Ds Prins uit hetSprookje
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 6 Februari.
Tweede Blad. Anno 1923.
Uit het nieuw bezette land.
SPORT.
LAND- EN TUINBOUW.
RECHTZAKEN.
FEUILLETON
vm
fjo. 19301.
(Van onzen eigen correspondent.)
XVII.
Eéweiij 30 Januari.
Hél legöüt nu in Essen; niet goed stevig
achter elkaar door. maar zoo'n motterige
klieder-regen, die langs de huizen neer-
druppelt, die als een natte vlaag in je
gezicht -.vasH als je den hoek van een
straat om gaat. Alles is vies. vuns, vuil,
grauw, alles is smerig.
In Holland klagen de menschen we! eens
pver den regen en ze zuchten dan diep
over de gemeenheid van het weer; maar
als die IleUar/iers het hier in het Roer
gebied zagen regenen, hier, waar maar an
derhalve boon: slaat, omdat de andere zijn
Omgehakt omdat cp die plaats fabrieken
moesten komen, dan zouden ze hun Hol-
landsche legen nog heilig achten vergeleken
bij wat hier tusschen de fabriekspijpen naar
beneden sijpelt.
Grauw is het weer hier, grauw zijn hier
de gedachten van de menschen en grauw
en eentonig wordt langzamerhand ook
die geschiedenis hier aan de Roer. Ik
ben hier nu zoowat twee en een halve
week, naar mijn gevoel al een paar maan
den, en wacht nog steeds op de groote
gebeurtenis. Eerst zou het de bezetting
zijn, maar daar wende men hier gauw
aan; de Duitschers schreeuwden overal
'hard van „laat de Franschen maar Ko
men, we zullen ze wel op d'r kop slaan",
maar als echte kwajongens hebben ze het
bij schreeuwen gelaten. Toen da Franse he
troepen i,;nuentrokken, hier in Essen en
'JBochum en Dortmund, heeft- de heele be
volking met open monden or naar staan
gapen en geen hand uitgestoken. En tot
tm toe is er nog geen hand uitgestoken
en er zal in den eersten tijd ook nog wel
niets met geweld tegen de Franschen on
dernomen worden.
In den begiune, toen de stemming er
bog goed in was, toen elke gebeurtenis
iets nieuws was, toen was ieder en ik
aelf ook steeds in afwachting van wat er
'komer. zou. Als de Franschen maar eens
met maatregelen begonnen, dan zou het
wel mis gaan. De eerste in beslagneming
van een mijn, de eerste bezetting van een
station, een postkantoor, de eerste ge
vangenneming van een beambte, met
spanning werd alles tegemoet gezien, dan
zou Let wel losbarsten. En ziet, er zijn
v verscheidene mijnc-n en verscheidene sta
tions en verscheidene postkantoren bezet
en er worden, vooral op het oogenblik,
steeds meer beambten gevangen genomen,
en nog altijd is de kruik niet gebarsten.
Joch zou ik niet willen zeggen, dat de
stemming er bft de Duitscher uit is, ze is
alleen veranderd.
IWil men de volksstemming hier op het
oogenblik eenigszius leeren kennen, dan
is dit het best te doen door met men-
•chen uit het volk zelf te spreken, op
straat, in trams, enz. Ik heb dit herhaal-
dëlgSt gedaan en beu voor mezelf lot de
Overtuiging gekomen, dat in den beginne
hét een overdreven schetterrstemmitig van
Teel schreeuwen en niets doen was; nu z'g'n
ze wat kalmer geworden, maar daardoor
toch niet Franschlie vender. Integendeel,
door de steeds verder gaande Fransche
maatregelen, die men hier nu aan den
lijve begint te voelen, vooral in het hooger
worden\an de prijzen en het schaarscher
worden van de levensmiddelen, wordt een
gedeelte van het volk verbitterd en dat is
eigenlijk veel gevaarlijker dan zoo'n over
dreven schxeeuw-st-emming. Niet voor het
oogenblik zelf is het gevaarlijk, zoo gauw
zal het niet gaan, maar de haat, die bij
al die kleine gebeurtenissen als het gevan
gen nemen van beambten en het wegvoe
ren van hen, steeds weer geprikkeld wordt,
v zal op den langen duur zijn uitwerking niet
- missen. Het is of velen door deze haat
vergiftigd worden en dé jeugd, vooral uit
beambten kringen en meer nationaal ge-
r zinde omgeving, in het bijzonder.
