Ds Prins uit hetSprookje LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 6 Februari. Tweede Blad. Anno 1923. Uit het nieuw bezette land. SPORT. LAND- EN TUINBOUW. RECHTZAKEN. FEUILLETON vm fjo. 19301. (Van onzen eigen correspondent.) XVII. Eéweiij 30 Januari. Hél legöüt nu in Essen; niet goed stevig achter elkaar door. maar zoo'n motterige klieder-regen, die langs de huizen neer- druppelt, die als een natte vlaag in je gezicht -.vasH als je den hoek van een straat om gaat. Alles is vies. vuns, vuil, grauw, alles is smerig. In Holland klagen de menschen we! eens pver den regen en ze zuchten dan diep over de gemeenheid van het weer; maar als die IleUar/iers het hier in het Roer gebied zagen regenen, hier, waar maar an derhalve boon: slaat, omdat de andere zijn Omgehakt omdat cp die plaats fabrieken moesten komen, dan zouden ze hun Hol- landsche legen nog heilig achten vergeleken bij wat hier tusschen de fabriekspijpen naar beneden sijpelt. Grauw is het weer hier, grauw zijn hier de gedachten van de menschen en grauw en eentonig wordt langzamerhand ook die geschiedenis hier aan de Roer. Ik ben hier nu zoowat twee en een halve week, naar mijn gevoel al een paar maan den, en wacht nog steeds op de groote gebeurtenis. Eerst zou het de bezetting zijn, maar daar wende men hier gauw aan; de Duitschers schreeuwden overal 'hard van „laat de Franschen maar Ko men, we zullen ze wel op d'r kop slaan", maar als echte kwajongens hebben ze het bij schreeuwen gelaten. Toen da Franse he troepen i,;nuentrokken, hier in Essen en 'JBochum en Dortmund, heeft- de heele be volking met open monden or naar staan gapen en geen hand uitgestoken. En tot tm toe is er nog geen hand uitgestoken en er zal in den eersten tijd ook nog wel niets met geweld tegen de Franschen on dernomen worden. In den begiune, toen de stemming er bog goed in was, toen elke gebeurtenis iets nieuws was, toen was ieder en ik aelf ook steeds in afwachting van wat er 'komer. zou. Als de Franschen maar eens met maatregelen begonnen, dan zou het wel mis gaan. De eerste in beslagneming van een mijn, de eerste bezetting van een station, een postkantoor, de eerste ge vangenneming van een beambte, met spanning werd alles tegemoet gezien, dan zou Let wel losbarsten. En ziet, er zijn v verscheidene mijnc-n en verscheidene sta tions en verscheidene postkantoren bezet en er worden, vooral op het oogenblik, steeds meer beambten gevangen genomen, en nog altijd is de kruik niet gebarsten. Joch zou ik niet willen zeggen, dat de stemming er bft de Duitscher uit is, ze is alleen veranderd. IWil men de volksstemming hier op het oogenblik eenigszius leeren kennen, dan is dit het best te doen door met men- •chen uit het volk zelf te spreken, op straat, in trams, enz. Ik heb dit herhaal- dëlgSt gedaan en beu voor mezelf lot de Overtuiging gekomen, dat in den beginne hét een overdreven schetterrstemmitig van Teel schreeuwen en niets doen was; nu z'g'n ze wat kalmer geworden, maar daardoor toch niet Franschlie vender. Integendeel, door de steeds verder gaande Fransche maatregelen, die men hier nu aan den lijve begint te voelen, vooral in het hooger worden\an de prijzen en het schaarscher worden van de levensmiddelen, wordt een gedeelte van het volk verbitterd en dat is eigenlijk veel gevaarlijker dan zoo'n over dreven schxeeuw-st-emming. Niet voor het oogenblik zelf is het gevaarlijk, zoo gauw zal het niet gaan, maar de haat, die bij al die kleine gebeurtenissen als het gevan gen nemen van beambten en het wegvoe ren van hen, steeds weer geprikkeld wordt, v zal op den langen duur zijn uitwerking niet - missen. Het is of velen door deze haat vergiftigd