Nog slechts 4 DAGEN kunt U profiteeren van den grooten Waterschade-Uitverkoop
Niemand verzuime een bezoek te brengen aan ONZE
Magazijnen 3BEESTHAAT175, HABBX.EMMEBST3AAT 162
Magazijn „W1LHELMINA".
De Prins Hit hetSprwkje
f4®. 19322.
LESDSCH
Tweede Blad. Anno 1923.
TWEEDE KAMER.
Uit het nieuw bezette land.
UIT DE RIJNSTREEK,
FEUILLETON
(Zitting van gisteren.)
Afschaiiing Zomsitijd.
Aaa d-e orde is liet voorstel van web van
de heeren Braat en De Boer tot intrekking
van do wet van 23 Maart 1918, tot tijdelijke
afwijking van de wet van 28 Jnli 1908 tot
invoering van ccn wettelijken tijd.
De lieer LOYINK (C.-H.) zegt niet blind
te zijn voor de voordeelen van den zomer
tijd,. maar hóe meer hij over dit ontwerp
nadenkt, des te meer hij neigt tot afschaf
fing, omdat z.i. de nadeel en de voordeelen
overtreffen.
't Liefst wil hij een algemeenc commis
sie van oncBenzoek en inmiddels dit ont-
,\Verp aannemen. Kan die commissie inter
nationaal zijn, dan zou hij dat ten zeerste
toejuichen.
De lieer BAKKER (C.-H.) 13 £>ok vóór
het ontwerp.
Volgens hóm is er veel overdrijving over
en weer. Spr. wil het ontwerp losmaken
van de voorstellen, omdat het niet den
schijn moet hebben, dat het hier een tegeu-
sieliing platteland-steden is. Volgens spr.
zijn de spoorwegdirecties vóór afschaffing.
Het ongerief, dat de zomertijd geeft ten
plattelan.de, en de verscherping van de
houding tusschen stad en platteland zijn
voor hem reden om vóór dit ontwerp te
stommen.
Do heer DECKERS (R.-K.) meent, dat
alleen bezwaren voor liet platteland zijn
'Opgesomd; ma-ar cfat men cte bezwaren voor
'de-steden en voor de zeevaart heeft onder
schat. Hij somt die riog eens op.
De heer STAALMAN (V -B.) klaagt over
overdrijving van de zijde der plattelanders
(Het voordeel is niet gering en treft niet
alleen het genot-, maar- ook de welvaart.
Tal van kleine plaatsen hebben hun in-
stemming met den zomcrtijcl betuigd. An
dere plaatsen wiRen alleen 'een beperking
tof de vier zomermaanden. In dien geest
.wil spr. een middenweg.
De lieer BIEREMA (V.-B.) meent ook,
'dat er aan beide kanten overdreven wordt.
Er zijn voordeelen, maar er zijn ook na
doelen. Het economische voordeel is zeer
gering, want de algemeenc onkosten blij
ven dezelfde. Hoogstens is het voordeel
een half millióen voor ons land en daartc
gen over staat een paar milÜoen nadoelen
,k)or den landbouw.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
(R.-K.) meent, 'dat de voordcelen voor de
'stedelingen verre worden opgeheven door
'de nadeelen voor de plattelanders. Dc zo
mertijd behoorde tot de crisis-maatregelen
Cn dient te worden opgeheven.
D'e heer VAN DER V/AERDEN (S.'-D.)
z'egt, dat do voorstellers hebben nagelaten,
de aangeroerde bezwaren te bestrijden.
Mot- den zomer lijd is al e-en compromis ge
sloten, omdat men in den midhomertijd
tv.ee uur verschil zou kunnen hebben.
Naast de economische voordeelen stelt spr.
de ideëele voordeelen van de steden, hier
in bestaande, dat ue menschen 's avonds
cei> uur langer hebben om van de buiten
lucht tc genieten.
Eon groot deel van de plattelanders is
volmaakt onverschillig voor den zomertijd.
Onjuist is de bewering, dat de lcwEstic
was op te lossen, als de stedelingen een
uur vroeger opst-onden. Als dit geschied
de, zouden dé leveranties van het platte
land zich daarbij moeten aanpassen.
