fis Prins uit hetSprsokje GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON o. 19303. LEBDSOM DAGBLAD, Donderdag S Februari. Tweede Biad. Anno 1923. i'« Benoemingen. iïer yoorziening in de vacature in het bestuur der Arbeidsbeurs door het bedan ken van het lid-werknemer den heer H. J, van Kerkhof worden aanbevolen1. B. Hesink, le Binnenvestgracht 9, thans plaatsverv. lid; 2. J. H. Nijhuis, Voorste Zandstraat Ga; en indien de hoer Re sink iwordt benoemd voor plaatsvèrv. lid werk nemer 1. J. H. XyhuisJ. M. J. Kliek, iAnna*Paulownastraat 26. Overplaatsing van onderwijzers. Op 16 Maart a.s. zal, ten gevolge yan bet aan de heoren L. Koggeveen, I, ten Brink en A. L. Eekhof ais onderwijzer fyerleend eervol ontslag een vacature ont staan aan elk der o. 1. schok 'aan de Mare A, de Medustastraat B en de Yiou- yenkerksteeg A. Aar ien het mogelijk is drie parallel klassen op te heffen, ni. een aan de o. J. Echool aan het Plantsoen A, een aan de <o. 1. school aan de Duiyenbodestraat A en een aan de o. 1. schooi aan de Duivenbo- (destraat B, komen drie leerkrachten vrij jen kan dus door overplaatsiug in de bo venbedoelde vacatures worden voorzien. Zoowel de betrokken hoofden van scho len als de betrokken leerkrachten hebben pich met deze overplaatsingen vereenigd. Op grond van het bovenstaande geven 'B. en W. den Raad in overweging om te besluiten, met ingang van 16 Maart a.s 'de volgende leerkrachten over te plaatsen: a. Mej, J. C. Eggink van de o. 1. school aan de Duivenbodestraat A naar de o. 1. pchcol aan de Mare A; b. den heer P. J. yan Leeuwen van de o. T. school aan het Plantsoen A naar de o. 1. school aan de Medusastraat B; c. den heer J H. Th. 'Jacobs van de o. 1. school aan den Zuid- pingel B naar de o. 1. school aan de Vrou- (wenkerksteeg Ad. den heer J. do Geus ,van de o. 1. school aan de Duivenbode straat A naar de o. 1. school aan den Zuid singel B; c. dsn heer F. F. Duïjverman van do o. 1. school aan de Duivenbode straat B naar de o. L school aan de Dui venbodestraat A. Gratificatie wegens bewezen buitenge wone diensten. B. en W. geven den Raad in overweging om te besluiten aan den he§r A. O. G. Thouars, leeraar aan de Gemeentelijke Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeres ?n een gratificatie toe le kennen Van f 570, voor dc waarner ang van liet 'directoraat dier school over het tijdvak Ivan 18 cpt. 1922 tot 31 Januari 1923. Verhuring van grond. In overeenstemming fh:fc het advies van c)e Commissie van Fabricage geven B. en iW. den Raad in overweging liet perceel grond aan den Haarlemmerweg, groot 410 M2., met ingang van 1 Januari 1923 te verhuren aan J. Riethoven, tegen een jaar- lijksohen huurprijs van f0,10 per yierk. M. Vergoeding voor het verleenen van Eerste-hulp. B. en W. leggen den Raad een verorde ning voor, waarin geregeld wordt .de ver goeding versehudigd voor het verleenen yan Eerste-hulp verleend aan door een on geval getroffene, alsmede bij plotselingo ziekteboestanden op den openbaren weg j en in openbare gebouwen. De tarieven zijn: Voor hen, wier inkomen mind, dan f1500 is, nihil, voor hen wier inkomen f 1500 of meer, doch minder dan f2500 bedraagt, nihil tot f 1.50*voor hen wier inkomen f 2500 of meer, doch minder dan f 5000 be draagt f 1.50 tot f5 en voor hen*wier in tomen f 5000 of meer bedraagt f 5 tot f 10 Aanstelling in lossen dienst. De Pensioenwet 1922 stelt als eisch, dat ieder ambtenaar, die aan deze wet aan spraken op pensioen kan ont-leenen, voor zien moet zijn van een aanstelling, uitge reikt door het daartoe bevoegd gezag. In verband met de omstandigheid, dat ook personen in lossen diepst of wier dienstverband een zeer tijdelijk karakter draagt