De Prins uit het Sprookje
No. 19299,
LE9DSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 Februari.
Tweede Blad. Anno 1923,
Uit het nieuw bezette iand.
UIT ONZE STAATSMACHINE.
FEUILLETON
Hl BUITENL WEEKOVERZICHT.
-KI-
We staan na de afgeloopen weekperiode
rvoor het volgendede Roer-geschiedenis
blijft zich steeds verder ontwikkelen in de
richting vian den chaosde conferentie te
Lausanne waarvoor een eervolle begrafenis
al was besteld, is weer opgeleefd, maar de
afloop blijft nog in 't onzekere hangen.
Merkwaardig is op to merken, hoe het
land, dat zich tot dusver zoover als 't
maar e enigs zins kon, heeft geschikt naar
icben wil dier oorlogsoverwinnaars, stukken
ten achter staat bij den eveneens overwon
nen bondgenoot, die van het, begin af aan
tegenstand heeft geboden. Waarbij evenwel
niet vergeten mag worden, dat Turkije
idoor ligging etc. tob verzet in staat was,
hetgeen bij Duitsohland, door het herstel
van Polen als het ware „eingekreist", niet
bet geval was. En dat maakt een groot
yerschil.
Frankrijk heeft Duitsohland evenwel
thans in een positie gedrongen, dat het
«ioh moet verweren e>n dit ook doen kan
omdat het totaal niets meer te verliezen
heeft. Alleen maai* te winnen. Dat is een
factor, waarmee Poincaré waarschijnlijk
niet gerekend heeft, maar die voor zijn tac-
tóok het woord dat tegenwoordig poli
tiek vaak vervangt fnuikend schijnt te
zullen worden. De zaken staan immers
zoowanneer Duitsohland thans genoegen
ham met de Roerbezettiing en daarmee stil
zwijgend opnieuw beloofde, geheel volgons
het verdrag van Versailles alles te zullen
'leveren, dan kon Frankrijk triumfeerend
uitroepenziedaar het succes van de
goweldpolibiek esn was de weg gebaand voor
steeds verder gaande, gewelddaden, daar
het uitgesloten is, dat Duitsohland inder
daad aar al zijn verplichtingen zou kunnen
«voldoen.
Al mislukt het Duitsche verzet, dan is
'Duitsohland nog even ver. Want in die
mate, waarin het zelf achterop komt door
dit verzet, zou het anders toch weldra ook
achteruit gezet zijn door zich neer te leg
gen bij de Fransche actie. Verlies dus
nihil. En winnen kan het, zoo hot Duitsohe
lijdelijk verzet de overhand behaalt, dat
aan Frankrijk proefondervindelijk wordt
duidelijk gemaakt, dat met militaire macht
geen voordeel is te verkrijgen, dat alleen
llange den weg van verstandelijk overleg,
dus met rekening houden met de tegen
partij wat te bereiken valt, gelijk b.v. in
(Engeland reeds geruimen tijd wordt inge
zien en de reden is van het feitelijk uit een-
val Ion der entente.
Ziedaar ook o. i. de reden, waarom de
(Duibscke rijkskanselier in een interview
zei de, Poincaré zelfs niet de gouden brug
van een schijn-overwinning te zullen laten.
Fen uitspraak, die temeer de aandacht
verdient, daar men veilig mag aannemen,
dat er van diverse zijden achter de coulis
sen pogingen worden aangewend, oui het
(Roer-avontuur te doen beëindigen, wat na
tuurlijk gepaard zou moeten gaan aan een
schijnbare voldoening van Poincaré's stre
ven, anders zou dezo uit den aa-rcl der zaak
niet op een schikking mogen en kunnen
ingaan. Houdt Cuno zich aan zijn woorden,
dan zal, houden de Duiteohers hob vol on
zegevieren zij in dezen bijzonderen oorlog,
Poincaré zijn politiek testament kunnen
maken en met hem zal gesneuveld zijn het
iFnansohe militairisme.
