LEIDSCH
DAG-BLAD.
Donderdag 8 Februari 1823,
EERSTE BLAD.
fiffjoioafe Kentmnfivinnen
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Gis. per re^cL Bij regelabomieraent belangrijk
laseran prijs.
Kleine ad verten, tién, uitsluitend bij vooruitbe-
ialing, Woensdags en Zaterdags 50 Gts., bij een
aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrechl. Voor eventaeele op-
eonding van brieven 10 Gts. porto te betalen.
Bewijsnummer 5 Gts.
Bureau Noordeindsptein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden p. 3 mnd. 2 35, p. week Z 0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn,
per week 0.13
Franco per post 2.35 rH portokosten.
l Nummer 19303.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
'Aan den gemeentelijken vischwinkel,
iVischmajrkt 18, tel. 1225, is VRIJDAG ver
krijgbaar SCHELVISCH a f 0.22 f 0.38,
SCHOL a f 0.32—£0.42, SCHAR a f 0.25,
KABELJAUW a 0.40, TARBOT a f 0.65,
iTONG a 0.90 per pond en ZEEUWSCHE
MOSSELEN a f 0.05 per K.G.
N. C. DE GIJSELAAR, burgemeester.
Leiden, 8 Februari 1923.
VERGADERING
van den
GEMEENTERAAD VAN LEIDEN,
op MAANDAG 12 Februari 1923,
des nomidlclags te twee uur.
De vergadering zal, zoo noodig, des avonds
worden voortgezet.
Te behandelen onderwerpen:
lo. a. Ben-oemirtg van eon lid-werk
nemer van het Bestuur der Gemeentelijke
Arbeic3sbeuj3
b. c.q. Benoeming van een plaatsvervan
gend lid-werknemer van dat Bestuur. (45)
2o. Voorstel tot overplaatsing:
a. van mej. J. C. Eggink van de school
aan de Duivenbodestraat A, naar die aan
do Mare A
b. van P. J. van Leeuwen van de sohool
aan hét Plantsoen A, naar die aan de Me-
'dusastraat B
c. van J. H- Th. Jacobs van de sohool
aan den Zuidsingel B, naar die aan de
iVrouwenkerksteeg A;
d. van J. de Geus van de school aan de
Duivenbodesfcraat A, naar die aan den
Zuidsingel B
c. van F. F. Duyverman van de school
Ma de Duivenbodestiraat B, naar die aan
de Duivenbodestraat A. (52)
3o. Voorstel tot toekenning van een gra
tificatie aan den waarn. Directeur der
'Kweekschool voor Onderwijzers en Ondcr-
Iwijzereasen, A. O- G. de. Thouars, wegens
bewezen buitengewone diensten (53)
4o. Voorstel tot verhuring van het per
ceel grond aan den Haarlemmerweg, Sec
tie H No. 6, aan J. Riethoven. (46)
5o. Verordening, regelende de vergoe
ding verschuldigd voor het verleenen van
Ecrabe-hulp, als bedoeld in het Raadsbe
sluit van 31 October 1921. (47)
6o. Verordening, houdende wijziging van
'do verordening van 19 September 1921
(Gemeenteblad no. 42), regelende het
openbaar vervolgonderwijs te Leiden. (56)
7o. Verordening, houdende wijziging van
'de verordening van 12 December 1889, op
de Openbare Bewaarscholen te Leiden
(Gemeenteblad no. 4). (57)
8o. Voorstel in zake het verleenen van
ontslag aan liet onderwijzend personeel
van het Gymnasium, de Hoogcrc Burger
school met 5-jarigcn oursus en de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes, in het tijdvak
tussohen 1 Maart en het begin der daarop
volgende zomervakantie. (5S)
Go-. Voorstel om Burg. en Wctli. te mach
tigen tot het aanstellen van ambtenaren
en werklieden in lossen dienst of wier
"dienstverband een zeer tijdelijk karakter
draagt, een en ander voor zoover de be-
noemingsbevocgdheid al niet reecis bij de
Svefc of bij een verordening aan Burg. en
Weth., oen raadscommissie of een hoofd
van een diensttak is opgedragen. (48)
lOo. Voorstel om Burg. en Weth. te mach
tigen tót bet treffen van een regeling in
zake het aangaan van arbeidsovereenkom
