De Prins wit liet Sprookje
No. 19326.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 7 Maart.
Tweede Blad. Anno 1923,
TWEEDF KAN3EP
Uit het nieuw bezette land.
FEUILLETON
(Zitting van gisteren).
De Hunrcommissiewet.
De heer VAN RAPPARD (V.-B.) licht
toe een amendement, om uit de Huurwet
ten te schakelen de woningen van ondier-
nemingen, door haar bestemd tot huisves
ting van haar personeel.
De heer J. TBR LAAN (S-D.) heeft be
zwaar tegen dit amendement, omdat het
geen rekening houdt met de belangen der
inwoners.
De heer SMEENK (A.-R-) heeft ook be
zwaar en wil ge-en uitzondering voor wo
ning®, die gewone huurwoningen zijn.
De Minister v. Justitie, de heer HEEMS
KERK, heeft het nut van deze bepaling
niet begrepen. Hij komt voorts op tegen
do uitdrukking „bestemd tot huisvesting."
Hij kan dit amendement niet aanbevelen.
Do heer VAN RAPPARD (V.-B.) wenscht
zijn amendement te wijzigen, zoodat er dui
delijk staat, dat dc huur wordt beëindigd,
omdat de huurder den dienst dér onder
neming verlaat en de woning noodig is
voor huisvesting van ander personeel dier
onderneming.
Het amendement wordt verworpen met
52 tegen 21 stemmen.
Art. VII.
De heer VAN GIJN (V.-B.) licht tóe een
amendement, om in het eerste lid van arti
kel 1, in het eerste lid van artikel 2, 'in
den eersten zin van het eerste lid van ar
tikel 5 en Sn de eerste twee zinnen van ar
tikel 8 het getal en het teeken: „50 pCt."
met ingang van 1 Jan. 1924 te vervangen
door „CO pCt." en dit getal en teeken met
ingang van 1 Juli 1924 te vervangen door:
„70 pCt."
Waar het geldt woningen, ten aanzien
•waarvan do Huurcommissiewet ccrs't door
het in werking treden van de Huuropzeg-
gingswot toepasselijk zijn, wordt het in het
eerste Hd bedoelde percentage van af den
lsten Januari 1924 in de plaats van „37
.,45" en van af den lsten Juli 192-1 in de
plaats van „45" „52
De heer SMEENK (A.-R.) heeft ernsti
ge bezwaren tegen dit amendement.
De MINISTER ontraadt dit amendement
'dat liet doel bevordering van de bouw
nijverheid zal missen.
De heer VAN GIJN (V.-B.) trekt het
amendement bij gebrek aan steun in.
De heer HERMANS (R.-K.) licht toe een
amendement, om een nieuw artikel in te
yoegen, luidende
1. Onze Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid kan ten aanzien van bepaalde
lijk aan te wijzen gemeenten verklaren, dat
Irot tegenwoordige huui'peil der woningen,
waarop de Huurcommissiewet van toepas
sing is, een van de artikelen 1 en 3 der
onderhavige wet afwijkende regeling vor
dert.
2. Waar het geldt woningen, gelegen in
'een gemeente, ton aanzien waarvan een
.verklaring als bedoeld bij het vórige lid,
,van kracht is, wordt, in afwijking in zoo
verre van het bepaalde bij de artikelen 1
■en 3 der onderhavige wet, de Huurcommis
siewet aldus toegepastdat:
lo. in liet eerste lid van artikel 1, het
eerste lid van artikel 2 en de twee eerste
riivncn van artikel 8 der Huurcommissie
wet niet wordt gelezen „50 pCt." ten
aanzien van woningen als bedoeld bij arti
kel 3 der onderhavige wet; „371 pCt."
doch „35 pCt." ten aanzien van wonin=
gen als bedoeld, bij artikel 3 dier onderhavi
ge wet: „25 pCt."
