Leest de Waterschade-Advertentie
Magazijn „Wilhelmina" - Haarl.straat 162 - Breestraat 175.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 Januari.
Derde Elaa. Anno 1923.
GEMEENTEZAKEN.
op d© laatst© pagina van dit Jblad.
FEUILLETON
Bb Prins uit bet Sproakje
4)
in.
ÜO. 19236.
Benoemingen en ontslag.
Voor de benoeming van. een leenaar aan
<de Kweekschool voor Onderwijzers en On
derwijzeressen, ter vervanging van den
heer dr. H. J. Taverne, aan wiem met in
gang van 1 Januari 1923 eervol ontslag is
verleend, bieden B. en W. die volgenoe
jroordraoht aan:
lo. K. Bijlstra, leeraar aan de JEtijks nor-
joaaaleohool to Hoogczand
2o. W. F. Gonggrijp, leeraar aan de Jan
yarn Nassauechool to Utrecht.
Door bet aam mej. H. Pel met ingang
vain 1 Januari 1923 verleend eervol ontslag
moet worden voorzien in de vacature van
leeawes in de nuttige handwerken aan de
af deeling A der kweekschool voor onder-
IV ij zere en onderwijzeressen.
B. en W. bevelen tor benoeming aan:
lo. mej. A. E. Driescns, assistente bij
het onderwijs in de handwerken aan de
kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen en onderwijzers in de nuttige
"handwerken bij het openhaar lager ander-
Wijs, alhier.
Sc. mevr. 0. J. W. WisseVerbuigt, tij-
Üolijik leenares in de handwerken aan de ai
de el ing B der kweekschool, alhier.
Bij evemtueelo benoeming van mej. A. E.
[Driesens stellen B. en W. voor gelijktijdig
ctan haar, eveneens met ingang van 1 Febr.
&.S., eervol ontslag te verleenen als assis
tente bij het onderwijs in de handwerken
aan de kweekschool voor ondier wijzers en
onderwijzeressen
In geval van benoeming van mevr. Wissc-
iVerburgt geven zij in overweging aan mej.
'A, E. Driese-ns met ingang van 1 Februari
a.s. wegens opheffing der betrekking, eer
vol ontslag to verleenen als assistente bij
hot onderwijs in de hardwerken aan de
kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen.
Ter vervulling van do vacature van Keu-
rings veearts, tevens adjunot-Direoteur van
het Openbaar Slachthuis en van don Keu-
ringsdiienet van vee en vlee-soh alhier, ont
staan tem gevolge van het aan den heer
AT. Verkerk verleend: eervol ontslag, bie
den B. en W. do volgende voordracht aan:
lo. Th. P. A. Sperma Weiland 2o. A.
van Manenbeiden Keuringsveearts aan
het Abattoir en do Veemarkt te Amster
dam.
Door B. on W. wordt ook nog voorge
el old aan den heer I. ten Brink met ingsang
van 1 Maart- eervol ontslag te verleenen- als
onderwijzer aan de O. L. school Modusa-
slraa-t B.
Zakelijke bedrijfsbelasting.
In do Vergadering van 11 December
'j.I werd een voor .-tel van dein heer San
ders, tot intrekking van de verordening
iep de heffing van e&ne zakelijke belasting
iep het bedrijf met ingang van 1 Januari
"1928, verworpen, terwijl' oen voorstel van
Ideai heer Huurman, om de belasting te
halve eren, een zelfde lot onderging. Het
voorstel van den heer Wilmer, alsmede em
jak amendement daarop; te beschouwen voor
stel van den heer Eikerbout-, werden ech
ter in handen van het College van B. en
ÖV. ter fine van prao-advies gesteld.
Ten opzichte van het amendement van
Ideu hoer Eikerbout meenen JB. on W. zich
van breedvoerige beschouwingen te mogen
.onthouden. Om dezelfde reden toch, waar
om zij de voorstellen Sanders en Huurman
als 't ware onaannemelijk moesten verkla
gen, moeten zij ook aanneming van het
amendemeiit-Elkerbout ten sterkste ontra
den. Bij aanneming van 'dit amendement
toch zou de gemeentekas in 1923 niet ved
minder aan inkomsten derven (p".m f 28.000),
dan bij aanneming van het voorstel-Huur
man het geval zou zijn geweest.