sten, als bedoeld in den zevenden tiitel A
van hot 3de book van het Burg. Wet
boek. (49)
llo. Voorstel tot handhaving van de
rechten van ambtenaren, die pensioen ont
vangen krachtens de Pensioenwet 1922,
[welke rechten h-un gewaarborgd waren bij
'de gemeentelijke p en si oen voro rde ni ngen
(50)
12o. Voorst-el om goed te- keuren, dat de
machinale inrichting van de Gasfabriek
met een gaskoelcr wordt uitgebreid. (59)
13o. Voorstel tot onbewoonbaarverkla-
Jring" van. de woningen Sch^enpoort 6, 8,
10 en 12, Mo'lcnwejrfsteeg 1 en 3, Juffer-
poort 1, 2, 3, 4 en 5, Kloos- of Vdsohpoort
1 en 2, Alida Mariahof 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 on
8, Groenopoort 1 en 2, Elisabethspoort 1,
2, 3 en 4, Rabarberpóoyt 1, 2, 3, 4 en 5, Ge
kroonde Liefdepoort 1, 2, 2bov. 3c en 3bov.,
Ilagamanspoort 1, 2, 3 en 4, Brandewijns-
poort 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10, de wo
ning Leeuwenpoort (ongenummerd), Bar-
barahof 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9, Jan Pota-
gepoort 1, 2 en 3, Pottobakkersgang 4, 5,
6 en 7 en Breepoort 1 en 3. (54)
14o. Voorstel
a. tot besohikbaairstelling van gelden
voor den aanleg van een nieuwe gTond-
- wat-eir-z wem inrichting op een terrein be
westen de Zijl
b. tot het- als afgedaan beschouwen van
het voorstelPiekaar, inzake de uitbrei
ding van de zwemplaats aan de nieuwe
vaart of de opening van een andere zwem-
gelqgenheidv (51)
15o. Voorstel in zake den arbeidsduur
van de werklieden en -do ambtenaren in
dienst van de gemeente Leiden. (55)
16o. Vaststelling van het Navorderings-
kchier der plaatselijke directe belasting,
belastingjaar 1920/21. (60)
De macht van het kleine.
Ter gelegenheid van den 348sten verjaar
dag der LeicLsohe Hoogesohool hield de
reotor-magmfious, prof. dr. L. van Itallie,
in heit geheel gevulde groot-audit-orium van
het Universiteitsgebouw heden, 8 Februari,
een voordracht- over een aan zijn leervak
ken ontleend onderwerp, getiteld: ,,De-
macht van het Kleine"
Reuk, smaak, kleur oefenen aldus
ving spreker aau oen gewaarwording
uit, die afhankelijk is van den aard der
stof en van de gevoeligheid of geoefend
heid van. ons waarnemingsvermogen. Door
tal van waarnemingen, o. a. van onzen
landgenoot Zwaar de maker, is de gevoelig
heid van het menschclijk reukorgaan in
cijfers vastgelegd, waarvan spreker sleohts
meedeelde, dat 1/400.000.000 deel van 1 mil
ligram m er cap taan in staat is een reuk-
indruk te weeg te brengen.
Niettegenstaande deze groote gevoelig
heid van het menschelijk reukorgaan, staan
wij toch in reukpercepbievermogen bij de
dieren ten achter. Voor de dieren is do
wonderlijke wereld van reukvoorstellingcn
rijker en veelvoudiger dan wij haar vermo
gen op te bouwen.
De ontwikkeling van den sniaakzin staat
ver. aobher bij dien van den reuk, wat spre
ker met voorbeelden aantoonde. Geheel an
ders staat het met de kleur. Het klassieke
voorbeeld is hier de karmijn, waarvan al*
weer hot groote kleurende vermogen als
een voorbeeld van de deelbaarheid der stof
wordt aangehaald. Deze aan dc cochenille
ontleende kleurstof moet het och ter afleg
gen tegenover de vele (Lor de nijverheid,
kunstmatig uit teerbestanddeelen opge
bouwde verfstoffenonderdeden van milli
grammen zijn soms voldoende om liters
vloeistof te kleuren.
Bekend in dit opzicht zijn bijv. de cosino
en de fluoresceïne, waarvan de oplossing,
die 1 deel coeine in 100,000 milliöen deelcn
oplossing bevat, rog fluorescentie vertoont.
