De Prins uit iietSproakje No. 19320. LSfSDSCH DAGBLAD, WSensdag 28 Februari. Tweede Blad. Anno 1923, UIT DE RAADZAAL TWEEDE KAMER. - Uit het nieuw bezette land. FEUILLETON 7* Do agenda voor tien raad van M andag 5,1. Yrii'icte met twee groote punten, n.l. bot voorste! tot den Jk>,uw der 162 woning si jöti' het voorstel1 tot verlenging van den ar- beodsduiir van bet gemeente-personeel. Eén voor 's middags, één voor 's avonds. Beide hadden dit gemeen, dat er heel wat over te doen was geweest en daarvan getuigde dan ook de stroom van adressen, aan den Raad gericht. De heer van Stralen deel neg öen poging om opnieuw bet voorstel betref fende den arbeidsduur uitgesteld te krijgen tot een volgende vergadering, om de avond- Sülting te voorkomen, doch toen B. on W. $ch daartegen met kiem verzetten, besloot tie raad 's avonds terug te tomen ter af- tioen-ng van deze aangelegenheid. Misse hi dn biet onverstandig, opdat er eindelijk eens Jeeierhedd kwam. 'tWas niet van een'ge iro nie» gespeend overigens de roede fractie in dezta; meer dan B. en W. oogenschijnlijk tie zuinigheid te zien betrachten. ■Bezien we beide punten in chronologische volgorde. Dus eerst de woningbouw. In prin cipe was blijkbaar piemand daartegen, al- ;öane van eeaig principieel verzet is niet gebleken. Geheel overbodig was daarom, dat ower bet principe1" werd gestemi, zooals de Deer Dubbeldeman wilde, maar waarvan hij tenslotte toch maar afzag. Trouwens, hoofd motief voor den bouw, hoe nuttig en noodig jpip: zich zelf ook, was: werkverschaffing en, dit is gebleken, dan verdwijnt verzet, dat er feitelijk wel is, als sneeuw voor de zon. Maar, af was men het dan iii principe roerend eens over de gewenschtheid van Öen bo.uw, heel iets anders was het- inzake Öe uitvoering van het plan. Overtuigend is gebleken, dat de raad in overgroofce meer- tier b eid van zulke onderha ndsche o)>drach- jbëri als ook 'hier werd voorgesteld, tiivC wil weten. Waarom zij, al weer in alge- 1 ineraen ziu gesproken, gehoon gol'rjk heeft bn vooral', als hot bedragen betreft als hier mee waren gemoeid. 3yj ton is geen klei nigheid. De motie-Sytsma was ér dril pok met vlag en wimpel doorgegaan, als Ide meerderheid niet was teruggedeinsd voor bet gevaar, dat bij uitstel' van bouwen niets jrtou komen. De overwinning van B. én W. ïs daarom allesbehalve fraai te noemen. B. en W. zijn er toch niet in geslaagd te iovfftuigen, dat het niet anders had gekund en had moeten gebeuren, ze'fs al was open bare aanbesteding onmogelijk met het oog t»p den tijd. We zullen nader aangeven, waarom we aldus oordealen, na allereerst even te hebben gewezen op 't feit, dat even min ons geheel duidelijk is geworden, waar- Om de tijd 7.00 neep. als B. en W. heil voorstelden. Mogelijk is dat erg stom, om ,in do terminologie van d:n heer Knuttel te bomen, maar we kunnen het niet heffen. De minister had zich eindelijk bère'd ver- Waard om regeeringssteun te Verleenen na veel pressie, 'tls wel niet veel, |3i)0 voor Jedwe woning, maar enfin, 'twas meege- noiuoDat er spoed moest worden geaetl achter het gereed maken van plannen, is logisch, want heb potje, waaruit de minister Kan putten, is klein en er zjjn meer kapers ('Op de kust, wo kunnen het wethouder Mul- idcr volkomen beamen. Betonbouw, ?.ooais IGon oentewerkeo voorstond waarbij open bare aanbesteding niet noodig was, dat zij even vastgelegd, daar iedere firma oen eigen "systeem heeft werd door de commissie van fabricage afgewimpeld, gezien de er- cvaringen elders, die goed waren bestudeerd. Er was nog een apart bezoek voor aan den Bosch gebracht. Als niet deskundige wijlen we f]ns geheel daarbij aansluiten. Maar waarom moest toen opeens in één week alles voor elkaar worden gebracht? Gaf de minister niet langer tjj!d? 