Men denke zich slechts jongens van een
jaar of vijftien, zestien, die dus den afge-
loopen oorlog nog in hun herinnering
hebben, van wie misschien broers, vaders,
In ieder geval bekenden, gesneuveld zijn,
eta die nu in den Franschen haat zftn op
gegroeid; dat is het opkomend geslacht,
dat over enkele tientallen van jaren het
weer op een oorlog met Frankrijk zal aan
sturen, overtuigd als ze zijn van de nood
zaak om zich te wreken.
Mijns inziens is dit de grootste domheid,
die de Franse hen nu begaan: ze doen in
zekere kringen een wrok ontstaan, die het
verlangen wekt om, als Duitschland eens
weer machtig is, weer oorlog te maken
en in Parijs de ruiten in te gaan slaan.
Die paar ton kolen, die de Fraascnen min
der kregen, zijn voor nun volksbestaan
minder gevaarlijk dan een dergelijke
Duitsehe oorlogsstemming, die door hun
optreden hier, niet bij de groote arbeiders
massa, maar bij nationaal gezinden, hoe
langer hoe meer begint te komen. AI zijn
de Duitschers nu giftiger dan ze over
enkele jaren zijn zullen, de herinnering
aan deze geheele geschiedenis zal bij blij
ven, en een gedachte, die er in de jeugd
is ingebracht, jaren lang, gaat niet gauw
weei verloren.
Ik schreef, men begint de Frrtn>che maat
regelen aan den lrjve te vo?!en. Onder die
„men" versta ik dan in hoofdzaak de arbei
dende bevolking, waarvan de kleedings- en
vooral de voedingstoestand allerdroevigst is.
Dc. kleedingstoestand komt natuurlijk
pas in de tweede plaats, nieuwe kleeren
koopt men zich niet elke week, en de be
zetting is pas kort hier. Op het gebied
van kleeding zijn 'nier dus nog de toe
standen zooals die voor de Roer-bezett:ng
waren, doch deze toestanden zijn ook al
heel slecht en zullen, zonder eenigen twij
fel, nog wel slechter worden.
Wil men eenigszius een idee krijgen van
den huldigen toestand, dan moet men zijn
kennismaking met het Duitsche volk
niet alleen beperken tot in de groote café's,
waar alles er, gemiddeld genomen, nog
vrij behoorlijk uitziet, maar men moet de
mindere buurten eens doorwandelen. Daar
is men te m'ddea van de arbeidersbevolking
en daar merkt men pas, wat een armoede
er geleden wordt. Het valt b.v. op hoeveei
jongens en mannen er zonder hemd of on-
derkleeren loopen, slechts een vest en jas
over hun bloote borst; hoeveel kinderen er
zonder kousen of met vodden, die nauwe
lijks den naam van kousen kunnen dragen,
over straat gaan; een soort sandalen, hou
ten plankjes met banden over den voet
gebonden, ziet men veel in plaats van
schoenen; ook de in den oorlog in gebruik
geraakte „Papier Wasche", ondergoed uit
papier vervaardigd, wordt nog in menigen
winkel verkocht.
Is de kleedingstoestand slecht, de voe
dingstoestand van het volk is dit nog veei
meer en wordt van dag tot dag wanhopiger.
Ik sprak hierover met een gemeente-arts
te Essen en uit hetgeen hgi me mededeelde!
vertel ik hier eenige dingen:
De yoédingstoestahdl in deze stad (we
kunnen wel aannemen, dat het in andere
steden in het Roergebied hetzelfde is) is
voor kinderen en voor zieken het aller
ernstigst.