Niet minder treffend zijn.de kleine hoe
veelheden van anorganische elementen, die
kunnen zichtbaar gemaakt worden door de
kleur, die zij aan de niet lioht-gevende vlam
mededeelen.
In vele gevallen kan door spectraal ana
lytisch onderzoek de doeltreffendheid cler
door spreker genoemde methode tot op
sporing v-an elementen nog verbeterd wor
den. Een cn ander werd door spreker met
de uitkomsten van tal van waarnemingen
aan goto en dl.
Door de mogelijkheid tot opsporing van
kleine hoeveelheden stoffen is, naar spreker
zegt, de weg geopend: om tot het onderzoek
harer werking op het levend organisme te
geraken.
De scheikundige is gewoon, aldus merkt
spreker op, het verlooip der verschijnse
len die hij waarneemt in ohemisch tecken-
echrift, in vergelijkingen uit te drukken.
De met elkander in reactie tredende stof
fen worden aan dc eene zijde, do nieuw ge
vormde lichamen aan de andere zijde dor
vergelijking geschreven. Dikwijls zal daar
bij warmte, licht of een andore natuur
kracht te hulp moeten komen, om het ver
schijnsel te voorschijn te roepen, dat mon
wil tot stand brengen. Bovendien is het al
tneer dan een eeuw bekend, dat chemische
wisselwerking in hoogc mate wordt bevor
derd door de aanwezigheid van bepaalde
stoffen, aanvankelijk contactstoffen, tegen
woordig katalysatoren geheeten, die, zon
der dat bun aanwezigheid in heb chemisoh
teekensohrift kan worden uitgedrukt, het
verloop der reactie in booge mate kunnen
bevorderen.
Het geldt dan de vereeniging van twee
elementen tot een lichaam. Omgekeerd is
het- ook mogelijk ontledingen met groote
snelheid te bewerkstellingen, die spontaan
uiterst langzaam verloopen. En ook hier,
evenals bij den opbouw van nieuwe licha
men, zijn niet zelden uiterst kleine hoeveel
heden van den Katalysator in staat, de om
zetting van groote hoeveelheden der stof -te
bewerkstellingen. Als eon leerzaam voor
beeld noemde spreker de ontleding van
waterstof poroxycle.
Ln het chemisoh laboratorium en in de
nijverheid maakt men geregeld van kataly
satoren gebruik, om den gang der verlang
de inwerking te bespoedigen. De omzetting
van zetmeel in suiker, de bereiding van
zwavelzuur uit zwavel-dionyde, de voor de
kunstmatige bereiding van indigo noodza
kelijke omzetting van naphthaline tot
ph taal zuur mogen als voorbeelden voor de
technische toepassing van katalysatoren
worden aangehaald.
Do nuttige rol der katalysatoren blijft
niet beperkt tot bet chemisohe experiment
of tot de techniek. Geen dierlijk of plant
aardig leven is mogelijk zonder katalyse.
Een groot deel der processen, die bij de
voeding van plant cn dier huïi nuttige rol
vervullen, staan onder den invloed van
katalysatoren, (die hiier met den naam
fermenten of enzymen worden aangeduid.
Zoowel uit dieren- als plantenrijk zijn heele
reeksen enzymen bekend. Namen als pep-
sine, trypsine, diastase zijn ook voor dén
niet-vakgenoot geen vreemde klanken. Zij
stellen echter geen chemische lichamen,
geen goed gekenmerkte individuen voor,
want-nog nooit is een enzym in ohemisch
zuiveren toestand afgescheiden, nog steeds
niet den waren aard dezor stoffen ontdekt.
De en zrymeji echter^ d ie bij des budde d er
levensprocessen het meest op den voor
grond treden strekken hun werking voor
namelijk uit op het gebied van de voeding.
Eiwitstoffen, koolhydraten, vetten, kunnen
veelal door het dierlijk organisme niet
worden opgenomen en tot opbouw van het
lichaam worden gebruikt in den vorm,
waarin zij als voedsel genuttigd worden.
Enzymen van ver schil enden aard, elk met
bepaalde functie, zorgen dan voor de her
leiding van de vóedselbestandcLelen tot
een liohaambestandeel.
De taak der enzymen is evenwel nog niet
uitgeput door de rol, die zij bij de verwer
king der vóedselbestanddeelen hebben te
vervullen. Als de plant door haar groene
deelen het koolzuur der lucht assimileerd
en daarna omzet in cellulose, zetmeel en
andere koolhydraten, dan wordt zij daar
toe in staat gesteld door de opbouwende
werking van enzymen.