'Had no> niot een veertien dagen kunnen worden ge- rekt? In drie weken trjds was aanbesteding toch wel mogelijk geweest, zoo jnen met man on maent ernstig daarnaar had - 'ge streefd, ook al' willen we het maken .van edn bestek niet onderschatten. Mot dom heer San de Lauge durven we Gemeentewerken niot de smet aanwrijven, dat niet gereed! te kunnen krijgen. Op de voordcelen van rca openbare aanbesteding zullen wo niet nader wijzen, die z'rjn overbekend. Cïezwe- ge nog van de billijkheid. En vooral in dit geval, waar het toch ging om do Leid- scho arbeiders, had men pok wel mogen denken aan de Leidsche aannemers. Maar laten we aannemen, dit er inder daad nog maar één week tijd was. Beton bouw wilde men inlet, good. In tu'd-nood werd den beer Splinter, deskundige zonden twijfel, gevraagd: kunt u ons een plan in dien tijd bezorgen. Daarmee gaven B. en i\V. het heft uit handen, maar dat oordeeien we niet te zwaar in zoo'n gevat. De heer Splinter "die gerst ook voor aanbesteden nog ijverde! vroeg de lirma Ruiger.-' en de zaak was voor elkaar. Verkregen werd ec-n plan, dat zelfs bleef beneden den prijs van bcton-bouw en gretig hapten B. en iW. niet de commissie van fabricage fucVais toe. Edoch, nu vragen wij ons at, had 09 heer Splinter behalve de firma Rutgers ook niet eeciga Leidsche aannemers, dia in oy-ja- luorking konden lcomen, kuninen polsen en om een plan vragen? 'tWas wel geen aan- l'beeUxlmg geworden, "doch de Leidsche aan nemers hadden dan toch een kans geliad zonder tijdverlies of wat ook. Wij betreuren, dat dit niet is geschied. Maar gedane zaken nen.ei geen keer. In de omstandigheden, waarin do raad verkeerde en gelet op hoi gevaar van tijd verlies nu de zaak al zoover was, bleef weinig anders over dan te accepteeren, zooals dan ook geschiedde. Te betreuren viel ia hooge mate, dat de debatten een minder aangename richting namen en dat wantrouwen keer op keer om den hoek kwam kijken, waarvoor toch geen enkele grondige reden aanwezig was. Men kan het niet heelemaal eens zijn met de gevolgde tactiek, doch dat behoeft nog niet te leiden tot zoo duideljjk uitgesproken wantrouwen. Zeer spijtig was wel, dit de heer Sijtsma het woord konkelen 7,!ch liet ontvallen. Misschien onder den invloed van het omvallen der meerderheid voor zijn mo tie, die hjj nu verstaudiglrjk introk, doch dan had hij later dit woord ruiteïlgk moe ten terugnemen. B. en "W. zjjn in ieder gevat in 'dezen diligent geweest en verdienen daarvoor hulde. Zooats niet anders kan in zulke ge vallen als deze werd de firma Rutgers be schuldigd van allerlei. We willen daarop niet ingaan, nu wethouder Mulder zoo on omwonden heeft uitgesproken, dat de Leid sche arbeiders zullen worden geholpen, een verklaring, die allen tevreden stelde. Leiden zal nu in zijn woningtekort weer een stap gebaat worden en 162 woningen rijker worden van een type, dat de woning- bouwvereenigingen niet