worden en dé jeugd, vooral uit beambten kringen en meer nationaal ge- r zinde omgeving, in het bijzonder. Men denke zich slechts jongens van een jaar of vijftien, zestien, die dus den afge- loopen oorlog nog in hun herinnering hebben, van wie misschien broers, vaders, In ieder geval bekenden, gesneuveld zijn, eta die nu in den Franschen haat zftn op gegroeid; dat is het opkomend geslacht, dat over enkele tientallen van jaren het weer op een oorlog met Frankrijk zal aan sturen, overtuigd als ze zijn van de nood zaak om zich te wreken. Mijns inziens is dit de grootste domheid, die de Franse hen nu begaan: ze doen in zekere kringen een wrok ontstaan, die het verlangen wekt om, als Duitschland eens weer machtig is, weer oorlog te maken en in Parijs de ruiten in te gaan slaan. Die paar ton kolen, die de Fraascnen min der kregen, zijn voor nun volksbestaan minder gevaarlijk dan een dergelijke Duitsehe oorlogsstemming, die door hun optreden hier, niet bij de groote arbeiders massa, maar bij nationaal gezinden, hoe langer hoe meer begint te komen. AI zijn de Duitschers nu giftiger dan ze over enkele jaren zijn zullen, de herinnering aan deze geheele geschiedenis zal bij blij ven, en een gedachte, die er in de jeugd is ingebracht, jaren lang, gaat niet gauw weei verloren. Ik schreef, men begint de Frrtn>che maat regelen aan den lrjve te vo?!en. Onder die „men" versta ik dan in hoofdzaak de arbei dende bevolking, waarvan de kleedings- en vooral de voedingstoestand allerdroevigst is. Dc. kleedingstoestand komt natuurlijk pas in de tweede plaats, nieuwe kleeren koopt men zich niet elke week, en de be zetting is pas kort hier. Op het gebied van kleeding zijn 'nier dus nog de toe standen zooals die voor de Roer-bezett:ng waren, doch deze toestanden zijn ook al heel slecht en zullen, zonder eenigen twij fel, nog wel slechter worden. Wil men eenigszius een idee krijgen van den huldigen toestand, dan moet men zijn kennismaking met het Duitsche volk niet alleen beperken tot in de groote café's, waar alles er, gemiddeld genomen, nog vrij behoorlijk uitziet, maar men moet de mindere buurten eens doorwandelen. Daar is men te m'ddea van de arbeidersbevolking en daar merkt men pas, wat een armoede er geleden wordt. Het valt b.v. op hoeveei jongens en mannen er zonder hemd of on- derkleeren loopen, slechts een vest en jas over hun bloote borst; hoeveel kinderen er zonder kousen of met vodden, die nauwe lijks den naam van kousen kunnen dragen, over straat gaan; een soort sandalen, hou ten plankjes met banden over den voet gebonden, ziet men veel in plaats van schoenen; ook de in den oorlog in gebruik geraakte „Papier Wasche", ondergoed uit papier vervaardigd, wordt nog in menigen winkel verkocht. Is de kleedingstoestand slecht, de voe dingstoestand van het volk is dit nog veei meer en wordt van dag tot dag wanhopiger. Ik sprak hierover met een gemeente-arts te Essen en uit hetgeen hgi me mededeelde! vertel ik hier eenige dingen: De yoédingstoestahdl in deze stad (we kunnen wel aannemen, dat het in andere steden in het Roergebied hetzelfde is) is voor kinderen en voor zieken het aller ernstigst. Als we bedenken, dat in liet ongeveer 25Q0' XM2, groote Roergebied 4.000.000 menschen wonen, dus meer clan in Zwit serland, en dat 2/3 van deze menschen in mijnen of sbaal-fabrieken werken en de overblijvenden voor 't overgroote gedeelte in handel en verkeer een bestaan vinden, dan spreokt het vanzelf, dat er aan land bouw hier zoo goed als niet gedaan worcüfc en alle levensmiddelen van elders, meest van het buitenland, ingevoerd moeten worden. De invoer van melk, hoofdzakelijk dus voor zieken en kinderen bestemd, was