Vervolgens bespreekt spr. de opvatting
der spoorwegen, die vóór den zomertijd zijn
tenzij de omringende lauden dozen niet in
voeren.
Spr hoopt, dat da Regeering zal trach
ten een bemiddelingr-voorstel in te dienen.
De heer GEllRETSON (C.-V.) betoogt,
dat de kwestie van den zomertijd al vóór
den oorlog aan de orde was en dus geen
crisismaaksel is. Hij verdedigt de instel
ling voor de stedelingen.
De heer SCHAPER (S.-D.) is vóór het
voorstel, los van de platte toelichting van
den heer Braat. Een groot deel der be
volking is er vóór, omdat de zomertijd
voor hen bezwaren heeft. Daaraan moet
tegemoet gekomen worden.
De heer BRAAT (Platt. Partij) acht het
niet noodig meer veel te zeggen, omdat
liat ontwerp krachtig is verdedigd. Hij
meent, da-t de tegenstanders toch niet over
tuigd zullen worden. Op het platteland
geeft de zomertijd allerlei moeilijkheden,
o.a. met het middagmaal. De msnsehcn le
ven op het platteland excentriek op den
dag. (Gelach).
De gemeenten derven winst, ornaat de
gasfabrieken en electrische eeutrialos min
der opbrengen doör den zomertijd. (Hila
riteit).
D-e heer STAALMAN (V.-B.) dient ccn
motie in, waarin de Regiering wordt ge
vraagd den zomertijd niet te doen aanvan
gen vóór 15 Mei en niet' te deen eindigen
na 1 Sept. on de voorstellers van het uit
stel worden verzocht liet voorstel in te
trekken.
De motie-Staalman wordt verworpen met
51 tegen 33 stemmc-n. Het voorstel-Braat
wordt aangenomen met 49 tegen 35 *stem
men.
De vergadering wordE verdaagd tot Dins
dag één uur.
Uit de hoofdstad van het Rijnland.
(Van onzen eigen correspondent).
XXVIII.
Koblenz, 22 Februari.
Vier dagen ben ik in de stad geweest die
op dc plaats gelegen is waar Moezel en Rijn
samenstroomen, vier dagen lang heb ik in
Koblenz de hoofdstad van het Rijnland,
waar de intergeallieerde hooge Rijnland
commissie zetelt, waar Engelschen, Fran
sehen en Belgen, tot voor drie dagen ook
nog Amerikanen, samen zijn, vertoeft. Ik
heb daar gesproken met vertegenwoordigers
van de Duitse he regeering, van de Engolsche
en Fransche Rijnland-commissie met enkele
Amerikaanschc militairen, met énkele dag-
bladmenschen uit Koblenz zelve en men zal
dus wel denken, dat ik in deze stad, die nog
meer dan Dusseldorf of Keulen of Mainz
één punt is, waar draden uit Parijs, Londen,
Washington en andere wereldsteden samen
komen, over hetgeen er op het oogenblik in
Wcst-Duilschland gebeurt, eenige belang
rijke dingen heb kunnen vernemen.
Ik liad het zelf ook cenigszins vermoed,
doch het tegendeel is waar gebleken; boe
meer men naar het middelpunt doordringt,
van waaruit schijnbaar dc zaak bestuurd
wordt, hoe minde^ het mogelijk is een over
zicht te krijgen van wat er op het oogenblik
in dit land eigenlijk gaande is. Alles lijkt
j hier een verwarring, eiken dag nog veran-
I dert de toestand, ieder verkondigt zijn eigen
I mccning en zou ik hier neer willen schrij
ven wat ik daags beleefde en hoorde, dan
zou 't slechts een aaneenrijging zijn van
losse gebeurtenissen en gegevens, dikwijls
met elkaar in strijd. Ik heb liet al eens eer
der geschreven, een overzicht over den stand
van zaken is hier, op het oogenblik niet te
krijgen, zelfs niet in een stad als Koblenz
van waaruit zoo nauw voeling wordt ge
houden met de verschillende regeeringen;
in bet onzijdig buitenland ziet men zonder
cenigen twijfel nu reeds veel juister hoe de
verhoudingen eigenlijk zijn, dan men het
hier ziet, men heeft daar de "berichten van
beide zijden, bier wordt men door de ge
beurtenissen overvallen. Wil men een schil
derij goed bekijken, dan gaat men er ook niet
vlak voor staan. ïjiaar stelt zich op eenigen
afstand; zoo zal óok,pas over eenigen lijd
de ware toedrnchtivah betgeen nu in West-
Europa gebeurt zijji in le^zien.
