Van alles wat.
Spelletje.
Kunstje.
ANEKDOTES.
Bij Marijke.
CORRESPONDENTIE.
Het standbeeld.
Dit is een aardig spelletje voor meisjes,
én barer gaat op een bankje staan en ieder
t het gezelschap beveelt- haar een bepaal-
houding aan te nemen of de één of andere
>\veging met handen of voeten te maken. De
in beveelt haar de oogen hemelwaarts te
ehten, een ander het hoofd te buigen, ee-i
irde om de houding van Diana op de jacht
sn te nemen, enz. Het standbeeld moet
e bevelen opvolgen, totdat eindelijk een
edeljjdende vriendin haar toeroept: „Ik
3veel je, op den grond te springen."
en
iet
:n bü een worp van drie dobbeUteeuen het
getal oogen van eiken steen te raden.
Laat de oogen van den eersten dobbelsteen
nbbel nemen, vjjf daarbij tellen en die som
et vijf vermenigvuldigen. Laat er daarop
?t getal oogen van den tweeden steen brj-
negen, de som met tien vermenigvuldigen
i eindelijk het getal oogen van den derden
:een er bij tellen. Laat je dan het geheele
?drag der hieronder verkregen som cpge-
?n, trek er 250 af en in het overblijvende
irschil zul je de cjjfers der drie steemen
Sór je hebben.
Ingezonden door Greta v. Galen.
Niet bang.
Oude juffrouw (die bij een huurkoetsier
n rijtuig- bestelt)„Zeg, koetsier, je paard
toch niet bang of schrikachtig
Koetsier „Hij o, neen, hoor, hij slaapt
11e nachten heel alleen in een donkere st-afl.
Ingezonden door Frans Jutte.
Neger tegen iemand: „Mijnheer, over 'deze
eaan ben ik gekomen, u weet toch wel, welke
het is?"
De heer zegt niets.
Neger: „Juist, juist mijnheer, die is 'Het, de
:iüe Oceaan".
Ingezonden door Sjoukjen Hiemstra. 1
Onderwijzer: „Iemand koopt voor f 2o.30
'inlkelwaren en betaalt de helft contant. Hoe-
ïel blijft hij nu nog schuldig ?'-
Leerling: „De andere helft.'-
Ingezonden door Adriaan Bolle,
Veldwachter (tot een vrsscher): „Zeg eens
riend, weet je wel, dat je hier niet mag vis-
saifhen?"
Vissoher (heel bedaard): „Neemt u mij niet
wal ijk, ik visch niet, ik leer een wurmpje
wemmen."
Of-
Ingezonden door Neeitje van Wijk'.
Heer tot huilend ventje: „Maar waarvoor heb
'dat pak slaag van je vader gekregen?"
Jongen: „Voor niets natuurlijk. Dacht u soms
at ik er nog voor moest betalen ook!"
Ingezonden door Adriaan Bolle.
Snedig antwoord.
Arbeid adelt. Waarom werk je niet?" vraagt
5a agent aan een bedelaar.
„Ik wil niet geadeld wonden, ik ben trotsoh"
P mijn burgerstand."
Ingezonden door Jan Hartimg.
Reohitar tot ean dief: „Zeg man, ontken toob
set langer, ik heb hier 10 getuigen, die het
misdrijf gezien hebben."
De dief: „Och, mijnheer de rechter, wat geef
om dde tien, ik kan er u wel honderd brengen,
het niet gezien hebben,"
Ingezonden door Genrie Slootweg.
jai- B&rbier (driftig tot zijn leerling, die slordig
22 klant inzeept): „Nu leer je al twee jaar het
<ak bij mij en nu bun je nog niet eens zoo'n
atë tem gezicht behoorlijk dnzeepen,"
Marijke kan vertellen,
Hun klompjes zet Marijke
nóg mooier dan een boek m
zorgvuldig bij den haaid
Marijke, moet je weten,
dan eerst gaat zij vertellen,
woont bij oda op den hoek.
vertellen naar den aard,
Daar staaf een heel oud Huisje,
Nu eens zijn 't mooie sprookjes
't dak is gedekt met riet
van t'oovenaar en fee,
't' ia alles elven proper
dan weer neemt zij de kind'ren
wat j'.in het huisje ziet.
naar verre landen mee.