willen, wat op zich zelf-begrijpelijk is, maar d it er toch anoet zijn, terwijl tevens de werkloosheid er ferm door wordt bestreden. En wie weet, wat er nog volgt De heer Knuttel hield uog vast aan zijn voorstel 'tot het bouwen van reserve-won'.n- gen, waarin hij zulk een onverwachten steun had gekregen van iio .Gezondheids commissie, doch zijn voorstel viel nu, ge lijk niet anders te verwachten was. ^t Was misschien principieel, doch in ieder geval niet practisch, dit handhaven. Kwam de politiek in ieder geval slechts zeer sporadisch even boven bjj de woning- bouw-alfaire, in veel grootere mate was dit het geval b(j het voorstel van f>. en W. om den arbeidstijd van het gemeente- personeel te verlengen on feitelijk goed beschouwd, is dit punt geheel speelbal der politiek geworden. Is ten slotte niet do beslissing overgelaten aan den nieuwen raad, die in September bijeenkomt en komt dus als belangrijke strijdvraag bij de naderende verkiezingen 'deze kwestie niet als vanzelf naar voreu? 't Lijks ons wel de minst geschikte wijze van beslissiugen nemen voor een gemeenteraad, maar in politieis schijnt het wel de juiste weg te zijn. Hoe vreemd door de partijen heen de scheidingslijn loopt, bleek overtuigend bij de stemming on ten overvloede accentueerde wethouder Pera het nog, door eenvoudig de heeren Heemskerk, Bisschop, Jan de Lange en Schoneveld in te deelen bij de socialisten, waartegen de heer Wilmer direct, wind uit de zeilen van het roods schip willende nemen, in verzet kwam. Over de kwestie zelf hebben wij na deze beslissing weinig meer te zeggen. Over aan de politiek en dus aan klasse-belangen, stembusvangst, enz., enz. overgeleverde allaires is moeilijk zakelijk en niet daa 2akelijk te redeneeren. Tot slot deed de heer Knuttel uog een poging om het Leidsche Gemeentebestuur te spannen voor de kwestie der sluiting der Noordwgksche duinen voor het publiek, maar de raad wilde niet daaraan, 't Is zeker waar, dat iedere gemeente baas bljjft in eigen huis, maar waar er bij deze kwestie toch wel degelijk een Leidsche belang is verbonden, kon ook o. i. een duit in 't zakje geen kwaad. Heel wat Leidsche dagjes- menschen zullen door deze afsluiting wor den gedupeerd eu is God's vrije natuur ook niet voor beu? Men kan wel zeggen: 't is heel gemakkelijk een pormissie-kaart te krijgen, maar voor velen juist van genoem de categorie-wordt dit foeh een ernstig be zwaar. Afgezien van de .vraag, wat de af sluiting practisch dfen anders wordt als een soort mooi gebaar: in zekere richting totaal overbodig Imvendieu volgens gepu bliceerde cijfers! wanueer het kaart systeem een soort wassen neus wordt. (Zitting van gisteren),. De-Huurwetten. De lieer DUYS (S.-DJ herinnert er aan, cïat de Minister een verlenging van cle web op woonwagens en woonschepen heeft in gediend met het oog op .den nog altijd hcerschenden woningnood. De Minister er kent dus dat die nood nog bestaat. Bij dit ontwerp neemt de Minister den schijn aan alsof het met dien nood op een eind loopt. Spr, brengt inmiddels hulde voor dit ont werp. (Gelach). Volgens R.