als ambtenaar in den zin dier wet kunnen worden aangemerkt, is het ge- wcnscht aorg to dragen, dat hun een for- meele aanstelling, overeenkomstig artikel 3 dier wet, kan worden uitgereikt. Op giond van een en ander goven B. en W. den Raad in overweging hun College te machtigen tot het aanstellen van amb tenaren en werklieden in lossen dienst of wier dienstverband een zeer tijdelijk ka rakter draagt, een en ander voor zoover do benoemingsbevoegdiheid al niet reeds bij de wet of bij een verordening aan dit College, een raadscommissie of een hoofd yan een diensttak is opgedrage®. Verder geven B. en W. in overweging hen te machtigen tot het treffen van een regeling, op grond waarvan met personen, die niet in tijdclqken of vasten dienst zijn, en die werkzaam zijn, hetzij op proef, het zij voor werkzaamheden van beperkten duur als anderszins, in liet algemeen dus personen, die niet als ambtenaar in den zin van artikel 3 der Pensioenwet 1922 beliooren te worden aangemerkt, eea over eenkomst wordt aangegaan als bedoeld in den zevenden titel A. van het 3de boek van het Burgerlijk Wetboek. Eindelijk geven zjj in overweging te be sluiten, dat het volgens de verordening van den 20sten Maart 1902, regeleude het ver leenen van pensioen en wachtgeld aam ge-, meente-ambtcnareu en van de Verordening van den 3den September 1907, regelende bet verleenen van pensioen aan we du web en kinderen van gemeente-ambtenaren, met de in die verordeningen aangebrachte wij zigingen, bepaalde pensioen ook wordt toe gekend, indien er voor zoover het hooger is 'San dat, hetwelk krachtens de Pensioen wet 1922 is verleend, onder bepaling dat dit besluit geacht wordt op 1 Juli 1922 in werking te zijn getreden. Een nieuwe Zweminrichting. Het is bekend, dat de zwemplaats aan de O.-Heerengr. reeds geruimen tijd geleden buiten gebruik gesteld is moeten worden wegens den minder goeden toestand van het water van den Heerensingel. Onmid dellijk na de sluiting van deze inrichting hebben B. en W. toen een onderzoek in gesteld naar de mogelijkheid van stich ting van eeu nieuwe zwemplaats, in af wachting van den uitslag waarvan de Raad besloot lot tijdelijke in-gebruik-neming van de militaire zweminrichting in het Poelmeer. Thans zijn de plannen voor liet maken eener nieuwe zweminrichting, waarop ook het ingediende voorstel van den lieer Pie- kaar betrekking heeft, zoover gevorderd, dat zy. een punt van bespreking in den Raad kunnen uitmaken. Alvorens een project der nieuw te bou wen zweminrichting te kunnen ontwerpen, moest worden uitgemaakt, of de bassins hetzij met buitenwater, hetzij met polder- water, dan wel met grondwater voorzien zouden worden. Aangezien nu gelijk ook .herhaalde onderzoekingen, o.a. door den Directeur-Scheikundige van den Keurings dienst van Waren ingesteld, overtuigend hadden doen zien in den naast eh omtrek van deze gemeente geen geschikt water voor een zweminrichting aanwezig was, dat voor dit doel tor beschikking stond, waren B. "en ffl. bij de plannen op voeding der bassins door middel van grondwater aange wezen. Als plaats voor de nieuwe zweminrichtïug is gekozen een aan de gemeente toebe- hoorend terrein bewesten de Zijl en bezui den de uitmonding der ringsïoofc van den Grooten en Kleinen Stadspolder. Het komt B. en W. voor, dat een betere ligging moei lijk kan worden gevonden; de plaats is bereikbaar uitsluitend over gemeentelijk terrein, slechts ongeveer 309 Meter ver wijderd van de naaste bebouwing en ge legen in de nabijheid van dicht bebouwde buurten der gemeente. Ook de ligging di rect aan de Zijl brengt haar voordeelen mede. De inrichting zal twee bassins bevat ten, waarvan óén voor de mannelijke, het