatige bezuiniging kunnin be
perk®. Op ai'e t.-rreinen moei tegolijk wor
den bezuinigd, omdat dit de mentaliteit tot
bezuiniging stemt en de eene bezuiniging
do andere schraagt.
De heer IDENBURG weerspreekt het be
toog van den heer van gmbden. Het abso
lute. minimum bestaat wel cn wordt door
ons nagestreefd. Wij kunmn niet altijd de
nieuwste snufje3 lubben. Maar het g;at niet
on: eau doqrgeze'.ten aanval1 te doorstaan,
e-r wordt alleen ivan ons gevergd, dat wij
den piicht zuilen deen, die ons onder de
volken is opgelegd en onze neutraliteit zul- -
ien handhaven, opdat vreemden niet ge
dwongen worden'"ons land te bezetten, door
onze lamlendigheid ons land e® lokvink
wordt, om het te maken als b sis van ope
ralies.
Spr. bes-rijdt evc.uens de motie-van Krib
den. Hij vindt de method?, als daarin be
lichaamd, totaal verkeerd.
Als het is, dat wij onzen militairen pl'cht
nie; volledig zouden kunnen uakonisn, dan
geeft spr. der regeering in overweg'ng niet le
bezuinigen op het operatief orgaan, doch
op het doode materiaab
Spr. dringt verde.- aan op steun aan docf-
slommen-inriehtingK).
De vergadering wordt verdaagd tot lie
den elf .uur.
(Vervolg van gisteren.)
Belemmering van de Rijnvaart.
Aan c'te orde is de interpellatie van den
heer Brautigam over de belemmeringen van
de scheepvaart op liet Duitsche gedeelte van
den Rijn, zoomede over de moeilijkheden, die
de Nederlandsche handel in het bezette ge
deelte van Duitsehland ondervindt.
Dc lieer BRAUTIGAM (S.-D.) licht zijn
vragen toe en gaal allereerst na welke moei
lijkheden aan den Rijnvaart in den weg zijn
gelegd.
Tienduizenden Nederlanders zijn voor luin
arbeid op het Roergebied aangewezen en
voor vele industrieën, o.a. voor den tuin
bouw, is dit gebied van veel gewicht. Er be
slaat groote onzekerheid door den liuidigen
toestand en niemand weet wat de naaste
toekomst zal brengen.
Het is nu de vraag of de regcering weet
wat de toestand is en wat er alsnog zal gc-
RECLAME.
beuren. Dit is het eerste wat spr. wil vra
gen. Er-gaan allerlei geruchten ten aanzien
van de ontruiming van het Rocfgcbied maar
niemand weet er het ware van. Wat weet de
Minister?
Spr. stelt dc volgende vragen:
1. Kan de Minister, uil ambtelijke hem
ten dienste staande gegevens mededeelen of
er in het bezette gedeelte.van Duitsehland
allengs gevestigde toestanden zijn ontstaan,
of dat er veranderingen te wachten zijn, die
kunnen leiden lot opheffing der moeilijkhe
den, dan wet lot verscherping van maatre
gelen?
2. Zijn pogingen ondernomen, of is de Mi
nister alsnog bereid pogingen bij de Fran-
sche cn Belgische regcering te ondernemen,
om hen le bewegen, den eisch, dat vergun
ningen voor in- en uitvoer van goederen in
het bezette gebied door personen van Duit
sche rationaliteit moeten worden aange
vraagd, te laten vallen?
3. Is door den Minister de aandacht der
Fransclic en Belgische ï'egccringen gevraagd
voor hun verplichtingen voortgekomen uit
hun toetreding lot dc herziene Rijnvaaftakte
en tot welk resultaat heeft dit optreden van
den Minister geleid?