voor dien oorlog, toen Essen nog een bevolking had van 280.000 zielen, dagelijks 120.000 L. Nu heeft Essen 500.000 inwoners en de molkaanvoer is per dag niet meer dan 15 tot 20.000, soms zelfs niet meer dan 7 tot 8000 Liter. Hot aantal kinderen niet ouder dan twee jaar, die men dus nog met den naam van zuigeling bestempelen ruag, bedraagt hier in de stad. 22.000., Kinderen tusschen de twee en veertien jaar, de dus grooten- deols uit den oorlogstijd stammen en «us zeer slecht gevoed zijn, zijn er 130.000; slechts de zuigelingen komen in aanmer king voor melk. Het aantal zeer ernstige zieken bedraagt op het oogenblik 27.000. Door de artsen worden uit deze zware zieken, die in gewone tijden zeker een Li ter melk tliags moesten hebben, 7000 uit gezocht, die als allerernstigste gevallen melkkaarten krijgen. Deze 22.000 zuigelin gen en 7000 zwaar zieken maken tezamen een getal vaü 20.000 menschen en mensch- jes, die melk moeten hebben. Moeten heb ben, maar het dikwijls niet krijgen, want als de melkaanvoer zeer gering is geweest, kan slechts aan een deel van hen een kleine hoeveelheid worden uitgereikt. Bij de melkuitdeeling gaan de kinderen steeds voor, de zieken komen pas in do tweede plaats. Van de 300 dagetijksche zieken-at- testen van den gemeente-ziekendienst wor den er dan ook slcohts aan een 30-tal van de zieken melkkaarten uitgereikt. Melk krijgen ze dan pas als de kinderen gehad hebben. Een uitzondering op den regel maken de zieken van het Fransche leger, die vóór alles melk moeten hebben. In Es sen eischt de Fransche ziekendienst dit dagelijks voor óO zieken, of er voor de Duit sche zieken of voor dc Duitsche kinderen to kort is, doet niets ter zake. Er is nog iets dat de voeding van de meest ondervoede kinderen zeer benadeelt en dat is de inbeslagneming van 18—20 scholen hier ter stede, waardoor 8000 kin deren geen school hebben. Dit heeft niet alleen ton gevolge, <3at, om het onderwijs zoo weinig mogelijk te onderbreken, de kinderen soms naar naburige scholen wor den gezonden, waarvoor zij ver moeten loopen, doch ook dat door het gebrek aan schoolruimte de. z.g. Schulspeisigung, dte extra voeding, van 10.000 van de aller zwakste en meest ondervoede kinderen, voor de eene helft door de Amerikaansohe Kwakers en voor de andere helft door liefdadigen, is moeten ophouden. De Ober Medizinalrat in Essen heeft on langs medegedieeld, dat van do vijftig Kin deren die met Paaschen a.s. do school zul len verlaten, slechts één normaal gezond is. Eén van de vijftig kinderen slechts volkomen gezond. Dat zijn ontstellende cijfers, waar men hier eohter machteloos tegenover staat, daar het geld ontbreekt om voor een betere voeding te zorgen. Hulp uit het buitenland is het eenige waar men in zulke gevallen nog op hoopt. De meeste levensmiddelen, uitgezonderd melk, zijn in Essen nog te krijgen, daar dagelijks nog aanvoer plaats heeft. Dc prijzen die echter dagelijks hooger wor den, zijn voor de bevolking niet moer tc betalen. Melk b.v., die in Januari 1922 per L. 7 Mark kostte, kost nu 500 Mark per Liter, zoodat al was er genoeg, toch maar enkelen zich de weelde zouden kunnen ver oorloven om zoo'n uitgave te doen. Vet, boter of margarine is zoo duur ge worden, dlat een groot deel van do bevol king dit niet meer koop en kan. Alle vet wordt uit het buitenland ingevoerd en do,ar da handelaren slechts kleine voorraden tegelijk durven inslaan j, volgt de vetprijs den dollar-- of gulden-koers op den voet. 