Nog slechts 4 DAGEN kunt U profiteeren van den grooten Waterschade-Uitverkoop Niemand verzuime een bezoek te brengen aan ONZE Magazijnen 3BEESTHAAT175, HABBX.EMMEBST3AAT 162 Magazijn „W1LHELMINA". De Prins Hit hetSprwkje f4®. 19322. LESDSCH Tweede Blad. Anno 1923. TWEEDE KAMER. Uit het nieuw bezette land. UIT DE RIJNSTREEK, FEUILLETON (Zitting van gisteren.) Afschaiiing Zomsitijd. Aaa d-e orde is liet voorstel van web van de heeren Braat en De Boer tot intrekking van do wet van 23 Maart 1918, tot tijdelijke afwijking van de wet van 28 Jnli 1908 tot invoering van ccn wettelijken tijd. De lieer LOYINK (C.-H.) zegt niet blind te zijn voor de voordeelen van den zomer tijd,. maar hóe meer hij over dit ontwerp nadenkt, des te meer hij neigt tot afschaf fing, omdat z.i. de nadeel en de voordeelen overtreffen. 't Liefst wil hij een algemeenc commis sie van oncBenzoek en inmiddels dit ont- ,\Verp aannemen. Kan die commissie inter nationaal zijn, dan zou hij dat ten zeerste toejuichen. De lieer BAKKER (C.-H.) 13 £>ok vóór het ontwerp. Volgens hóm is er veel overdrijving over en weer. Spr. wil het ontwerp losmaken van de voorstellen, omdat het niet den schijn moet hebben, dat het hier een tegeu- sieliing platteland-steden is. Volgens spr. zijn de spoorwegdirecties vóór afschaffing. Het ongerief, dat de zomertijd geeft ten plattelan.de, en de verscherping van de houding tusschen stad en platteland zijn voor hem reden om vóór dit ontwerp te stommen. Do heer DECKERS (R.-K.) meent, dat alleen bezwaren voor liet platteland zijn 'Opgesomd; ma-ar cfat men cte bezwaren voor 'de-steden en voor de zeevaart heeft onder schat. Hij somt die riog eens op. De heer STAALMAN (V -B.) klaagt over overdrijving van de zijde der plattelanders (Het voordeel is niet gering en treft niet alleen het genot-, maar- ook de welvaart. Tal van kleine plaatsen hebben hun in- stemming met den zomcrtijcl betuigd. An dere plaatsen wiRen alleen 'een beperking tof de vier zomermaanden. In dien geest .wil spr. een middenweg. De lieer BIEREMA (V.-B.) meent ook, 'dat er aan beide kanten overdreven wordt. Er zijn voordeelen, maar er zijn ook na doelen. Het economische voordeel is zeer gering, want de algemeenc onkosten blij ven dezelfde. Hoogstens is het voordeel een half millióen voor ons land en daartc gen over staat een paar milÜoen nadoelen ,k)or den landbouw. De heer VAN VOORST TOT VOORST (R.-K.) meent, 'dat de voordcelen voor de 'stedelingen verre worden opgeheven door 'de nadeelen voor de plattelanders. Dc zo mertijd behoorde tot de crisis-maatregelen Cn dient te worden opgeheven. D'e heer VAN DER V/AERDEN (S.'-D.) z'egt, dat do voorstellers hebben nagelaten, de aangeroerde bezwaren te bestrijden. Mot- den zomer lijd is al e-en compromis ge sloten, omdat men in den midhomertijd tv.ee uur verschil zou kunnen hebben. Naast de economische voordeelen stelt spr. de ideëele voordeelen van de steden, hier in bestaande, dat ue menschen 's avonds cei> uur langer hebben om van de buiten lucht tc genieten. Eon groot deel van de plattelanders is volmaakt onverschillig voor den zomertijd. Onjuist is de bewering, dat de lcwEstic was op te lossen, als de stedelingen een uur vroeger opst-onden. Als dit geschied de, zouden dé leveranties van het platte land zich daarbij moeten aanpassen. Vervolgens bespreekt spr. de opvatting der spoorwegen, die vóór den zomertijd zijn tenzij de omringende lauden dozen niet in voeren. Spr hoopt, dat da Regeering zal trach ten een bemiddelingr-voorstel in te dienen. De heer GEllRETSON (C.