De Prins uit het Sprookje No. 19299, LE9DSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 Februari. Tweede Blad. Anno 1923, Uit het nieuw bezette iand. UIT ONZE STAATSMACHINE. FEUILLETON Hl BUITENL WEEKOVERZICHT. -KI- We staan na de afgeloopen weekperiode rvoor het volgendede Roer-geschiedenis blijft zich steeds verder ontwikkelen in de richting vian den chaosde conferentie te Lausanne waarvoor een eervolle begrafenis al was besteld, is weer opgeleefd, maar de afloop blijft nog in 't onzekere hangen. Merkwaardig is op to merken, hoe het land, dat zich tot dusver zoover als 't maar e enigs zins kon, heeft geschikt naar icben wil dier oorlogsoverwinnaars, stukken ten achter staat bij den eveneens overwon nen bondgenoot, die van het, begin af aan tegenstand heeft geboden. Waarbij evenwel niet vergeten mag worden, dat Turkije idoor ligging etc. tob verzet in staat was, hetgeen bij Duitsohland, door het herstel van Polen als het ware „eingekreist", niet bet geval was. En dat maakt een groot yerschil. Frankrijk heeft Duitsohland evenwel thans in een positie gedrongen, dat het «ioh moet verweren e>n dit ook doen kan omdat het totaal niets meer te verliezen heeft. Alleen maai* te winnen. Dat is een factor, waarmee Poincaré waarschijnlijk niet gerekend heeft, maar die voor zijn tac- tóok het woord dat tegenwoordig poli tiek vaak vervangt fnuikend schijnt te zullen worden. De zaken staan immers zoowanneer Duitsohland thans genoegen ham met de Roerbezettiing en daarmee stil zwijgend opnieuw beloofde, geheel volgons het verdrag van Versailles alles te zullen 'leveren, dan kon Frankrijk triumfeerend uitroepenziedaar het succes van de goweldpolibiek esn was de weg gebaand voor steeds verder gaande, gewelddaden, daar het uitgesloten is, dat Duitsohland inder daad aar al zijn verplichtingen zou kunnen «voldoen. Al mislukt het Duitsche verzet, dan is 'Duitsohland nog even ver. Want in die mate, waarin het zelf achterop komt door dit verzet, zou het anders toch weldra ook achteruit gezet zijn door zich neer te leg gen bij de Fransche actie. Verlies dus nihil. En winnen kan het, zoo hot Duitsohe lijdelijk verzet de overhand behaalt, dat aan Frankrijk proefondervindelijk wordt duidelijk gemaakt, dat met militaire macht geen voordeel is te verkrijgen, dat alleen llange den weg van verstandelijk overleg, dus met rekening houden met de tegen partij wat te bereiken valt, gelijk b.v. in (Engeland reeds geruimen tijd wordt inge zien en de reden is van het feitelijk uit een- val Ion der entente. Ziedaar ook o. i. de reden, waarom de (Duibscke rijkskanselier in een interview zei de, Poincaré zelfs niet de gouden brug van een schijn-overwinning te zullen laten. Fen uitspraak, die temeer de aandacht verdient, daar men veilig mag aannemen, dat er van diverse zijden achter de coulis sen pogingen worden aangewend, oui het (Roer-avontuur te doen beëindigen, wat na tuurlijk gepaard zou moeten gaan aan een schijnbare voldoening van Poincaré's stre ven, anders zou dezo uit den aa-rcl der zaak niet op een schikking mogen en kunnen ingaan. Houdt Cuno zich aan zijn woorden, dan zal, houden de Duiteohers hob vol on zegevieren zij in dezen bijzonderen oorlog, Poincaré zijn politiek testament kunnen maken en met hem zal gesneuveld zijn het iFnansohe militairisme. 't Zou wel een noodlotsspcling zijn, «wanneer aldus het -land, wieais militairis- me eerst zoo bloedig moest worden ver nietigd in zoo'n wereldontvvriclitenden krijg, liet militairisme, dat h'et zijne ver ving, vermoordde in een miet minder scha delijken economisohen titanenstrijd! (Aan die schadelijkheid valt helaas niet meer te twijfelen.) 