'Zoo is deze vetprijs nu:J.'l ruim "t viervou dige van'wat hij op 1'Januari was. Met '.de andere levensmiddelen is de prijsstij ging, hoewel in mindere mate, toch zoo dat men zich slechts het allernoodigste aanschaffen kan, daar de loon- en salaris stijging naar verhouding ver achter de prijsstijging aankomt. Deze prijsstijging wordt, behalve dóór cBen val van de Mark, die als sneeuw in do zon wegsmelt, nog bespoedigd door dc aanwezigheid van het bezettingsleger dat vele zaken uitkoopt en tegen welks koop kracht de Duitschers niet op kunnen. Een gevolg van de prijsstijging van le vensmiddelen en van kleeren, en tevens een gevolg van den geweldigen woning nood er .zijn in Essen alleen 21.000 fa milies, die geen woning hebben is een door de lange ontberingen, in en na hen oorlog, algoheele verzwakking van het volk die zich doet kennen in het steeds hoo ger wordende sterftecijfer. Zoo waren hier in 1915 van de 100 sterfgevallen 10.7 te wijten aan tering, 8.5 aa-i longontsteking en 0.2 aan griep. Voor 1022 bedragen deze getallen voor tering 15-8, longontsteking 11.8 en voor griep 3.7. 0>k bij de kleine kinderen, waarvan het ziekte- en sterfte cijfer onrustbarend toeneemt, is een steeds minder wordend weerstands-vermogen op tc merken, Een groep van menschen che er naast kinderen en zieken eveneens allerellen digst aan toe is, zijn de ouden van dagen, die niet meer arbeiden kunnen, van een pensioen van enkele honderden Marken leven moeten en dus hoofdzakelijk op de liefdladigheid of de bedelarij aangewezen zijn. Van een dominee, met wien ik voor enkele dagen sprak, hoorde ik over de el lende van deze menschen verhalen, waar mee een artikel zou zijn te vullen. Herhaaldelijk gebeurt het hier, dat oude menschen aan den weg- of straatkant dood gevonden worden, dood gehongerd in den letterlijken zin van heb woord. Als men dit alles leest, geeft dat slechts een flauwen indruk van de ellende die hier geleden wordt, ziet men hier in de volksbuurten alles in werkelijkheid, dan is ciit nog oneindig veel erger. Zooals de gemeente-arts ,die mij deze dingen vertelde, zei: de gezondheidstoe stand van het volk is hier hopeloos. B. KORFBAL. Pernix IS. D. 0. II 60. In de zon Zaterdag jL ges poolden wodstrijd bracht Pernix hot tot een 4e overwinning. Per nix spoelde echter tang niet dat spol, wat we van haar gewoon zijn; de hoeren schoten zeer slecht, de dames maakten echter een uitzonde ring. S. D. O. was in alle opzichten verre in de minderheid, zoodat do uitslag vooir S. D. 0. nogal geflatteerd is. BILJARTEN. Gisteravond hooft de tweed» ontmoeting plaats gehad tusschen Flora I (NoorcLwijk) en D.O.S. I (Leiden), in hot clublokaal van D. O. S., met de volgende uitslagen: pat. brt. fa.s. gem. P. v. d. Vdugt (Fi.) 117 53 11 2.20 H. Aalborsiborg (ros.) 125 53 13 2.36 J. Koolewijn (FI.) 29 15 9 1.93 I. Pardon 125 15 18 8.33 P. v. nI. Voort (FI.) 125 29 1G 4.31 J. Th. Beuk 120 28 28 4.28 H. Koemans (ree. Fl.) 72 41 11 1.75 J. A. Roos» (reserve) 125 41 16 3.05 Ohr. v. d. Voort (Fl.) 104 41 15 2.53 C. A. Burggraaf 125 41 10 3.05 Totaal Flora 447, totaal D. O. S. G20. Vorige stand Flora 469, D. O. S. 625. Flora totaal 916; D. 0, S. totaal 1245. Do verg. zilveren medaille is aldus gewonnen door D. 0, S. mot 329 car. voor. Donderdagavond -hoopt D. OS. I voor de tweede maal Excelsior Iq Lisse te ontmoeten, tor,wijl Vrijdagavond a.s, 1). O. B. I van Voor- sclwjriop, met ficn gemengd vijftal van D- 0. S. to Lpidpn voor .'l eorsi een wedstrijd' zullen bonden, in het clublokaal van D. 0. S. To Leeuwarden hebben Wi tuners on Dommc- Tirfg oen match ovor 2000 caramboles gespeeld mot volgend resultaat: Wdomens 2000 p. in 103 brt. h.s. 88 gom. 19.61 Hammering 1663 p. in 102 brt., h.s. 130, gom. 16.29. IJSSPORT. To Haffiar zijn do Europeosche kampioen schappen verreden. De uitslag is: Stroera, Noorwegen, Europoesoh kampioen -met 101/3 punt. Nr. 2. Thunfeerg, Finland, mot 13 punten. RoaM Larson, Noorwegen. 