andere voor gebruik door de vrouwelijke bezoekers zal dienen. Het ontworpen man- nenbassin is groot 70 x 18 1260 M2., het vrouwenbassin 30 x 18 540 M2., dus samen 1800 M2., welke oppervlakte zeker niet te groot is. Het bassin van de zwemplaats aan de Oude Heerengracht besloeg een oppervlakte van 1368 M2., en bleek in den warmen seizoentijd eerder te klein dan te groot te zijn, zoodat het nieuw ontworpen mannenbassin zeker niet klei ner dan 1260 M2. mag wezen. Daarnaast h een vrouwenafdeeling ter lengte van 30 M. ook niet te groot te noemen. Er mag toch worden verondersteld, dat het aan tal vrouwen uit de volksklasse, die gaan zwemmen, hoewel thans nog zeer gering, mettertijd zal toenemen. Bij het opstellen van de uitgaven der exploitatierekening hebben de bedrijfsuit- komsten van de bestaande inrichting over de jaren 1920 en 1921 als leiddraad ge diend. Do ontwerp-exnloïtatierekening voor de volkszwemscfröol is gebaseerd op een jaarüjkscha uitgaaf van plm. f6770, j terwijl dc jaarlijksche inkomsten zijn ge raamd op f2300; het. is echter niet uit gesloten, dat dit laatste bedrag eenigszins hooger zal zijn. Het geraamd? jaarlijksche deficit beloopt derhalve ongeveer f 4470. Do openbare zwemplaats aan de Oude Heerengracht kostte de gemeente jaarlijks f 3666, welke som in den vervolge natuur lijk bespaard wordt (een gelijk bedrag is op de begrooting voor 1923 onder volgn. 154 uitgetrokken-voor onderhoud en be diening van de zweragelegenheid in het Poelmeer.) Valt cl? exploitatie van de nieu we inrichting mede, dan zal dus het ex ploitatieverlies vrijwel even groot zijn als vroeger clat van de zwemplaats in den Hee rensingel, zoodat. de meerdere kosten dan alleen gevormd zullen worden door rente en aflossing van het aanleglcapitaal, waar onder gerekend dc waard? van het benoo- digde terrein. Het nadeelig saldo van de inrichting aan het Rijn-Schiekanaal be droeg over 1921: f 1190, terwijl in 1920 een voordeelig saldo van f52 werd verkregen, een en ande- ongerekend rente en aflos sing der bestede kapitalen. Dat de nieuwe zwemschool zal worden gebouwd met vermijding van alles wat overtollig is, en dat ook de exploitatie op zoo eenvoudig en zuinig mogelijke wijze zal geschieden, behoeft wel geen betoog. Met het bovenstaande mecnen B. en W. een beeld to bobben gegeven van de plan nen, welke thans ten opzichte van den aanleg en de toekomstige exploitatie der zweminrichting beslaan. Zooals gezegd, zal do alsnog te verrichten proefboring nan die plannen eerst volkomen vastheid kunnen geven cn zullen vele .oncDcrgcschik te punten "nog nader moeten worden uit gewerkt, doch niettemin is de voorberei ding van dit belangrijke work thans zoo ver gevorderd, dat oen principieele beslis sing door den R-aad B. en W. wenschclijk voorkomt. Onder mededeeling, dat ook die Commissie van Fabricage zich niet d<? aan hangigo plannen kan vereenigen, geven zij in overweging, door vaststelling van den overgelegdcn suppletoiren bc.groo- tingsstaat ten behoeve van den aanleg van een nieuwe "grondwaterzweminrichting ecu bedrag van f 95O0O te hunner beschikking tc steden, on het voorstel van den heef Fiekaar in zijn geheel als afgedaan te be schouwen. Onbewoonbaarverklaring van woningen. Onder verwijzing naar een schrijven van de Gezondheidcommissie en een door den Directeur van het Bouw- cn Woningtoe- ziolit uitgebracht rapport, geven B. en W. den Raad in overweging: I. Onbewoonbaar te verklaren a. de woningen Schapenpoort Nis 6, 8, 10 en 12 ©n Molenwerfsteeg Nis 1 ©n 3 wegens vacht, onvoldoende gelegenheid tot toetre ding van daglicht en vervallen toestand b. dc woningen Jufferpoort Nis 1, 2, 3, 4 cn 5 on Kloos- of Visohpoort Nis 