't Zou zeker een zeer merk waardig iets zijn. En uitgesloten is dit niet. Tot nu toe is de overwinning geheel aan Duitsohe zijde, voor zoover wat op zich zelf oen Pyrrhus- overwinning is, zoo mag heeten. De Fran schen zijn er niet im geslaagd, kolen mach tig te worden en dat bereiken zij ook niet door zc nu ook aan Duitsohland zelf te onthouden. Het uitblijven der kolen doet zich reeds geducht gevoelen in Frankrijk, zelfs ook in België 1 Vorder zijn dl3 Fran- fechen er niet in geslaagd, het zoo inge wikkelde spoorsysteem in het Roergebied baas te worden nu de Duitsehers alle me dewerking onthielden tengevolge vam uit zetting of arrestatie van h&t hoofdperso- neel en het plaatsen van militaire pos ten op de stations etc. De voorziening van het Fransche leger liep blijkbaar gevaar, anders zouden de Franschen wel niet heb ben toegegeven aan de eischen van het Duitsche spoorwegpersoneel, d«i ook op den linker-Rijnoever de Duitsehers or- ganiseeren het verzet weer zelchaam *goed het bijltje er bij had nee-rgelégd, zoo doende de Franschen in den rug bedrei gend, wat de ravitailleering betreft. Dit succes voor de Duitsehers heeft ge leid tot het stopzetten van het kolen- transport naar Duitschlamd, gelijk reeds kort aangeduid. Daarmee wordt Duitsoh land nu ook zelf ernstig beoheigd, terwijl in het Roergebied weldra een hopelooze verwarring moet ontstaan aan spoor en mijnen en daarom is de overwinning op zichzelf een Pyrrhus-overwinning. De strijd is daarmee in een beslissend stadium gekomen. Wie het langste kam volhouden, wordt eind-overwinnaar. Voor Duitsohland werkt, dat in Frank rijk uitblijven van tastbaar resultaat steeds meer het toch al stijgend verzet ondier heb volk zal doen toenemen Een race van langen duur kan het ech ter worden. Zooals het te Lausanne is geweest of liever nog is, al schijnt de afloop nu in zicht. Aan de Turken is het ontwerp-ver- drag overhandigd, die daarop uitstel vroe gen cn kregen, al is dit weer een con cessie der geallieerden. De zooveelste en vermoedelijk nog niet de laatste. Turkije moet toch wel stekeblind! zijn, wanneer het niet ziet, dat men een oorlog niet aandurft, noch in Engeland, noch in Frankrijk en Ttaldë, en speciaal niet in beide laatste landen, Het z>ou voor Bonar Law echter ook e n strop zijn den oorlog te moeten bvgihnen waarvoor men onder Lloyd Geor ge vreesde zoodat dezen zijn congé werd gegeven. Eigenaardig is evenwel de verhouding tusschca: Engeland en Frankrijk ook in de Oostersche kwestie geworden. Wat cr pre cies is voorgevallen is nog moeilijk na t-e gaan tengevolge van de diverse tegen strijdige berichten, maar dat het Fran sche optreden, hoezeer vooreerst den vrede in het Oosten bevorderend, dat zij gul er kend, dc Engelschon hoogelijk ergert, de Britsche pers bewijst het, al zwijgt de regeering De Tolgrens. (Van onzen eigen correspondent). XVI.' Essen, 28 Januari. Er bestaat in het Hollamdsob eon woord dat je in elk. behoorlijk woordenboek bij de B zult kunnen vinden dat woord is het werkwoordbeduvelen. Als de hier wonende Dudtsohors en de hier vertoeven de Franschen en al de verdere buitonland- sohe journalisten Hallaaidöoh zouden kun nen spreken en denken, dan zou dit woord hier zonder eonigen twijfel zeer veel ge bruikt worden: ik beduvel, jij beduvelt, wij beduvelen. We beduvelen hier allemaal en we worden allemaal beduveld. Onder deze laatste handeling, hot is el lendig genoeg om het te moeten erkennen, maar het is zoo, lijden de journalisten in het bijzonder. Als we iets te woten willen komen, dan vertellen de Fransohe en Duit sohe persbureaux alleen maar dat wat ze zelf vertellen mogen cn wat slechts voor onze ooren bestemd isde- Fransohe autori teiten vertellen over de. Duitsehers slechts gemeenheden en doen dat met een glimlach en een hoffelijke buiging; de Duitsehers maken de Franschen uit voor alles wat minderwaard ig is, ze