't Zou wel een noodlotsspcling zijn,
«wanneer aldus het -land, wieais militairis-
me eerst zoo bloedig moest worden ver
nietigd in zoo'n wereldontvvriclitenden
krijg, liet militairisme, dat h'et zijne ver
ving, vermoordde in een miet minder scha
delijken economisohen titanenstrijd! (Aan
die schadelijkheid valt helaas niet meer
te twijfelen.) 't Zou zeker een zeer merk
waardig iets zijn.
En uitgesloten is dit niet. Tot nu toe is
de overwinning geheel aan Duitsohe zijde,
voor zoover wat op zich zelf oen Pyrrhus-
overwinning is, zoo mag heeten. De Fran
schen zijn er niet im geslaagd, kolen mach
tig te worden en dat bereiken zij ook niet
door zc nu ook aan Duitsohland zelf te
onthouden. Het uitblijven der kolen doet
zich reeds geducht gevoelen in Frankrijk,
zelfs ook in België 1 Vorder zijn dl3 Fran-
fechen er niet in geslaagd, het zoo inge
wikkelde spoorsysteem in het Roergebied
baas te worden nu de Duitsehers alle me
dewerking onthielden tengevolge vam uit
zetting of arrestatie van h&t hoofdperso-
neel en het plaatsen van militaire pos
ten op de stations etc. De voorziening van
het Fransche leger liep blijkbaar gevaar,
anders zouden de Franschen wel niet heb
ben toegegeven aan de eischen van het
Duitsche spoorwegpersoneel, d«i ook op
den linker-Rijnoever de Duitsehers or-
ganiseeren het verzet weer zelchaam *goed
het bijltje er bij had nee-rgelégd, zoo
doende de Franschen in den rug bedrei
gend, wat de ravitailleering betreft.
Dit succes voor de Duitsehers heeft ge
leid tot het stopzetten van het kolen-
transport naar Duitschlamd, gelijk reeds
kort aangeduid. Daarmee wordt Duitsoh
land nu ook zelf ernstig beoheigd, terwijl
in het Roergebied weldra een hopelooze
verwarring moet ontstaan aan spoor en
mijnen en daarom is de overwinning op
zichzelf een Pyrrhus-overwinning.
De strijd is daarmee in een beslissend
stadium gekomen. Wie het langste kam
volhouden, wordt eind-overwinnaar.
Voor Duitsohland werkt, dat in Frank
rijk uitblijven van tastbaar resultaat steeds
meer het toch al stijgend verzet ondier heb
volk zal doen toenemen
Een race van langen duur kan het ech
ter worden.
Zooals het te Lausanne is geweest of
liever nog is, al schijnt de afloop nu in
zicht. Aan de Turken is het ontwerp-ver-
drag overhandigd, die daarop uitstel vroe
gen cn kregen, al is dit weer een con
cessie der geallieerden. De zooveelste en
vermoedelijk nog niet de laatste. Turkije
moet toch wel stekeblind! zijn, wanneer het
niet ziet, dat men een oorlog niet aandurft,
noch in Engeland, noch in Frankrijk en
Ttaldë, en speciaal niet in beide laatste
landen, Het z>ou voor Bonar Law echter
ook e n strop zijn den oorlog te moeten
bvgihnen waarvoor men onder Lloyd Geor
ge vreesde zoodat dezen zijn congé werd
gegeven.
Eigenaardig is evenwel de verhouding
tusschca: Engeland en Frankrijk ook in de
Oostersche kwestie geworden. Wat cr pre
cies is voorgevallen is nog moeilijk na t-e
gaan tengevolge van de diverse tegen
strijdige berichten, maar dat het Fran
sche optreden, hoezeer vooreerst den vrede
in het Oosten bevorderend, dat zij gul er
kend, dc Engelschon hoogelijk ergert, de
Britsche pers bewijst het, al zwijgt de
regeering
De Tolgrens.
(Van onzen eigen correspondent).
XVI.'
Essen, 28 Januari.