Het voorst el-W ilmer heeft, vcorzo.oveel
de artikelen 2 eai 3 betreft, hun sympathie.
Weliswaar zal de opbrengst der belasting
(artikel JL buiten beschouwing gelaten) bij
aoimeming naar schatting met ruim f7000.
dalen, (joch het komt hun voor, dat dit
bedrag niet van zooveel beteekenis is, dat
er niet overheen moet worden gestapt, nu
daardoor in navolging van andere gemeen
ten althans aan een deel der gerezen be
zwaren kan worden tegemoet gekomen.
Het in artikel 1 voorgestelde ontmoet
echter bij het Collego bedenking. In da
eerste plaats een bedenking van redactio
neel aard, aangezien niet is aangegeven
het tijdstip waarop 9e leeftijd, van 16 jaar
rnoet zijn bereikt. Ter opheffing van deze
leemte zou b.v. gelezen kunnen worden:
„en don aanvang van een der voren
bedoelde tijdvakken niet den leeftijd van
16 jaar hadden bereikt".
Doch afgezien hiervan en daargelaten
den administratieven rompslomp, die van
de toevoeging wederom het gevolg zou
zijn, komt het hun voor, dat het te werk
stellen van jeugdige krachten in ©en on
derneming of inrichting er door zal wor
den bevorderd1. En dit zal de Baad in
het bijzonder in de huidige omstandigheden
met het -College v.rel niet wemsclielijk achten.
Met artikel; 2 kunnen^ zift zich, galgk
gezegd, zeer goed vereenigem. Slechts ver
dient het aanbeveling, om evenals in ver
schillende artikelen der bestaande veror
dening, in plaats van „voor een bedrijf"
te lezen: „voor een onderneming of in
richting als bedoeld ia art. 1".
B- en W. geven jnitsdien in overweging:
a. niet aan te nemen het voorstel van
den heer Wilmer en het daarop ingediende
amendement van den heer Eikerbout;
b. c-ver te gaan tot vaststelling van een
verordening, waarin met bovenstaande ie*
kenïng is gehouden.
Geen reductie van Ma^ktgelden.
Door de Leidsche Marktkoopliedcnbond
„Ons Belang" was verzocht:
lo. do vooruitbetaling van. de abonne
mentsgelden voor het hebbon van een
vaste jaarplaats op dte algemee-n-e Zator-
dagsche dag- en avondmarkten, in plaats
van half jaarlijks, maandelijks te doen ge
schieden, en
2o. om de reductie op het markt-geld
voor die kooplieden, <Me ten gevolge van
den aard van hun koopwaar meer dan 10
vierk. M. noodig hebben^ zoo dat ze
voor niet meer dan 10 vierk. M. zullen be
talen.
B. en W. hebben dit adres in handen
gesteld der Marktcommissic, die geeci
overwegend bezwaar heeft om de vooruit
betaling over drje maanden te doen ge
schieden.
Moeilijker acht de Commissie het door
adressant in de tweede plaats gedane ver
zoek tegemoet te komen, aangezien inwil
liging daarvan k. i. op ernstige practiscJio
bezwaren stuit. De bond wil, dat koop
lieden, die door den aard van hun koop-
wa-ar een standplaats van meer dan 10
vierk._M. noodig 'hebbon, niettemin slechts
voor fo vierk. M. zulleu behoeven te beta
len. Het ligt voor de hand zoo merkt
da Commissie voor het Marktwezen op
te veronderstellen, dat, werd dit vastge
steld, ieder koopman met het oog op „den
aard van zijn koopwaar" et?n zoo groot mo
gelijke Standplaats zou verlangen, welke
hem dan, voorzoover grooter dan 10 vierk.
M., kosteloos gegeven zou moetc-n worden.