-K. arbeiders zal dit ontwerp bijdragen tob handhaving van de algemeen© ruet. (Gelach). Spr. be grijpt dit verband niet cn z>ou gaarne ia het belang van land en vaderland, vorst en volk weten wat dit beduidt. Wel lijkt het besef bij dc Christelijke arbeiders zoek, dat wij nog altijd een Christelijke regee ring hebben. Dié bedroeft spr, zeer. (Ge lach). Spr. acht het gelukkig, dat de bioscoop zedelijk is gemaakt cn het geestelijke dus vóór-op ïs gesteld, zoodat zij die hun hui zen uitloop en, daar geestelijk en zedelijk goedgekeurd voedsel vinden. Mej. CATS (C.-ïï.) zegt twee bezwaren tegen dit ontwei*? te hebben. Zij vreest, dat alle huren onmiddellijk tot 50 pCt. zullen worden opgevoerd als dit ontwerp daartoe de vrijheid geeft. In Amsterdam komen 35.000 woningen niot boven 32 pCfc. van dc huren van 1916 uit. Deze zullen alle tot 50 pCt. stijgen. De Huurcommia- sics hebben onderzocht of er reden was reeds tot 50 pCt. te gaan, voor zoover zij die 50 pCt. niet toestaan, doet nu dit ont werp het. Deze wetten zijn voor de econo misch zwakken en spr. acht het niet den tijd om doze thans te treffen door dezo hum-Verhoog* ng. Ook vreest spr., dat als gevolg van deze wet vele huurcommissies .voorbarig zullen "worden opgeheven. Velo woningen worden slecht onderhouden en het toezicht dier oommissios zal dan weg zijn. Spr wil een middenweg zoeken, om uit de moeilijkheden te geraken, en sluit zich daarom aan bij hetgeen de heer Smeenk in eerste instantie heeft gezegd. De heer KRIJER (C.-H.) wensolit tot snelle opheffing der Huurweten te komen, omdat zij de bouwnijverheid tegenwerken. Thans leven "duizenden huurders niet op kosten van de gemeenschap wat hun hu ren betreft maar van de liuizenverhuur- diörs. De MINISTER zegt, dat de,ze wet niet is beatemd tot bescherming van econo misch zwakkeren, maar wel om woeker togen te houden en dc vraag is alleen wat billijk is te achten. Art. 1 en 7b komen in bcliandelning. Dc heer OUD (V.-D.) verdedigt zijn airicte dement, om de huurverhooging meer ge leidelijk te doen plaats bobben en als vrij maximum voorloopig te stellen 35 pCt. (subs. 25 pCt. voor duurdere woningen). De beer VAN GIJN (V.-B.), voorsteller van een amendement, om het voorgestelde percentage van 50 pCt. to brengen op 60 pCt., ingaande 1 Januari 1924, en op 70 pCt. op 1 Juli 192-1, bestrijdt daarbij het amendement-Oud. De heer HERMANS (R.-K.) acht het amendement-Oud niet geschikt, om te ge raken tot geleidelijke afschaffing der Huur wetten. In verscheiden gemeenten zijn reeds do percentages van 35 pCt. en 25 pCt. bereikt. Spr. heeft een amendement voorgesteld, om daaraan tegemoet te ko men. al, doordat dc Minister de bevoegd heid krijgt verschil te maken in gemeen- ten-indeeling. De Minister van Justitie, do heer HEEMSKERK, betoogt, dat de rem krach tens deze wetten niet slechter moet wer ken dan noodig is. Op zeer verschillende plaatsen is het reeds boven 30 pCt. cn als men dus het amendement-Oud aanneemt, is spoedig weer een wijziging noodig. Waar 50 pCt. te hoog zou zijn, zou heb amendement-Hermans kunnen helpen. Het amendemont-Oud wordt verworpen met 41 tegen 26 stemmen. Van rechtsvoor Van Sohaik, Smeenk, Heukels en G'atz. Van links togen Do Boer, Van Gijn, Van Dorp. Voorts links tegen rechts. De heer VAN GIJN (V.