16 pnt. PLUIMVEE. Welke broedeieren neemt „Jan de Fokker?" ,,Jan de Fokker" houdt kippen Die wor den een dagje ouder en moeten eens worden vervangen. Dies koestert hij plannen om kuikens te fokken. Hij vraagt inlichtingen bij zijn buurman, die óók kippeu houdt, en de zaak komt in orde. Een broedgclegen- heid wordt gezocht en gevondende broed- sehe hen komt ook wel en nu de eieren. Zijn eigen kippen hebben altijd beet ge legd ja, er warén or bij, die in 't voor jaar vijf dagen achtereen legden, en ook wel enkelen van twee dagen achtereen en dan een dag overslaan. Waarom zou hij dan zoo-,,veol geld" uitgeven voor geannon ceerde broedeieren, als hij ze zelf biouon zijn bereik heeft? Een haan loopt er toch ook bij. Hoe is hij aau dien haan geko men 1 Is hot er een, dien hij indertijd ge lijk met de jonge hoenders heeft gekocht, een volle of halve broer van de hennen, of heeft hij dien als „onverwant" gekocht? En nu hot cardinale punt: Weet hij iets van de afstamming ïïd dien haan af? Weet hij of die geboren fs uit productieve dieren, zoowel van moe ders- als van vaderskantWant de haan is toch de halve toom! Een klungel van een haan kan do gunstige hoe danigheden der hennen, waar hij mee ge paard wordt, in hun nakomelingeu zeer ongunstig beïnvloeden, andersom ook weer gunstig bevorderen. Gewoonlijk weet hij het niet, blijft dus in do loterij spelen, gaat geen stap vooruit, mag zelfs al in zijn nopjes zijn, wanneer hij op dezelfde hoogte blijft.. 't Is geen overdreven voorstelling, welke, wij hier geven; och neen, het gaat soms nog veel anders, veel droeviger. Hoenders, waarvan men geen gepreciseerde legcijfers weot, zijn gelijk aan dominoe-steenen, welke met de zwarte zijde naar boven liggen.- Zichtbaar zijn ze uiterlijk volkomen gelijk waardig. Maar bekijkt ze eens aan den binnenkant! Dubböl-zes 'ligt- broederlijk naast dubbel-blank, met de verschillende an dere waardeeringen daar tusschen in. Van die uiterlijke gelijkwaardigheid blijft niet veel over! En het is niet alleen de kleine kippenfokv ker, do leek, die zoo verder boert; het is niet het grootste contingent van onze boe- ren-pluimveehouders, die jaar in, jaar uit zoo gewerkt hebben en nog werken; ook zij, die het hoenderbedrijf als vak uitoefenen, gaan nog dikwijls op .die wijze in zee. Zij mogen dan wol een stap vorder zijn geko- men, de lichamelijk achterlijken uitscha kelen, de hoenders, die b.v. in Januari nog niet gelegd hebben als fokhoenders negee- ren, de algeheéle bijzonderheden, welke hij absoluut noodig heeft, om de toevalligheden zooveel mogelijk te vermijden, heeft hij niet' tot zijn beschikking. Br zijn enkelen, die hun hoenders al bijzonder goed kennen, hierin geleid doqr uiterst nauwkeurige-waarnemingen, en ge bruik makend van primitieve hulpmiddelen, als bijv. de hennen onderling onderschei-" den door het aanleggen van gekleurde rin gen maar behalve dat dit systeem tijdroo* vond is en niet geheel en al veHig, gaat het nog alleen voor hem op, die een beperkt aan. tal dieren bezit. Anders zijn ze zelfs bij de grootste nauwgezetheid nog niet uit elkaar te houden. Zoo hebben o.a. eenige leden der Wel sumer Pluimveefokveireeniging gewerkt, met bepaald verrassend gunstige1 result.'