LEIDSCH DAGBLAD. Woensdag 21 Maart 1923. EERSTE BLAD. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. PRIJS DER ADVERTENTIE** -£9 Qts. per rexöL Dij rogelabonnement belangrijfc Swjeron prijp. Klftinn advertentiëa, uitsluitend bij voorn it.be- 1 lieliug, Woensdags en Zaterdags 50 Cts., bij een ■maximum «a-ntai woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele op- (tending van brieven 10 Gts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Gts. Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst Ho. 57055 PRIJS DEZER COURANT* Voor Leiden p. 3 mnd. 2.35, p. week 77 0.ïê Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zg'n, per week 0.19 Franco per post 2.35 ~H portokosten. c Nummer 19338. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. gemeentelijke vischverkoop. 'Aan dan gomcentolijken vischwinkel, isch- mariLl 18 (ielaf 1225) is DONDERDAG ver krijg kuir SCHELVISCH a 10.18—i 0.33, 8GHOL a f 0.21—£0.33, KABELJAUW a £0.10, TARBOT a £0.60 cn TONG a £0.70 per pond. N. C. DE GIJSELAAR, Burgem. Lolden, 21 Maart 1923. (Herplaatsing wegens misstelling.) VERKIEZING GEMEENTERAAD. De Voorzitters van de Hoofdslembureaux in de drie Kieskringen der gemeente Leiden; Gelet op de artikelen 35 e.v. der Kieswet ■en op de artikelen 10 e.v. der Gemeentewet; Brengen ter kennis van de kiesgerechtig den dat de Verkiezing (Candidaatslellmg) van 'de Leden van den Gemeenteraad an Leiden zal plaats hebben op DINSDAG 10 APRIL 'a.s. en de Stemming op WOENSDAG 23 MEi d.a.v.; dat op den dag der verkiezing (10 April) ter Secretarie dor gemeente bij hen, Voorzit ters, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uren lijsten van candidaten knanen worden ingeleverd; dat deze lijsten moeten inhouden de na men, voorletters en woonplaatsen van can didaten en onderleekend zijn door ten min ste vijf cn twintig kiezers, bevoegd tot deel neming aan de verkiezing, waarvoor de in levering geschiedt; dal do inlevering der lijslen persoonlijk moet geschieden door één der onderteeke naren en dat de lot invulling bestemde for mulieren van deze lijsten kosteloos ter Se cretarie verkrijgbaar zijn tot en met den dag der verkiezing, dal bij de lijsten moet worden overgelegd een schriftelijke verklaring van icderen daar op voorkomenden candidaat, dat hij bewilligt in de plaats, hem op de lijst aangewezen, terwijl, indien de candidaat zich buiten het l Rijk in Europa bevindt, de verklaring tele grafisch kan worden gedaan; dat formulieren van deze bewilligingsver- kiaringen mede kosteloos ter Gemeente-Se cretarie Kamer No. 10, verkrijgbaar zijn. N. C. DE GIJSELAAR, Voorzitter Hoofdstembureau, Kieskring X. P. E. BRIET, Voorzitter Hoofdstembureau, Kieskring II, A. MULDER, Voorzitter Hoordslembureau, Kieskring lil. Leiden, 20 Maart 1923. De grondslagen van ons geldend ver eenigingsr echt. Hedennamiddag heeft prof. dr. F. G. Scliel- luma, benoemd tot hooglecraar in het han delsrecht en dc Hu'gerlijkc rechtsvordering aan de Universiteit alhier, als opvolger van prof. mr. A. S. Oppenliëim, dit ambt aan vaard met het uitspreken van een rede in het groot-auditorium van het Academiege bouw over bovenstaand onderwerp. De nieuwe hoogleeraar ving zijn beloog aan met de herinnering, dat het nu welhaast twintig jaar is geleden,, dat ter herdenking van den stichtingsdag der Rijksuniversiteit te Utrecht de toenmalige reclor-magnificus prof. Molengraaff eenigc beschouwingen wijdde aan dc herziening van liet vereni gingsrecht. De Utrechtschc hoogleeraar liet allereerst de verschillende vereenigingsvor- men de revue passeeren en besprak, wat te dien aanzien geldend rcclit was, of geldend recht moest worden. Er scheen geen andere herziening bevredigend, dan die, welke