-V.) betoogt, dat de kwestie van den zomertijd al vóór den oorlog aan de orde was en dus geen crisismaaksel is. Hij verdedigt de instel ling voor de stedelingen. De heer SCHAPER (S.-D.) is vóór het voorstel, los van de platte toelichting van den heer Braat. Een groot deel der be volking is er vóór, omdat de zomertijd voor hen bezwaren heeft. Daaraan moet tegemoet gekomen worden. De heer BRAAT (Platt. Partij) acht het niet noodig meer veel te zeggen, omdat liat ontwerp krachtig is verdedigd. Hij meent, da-t de tegenstanders toch niet over tuigd zullen worden. Op het platteland geeft de zomertijd allerlei moeilijkheden, o.a. met het middagmaal. De msnsehcn le ven op het platteland excentriek op den dag. (Gelach). De gemeenten derven winst, ornaat de gasfabrieken en electrische eeutrialos min der opbrengen doör den zomertijd. (Hila riteit). D-e heer STAALMAN (V.-B.) dient ccn motie in, waarin de Regiering wordt ge vraagd den zomertijd niet te doen aanvan gen vóór 15 Mei en niet' te deen eindigen na 1 Sept. on de voorstellers van het uit stel worden verzocht liet voorstel in te trekken. De motie-Staalman wordt verworpen met 51 tegen 33 stemmc-n. Het voorstel-Braat wordt aangenomen met 49 tegen 35 *stem men. De vergadering wordE verdaagd tot Dins dag één uur. Uit de hoofdstad van het Rijnland. (Van onzen eigen correspondent). XXVIII. Koblenz, 22 Februari. Vier dagen ben ik in de stad geweest die op dc plaats gelegen is waar Moezel en Rijn samenstroomen, vier dagen lang heb ik in Koblenz de hoofdstad van het Rijnland, waar de intergeallieerde hooge Rijnland commissie zetelt, waar Engelschen, Fran sehen en Belgen, tot voor drie dagen ook nog Amerikanen, samen zijn, vertoeft. Ik heb daar gesproken met vertegenwoordigers van de Duitse he regeering, van de Engolsche en Fransche Rijnland-commissie met enkele Amerikaanschc militairen, met énkele dag- bladmenschen uit Koblenz zelve en men zal dus wel denken, dat ik in deze stad, die nog meer dan Dusseldorf of Keulen of Mainz één punt is, waar draden uit Parijs, Londen, Washington en andere wereldsteden samen komen, over hetgeen er op het oogenblik in Wcst-Duilschland gebeurt, eenige belang rijke dingen heb kunnen vernemen. Ik liad het zelf ook cenigszins vermoed, doch het tegendeel is waar gebleken; boe meer men naar het middelpunt doordringt, van waaruit schijnbaar dc zaak bestuurd wordt, hoe minde^ het mogelijk is een over zicht te krijgen van wat er op het oogenblik in dit land eigenlijk gaande is. Alles lijkt j hier een verwarring, eiken dag nog veran- I dert de toestand, ieder verkondigt zijn eigen I mccning en zou ik hier neer willen schrij ven wat ik daags beleefde en hoorde, dan zou 't slechts een aaneenrijging zijn van losse gebeurtenissen en gegevens, dikwijls met elkaar in strijd. Ik heb liet al eens eer der geschreven, een overzicht over den stand van zaken is hier, op het oogenblik niet te krijgen, zelfs niet in een stad als Koblenz van waaruit zoo nauw voeling wordt ge houden met de verschillende regeeringen; in bet onzijdig buitenland ziet men zonder cenigen twijfel nu reeds veel juister hoe de verhoudingen eigenlijk zijn, dan men het hier ziet, men heeft daar