1 en 2 we gens vocht, onvoldoende gelegenheid tot toetreding van daglicht on tot-doorstroo ming van lucht en vervallen toestand c. de woningen Alida Mariahof Nis 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8Groenepoort Nis 1 en 2 on Elisabethspoort Nis 1, 2, 3 on 4 wegens vocht cn onvoldoende gelegenheid tot toe treding van daglicht en tot doorstrooming van luoht d. de woningen Rabarberpcort Nis 1, 2, 3/4 en 5; Gekroonde Liefdepoort Nis 1, 2, 2bov., 3c en 3 bov.Hagemanspoort Nis 1, 2, 3 en 4B rondewijnspoort Nis 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10de woning Leeuwen- poort (ongenummerd) en de woningen Bar- barahof Nis. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 wegens vocht, onvoldoende gelegenheid tot daor- strooming van luoht on wegens vervallen toestand e. de woningen Jan Potagepoort Nis 1, 2 cn 3 wegens vocht en onvoldoende gele genheid tot doorstro om ing van lucht f. de woningen Pottebakkersgang Nis 4, 5, 6 cn 7 wegens vocht cn vervallen toe stand g. de* woningen Breepoort Nis 1 en 3 we gens vocht en wegens onvoldoende gele genheid tot toetreding van daglicht II. te gelasten dat de woningen moeten zijn ontruimd binnen zes maand?n te reke nen van den dag, waarop de tijd tot voor ziening is verstreken of liet besluit tot on bewoonbaarverklaring is gehandhaafd. Verlenging v«m den arbeidsduur. In de vergadering van 23 Augustus 1919 werd op voorstel van B. en W. besloten tot invoering van den 8-urigon arbeidsdag, resp. van de 45-urige arbeidsweek voor het gemeente-p ersoneel overeenkomstig de voorschriften van het toenmaals bij do Staten-Generaal aanhangig ontwerp Ar beidswet. Hoewel dit ontwerp eenmaal wet geworden, do invoering van den ver korten arbeidsdag slechis voor een gedeel te van het gmeentc-personeel noodzakelijk zou maken, achtten B. on W. het niettemin wenschclijk, waarmede ook den Raad zich kon vereenigen, om het geheele personeel in de voordeelen van een verkorting van den arbeidsduur te doen deelen, zij het dan ook niet allen in gelijke mate. Op het voetspoor van het ontwerp-Ar- beidswet werd n.l. met de mcercloro of min dere intensiteit van den arbeid rekening gehouden en werd voor minder intensieven arbeid de aibeidsduur op ten hoogste 10 uut per dag, resp. 55 uur per week be paald. B. en W. brengen voorts nog in herinne ring, dat volgens bovengenoemd besluit do nieuwe regeling uiterlijk 1 Januari 1920 in werking trad, terwijl dit met de Arbeids wet zij liet nog slechts gedeeltelijk ejerst 24 October 1920 het geval was. Uit bet bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat B. en W. destijds niet .geaarzeld hebben Ynet het indienen van een voorstel tot verkorting van den arbeidsduur, niet tegenstaande dit voor een aanzienlijk deel van het personeel geheel onverplicht ge schiedde en ondanks (le daaraan verbon den kosten, die destijds op niet minder dan pl. min. f 145,000 per jaar werden be groot. Ilct zal daarom wel niet verwonderen, zeggen B. cn W., dat zij, nu do Arbeidswet 1919 inmiddels bij de wet van 18 Mei 1922 8. 36-1 onder meer in dezen zin is gewij zigd, dat de 8-urige arbeidsdag e-n de 45 urige arbeidsweek zijn vervangen resp. door den 8^-uvigen arbeidsdag cn de 48 urigo arbeidsweek, mode in verband met de gewijzigd© economische omstandigheden ook aanstonds do mogelijkheid hebben overwogen van zoodanige verlenging van den arbeidsduur van het gemeente perso neel. Verdient het reeds op zich zelf aan beveling, dat, wat de regeling van dit on derwerp betreft, heit' verband tusschen liet partioulier- en het overheidsbedrijf eener- zijds en tusschen do verschillende over heidsbedrijven anderzijds, op den duur niet verloren