Als we bedenken, dat in liet ongeveer
25Q0' XM2, groote Roergebied 4.000.000
menschen wonen, dus meer clan in Zwit
serland, en dat 2/3 van deze menschen in
mijnen of sbaal-fabrieken werken en de
overblijvenden voor 't overgroote gedeelte
in handel en verkeer een bestaan vinden,
dan spreokt het vanzelf, dat er aan land
bouw hier zoo goed als niet gedaan worcüfc
en alle levensmiddelen van elders, meest
van het buitenland, ingevoerd moeten
worden.
De invoer van melk, hoofdzakelijk dus
voor zieken en kinderen bestemd, was voor
dien oorlog, toen Essen nog een bevolking
had van 280.000 zielen, dagelijks 120.000
L. Nu heeft Essen 500.000 inwoners en de
molkaanvoer is per dag niet meer dan 15
tot 20.000, soms zelfs niet meer dan 7 tot
8000 Liter.
Hot aantal kinderen niet ouder dan twee
jaar, die men dus nog met den naam van
zuigeling bestempelen ruag, bedraagt hier
in de stad. 22.000., Kinderen tusschen de
twee en veertien jaar, de dus grooten-
deols uit den oorlogstijd stammen en «us
zeer slecht gevoed zijn, zijn er 130.000;
slechts de zuigelingen komen in aanmer
king voor melk. Het aantal zeer ernstige
zieken bedraagt op het oogenblik 27.000.
Door de artsen worden uit deze zware
zieken, die in gewone tijden zeker een Li
ter melk tliags moesten hebben, 7000 uit
gezocht, die als allerernstigste gevallen
melkkaarten krijgen. Deze 22.000 zuigelin
gen en 7000 zwaar zieken maken tezamen
een getal vaü 20.000 menschen en mensch-
jes, die melk moeten hebben. Moeten heb
ben, maar het dikwijls niet krijgen, want
als de melkaanvoer zeer gering is geweest,
kan slechts aan een deel van hen een
kleine hoeveelheid worden uitgereikt. Bij
de melkuitdeeling gaan de kinderen steeds
voor, de zieken komen pas in do tweede
plaats. Van de 300 dagetijksche zieken-at-
testen van den gemeente-ziekendienst wor
den er dan ook slcohts aan een 30-tal van
de zieken melkkaarten uitgereikt. Melk
krijgen ze dan pas als de kinderen gehad
hebben. Een uitzondering op den regel
maken de zieken van het Fransche leger,
die vóór alles melk moeten hebben. In Es
sen eischt de Fransche ziekendienst dit
dagelijks voor óO zieken, of er voor de Duit
sche zieken of voor dc Duitsche kinderen
to kort is, doet niets ter zake.
Er is nog iets dat de voeding van de
meest ondervoede kinderen zeer benadeelt
en dat is de inbeslagneming van 18—20
scholen hier ter stede, waardoor 8000 kin
deren geen school hebben. Dit heeft niet
alleen ton gevolge, <3at, om het onderwijs
zoo weinig mogelijk te onderbreken, de
kinderen soms naar naburige scholen wor
den gezonden, waarvoor zij ver moeten
loopen, doch ook dat door het gebrek aan
schoolruimte de. z.g. Schulspeisigung, dte
extra voeding, van 10.000 van de aller
zwakste en meest ondervoede kinderen,
voor de eene helft door de Amerikaansohe
Kwakers en voor de andere helft door
liefdadigen, is moeten ophouden.
De Ober Medizinalrat in Essen heeft on
langs medegedieeld, dat van do vijftig Kin
deren die met Paaschen a.s. do school zul
len verlaten, slechts één normaal gezond
is. Eén van de vijftig kinderen slechts
volkomen gezond. Dat zijn ontstellende
cijfers, waar men hier eohter machteloos
tegenover staat, daar het geld ontbreekt
om voor een betere voeding te zorgen.