de "berichten van beide zijden, bier wordt men door de ge beurtenissen overvallen. Wil men een schil derij goed bekijken, dan gaat men er ook niet vlak voor staan. ïjiaar stelt zich op eenigen afstand; zoo zal óok,pas over eenigen lijd de ware toedrnchtivah betgeen nu in West- Europa gebeurt zijji in le^zien. Al kunnen we nu over liet verdere verloop van de gebeurtenissen en over de kans op overwinning slechts gièsen, een ding kun nen we met zekerheid zoggen, n.L: dat het geheele Fransche ontreden, zooals men bet liier om zich heen ziet, den indruk maakt volkomen met alle recht en menschelijk ge voel in strijd te zijn. Zooals ik hier dagelijk's_die zwaar gewa pende Fransche troepen zie, al die kleur lingen, die kaffers, die in het oude Rijnland over de Duitselie bevolking hebben te be velen, is liet een misdaad tegen alle bescha ving, dat het Fransche volk, vier jaar na bet beëindigen van den oorlog nog lot der gelijke barbaarschheden kan overgaan. Wat de Duitschers in den oorlog in Noord-Frank rijk en België gedaan hebben, is allerminst goed te pralen, doch er is een groot verschil toen was bet oorlog, nu is liet vrede; de Fransch-Belgische troepen rukken hier een volkomen ongewapend gebied binnen, waar de inwoners zelfs niet in staat zijn hen le bedreigen slechts door hel niet laten loopen van de treinen, door het afbreken van tele foonverbindingen en dergelijke maatregelen liet in bezit nemen van Jiun land door den vijand tegenwerken. En omdat zij dit on rechtvaardig en gewelddadig in bezit nemen van hun land, van hun dorpen en steden niet bevorderen, worden de meest onmen- schelijkc maatregelen legen lien ten uitvoer gebracht, overheidspersonen en beambten worden-op linn bureaux gevangen genomen dikwijls geboeid weggeleid en in een aulo of spoorwagen het bezette gebied uitge bracht. Voor kleinigheden worden hooge geldstraffen veelal -in franken opgelegd, mannen en zelfs vrouwen, meisjes, kindc- fen en oude menschen worden op dierlijke wijze behandeld, de menschen op straal worden, als het een of anderen Franscben generaal behaagt, met dc bajonet uiteenge dreven, kleurlingen hakken er met de sabel cp los of met de kolven van de geweren en zelfs de officieren van de .grande Arméc" achten hun rijzweep het Juiste middel om er dc Duitselie burgers mee tc bewerken alsof het geoorloofd is. dat hij die macht bezit, hiervan naar willekeur gebruik mag maken. De Duitsche bevolking is onder een Fr arisch Bestuur dat met dergelijke midde len regeert, uiterst gedrukt, reeds vier jaren lang heeft ze in het oude bezette gebied haar vrijheid verloren en steeds wordt de toestand onhoudbaarder. De menschen twijfelen of er nog een recht bestaal, of er in hel overige Europa wel bekend is, wal er in het Rijnland ge beurt; menigmaal hoort men bier de opmer king, dat over hetgeen de Duitschers jn den oorlog gedaan hebben de geheele wereld schande liecft geroepen; over hetgeen nu door de Fransehen wordt uitgehaald, wordt in 't buitenland gezwegen tenminste men bespeurt bier niets van eenig protest. In 't Duitselie leger, zoo Beweert men, was den soldaat niet geoorloofd, te doen wal nu den Fransclien soldaat en dén Franschen kleur ling wel toegestaan is en de geheele wereld kijkt toe, zonder dat ook maar een van de slaton tusschenbeide tracht le komen, 't Is te begrijpen, dat de menschen daardoor in een