gaat, te meer springt de wonschc- lijlcheid daarvan in hot oog, nu, bij de al- lerwego heersohende malaise, bezuiniging ook op de uitgaven van de gemeente, waar deze zonder groot bezwaar kan worden tot stand gebracht, in do eerste plaats is ge boden. Op grond van het bovenstaande geven B. en W. alsnu in overweging: I. het besluit van 28 Augustus 1919 voor zooveel betreft het bepaalde in A sub a en b, en B sub a, te wijzigen en in plaats daarvan te lezen: A. a. de gewone arbeidsduur van de werk lieden in dienst der gemeente Leiden niet meer dan 8V* uur per dag cn 48 uur per week bedraagt on dat de arbeidsduur van die werklieden, die gedurende de winter maanden slechts minder dan 8V2 uur per dag en 48 uur per week arbeid kunnen verrichten, gedurende de overige maanden in cke iva'.e wordi verhoogd, da'; de a b i Is- duur over een jaar berekend gemiddeld! niet meer dan 48 uur per week bedraagt, evenwel met dien verstaude, dat per dag niet laDger dan 91/;»' uur en per week niet langer dan 51 uur arbeid wordt verricht; b de arbeidsduur voor d9 werklieden, die in afwisselenden dag- en nachtdienst werkzaam zijn, per week gemiddeld niet meer dan 48 uur bedraagt, berekend over: tijdvak, waarin een volledige periode vaii bet plcegenstelsel is vervuld; B. a de gewone arbeidsduur van de ambte naren niet meer dan 8 Va uur p?r dag*en 48 uur per week bedraagt en dat de ar beidsduur van die technische ambtenaren, die uit den aard van hun betrekking ge durende de wintermaanden slechts minder dan 8V2 viur per dag ea 43 uur per week arbeid kunnen verrichten, gedurende de overige maanden in die mate wordt ver hoogd, dat de arbeidsduur over een jaar berekend gemiddeld niet meer dan 48 uren per week bedraagt, evenwel met dien verstande, dat per dag niet langer dan 9 Va uur en per week niet langer dan 51 uur arbeid wordt verricht; Ten slotte kunnen B. en W. mededeelen, dat de Burgemeester een eventueele ver lenging van den arbeidsduur van het po litic-personeel nader onder do opgen zal zien, zoodra de regeling ten opzichte van het overige personeel 13 vastgesteld. Een nieuwe gaslioeler. De toestellen voor het koelen van het koolgas hebben geen voldoende capaciteit. Aanvankelijk lag het in de bedoeling de ca-» paciteil dezer toestellen niet te vergroo- ten, vóór het nieuwe gebouw voor koding en natte zuivering aan de Langegracht tot stand zou zijn gekomen. Het blijkt evenwel noodzakelijk, om vóór hot warme seizoen intreedt, naast dó bestaande Iuchtkoel-ers eer. niéuwen" waterkoebr te plaatsen, aan gezien de bezwaren, door de onvoldoends koeling veroorzaakt, thans reeds groot zijn er. ïh den zomer in nog sterker mate zuf-» len optreden. Van de verschillende binnen- en buite'n- landsche aanbiedingen is die der Koninklijke Nedeilandsche Grofsmederij, alhier, da goedkoopste. Met fundeeringen, pijpleidin gen en bijwerk zullen de totale kosten voor dezen gaskoeler rond f11,090 bedra«» gen, welke kosten voorloopig uit de kas-» middelen kunnen worden bestreden. Navorderingscohler. B. en W. bieden den Raad ter vast stelling aan het Navorderingskohier der plaatselijke directe belasting naar het in komen, belastingjaar 1920/21, mot een op-* brengst van f169102.45. Toelating van nieuwe leerlingen bij het openbaar vervolgonderwijs en het bewaarschoolonderwijs. J3. en W. stellen voor de verordening bovenbedoeld aldus te lezen: „De inschrijving van leerlingen heeft plaats bij het hoofd der school in de maan den Februari on Augustus. De toelating! dor leerlingen heeft plaats in de oerspel volle week der maanden Maart en Sep tember. Met toestemming van B. on W. künneü in bijzondere gevallen ook tusschentjjds leerlingen worden toegolaten." Aangezien