Hulp uit het buitenland is het eenige waar
men in zulke gevallen nog op hoopt.
De meeste levensmiddelen, uitgezonderd
melk, zijn in Essen nog te krijgen, daar
dagelijks nog aanvoer plaats heeft. Dc
prijzen die echter dagelijks hooger wor
den, zijn voor de bevolking niet moer tc
betalen. Melk b.v., die in Januari 1922 per
L. 7 Mark kostte, kost nu 500 Mark per
Liter, zoodat al was er genoeg, toch maar
enkelen zich de weelde zouden kunnen ver
oorloven om zoo'n uitgave te doen.
Vet, boter of margarine is zoo duur ge
worden, dlat een groot deel van do bevol
king dit niet meer koop en kan. Alle vet
wordt uit het buitenland ingevoerd en do,ar
da handelaren slechts kleine voorraden
tegelijk durven inslaan j, volgt de vetprijs
den dollar-- of gulden-koers op den voet.
'Zoo is deze vetprijs nu:J.'l ruim "t viervou
dige van'wat hij op 1'Januari was. Met
'.de andere levensmiddelen is de prijsstij
ging, hoewel in mindere mate, toch zoo
dat men zich slechts het allernoodigste
aanschaffen kan, daar de loon- en salaris
stijging naar verhouding ver achter de
prijsstijging aankomt.
Deze prijsstijging wordt, behalve dóór
cBen val van de Mark, die als sneeuw in
do zon wegsmelt, nog bespoedigd door dc
aanwezigheid van het bezettingsleger dat
vele zaken uitkoopt en tegen welks koop
kracht de Duitschers niet op kunnen.
Een gevolg van de prijsstijging van le
vensmiddelen en van kleeren, en tevens
een gevolg van den geweldigen woning
nood er .zijn in Essen alleen 21.000 fa
milies, die geen woning hebben is een
door de lange ontberingen, in en na hen
oorlog, algoheele verzwakking van het volk
die zich doet kennen in het steeds hoo
ger wordende sterftecijfer. Zoo waren hier
in 1915 van de 100 sterfgevallen 10.7 te
wijten aan tering, 8.5 aa-i longontsteking
en 0.2 aan griep. Voor 1022 bedragen deze
getallen voor tering 15-8, longontsteking
11.8 en voor griep 3.7. 0>k bij de kleine
kinderen, waarvan het ziekte- en sterfte
cijfer onrustbarend toeneemt, is een steeds
minder wordend weerstands-vermogen op
tc merken,
Een groep van menschen che er naast
kinderen en zieken eveneens allerellen
digst aan toe is, zijn de ouden van dagen,
die niet meer arbeiden kunnen, van een
pensioen van enkele honderden Marken
leven moeten en dus hoofdzakelijk op de
liefdladigheid of de bedelarij aangewezen
zijn. Van een dominee, met wien ik voor
enkele dagen sprak, hoorde ik over de el
lende van deze menschen verhalen, waar
mee een artikel zou zijn te vullen.
Herhaaldelijk gebeurt het hier, dat oude
menschen aan den weg- of straatkant dood
gevonden worden, dood gehongerd in den
letterlijken zin van heb woord.
Als men dit alles leest, geeft dat slechts
een flauwen indruk van de ellende die
hier geleden wordt, ziet men hier in de
volksbuurten alles in werkelijkheid, dan
is ciit nog oneindig veel erger.
Zooals de gemeente-arts ,die mij deze
dingen vertelde, zei: de gezondheidstoe
stand van het volk is hier hopeloos.
B.
KORFBAL.
Pernix IS. D. 0. II 60.
In de zon Zaterdag jL ges poolden wodstrijd
bracht Pernix hot tot een 4e overwinning. Per
nix spoelde echter tang niet dat spol, wat we
van haar gewoon zijn; de hoeren schoten zeer
slecht, de dames maakten echter een uitzonde
ring. S. D. O. was in alle opzichten verre in
de minderheid, zoodat do uitslag vooir S. D. 0.
nogal geflatteerd is.