Al kunnen we nu over liet verdere verloop
van de gebeurtenissen en over de kans op
overwinning slechts gièsen, een ding kun
nen we met zekerheid zoggen, n.L: dat het
geheele Fransche ontreden, zooals men bet
liier om zich heen ziet, den indruk maakt
volkomen met alle recht en menschelijk ge
voel in strijd te zijn.
Zooals ik hier dagelijk's_die zwaar gewa
pende Fransche troepen zie, al die kleur
lingen, die kaffers, die in het oude Rijnland
over de Duitselie bevolking hebben te be
velen, is liet een misdaad tegen alle bescha
ving, dat het Fransche volk, vier jaar na
bet beëindigen van den oorlog nog lot der
gelijke barbaarschheden kan overgaan. Wat
de Duitschers in den oorlog in Noord-Frank
rijk en België gedaan hebben, is allerminst
goed te pralen, doch er is een groot verschil
toen was bet oorlog, nu is liet vrede; de
Fransch-Belgische troepen rukken hier een
volkomen ongewapend gebied binnen, waar
de inwoners zelfs niet in staat zijn hen le
bedreigen slechts door hel niet laten loopen
van de treinen, door het afbreken van tele
foonverbindingen en dergelijke maatregelen
liet in bezit nemen van Jiun land door den
vijand tegenwerken. En omdat zij dit on
rechtvaardig en gewelddadig in bezit nemen
van hun land, van hun dorpen en steden
niet bevorderen, worden de meest onmen-
schelijkc maatregelen legen lien ten uitvoer
gebracht, overheidspersonen en beambten
worden-op linn bureaux gevangen genomen
dikwijls geboeid weggeleid en in een aulo
of spoorwagen het bezette gebied uitge
bracht. Voor kleinigheden worden hooge
geldstraffen veelal -in franken opgelegd,
mannen en zelfs vrouwen, meisjes, kindc-
fen en oude menschen worden op dierlijke
wijze behandeld, de menschen op straal
worden, als het een of anderen Franscben
generaal behaagt, met dc bajonet uiteenge
dreven, kleurlingen hakken er met de sabel
cp los of met de kolven van de geweren en
zelfs de officieren van de .grande Arméc"
achten hun rijzweep het Juiste middel om er
dc Duitselie burgers mee tc bewerken alsof
het geoorloofd is. dat hij die macht bezit,
hiervan naar willekeur gebruik mag maken.
De Duitsche bevolking is onder een
Fr arisch Bestuur dat met dergelijke midde
len regeert, uiterst gedrukt, reeds vier jaren
lang heeft ze in het oude bezette gebied
haar vrijheid verloren en steeds wordt de
toestand onhoudbaarder.
De menschen twijfelen of er nog een
recht bestaal, of er in hel overige Europa
wel bekend is, wal er in het Rijnland ge
beurt; menigmaal hoort men bier de opmer
king, dat over hetgeen de Duitschers jn den
oorlog gedaan hebben de geheele wereld
schande liecft geroepen; over hetgeen nu
door de Fransehen wordt uitgehaald, wordt
in 't buitenland gezwegen tenminste men
bespeurt bier niets van eenig protest. In 't
Duitselie leger, zoo Beweert men, was den
soldaat niet geoorloofd, te doen wal nu den
Fransclien soldaat en dén Franschen kleur
ling wel toegestaan is en de geheele wereld
kijkt toe, zonder dat ook maar een van de
slaton tusschenbeide tracht le komen, 't Is
te begrijpen, dat de menschen daardoor in
een vertwijfeling geraken, uit hel buitenland
hoort men niets, op Frankrijk's medelijden
is niet le rekenen, dus zelf volhouden, nog
maals lot het biltere einde.