alle vcreenigingen omvatte. „Partieele" herzie ning", aldus Molengraaff, „kan tot niets an ders leiden dan lot stukwerk, d. w. z. tot ondeugdelijk werk. Helaas, wij weten thans, dal de schoone droom niet in vervulling is gegaan, zeidc spreker. Het nieuwe recht, dat in 1903 in wording was, bevindt zich nog steeds in de zelfde ontwikkelingspliase. zulks ondanks het feit, dat ook in de tusschen liggende jaren op de onvolkomenheid der wettelijke regeling zoo dikwijls dc aandacht werd gevestigd, dat, wie thans op de herziening aandringt, gezegd wordt een ondankbaar onderwerp tc behandelen. Het vereciygingsrccht te bespreken, met het oog op een mogelijke algeheele herzie ning dier materie, schijnt dan ook onnutte arbeid; het beste, dat voorloopig te verwach ten is, zal, volgens spreker, stukwerk zijn, maatregelen, vallende in het kader van weg neming van onjuistheden en aanvulling van „leemten" als waarvan dc overweging is opgedragen aan de z.g. Staatscommissie- Limburg Een bespreking van de grondslagen van het verenigingsrecht behoeft intusschen niet noodwendig gericht te zijn op hel jus con- t -stituendum; zij kan ook met liet oog op liet geldend recht haar nut afwerpen.. Een nieuwe wet pleegt problemen te verflauwen, l zooals het vroege daglicht de romantiek van dun avond verdrijft zij regelt de verscliillen- fle langzamerhand gerezen strijdpunten op ü&X&GYe wijze ea abstraheert van de min 4 of meer vage beschouwingen van algemee- nen aard, in het licht, waarvan men vóór dien dit strijdpunt had op tc lossen. Niet anders is het met betrekking (ot de materie, die ons thans bezig houdt, zeide spreker. In den loop der tijden heeft dc steeds voortgaande maatschappelijke ontwikkeling verhoudixiTen geschapen, die in de wet in het geheel niet, of niet meer voldoende, zijn geregeld. Voor de beantwoording van dc vraag wat in dergelijke gevallen rechtens is beantwoording, die door den wetgever op positieve, concrete wijze zou kunnen ge schieden zijn wij, aldus de hoogleeraar, thans op aanwending van regelen van wij dere strekking op toepassing van meer alge- meene beginselen aangewezen. Juist, omdat op een algemeene herziening van ons ver een igingsrecht niet behoeft te worden ge hoopt, is het van overwegend belang zich van de algemeene beginselen, die haar be- heerschen, Ier dege rekenschap tc geven. En het moge spreker vergund zijn in deze rede lot dat doel het zijne bij te dragen. Onder vereenïgingsrecht in den ruimsten zin des woords zou men, volgens spreker, kunnen verslaan het recht, dat dc verhou dingen regelt van mcnschen, tusschen wie gelijkheid van belang een zekeren, meer of minder hechten band heeft gelegd. Vereeni gingsrecht in den engeren, eigenlijken zin des woords regelt echter niet ieder „veree- nigd zijn", maar slechts zoodanig „veree- nigd zijn" als voortspruit uit een „zich ver eenigen". Men kan dc vereeniging deliniecrcn als de overeenkomst, strekkende tot behartiging van belangen van elk der vereenigden, door mid del van onderlinge samenwerking. Aan een dergelijke definitie geeft spreker de voorkeur boven die, welke den nadruk legt op het be reiken van een gemeenschappelijk doel. Het geen in dit opzicht de vereeniging van andere overeenkomsten onderscheidt is niet, dat bij haar algemeene, bij andere particuliere be langen worden behartigd, doch dat die be hartiging in het eerste geval wél in het tweede geval niet door middel van samen werking geschiedt. Het groole belang echter van een vergelij king van bijv. de commanditaire vennoot schap of de maatschap mot verbruik-, leen- of arbeidscontract, is gelegen in het inzicht, hetwelk men aldus verkrijgt, niet omtrent hetgeen die begrippen scheidt, doch omtrent heigeen hen