Do ruimte, die op de markt beschikbaar
is on waarmede toch reeds gewoekerd moet
worden, zou hierdoor relatief nog vermin
deren en de bloei van de markt zou zoo
doende niet worden bevorderd Bovendien
hoe moeten in de belastingverordeming de
kooplieden, die voor de reductie in aan
merking zouden "komen, worden aange
duid Om een willekeurige on ongeoorloof
do toepassing van de gunstige bepaling uit
te sluiten zoudten de vele koopwaren naar
haren aard omschreven moeten worden,
hetgeen niet wel mogelijk is, want waar
zou de grens getrokken moeten worden
B, en W., zich vereenig end met «e
beschouwingen der Öommissie, geeft den
Baad in overweging in dien geest te be
slissen en biedt een daarop gebaseerde
verordening ter vaststelling aan.
Voihaal van pensioenbijdragen van
onderwijzend personeel.
Ka eenigö beschouwingen aam hun voor-
stol te hebben laten voorafgaan inzake het
verhaal van pensioenbijdragen "ram heb on
derwijzend personeel dat daarvoor in aan
merking komt, geven B. en W. den Raad
in overweging, te rekenen met ingang van
1 Januari 1923, op het onderwijzend perso
neel aan heb gymnasium, de koog-ere bur
gerschool met vijfjarigen cursus, de hoo-
gere burgerschool voor meisjes, de kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeres-
een, afd. A, bij het vervolgonderwijs, als
mede op de z.g. onverplichte onderwijzers
bij het lager onderwijs, op hét onderwij
zend personeel aan de buitengewone school
voor lager onderwijs en op het onderwij
zend personeel van het gesticht „Voor-
geest" voor zoover dit in salarieering is
gelijk gesteld met het personeel der school
voor buitengewoon lager onderwijs, een
zoodanig bedrag aam pensdoemsbijdragcm te
verhalen als door het Rijk op de leeraren
en onderwijzers aan Rijksinrichtingen van
onderwijs wordt of zal worden verhaald.
Uitgaven dor Commissie voor de
Steunverleening.
Do ingevolge besluit van den Raad van
don 6den November j.l. ingestelde „Com
missie voor Steunvorleeming" raamt haar
uitgaven over het jaar 1923 op f 100.000.
B. on W. et-ellen dientengevolge voor dit
bedrag door toevoeging van den post „Uit-
keering door een speciale gemeentelijke
steimcommissïe aan werklooze leden van
organisaties, die, hetzij doordat zij uitge
trokken zijn of nog niet trekkend zijn, het
zij omdat aan hun organisatie om epocialo
reden geen werklcozmkas verbonden is,
geen uitkeering ontvangen uit een werk-
loozenkas" ten laste van de begroeting
voor 1923 te brengen.
Gewijzigde wachtgeldregeling.
In een toegezonden circulaire deelt de
Minister van Arbeid mede, dat in de Al
gemeen o Regelen d.d. 11 October 1920, be
treffende bek verleenen van subsidie in uit-
keeringon, die. door do werkgevers aan hun
arbeiders "zijn - verstrekt, (wachtgeldrege
ling) met ingang van 1 Januari 1923 ©en
wijziging wordt aangebracht wat betreft
het aandeel, dat Rijk en Gemeenten in die
uibkeeringen bijdragen.
Deze wijziging komt neer op een ver
mindering van het- aandeel van het Rijk cn
een verhooging van liet aandeel der Ge
meente in de kosten. Het aandeel van het
Rijk bedroeg tot nog too 33 1/3 pet.dat
dor gemeente word bij Raadsbesluit van
l Februari 1921 vastgesteld op tem hoogste
16 2/3 pet. Thans stelt de Minister het aan
deel van Rijk en Gemeen to op een gelijk
bedrag vast n.l. 25 pet.
De vraag rijst nuIs het gemeente
belang bij het tot stand komen van wacht
geldregelingen voldoende betrokken om
die -verhooging van 16 2/3 pet. tot 25 pet.
to motiyeeren. Daarbij moet in het oog
worden gehouden, dat het Rijkssubsidie
onafscheidelijk is van het gemeentesubsidie
zoodat, indien de gemeente weigert, het
Rijk zich ook terugtrekt-, en er dus geen
wachtgeldregeling tob stand komt.