Een gxoote ijz'tren ketel
Marijke kan vertellen
hangt aan een haak te vuur
opnieuw weer eiken dag
Marijk' ia druk aan 't koken
kom juUMe ook eens lui-st'iren
zoo tegen twaalf uur.
'k weet vast, dat van haar mag.
Maar is het werk geëindigd,
dan krijgt ze ko-us en kluw -
HERMANNA.
da kleintjes vragen dringend iy
toe Zus, begin je nu 'v» 1
- -1
Ingezonden door Coba en Jan Hoope
In den dierentuin.
Kleine jongen op een olifant wijzende, tol
zijn vader: „Vader, waarom hseeft dat beest zijn
staart van voren zitten?"
Het Ls enorun wat ik vandaag heb gelezen
over alle Sk-NAcolaaa-vieringen. Maar lieve
kinderen wat een pret is dat geweest! Wat een
massa cadeaux en lekkers is er bij velen ge
bracht. De een vermeldde al grooler lijst dan de
ander, en al die verhalen over hel bezoek van
St.-Nicolaas met zwarten Piot en wat hij ge
bracht heeft of door middel van goede vrienden
heöft laten brengen, ik heb alles en allee met
plezier gelezen en als ik nu niet aan ieder kind'
apart kan antwoorden op de gezellige verhalen
over 5 en 6 December, dan is 't volstrekt niet,
omdat ik niet alles las of omdat hét mij niet
kan schelen, integendeel hoor. Nu nog maar
sens (ik had bijna gezegd voor de honderdste
maal) gezegd aan allen die mij vragen: „mag
ik voortaan meedoen?" Ja zeker, iedere nieu
weling is welkom en de kleineren zijn van 7 tot
en met 11 jaar, de grooteren dan tot en met
16 jaar. Maar wie liever vóór zijn 12en ver
jaardag al wil behooren tot de grooteren, dat is
ook best. En de brieven moeten in gewone tijden
Maandags vóór één uur aan hot Bureau
„Leidsch Dagblad" zijn of Maandags aan mijn
adres in Den Haag.
De volgende wek is het nog gewoon,, maar
20 December vertrek ik naar Klooslerzande
(Zeeland), dus a.s. week zal ik duidelijk uit
leggen hoe het in de Kerstvacanlie gaat, dan
moeten we door de vele Zon- én feestdagen
weer één keer overslaan, v -w-- i
Rika van Veen (Koudekerk) je bent een nieu
weling, en aangezien ik al lang een trouw
nichtje heb uit Zoeterwoude, dat precies zoo
heet, zal ik er voortaan jullie woonplaats bij
zetten.
Jo van Leeuwen. 5 December is dus dubbele
feesldag thuis als je vader dan net jadig is en
er -dus ook familie overkomt.
'Abram Burger jon, daar heb' je mij bepaald
plezier mee gedaan met mij eens uitvoerig over
je zelf te schrijven; ik begrijp best, dat je moe
der erg voorzichtig niet je is om je heen. Woon
je ver van de school af? Of kun je daar altijd
wel gemakkelijk naar toe?
Gor Serlie, dat raadsel in den vorm van een
gedicht is wel aardig, ik zal het wel eens plaat
sen en dan enkel de woorden laten opschrijven
die ontbreken, anders is het zooveel werk.
Martha Marcelis, hartelijk dank voor dat
mooie geborduurde kaartje, dat uit je brief
kwam.
Thomas Damsté, ik' herinner mij best den
naam van je moeder en weet, dat zij een leer
linge was van een mijner zusters. Dan ging zij
zeker op de meisjesschool op de Hooigracht?
Dat is heel grappig postpapier, waarop je mij
schreef.
Belje Broeksema. dank voor Üe raadsels.
Maar willen alle kinderen mij nu de eer
ste weken geen nieuwe raadsels sturen, dan
kan ik eerst eens opgebruiken, wat ik heb. want
ik krijg steeds vragen: „wanneer plaatst u mijn
raadsels nu eens? Hebben allen het gelezen?
Eenogen tijd wachten alvorens mij weer nieuwe
raadsels toe te zendien.
Coba Dee, hierboven lees je liet antwoord op
je vraag.
Marielje Seriier, dat was geen welkom ca
deautje, dat die eene jongen 'van den zwarten
knecht kreeg. Of was het maar een grapje?,