d® bewaarscholen zich voor do toelating van nieuwe leerlingen gehete! richten naar do voormaliga 3de klasse scho len en de scholen, welke voor de 3dd 'klasse scholen in de plaats zijn gekomen; voor de oene helft op 1 Maart on voor da andere helft l September (vroeger I April en 1 October) nieuwe leerlingen toe laten, is het gewemschb do gewone toela ting voor de bewaarscholen ook een maand eeider te doen plaats hebben. Deed mort zulks niet, dan zouden de bewaarscholed( op 1 Maart on 1 Soplembor leerlingen aaT[ do gewone lagere scholen moeten afstaan' en zouden zij de nieuwe leerlingen eerst oen maand later ontvangen. Ontslagverleening personeel Gymnasium en H. B. S. De Minister van Onderwijs heeft B. él .W. luitgenoodigd te bevorderen, dat ten Roman van G. HARDWIG. 21) ,;U zult een kleine, vreesachtige vrouw worden/', zei hij lachend. „Weet u", ver volgde hij ernstig, „waar de booze gees ten (zitten] Hier: in het hoofd en het hart. 'Alle andere zijn lammeren." Toen zij. om een antwoord verlegen, zweeg, zei hij schertsend: „We zullen eens samen door alle vertrekken goan en zien, rivie daar rondsluipt. Zullen wel" „Och ja! Maar woord houden 1" Zij stak hem, door haar gevoelens gedre- yen, haar hand toe. Hij nam ze er» drukte ze. Toen bloosde zij. Haar hart klopte luid; Heel goed wetend, wat cr in haar om ging, hield hij haar rechterhand een oogen-' blik vast. „Ik hoop, dat weldra d? man zal komen, 'dio u uit uw «afhankelijke cn onzekere po sitie in een eigen, vedlig tehuis zal voe ren." Zij glimlachte verlegen. ,,ïk trouw niet." „Ach! En waarom?" ,,fk smeek u..." fluisterde Mia verle gen. „Ik!" Hij keek haar hoofdschuddend aan. „U V' „Nu, ja toch", zei zij met een bekoor lijke vleug van vroegwijslieid, „ik ben tcch arm. Ik wil ook niet eens. Waarom ook?" En mijn tante zei Toon zij haperde, knikte hij haar bemoe dig on<L»a wWafc zei zij dan?" „Ik moest mij -eerst bodenken, of ik iemand liefhad, wanneer iemand met mij wild? trouwen." Mot moeite bc.dwong hij zijn lachlust. Vervolgens maakte eem wonderlijke ont roering zioh van hem meester bij het zien van dit onschuldige kind. waarin het hei ligste geheim droomend sluimerde. „Maar wanneer men iemand werkelijk liefheeft, dan helpt l*et bedenken niets meer. Wanneer men alles zoo precies wist als datAllebei weten hot. En dat is al heel mooi, heel mooi Hij dacht aan het trillonde lachje, dat bekende, wat nog geen zucht had verraden aan de donkere wimpers, die zioh boven brandende vraagstukken slotenaan het door duizend sluiers omweven geheimzin nige, dat thans aan bet daglicht scheen te zullen komen. „Ik heb geen tijd meer," zei hij haastig. „Tot weerziens Zij liep naar het venster en keek hem tia, hoe hij op het paard aprong en heen- galoppeerde. Het antwoord van dominee Seller was kort. „Lieve Marie! Ik eer de Goddelijke be schikking in alle dingen, anders zou ik den wensch uitspreken, dat je niet zoo eigen machtig hadt- mogen handelen. Wat jo vraag betreft, daar kan ik je geen antwoord op geven. Toch is het niet geheel en al onmogelijk, dat je daarover eons een lioht zal opgaan. Ga voort mij als je besten vriend te be schouwen, die je van harte groet. Seller." Mia's hart wan zóó vervuld van andere dingen, «lat zij het sohrijvcn onbewust ter zijde legde en den inhoud goheel vergat. De lentewind suisde door de boomtop pen. Alexandra Louise wierp de pen neer. Waren het druppels, die aan het venster tikten? Of waren het ongestilde hartklop pingen, die naar liefdegeluk zochten en niet vonden De kamerdienaar kondigde den adjudant van den Erfprins aan. Zij sloeg haar handen ineen. Zij was al leen. Gravin Heilsberg was met haar too- stemming visites