BILJARTEN.
Gisteravond hooft de tweed» ontmoeting plaats
gehad tusschen Flora I (NoorcLwijk) en D.O.S. I
(Leiden), in hot clublokaal van D. O. S., met
de volgende uitslagen:
pat. brt. fa.s. gem.
P. v. d. Vdugt (Fi.) 117 53 11 2.20
H. Aalborsiborg (ros.) 125 53 13 2.36
J. Koolewijn (FI.) 29 15 9 1.93
I. Pardon 125 15 18 8.33
P. v. nI. Voort (FI.) 125 29 1G 4.31
J. Th. Beuk 120 28 28 4.28
H. Koemans (ree. Fl.) 72 41 11 1.75
J. A. Roos» (reserve) 125 41 16 3.05
Ohr. v. d. Voort (Fl.) 104 41 15 2.53
C. A. Burggraaf 125 41 10 3.05
Totaal Flora 447, totaal D. O. S. G20.
Vorige stand Flora 469, D. O. S. 625.
Flora totaal 916; D. 0, S. totaal 1245. Do
verg. zilveren medaille is aldus gewonnen door
D. 0, S. mot 329 car. voor.
Donderdagavond -hoopt D. OS. I voor de
tweede maal Excelsior Iq Lisse te ontmoeten,
tor,wijl Vrijdagavond a.s, 1). O. B. I van Voor-
sclwjriop, met ficn gemengd vijftal van D- 0. S.
to Lpidpn voor .'l eorsi een wedstrijd' zullen
bonden, in het clublokaal van D. 0. S.
To Leeuwarden hebben Wi tuners on Dommc-
Tirfg oen match ovor 2000 caramboles gespeeld
mot volgend resultaat:
Wdomens 2000 p. in 103 brt. h.s. 88 gom. 19.61
Hammering 1663 p. in 102 brt., h.s. 130,
gom. 16.29.
IJSSPORT.
To Haffiar zijn do Europeosche kampioen
schappen verreden. De uitslag is:
Stroera, Noorwegen, Europoesoh kampioen
-met 101/3 punt. Nr. 2. Thunfeerg, Finland, mot
13 punten. RoaM Larson, Noorwegen. 16 pnt.
PLUIMVEE.
Welke broedeieren neemt „Jan de Fokker?"
,,Jan de Fokker" houdt kippen Die wor
den een dagje ouder en moeten eens worden
vervangen. Dies koestert hij plannen om
kuikens te fokken. Hij vraagt inlichtingen
bij zijn buurman, die óók kippeu houdt, en
de zaak komt in orde. Een broedgclegen-
heid wordt gezocht en gevondende broed-
sehe hen komt ook wel en nu de eieren.
Zijn eigen kippen hebben altijd beet ge
legd ja, er warén or bij, die in 't voor
jaar vijf dagen achtereen legden, en ook
wel enkelen van twee dagen achtereen en
dan een dag overslaan. Waarom zou hij dan
zoo-,,veol geld" uitgeven voor geannon
ceerde broedeieren, als hij ze zelf biouon
zijn bereik heeft? Een haan loopt er toch
ook bij. Hoe is hij aau dien haan geko
men 1 Is hot er een, dien hij indertijd ge
lijk met de jonge hoenders heeft gekocht,
een volle of halve broer van de hennen, of
heeft hij dien als „onverwant" gekocht?
En nu hot cardinale punt: Weet hij
iets van de afstamming ïïd
dien haan af? Weet hij of die geboren
fs uit productieve dieren, zoowel van moe
ders- als van vaderskantWant de
haan is toch de halve toom! Een
klungel van een haan kan do gunstige hoe
danigheden der hennen, waar hij mee ge
paard wordt, in hun nakomelingeu zeer
ongunstig beïnvloeden, andersom ook weer
gunstig bevorderen. Gewoonlijk weet hij
het niet, blijft dus in do loterij spelen, gaat
geen stap vooruit, mag zelfs al in zijn nopjes
zijn, wanneer hij op dezelfde hoogte blijft..