Van geheel anderen aard zijn weder de
enzymen, die in staat zijn vrije zuurstof of
gemakkelijk afsplijsbare zuurstof op an
dere lichamen over te brengen, deze dus te
oxycleeren. Spreker deed daarover meer
uitvoerige mcdedeelingen en merkte o. a.
op, dat vooral van Franschen kant in de
laatste 25 jaren deze verschijnselen nader
zijn bestudeerd en waarnemingen zijn ge
daan, die leidden tot de opstelling van een
hypothese omtrent den aard der enzym-
werking. De Franschman Bortrand heeft
te dien aanzien belangrijke waarnemingen
gedaaji en de uitkomsten zijner onderzoe
kingen kunnen tot uitgangspunt dienen
voor andere beschouwingen ten aanzien
van den invloed door kleine hoeveelheden
stof uitgeoefend op levensprocessen. Daar
om trad spreker in een uitvoerige beschou
wing en deed aan de hand van onderzoe
kingen van geleerden als Scheele, Sachs,
Baulin en de Nederlander Wester en ande
ren over cleze materie voor deskundigen
belangrijke mcdedeelingen.
Zoo werd aangetoond, dat van kleine
hoeveelheden metaal zoutten een stimu
leer en den invloed van den groei der plan
ten kan uitgaan. Indien echter in de ver
schillende stadia, van ontwikkeling der
plantenorganen door metaalzouten een
prikkel op den groei kan worden uitge
oefend, is het niefc. onwaarschijnlijk dat ten
tijde van den ëterkstem groei het gehalte
van deze metalen het grootste zal' blijken
te zijn.
Het koper, dat in het lichaam der week
dieren wordt aangetroffen, is een normaal
psysiologisch bestanddeel. In het bloed
dezer dieren vervult het kop-or de rol, die
van het ijzer in het bloed der gewervelde
dieren toekomt. Aan do in de verschillende
organen van het-menscholijke lichaam, da
in plantendeeleii gevonden kaperhoeveel-
heclcn .een bepaalde functie toe te schrijven
komt spreker vooralsnog niet gerechtvaar
digd voor.
Toch ontbreekt het niet aan pogingen,
om ook voor het zink een groote beteekenis
to scheppen in verband met de levensver
richtingen. Uit onderzoekingen van Le-
oh ar tier en Bellamy (1877) bleek zelfs het
voorkomen van meer dan sporen zink in de
mensch olijke lever. Deze onderzoekingen
hebben althans hier te lande niefc de ahn-
daoht getrokken, die zij uit toxicologisch
oogpunt verdienen. In een geruchtmakend
gerechtelijk onderzoek werd immers tot
een vergiftiging met zinkoxyde geconclu
deerd, omdat een "geringe hoeveelheid zink
in de lever was gevonden. Uit onderzoekin
gen, die later (in 1912) dooi* spreker en dr.
Van Eek hier ter stede verricht zijn, bleek,
dat het zinkgehalte van de menschelijke
lever nog aanzienlijk hooger kan. zijn, don
hot cijfer door Lechartier en Bellamy aan
gegeven.
Sindsdien is het aantal waarnemingen
in deze riohting snel toegenomen. De proe
ven moeten, volgens spreker, worden voort
gezet, do waarnemingen vermeerderd! en
geordend en eerst dan zal het kunnen blij
ken of de beweerde invloed inderdaad
aanwezig is dan wel, of men hier te doen
heeft met lichaamabiestaiiddeelen, die
physlologisch en pathologisch van geen
beteekenis zijn.
Het vraagstuk zal moeten wordbn be
schouwd in verband met do gelijktijdige
aanwezigheid van sporen van andere me
talen en mot de onderlinge vervangbaar
heid van deze. Dan ook zal kunnen blijken,
of ook aan andere elementen een wellicht
even groote invloed moet worden toege
kend, met name aan aluminium, waarvan
de onontbeerlijkheid door Stoklax wel 1^-
weerd, doch niet bewezen wordt. Voor-
loopig kunnen wij, vorens spr., dergelijke
nieuwe proefnemingen gelaten afwachten.