Er bestaat in het Hollamdsob eon woord
dat je in elk. behoorlijk woordenboek bij
de B zult kunnen vinden dat woord is
het werkwoordbeduvelen. Als de hier
wonende Dudtsohors en de hier vertoeven
de Franschen en al de verdere buitonland-
sohe journalisten Hallaaidöoh zouden kun
nen spreken en denken, dan zou dit woord
hier zonder eonigen twijfel zeer veel ge
bruikt worden: ik beduvel, jij beduvelt,
wij beduvelen. We beduvelen hier allemaal
en we worden allemaal beduveld.
Onder deze laatste handeling, hot is el
lendig genoeg om het te moeten erkennen,
maar het is zoo, lijden de journalisten in
het bijzonder. Als we iets te woten willen
komen, dan vertellen de Fransohe en Duit
sohe persbureaux alleen maar dat wat ze
zelf vertellen mogen cn wat slechts voor
onze ooren bestemd isde- Fransohe autori
teiten vertellen over de. Duitsehers slechts
gemeenheden en doen dat met een glimlach
en een hoffelijke buiging; de Duitsehers
maken de Franschen uit voor alles wat
minderwaard ig is, ze doen het wel op een
meer openlijke manier, maar het eind
resultaat is tooh dat je nergens iets goeds
te hooren krij«gt. Ook de dagbladen,
Duitsch zoowel als Fransoh, zijn voor een
mensoh die nog eenig nuchter vorstand,
heeft, eigenlijk niet meer te genieten het
1 is alles overdreven bombast, kolommen val.
Het gevolg van dit alles is, dat meu over
belangrijke zaken altijd in het onzekere
verkeert en met meer kan doen dan zelf
onderzoeken en na-ar den waren toestand
gissen.
Aan gissen wordt hier dan ook buiten
gewoon veel gedaan. Op het oogenblik dat
ik dit, op Zondagavond in de groote hal
van hotel Kaiserhof, zit neer te schrijven,
houdt de eene helft van de hier aanwezigen
zich met de gisserij bezig. Deze helft vot-
men de journalisten die pas de voorlezing
van den Franschen persman aangehoord
hebben en uit hun aonteekeningen met
onderling overleg telegrammen brouwen
die ze straks de wereld in zullen seinen of
telefoneer en.
De andere helft van de aanwezigen wordt
gevormd door .de Fransche ingenieurs,
waarvan ik niet nalaten kan hier even mel
ding te makenl Ze' zitten in drie, vier
groe.pen bijeen,-meest kaart te spelen. Als
ik deze menscheri van mijn zitplaats af be
kijk, zijn er velen bij, die, wat hun uiter*
lijk aangaat, achter de toonbank van een
kruidenierswinkel met een witte jas aan
meer op hun plaats zouden zijn dan hier
in dit hotel, en die nu lui in oen stoel
gelegen voor hun goedkoop e marken veel
taart eten en veel wijn drinken. Elk oogen
blik vliegt de kellner heen en weer met
volle schalen, kurken knallen, de ingenieurs
spelen kaarthet leven in Duitsohland is
voor hen nog zoo zuur niet, veel eten, veel
drinken en weinig te werken, want aan de
mijnen kunnen ze nóchs doem.
Onder dc-ze ingenieurs vertoont zich zoo
nu en dan ook hun aller aanvoerder, Coste.
Deze heer Coste. is een mooie mamuiter
lijk lijkt hij Diet zeer vernuftig, hoewel hij
het. tooh schijnt, te zijn ,want anders zou
den ze hem geen voorzatter van de inge
nieurs-commissie hebben gemaakt. Mis-
sohien was hij 6leohts vernuftiger dan de
anderen, dat is ook mogelijk. Zooals hij
hier in de hal, tussohen tafels en stoelen,
soms in de zijgangen, met een pak papieren
in zijn zak onrustig ronddoolt, reeds zoo-
lamg als ik hir zit te schrijven, mij hinde
rendie met zijn heen en weer geloop, dan
met een van zijn vriendjes pratende, dan
weer alleen loopende, maakt do heer
Coste, een donker mannetje met een rond
buikje em oen ietwat gebogen rug, als rust
ten er de lasten van het Roergebied op,
geen grootsedin indruk op mij. Laatst heb
ik hem eena aangesproken, dezen vriend
van Poincaré, maar hetgeen hij me op mijn
vragen antwoordde, waren niets dan holle,
zeer waaraohijralijk uit het hoofd geleerde,
phrases, die hij, naar ik achteraf hocu-de,
iedoren journalist schijnt te antwoorden.