't Is geen overdreven voorstelling, welke,
wij hier geven; och neen, het gaat soms
nog veel anders, veel droeviger. Hoenders,
waarvan men geen gepreciseerde legcijfers
weot, zijn gelijk aan dominoe-steenen, welke
met de zwarte zijde naar boven liggen.-
Zichtbaar zijn ze uiterlijk volkomen gelijk
waardig. Maar bekijkt ze eens aan den
binnenkant! Dubböl-zes 'ligt- broederlijk
naast dubbel-blank, met de verschillende an
dere waardeeringen daar tusschen in. Van
die uiterlijke gelijkwaardigheid blijft niet
veel over!
En het is niet alleen de kleine kippenfokv
ker, do leek, die zoo verder boert; het is
niet het grootste contingent van onze boe-
ren-pluimveehouders, die jaar in, jaar uit
zoo gewerkt hebben en nog werken; ook zij,
die het hoenderbedrijf als vak uitoefenen,
gaan nog dikwijls op .die wijze in zee. Zij
mogen dan wol een stap vorder zijn geko-
men, de lichamelijk achterlijken uitscha
kelen, de hoenders, die b.v. in Januari nog
niet gelegd hebben als fokhoenders negee-
ren, de algeheéle bijzonderheden, welke hij
absoluut noodig heeft, om de toevalligheden
zooveel mogelijk te vermijden, heeft hij niet'
tot zijn beschikking.
Br zijn enkelen, die hun hoenders al
bijzonder goed kennen, hierin geleid doqr
uiterst nauwkeurige-waarnemingen, en ge
bruik makend van primitieve hulpmiddelen,
als bijv. de hennen onderling onderschei-"
den door het aanleggen van gekleurde rin
gen maar behalve dat dit systeem tijdroo*
vond is en niet geheel en al veHig, gaat het
nog alleen voor hem op, die een beperkt aan.
tal dieren bezit. Anders zijn ze zelfs bij de
grootste nauwgezetheid nog niet uit elkaar
te houden.
Zoo hebben o.a. eenige leden der Wel
sumer Pluimveefokveireeniging gewerkt, met
bepaald verrassend gunstige1 result.'-ten.
Maar,nii zij daar het valnest-systeem heb
ben leeren kennen cn dit bij hun beide fok-
stations hebben toegepast, voelen zij toch'
hoe zij het zich jaren lang moeilijk hebben
gemaakt, op hoeveel meer eenvoudige wijze
.zij dezelfde resultaten en nog meer zekerder
hadden kunnen verkrijgen. De. moderne
hoenderteelt drijft dan ook op de vainest-,
controle. Alleen door toepassing van dit
systeem zullen wij kunnen komen tot don
eisch der tijdenBeter Pluimvee
HOOGE RAAD.
Gisteren behandelde de Hoogo Raad het
beroep van Th. M. P., te Leiden, we
gens mishandeling door den politierechter
te 's-Gravenhage veroordeeld tot f 25 boete
en in hooger beroep door het Haagsche hof
tot 2 maanden gevangenisstraf veroordeeld.
De verdediger van requirant, mr. W.
Nathans, betoogde, dat het Hof met zijn
arrest niet kan volstaan, aangezien de ver
oordeelde recht had op een behoorlijke mo
tiveering. Dc uitspraak volgt 5 Maart ,a.s.
Roman van 6. HABDWiG.
19)
Zij luisterde nog eon oogenblik naar het
Bporengerinkel op den hard bevroren
grond, vervolgens ging zij door do zijdeur
do trappen op en naar haar kleine ka
mertje.
Beven brandde de lamp. Een verkwis
tende handelwijze der kaïnenier.
Mia wierp den le cl ijken mantel van zich
af, als een vlinder, die zich van rijn oocoo
but doet.
Kleeschen zat den volgenden morgen nog
aan de öntbijtitafel, toen Mia als een zonne
straal de kamer binnentrad, om haar voor
het plezier, dat zij haar had bezorgd, te be
danken.