2o. dc eerste zin van artikel 5 der Huur-
óommissïewet wordt gelezen:
„Dc huurcommissie staat geleidelijke
Kuurverhoogingen toe, totdat een billijke
opbrengst van do woningen' wordt verkre
gen, met dien verstande, dat geen huurprijs
wordt goedgekeurd of. vastgesteld, welke
meer bedraagt «'an 50 pCt. boven de nor
male huurwaarde op 1 Jan. 1916, tenzij hoo-
gerc uitgaven, ter za-k© van de woning te
bestrijden, dan wel ingrijpende verbeterin
gen en veranderingen, aan de "woning aan
gebracht een grootere verhooging v.etti-
g*n7'^
behoudens dat in dezen eersten zin van
artikel 5 ten aanzien van woningen als be
doeld* bij artikel 3 der onderhavige wet in
plaats van „50 pCt." <?n „1 Januari 1916"
wordt gesteld ,,37i pCt." en „1 Januari
1918."
De heer VAN VUÜREN (R.-K.) bestrijdt
dit amendement dat de wet van vraag en
aanbod omkeert en dus een verkeerd ef
fect kan hebben.
De heeren J. TER LAAN (S.-D.) cn
SMEENK (A.-R.) verdedigen het amende
ment nader.
"De Minister van Arbeid, de heer AAL-
BE-RSE herinnert, er aan, dat dit punt al
bij de algemeene beschouwingen zeer breed
voerig is behandeld en dat de Regeering
reeds haar meening heeft gezegd. De wet
blijft onaangetast en de Regeering heeft
alleen de bevoegdheid een overgangsmaat
regel te treffen waar dat noodig is. Daar
tegen kan de Regeering geen bezwaar
hebben, mits de percentages van 35 op 40
en van 25 op 30 worden gebracht.
Do heer HERMANS (R.-K.) handhaaft
zijn amendement ongewijzigd. Hij acht het
ge wenscht de percentages niet te hoog te
sfcelleh.
De MINISTER kan dan de aanneming
van het amendement niet aanbevelea.
.Wordt het amendement toch aangenomen,
dan zou de Minister geen gebruik maken
van de bevoegdheid.
Do heer HERMANS (R.-K.) wijzigt dan
nog do cijfers in 40, respectievelijk 30, om
tc voorkomen dat. dc Minister het amen
dement, als artikel aangenomen, nicfc zou
uitvoeren.
Het amendement wordt aangenomen met
43 tegen 27 stemmen.
Het wetsontwerp „wordt aangenomen met
51* tegen 119 stemmen.
Tegen; de sociaal-democraten, vrijzinnig-
democraten,- mej. C'atz, Smeenk.
Radenwet.
Aan .de orde is het wetsontwerp tot wij
ziging der Radenwet.
De heer "HAKKER (R.-K.) klaagt over
de onregelmatige wijze van premie-inning
in het district Leeuwarden.
Dc Minister van Arbeid, de heer AAL-
BERSE, zal dit punt onderzoeken.
Alt. 115.
Dc heer VAN DIJK (R.-K.) licht een
amendement - toe van de Commissie van
Rapporteurs, om het aantal niet-ambtelijks
onbezoldigde leden van den Vissoherij raad
in plaats van 6 op 3 te stellen.
Dc heer SNOECK HENKEMANS (C -H.
kan zich er race vereenigen, als voor het
cijfer S komt to staanten hoogste.
De MINISTER acht hel amendement
niet noodig cn handhaaft een cijfer van G-
Dc heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.)
maakt er eei> amendement van, dlat dit
ten" hoogste wordt ingevoegd.
Hot amendement, wordt z.h.st. goedge
keurd, nadat het sub-amendement wcor is
ingetrokken.
De heer RUTGERS (A.-R.) verzet cr
zich tegen, dat dc Raden van Arbeid tot
bureaucratische Rijksdiensten worden om
gezet, waartegen hij bezwaar heeft.
De MINISTER verdedigt deze omzetting,
die hij niet in strijd acht met het karakter
van de Radenwofc.