-B.) verdedigt een amendement, om aan artikel 1 een nieuwe afdeeling II toe te voegen. Aan artikel 1 wordt een nieuw lid toe gevoegd' luidende: Het is verboden voor het gebruik van een krachtens de Woningwet onbewoonbaar verklaarde woning, tegen welker onbe- woonbaarverklaring geen beroep meer openstaat, als verhuurder een hoogere ver gooding onder welken naam ook te bodin gen of aan te nemen, dan de huurprijs voor die woning geldende op 1 Jan. 1923. De Minister van Justitie, dc heer HEEMSKERK, heeft geen bezwaar tegen dit amendement als het iets woreft aange vuld on redactioneel verbeterd. De heer VAN GIJN (V.-B.) wijzigt zijn amendement in den aangegeven geest. De MINISTER neemt het over. De heer OUD (V.-D.) verdedigt een amendement, dat mogelijk maakt tot be neden do 50 pCt. te blijven, indien dl? ver huurder zijn woning niet goed onderhoudt. Do Huurcommissie moet do bevoegdheid behouden om een logeren prijs te bepalen. Do MINISTER zegt, dat dit amendement veel te veel werk aan de Huurcommissie zou bezorgen en uit die® hoofde is heb niet te aanvaarden. Hij geeft in overwe ging een andere regeling te treffen, nl. wanneer de huur zou worden opgezegd omdat de huurder cl3 huur niet wil beta len, clan zou do Huurcommissie dc zaak tor hand kunnen nomen. De vergadering wordt verdaagd tob Woensdag één uur. Een onderhoud met den Amerikaanscheu generaal Allen. (Van onzen eigen correspondent.)' XXVII. i: Koblena, 21 Februari. [Voor eenige (lagen ben ik in Koblenz aangekomen, per spoor tot Ehrenbreitstein aan den overkant van den Rijn gelegen en dan da schipbrug over om hier de scad te bereiken. Koblenz is or het oogenblik geen slad waar men voor zijn pleizier is, even min als het geheele bezette en nieuw be zette gebied een land is, waar men j;raag langer vertoeft dan noodig is. Overal is het vol soldaten, bet lijkt hier meer op een groote Fransche garnizoensplaats dan op de eens bloeiende hoofdstad van het Rijn land. Alles is hier militair en zoo onaange naam als al dat soldatengedoo is, zoo wei nig aantrekkelijk is ook het verbljjf bier. Franschen ziet men in de eerste plaats, geen straat, geen tram, geen hotel of er ver- toor.en zich enkele horizon-blauwe unifor men. Verder loopen hier ook nog wat Bel gen rond, en als overblijfsel van de Ame- rikaansche bezetting nog een enkele Ame rikaansche soldaat. Naar het uiterlijk van de sial Koblenz te oordoelen, zou men nog denken volkomen onder Amerikaansche bezetting te z'jn, aan verschillende hotels hangen nog borden met opschriften, die aantoonen, dat er een Amerikaansche otfieiers-club, e;n solda- ten-cantine, een leeszaal of iets dergelijks gevestigd was, verder vele borden langs da weger, en straten met aanduidingen és wogwijzigingeu. Ook is bet aantal automo- bieden, dat door de straten rent voor het overgroote deel van het Amerikaanscha leger; maar dit alles nog maar voor een korter, tijd van de overgebleven Amerika nen is eergisteren het grootste gedeelta vertrokken, nog enkelen zijn hier gebleven om voor 'den verkoop van ieges-zaken en voorraden te zorgen. Einde Maart zal dat afgeloopen zijn, dan zullen dus ook dezen van hier vertrekken. Den inwoners van Koblenz is do beëin diging van de Amerikaansche bezetting en Let vertrek van de troepen ongeveer een maand geleden, evenals eergisteren, het af reizen van uog een tachtig man, hoofdzake lijk officieren,'maar halt welkom geweest. Niet dat ze zoo graag onder een militairs bezetting leven, maar omdat het vertrek ken van de Amerikanen het komen van da Franschen en Belgen beduidt, en naar het Fransche bewind is men allerminst verlan gend. Er was vriendschap met dc