Ook schijnt van nader overleg met heb
Rijk over een voor de gemeente meer voor-
deelige verdeeling van ieders aandeel wei
nig heil to verwachten.
Voorts zij er op gewezen, dat het Rijk in
de aangehaalde ciroulair© het wachtgeld,
althans do grens tot welke» Rijk en Ge
meente gaan, eena-gszins vermindert. O.a.
zal mot- ingang van 1 Januari 1923 slechts
een bijdrage worden verleend over uitkee-
ringsbodr-agen van ten hoogste f 20 per
week en voorzoover dio 70 pet. van het ge
derfde loon niet overschrijden.
Hoewel uit den aard der zaak geen ra
ming van kosten kon worden gegeven is hot
tooh wol als zeker aan to nemen dat elko
wachtgelder voor de gemeente een bospa-
ring bet eekent, omdat in zijn uitkeering
ook werkgever en Rijk bijdrages.
Bovendien zullen door oom wachtgeld
regeling de normale verhoudingen in de be
drijven blijven bewaard wat mode een al
gemeen belang is en in het bijzonder oen
gemeentebelang kan worden genoemd. B.
en W. stellen op grond van een en ander
voor de gewijzigde wachtgeldregeling te
aanvaarden.
Vergunning tot het bouwen van een
loods van hout.
Onder overlegging van een adres van de
Leidsche Roei- en Zeilvereeniging „Die
Leythe", geven B. en W. in overweging
aan de vereeniging vergunning to verlee
nen om het te maken bootloodsje op het
terrein achter den Morschweg, van hout te
doen maken.
.Verkoop van buiten gebruik gestelde
voorwerpen en materialen.
Onder verwijzing naar een lijst van' op
do Stadstimmerwerf aanwezige, buiten ge
bruik gestelde voorwerpen en materialen
verzoeken B en W. den Raad tot open
baren verkoop van die zaken to besluiten.
Overneming in eigendom en onderhoud
bij de gemeente.
I verband met den aangenomen bouw
van een aantal woningen op een terrein
ten Zuid-Oosten van de Thorbeckcstraat is
B. en W. verzocht to bevorderen dat het
perceel hetwelk den voorstraat bestemden
grond voor het eigenlijk bouwterrein af
scheidt van de Thorbeckcstraat, door dc
gemeente in eigendom en onderhoud wordt
overgenomen en dat te zijner tijd van ge
meentewege tot straataanleg daarop wordt
overgegaan. Genoemd perceel is groot 325
vlerk. M. en eigendom van de Wed. J.
BotermansKanbier. Tot staving van dit
verzoek wordt te kennen gegeven, dat het
vrijwel onmogelijk zou zijn de bedoelde
woningen te bouwen, wanneer de bouwers
behalve den straataanleg op eigen terrein,
bovendien riog den aanleg op aangrenzend
terrein zouden moeten bekostigen en dat
een rendeerende exploitatie van de te bou
wen woningen dan bezwaarlijk te verkrij
gen zoude zijn.
Met de Commissie van Fabricage zijn B.
cn W. van oordeel, dat er met hot oog op
het tot stand komen van do meergenoemde
woningen in dit bijzonder geval wel aan
leiding is om af te wijken van den regel dat
alle met den bouw in vprband staande kos
ten van straataanleg voor rekening van
de bouwers komen en dat de gemeonte
alleen aangelegde straten overneemt.
De eigenaresse is bereid de grond groot
325 vierk. M. kosteloos af te staan aaü
de gemeente.
B. en W. geven nu en Raad in overwe
ging tot overneming van dien grond, te be
sluiten.
Aankoop van bouwterrein.
B. en W. waren dezer dagen in de
legenheid in publieke veiling do hand té
leggen op de perccelen weiland, Sectie N
nis 128, 129, 132, 137, 138, 139, 143, 144,
145, 146, 147 en 148, ter grootte van
10.38.39 H.A., gelegen in de»n Stadspolder,
ten noorden van den Heerensingel, en wel
tegen een prijs van f 72600.