ALzoo do heer Gcete heeft me ook al be
duveld
Ik spreek nu natuurlijk den heer Coste
niet meer. aan om inlichtingen, die ik
grraag over do nog steeds niet in werking
getreden tolgrens .zou willen hobbon, want
ik zou den kans loopen weer met een
kluitje in het riet gestuurd te worden.
Om dus over deze tolgrens iets meer te
kunnen me c3ode cl cn, heb ik me hedenmor
gen met een Zweedsohem en een Amori-
kaanschen collega met een auto van Essen
uit naar het Oosten gespoed, om bij Steele
aangekomen, meer naar het Zuiden af te
buigen cn zoo Hattingen, een stad aan den
Roer te be-reiken
Hattingen is een van de plaatsen waar
van ak in mijn vorigen brief opgaf dat ze
aan de tolgrens liggen, hetgeen blijken
zou een vergissing te zijn geweest. We
reden de grauwe fabrieksstad, door het
troosteloos mistige weer nog grauwer en
wanhopiger uitziend dan gewoonlijk, door,
en hielden voor het raadhuis stil. Onder
de blikken van een paar nieuwsgierigen
en van de Fransche wacht, bestegen we
dé stoep en hadden het geluk om in het
raadsgebouw, al was het Zonclag, Hat-
tingen's burgemeester op zjjn post aan te
treffen. Nadat we ons bekend hadden ge
maakt als buitenlandsche journalisten
vertelde hij ons hoe Hattingen reeds vijf
dagen van de buitenwereld was afgeslo
ten: de treinen reden niet meer, want de
Franschen hadden het station bezet, de
post had den dienst gestaakt, de telefoon-
en telegraaflijnen waren door de Franschen
doorgesneden of in beslag genomen, alle
verkeer #net de buitenwereld was en wordt
nog steedfc zoo veel mogelijk bemoeilijkt
zelfs dc menschen die op straat in een
groep blijven staan praten, worden door
soldaten uiteen gedreven.
In Hattingen en omgeving, dien indruk
hadden we op onzen tocht ook al gekre
gen, ligt een zeer groote troepenmacht.
Yeel cavalerie in de straten, overal tos
ten, en troepen soldaten deden er volko
men aan denken, dat we in een oorlog
voerend land waren, in een stad achter
het frontslechts de talrijke Roodfc Kmis-
auto's met verwonden ontbraken.
De Franschen zullen met dit afsluiten
van de buitenwereld van plaatsen als Hat-
tingeai en de nog enkele andere, waar dat
ook gebeurd is, vermoedelijk het doel
hebben om de eenheid van de bevolking
in het Roergebied, die tct nu toe nog
even krachtig is als in het begin, te bre
ken. Ze komen cDan met een groote bezet
ting om het deinwoners zuur te maken
en hopen zoo waarschijnlijk dat de Duit
sehers toe zullen geven en voor hen den
arbeid willen hervatten. Tot nu toe heb
ben ee met deze pogingen echter nog niets
bereikt, maar het is dan ook pas een dag
of vijf dat ze hiermee bezig zijn. Of ze
het met al deze liefelijke maatregelen
zullen kunnen winnen, zal natuurlijk pas
in de toekomst te zien zijn; op het oogen
blik lijkt het of de Duitsehers nu ze een
maal met verzet begonnen zijn, dit wel niet
gauw op zullen geven. Nemen do Fran
schen een of andere maatregel dan wordt
■door de Duitsche regeering steeds een te-
geüstap gedaan. Zoo bij de in beslagne
ming van de Zoll- en Finanz Kassen. Om
de Franschen het geld niet in handen te
geven, werd in vele plaatsen waar het nog
mogelijk was, het aanwezige geld aan de
ambtenaren uitbetaald als voorschot op
hun salaris. Moeten er nog rechten op in-
of uitgevoerde goéderen betaald worden,
dan wordt de bewilliging afgegeven, maar
het geld moet in een kantoor bijv. in Han-
aover of in Osnabrück worden voldlaan.