Ameri kaansche soldaten, voor de Franschen ea Belgen bestaat niet de minste symprtéie. Ik zag eergisteravond de uittocht van dia laatste Amerikaansche officieren en solda ten; per auto kwamen allen van Koblenz uit naar Ehrenbreitstein, om vandaar pee extra-trein te vertrekken. Het was een ge weldige drukte, vele Duitscho vrienden en vriendinnen waren aanwezig, het was een afscheid nemen, dat allerminst leek op dat van overwounenen en overwinnaars, maac meer op dat van vrienden. Er is in de laatste jaren aan den Rijn meer een Duitsch-Amerikaansehe dan Fransch-Amerikaansche vriendschapshand gegroeid. Van verschillende zijden hoorde ik b.v. hoe bi) geschillen of opstootjes tusscheil Franschen en Duitschers steeds de Ameri kanen de Duitschers beschermd hadden; zoodat ze eigenlijk meer tegenover dan naast de Franschen kwamen te staan. Dat da vriendschap tusschen beide geallieer den ook niet zoo heel groot ia geweest, be wijst dan ook wel het feit, "dat de "Ameri kanen bij hun vertrek de boeken en papie ren, (lie noodig waren voor hat voeren van het bewind in hun gebied, in de kachel hebben gedouwd en niet aan de Frahschea overgedragen, zoodat deze nu alle regee- ringshureau's af moeten loopen om op nieuw lijsten van beambten enz. te ver krijgen. j Den dag, dat ik in Koblenz aankwam) heb ik getracht bij generaal Allen, den nog aanwezigen opperbevelhebber van 't. Ameri- l'aansche leger, door te dringen. Ik wisti vooruit, dat ik niets bijzonders zou liooren, zonals men nergens iets bijzonders vertelt?, maar heb toch esn poging gewaagd, dia Da eenige mozite in een halven <lag voor niets dan hier, dan daar wachtea, getukt is. ïïeü eaiige, waar de Amerikaansche bevelheb ber sterk den nadruk op logde, was de goeda verstandhouding tusschen do Fransche en! Amerikaansche officieren en beider regea- ringen; wel waren er soms mecningsver- schillen geweest, dat gaf hg toe, maar tot een breuk hadden deze hooit geleid, mes» scheidde van hen in vollen vreic. Over het geen de Franschen nu onderinamen Sprak: generaal Allen zijn meening luiet uit. .Wat nog enkele Amerikanen yprteldeh oi niet vertelden, maakte oyer het a'gemeeni wo".1 den indruk, dat ze yan de geheele ge schiedenis hier meer dan genoog hebben; ruim vier jaren lang hebben ze hier _esa stuk van hot Rijnland bezet en verlangen! nu naar niets meer dun pm do zaak te be ëindigen; bun belang bij hetgeen hier ge beurt is toch maar gering, ze wonen o»jgs- veer aan de andere zijde ynn den aardbal en kunnen vandaar uit, inlien lr.t aoodig] is, even good, zonder bezettingsleger aaa den Rijn, druk op Europa uitoefenen. ,Wat zal de toekomst worden, nu de fran schen de bezetting hebben overgenomen?, Over het a'gemeon is men 'hier daarovei? zeer donker gestemd en verwacht niet voet goeds. Al hadden de Amerikanen nie'.s moer te ztggc-n, al waren zo officieel vertrokken, er waren toch nog hooi wat officieren aan- Roman van G. HARDWIG. 