Art. Ê3a wordt goedgekeurd met 41 te
gen 11 stemmen.
Het ontwerp wordt goedgekeurd.
Toelaoe-verleening.
Aan de orde is het wetsontwerp toeken
ning van bevoegdheid aan Gemeenteraden
tot liet verlccnen van een toelage ten las
te van do gemeente, over elk der jaren
1919, 1920, 1921 en (het eerste kwartaal van
1922, voor werkzaamheden, welke aan on
derwijzers buiten dien gewonen schooltijd
waren opgedragen, enz.
Bij de algemeenc beraadslaging is te
vens aan dc orde: dc conclusie van het.
verslag der commissie omtrent de inlich
tingen op het adres van O. L- Veerman,
hoofd der Leerschool van den Christelijke
Kweekschool te Leeuwarden, cn J. Broc-
keona cn 3 anderen, onderwijzers van bij
stand aan genoemde school, houdende ver
zoek-^orn toekenning van een toeslag op
hun salaris over 1919.
De heer WINTERMANS (R.-K.) acht
dit ontwerp goed in grondslag, maar de uit
voering is onmogelijk ingewikkeld en hij
begrijpt cr maar weinig van, lioe de toe
lage moet. worden berekend. Hij hoopt, dat
de Minister zal verklaren, dat het zijn be
doeling is de wet rechtvaardig toe te laten
passen.
De vergadering wordt verdaagd tot
Woensdag één uur.
Het Fransche spoorwegverkeer in
Duiischland.
(Van onzen eigen correspondent).
XXIX.
Trier, 24 Februari.
Trier is bereikt, dank zij den Franschen
militairen spoorweg en de zwarte soldaten
cite deze bewaken 1
Het was eergisteren om dertien uur en
twaalf minuten, of zooals gewone menschen
dat zeggen, een uur twaalf dat de Fransche
Parijsehe trein van Koblenz naar Trier
vertrok om vandaar over Luxemburg zijn
reis voort te zetten. Van-vele papieren
voorzien, om zoowel aan Duitsohers als
Franschen mijn onschuld aan te kunnen
toonen, was ik om kwart voor één reeds
aan het station, waar de klok pas kwart
voor twaalf aanwees: in het Rijnland is de
Fransche tijd ingevoerd, ik had er niet
aan gedacht, en was dus een uur te vroeg
gekomen. In de„ stad wordt door de Duit
sohers geen rekening gehouden met welk
uur de Parijsehe klok .aanwijst, alles ge
schiedt daar nog op Duitschen tijd, slechts
de stationsklokken zijn een uur achteruit
gezet. -
Een uur heb ik <3us gewacht op- het per
ron van het station Koblenz, een knoop
punt van ongeveer vijf spoorlijnen, waar
anders een geweldig druk verkeer is en
waar nu een stille rust heerscht, zooals
misschien bij ons op een" stationnetje in
den Achterhoek, vanwaar enkele malen
daags een trein naar de stad vertrekt. Van
de vier perrons wordt er nog maar een ge
bruikt, tusschen de andere staan liier en
daai* personen- en goederenwagens, em de
rails zijn geheel en al xicrnoesb omclat er
geen trein meer over rijdt. Duitsche spoor
wegbeambten waren natuurlijk op het ge
heele station niet meer te zien, het groote
gebouw was als uitgestorven, alleen voor
den ingang een wacht van een paar Fran
sche koloniale soldaten, mot eenroodefez
op hun zwarte koppen, cn op het perron
conige Fransche soldaten en officieren, en
ook weer kolonialen:, géén spoorwegbe
ambten, geen conducteurs, geen witkielen,
niets van al deze blijkbaar overbodige
mensclien. Een kaartje in de stationshal
van een Franschen militair gekocht voor
dertienhonderd en nog wat marken, gaf
m© recht liet perron to bestijgen en in -den
trein plaats tc nomen, die vooraan uit
D-wagens bestond, voor officieren en. sol
daten bestemd, en achteraan uit enkele ge
wone derde-klas wagons voor mensclien in
burgerpakj es zooals ik.