vertwijfeling geraken, uit hel buitenland hoort men niets, op Frankrijk's medelijden is niet le rekenen, dus zelf volhouden, nog maals lot het biltere einde. Ik sprak in Koblenz de redacteur van een der aldaar verschijnende dagbladen, nu ver boden. Ilij had eenigo Fransche berichten niet in zijn blad willen opnemen, dat daar door voor een paar weken niet mocht ver schijnen. Dc man was met een geldboete gestraft en verwachtte dat hij, hij het nog eens niet opnemen van Fransche mededce- hngen of het verbreiden van een bericht, dat voor de Franschen niet gunstig luidde, ^wel uitgewezen zou worden evenals het reeds met ccn redacteur van een Trierer dagblad geschied is. Maar toch, al zou hij zijn woning moeten verlaten, al zou liet bestaan van zijn vrouw en kinderen er door in gevaar komen, volhouden zou hij, tol op het laatste oogenblik toe. Zoo zijn er hier niet enkelen maar reeds honderden men schen, dio alles in den steek hebben moeten laten, omdat ze zich voor de Fransche over macht niet hebben willen buigen. Hoe staan de Engelschen, niet alleen in Keulen, maar ook zij die in Koblenz aan de Rijnland-Gommissie verbonden zijn, tegen over den Franschen inval en wat zullen ze doen als het werkelijk céns lol een botsing in hel groot kwam tusschen het Fransche oorlogsleder en de Duitselie bevolking? Dat is een vraag die zoowel in Londen als aan den Rijn de Britsche gemoederen bezig houdt. Een Engelschman van dc Rijulandcom- missie verklaarde me, dal voor hen den toe stand zeer onaangenaam was geworden; de Engelschen waren niet van meening dat Duitschland zijn sehulden niet beter had kunnen betalen, maar dit rechtvaardigde allerminst een dergelijk optreden der Fran schen waarmee zij in gec-nendecle konden instemmen, nog daargelaten de vraag of het Frankrijk gelukken zou op deze wijze iels le bereiken. Met de Duitselie overheid en ook met de bevolking was nooit cenige moeilijk heid geweest, steeds een goede verhouding, zelfs was, vooral in hel begin van dc be zettingsjaren, door de Engelschen veel ge daan om de uitgehongerde mensehen te hel pen, zoodat van vijandschap geen sprake zijn kon. Nu door het optreden van dc Fran schen komen de Engelschen zoolang zij de onzijdigheid willen bewaren in een scliecve verhouding, die zal blijven beslaan zoolang als Londen nog geen andere beslissingen zal hebben genomen. Mijn zogsman waagde het niet eenige uitspraak tc geven over den stand van zaken, of om een mógelijke gun stige afloop voor een Van beide partijen le voorspollen. Dc Fvanschman, die me le woord stond daarentegen, had over den toestand wel oen besliste mcening. Volgens hem ging het den Fransclien goed en zouden zij hereiken wal zij wilden.- ITet Duitsche verzet zou vooral in het Rijnland, dal grootendeels oen land- bojuw-landstreek is, het eerst gebroken wor den. Van de Duitsche .tolbeambten, die allen ontslagen waren, hadden velen zich ook weer bij de Fransche overheid aangemeld, ook andere Duitschers boden roods hun diensten aan. Ol dit waar is weel ik niet, van Duitsche zijde wordt het volkomen tegengesproken. 