36) Zij had de mooie logeerkamer op dj bo- jvenste verdieping in gebruik; over de in- rioliting waarvan haar kamenier haar hoog ste verwondering uitsprak. MLa clacHt echter alleen maar aan het verborgen portret in xD kamer van juffrouw Lüdcrs cn een innige begeerte kwam in Iiaar op, clezc fotografie in haar bezit tc hebben. Geheel van deze gedachte vervuld,sliep zij in. En weer droomde zij, dat hef gostorvcn mooie meisje over haar drempel trad: Blijven mag ik niet en scheiden kan Ik nog minder..." Toen zij wakker was geworden, vielen "dc zonnestralen door dc kanten en de rood zijden gordijnen tot midden in de kamer. Op een middag van de volgende week >e©d een huurrijtuig iu vliegenden draf de ehaussee langs en hield stil voor den in ging van het kasteel in Elbental. Op de .vraag van den bediende, wien liij kon aan dienen, overhandigde degene, die in het .voertuig zat, .zijn naamkaartje. ,,Zcg de Barones, dat ik haar vcor Iets dringends wensch te spreken, cn verzoek haar mij te willen "ontvangen." In de tuinkamer, waarvan de vensters svijd waren geopend, zat mevrouw vpn Horsbacli cn naaide linnengoed voor het onder protectoraat dei- Hertogin staande weeshuiseen bezigheid, waarop Mia zich ook met ijver toelegde. „Wat is er?'t vroeg zij den binnentrc- denden bediende, nam de kaart van hem aan cn wierp er een blik op. „Seller? Dien kan ik niet ontvangen!" Als geëlcctriseerd sprong Mia op, zoo dat aohaar en garen op den gcond vlogen. „Toch niet de dominee zelf?" „Ja, natuurlijk," zei dc Barortee koel. En zich tot den bediend© wendende: „Je weet, wat je moet zeggen!" „En zou ik hem din niet spreken?" riep Mia terwijl zij den bediende bij den arm vasthield. „De besle vriend van mijn tante, mijn voogd en weldoener? Zog maar aan den dominee, dat niet Mevrouw de Barones, maar ik hem. Of neen, wacht cons! Ik kan hem dat ook wel zelf zoggenNeem me niet kwalijk, lieve moeder Zij rende in allerijl do trap af en de vestibulo in, waar dominee Seller stond to wachten. „Goeden dag, goeden dag!" riep zij reeds van verre en haar oog en! straalden van.vreugde, toen zij zijn hand nam on die innig aan haar lippen drukte. „Goddank, dat ik u weerzie, goede, lieve mijnheer Seller! Hoe gaat het met u? Laat ik eens zien. Heel goed, heel bost. Nog een beetje grijzer geworden, maar anders Ocli, wat vind ik heb toch heerlijk, u te zien!" Hij hield zijn blik langen tijd op haar ge vestigd. „Mag ik nog Mieze zeggen?" „Natuurlijk! Wat doet me dat weer heer lijk aan thuis denken! Ja-, u moet „Mieze" blijven zeggen, Mia zou heelemaal niet voor u klinken, mijn beste mijnheer Sel ler."- Zij had hem in don arm genomen en leidde hem de trap op. „Zoo'n zware ziek te! En dat juist op mijn trouwfeest „Ik mag wel dankbaar zijn, dat ik nog behouden bleef. Ik was gereed om te .ster ven. Maar zoo lang men nog nuttig kan zijn op aarde „Neen, neen, wij kunnen u nog lang niet missen," riep Mia hartelijk. „Mijn arme tante kon wel is waar ook nog niet gemist worden en moest toch ook sterven. Ik heb mij al zoo dikwijls afgevraagd, waarom?" „Beste kind," zei Seller ernstig, „wij kennen slechts het w^efklosje, dat mot 0113 vlug heen en weer springt, maar den in slag, dien zien wij nietdat is de Godde lijke orde, die der. draad vast gespannen houdt." Zij knikte levendig. „Zeker, zoo zal het zijn Nu zij hem in het volle lidht zag, be merkte zij dat do sporen van het lijden op zijn gezioht en in zijn gebogen gestalte nog duidelijker zichtbaar waren. Maar één trek ontdekte zij in zijn gelaat, welken zij niet kon verklaren. „Hebt u zorg gehad?" vroeg zij zacht en streelde zijn hand. „Je hebt een scherpen blik, kind. Ik zou je man graag kobben weergezien." „Weergezien?" vroeg Mia verbaasd. „Hebt u hem dan wel eens