Ik sprak in Koblenz de redacteur van een
der aldaar verschijnende dagbladen, nu ver
boden. Ilij had eenigo Fransche berichten
niet in zijn blad willen opnemen, dat daar
door voor een paar weken niet mocht ver
schijnen. Dc man was met een geldboete
gestraft en verwachtte dat hij, hij het nog
eens niet opnemen van Fransche mededce-
hngen of het verbreiden van een bericht,
dat voor de Franschen niet gunstig luidde,
^wel uitgewezen zou worden evenals het
reeds met ccn redacteur van een Trierer
dagblad geschied is. Maar toch, al zou hij
zijn woning moeten verlaten, al zou liet
bestaan van zijn vrouw en kinderen er door
in gevaar komen, volhouden zou hij, tol op
het laatste oogenblik toe. Zoo zijn er hier
niet enkelen maar reeds honderden men
schen, dio alles in den steek hebben moeten
laten, omdat ze zich voor de Fransche over
macht niet hebben willen buigen.
Hoe staan de Engelschen, niet alleen in
Keulen, maar ook zij die in Koblenz aan de
Rijnland-Gommissie verbonden zijn, tegen
over den Franschen inval en wat zullen ze
doen als het werkelijk céns lol een botsing
in hel groot kwam tusschen het Fransche
oorlogsleder en de Duitselie bevolking? Dat
is een vraag die zoowel in Londen als aan
den Rijn de Britsche gemoederen bezig
houdt.
Een Engelschman van dc Rijulandcom-
missie verklaarde me, dal voor hen den toe
stand zeer onaangenaam was geworden; de
Engelschen waren niet van meening dat
Duitschland zijn sehulden niet beter had
kunnen betalen, maar dit rechtvaardigde
allerminst een dergelijk optreden der Fran
schen waarmee zij in gec-nendecle konden
instemmen, nog daargelaten de vraag of het
Frankrijk gelukken zou op deze wijze iels le
bereiken. Met de Duitselie overheid en ook
met de bevolking was nooit cenige moeilijk
heid geweest, steeds een goede verhouding,
zelfs was, vooral in hel begin van dc be
zettingsjaren, door de Engelschen veel ge
daan om de uitgehongerde mensehen te hel
pen, zoodat van vijandschap geen sprake
zijn kon. Nu door het optreden van dc Fran
schen komen de Engelschen zoolang zij de
onzijdigheid willen bewaren in een scliecve
verhouding, die zal blijven beslaan zoolang
als Londen nog geen andere beslissingen
zal hebben genomen. Mijn zogsman waagde
het niet eenige uitspraak tc geven over den
stand van zaken, of om een mógelijke gun
stige afloop voor een Van beide partijen le
voorspollen.
Dc Fvanschman, die me le woord stond
daarentegen, had over den toestand wel oen
besliste mcening. Volgens hem ging het den
Fransclien goed en zouden zij hereiken wal
zij wilden.- ITet Duitsche verzet zou vooral
in het Rijnland, dal grootendeels oen land-
bojuw-landstreek is, het eerst gebroken wor
den. Van de Duitsche .tolbeambten, die allen
ontslagen waren, hadden velen zich ook
weer bij de Fransche overheid aangemeld,
ook andere Duitschers boden roods hun
diensten aan.
Ol dit waar is weel ik niet, van Duitsche
zijde wordt het volkomen tegengesproken. 1
In do wouden in het Rijnland is de Fran
sche overheid met boulveilingen begonnen
en hoeft dc eerste houlverkoopen voorge
nomen. Fransche en Belgische houthande
laren zouden reeds aankoopen gedaan licbi
ben, misschien kwamen er ook nog Italia-»
nen om houlinkoopen te doen.
Of dit laatste juist is, betwijfel ik, na heU
geen ik van Duitsche zijde vernam, zeer.