"Spr. kwam nu tot de vitaminen, dTie, in we
zen onbekend, van zoo groote beteekenis
blijken te zijn op den groei en ook op de
voorkoming en op de genezing van ziekten.
Ook hier zijn een geschikte voedselkeuze
en een doelmatige voedselbehandeling af
doende gebleken, om een voldoende hoe
veelheid vitaminen in het dierlijk orga
nisme te brengen.
Staan mangaan, -zink en aluminium voor
aan In de belangstelling van het moderne
onderzoek, reeds vroeger is de aan 'acht
der geleerden op het arsenicum gevallen.
En volgens spr. is dit geen wonder. Er is
wellicht geen tweede stof aan te wijzen,
die zoo vaak tot misdadige vergiftigingen
heeft aanleiding gegeven dan dit met al-
loïde en wel in den vorm van zijn zuur
stofverbinding, die in den regel tout court
als arsenik of met deai naam rattenkruit
wordt bestempeld.
Vermoedelijk reeds in het Oude Rome
voor misdadige doeleinden gebruikt, in de
middeleeuwen zeker daarvoor éoegepasfc,
bleef hot poudre de succession zijn treu
rige werkzaamheid bot op cfen huldigen
dag behouden.
De wetenschap, (Jat een doeltreffende
methode, (die van Marsh) gevonden om
hefc bestaan eener arseinvcrgiitiging hi-u
volstreke zekerheid aan te tooncn, heeic
op zich zelf al weldadig gewelkt, door het
aantal moedwillige vergiftigingen aanzien
lijk to verlagen. Het toestel van Marsh
heeft echter niet alleen dienst gedaan in
den strijd tegen misdaad.
De Fraascliman Gautier kwam tot de
slotsom dat het arsenik een belangrijke
functie in het lichaam heeft te vervullen
en wel bepaaldelijk in de schildklier. Ter
wijl de Fransclie schrijvers de waarnemin
gen van Gautier bevestigen, de Duitsche
school en onderzoekingen hier te lande
verricht (Bloemendal, Van Itallie, "V an
Eek e.a.) staan daar gedeeltelijk tegen
over. Dit doet niets af aan het feit dat
arsenicum veelvulig iu het lichaam kan
worden aangetroffen en wel in des te groo-
tere hoeveelheden, naarmate levensom
standigheden, en meer bepaaldelijk hefc
voedsel, daartoe aanleiding geven-
Spr. toonde uitvoerig aan, hoeveel ge
legenheid tot het opnemen van arsenik er
bestaat. Slechts een klein deel wordt in
het lichaam voor korteren of langeren tijd
vastgelegd, het grootste gedeelte wordt-
op normale wijze uit hefc lichaam verwij
derd. De ophooping komt tot stand in de
lever en in de huid cn haar aanhangsels,
nl. haren en nagels.
Spr. behandelde tenslotte het gevaar
voor arsenicumvergiftiging of althans de
nadecligo werking er van door arae :nhou-
dendo verfstoffen en behangselpapier. Ge
vaar voor de gewondheid i3 daarvan ech
ter niefc te vreezen, wanneer door een be
hoorlijk toezicht wordt voorkomen dat hefc
arseongehalte een zekere grens niet over
schrijdt.
De recfor-magnïfious besloot zijn toege
juichte rede met de opmerking, dat over
al in do natuur de macht van het kleine
tot uiting komt. Naarmate ons weten toe
neemt, onze kennis rich uitbreidt, zal ook
eten invloed van stoffen en krachten, wier
aard ons tot nog toe verborgen bleef, te
voorschijn komen. Voortgezet onderzoek
zal voorzeker zijn nut voor de mensohheid
opleveren.
Moge ook de Leidsohc Universiteit aan
dit werk haar naam blijven verbinden
aldus eindigde spreker.
De vrouw in de politiek.
In een der bovenzaaltjes van het Nufcs-
gebouw werd gisteravond een openbare Ver
gadering gehouden van de afdeeling Leiden,
van den Vrijheidsbond. De voorzitter, prof.
Eerdmans, heette de weinig talrijke aanwe
zigen welkom en gaf vervolgens het woord
aan mevr. WillekesMacdonald, uit Haar
lem, die zqu spreken over „De vrouw in
de politiek"
Spreekster zeide hier dezen avond het.
woord te voeren in verband met liet be-
Irng der aanstaande verkiezingen voor Prov.
Staten en Gemeenteraad.