Ook wat betreft het spoorweg-verkeer,
ik vernam dlat uit een betrouwbare bron,
zullen alle mogelijke maatregelen geno
men worden om de Franschen te verhin
deren met treinen be rijden. Voor zoover
dit nog niet reeds geschied is, zullen wis-
sel3 onbruikbaar worden gemaakt, rails,
losgeschroefd, sein-in rich tingen vernield,
alles oan de Franschen het verkeer onmo
gelijk te maken. Deze volkomen sabot-
tage van het spoorwegverkeer, reeds t^n
deele uitgevoerd, zal voornamelijk in het
Westen van het Roergebied plaats vinden.
Nu reeds is het opmerkelijk hoeveel meer
Fransohe last-auto's er dagelijks door s-
sen komen om geschut en troepen naar
het Oosten te vervoeren. Het gebied van
dc Roer door de tolgrens ingesloten,
zullen we dus in twee helften kunnen ver-
dleelen, een Westelijke, waar alle verkeer
onmogelijk is gemaakt en een Oostelijke,
iwaar de spoorbanen zullen worden in
orde gehouden, om nog zooveel mogelijk
kolen naar Duitschland te kunnen blijven
vervoeren: naar den kant van Hagen, voor
Solingen, Elberfeld en Barmen en naar
den kant van Dortmund voor andere Duit
sche industriestreken. Vermoedelijk zullen
de Duitscihers dan wel 's nachts over
kleine spoorlijntjes die hier bij de vleet
zijn, trachten de kolenwagens cr uit te
smokkelen, met locomotieven die van het
onbezette gebied uit komen, want vanhier
zijn ze haast alle weggevoerd om niet in
Fransche handen te vallen.
Indien deze vernieling v: i de hier zoo
kostbare Duitsche spoorwegen in het Wes
ten volkomen doorgevoerd wordt, zal dat
voor Duitsohland een kapitaal vernieti
ging zijn van millioenen goudmarken. Is
de regeering van plan om tot zulke maat
regelen over te gaan, dan zal ze dat wel
niet doen om over eecnige weken het ver
zet weer op te heffen.
Zooals we van Hattingen's burgemees
ter vernamen, zijn de Fransche posten
nog verder naar het Zuiden vooruitge
schoven en liggen nu ongeveer in een rech
te lijn van Hagen naar ^atingen, een
stad tusschen Dusseldorp en Duisburg.
We zijn dus verder getuft naar het Zui
den toe cn stootten daar bij ecm of an
der gehucht op de Fransohe posten. Veel
was cr niet te zien, slechts zeer veel
militairen, cavalerie, infanterie cn overal
langs eiken weg posten. Me. deed nog
niets anders dan het verkeer in de grensj
streek gadeslaan cn voorbereidingen ma-1
ken om do 160 K.M. lange tolgrens in
werking te stellen. De drukke bezigheden
gaven niet den indruk dat dit nog lang
zal duren.
Dan zal dus is afbraak van het Roer
gebied pas recht beginnen. B
Het Bestuur der Provincie.
(Nadruk verboden).
Geen dag komt or om, of men vindt te
genwoordig in do kranten een lijstje van
voorloopige candidaten voor het lidmaat*
schap der Provinciale Staten.