Zonder behoorlijke spoorwegverbinding is
het onmogelijk het hout uit de bosschen
naar andere plaatsen le vervoerenSpoor
wegverbindingen beslaan er in het Rijnland
zoo goed als niet ,er rijdt zoo nu en dan een
trein op oen enkel baanvak, van een be
hoorlijk verkeer is geen sprake. Bovendien
missen de Franschen geschoolde werk
krachten om liet hout le hakken en naar de
spoorwegen le vervoeren. Een Duilsch blad
meldde onlangs dat in een 'van de bossclien
van het Rijnland door de Fransclien drie
honderd partijen hout ten verkoop waren
geboden, koopers waren er echter niet ge
weest, omdat het hout niet weggevoerd kon
worden, zoodat het er nu nog ligt.
Hoe het echter ook do Fransclien ga, of
ze de Duitsche bevolking aan zich kunnen
onderwerpen en Duitschland lot grootere
betalingen kunnen dwingen of niet, het
Fransche volk zal zich niet deze daad, die
tegen alle beschaving indruisclit slechts
meer kunnen schaden dan nullen, of het
zou de eerste keer moeten zijn, dat geweld
en onrecht iels goeds voortbrachten.
Een land waar een cultuur hecrschl Iieeft
meer le vertellen in dc wereld dan een land
dal boven zijn buurstaten tracht uit le blin
ken in hel bezit van soldaten en kanonnen.
Duilscjiland heeft dat ondervonden. Het is
immer zoo geweest en zal immer zoo blii->
ven ook. B.
ALKEMADE. Dezer dagen luid te Roe
lof ar ends veen in het café van ibn lieer Van
der Geest een,vergadering plaats van de
commissie tot stichting van een fonds voor
i mindefvermogende tuberculoselijders. Dé
voorzitter opende d? vergadering met een
woord van welkom tot d)e aanwezigen en
hoopte dat de besprekingen vruchtdragend
zouden riogen zijn.
Hierna wercLn de notulen, na doo. deif
secretaris te zijn gelezen vastgesteld.
Na uitvoerige besprekingen werd tlianS
besloten om, teneinde te komen lot boveai-*
vernield fonds, een tentoonstelling te hou
den. Er zullen dan behoudens Koninklijke
goedkeuring tevens 6ÖOO loten tegen f0.50
per lot worden uitgegeven. Later zal nog
over do prijzen wórden beraadslaagd.
Hierna werd overgegaan tot het samen*
sullen der sub-commissies voor tentoon-»
stelling en verloting.
Op voorstel van den heer De Ren wer»
den de vólgende commissies samengesteld:
1. Commissie. voor tuinbouwproducten?
deliceren N. v. d. Heer Gzn., J. v. d.
Heer CznN. Hagenoar cn C. v. Klonk.
2. Commissie voor bloomen en bloembol-*
Ien de hoeren; G, Heemskerk, J. v. cl.
Zwel, J. Rod ©wijk cm J. Verwey.
3. Commissie voor Huisvlijtde heereü
D. Dc-bbc, B. Otto, J. F. de Ren cn 'Rh-*
nessehnan.
ALPHEN. Gistermiddag kwam eert
ro o lor vaar tuig, beladen mot melkbussen,
Juist onder de brrg over don Rija, in aan-»
varing mot e*?n aandbolc. Door den gevoe-»
RECLAME.
Roman van G. HARD WIG.
40)
Het bewijs, dat freule von Helling mij
voor Marie's inzegening overhandigde,
was, zooals ik later vernam, door haar zelf
onleesbaar gemaakt om de afstamming ge
heim tc houdendaartoe had zij do namen
met inkt overgoten Maar de ~ondorteckc-
ning wa-s leesbaar. Ik schreef toen aan den
betreffend-en dominee met heb verzoek om
een afschrift van het geboortebewijs. Dit
alles echter zonder gevolg, daar eenige ja
ren geleden een gedeelte dor kerkelijk boe
kon door brand was vernietigd. Zco was
'dius nergens eenige opheldering tc krijgen",
en cr stond mij niets anders te doen, clan
dc acte van belijdenis op grond van dc
voorhanden zijnde geschriften op to .stel- I
feu, waartoe ik wel gerechtigd was. Dit
stuk, Mevrouw de Barones, lag tusschen
mijn verzegelde anibtsgehéimgcscliTif ben
tlaardoor kon mijn zoon het nicb vinden cn
daarom ontving u van hem slechts dc bc-
lijdenii-acte, dio bij het ontbreken van ccn
geboortebewijs voor het volstrekken van
°er huwelijk wel voldoende is."