doen het wel op een meer openlijke manier, maar het eind resultaat is tooh dat je nergens iets goeds te hooren krij«gt. Ook de dagbladen, Duitsch zoowel als Fransoh, zijn voor een mensoh die nog eenig nuchter vorstand, heeft, eigenlijk niet meer te genieten het 1 is alles overdreven bombast, kolommen val. Het gevolg van dit alles is, dat meu over belangrijke zaken altijd in het onzekere verkeert en met meer kan doen dan zelf onderzoeken en na-ar den waren toestand gissen. Aan gissen wordt hier dan ook buiten gewoon veel gedaan. Op het oogenblik dat ik dit, op Zondagavond in de groote hal van hotel Kaiserhof, zit neer te schrijven, houdt de eene helft van de hier aanwezigen zich met de gisserij bezig. Deze helft vot- men de journalisten die pas de voorlezing van den Franschen persman aangehoord hebben en uit hun aonteekeningen met onderling overleg telegrammen brouwen die ze straks de wereld in zullen seinen of telefoneer en. De andere helft van de aanwezigen wordt gevormd door .de Fransche ingenieurs, waarvan ik niet nalaten kan hier even mel ding te makenl Ze' zitten in drie, vier groe.pen bijeen,-meest kaart te spelen. Als ik deze menscheri van mijn zitplaats af be kijk, zijn er velen bij, die, wat hun uiter* lijk aangaat, achter de toonbank van een kruidenierswinkel met een witte jas aan meer op hun plaats zouden zijn dan hier in dit hotel, en die nu lui in oen stoel gelegen voor hun goedkoop e marken veel taart eten en veel wijn drinken. Elk oogen blik vliegt de kellner heen en weer met volle schalen, kurken knallen, de ingenieurs spelen kaarthet leven in Duitsohland is voor hen nog zoo zuur niet, veel eten, veel drinken en weinig te werken, want aan de mijnen kunnen ze nóchs doem. Onder dc-ze ingenieurs vertoont zich zoo nu en dan ook hun aller aanvoerder, Coste. Deze heer Coste. is een mooie mamuiter lijk lijkt hij Diet zeer vernuftig, hoewel hij het. tooh schijnt, te zijn ,want anders zou den ze hem geen voorzatter van de inge nieurs-commissie hebben gemaakt. Mis- sohien was hij 6leohts vernuftiger dan de anderen, dat is ook mogelijk. Zooals hij hier in de hal, tussohen tafels en stoelen, soms in de zijgangen, met een pak papieren in zijn zak onrustig ronddoolt, reeds zoo- lamg als ik hir zit te schrijven, mij hinde rendie met zijn heen en weer geloop, dan met een van zijn vriendjes pratende, dan weer alleen loopende, maakt do heer Coste, een donker mannetje met een rond buikje em oen ietwat gebogen rug, als rust ten er de lasten van het Roergebied op, geen grootsedin indruk op mij. Laatst heb ik hem eena aangesproken, dezen vriend van Poincaré, maar hetgeen hij me op mijn vragen antwoordde, waren niets dan holle, zeer waaraohijralijk uit het hoofd geleerde, phrases, die hij, naar ik achteraf hocu-de, iedoren journalist schijnt te antwoorden. ALzoo do heer Gcete heeft me ook al be duveld Ik spreek nu natuurlijk den heer Coste niet meer. aan om inlichtingen, die ik grraag over do nog steeds niet in werking getreden tolgrens .zou willen hobbon, want ik zou den kans loopen weer met een kluitje in het riet gestuurd te worden. Om dus over deze tolgrens iets meer te kunnen me c3ode cl cn, heb ik me hedenmor gen met een Zweedsohem en een Amori- kaanschen collega met een auto van Essen uit naar het Oosten gespoed, om bij Steele aangekomen, meer naar het Zuiden af te buigen cn zoo Hattingen, een stad aan den Roer te be-reiken Hattingen is een van de plaatsen waar van ak in mijn vorigen brief opgaf dat ze aan de tolgrens liggen, hetgeen blijken zou een vergissing te zijn geweest. We reden de grauwe fabrieksstad, door het troosteloos mistige weer nog grauwer en wanhopiger uitziend dan gewoonlijk, door, en hielden voor het raadhuis stil. Onder de blikken van een paar nieuwsgierigen