Om nauwkeurig dertien uur en twaalf
minuten, Fransche tijd, gal de locomotief
van den al moer dan een uur gereed staan
den trein een gil en langzaam reden we het
station uit, langzaam ging het over allerlei
wissels he^n den kant van het Moezeldal'
op. Bij het eerste station, een dorpje bui
ten Koblenz, waar de baan over de Moezel
gaat, hetzelfde als bij Koblenz, het station
geheel verlaten, aMeen een troep zwarte
kerels die uit de wachtkamers kijken en
overal rondhangen cn een met een geweer
dlie op het perron sohild wacht je speelt.
In het Moezeldal, in elk station dezelfde
vertooning, in de kleinere plaatsen minder,
in de grootere meer, doch overal zwarte ko
loniale troepen, kerels die beter apon kun
nen vangen dan in het Rijnland op de
Duitsche spoorwegen de wacht houden en
Deutsche burgers tn hun dorpen het leven
onveilig maken.
De reis van Koblenz naar Trier, die met
een Duitschen trein in twee en een half
uur volbracht is en waarvoor dc Franschen
ruim vijf uur noodig hebben, daar ze nog
steeds uit vrees voor vernielingen aan den
spoorweg en door onbekendheid met het
wisselstelsel langzaam rijden, gaat langs
verschillende kleinere en ook grootere sta
tions. Vooral op de grootere stations viel
het me op hoe al'e rangeersporen rood ge
roest waren en op alle lijnen lange rijen
goederenwagens, locomotieven en perso
nenwagens op de geroeste rails stil ston
den. Vooral op de groote wisselplaats van
het station Ehrang, vlak bij Trier, waar
ook een lijn uit den Eifel, de vroegere ver
binding Keulen—Straatsburg, op de lijn
Koblenz—Trier uitkomt en waar vroeger
een groot gedeelte van de cokes-treinen
voor Frankrijk gerangeerdl werd, stonden
rjjon locomotieven en wagens. Het was al
avond toen de Fransche trein dat station
doorreed. Op de uitgestrekte wisselplaat
sen, waar wagen naast wagen stond, was
alles donker, geen loéomotief die floot, ver
lichte s-einen waren zoo goed als niet te
zien.
's Avonds stapte ik in Trier in het ge
deeltelijk verlichte station uit, de reis met
een Fransohen militairen trein, waartegen
van Duitsche zijde, wegens de vele onge
lukken gewaarschuwd1 wordt, was vol
bracht. Ik heb er niet den indruk door ge
kregen dat het reizen met zoo'n trein een
zeer gevaarlijke onderneming is, het is eer
der een gemoedelijk vervoermiddel, dat ge
middeld' niet sneller rijdt dan 20 K.M. in
het uur, als het vervelend wordt in den
ecaicn wagen kan men een oogenbliïc af
wachten dat de snelheid iets geminderd
wordt en in den andere overstappen, waar
men misschien aangename medereizigers
treft. Dat is een voordeel dat lang niet
eiken trein heeft, zelfs niet in ons nooit
genoeg geprezen Nederland. Maar evenmin
heeft deze spoorreis ,den indruk op mij
gemaakt, dat het den Franschen -ooit ge
lukken zal de steenkool uit de mijnen in
het Roergebied, ook al kunnen ze deze
krijgen en al zijn alle spoorlijnen in het
Rijnland vermilit-ariseerd, zonder de hulp
van de Duitsche spoorwegbeambten te ver
voeren. D© Franschen hebben wel bekend
gemaakt zelf voor liet vervoer tc zullen
kunnen zorgen als de steenkolen maar ge
leverd werden, maar als' een eenvoudige
verbinding Koblenz—Trier zoo gebrekkig
tot stand is gebracht als het nu is geschied,
als seinen cn wissels maar gedeeltelijk ge
bruikt kunnen worden en de zijlijnen bij
dc stations verstopt zijn van de vele wa
gens, die daar nu heden reeds twec-en-een-
halve week staan, dan lijkt het me niet dat
er van vervoer van 75.000 ton kolen daags
door Fransche treinon veel terecht zal ko
men, zelfs niet van do helft daarvan.