Het bezit van deze landerijen, die een
aaneengesloten complex vormen, moet voor
de gemeente van belang worden geacht,;
aangezien zij met de reeds aan de gemeente
toebehoorende terreinen, waardoor zij
voor een belangrijk gedoelto worden be
grensd, een goed geheel uitmaken, dat
zeer geschikt is "voor den bouw van ar-'
beiderswoningen. Ook de koopprijs, met
inbegrip van de onkosten ad f 4863.50,
f 0.77 per vierk. M. bedragende, komt hun'
aannemelijk voor.
In overeenstemming met het advies van'
do Commissie van Beheer over het Grond-'
bedrijf, geven den Raad alsnu in overw©-»
ging tot dien aankoop over te gaan.
Levering van gemeente-drukwerk.
Bij raadsbesuit van 20 December 1917
werd besloten de levering van het druk
werk voor de gemeente wederom voor den
tijd van 5 jaren, ingaande 1 Januari 191^
ondershands op te dragen aan don heer
Eduard IJdo, boekdrukker alhier, tegen
cle door den Nederlandschen Bond van
Boekdrukkerijen vastgestelde minimum
tarieven en verder onder de in de concept
overeenkomst vermelde voorwaarden.
In verband met het eindigen der overeen
komst op 31 December j.l. is door B. en
W. reeds geruimen tijd geleden overwogen,
op welke wijze thans het te leveren druk
werk zou moeten worden opgedragen. Zij
hebben echter zoo lang mogelijk gewacht
met do indiening van een desbetreffend
voorstel, eensdeels met het oog op den on-
zekeren toestand in het drukkersbedrijf
(eerst in de afgeloopon maand kwamen de
patroons onderling tot overeenstemming,
terwijl daarna de bekende staking van eeu
gedeelte der gezellen plaats had) ander
deels, aangezien met het oog op de exor
bitant hooge kosten moest worden nage
gaan in hoeverre het drukwerk nog meer
beperkt diende te worden, dan in de jaren
1921 en 1922 reeds het geval is geweest.
Terwijl toch in de jaren 1916 en 1917 (on
der liet oudo contract) «de drukkosten
resp. plra. f 8.700.— en plm. f 10.700.
bedroegen en volgens preadvies van De
cember 1917, op eene stijging van ten min-
sto 100 werd gerekend, bleken de kosten
in 1918 en 1919 reeds tot resp. plm.
f 43.000.en plm. f 36.700.te zijn ge
stegen, terwijl in 1920 zelfs bijrol zesmaal
meer n.l. ruim f 61.600.moest worden
betaald, dan in 1917. Tengevolge van d©
aanzienlijke beperking van het drukwerk
in de jaren 1921 en 1922, daalden de kos
ten in die jaren resp. tot plm. f 32.000.
en plm. f 28.000.In het belang van de
gomeentefinanciën en vermits in deze tij-»
den beperking van do uitgaven meer dan
ooit geboden is, zal alles in hc't wevk ge
steld moeten worden, om nog lot meer
dere verlaging van de uitgaven meer daii
ooit geboden is, zal qlles in het werk ge
steld moeten worden, om nog tot mee» der©
verlaging van do uitgaven voor het gc-
RECLAME.
1781
Reman van G._ HARDWÏG.
„"Waarom bent u geen zicloherdee in Ei
bertal gebleven, dominee, in een tijd, dat
mijn oudera uw bijstand en uw troost zoo
zeer noodig hadden? Waarom veranderde
u indertijd zoo plotseling van standplaats,
zoneter op den wenocli Aan mijn vader te
letten? Do geheele zaak schijnt mij zoo
duister en daarom heb dk de opdracht van
mijn moeder met vreugde begroet. Wan
neer héb niet to veel verlangd is, wijd u mij
dan eens in, geef mij klaarheid over dit
duistere punt in dc geschiedenis van mijn
familie."