en van de Fransche wacht, bestegen we dé stoep en hadden het geluk om in het raadsgebouw, al was het Zonclag, Hat- tingen's burgemeester op zjjn post aan te treffen. Nadat we ons bekend hadden ge maakt als buitenlandsche journalisten vertelde hij ons hoe Hattingen reeds vijf dagen van de buitenwereld was afgeslo ten: de treinen reden niet meer, want de Franschen hadden het station bezet, de post had den dienst gestaakt, de telefoon- en telegraaflijnen waren door de Franschen doorgesneden of in beslag genomen, alle verkeer #net de buitenwereld was en wordt nog steedfc zoo veel mogelijk bemoeilijkt zelfs dc menschen die op straat in een groep blijven staan praten, worden door soldaten uiteen gedreven. In Hattingen en omgeving, dien indruk hadden we op onzen tocht ook al gekre gen, ligt een zeer groote troepenmacht. Yeel cavalerie in de straten, overal tos ten, en troepen soldaten deden er volko men aan denken, dat we in een oorlog voerend land waren, in een stad achter het frontslechts de talrijke Roodfc Kmis- auto's met verwonden ontbraken. De Franschen zullen met dit afsluiten van de buitenwereld van plaatsen als Hat- tingeai en de nog enkele andere, waar dat ook gebeurd is, vermoedelijk het doel hebben om de eenheid van de bevolking in het Roergebied, die tct nu toe nog even krachtig is als in het begin, te bre ken. Ze komen cDan met een groote bezet ting om het deinwoners zuur te maken en hopen zoo waarschijnlijk dat de Duit sehers toe zullen geven en voor hen den arbeid willen hervatten. Tot nu toe heb ben ee met deze pogingen echter nog niets bereikt, maar het is dan ook pas een dag of vijf dat ze hiermee bezig zijn. Of ze het met al deze liefelijke maatregelen zullen kunnen winnen, zal natuurlijk pas in de toekomst te zien zijn; op het oogen blik lijkt het of de Duitsehers nu ze een maal met verzet begonnen zijn, dit wel niet gauw op zullen geven. Nemen do Fran schen een of andere maatregel dan wordt ■door de Duitsche regeering steeds een te- geüstap gedaan. Zoo bij de in beslagne ming van de Zoll- en Finanz Kassen. Om de Franschen het geld niet in handen te geven, werd in vele plaatsen waar het nog mogelijk was, het aanwezige geld aan de ambtenaren uitbetaald als voorschot op hun salaris. Moeten er nog rechten op in- of uitgevoerde goéderen betaald worden, dan wordt de bewilliging afgegeven, maar het geld moet in een kantoor bijv. in Han- aover of in Osnabrück worden voldlaan. Ook wat betreft het spoorweg-verkeer, ik vernam dlat uit een betrouwbare bron, zullen alle mogelijke maatregelen geno men worden om de Franschen te verhin deren met treinen be rijden. Voor zoover dit nog niet reeds geschied is, zullen wis- sel3 onbruikbaar worden gemaakt, rails, losgeschroefd, sein-in rich tingen vernield, alles oan de Franschen het verkeer onmo gelijk te maken. Deze volkomen sabot- tage van het spoorwegverkeer, reeds t^n deele uitgevoerd, zal voornamelijk in het Westen van het Roergebied plaats vinden. Nu reeds is het opmerkelijk hoeveel meer Fransohe last-auto's er dagelijks door s- sen komen om geschut en troepen naar het Oosten te vervoeren. Het gebied van dc Roer door de tolgrens ingesloten, zullen we dus in twee helften kunnen ver- dleelen, een Westelijke, waar alle verkeer onmogelijk is gemaakt en een Oostelijke, iwaar de spoorbanen zullen worden in orde gehouden, om nog zooveel mogelijk kolen naar Duitschland te kunnen blijven vervoeren: naar den kant van Hagen, voor Solingen, Elberfeld en Barmen en naar den kant van Dortmund voor andere Duit sche industriestreken. Vermoedelijk zullen de Duitscihers dan wel 's nachts over kleine spoorlijntjes die hier bij de vleet zijn, trachten de kolenwagens cr uit te smokkelen, met locomotieven die van het onbezette gebied uit komen, want