Dc heb het geluk gehad om hier in Trier
met enkele spoorwegbeambten to kunnen
spreken. Het geluk, schrijf ik, want zoo
eenvoudig als het lijkt om iemand op te
zoeken on hem inlichtingen to vragen, zOu
lastig is dat hier in Trier. In i©deren
vreemde, die iets over den toestand vraagt
of die over de Franschen spreekt, worav
hier een spion gezien, en als men zich niet
heel goed „ausweisen" kan is het dikwijls
.onmogelijk om iets to weten te komen;
zelfs al kon ik bewijzen c?n HóllancÜïch
journalist te zijn, dan waren injrelo ge
vallen de mensclien nog in twijfel of zc wel
openlijk alles vertellen konden, of hot niet
aan de Fransohon overgebracht zou wor
den, dat ze over al hetgeen in Trier ge
beurd is mededeelingen verschaften.
Deze spoorwogmanncn heb ik er van
kunnen overtuigen geen Fransch spion ee
zijnze hebben me in het huis van een van
hen ontvangen; in een café of op straat
samen tc praten zou hier veel to gevaarlijk
zijn daar iemand het af zon kunnen luiste
ren, en daar verschillende mededeelingen
gedaan. Dc. spoorwegbeambten in Trier
zijn ook, evenals elders, gedwongen ge
weest hot werk neer tc loggen, omdat dc
Franschen eisohten dat ze onder toezicht
van de koloniale troepen, kleurlingen met
oen Fransclio uniform en een Fransch ge
weer, voor Frankrijk zouden werken, Het
geen lien als Duitsoh beambte oen onmo
gelijkheid was, ten eerste omdat de wet ho3
verbiedt cn ten tweede ómdat het hen per
soonlijk niet mogelijk was zieli onder Ir
toezicht van een kolonialen soldaat te stel
len. Hun betaling door het Duitsche rijk
gaat dus, al werken ze niet, geregeld doof.
Zooals deze beambten me dat vertelden,
in hun eigen huis, in een kamer waar boe
ken in een kast stonden, waar een viool
aan den muur hing, waar een pot met een
plant cr in vooJ" het raam stond, toonde tl©
geheele omgeving al aan dat ik met men
sclien van een zekere beschaving tc doen
bad, van wie, zelfs al gebiedt de wet 't,
toch niet to verwachten mag zijn dat zij
goedschiks onder toezicht van een vreem
den soldaat ,nog véél minder onder dat van
een aangeklccdcn en gewapenden kaffer,
hun arb©id zullen verrichten. Het is nretl
te begrijpen dat de Fransche overheid der
gelijke onwaardige cischen aan een ander
volk stellen kan.
Verder vernam ik nog, .dat door de
Franschen nu mot spoorwegpersoneel uib
eigen land en uit den Elzas een beperkte
spoorwegdienst was Ingesteld, doch iets
meer dan beperkt zou dit nooit kunnen
worden, want da Franschen zijn niet mefc
de bediening van Duitsche seinen en wis
sels op de hoogte cn niet bekend met da
wagenverdeeling over de verschillend? sta
tions, zoodat als er eens meer treinen
moesten rijden en als er gerangeerd moesb
worden in een oogenblik alle lijnen ver
stopt zouden zijn. Daar kwam dan nog bij
dat in Frankrijk de treinen links rijden en
de seinen ook links zijn, daardoor de plaats
van den machinist op de locomoti f ook
anders is, en or dus herhaaldelijk vergis
singen en botsingen plaats hebben. Onder
de Fransche spoorwegbeambten zouden cr
'velen zijn wien dit avontuur begon te ver-»
velen en die onwillig hun dienst deden.