gezien? Och ja, ik weet het al, toen op de heide, toen hij mij naar don weg vroeg, ging hij naar u. Wat wilde hij toen bij u, mijnheer Seller „Dat zul je hoor en." Hij streek zich over zijn grijs haar. „Is de barones lliuis?" Ja, maar zij wildo u niet ontvangen. ,5Weet jo de reden niet?" „Hoe zou ik? Ik sprong natuurlijk dade lijk op cn liep weg. Dominee Seller keek peinzend voor zich uit. Toen zei hij kortaf eu beslist: „Breng mo naar haar kamer; ik moet haar in elk geval spreken." Teren Mia dralend en verlegen bleef staan herhaalde hij nog eens nadrukkelijk zijn verzook. Toen ging zij hem langzaam vóór naar den tuinkamer, opende de deur cn liet hem binnentreden. Daarop ging zij zelf naar bo ven naar haar kamer. De Barones liet haar werk van veront waardiging vallen. „Tegen mijn wensch!" zei ze bitter, zonder van haar plaats op te staan. „U kunt tooh onmogelijk verwach ten, dat ik den. man, dien mijn stervende echtgenoot tevergeefs heeft laten roepen, bij mij wensch te zien." Dominee Seller boog zwijgend zijn hoofd. De Barones hief het hare trotsoh op. „Mijn zoon heeft mij een reden opgegeven, dio te romantisch klinkt, om waar te kun nen zijn. Het schijnt, dat in dien tijd al Ie hoofden op hol waren „En alle harten versteend!" zei Seller strak. „Wanneer uw zoon slechts van mijn liefde voor uw dochter sprak, vergat hij den dieperen grond voor mijn scheiden uit een huis en een ambt, waaraan ik mij eens zoo gehecht, had." Hij was naar de tafel geloop en en schoof met eon gebaar, waaruit duidelijk de be doeling sprak, het linnengoed op zij. „Mevrouw do Barones, ik ben wegge gaan, omdat ik niets meer wilde te maken hebben met ouders, die huu kind, hun on ervaren kind, in nacht en storm hebben weggejaagd, zoodat het in eliejide moest ondergaan en atcrvottl'* „Mijnheer Seller," ik verbied u dit voor-» val weer op te lialen," riep de Barones ondanks haarzelf geheel ontsteld uit. ,,\T. staat in mijn huisniet zooals mijn zoon toentertijd in het uwe." „Dat ik hior tegen uw wil sta," zeiSel* Ier, zonder dc minste gekrenktheid te ver raden, „zou u een bewijs moeten zijn, uafc ik in staat ben om den sluier, waaronder die bewuste gebeurtenis verborgen ligt, op t-? lichten. Er zijn dingen, Mevrouw de Ba rones, die niet sterven kunnen, omdat zij nog goed te maken zijn dingen, die niet. wij uitwififloheo, maar dc Voorzienigheid; dingen, die als het begraven zaadkorreltje zich naar het licht opheffenzóó is het met de onmoederlijke en onchristelijkr daad aan uw hulplooze dochter begaan." „Ik heb niet geweten," zei mevrouw von Mersbach met een van toorn en aandoe ning bevende stem, „dat een dwaze ijver als de uwe iemand zóó meeslepen kon." Dominee Sellers gebogen gestalte jichtté zich hooger op. Zijn donker oog hield den boo zen blik der barones onweerstaanbaar op zich gevestigd „Nu spreek ik in naam van een gestorvene, woei laatste wensch ik als oen bicolit heb aangehoord, en wie-ik heb beloofd cr naar tc zulten handelen. Eu dib is de reden, dat ik hier voor u sta. Me vrouw de Barones, uw dochter is dood!'- Alle kleur week uit haar wangen. „Ja, doodin de grootste ellende en kommer gestorven. Haar man, Joscf Er ank stierf nog vóór haar in het bewustzijn haart) zijn liefde te hebben gegeven als een goed man." J>( (WuriU jervokdJ*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5