4. Is het vrijlaten dezer dagen van de Ne
derlandsche schepen le Mannheim een aan
wijzing, dat voor den doorvoerhandel naar
en van het onbezette deel van Duitsehland
en andere landen alle maatregelen van sto-
renden aard zijn opgeheven en kan worden
aangenomen, dat de doorvoerhandel verder
zal kunnen geschieden overeenkomstig en
onder de waarborgen van den inhoud der
artikelen 5, -G, 7, 8 en 9 der Herziene Rijn-
vaarlakle
5. Heeft de Minister aangedrongen op
handhaving van het recht van vrije scheep
vaart voor schepen van alle natiën, als ge
waarborgd in artikel 1 der Herziene Rijn
vaartakte en van de speciale rechten voor
de schepen der Oeverslaten, voor zoover deze
tot do Rijnvaart bohooren, en, zoo ja, welk
resultaat hebben dezo stappen van den Mi
nister opgeleverd?
G. Is de Minister bereid zich in verbinding
te stellen met de regeeringen van andere sta
len, wier belangen met de Nederlandsche
overeenkomen, ten einde le geraken lot een
gemeenschappelijk optreden bij de Fransche
en "Belgische regeeringen, waarbij deze wor
den uitgenoodigd de bepalingen der Herziene
Rijnvaarlakte te eerbiedigen en hun loyale
uitvoeringen mogelijk le maken.
Dc Minister van Buitenlandsche Zaken, de
beer VAN KARNEBEEIC, beantwoordt den
intcrpellant. Van het belang van het Roerge
bied cn dc Rijnvaart voor Nederland is spr.
Len zeerste overtuigd en hij acht het een
kapitaal belang. Dc terugslag dien Nederland
ondervindt van de gebeurtenissen in het
Roergebied, vindt niet alleen zijn oorzaak in
het regime maar wel in de bezetting zelf,
want die bezetting heeft veranderingen ver
wekt in het verkeerswezen aldaar.
Het departement van Buitenlandsche Za
ken erkent, dat zijn laak belangrijk eri moei
lijk is. De gegeven verhoudingen zijn nu een
maal moeilijk en het is moeilijk zich op de
hoogte te stellen van den waren toestand en
de getroffen maatregelen. Spr. wendde zich
lot de betrokken rcgceringen om eerbiedi
ging van de Rijnvaarlakte le verkrijgen en
eerbiediging van de Nederlandsche belangen.
Vervolgens zijn telkens ter plaatse de belan
gen behartigd om le trachten beweging le
krijgen in hetgeen vaslgeloopen was. Die
pogingen zijn niet geheel vruchteloos ge
weest, en cr is een wijziging in het régime,
die voor Nederland van belang is. -
Vervolgens gaat spr. de wijziging in de
bepalingen na die gemaakt zijn door de be
zettende autoriteiten. Er is een lijst gemaakt
van goederen, die vrij bleven: daarna een
van „reizende" goederen ,die waren komen
\^st le liggen. In plaats van liet Duitsche in-
en uilvoerlarief is gesteld leriakshalve
de 10 pet. lielfing. Voor wat Delreft de vrije
goederen, die onder Duitsch tarief vrij bii
uitvoer waren, is de vrijstelling nu gehand-»,
liaafd. Voorts is er een regeling gekomen
voor de loopende contracten en daarover;
wordt ten scanzien van enkele punten nog
onderhandeld. Ten slotte is in onderbande-,
ling het herstel van het oude Duitsche ta«t
rief, zoodat de 10 pet. weer komt te ver*
vallen. j
De Minister kan zich niet aan voorspel*
lingen omtrent het verloop der verhoudm-»
gen wagen. De Nederlandsche regeering is
dagelijks bezig zich te weren tegen elke he*
nadecling der Nederlandsche belangen.
Ad vraag 1. Het regime is stabieler gé
worden dan in het begin het geval was cn
daardoor is voor oze belangen een verlich
ting ingetreden Op de andere vragen kan
spr. geen bescheid geven. Hij neemt da
plechtige verklaring, te Brussel afgelegd
door de bezettende regeeringen, ernstig)
aan. Voor verscherping is op dit oogenblik-
geen gevaar te vreozen.