Zij begon dan met uiteen fc„e zetten wat
politiek eigenlijk is. En naar hair meaning
is dit het tot-uitingv-bremgen van politieke
inzichten in het openbare leven. Ook de
vrouw moet hieraan meedoen. Vroiger was
men van een geheel andere mooning, en
spieekster is het er yólkomen mee eens,
dat er ook nu nog wel tijden zijn, waarin
onthouden, zooals in het begin van baar
de vrouw zich van politiek leven moet
huwelijk, maar overigens moet zij wel de
gelijk meedoen. En daarbij moet rij dai*
hendelen volgens do vrijzinnige beginselen,
doch (uit eigen stellige overtuiging. An
ders kan men nooit goed vrijzinnig zijn.
Het is heel moeilijk de vrijheidsbepa
lingen te omlijnen en nog moeilijker is het
ze in practijk te brengen. Vandaar dan
ook, dat er heel' wat desillusies zijn ver^
wekt, o.a. na de invoering van het vrou
wenkiesrecht. Daarvan toch hebben feitelijk
alleen de partijen van uiterst links en rechts
stommen voordeel gepinkt. Rij de midden
groepen waren er vele vrouwen, die voer
vrouwenkiesrecht hadden gei.iverd, maar
daarbjii hadden samengewerkt met vrou
wen van andere richtingen en 300 kregen
velen op den duur een ©enigszins anderen
kijk op verschillende kwesties, mede ook
door hun vrouwelijken aard, dan de man
nen der partij. De resultaten van het vrou
wenkiesrecht waren bijgevolg niet in over
eenstemming met de verwachtingen. Even
wel ïïeent spreekster, dat men deze pe
riode best te boven zat komen en dat de
invloed der vrouwen op den duur ©9n goeie
[uitwerking zal hebben. Teleurgesteld wer
den vele vrouwen ook doordat zij er ab
soluut geen idee van hadden hoeveel werk
dat alles voor haar in bestuurscolleges e.a.
zou meebrengen. Na de eerste opwinding
is de lauwheid gekomen en dezen tijd zal
men moeten doorkomen. Dit alles js echter
geen reden voor de wel actieve vrouwen
om zich aan het politieke leven te ont
trekken. Integendeel Steeds we?r moeten
Zij .hun invloed doen gelden, en daarbij^
vooral eerlijke politiek voeren, al zal men
dan ook wel eens in botsing komen met
de gebruikelijke streng politieke opvattin-
fen. Spr. herinnert er aan dat in dpn Vrg-'
eidsbond bij de oprichting dadelijk goeie
plaatsen aan vrouwen zijn gegeven. Mis
schien is de partij wel iets te vlug ge
weest en hadden vpïe vrouwen nog niet
onmiddellijk in colleges zitting mo3ten ne
men. Daardoor zijn teleurstellingen verwekt
na dien.
Toch moet het per slot daarheen. Men
zie naar de groote macht der vrouwen'
in de S. D. A P. en in de liberale *Engel-
sche partijen.
In verband met de aanstaande verkie
zingen besprak mevr. WillekesMacdonald
thans het werk der Prov. Stat.-n e.i consta
teerde, dat er over hefc algemeen 'd aai in
weinig voor vrouwen is to do> n momen
teel.'Maar er zrjn toch nog wel vraagstuk-
11.'
BINNENLAND.
Herdenking van liet 348-jarig beslaan der
Leidsclio Hoogescliooï.
Een rumoerige protestvergadering (e Am
sterdam.
De Raad van Nijmegen nam het voorstel
van B. en W. omtrent subsidie aan ecu R.-K.
Universiteit aldaar aan.
Het antwoord van den Minister van Arbeid
op vragen naar aanleiding van den briet van
Wilton.
Ingediend is een wetsontwerp inzake ruil
verkaveling.
Een taudteoknieua te Amsterdam veroor
zaakt den dood van een patiënt.
BUITENLAND. -
Te Smyrna neemt de situatie een dreigend
aanzien aau.
Geen wijziging van beteekenis in bet Roer
gebied.
President Harding zendt bet Congres de
overeenkomst inzake de fundeering der En-
gelsche schuld toe.
ken, zij liet van minder groot belang, die
vi ouwelijk inzicht van noode hebbon, zoo
als ten aanzien van provinciale ziekenhui
zen, enz., wat spr. nader aangaf.