De officieele candidaatstelling moet
plaats hebben op den laatsten Dinsdag
van Februari; Gedeputeerde Staten der
provinciën bepalen don dag der stemming,
die dus niet voor alle provinciën dezelfde
behoeft te zijn. Het is daarom, hopen wij,
verklaarbaar, waarom wij nu over het be
stuur der provincie spreken en ons voor
nemen op het gewicht der verkiezing te
wijzenwant de belangstelling voor de
Provinciale Staten is, naar wij mecnon,
over het algemeen, veel geringer dan die
voor de Tweede Kamer en do Gemeentera
den. Het is niet onmogelijk, dat in on
zen tijd van eeuwigdurend of althans tot
vervelens toe herhaald vergaderen, de
Prov. Staten die mindere belangstelling
hebben te danken of te wijten aan het ge
ringe aantal vergaderingen, dat hun is op
gelegd. En toch is die mindere belangstel
ling c>>or niets gemotiveerd.
De artikelen 128—111 der Grondwet han
delen over het provinciaal bestuur.
Volgens de tegenwoorcïige Grondwet
worden de leden der Prov. Staten geko
zen voor vier jaar en treden zij tegelijk
af op den eersten Dinsdag van Juli van het
jaar der periodieke aftreding. De Iedém
moeten voldoen aan dezelfde cischon, die
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer
zijn gesteld, behalve dat ""ij ingezetenen
der provincie moeten zijn en reeds op 25
jaar verkiesbaar zijn. Zij vergaderen in 't
openbaar zoo dikwijls de wet bepaalt, maar
kunnen ook mot machtiging van de(n Ko-
ning(in) in buitengewone vergadering worg
den bijeengeroepen. Die gewone vergade
ringen zijn een zomer- cm een nnjaarszit*
ting. De zomerbijeenkomst begint op den
eersten Dinsdag van Juli en de najaars
vergadering valt na 1 October. Buitenge
wone vergaderingen worden meestal slechts
bestemd voor het doen vam keuzen, o.a.
van leden der Eerste Kamer.
Evenals voor de leden van andere ver
tegenwoordigende lichamen wordt voorge
schreven, dat zij stemmen zander last van
of ruggespraak met hen, die benoemen.
Dat is een mooie zin, die vrijwel zijn be—
teekenis heeft verloren sedert cfc loden van
onze vertegenwoordigende lichamen zijn
gebonden en een vermaning oploopen, ais
zij daarvan afwijken.
Alles, wat het provinciaal bestuur be
treft, is verder uitgewerkt in de Provim
ciale wet, die vom 1850 dateert, maar her
haaldelijk gewijzigd is.
Het aantal ledbn der Staten is versdhil»
lend naar de talrijkheid van de bevolking
der provincie zoo heeft Zuid-Holland 82,
Noord-Holland 77, Noord-Brabant 6-1, Gel
derland 62, Frieslamd 50, Overijsel 47, Gro
ningen 45 en rente 35 Statenleden. De le
den genieten reis- en verblijfkostem ©n
presentiegeld, waar de Staten liet bepalen
Zij mogen geen lid zijn van de Eerste Ka
mer, geen Minister, geen Commissaris der
Koningin, geen griffier der Staten, geen
ambtenaar der provinciezij mogen ver
der niet belast zijn met het ontvangen of
uitgeven van provinciale gelden cn niet als
advocaat of procureur optroden in een
rechtgeding voor d© provincie.
De kiezers moeten voldoen aan dcrclfdc
eischen als voor de Tweede Kamer, maar
woonachtig zijn in de provincie dienten
gevolge is het aantal kiezers voor db Pro
vinciale Staten altijd geringer dan voor
de Tweede Kamer.
Roman van G. HARDWIG.
17)
,,Zij zeide: Hij heeft aan je neus kunnen
zien, dat je een dwaas kind bent. Komt
het uit?"
Hij lachte vroolijk
„Neem, niet heelernaal. Zóó -erg was het
niet. Maar ik moet tooh wel bekennen, dat
-ik een beetje schuldig ben. Die kleeding
toen
Zij lachte opgewekt mee.
„Ja- en nu 1 Dat heeft dan ©o!c moeite ge
noog gekost. Maar ik ben nu erg in mijn
schik. Eerst dacht ik, dit het wel erg ver
velend zou. zijn hier alleen heon te gaan.