-ten. Maar,nii zij daar het valnest-systeem heb ben leeren kennen cn dit bij hun beide fok- stations hebben toegepast, voelen zij toch' hoe zij het zich jaren lang moeilijk hebben gemaakt, op hoeveel meer eenvoudige wijze .zij dezelfde resultaten en nog meer zekerder hadden kunnen verkrijgen. De. moderne hoenderteelt drijft dan ook op de vainest-, controle. Alleen door toepassing van dit systeem zullen wij kunnen komen tot don eisch der tijdenBeter Pluimvee HOOGE RAAD. Gisteren behandelde de Hoogo Raad het beroep van Th. M. P., te Leiden, we gens mishandeling door den politierechter te 's-Gravenhage veroordeeld tot f 25 boete en in hooger beroep door het Haagsche hof tot 2 maanden gevangenisstraf veroordeeld. De verdediger van requirant, mr. W. Nathans, betoogde, dat het Hof met zijn arrest niet kan volstaan, aangezien de ver oordeelde recht had op een behoorlijke mo tiveering. Dc uitspraak volgt 5 Maart ,a.s. Roman van 6. HABDWiG. 19) Zij luisterde nog eon oogenblik naar het Bporengerinkel op den hard bevroren grond, vervolgens ging zij door do zijdeur do trappen op en naar haar kleine ka mertje. Beven brandde de lamp. Een verkwis tende handelwijze der kaïnenier. Mia wierp den le cl ijken mantel van zich af, als een vlinder, die zich van rijn oocoo but doet. Kleeschen zat den volgenden morgen nog aan de öntbijtitafel, toen Mia als een zonne straal de kamer binnentrad, om haar voor het plezier, dat zij haar had bezorgd, te be danken. „Was het mooi?" vroeg de oude dame nieuwsgierig en streek de banden van haar muts naar achteren. „Als in een sprookje 1" „Mia kon bijna geen woorden genoeg vin den om allo pracht te beschrijven, en, Kleeschen 3iad geen voorstellingsvermogen genoeg om hot vertelde in zich op te nemen. „Nu, boor eens, lieve Helling," zeide zij ten slotte bevredigd; „het plezier zal bij onze Hoogheid niet zoo groot zijn. Ik was hang, dat het baar ter ooren zou komen. Het spijt me. Dus, u zed, dat bloemen kransen niet werden gedragen? Ooik geen krullen? „Neen," zei Mia heel bedrukt. De kamenier kwam binnen en riep baar om bij de Prinses te komen. De oude hoogheid zat stijf rechtop in haar leunstoel voor het opengeslagen dag boek en met nauwelijks gebogen hoofd. „Ik wilde u rnaajr meedeelen, dat ik de familie Brinkmann voor een stel dwazen houdt. Iemand als u past niet in mijn huis. Revoluties onderdrukt men het beste in het begin. En daar u blijkbaar aan de stilte van ons leven evenmin smaak vindt, als ik aan nachtelijke buitensporigheden, wensoh ik, dat u uw talenten in een andere om geving zult ontwikkelen. Hoe eer hoe beter. U bent ontslagen, freule von Helling." Mia wa3 zóó verschrokken, dat zij als ver stijfd op den drempel bleef staan. „U bent ontslagen," herhaalde de Prin ses scherp. Toen ging zij naar buiten, inwendig bit ter schreiend, wat hier niet tot een uit barsting kon komen. Mevrouw Sohratt wilde haar troosten, maar rij schudde haar hoofd en snikte luid. Het was haar alsof zij ging sterven. En juist op dat moment-, als een ster in den donkeren nacht, kwam een brief van me vrouw von Mersbaoh. De barones schreef, dat zoo freule van Helling haar betrekking in 'het oude slot werkelijk opgaf, zij Mia als dame van ge zelschap in Elbental in haar dienst wensoh- te te nemen, zonder eenige persoonlijke be spreking, daar zoo iets Prinses Christiana misschien niet aangenaam zou zijn. Nu waren Mi a's tranen weldra verdwe^ non. Wel kon zij zich het voorkomen van barones von Mersbaoh niet herinneren uit de velen, die aan haar waren voorgesteld, maar hot waszijn moeder. „Er was dus toch een antwoord op zijn vraag: „Of wij elkaar ergens zullen weer zien Na het bal was het meer opnieuw dicht gevroren. Spiegel blank glinsterde het ijs onder de heldere middagzonEen muziek korps deed vroolijke deuntjes weerklinken on lokte heelo scharen schaatsenrijders op dc kristallen vlakte. Tegen twee uur, toen de groote drukte langzamerhand voorbij was, verscheen de Erfprinses met haar hofdame op het ijs. Zij was een hartstochtelijk