Ad 2. Deze vraag heeft c?e minister rcecljt
beantwoord in zijn inleiding.
Ad. 3. De regeering heeft zich" onmiddel-»
lijk tot deze regeeringen gewend over dit
punt. Het stelsel van vrijhavon heeft fei*
telijk afgedaan, maar d?,ze zaak krijgt eert
ander aspect als het Duitsche tarief weer.
terugkeert. Hefc Internationaal transit is
feitelijk vrij, maar men is daaTvoor cauties*
gaan vragen, om zeker te zijn, dat het in
derdaad internationaal transit is. Dezél
kwestie is echter weer vervallen door betj
optreden der regeering.
Ad 4. Inderdaad zijn verschillende sché
pen vrijgelaten. De vaart van Nederland!
naar liet onbezette gebied is niet als tran
sit te beschouwen, omdat Duitsehland als
een -eenheid wordt beschouwd.
Ad 5. Nederland is telkens opgekomort
voor handhaving van de Rijnvaart en voori
het belang en het recht van allen, die bij
do Rijnvaart mochten betrokken zijn. Na«
tuurlijk gclclt dit voor de Nederlandschol
belangen in de eerste plaats.
Ad 6. Hef is moeilijk tc vinden, wier bé*
langen overeenkomen. Alle landen hebbeni
belangen en gedeeltelijk zijn die wel gelijk.
Nederland heeft de ondervinding opgedaan'
dat het niet het slechtste i3 om voor dezd!
belangen zelf cn alleen op to komen.
Spr. herhaalt ten slotte, dat hij gecii
voorspellingen kan doen. Hij kan alleen dé
hoop uitspreken, dat eerlang cn spoedig
aan den toestand een eind zal komen.
De heer BRAUTIGAM (S.-D.) repliceert*
Do heer DRESSELHUYS (V.-B.) be
toogt, dat de minister niet voldoende dej
volkenrechtelijke positie van ons lancl Iieeit?
geschetst. Herhaaldelijk is do Rijnvaart'
akte geschonden en feitelijk gaat die schen-»
ding door, al tracht men do gevolgen daar*
van op te heffen. Spr. vraagt wat do regee*
ring alsnog denkte to doen ter opheffing;
van de schade, die reeds geleden is.
Dc héér COLUN (A.-R.) zegt, dal gero*
geld rechtsverkrachting ons land treft en
dat, terwijl Frankrijk het Mannheimefl
tracfaat zelf heeft onderteekeneï. Spreker,
wenscht steeds te protesteeren tegen deïé
schending.
De heer VAN DIJK (R.-K.) is liet met?
do opvatting van don minister in zake het'
transit-verkcer naar hefc onbezette gebied
niet eens.
Dc heer VAN RAVESTEIJN (C.-P.) ïh*
toogt, dat het Mannlieimer fcraefcaat onrecKf
is en dat nu niets anders wordt gedaan dart
onrecht plegen.
De MINISTER dupliceert. Over de posfW
tie van Nederland is het moeilijk een oor
deel te vormen. Het belang van dio vrang
Reman van G. HARD WIG.
.6)
Do eersto droppels vielen koud als
hagel op M-orsbachs voorhoofd on verdre
ven zijn sombere droomen. Hij keerde om,
oan zichzelf en hefc zoo verhitte paard zoo
gauw mogelijk: onder dak te brongen. Zoo
spoorde hij hefc paard aan, dab zelf groote
sprongen maakte, en naar den stal ver
langde. Plotseling maakte het paard mid
den in zijn loop en schokkende beweging,
ïvLsof hefc neervallen zou. en bleef stil
staan.
De ritmeester sprong van het paard en
'trachtto uit te vorschen, wat or gebeurd
was. Hij voerde heb dier eenige stappen,
naar voren. Het hinkte sterk. In het don
ker kon men niets onderscheiden. Een of
ander scheep voorwerp, een spijker of
glasscherf, was in zijn poot gedrongen.