Beait u ook alleen?"
Mersbach glimlachte.
,,A1 was dat zoo, dan zou ik het nog niet
zoo heel e>rg vinden. Ik bon niet zoo ver
legen als jonge hofdames. Maar stol u
overigens gerust mijn moeder is hier
ook
„Hebt u een moeder 1" riep Mia op esn
t-oon van verbaaing, alsof dit het grootste
woncSer van de wereld was„wat bent u
gelukkig."
„Ja, nietwaar?" zei hij vroolijk. „Zal ik
u aan haar voorstellen?"
„Mevrouw von Tröttor is reeds zoo
vriendelijk geweest mij aan verscheidene
dames voor te stellen. Maar ik heb geen
enkelen naam verstaan. Het is dus heel
goed mogelijk, dat ik reeds aan haar voor
gesteld ben/' antwoordde Mia verlegen.
„Straks dan. Ik zal het haar vragen.
Zij zag hem glimlachend aan en knikte.
„Een dans kan ik natuurlijk niet meer
krijgen
„Jawel. Hier, kijk maar, ik heb nog een
enkele wals vrij, anders niets
„Daar zullen wij spoedig beslag op leg
gen. En nu mag ik de eer hebben Een
extra-wals."
Zij wist niet hoe zij opeens midden in
het dansgewoel kwam, of zij op aarde
danste of in hoogere sferen, of h&t dans
muziek was, die haar voortdroeg, of een
hemclsche melodie. Jammer, dat de zaal
niet driemaal zoo groot was. Juist nu had
zij wei willen voortdansen, al maar voort.
Van haar zetel op een verhooging aan
het einde der zaal volgde Alexandra Louise
het buitengewoon mooie paar met de
oogen.
Hem stond niets in den weg elkander
zoo dikwijls te ontmoeten, als het hun
goed dacht terwijl zij zelf geen hand durf
de verroeren, om dsn wensoh van haar
hart te bevredigen.
Wanneer zij slechts eenmaal in het hart
van dien man kon lezen kon weten wat hij
dacht, droomde, wensoh te.
Haar lippen trilden zenuwachtig.
„Wat zie je er ontevreden uit," fluister
de do Kroonprins, terwijl hij zioh over haar
schouder boog.
„Ik wil dansen," antwoordde zij. „Ik
wil hier nd-et als een afgodsbeeld zitten. Ik
ben jong
De dokter heeft mij dansen verboden,"
merkte hij aarzelend op en er sprak diepe
treuriglieidl uit zijn blik. „Maar ik zal
Mersbach
Zij knikte en glimlachte tevreden gesteld
al8 een verwend kind.
Toen hij voor haar stond, voegde zij zich
dadelijk bij hem.
„Men had kunnen meenen bron en water
te zien. Een oude vriendschap liet zioh niet
spoediger opwarmen."
Zij zeide het onverschillig, maar er was
iets in haar toon. dat deed denken aan het
-onderaardsch gerommel van een vulkaan,
voordat de uitbarsting komt en de gloeien
de lava alles verzengt.
Zijn opgewekte stemming was reeds weer
verdwenen cn hij sprak er niet over, dat
Mia Helling de heidefee was uit zijn ver
telling, waarmee hij eenige weken geleden
dc Kroonprinses na. heb diner zoo geamu
seerd had. Hij wilde het kind niet verne
deren.
„Is dat een verwijt?" vtoog hij.
Haar wimpers trilden en zij was bijna
niet meer in staat zich te beheersohen.
„Je wilde dansesi, Alexo," zeide de
Kroonprins, terwijl hij nadertrod. „En nu
sta je hier te babbelen."
„Ja, ik wil dansen.
Zij legde haar linkerhand op zijn arm
en voelde hoe die arm beefde.
„Is Uw Koninklijk© Hoogheid boos
op mij?"
Hij fluisterde. Het gevoel van bedwel
ming, dat zioh altijd in haar nabijheid van
hem meester maakte, deed he-m pijn.
„Neen," zeide zij zacht ©n wonderbaar
week.