Do Elzassers zouden herhaaldelijk d Duit-
schers een „Halt üs", houdt vol, to geroé-»
pen hebben, meermalen hadden 'Elzasser-*
en ook Fransche beambten hun posten ver
laten.
Of dit alles waar is weet ik niet, het is
nieE na tc gaan wel hoort men herhaalde-»
lijk van deserties zoowel van. Fransclio
spoorwegbeambten als van soldaten; ook
heb ik menig Fransch soldaat gesproken,
die me vertelde cr wat voor over tc heb-»
ben om wocr in Frankrijk terug tc zijn;
onmogelijk is het dus niet dat cr zoo nu
en dan eens een paar op eigen rekening
den terugtocht aanvaarden.
Wat het vervoer van steenkool betreft»
werd mij nog verteld dat de eenigo weg
om dc zwar© cokes-treinen van het Roer
gebied naar de Lolharingschc cn Luxem-»
burgsehe hoogovens tc rijden over Dussel-
cDorp, den rcolitcr Rijnoever langs over
Keulen—Deutz, Kok 1 enz, door het Moezel
dal langs Trier gaat, dus langs Rijn ca
Moezel. Allo andere lijnen door den Eifel
hebben voor zware goederentreinen t©
stérke -hellingen. Zoo is onlangs ook bij
Jiinkerath een van dc hoogste punten in.
dat bergachtige land, een Fransche trein
met steenkool blijven steken; slechts mef
drie locomotieven konden dia hoogten ovor*
wonnCn worden. Zoolang dus de Engel-
schcn de spoorlijn over Deutz, die in het
Engelsoho gebied ligt, niet vrij geven,
zullen geen kolentreinen kunnen rijd en.-
Wel is door de Engclsóhen een spoorlijn
over dc stad Neuss aan de Franschen over-»
godi agen, waardoor deze .van liet Roerge-»
bied haar Aken kunnen komen on zoo met
een grooten omweg door België naar
Luxemburg en Lotharingen, maar het ver
voer zal op deze wijze te duur worden onf
in het groot plaats tc hebben.
Eén mooi voorbcold hoe getracht wordt
de Triercr bevolking toch onder den irn»
clruk te brengen van liet -machtige Franj
sclio spoorwegverkeer is liet volgende,
dat me niot alleen door de spoorwegbe
ambten met wie ik sprak', doch ook door
iemand van de Eisenbahndircktion eiï
door eon hoog rcgeeringsa.mbCenaar als
volkomen waar werd medegedeeld en héfcJ
geen ik dus wel als zoodanig mag aanne-»
men: van het station Ehrang loopt een"
spoorlijn naar liet Zuiden op cfen linker
Moezeloever langs Trier naar Igel. waar
ook' ec-p sooorliin eveneens van Eb'-nng
'over den réchter Moezcl-oover, door Trier
gaande, aankomt Om nu dc. bravo burgersf
te laten zien hoeveel treinen cr daags wel
niet naar Frankriik vertrekken, riidt er een'
Roman van G. HARDWIG.
44)
Hoe zij toen wegkwijnde en hoc
zij na de geboorte, van haar lcind God bad
ben bc-idten. tob zich te nemen.
Dit alles en nog veel meer werd onafge
broken door de tuinmansvrouw verteld.
Mia voeïdfe een zenuwachtig kleppen in
haar keel, toen zij opstond en naar de tafel
ging. „Ik hob de. opdracht gekregen u voor
uw vriendelijkheid tegenover de overle
dene te belooneo. Zij nam met bevende
vingers eon papiertje van -honderd gulden
uit haar tasohje en reikte ze aan dc ver
baasde vrouw over. „Er is echter rtog een
wensch, dien ik wil uitspreken."
„Heb ik niet altijd gezegd, dab de ring
ons geluk zal aanbrengen?"