vanhier zijn ze haast alle weggevoerd om niet in Fransche handen te vallen. Indien deze vernieling v: i de hier zoo kostbare Duitsche spoorwegen in het Wes ten volkomen doorgevoerd wordt, zal dat voor Duitsohland een kapitaal vernieti ging zijn van millioenen goudmarken. Is de regeering van plan om tot zulke maat regelen over te gaan, dan zal ze dat wel niet doen om over eecnige weken het ver zet weer op te heffen. Zooals we van Hattingen's burgemees ter vernamen, zijn de Fransche posten nog verder naar het Zuiden vooruitge schoven en liggen nu ongeveer in een rech te lijn van Hagen naar ^atingen, een stad tusschen Dusseldorp en Duisburg. We zijn dus verder getuft naar het Zui den toe cn stootten daar bij ecm of an der gehucht op de Fransohe posten. Veel was cr niet te zien, slechts zeer veel militairen, cavalerie, infanterie cn overal langs eiken weg posten. Me. deed nog niets anders dan het verkeer in de grensj streek gadeslaan cn voorbereidingen ma-1 ken om do 160 K.M. lange tolgrens in werking te stellen. De drukke bezigheden gaven niet den indruk dat dit nog lang zal duren. Dan zal dus is afbraak van het Roer gebied pas recht beginnen. B Het Bestuur der Provincie. (Nadruk verboden). Geen dag komt or om, of men vindt te genwoordig in do kranten een lijstje van voorloopige candidaten voor het lidmaat* schap der Provinciale Staten. De officieele candidaatstelling moet plaats hebben op den laatsten Dinsdag van Februari; Gedeputeerde Staten der provinciën bepalen don dag der stemming, die dus niet voor alle provinciën dezelfde behoeft te zijn. Het is daarom, hopen wij, verklaarbaar, waarom wij nu over het be stuur der provincie spreken en ons voor nemen op het gewicht der verkiezing te wijzenwant de belangstelling voor de Provinciale Staten is, naar wij mecnon, over het algemeen, veel geringer dan die voor de Tweede Kamer en do Gemeentera den. Het is niet onmogelijk, dat in on zen tijd van eeuwigdurend of althans tot vervelens toe herhaald vergaderen, de Prov. Staten die mindere belangstelling hebben te danken of te wijten aan het ge ringe aantal vergaderingen, dat hun is op gelegd. En toch is die mindere belangstel ling c>>or niets gemotiveerd. De artikelen 128—111 der Grondwet han delen over het provinciaal bestuur. Volgens de tegenwoorcïige Grondwet worden de leden der Prov. Staten geko zen voor vier jaar en treden zij tegelijk af op den eersten Dinsdag van Juli van het jaar der periodieke aftreding. De Iedém moeten voldoen aan dezelfde cischon, die voor het lidmaatschap der Tweede Kamer zijn gesteld, behalve dat ""ij ingezetenen der provincie moeten zijn en reeds op 25 jaar verkiesbaar zijn. Zij vergaderen in 't openbaar zoo dikwijls de wet bepaalt, maar kunnen ook mot machtiging van de(n Ko- ning(in) in buitengewone vergadering worg den bijeengeroepen. Die gewone vergade ringen zijn een zomer- cm een nnjaarszit* ting. De zomerbijeenkomst begint op den eersten Dinsdag van Juli en de najaars vergadering valt na 1 October. Buitenge wone vergaderingen worden meestal slechts bestemd voor het doen vam keuzen, o.a. van leden der Eerste Kamer. Evenals voor de leden van andere ver tegenwoordigende lichamen wordt voorge schreven, dat zij stemmen zander last van of ruggespraak met hen, die benoemen. Dat is een mooie zin, die vrijwel zijn be— teekenis heeft verloren sedert cfc loden van onze vertegenwoordigende lichamen zijn gebonden en een vermaning oploopen, ais zij daarvan afwijken. Alles, wat het provinciaal bestuur be treft, is verder uitgewerkt in de Provim ciale wet, die vom 1850 dateert, maar her haaldelijk gewijzigd is. Het aantal ledbn der Staten is versdhil» lend naar de talrijkheid van de bevolking der provincie zoo heeft Zuid-Holland 82, Noord-Holland 77, Noord-Brabant 