gaan maken. „Ik verzoek u." Ritmeester von Mers'oaoh trad binnen. Zij daaide haar hoofd om en knikte hem achteloos toe. „Op bevel van Zijn Hoogheid breng ik u dc kostuumplaten." Toen stond zij langzaam op. Haar licht, lang gewaad glinsterde. De met goud ge stikte ceintuur gloeide. Alle6 aan haar was glans en schoonheid. Onder den kroonluchter, op het purpe ren kleed, legde hij do portefeuille neer. De tafel stond tusschen hentusschen bun lichamen. Tusschen hun harten stond niets meer. En de lentewind buiten zong zijn machtig lied, dat grooto lied van warmte cn leven. Hij overhandigde haar een kaart. „Dit koetuurn Zijn blik vestigde zioh op do uitgestoken blanke hand; do hare daarentegen op het gelaat van hem, die de plaat overhan- Nu hield zij deze vast, zonder er naar te zien, cn luisterde naar het kloppen van haar hart. - =7 - - Toen streek hij zich haastig ovof zijn gloeiend voorhoofd, waarachter het woeld-o van zaligheid, verwijten en smart. Do kaart gleed uit haar vingers op den vloer. Dacht zij aan het lied der nornen, aan den nornenroep Hij raapte het papier van het tapijt op. Zij keek hem aan cn knikte. Hun handen raakten elkaar. Hij boog zich over de blanke vingers en kuste deze. Zij sloot de donkere wimpers. Als in de grauwe verte verdween haar trots. De bron; die uit baar hart opwelde, was do kreetf van een vrouw naar liefde. Het sidderende lachje op haar lippen dronk reeds van deze borrelende bron. Zij maakte haar hand niet los. En toen hij deze in zijn hand vöoldo be ven, dwong eon onuitsprekelijk verlangen hem aan haar voeten. Zij wist, dat het komen moest, heden of morgen. Zij wildo het immers? En zoo boog zij zioh voorover en verloor haar zelfbohcersohing, toen zij zijn donker haar kuste. Het verraad, 'dat zij pleegde, sneed hom door het hart. Hij sprong op, doodsbleek. „Ik ellendige! Vergeving Maar hij kon den weg niet meer terug vinden uit dit doolhof. In haar brak zich nieuw leven baan, het masker viel, het tot dusver verstikte brak ïege rij k n aa r bui ten „Waarom spreekt ge van ellende?" fluis terde zij. „Wanneer ge in dit uur niets ge voelt, als ellende „Onmetelijk gc-luk!" barstte hij harts tochtelijk uiit en drukte do lippeen telken keer op haar rechterhand. „Mij is hot alsof ik een vreeeelijken droom heb gehad," zcide zij, diep adem halend. „Waar is hij nu gebleven? Hoe vind ik mijzelf terug?" „Aangebedene fluisterde hij, „tot vcrtwijfclens toe bemind Zij schrok, alsof dat woord haar in het hart had getroffen. „Onder de vorstenkroon bloeien weinig bloemen," zeido zij, met haar donkere ©ogen diep in de zijne blikk-end. „Wie rozen plukken wil, moet ze niet in de koude hoogte zoeken. Ik weet niet hoe se op mijn weg kwam, deze roos." „Mijn leven zou ik er voor willen ge ven mompelde hij hartstochtelijk. Zij schudde het hoofd. „Daai was de roe* immers dood." „Niets meer. niets meerIk sincok het u uit den grond van mijn hart," bracht hij or üit. „Het gaat boven meneohclijke kracht." „De smart moeten wij ondervinden," zeide Alexandra Louise ernstig„daarnaar vraagt geen mensoh. Waarom niet het go- luk? Is het dan zoo rijkelijk gezaaid op dezo aarde? Neemt men het op als een handvol zand V' „Neen," laolitc hij, „als een geschenk. „Neem hot dan fluisterde zij vol ver langen. „Ik geef het u." Zijn slapen klopten. Hij zag niet meer do kroon op haar hoofd, niet den ring aa.n haar handhij zag slechts dc bekoorlijke vrouw, die mot al haar trots en haar ge voel van ongenaakbaarheid in zijn armen zonk. Hij hield haar togen zich aangedrukt. Als in oen roes gevoelde hij haar adem op zijn wang. De wereld scheen om hem weg té vallen, vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5