De vroolijko toon van deze woorden de
den Mia zoo'n pijn, dat zij het hoofd diep
over de tafel moest buigen om haar tranen
te verbergen. ,,Ik heb een opdracht ont
vangen," zei ze zacht, „om u dezen ring af
te koopen voor do dochter. U moest den
prijs maar vaststellen."
Hebzucht, piëteit en bijgeloof kampten
eon oogenblikje om de overhand. „Wat wil
die dame dam voor den ring geven?"
„Honderd vijftig gulden zou ik u bieden."
- Terwijl zij sprak brandden haar oogen
van verdriet, zoodat zij ze even met haal
bond moest-bedekken.
De tuinmansvrouw daarentegen stond
met groote oogen van verbazing te kijken.
„Voor den ring: honderd vijftig guldon!
Eigenlijk moest ik het niet doen, maar
voor de dochlcrWaav he'ot u haar dan
gezien, Mevrouw de Barones? Bij de wieg
zou men ook niet hebben durven denken,
dat zij later zoo in het geld zou kunnen
tasten, o hemel neen, hoor
Zij trok den ring van haar vinger en
reikte hem -aan Mia over.
„Als het u belieft, Mevrouw de Barones!
Heb is te hopen, dat hij dc dochter ook
geluk zal aanbrengenDank u wel, Me
vrouw cüe Barones!"
Zij telde de geldstukken na, die l^ia op
dc tafel legde, nam zij op eb liet ze in haar
zak glijden.
„En nu ga ik met u naar boven, Me
vrouw dc Barones, en ga ik, in plaats van
de kamenier, n verzorgen."
„Dank u, ik heb geen hulp noodig."
Mia sloot haastig de deur achter zioh.
Het was haar of de ring door de hand, die
hem had gedragen, was ontwijd. Zij vloog
naar haar slaapkamer, spoelde hem langen
tijd in water af, opdat aan het goud niets
meer van vreemde vingers zou kleven.
De maan scheen helder naar binnen.
Zij kuste den ring en las cJe letters steeds
weer in het schemerlicht1M. F.
Terwijl zij daar zoo stond, dook als in
een droom voor haar oogen het manoeu-
vrevcld met zijn vroolijkc vuren en witte
tenten op, waaronder haar geliefde rnan
sliep.
Plotseling werd zij uit dit gepeins opge
schrikt, niet door een geluid, maar door
een wonderlijken reuk, zooa-ls wanneer de
wind voor een regenbui sterk door den
schoorsteen blaast.
Zij stak dien ring aan haar vinger on
opende het raam. Van buiten stroomde
frissehe lucht, naar binnen, de tuin lag als
bedekt onder witte sluiers.
Mia ging naar de eetkamer. Naar vuur
rook heb daar, en ook verschrikkelijk naar
rook. Ook hier gooide zij een raam opon.
Een zachte herfstlucht stroomde haar koel
te gemoet en verkwikte haar vermoeide
leden.
Nu was het of de brandlucht van het sa
lon kwam.
Mia stormde er heen. Het salon was vol
rook. Achter het gordijn zag zij hel licht.
Een weergalooze schrik beving haar, toen
zij Mcrsbach's-kamer binnenging. Het ge
heele blad van" de schrijftafel, waarvoor zij
had gezeten, was reeds met vlammen be
dekt, die steeds meer zioh verbreidden.
Zij had vevgeten de kaars uit t© blazen,
toen zij haar schrijven had onderbroken.
Dc kaars was afgebrand, maar brandend
was de gesmolten was op het papier en de
schrijfmap gevallen, waardoor al gauw de
vlammen om zich heen grepen. Nu liepen
dc venstergordijnen groot gevaar ook 1©
zullen worden aangetast.
Mia bleef, stijf van schrik, stil op haar
plaats staan. Zij riep
Niemand kwam.
Eindelijk vermande zij zich 'en vloog de
deur u.it, de gang in.