De vrij vrouwe von Mersbach genoot als
altijd het vaorrooht, in d&n intiemeren
kring, die de Hertogin omringde, toegela
ten te worden.
Thans wendde de hoog© vrouw zioh ver
trouwelijk geheel tot haar.
„Lieve Barones, ik zou u graag ©en
vraag willen doen. Hoe (bevalt u d© klein©
barones Hel ling ,<üe zoo allerliefst en be
hoorlijk schuchter van haar eerste bal ge-
nieb? Om u de waarheid te zeggen, het
blijft natuurlijk onder ons
„Uw Hoogheid kent mij."
„Jawel, beste. Nu dan, prinses Christian©
is verschrikkelijk voor dat jonge kind, aan
wie mon tooh waarlijk wel wat vreugde
mag gunnen, nadat zij niets anders heefC
genoten dan het gezelschap der oude
Klees. De Prinses heeft de kleine barones
haar ontslag gegeven of zal het doen ais
voorlezeres naar aanleiding van mijn uit-
noodiging voor dezen avond.
„Dat is hard, Hoogheid."
Dezelfde vrouw, die nu „dat is hard" zei,
had eens haar eigen dochter in storm cai
regen naar buiten gejaagd zonder er zich
om te bekommeren of zij misschien van
ellende zou omkomen.
„Het is eenvoudig afschuwelijk. En daar
bij komt nog, dat zij mij in zekeren zin ds
verantwoording daarvoor op de schouders
ligt. Ik voel mij dus redelijk verplicht, u
begrijpt me, beste Barones. Kunt u de
kleine Helling niet een poosje bij u nemen
Zij maakt in ieder geval geen aanspraak
op veel salaris en later zou ik wel iets voor
haar kunnen vinden. U zou er mij werke
lijk een groot genoegen mee cloen."
Nadab de vrij vrouwe haar eerste verwon
dering overwonnen had, vermande zij zioh
snel. „De wensoh von Uw Hoogheid is mij
natuurlijk een bevel."
„Neen, neen, mijn lieve Barojiee, zóó was
het niet bedoeld," viel de Hertogin haar
vriendelijk in do rede. Zij was echter zeer
tevreden haar doel bereikt te hebben.
„Werkelijk, Uw Hoogheid, volkomen
zeker; Elbenthal staat voor juffrouw Hel
ling open. Zou Uw Hoogheid do goedheid
willen hebben, te» bc.palen hoe de zaak zal
worden aangepakt? Moet de jongedame er
dadelijk van op de hoogte gebracht wor
den? Of wil Uw Hoogheid allereerst mis
schien prinses Ghristiane op de hoogte
brengen
„Ja, ik denk, och neen De vaste mc<3e-
dcoling is immers in uitzicht gestold. De
Prinses zal dus de vlugste verwisseling het
liefst zijn. Het was toch ook cem won-
schenswoardigo genoogdoening voor hot
onschuldige wezen, als, nadat de ©ene
poort achter haar werd gesloten, de andere
zioh weder voor haar open doet. Wilt u
dadelijk met juffrouw Helling spreken?"
„Als Uw© Hoogheid het wil. „Ik vrees
alleen daardoor prinses Christione vóór to
zijn."
„Zij is werkelijk zeor gevoelig. Nu, goed,
ik zal zelf door excellentie Besserlich
En dank, mijn lieve Barones, hartelijk
dank."
De witte handschoen der Hertogin druk
te beleefd den witten handschoen der vrij-
vrouwe.
„U danst vanavond bijzonder goed,"
zeide Alexandra Louise, sneller ademha
lend. Met wie de volgende wals?"
Zij gevoelcBe zich gedrukt. Maar dezo bo
druktheid deed haar goed.
„Met juffrouw von Helling."
Zij beet zich zachtjes op de lippen. Maar
toen hij haar een oogenblik vast aankeek,
gleed er ©en sidderend lachje om haar roo-
den mond. „Veel genoegen dan!"
Zij stond van baar stoel op.
$Wordfc vervolgd-i -