soh aatsenri jd- ster, koen en levendig en van buitenge wone bevalligheid. „Ik moest mij zeer vergissen," zei gravin Heilsberg ter wijl de lakei dor Prinses de Bohaatsen onderbond, „wanneer daar niet ritmeester von Mersbach met een Trötters rijdt." „Best mogelijk!" Het hart dei Prinses klopte gejaagd bij deze woorden. Zij wist immers, dot hij zou komen. „Heeft Uw Koninklijke Hoogheid reeds het nieuwste gehoord?" vroeg de Gravin zachtjes. „Nieuws? Hoer ie dat stadje? Men heeft u een sprookje op den mouw gespeld; lieve!" „Inderdiaja/d, verzekerde de Gravin ijve rig. Het is al zonderling genoeg, om we gens een bal ontslagen te wordenmaaö* dat barones Helling direct m den looppas naar het slot Elbental is gegaan, is toch heel wonderlijk." „Waarheen?" Alexandra Louise drukte haar hand op den arm der Gravin. „Naar Elbental, Koninklijke Hoogheid. Men bad er tot nog toe nooit van geboord, dat barones von Mersbaoh een dame van gezelschap wilde nemen." „Zij kan doen, wat zij wil," zei de Prin ses koel. „Wat kan dat een ander schelen Daoh zij gevoelde zoo'n pijn in haar borst en haar slapen, dat heb spiegelende ijs haar afkeer inboezemde. Een groep dames en heeren uit de hofkringen reden achter elkaar op haar toe, bleven staan en maak ten een buiging. Zij zag slechts één, en die ééne reed naast haar. „Vooruit, Gravin 1" riep zij luide. „Laat eens zier, wat u kunt!" Onclorwijl vloog zij met Mersbach als een vogel over het ijs. „Is het waar?" zei ze haastig onder hot rijden. „Komt de blonde Helling bij jullie op Elbental?" „Bij mij niet," zei hij kalm. „Bij mijn moeder." Zij begon te lachen. „Zij komt dus! Op wiens wenseh, wanneer ik zoo indiscreet mag zijn?" „Op wensch van Haar Hoogheid de Her togin." „A zoo! En u hebt dus daarbij in het geheel nieib??"- „Neen! Ook wanneer ik dat wel had ge had, of deze of een ander, het is mij tooh het zelfde." Zij had haar oogen gesloten. Toen zij ze weer opende, vroeg zij, hem scherp aan ziende: „Er is in 't geheel geen gevaar bij voor uw hart?" „Gevaar?" zei hij langzaam. „Niet daar De Prinses keerde zich vroolijk om. „Maar lieve Gravin, nog hebt u geen amor- vleugelB I Och ja," riep zij, de handen te gen haar borst drukkend, „kon men maai eens zijn ziel naar buiten zenden „Misschien zou zij dan don weg niet meer terugvinden," zei Mersbach zachte „en bleef zij bij een ander." „In dit bijzonder geval," zei Alexandra Louise tegen de Gravin, die van het onder houd niets begreep, ,,zou u don het verlies, betreuren De Gravin poogde geestig tc glimlachen. „Hebben wij over het algemeen een ziel?" riep dc Prinses zenuwachtig. Wie heeft dat kleppend, jagend -ding ooit ge zien? Geest en gevoelen verdwijnen mot don emchlag van het hart. Wat voor eon onvenvelkbare bloem zal tusschen hen bloeien „Men geeft toch aan hot voorwerp zijner liefde zijn ziel," zeide dc Gravin. „Doet men dat?" lachte Alexandra Louise spottend. „O, hoe gelukkig moot het zijn te kunnen zeggen: Hier hebt ge mijn zielDan zal het gouden tijdperk voor de vrouwelijke wereld aangobrokon rijn. De leelijk&te zal kunnen pronken mot haar gaven. Ik geloof echter, lieve Gravin," voegde zij schertsend hieraan toe, „dat de mannon niet bepaald gesteld zijn op zielen, zooaïs u meent. En nu vooruit, vooruit! Zij wenddo zioh om en vloog beiden vcer bij, in den kring. Maar alleen en in zichzélf gekeerd. Avonds trad de Erfprins in haar kamer. „Ik dacht, dat je een bedrijf in de apora. wilde zien? Het was mijn bedoeling je te vergezellen," zeide hij aarzelend. Zij wierp hot boek, waarin zij gcLzCÖ had, ter zijde en richtte zioh op. (Wordt vervolgd.), r t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5