1 In do wouden in het Rijnland is de Fran sche overheid met boulveilingen begonnen en hoeft dc eerste houlverkoopen voorge nomen. Fransche en Belgische houthande laren zouden reeds aankoopen gedaan licbi ben, misschien kwamen er ook nog Italia-» nen om houlinkoopen te doen. Of dit laatste juist is, betwijfel ik, na heU geen ik van Duitsche zijde vernam, zeer. Zonder behoorlijke spoorwegverbinding is het onmogelijk het hout uit de bosschen naar andere plaatsen le vervoerenSpoor wegverbindingen beslaan er in het Rijnland zoo goed als niet ,er rijdt zoo nu en dan een trein op oen enkel baanvak, van een be hoorlijk verkeer is geen sprake. Bovendien missen de Franschen geschoolde werk krachten om liet hout le hakken en naar de spoorwegen le vervoeren. Een Duilsch blad meldde onlangs dat in een 'van de bossclien van het Rijnland door de Fransclien drie honderd partijen hout ten verkoop waren geboden, koopers waren er echter niet ge weest, omdat het hout niet weggevoerd kon worden, zoodat het er nu nog ligt. Hoe het echter ook do Fransclien ga, of ze de Duitsche bevolking aan zich kunnen onderwerpen en Duitschland lot grootere betalingen kunnen dwingen of niet, het Fransche volk zal zich niet deze daad, die tegen alle beschaving indruisclit slechts meer kunnen schaden dan nullen, of het zou de eerste keer moeten zijn, dat geweld en onrecht iels goeds voortbrachten. Een land waar een cultuur hecrschl Iieeft meer le vertellen in dc wereld dan een land dal boven zijn buurstaten tracht uit le blin ken in hel bezit van soldaten en kanonnen. Duilscjiland heeft dat ondervonden. Het is immer zoo geweest en zal immer zoo blii-> ven ook. B. ALKEMADE. Dezer dagen luid te Roe lof ar ends veen in het café van ibn lieer Van der Geest een,vergadering plaats van de commissie tot stichting van een fonds voor i mindefvermogende tuberculoselijders. Dé voorzitter opende d? vergadering met een woord van welkom tot d)e aanwezigen en hoopte dat de besprekingen vruchtdragend zouden riogen zijn. Hierna wercLn de notulen, na doo. deif secretaris te zijn gelezen vastgesteld. Na uitvoerige besprekingen werd tlianS besloten om, teneinde te komen lot boveai-* vernield fonds, een tentoonstelling te hou den. Er zullen dan behoudens Koninklijke goedkeuring tevens 6ÖOO loten tegen f0.50 per lot worden uitgegeven. Later zal nog over do prijzen wórden beraadslaagd. Hierna werd overgegaan tot het samen* sullen der sub-commissies voor tentoon-» stelling en verloting. Op voorstel van den heer De Ren wer» den de vólgende commissies samengesteld: 1. Commissie. voor tuinbouwproducten? deliceren N. v. d. Heer Gzn., J. v. d. Heer CznN. Hagenoar cn C. v. Klonk. 2. Commissie voor bloomen en bloembol-* Ien de hoeren; G, Heemskerk, J. v. cl. Zwel, J. Rod ©wijk cm J. Verwey. 3. Commissie voor Huisvlijtde heereü D. Dc-bbc, B. Otto, J. F. de Ren cn 'Rh-* nessehnan. ALPHEN. Gistermiddag kwam eert ro o lor vaar tuig, beladen mot melkbussen, Juist onder de brrg over don Rija, in aan-» varing mot e*?n aandbolc. Door den gevoe-» RECLAME. Roman van G. HARD WIG. 40) Het bewijs, dat freule von Helling mij voor Marie's inzegening overhandigde, was, zooals ik later vernam, door haar zelf onleesbaar gemaakt om de afstamming ge heim tc houdendaartoe had zij do namen met inkt overgoten Maar de ~ondorteckc- ning wa-s leesbaar. Ik schreef toen aan den betreffend-en dominee met heb verzoek om een afschrift van het geboortebewijs. Dit alles echter zonder gevolg, daar eenige ja ren geleden een gedeelte dor kerkelijk boe kon door brand was vernietigd. Zco was 'dius nergens eenige opheldering tc krijgen", en cr stond mij niets anders te doen, clan dc acte van belijdenis op grond van dc voorhanden zijnde geschriften op to .stel- I feu, waartoe ik wel gerechtigd was. Dit stuk, Mevrouw de Barones, lag tusschen mijn verzegelde anibtsgehéimgcscliTif ben tlaardoor kon mijn zoon het nicb vinden cn daarom ontving u van hem slechts dc bc- lijdenii-acte, dio bij het ontbreken van ccn geboortebewijs voor het volstrekken van °er huwelijk wel voldoende is." OomLnce Seller haalde zijn portefeuille x.