6-1, Gel derland 62, Frieslamd 50, Overijsel 47, Gro ningen 45 en rente 35 Statenleden. De le den genieten reis- en verblijfkostem ©n presentiegeld, waar de Staten liet bepalen Zij mogen geen lid zijn van de Eerste Ka mer, geen Minister, geen Commissaris der Koningin, geen griffier der Staten, geen ambtenaar der provinciezij mogen ver der niet belast zijn met het ontvangen of uitgeven van provinciale gelden cn niet als advocaat of procureur optroden in een rechtgeding voor d© provincie. De kiezers moeten voldoen aan dcrclfdc eischen als voor de Tweede Kamer, maar woonachtig zijn in de provincie dienten gevolge is het aantal kiezers voor db Pro vinciale Staten altijd geringer dan voor de Tweede Kamer. Roman van G. HARDWIG. 17) ,,Zij zeide: Hij heeft aan je neus kunnen zien, dat je een dwaas kind bent. Komt het uit?" Hij lachte vroolijk „Neem, niet heelernaal. Zóó -erg was het niet. Maar ik moet tooh wel bekennen, dat -ik een beetje schuldig ben. Die kleeding toen Zij lachte opgewekt mee. „Ja- en nu 1 Dat heeft dan ©o!c moeite ge noog gekost. Maar ik ben nu erg in mijn schik. Eerst dacht ik, dit het wel erg ver velend zou. zijn hier alleen heon te gaan. Beait u ook alleen?" Mersbach glimlachte. ,,A1 was dat zoo, dan zou ik het nog niet zoo heel e>rg vinden. Ik bon niet zoo ver legen als jonge hofdames. Maar stol u overigens gerust mijn moeder is hier ook „Hebt u een moeder 1" riep Mia op esn t-oon van verbaaing, alsof dit het grootste woncSer van de wereld was„wat bent u gelukkig." „Ja, nietwaar?" zei hij vroolijk. „Zal ik u aan haar voorstellen?" „Mevrouw von Tröttor is reeds zoo vriendelijk geweest mij aan verscheidene dames voor te stellen. Maar ik heb geen enkelen naam verstaan. Het is dus heel goed mogelijk, dat ik reeds aan haar voor gesteld ben/' antwoordde Mia verlegen. „Straks dan. Ik zal het haar vragen. Zij zag hem glimlachend aan en knikte. „Een dans kan ik natuurlijk niet meer krijgen „Jawel. Hier, kijk maar, ik heb nog een enkele wals vrij, anders niets „Daar zullen wij spoedig beslag op leg gen. En nu mag ik de eer hebben Een extra-wals." Zij wist niet hoe zij opeens midden in het dansgewoel kwam, of zij op aarde danste of in hoogere sferen, of h&t dans muziek was, die haar voortdroeg, of een hemclsche melodie. Jammer, dat de zaal niet driemaal zoo groot was. Juist nu had zij wei willen voortdansen, al maar voort. Van haar zetel op een verhooging aan het einde der zaal volgde Alexandra Louise het buitengewoon mooie paar met de oogen. Hem stond niets in den weg elkander zoo dikwijls te ontmoeten, als het hun goed dacht terwijl zij zelf geen hand durf de verroeren, om dsn wensoh van haar hart te bevredigen. Wanneer zij slechts eenmaal in het hart van dien man kon lezen kon weten wat hij dacht, droomde, wensoh te. Haar lippen trilden zenuwachtig. „Wat zie je er ontevreden uit," fluister de do Kroonprins, terwijl hij zioh over haar schouder boog. „Ik wil dansen," antwoordde zij. „Ik wil hier nd-et als een afgodsbeeld zitten. Ik ben jong De dokter heeft mij dansen verboden," merkte hij aarzelend op en er sprak diepe treuriglieidl uit zijn blik. „Maar ik zal Mersbach Zij knikte en glimlachte tevreden gesteld al8 een verwend kind. Toen hij voor haar stond, voegde zij zich dadelijk bij hem. „Men had kunnen meenen bron en water te zien. Een oude vriendschap liet zioh niet spoediger opwarmen." Zij zeide het onverschillig, maar er was iets in haar toon. dat deed denken aan het -onderaardsch gerommel van een vulkaan, voordat de uitbarsting komt en de gloeien de lava alles verzengt. Zijn opgewekte stemming was reeds weer verdwenen cn hij sprak er niet over, dat Mia Helling de heidefee was uit zijn ver telling, waarmee hij eenige weken geleden dc Kroonprinses na. heb diner zoo