verecnigt. De vraag rijst onwillekeurig of niet iedere verecnigiDg is een overeenkomst in den zin van 1819 van ons Burg. Wetboek. Er ont slaat dan een zekere neiging, om, hetgeen met betrekking lot een zóó belangrijk punt als de rechtsgrond ten aanzien van de eeno soort werd geconstateerd, ook ten aanzien van de andere van toepassing tc achten cn onbewust groeit het verzet tegen ccn opvat ting, die de maatschap en de commanditaire, vennootschap wèl, de naamlooze vennoot schap cn het zedelijk lichaam niet in den gezichtskring van het overcenkomstreclit be trekt. Summa summarum komt het spreker voor, dat toepassing van dc algemeene bepalingen omtrent de overeenkomsten op de vereeni ging allerminst lot ondraaglijke resultaten leidt, waarmede niet is ge?egd, dat de te genwoordige regeling een ideale zou zijn. Zeker ware het gcwcnscht, omtrent verschil lende der hier besproken punten ecnige po sitieve regelen te stellen, ten einde den rech ter, die nu aan dc hand van algemeene be ginselen geheel naar eigen inzichten te oor- deelen heeft, een zeker richtsnoer te geven; in het ontwerp 1910 op de naamlooze ven nootschappon zijn dergelijke bepalingen op genomen. Maar dc conclusie lijkt spreker ge rechtvaardigd, dat in het algemeen ons over- eenkomslrecht toch de basis moet blijven, waarop de bijzondere regeling wordt opge trokken. Beperkte zich hel vcrccnigingsreclil lot een regeling van de onderlinge verhouding der leden, zoo zou daaruit volgen, dat in dc rechtsbetrekking van de gezamenlijke leden tegenover de buitenwereld door het enkele feit van hel zich-vereenigcn gcenerlei wijzi ging werd gebracht. De juistheid daarvan blijkt, zoo dikwijls de door partijen gekozen associatie-vorm niet door bijzondere voorschriften van vcrec- nigingsrechl is behcerscht. Met betrekking tot verreweg den rncest wettelijk geregclden associatie-vorm treft men, naast voorschrif ten omtrent de verhouding der leden onder ling. ook voorschriften aan, die dc verhou ding der leden tegenover derden regelen. Gezien van het zuiver eontractucele stand punt, hebben, volgens spreker, die voor schriften liet karakter van positieve uitzon deringsbepalingen. Het positief vereenigingsrecht blijkt aldus in hoofdzaak samengesteld uit bepalingen van tweeërlei aard: in de eerste plaats be- polingen, die de verhouding der leden onder ling regelen en dus direct verband houden met de aan iedere vereeniging ten grondslag liggende obligatoire overeenkomst, in de Uveede plaats bepalingen, die de verhouding der leden tegenover derden regelen, bepa lingen, die aan de zuiver interne overeen komst der vereeniging externe werking toe kennen. Welke plaats neemt nu in een der gelijke beschouwingswijze het zoo belang rijke en veel besproken leerstuk der rechts persoonlijkheid in? Iedere behandeling van da grondslagen van vereenigingsrecht ware onvolledig, indien bij die vraag niet een oogenblik werd stilgestaan, zeide spreker. Hij wilde dc betcekenxs van het begrip der rechtspersoonlijkheid trachten tc benaderen aan de hand van hetgeen wet en jurispruden tie loeren omtrent de venn. onder firma. Daar bevinden wij, volgens hem, ons op een terrein, dal mei betrekking tot dc leer dor rechtspersoonlijkheid inderdaad een „grens gebied" mag genoemd worden. Dat de com manditaire vennootschap en do burgerlijke maatschap geen rechtspersoonlijkheid bezit-» léD. wordt door een ieder vrijwel stilzwij gend aangenomen. Dat omgekeerd de naam looze vennootschap wél rechtspersoon is, schijnt naar liedendaagsch recht" evenmin voor bestrijding vatbaar. Is do burgerlijke maatschap behoudens enkele uitzonderingen liet voorbeeld geble ven van den zuiver conlractueelcn vereeni- gingsvorm, van *de overeenkomst, welker