„Was het mooi?" vroeg de oude dame
nieuwsgierig en streek de banden van haar
muts naar achteren.
„Als in een sprookje 1"
„Mia kon bijna geen woorden genoeg vin
den om allo pracht te beschrijven, en,
Kleeschen 3iad geen voorstellingsvermogen
genoeg om hot vertelde in zich op te
nemen.
„Nu, boor eens, lieve Helling," zeide zij
ten slotte bevredigd; „het plezier zal bij
onze Hoogheid niet zoo groot zijn. Ik was
hang, dat het baar ter ooren zou komen.
Het spijt me. Dus, u zed, dat bloemen
kransen niet werden gedragen? Ooik geen
krullen?
„Neen," zei Mia heel bedrukt.
De kamenier kwam binnen en riep baar
om bij de Prinses te komen.
De oude hoogheid zat stijf rechtop in
haar leunstoel voor het opengeslagen dag
boek en met nauwelijks gebogen hoofd.
„Ik wilde u rnaajr meedeelen, dat ik de
familie Brinkmann voor een stel dwazen
houdt. Iemand als u past niet in mijn huis.
Revoluties onderdrukt men het beste in
het begin. En daar u blijkbaar aan de stilte
van ons leven evenmin smaak vindt, als ik
aan nachtelijke buitensporigheden, wensoh
ik, dat u uw talenten in een andere om
geving zult ontwikkelen. Hoe eer hoe beter.
U bent ontslagen, freule von Helling."
Mia wa3 zóó verschrokken, dat zij als ver
stijfd op den drempel bleef staan.
„U bent ontslagen," herhaalde de Prin
ses scherp.
Toen ging zij naar buiten, inwendig bit
ter schreiend, wat hier niet tot een uit
barsting kon komen.
Mevrouw Sohratt wilde haar troosten,
maar rij schudde haar hoofd en snikte luid.
Het was haar alsof zij ging sterven. En
juist op dat moment-, als een ster in den
donkeren nacht, kwam een brief van me
vrouw von Mersbaoh.
De barones schreef, dat zoo freule van
Helling haar betrekking in 'het oude slot
werkelijk opgaf, zij Mia als dame van ge
zelschap in Elbental in haar dienst wensoh-
te te nemen, zonder eenige persoonlijke be
spreking, daar zoo iets Prinses Christiana
misschien niet aangenaam zou zijn.
Nu waren Mi a's tranen weldra verdwe^
non. Wel kon zij zich het voorkomen van
barones von Mersbaoh niet herinneren uit
de velen, die aan haar waren voorgesteld,
maar hot waszijn moeder.
„Er was dus toch een antwoord op zijn
vraag: „Of wij elkaar ergens zullen weer
zien
Na het bal was het meer opnieuw dicht
gevroren. Spiegel blank glinsterde het ijs
onder de heldere middagzonEen muziek
korps deed vroolijke deuntjes weerklinken
on lokte heelo scharen schaatsenrijders op
dc kristallen vlakte.
Tegen twee uur, toen de groote drukte
langzamerhand voorbij was, verscheen de
Erfprinses met haar hofdame op het ijs.
Zij was een hartstochtelijk soh aatsenri jd-
ster, koen en levendig en van buitenge
wone bevalligheid.
„Ik moest mij zeer vergissen," zei gravin
Heilsberg ter wijl de lakei dor Prinses de
Bohaatsen onderbond, „wanneer daar niet
ritmeester von Mersbach met een Trötters
rijdt."
„Best mogelijk!"
Het hart dei Prinses klopte gejaagd bij
deze woorden. Zij wist immers, dot hij zou
komen.
„Heeft Uw Koninklijke Hoogheid reeds
het nieuwste gehoord?" vroeg de Gravin
zachtjes.
„Nieuws? Hoer ie dat stadje? Men heeft
u een sprookje op den mouw gespeld;
lieve!"