„Help Brand Help toch
Uit de portierswoning kwam do tuinman
met zijn vrouw toegesneld. Daar zij het
groote gevaar beter schenen te begrijpen
dan de over al haar leden bevende vrouw,
begonneu zij onmiddellijk het vuur te blus-
schcn door kannen en emmers water in de
vlammen te gieten, zoodat de rook sissend
omhoog steeg.
Nu dreef alles in water, waar zoo straks
de vlammen nog machtig om zich heen
sloegen.
Niets was meer bruikbaar van het kost
bare schrijfgamituur. Map, boeken, alles
was verkoold en bedorvendc rechterhelft
ran liet- laken was geheel verbrand, de lin
kerkant erg beschadigd.
Mia stond verschrikt voor dit vernielings
werk, waaraan zij zelf schuld had. Zij werd
geheel overweldigd door (lo gedachte mis
schien gewichtige papieren mee vernietigd
on daardoor verdriet en zorg voor Richard
veroorzaakt te bobben. Zij wilde redden,
wat er nog te redden viel, en trok zoo veel
mogelijk uit liet water en de asob tc voor
schijn.
De tuinmansvrouw had haar lamp mee
genomen en boven laten staan. Bij het licht
hiervan trachtte Mia de verkoolde laden te
openen. Het gelukte haar slechts hij dc
ondersten, waarvan het slot. stuk was.
Toen zij haastig, met tranen in haar
oogen, in de» lade greep, stiet zij met haar
vinger tegen de veer van een geheime af-
deeling, die achterin verborgen zat cn
waarvan zij het bestaan nooit vermoed' had.
Met verbazing zag zij daarna, toen zij
steviger drukte, liet beschot op zijde wij
ken, totdat de smalle ruimte open lag. Be
halve een samengevouwen blad' papier lag
er niets inen dit was nog onbeschadigd.
Blijde over de redding van het voor haar
m-an ongetwijfeld hoogst gewichtige papier
nam Mia het er uit. Toen woei haar een
geur le gemoet, die geleek op ren over
violenbedden cn over b!o?menvcldéil ge-
gane koelte.
En den heerlijken geur, dien het blad pa
pier, dat zij in haar hond hield, verspreid
de, kende zij.
Reeds vroeger had zij dienzelfden a;eur
opgesnoven, toen zij vóór liet feest bij den
overste aan hot venster op Richard
wachtte.
Juist! Toen had in de papiermand een
verscheurde kaart gelegen.
En deze kaart- cn deze brief! Uit nieuws
gierigheid ontvouwde Mia den brief. Zij
schaamde zich een weinig om liet tc doen,
maar toch deed zij het.
En terwijl zij de sohrifttcckens bis, bleef
de uitdrukking barer oogen star cn ziel
loos.
„Ik'wil dat offer niet. Ik neem liet nïefc
aan. U moet zich niet ongelukkig maken.
't Is voldoende, wanneer één lijdt."
Dat was zoo wonderlijk, dat Mia vol ver
bazing het hoofd schudde. Wie leed? Mat
voor een offer wa% dut Over welk ongeluk
was hier sprake
„Ik geef u gelegenheidhet tijd-t ip laat
ik u over
Dat kon haar niet schelen. Maar wat nu
kwam, schoot als een bliksemstraal door
Mia's hcofd cn hart „uw verloving met
Mia Helling te verbreken. Het. ise erf klucht
niets anders. U moet vrij zijnv.De roos, dio_
ik op mijn weg vond, heeft" mij met- haar.
doornen reeds onnoemlijk veel pijn ge
daan
Mia- werd beurtelings doodsbleek en lievig
rood. Een onbeschrijflijke smart maaktö
zich van haar meester cn benam haar dbiï
adem, maakte haar bijna krankzinnig vau
angst.
„Het is een klucht, niets anders
Maar bij was toch bij ltoar gekomen, nog
laat in den avond, en had. gevraagd
(Wordt vervolgd.)
v