rechtsgevolgen eigenlijk uit de algemeene beginselen van overeenkomst en recht reeds direct voortvloeien, in het karakter der ven nootschap ondciv firma, is in dat opzicht door lal van bijzondere bepalingen wijziging gebracht, zooals door spreker nader-wordt uiteengezet. Twee conclusies mogen daaraan mot be trekking tot het vraagstuk der rechtspersoon lijkheid worden ontleend. De eerste is, dat, naar de thans nog hecrschende beschouwin gen, de vennootschap onder firma niet is rechtspersoon. Doch er is een tweede meer belangrijke conclusie aan een 'en ander te onlleenen. De in het economisch leven zich bij herhaling voordoende feitelijke toedracht is, dat eenigc personen, tot samenwerking overgaande, een vermogen afzonderen en dat vermogen, zoomede de rechten en ver plichtingen, te dier zaken ontslaande, zoo wel naar binncil als naar builen wensclicn afgescheiden te fiouden van hun privé ver mogen. De wetgever wordt nu gesteld voor het probleem, op welke wijze dat feitelijk gebeuren aan wettelijke regelen is vast te leggen. Eén vhn de wijzen, waarop dat kan ge schieden, is die, waarover spreker met De- trekking tot de vennootschap reeds had ge sproken. Maar er is een andere wijze ook. Al die bijzondere bepalingen, welke tot een steeds meerdere constructie voeren, zijn te vermijden door den band, die leden en ver mogen verbindt, formeel door te snijden en formeel de verschillende rechten en verplich tingen te beschouwen als gehecht aan een buiten de leden staand subject, de z.g. rechts persoon. Maar en daarop komt het aan, zegt spreker liet is niet anders dan één van de middelen, die den wetgever ter be schikking staan, 0111 zekere feitelijke verhou dingen te regelen. Wie erkent, dat toekenning van rechtsper soonlijkheid niet anders is als een bijzon dere wijze van regeling van interne en ex terne verhoudingen, zal zich echter van on vruchtbare bespiegelingen omtrent de reali teit van den rechtspersoon verre houden. Stelt men zich op het plan der louter stoffelijke waarneming, dan is de vereeni ging niet anders als een samenwerking van individuen, betreedt men het terrein der geestelijke wereld, dan is zij niet anders als een regeling van de tusschen die individuen beslaande verhoudingen. Hierop komt het, volgens spreker aan, dat de realiteit van den rechtspersoon geen andere is dan die, welke aan iedere rechtsregeling toekomt. Wanneer evenwel toekenning van rechtspersoonlijk heid beteekent een regeling van verhoudin gen, dan is het niet alleen van belang om te weten óf maar ook hóe die regeling heeft plaats gehad, wat spreker toelicht met een voorbeeld. Beschouwt men aldus besloot spreker dit deel zijner rede toekenning van rechts persoonlijkheid als een bijzondere regeling van rechtsverhoudingen, dan is daardoor de mogelijkheid geopend, om in die toekenning nog iets anders, iets meer te zien dan louter de schepping van een nieuw rechtssubject. Ten slotte behandelde de nieuwe hoog leeraar de vraag hoe men zich de onderlinge verhouding van dc verschillende in de wet geregelde verecnigingsvormen heeft te den ken, m. a. w. wat de structuur is van ons vereenigingsrecht. En dan komt hij er toe het vereenigingsrecht te zien als een aantal vormen van associatie, ieder gekarakteri seerd door de manier, waarop de verhouding der vereenigden onderling is geregeld. Het risico, dat dc partijen wcnschen te dragen en al dergelijke omstandigheden meer, zul len telkenmale de partijen in een bepaalde richting drijven; in abstracto zijn zij echter vrij den jnecst passenden vereenigingsvorm tc kiezen, al zijn er in ons vereenigingsrecht bepalingen, welke een direct wettelijk ver band leggen tusschen een zekeren associa tie-vorm en het met behulp