„Inderdiaja/d, verzekerde de Gravin ijve
rig. Het is al zonderling genoeg, om we
gens een bal ontslagen te wordenmaaö*
dat barones Helling direct m den looppas
naar het slot Elbental is gegaan, is toch
heel wonderlijk."
„Waarheen?" Alexandra Louise drukte
haar hand op den arm der Gravin.
„Naar Elbental, Koninklijke Hoogheid.
Men bad er tot nog toe nooit van geboord,
dat barones von Mersbaoh een dame van
gezelschap wilde nemen."
„Zij kan doen, wat zij wil," zei de Prin
ses koel. „Wat kan dat een ander schelen
Daoh zij gevoelde zoo'n pijn in haar borst
en haar slapen, dat heb spiegelende ijs
haar afkeer inboezemde. Een groep dames
en heeren uit de hofkringen reden achter
elkaar op haar toe, bleven staan en maak
ten een buiging.
Zij zag slechts één, en die ééne reed
naast haar.
„Vooruit, Gravin 1" riep zij luide. „Laat
eens zier, wat u kunt!"
Onclorwijl vloog zij met Mersbach als een
vogel over het ijs.
„Is het waar?" zei ze haastig onder hot
rijden. „Komt de blonde Helling bij jullie
op Elbental?"
„Bij mij niet," zei hij kalm. „Bij mijn
moeder."
Zij begon te lachen. „Zij komt dus! Op
wiens wenseh, wanneer ik zoo indiscreet
mag zijn?"
„Op wensch van Haar Hoogheid de Her
togin."
„A zoo! En u hebt dus daarbij in het
geheel nieib??"-
„Neen! Ook wanneer ik dat wel had ge
had, of deze of een ander, het is mij tooh
het zelfde."
Zij had haar oogen gesloten. Toen zij ze
weer opende, vroeg zij, hem scherp aan
ziende:
„Er is in 't geheel geen gevaar bij voor
uw hart?"
„Gevaar?" zei hij langzaam. „Niet
daar
De Prinses keerde zich vroolijk om.
„Maar lieve Gravin, nog hebt u geen amor-
vleugelB I Och ja," riep zij, de handen te
gen haar borst drukkend, „kon men maai
eens zijn ziel naar buiten zenden
„Misschien zou zij dan don weg niet
meer terugvinden," zei Mersbach zachte
„en bleef zij bij een ander."
„In dit bijzonder geval," zei Alexandra
Louise tegen de Gravin, die van het onder
houd niets begreep, ,,zou u don het verlies,
betreuren
De Gravin poogde geestig tc glimlachen.
„Hebben wij over het algemeen een
ziel?" riep dc Prinses zenuwachtig. Wie
heeft dat kleppend, jagend -ding ooit ge
zien? Geest en gevoelen verdwijnen mot
don emchlag van het hart. Wat voor eon
onvenvelkbare bloem zal tusschen hen
bloeien
„Men geeft toch aan hot voorwerp zijner
liefde zijn ziel," zeide dc Gravin.
„Doet men dat?" lachte Alexandra
Louise spottend. „O, hoe gelukkig moot
het zijn te kunnen zeggen: Hier hebt ge
mijn zielDan zal het gouden tijdperk voor
de vrouwelijke wereld aangobrokon rijn.
De leelijk&te zal kunnen pronken mot haar
gaven. Ik geloof echter, lieve Gravin,"
voegde zij schertsend hieraan toe, „dat de
mannon niet bepaald gesteld zijn op zielen,
zooaïs u meent. En nu vooruit, vooruit!
Zij wenddo zioh om en vloog beiden vcer
bij, in den kring. Maar alleen en in zichzélf
gekeerd.
Avonds trad de Erfprins in haar
kamer.
„Ik dacht, dat je een bedrijf in de apora.
wilde zien? Het was mijn bedoeling je te
vergezellen," zeide hij aarzelend.
Zij wierp hot boek, waarin zij gcLzCÖ
had, ter zijde en richtte zioh op.
(Wordt vervolgd.),
r t