„Mijn hemel," zcido de predikant, tor-
wijl liij zioh weer m zijn leunstoel wierp,
„wat ml ik u zeggen? Uw zuster was een
li of meisje ©n dc houtvester was eon knap
roan. Zal ik u zeggen, dat liet toezicht van
uw ouders niet streng genoog was? De
twee hielden van elkaar zooals jonge, on
ervaren mensohen van elkaar houden. En
locai. zijn zij in storm on bij nacht van bet
landgoed gejaagd. Laat in den nooht klop
ten zij aan mijn deur cn verzochten mij hep
to trouwen, voordat zij verder gingon op
het onzekere pad, dat voor hen lag.
„Hebt u da-b gedaan?"
„Ik zeddc bun fo wachten oil ging naar
het kqsteel om uw ouders vaohter te-stem-,
ri>cn.,Toan ik onverrichter zak© terugkwam
.vroren zij verdwenen.,
v ♦•Verdwenen V*- '\z
„Ja, verdwenen. En nu, wie® zal dit
laat berouw r.og ten goede komen?"
„Wie spreekt van hero-uw?" stoof Mers-
bach op. „Een uiting van modelijden is nog
geen berouw. WaJineer ik aan het graf van
mijn vader sta, mijn vader, wièn cle licht
zinnigheid van zijn dochter het hart brak,
denkt u dan, dat er een. spoor van berouw
in mij ontwaken kon 1 Moet niet veel meer
alios, wat' natuur en opvoeding in mij ge
legd hebben, in opstand komen tegen mijn
dwa.2e zuster? Do wensoh van mijn moeder
heeft u niet méér kunnen verrassen dan
mij, want wanneer cr ooit oen vrouw, ge
weest is, die smart en kommer glansrijk
overwonnen heeft, dan is het- mijn moeder.
Zij heeft de vlek op onzen naam uitgc-
wisohtzij heeft gemaakt, dat deze gebeur
tenis vergeten werd. Hoog on onaange
vochten bekleedt zij in de maatsohappij
haar plaats de hertogin zelf noemt zioh
haar vriendin. Wat allen gebillijkt hebben
zal ook wol goed geweest zijn."
„Waartoe dan deze opdracht V'
„Ik weet het niet. Er kunnen oogenblik-
ken in hot leven van ie doren mensoh voor
komen, die zijn gedachten in een andere
richting leiden, zonder dat hij daarom zolf
een schrede afwijkt van den weg, dien hij
bewandelt." Hij stond op.
„Laten wij dus aannemen, dat wij mot
een voorbijgaande ingeving lo doen heb
ben," zeide dominee Sol lor niet zonder na
druk. „Dan zal mijn onwetendheid geen. te-
loursteJling veroorzaken."
Eon blos bedokto het- gelaat» van don jon
gen man.
v „Zonder het openlijk uit t<e spreken ver
dedigt u dit paar. Stilzwijgend stelt u rnija
ouders in het ongelijk, tegenover mij, hun
toon. Vergeef mij, dat ik mij gedrongen ge
voel -even openhartig te zijn als u. Het
8ohijnt mij toe, dat u door uw toenmalig
plotseling vertrek uit ElbenthaJ ook een
plioht verzaakt heb, namelijk, om mijn va
der, clio, zooals dk gehoord heb, u zeer goed
gezind was en met wion u persoonlijk be
vriend waart, helpend en steunend ter
zijde te blijven. Misschien dat daardoor
zijn levon nog verlengd geworden zx>u
zijn."
Do predikant was eveneens opgestaan.
Zijn gelaat verloor dc koele uitdrukking,
clio heb misnoegen van den» jongen man
zoozeer had opgewekt, en eon trok van wee
moed. kwam op het doorgroefde gezicht on
gaf daaraan ïeta buitengewoon eerbied
waardige.
„Dat weten wij niet," zeide hij lang
zaam. „De Heer roept zich tot ons, wan
neer Hij wil wij hebben slechts te volgen.
U vraagt mij rekenschap van mijn handel
wijze. Op dit oogenblik en in aanmer
king nemende in welko verhouding 'ik vroe
ger tot uw familie stond wil ik aanne
men, dat u daartoe recht hebt. Ik ging uit
Elbenthal, omdat ik niet anders kon, mijn
hart zou anders gebroken zijn van ver
driet ik had uw zuster lief."