daarvan te be reiken malerieele doel. Er mag aldus be sloot spreker van den wetgever worden verwacht, dat hij, de onvolmaaktheid van zijn regeling kennende, met het maatschap pelijk leven gelijken tred houdt, door, indien in dc practijk de regeling, hetzij overbodig, hetzij onvoldoende blijkt, haar te wijzigen of aan te vullen. Na het eindigen der rede richtte de nieuwe lioogleeraar zich tot curatoren, tot zijn col lega's en tot studenten. Archeologische lezingen en cursussen in het Rijksmuseum van Oudheden. Gisteravond hield dr. P. A. A. Bocser zijn. tweede lezing over„De graven van particulieren in het Nieuwe Rijk on hun wandversiering Deze lezing was gewijd aan dc behande ling der voorstellingen, die cup cte wanden van do graven van hot Nieuwe Rijk wor den aangetroffen. Zij vormt liet vervolg op den bouw dezer graven, die in do vorige lezing werd besproken. Verschillende gra- von werden ter sprake gebracht waaruit dc merkwaardigst© voorstellingen in lichtbeelden werden vertoond. Het graf van Naoht, een priester van Amon, waarin dc kleuren over het alge meen vrijwel bewaard zijn gebleven, bezit n. m. een zeer goede afbeelding van het landbouw-be drij fden oogst, het wannen cn het dorsehen van het graan. Merkwaar dig is hier. hoe een vore. dié nog van do overstrooming is overgebleven, door een grijze streep wordt «aangeduid. Niet min- der eigenaardig is de afbeelding van do godin Nut, die a-an beid© zijden van een tafel met- offers staat, welke voor d«e stéle is geplaatst. Gewoonlijk wordt deze godin afgebeeld in een sycomoren boom, terwijl zij waiter giet op die handen van den over ledene. Zeer fraai van kleur, maar over het algemeen sterk beschadigd, 13 bet graf, dat bekend staat onder den naam van „tombeau des graveurs". Verschillen de personen, die dfib ambacht uitoefenden, waren hier begraven. De eerste muur in dit graf is in twee af deelingen verdeeld. In het bovenste gedeelte ziet men een der graveurs, Nebamon, in aanbidding voor koning Aahm©3 en zijn vrouw. Het bene- .cUengedeelte vertoont de verschillendo handwerkslieden, die zich onledig houden met de vervaardiging van kostbare voor werpen, van een oatafal, enz. Boven a/1 deze graven munt ongetwijfeld dat uit van Reohmire, vizier ©n gouverneur van TT10- be, tijdens de regeering van Thutmo- BCS III. Do eerste «afbeelding, die hior onze aan dacht trekt, is die van hot bureau van den vizier. In een zaal, welker dak door lotua- zuilen wordt gesteund, was de vizier geze ten in zijn ambtskostuum. Naast hem stonden de sup erin ten dan t. van de zaal en een beambte, die toezicht hield op dege nen, die do zaal binnen traden en verlie ten. Ongelukkigerwijze is deze voorstel ling geheel vendoren gegaan. Dat zij aldus was, blijkt uit liet begeleidende opschrift. Yoor hem zijn vier matten met franje uit gespreid. Daarop lagen perkamenten rol len, waarop de wetten geschreven waren. Verder ziet mc-n zijn Gohrijvars en beamb ten afgebeeld en degenen, die gehoor ver zoeken. Zeer merkwaardig is de daarbij beboerende tekst, die zooveel als wat men tegenwoordig zou noemen „de instructie" van draan beambte bevatte. Behalve af beeldingen van vreemdo volken, die hun schatting komen brengen in den vorm van allerlei nattiur- en kunstproducten uit hun landen, verdienen tevens do aandaoht de verschillende ambachten, die hior in beeld zijn gebracht. Wij zien den vizier inspectie houden over de vervaardigers van colliers, de bontwerkers, leerlooiers, sandaalmakers, timmerlieden, houtsnijders, touwslagers, metaal workers, enz., terwijl zij hun werk zaamheden verrichten. Behalve tafereelen uit andero graven, kwamen verder nog een tweetal ter spr«ake. die uit een oog punt van kunst belangrijk