\. voorschijn, waaruit hij een verzegeld Akjo nanu „Ik "heb op verzoek van freule ven Hel- thngo deze papieren doorgelezen, voordat heb verzegeld. Hier is het geboorte- ha^js van Marie, waarop do namen der ouders door inktvlekken onleesbaar zijn ge maakt. Dit is de trouwaete van Jozef Frank cn Marianne von Mersbaoh. En clit is een geschrift van dc oude freule, waaruit blijkt hoc do zaken zich hebben toegedragen en onder welke omstandigheden zij het kind tot zich nam. Kijkt u ze- maar eens door. En hiermede heb ik mijn plicht vervuld." Mevrouw van Mersbaoh hield het pakje in de hand, zonder door oen beweging haa-r aandoening tc verraden. Haar vingers wa ren stijf en koud en zij had er niet de macht- in om het zegel te verbreken. O, zij wist immers, dat zij cr niets clan waarheid, de bitterste waarheid, in zou lezen Haar zoon was met zijn eigen nichtje ge trouwd; met dubbele banden liad het nood lot hun beiden dus aan de dochter van Frank verbonen. En het eenige, wat zij voor haar klein dochter, die tevens haar schoondochter was geworden, kon voelen, was de wecsch baar nooit te hebben gezien, nooit iets van haar bestaan to hebben geweten. Van den be ginne af was het meisje haar onsympathiek geweest en nu begreep zij, dat hiervan de reden was geweest, dab zij in het gelaat van het mots j o de trokken \;an dien knap pen boutvcstersleerling, die het hart van haar dochter had bekoord, had ontdekt. Nu het echter eenmaal zoo ver was geko men, dat een vreemc?o zioh er mee bemoei de, moest- wel degelijk alles opgehelderd wórden. ,,ïk zal aan mijn zoon schrijven. Spreek u met Mia. Ik leg u echter uitdrukkelijk de verplichting op, haar elke hoop te ont nomen, dat ons oordeel over haar vader ooit anders zou kunnen zijn tlau u daar straks van mij hebt gehoond." Hoe zij ook poogde vastheid aan haar stem te geven, toch was cr zulk een diepe ontroering in merkbaar, clab dominee Sel ler cr toe .wcril gecUreven haar do baud te reiken. „Traoht vrede met u zeil te krijgen, Me vrouw de Barones, en tracht heb bezit van Marie te beschouwen als een vergoeding, die tienvoudig tegen allen toorn en haat en al uw leed opweegt. Tracht vrede met uw geweten te krijgjen, dat niet rustig is. Breid uw armen uit voor Mariannes doch ter cn wacht daarmee niet, tot het noodlot dezen, wensch onvervulbaar voor u maakt. Hij had met heiligen ijver en vuur ge sproken, als"kon hij in de nog duistere toe komst zien. Tweemaal strokte hij zijn han den uit. „Ik heb nu uw ziclcherdetsohap niet meer noodig, dat u me eens hebt onthou den," zei de Barones scherp. „De redenen, die u daarvoor hebt opge noemd, erken ik nietze zijn aanmatigend en zelfzuchtig, zeker geen bewijzen van trouw en hartelijkheid. Wij hebben elkaar dus niets meer to zeggen op déze aarde!" Hij wierp een langen, treurigen blik op haar bleek gezicht, dat in^dit korte oogen blik vele ja-ren scheen verouderd, toen boog hij het hoofd