Van verder rijden was geen sprake. Hij
leicido hefc paard langzaam aan don teu
gel voorwaarts.
Nu echter geerde do wind over do vlakte
heen, blies tegen -zijn verhitten rug aan
eÖó, dab hij bij koude lucht- soms meende
ïn zijn borst te voelen. Daarbij ontlaad
den zich do wolken in cliohte en koude re
genstroom en en maakten, hein door en
door nat. Ofisehoon hij door zijn bsro-op wel
tóan dio wisselingen van temporatuur was
gewend, ging de kou hem nu toch door
te erg en been.
Eindelijk was Elbental bereikt.
Toen hij de trap opging en zijn kamer
betrad, voelde hij zich doodmoe en afge
mat.
Do oone rilling na dc andere voer hem
door do leden, van af zijn hoofd tot aan
zijn knieën.
Hij sliep. Maar de slaap kwam meer als
"eon drukkende iarst dan een verlichting
over hem.
Toen hij ontwaakte, lag hij in zware
koorts. Zijn adem werd door oen stekende
pijn, als van. een messteek, in zijn borst be
moeilijkt. De Barones, met <angst vervuld,
liet de cone dokter na dear ander-en aan 't-
ziekbed van haar zoon kotaren, -de herfcoge-
Jijke familie zond haar lijfarts, die c5en
Hoogheden wol is waar ook niét anders
kon berichten, als dla-t ritmeester von
Mersbaolr ten gevolge van hevige, kouvat
ting aan een longontsteking zwaar ziek lag.
Door deze 'bezoeking was weer alle ener
gie der Barones wakker geworden^ Zij
verzette zich tegen heb groocer wordende
gevaar, zooals zij zioh lraci verzet, tegen het
weerzien van haar arme dochter. Haar
eigen sterke gezondheid stelde haar sn
staat, om hem persoonlijk bij dag en bij
nacht op te passen. En als haar hart ang
stig klopte, bracht eeai zachte blik van
haar zoon haar weer meer tot kalmte.
Maar er kwam een dag en een uur,
waarop deze oogen haar niet meer aan
keken, waarop do hooghartige vrouw hij
het aanbreken van den morgen van haar
etocl opsprong, omdat het- idee, haar. zoon
le kimnon verliezen, plotseling haar zóó
deed schrikken e-n haar zóó overweldigde,
clat zij behoefte had alleen te zijn.
Zij opende dc deur van Richards woon
kamer 0D trad binnen.
Daar keken haar de oogen uit dc omlijs
ting, van het portret van haar dochter in
het schemerlicht aan, alsof zij weer leefde,
als opgerezen uit het graf, dat zij meende,
dat voor altijd boven haar gesleten was.
Lachend, vragend keken zij ha-ar aan,
een groetende herinnering uit het ver
leden.
En de trotsehc vrouw, verpletterd door
angst- en smart, sloeg voor dezen lach haar
cogen neer. Door een vreemd, onbekend
gevoel werd zij overvallen. De ellende en
de doodsnood yan Maiianne pijnigden haar
hart.
Als zij dan te hard was geweest, te on
verzoenlijk, zou nu dan de eeuwige gerech
tigheid door den dood van haar zoon het
evenwicht willen herstellen? Waarvoorhad
zij dan geleefd? Wat had zij aan het bezit
van haar kinderen gehad?
EToo klein, hoe nietig is de menscli, ais
de waan van zijn hoogmoed van hem wijkt!
Dafc voelde zij nu en het was haar alsof
de bodem onder haar wegzonk. Én als
schaduwen vlogen macht en zelfbewustzijn,
vloog de bedrieglijk? schaar van zelfgerech-
tigde daden weg. Niels bleef over als c!e
bittere basis yan elk menschelijk inzïchfcr
berouw.
ïr. dezCn nacht ook werd zij door het ijlen
in do hooge koorts van Mcrstaek gewaar,
wat ir>. den voormiddag op hefc erfprinselijk
kasteel tusschen Alexandra Louise en haar
zoon was voorgevallen.