zijn. Heb eersto is het graf van een priester van Amon Sennofcr, dat bekend staat onder den naam van het „druivengraf", aangezien het plafond voor het grootste gedeelte met druivenranken is bosohildard. Niet minder belangrijk en uitmuntend door fraaiheid van kleuren is het graf van Huij, prins van Kusoh en gouverneur van Tlie- be, in het laatste gedeelte der 18de Dynastie. De muren van dit graf, dat be staat uit een tweetal kamers, zijn met voorstellingen bedekt van Syriërs, Nu- biërs on negers, <lie hun belastingen aan brengen. in den vorm van dieren, vazen en edelgesteenten. Vooral merkwaardig zijn lid er d©^ afbeeldingen van negerhutten en een Nubisch landschap. De Kerkraad der Ned.-Herv. Gemeente. Bovenstaand lichaam heeft volgend schrij ven verzonden: Aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden. Mevrouw. De Kerkeraad der Ncdorduitschc Her vormde Uemeente tc Leiden komt met ver- schuutigcten eerbied tot Uwer Majesteits Hooge negeering met liet navolgende: Met gespannen aandacht voigc Heel du wereld hetgeen zich aispeelt in net Roer gebied. Wij achten ons niet bcvo?gd te bo- oordeelen cJe rechtmatigheid van cIc aan spraken, die Frankrijk laat gelden op ver goeding van de geleden scnade van de zijd© van het Duitschc leger in den gevoerdci oorlogmaar wij betreuren diep het voort duren cler-oorlogsmentaiiteit onder de vol ken. Wij geloot ven, dat Uwer Majesteits R© geering als lid van den Volkenbond en ook naar de door Haar voorgestane Christelijke beginselen weet, wat Haar in cSezen te doen staat, en willen dus zeHs de minste aanwijzing niet doen van Uwe roeping ni dezen. Wij zijn overtuigd, dat door Uwer Majesteits llegeering alleen maar naar het geschikte oogenblik wordt uitgezien om Hare stem tc laten hooren. Doel van dit schrijven is dan ook geen ander, dan om aan Uwer Majesteits Regee ring de verzekering te geven van onze har telijke instemming en steun, wanneer door Haar eventueel die stappen worden ge daan, welke leiden kunnen tot een vreed zame oplossing in den weg van gerechtig heid van dc moeilijkheden in 'b Roergebied Wij bidden van God, dat dit oogenblik spoedig moge «aanbreken, opdat or een ein de lcome aan de ellende, die zich thans in ons werelddeel afspeelt, cn dc aanleiding worde weggenomen, die zou kunnen voe ren tot een nieuwen Europeoschen oorlog. Moge dc God «aller genade Uwer Maje steits Eegeering die wijsheid en voorzich tigheid schenken, die Haar noodig is. Met den meesten eerbied, Van Uwe Majesteit dc gehoorzame on derdanen, Namens den voornoemden Korkeraad, (w.g.) J. RIEM ENS, h. t. voorzitter, (w.g.) J. C. S. LOCTIER, h. t. scriba. Hol zal den Kerkeraad te Leiden .zeer welkom zijn, wanneer andere Kerke raden in een schrijven aan onze geëerbiedigde Koningin hun aOhaesie betuigen. Zij kun nen oat doen op oiïgezegcld papier. BINNENLAND, Ambtsaanvaarding van prof. mr. F. O. Scheltema aan de Leidsche Universiteit. Adres van den Kerkeraad der Ned.-Hexv. Gemeente te Leiden aan H. M. de Koningin. De heer J. A. van Hamel veertig jaar nota* ris te Leiden. De bemoeiingen van de Rijkscommissie voor werkverrniming. Wetsontwerp tot wijziging van het tarief van justitiekosten en salarissen in burger- lijke zaken. BUITENLAND. De toestand en de maatregelen in het Roergebied. De Belgische Senaat verwerpt het wets* ontwerp tot vervlaamsching der Gentschn hoogeschool. Het debat over de socialisatie in het En- gelsche Lagerhuis is uitgesteld. Griekenland dankt de bnitenlandsche mis sles nit zuinigheid af. Harding weer candidaat der republikeinen voor het Amexikaansche presidentschap. Vereeniging van den Handeldrijvenden er Indnstrieelen Middenstand. Op de bovenzaa-l van Dc Harmonie hield gisteravond c&e Vereeniging