Zijn stem klonk heesch van aandoening;
de jonge man deed verrast een stap ach
teruit en zijn oogen vestigden zich met
deelneming op het-gelaat van dan ouden
heer. ,,Höpeloo3 had ik haar lief. En ik zag
haar de ellende te geanoet gaan toet oen
ander en kon niet helpen. Oordeel nu zelf!
Mersbaoh waagde het niet ©en woord in
het midden-te brengen. Zwijgend stak hij
de hand uit, die de predikant langzaam
greep on vasthield, terwijl hij voortging:
„Een zioleherdcr, wion het ernst i3 met
zijn beaoep, raag niet in zijn smart op
gaan hij leeft niet voor zichzelf, maar
voor anderen In Elbental herinnerde» aille3
mij aan datgene, wat ik niet vergeten kon.
En daar was nog meer. Het Woord, waar
van ik de verkondiger ben en dat liefde en
vergevensgezindheid predikt, hadden uw
ouders teruggewezen. Ho zou ik van de»n
kansel christelijke liefde en verdraagzaam
heid prediken, wanneer daarginds twee
menschen zaten, van wie ik wist, dat zij
deze leer weigerden te aanvaarden."
Hij zweeg een oogenblik, diep geroerd,
terwijl hij nog altijd de hand van den jon
gen man in de zijne hield.
Toen zeide hij op gecSempten toon, ter
wijl hij hem vast aanzag
„En waarmee had ik uw stervenden va
der moeten troosten? Waarmee hem do
laatste uren verlichten? Hoe kon ik hem
vergiffenis toezeggen, terwijl
Hij liet Mersbaoh's hand los en streek
zich peinzend over het voorhoofd.
Daarop veranderde hij van toon.
„Ziet u, dat zijn de gronden voor mijn
plotseling vertrok. Berouw heb ik er nooit
van gehad. Ik heb een lieve, trouwo vrouw
gevonden. Zij sluimert niet ver van hier in
het graf, tot mijn diepe smart. Ook vader-
vreugde beleef dk van mijn flinken zoon.
Ter wille van de waarheid wil ik aan mijn
verhaal toevoegen, dat ik nog jaren heb
gewacht op een teeken van leven van uw
zuster en voor dat geval had ik altijd een
kleine som in gereedheid liggen. Maar er
is niets gekomen. Zij is verdwenen, waar
schijnlijk is zij reeds dcod, aan haar aard-
6che rechters ontrukt en don homelsohen
rechter nader gebracht."
„Ik dank u voor uw openhartigheid, do
minee," zei Merabaoh ernstig, maar niet
zonder bitterheid. „U stapelt aanklacht op
aanklacht tegen mijn ouders. Van uw
standpunt heeft u missohien gelijk. De we
reld, waarin wij leven, denkt «anders en
ban dolt dient emgevoLge ook anders. Mijn
opéxacht heb ik vervuld."
„Ja."
„En dus kom ik afscheid van u neracn,-
Yaarwel, dominee, en vergeef mij, dat ik
u gestoord heb."
„Ik heb u reeds eer gezegd, dat het mij
genoegen deed u weer te zien en dat her
haal ik."
Mersbaoh boog vormelijk beleefd eb ver
liet de kamer.
De muurbloemen in den voortuin geur*
den sterker dan ooit. Boven de heide trilde
de lucht van warmte.
Dc bewoners van het heidehuis waret»
met de kippen opgestaan en het gevolg
daarvan was, dat de wasch reeds vroeg
tijdig klaar, om opgehangen te worden, in
de mand lag.
Voor het ophangen zorgde Mieze.
Met hoogop ges troop te mouwen, den
ouden hoed, die een juweel was tegen do
zonnestralen, op het blonde haar, hing zij
ijverig bet eene stuk na bet andere opr
de lijn.
„Kan ik soms helpen?"
Zij ging op de teen en stoom cn gluur do
over de heg.
Wie? O, bent u het, meneer Willie? Bent
4i nog niet gesmolten? Tante is nog niet
bij de band?"-
Zij zag cr zoo gmappig-lief uit in haar
werkpakje, dait Willie voelde boe zijn hart'
sneller begon te kloppen.
QfToTii vervolgd), f