on vertrok. XV, Toen dominee Seller de trap naar Ae bo venverdieping opging, trof hij de kamenier der jonge barones iu de gang aan. „«ik zou graag mevrouw cb ritmeester willen spreken. Wilt u mij bij haar bren gen V' Zijn gang werd al sleepen der, hoe weer hij de deur naderde, die aohter de kame nier was dichtgevallen. Het vras niet om hetgeen hij mede te deelen had, ma%r cite zorg hoe liet zou worden opgenomen, uc onzekerheid ofjiet hart van het kind de zelfde geringschatting voor haar afkomst en ouders zou ondervinden, zooals zij hem nog in r3e ooren klonk. Hij kende het menschelijk hart, waarin zoo gemakkelijk een zaadje van hoogmoed valt, en dat dan zoo 6nel opschiet. Hij wist hoe veel eer een hart zich verhard, dan verloedert. Hij wist hoever ondankbaarheid cn zelfzucht gaan. Vóór de kamenier iets kon zeggen snelde Mia hem tegemoet. „Dat is allerliefst Zij greep zijn hand en trok'hem mee in haar kamer. Zij had zooveel vragen iu haar hoofdje, dat zij niet dadelijk wist, met welke te be ginnen. Zij nam zijn rechterhand tusschen haar beide handen en drukte ze stevig. „Wat zal ik wel zeggen, om lic-t-u duidelijk te maken. Dat zouden woorden toch niet kun nen uitdruldcen. Het geluk, dat ik tegen woordig,'ondervind, ió al tc groot, beste dominéé, doordat ik zooveel van mijn man houdHaar stem werd steeds zaehtor en inniger, „doordat ljij mij zoo liefheeft en altijd heeft gehad Dominee Seller knikte. Hij dacht aan zijn zoon, die zioh nog maar niet over heb verlies van deze jonge vrouw heen kon zet ten, en in hem kwam een verwijt op tegen de oude freule, dae besloten had haar aan zijn voogdijschap to onttrekken en de we reld in te zenden. „Ta ec-n van je brieven," zei hij, zonde? «ich aan den onderzoekenden blik van haar te onttrekken, „heb je mij een vraag voor gelegd. waarop ik nog steeds het antwoord schuldig ben." „Ta,"- zei ze met opgewonden belang stelling. „Eerlijk gezegd, had ik er hoele- maal niet meer aan gedacht l Ik ben nu immers Mia Mersbaoh. Riohïtrd zegt, dab ik me niet- om mijn afkomst moet bekom meren het is hem hetzelfde, als ik maar zijn Mia ben,'V Seller streok haar over haar lokken. „Er. is zoovee], dat wij moenen niet- noodig te hebben, dat ons wordt opgedrongen. ïk: hoop. dat jij tot eïegenen behoort, die zioh* door den ernst van het leven laten leiden, zonder daardoor aan innerlijke waarde te verliezen. Dc innerlijke waarde van een wensch, mijn kind, is de maatstaf, waar naar hij moet worden gc-iheten, daar zijn goed geweten het eenige b^zit is, dat hem niet kan worden ontnomen. Heeft iemand dus e-en goed geweten en innerlijke waar- do, die de harde proef van uiterlijke ont bering zegerijk kan doorstaan, dan heeft zöo iemand de toostamlen mogen dan zijn zooals ze- willen aanspraak dboi*' jou en mij en alle onderen geae^tr^hl'*s", spillen ook bemind te worden." Hij had zijn feand laten zakken. De her innering aan de ongelukkige, wier cbollter met onschuldige verwachting naar hom op keek, overweldigde hem. „Mijn kind, waar een graf is dicht go» maakt, is een mensehenliart ter ruste go» gaan. Elke grafheuvel bedekt een ma&sal leed en lijden. Niet altijd pakt het otls on-, vorwachts aan wij gaan het dikwijls vrij-» willig tc gemoct. Maar een mensch kan niet meer lijdien dan hij schuldig is." c y ^(Wordt TeirdijXlJ,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5