OomLnce Seller haalde zijn portefeuille
x.\. voorschijn, waaruit hij een verzegeld
Akjo nanu
„Ik "heb op verzoek van freule ven Hel-
thngo deze papieren doorgelezen, voordat
heb verzegeld. Hier is het geboorte-
ha^js van Marie, waarop do namen der
ouders door inktvlekken onleesbaar zijn ge
maakt. Dit is de trouwaete van Jozef Frank
cn Marianne von Mersbaoh. En clit is een
geschrift van dc oude freule, waaruit blijkt
hoc do zaken zich hebben toegedragen en
onder welke omstandigheden zij het kind
tot zich nam. Kijkt u ze- maar eens door.
En hiermede heb ik mijn plicht vervuld."
Mevrouw van Mersbaoh hield het pakje
in de hand, zonder door oen beweging haa-r
aandoening tc verraden. Haar vingers wa
ren stijf en koud en zij had er niet de
macht- in om het zegel te verbreken.
O, zij wist immers, dat zij cr niets clan
waarheid, de bitterste waarheid, in zou
lezen
Haar zoon was met zijn eigen nichtje ge
trouwd; met dubbele banden liad het nood
lot hun beiden dus aan de dochter van
Frank verbonen.
En het eenige, wat zij voor haar klein
dochter, die tevens haar schoondochter was
geworden, kon voelen, was de wecsch baar
nooit te hebben gezien, nooit iets van haar
bestaan to hebben geweten. Van den be
ginne af was het meisje haar onsympathiek
geweest en nu begreep zij, dat hiervan de
reden was geweest, dab zij in het gelaat
van het mots j o de trokken \;an dien knap
pen boutvcstersleerling, die het hart van
haar dochter had bekoord, had ontdekt.
Nu het echter eenmaal zoo ver was geko
men, dat een vreemc?o zioh er mee bemoei
de, moest- wel degelijk alles opgehelderd
wórden.
,,ïk zal aan mijn zoon schrijven. Spreek
u met Mia. Ik leg u echter uitdrukkelijk
de verplichting op, haar elke hoop te ont
nomen, dat ons oordeel over haar vader
ooit anders zou kunnen zijn tlau u daar
straks van mij hebt gehoond."
Hoe zij ook poogde vastheid aan haar
stem te geven, toch was cr zulk een diepe
ontroering in merkbaar, clab dominee Sel
ler cr toe .wcril gecUreven haar do baud te
reiken.
„Traoht vrede met u zeil te krijgen, Me
vrouw de Barones, en tracht heb bezit van
Marie te beschouwen als een vergoeding,
die tienvoudig tegen allen toorn en haat
en al uw leed opweegt. Tracht vrede met
uw geweten te krijgjen, dat niet rustig is.
Breid uw armen uit voor Mariannes doch
ter cn wacht daarmee niet, tot het noodlot
dezen, wensch onvervulbaar voor u maakt.
Hij had met heiligen ijver en vuur ge
sproken, als"kon hij in de nog duistere toe
komst zien. Tweemaal strokte hij zijn han
den uit.
„Ik heb nu uw ziclcherdetsohap niet
meer noodig, dat u me eens hebt onthou
den," zei de Barones scherp.
„De redenen, die u daarvoor hebt opge
noemd, erken ik nietze zijn aanmatigend
en zelfzuchtig, zeker geen bewijzen van
trouw en hartelijkheid. Wij hebben elkaar
dus niets meer to zeggen op déze aarde!"
Hij wierp een langen, treurigen blik op
haar bleek gezicht, dat in^dit korte oogen
blik vele ja-ren scheen verouderd, toen
boog hij het hoofd on vertrok.
XV,
Toen dominee Seller de trap naar Ae bo
venverdieping opging, trof hij de kamenier
der jonge barones iu de gang aan.