geamu seerd had. Hij wilde het kind niet verne deren. „Is dat een verwijt?" vtoog hij. Haar wimpers trilden en zij was bijna niet meer in staat zich te beheersohen. „Je wilde dansesi, Alexo," zeide de Kroonprins, terwijl hij nadertrod. „En nu sta je hier te babbelen." „Ja, ik wil dansen. Zij legde haar linkerhand op zijn arm en voelde hoe die arm beefde. „Is Uw Koninklijk© Hoogheid boos op mij?" Hij fluisterde. Het gevoel van bedwel ming, dat zioh altijd in haar nabijheid van hem meester maakte, deed he-m pijn. „Neen," zeide zij zacht ©n wonderbaar week. De vrij vrouwe von Mersbach genoot als altijd het vaorrooht, in d&n intiemeren kring, die de Hertogin omringde, toegela ten te worden. Thans wendde de hoog© vrouw zioh ver trouwelijk geheel tot haar. „Lieve Barones, ik zou u graag ©en vraag willen doen. Hoe (bevalt u d© klein© barones Hel ling ,<üe zoo allerliefst en be hoorlijk schuchter van haar eerste bal ge- nieb? Om u de waarheid te zeggen, het blijft natuurlijk onder ons „Uw Hoogheid kent mij." „Jawel, beste. Nu dan, prinses Christian© is verschrikkelijk voor dat jonge kind, aan wie mon tooh waarlijk wel wat vreugde mag gunnen, nadat zij niets anders heefC genoten dan het gezelschap der oude Klees. De Prinses heeft de kleine barones haar ontslag gegeven of zal het doen ais voorlezeres naar aanleiding van mijn uit- noodiging voor dezen avond. „Dat is hard, Hoogheid." Dezelfde vrouw, die nu „dat is hard" zei, had eens haar eigen dochter in storm cai regen naar buiten gejaagd zonder er zich om te bekommeren of zij misschien van ellende zou omkomen. „Het is eenvoudig afschuwelijk. En daar bij komt nog, dat zij mij in zekeren zin ds verantwoording daarvoor op de schouders ligt. Ik voel mij dus redelijk verplicht, u begrijpt me, beste Barones. Kunt u de kleine Helling niet een poosje bij u nemen Zij maakt in ieder geval geen aanspraak op veel salaris en later zou ik wel iets voor haar kunnen vinden. U zou er mij werke lijk een groot genoegen mee cloen." Nadab de vrij vrouwe haar eerste verwon dering overwonnen had, vermande zij zioh snel. „De wensoh von Uw Hoogheid is mij natuurlijk een bevel." „Neen, neen, mijn lieve Barojiee, zóó was het niet bedoeld," viel de Hertogin haar vriendelijk in do rede. Zij was echter zeer tevreden haar doel bereikt te hebben. „Werkelijk, Uw Hoogheid, volkomen zeker; Elbenthal staat voor juffrouw Hel ling open. Zou Uw Hoogheid do goedheid willen hebben, te» bc.palen hoe de zaak zal worden aangepakt? Moet de jongedame er dadelijk van op de hoogte gebracht wor den? Of wil Uw Hoogheid allereerst mis schien prinses Ghristiane op de hoogte brengen „Ja, ik denk, och neen De vaste mc<3e- dcoling is immers in uitzicht gestold. De Prinses zal dus de vlugste verwisseling het liefst zijn. Het was toch ook cem won- schenswoardigo genoogdoening voor hot onschuldige wezen, als, nadat de ©ene poort achter haar werd gesloten, de andere zioh weder voor haar open doet. Wilt u dadelijk met juffrouw Helling spreken?" „Als Uw© Hoogheid het wil. „Ik vrees alleen daardoor prinses Christione vóór to zijn." „Zij is werkelijk zeor gevoelig. Nu, goed, ik zal zelf door excellentie Besserlich En dank, mijn lieve Barones, hartelijk dank." De witte handschoen der Hertogin druk te beleefd den witten handschoen der vrij- vrouwe. „U danst vanavond bijzonder goed," zeide Alexandra Louise, sneller ademha lend. Met wie de volgende wals?" Zij gevoelcBe zich gedrukt. Maar dezo bo druktheid deed haar goed. „Met juffrouw von Helling." Zij beet zich zachtjes op de lippen. Maar toen hij haar een oogenblik vast aankeek, gleed er ©en sidderend lachje om haar roo- den mond. „Veel genoegen dan!" Zij stond van baar stoel op. $Wordfc vervolgd-i -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5