Uifc voorzorg stuurcBe zij allen weg. Zij
alleen bleef luisteren. In wilde haast, de gc-
hcele scène weer doormakend, sprak Mers-
bach uifc, wat hij in enkele woorden de
Erfprins had gezegd. Tegenover den voor-
bijgeganen hartstocht, die nu geheel ver
geten was, waarvan geen sporen waren
achtergebleven, sfceldt hij een zuivere bron,
waaruit hij het geluk met volle teugen had
genoten. Dat was geen onrechtmatig geluk,
zooals hij het in Alexandra Louises arm
had gc-noten, waardoor hij leugenaar tegen
over Mariannes dochter was geworden.
En tusschen deze verwarde fantasiebeel
den riep hij telkens luid en smeekend Mia s
naam, al&of deze naam zijn hart verlichtte;
hield hij dan een gesprek met Mieze onder
den ouden pijnboom, met het lieve wezen
tje bij hefc hek van het kasteel, met haar,
die zijn naam droeg en di? lhj niefc wilde
laten gaan, wie hij smeekte toch bij hem
te blijven.
Zijn berouwvolle en onoverwinlijke liefde
fluisterde hij zacht voor zich heen, opdat de
heidewind zijn woorden ver weg droeg tot
aan Mia's ooren.
Ën met elk zacht gefluisterd woord wer
den a.ngst en vrees grooter in het moeder
hart.
Zij, dio nooit hartstochtelijk had bemind,
zij begreep haar kinderen niet. Maar zij
had nu gezien, dat haar ongeloof en weige
ring niets kon uitwerken tegenover do
eiscnen der natuur.
Maar als *de Hartstocht der liefde zcoiets
machtigs was, dat zij aan den levenslust
perk en paal stelde en het schijnbaar on
mogelijke mogelijk maakte, dan kon deze
liefde, al was hefc dan niet redd n. toch
verzachten, wat zij zelf door bitterheid en
vervreemding tusschen moeder en zoon had
doen ontstaan.
- Deze gedachte, die uit vertwijfeling voort
kwam, verdreef ook hefc laatst© sprankje
trots uit haar ziel. Zij dacht nas £==5 roeor.
als dat zij ook-schuldig was geweest aan
dien bewusten nachtrit, waarin haar zoen
had gevonden, wat hij wenschte. En diti
schuldgevoel was het, waardoor zij in dö
stilte van den nacht aan zijn bed neer»
knielde en met gevouwen handen bad eiï
smeekte om liet- behoud van zijn leven.
XXII.
Nu was het begroeide voetpad van hefi
heidehuis naar Schwarken weer zichtbaar.
Vochtig door morgendauw, was hefc of heti
üorrc kruid met edelsteenen was versierd.
Over den ouden pijnboom waren ook drop.
pels als edelsteen en gespreid. Aan elka
naald hingen glinsterende pareltjes, die
zach door den wind heen en weer werden
bewogen.
De kalo lindeboomen voor de pastorie
\n Schwarken hadden niets van al deze
pracht. Wat aan gele bladeren nog waé
overgebleven, vloog ruischend weg, toen do
zon begon haar herfstint*en over de heide
uit te spreiden, zoodat de grauwe spinne-
webben als zilveren bruidsluiers flikkerden
en glansden.
Dominee Seller begon zijn dagtaak heden
met een werk van herinnering. Hij was al
tijd gewend op den verjaardag van Kamilla'
von Helling dc laatste reseda's, asters cn
Klimop (eenvoudig in een bouquet je bij el
kaar tc binden en ze naar het kerkhof té
brengCD.
Zijn hart was zwaarmoedig bij dezen gang
De gekrenkte liefde van zijn zoon had hij
met een ernstig vaderlijk woord wel gekaL
moord en hij had den gekrenkten mannca*
trots in betere banen geleid, maar Mi al
j. IfWofrit vorvoted.ï'