„«ik zou graag mevrouw cb ritmeester
willen spreken. Wilt u mij bij haar bren
gen V'
Zijn gang werd al sleepen der, hoe weer
hij de deur naderde, die aohter de kame
nier was dichtgevallen. Het vras niet om
hetgeen hij mede te deelen had, ma%r cite
zorg hoe liet zou worden opgenomen, uc
onzekerheid ofjiet hart van het kind de
zelfde geringschatting voor haar afkomst
en ouders zou ondervinden, zooals zij hem
nog in r3e ooren klonk.
Hij kende het menschelijk hart, waarin
zoo gemakkelijk een zaadje van hoogmoed
valt, en dat dan zoo 6nel opschiet. Hij wist
hoe veel eer een hart zich verhard, dan
verloedert. Hij wist hoever ondankbaarheid
cn zelfzucht gaan.
Vóór de kamenier iets kon zeggen snelde
Mia hem tegemoet. „Dat is allerliefst
Zij greep zijn hand en trok'hem mee in
haar kamer.
Zij had zooveel vragen iu haar hoofdje,
dat zij niet dadelijk wist, met welke te be
ginnen.
Zij nam zijn rechterhand tusschen haar
beide handen en drukte ze stevig. „Wat
zal ik wel zeggen, om lic-t-u duidelijk te
maken. Dat zouden woorden toch niet kun
nen uitdruldcen. Het geluk, dat ik tegen
woordig,'ondervind, ió al tc groot, beste
dominéé, doordat ik zooveel van mijn man
houdHaar stem werd steeds zaehtor
en inniger, „doordat ljij mij zoo liefheeft
en altijd heeft gehad
Dominee Seller knikte. Hij dacht aan
zijn zoon, die zioh nog maar niet over heb
verlies van deze jonge vrouw heen kon zet
ten, en in hem kwam een verwijt op tegen
de oude freule, dae besloten had haar aan
zijn voogdijschap to onttrekken en de we
reld in te zenden.
„Ta ec-n van je brieven," zei hij, zonde?
«ich aan den onderzoekenden blik van haar
te onttrekken, „heb je mij een vraag voor
gelegd. waarop ik nog steeds het antwoord
schuldig ben."
„Ta,"- zei ze met opgewonden belang
stelling. „Eerlijk gezegd, had ik er hoele-
maal niet meer aan gedacht l Ik ben nu
immers Mia Mersbaoh. Riohïtrd zegt, dab
ik me niet- om mijn afkomst moet bekom
meren het is hem hetzelfde, als ik maar
zijn Mia ben,'V
Seller streok haar over haar lokken. „Er.
is zoovee], dat wij moenen niet- noodig te
hebben, dat ons wordt opgedrongen. ïk:
hoop. dat jij tot eïegenen behoort, die zioh*
door den ernst van het leven laten leiden,
zonder daardoor aan innerlijke waarde te
verliezen. Dc innerlijke waarde van een
wensch, mijn kind, is de maatstaf, waar
naar hij moet worden gc-iheten, daar zijn
goed geweten het eenige b^zit is, dat hem
niet kan worden ontnomen. Heeft iemand
dus e-en goed geweten en innerlijke waar-
do, die de harde proef van uiterlijke ont
bering zegerijk kan doorstaan, dan heeft
zöo iemand de toostamlen mogen dan
zijn zooals ze- willen aanspraak dboi*'
jou en mij en alle onderen geae^tr^hl'*s",
spillen ook bemind te worden."
Hij had zijn feand laten zakken. De her
innering aan de ongelukkige, wier cbollter
met onschuldige verwachting naar hom op
keek, overweldigde hem.
„Mijn kind, waar een graf is dicht go»
maakt, is een mensehenliart ter ruste go»
gaan. Elke grafheuvel bedekt een ma&sal
leed en lijden. Niet altijd pakt het otls on-,
vorwachts aan wij gaan het dikwijls vrij-»
willig tc gemoct. Maar een mensch kan
niet meer lijdien dan hij schuldig is."
c y ^(Wordt TeirdijXlJ,