van den Flandeldrijvendon en Indus brieelen Mid denstand voor Leiden en Omsteken een algemeene ledenvergadering. De voorzitter, de heer C. Keltjesheelt© alle aanwezigen welkom, waarna do notu len der vorige vergadering werden goed gekeurd. XJifc hot verslag van den penningmeester» den heer Dekker bleek, dat de inkomsten! bobben bedragen f 1017.91 Vè» de uitgaven! f 80-4.52 zoodat or eon saldo is van f 213.39^. Nadat enkele vragen waren beantwoord en nadat namens do kascommissie wa3 veklaiard, dat alles in orde was bevonden, word de penningmeester onder dank ge* dbohargeerd. Aan het jaarverslag van den secretaris» don he or P. J. van der Zanden ontleenen wo, dat het aantal leden thans 134 be- draagt. Er werd een korte geschiedenis gegeven over het a fge loop-en jaar, waarbij werd herinnerd aan de actio inzake do navorj (lering, het marktwezen, do L. A. W. E. Tb de maan del ijiksohe debat aworiclon, der* Mi dtl enstan döbnnk, het Incassobureau, etc., etc. Ging bet- mot do vereeniging goed, spr« vertrouwde, dat do algemeene toestanden! zich daarbij zuil on aansluiten. OndcT dankzegging werd liet verslag goedgekeurd Als bestuursleden moesten aftreden <$e heeren O. Kort, T. F. Vlieland ©n P. J. v.' d. Zanden. Als candidaat in de plaats van don heer Vlieland werd door enkele liederi naar voren gobraoht de heer Geytenbeek.' Dc heer v. d. Zanden werd bij aoclama» tio herkozen. De lieer Kort word herkozen terwijl de lieor Geytenbcelc werd gekozen. Do heer E. Lie3e bracht verslag uit over den gang van zaken bij 't Incasso-bureau^ dat thans oen anderen weg volgt door del vorderingen direct in hanclen van dbn ad vocaat te geven. Behandeld zijn liet laat-» ste i/> jaar G5 vorderingen tot een bedrag van f 6435.54. Betaald w-erd-en 42 vordering gen of 03 pet. tot een bedrag van f 3052. of 48 pet van het totaal6 Vorderlngcit tot een bedrag van f-107.26 werden eerst' na dagvaarding betaald, 4 nog voor von nis werd gewezen, 11 vorderingen werden oninbaar verklaard tot een bedrag van f 1390.07, terwijl in 3 faillissementen een schade word geloden van f 173.29, 15 debri te-uren betaalden in afbetaling. Geen enkele procedure werd verloren. Tot slot werden enkele wenken gegeven voor do gebruikers van het bureau, die zeker tot alle tevrodanhodd heeft gewerkt. Hierover ontstond eenigo discussie. Ifct Incasso-bur aan word warm hulde go- bracht voor de wijze van optreden. Besloten werd weer voor ccn jaar het contract met het bureau te verlongen. Uit het verslag van het Informatie-bureau, uitgebracht door den lieer C. Korte weg, bleek, dat slechts 38 informaties zijn ge vraag d, 20 buiten, 18 in de a tad door 16 leden on 1 niet-lid, bencv-ems 19 -aan de rils ter vereeniging te Den Haag. Kosten in totaal f '49. Aangedrongen werd op groo- ter gebruik. Do contributie werd geliandliaafd. Op voorstel van het bost uur werd beslo» t-on med© te worken mot do vereenigincr do L. A. W. E. T. in het algerneon nücl^ denstandsbelan-gterwijl de Jieer Lev: als gedelegeerd© met advisecrende stem word bestendigd in zijn functie. Tot kasnazienors werden voor dit je ar aangewezen do heeren Brouwer en Era des, tot afgevaardigden naar de Algemeen©, Vergadering te Breda do heeren v. d.' Zande en mr. Komijn, tot hiui piaatsver-. vangers de heeTen Brouwer cn Eeltjos. Bij dc rondvraag werden amigo puntert onder de aandaoht vanhet bést uur go- bracht als do propaganda met gezellig© «avondjes etc. de verknopingen in hefc Nutsgebouw. de benzinc-]x«rnp tegenover, den heer Offonberg, het bevorderen va® hot brengen van zaken men.- eiren »n cl ca raad etc. Met ©en woord van dank sloot de voor*) mtter de goed bezochte vergadering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 1