Anders is hot echter wak den Gemeente
raad betreft. Daar is de vrouw volkomen
op haar plaats, omdat het werk gemak
kelijker is te overzien en het ten govde
komt van de plaats der inwoning, /.oker,
ook hier staat de vrouw aan ontgoocheling
bloot, vooral doordat dikwijls niet k n wor
den (uitgevoerd in dozen tijd van bezuini
ging, wat voj'gens haar gooi en noolig is.
'Maar vast staat tocb ook dat er een inner
lijke band is tusschon bozuinigiag en vrou
welijk inzicht. Vaak zal rij d.ngon kuon-en
deen die voor mannen óniuogalrj.,-: zijn, door
dat haar vrouwelijke intuïtie hrt inzicht
verscherpt.
Spreekster eindigde met een opwekking
tot de vrouwen zicli aan te fluiten bij
een organisatie. Bij da komende verkieui-
gen moeten vrouwen goede kansen krijgen,
en bovendien willen zij later nuttig
work doen, dan is het noodzakelijk dat zij
weten dat d-e vrouwen in massa achter
haar staan en haar stounon zullen.
Nadat de voorzitter spreekster had be
dankt werden nog eenige vragen gesteld,
welke door baar uitvoerig werden beant
woord.
De Jeugdbeweging in Duitschland.
Pastor Gotthold Donndorf, jeugdpiedikant
te Hamburg, en voorzitter van den grooten
„Bund deutscher Jugondvereine", heeft gis
teravond op een gezamenlijke bijeenkomst
van Vrijz.-Clir. Studentenbond en Vrjjz.-Ohr.
Jongerenbcnd, alhier eon voordracht gehou
den over „Die deutscho Jugendbewegung".
Nadat de waarnemend-voorzitter van de
.V. C. S. B.-afdeeling, de heer G. VV. A.
Pruis, de aanwezigen, die het verenigings
lokaal aan de Langebrug géheel vulden,
had verwelkomd en Pastor Berger en Frau
Stuhlweisenburg c-enige klassieke Duitsche
muziek ,op voortreffelijke wijze ten gehooro
hadden gebracht, begon Pastor Donndorf
zijn voordracht.
Do Duitsche jeugdbeweging is niet een
eigenlijke „organisatie", noch eon kerkelijk,
noch een sociaal verbaud. Veeleer is zij
geheel spontaan opgerezen uit den drang
van de jonge merschen zelf. Zij is als
een onzichtbare gemeenschap van die jonge
menschen. die, van verschillenden leeftijd
en uit alle maatschappelijke standen, den
onweerstaanbare drang voelen naar eeh
waardevoller leven. Waar de maatschappij,
de ver-materialiseerde, hen dwingt in oen
harnas van vaak geestdoodend werk, waar
de mensohheid ean nieuwen toroa van Ba-
bel heeft gebouwd, van ijzer en beton nu,
maar daarbij haar ziel verspeeld heeft,
daar wil de jeugd een stuk eigen leven
voor zich en voor de menschleid heroveren.
Van binnen naar buiten wil zjj leven,
niet van buiten naar hinne'n. Terug naar
de -hatuur; versterking van bi gen verant
woordelijkheidsbesef; versterking \an bet ge
voel voor verantwoordelijkheid voor het lot
van heel het volk; afkeer van materialisme,
en zoeken naar een leven uit a voor iJealefci,
met wal meer mystiek, wat meer roman
tiek, ziedaar de vier beweegkrachten van
de Duitsche jeugdbeweging. Het begon al
vódr den oorlog, maar is smdsdien gewel
dig gegroeid. En zoo ziet men nu op zomer-
sche Zondagen de stations der groote .feden
wemelen van jongens en meisjes, die in
gioepen uittrekken om opmeu.v te ontlek--
ken de natuur, die voor groote-stadskin-
deren zonder beteekenis was geweest. M:ar
en meer groepen worden gevormd over heel
Duitschland, en ^jj bouwen 'hun eigen ver-
eenigingsgebouwtje, zij schartn zich spon<
taan achter degenen, die leiderstilent be-'
zitten. Zij binden den strijd aan tegen de
demoraliseerende machten in de maatschap
pij: tegen alcohol en nicotine. Tegen boek-i
handelaars, die zedeloozs platen en literal
tuur étaleeren of verkoopen, beginnen zjj