de Ian met den Zwarten Baard,
$c. 19252.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 7 December.
Tweede Blad. Anno 1922
gemeenteraad van Leiden
FEUILLETON.
Wethouder PERA: Laat men maar een
particuliere vereemging oprichten.
Do woorden van den heer Wilbrink heb
ben spr. goedgedaan. -
Onproductief werk voor werkverschaf
fing ontraadt spr. met alle kracht.
Do heer v. Stralen zei: de organisaties
komen alleen in eigen belang, de anderen
voor 't algemeen belang. De organisaties
mochten daarmee echter ook wei rekening
houden. Spr. moet nu altijd tegen allen
optornen (Geroepen de hoofden van
dienst dan
De heer Dubbeldeman verweet, dat er
niet gebauwd is. Laat hij bedenken, wa/t
zijn broeder Wibaut (gelach) heeft gezegd,
die erkende dat er met de bouwvakarbei
ders niets meer te doen is door arbeidsmoe
heid enz. Spr. verwijst nog naar Den
Haag waar do socialisten zioh ook wol an
ders toonen.
De heer Kooistra heeft een Seitenlieb
gericht tob do militaire macht.
Do VOORZITTER; och laat dat maar.
Wethouder PERA wil echter verwijzen"
naar wat in België gebeurt, waar de socia
listen erkennen, dat voor oen socialistische
republiek een leger noodig ie. (Geroep:
natuurlijk, zooals ook voor Rusland. De
heer Knuttel knikt toestemmend).
Wethouder MULDER wil niet herhalen,
wat de Voorzitter al heeft gezegd en ook
verder zial hij kort zijn om zoo weinig mo
gelijk buiten de begrooting te komen, al
verlokt men nog zoozeer daartoe.
Ziet maar rond en er blijkt dat de ar
beiders het loodje leggen, waar het. socia
lisme heersoht. De geschiedenis heeft dat
al bewezen.
(Geroepnoem de feiten, de Voorzitter
zou zoo iets niet zeggen).
Wethouder MULDER verwijst naar wat
in andere landen is gebeurd, 't Is toch dui
delijk.
Een aanvullings-begrootiag is dikwijls
noodig, gezien, do onvaste prijzen enz. Dit
van den heer Eerdmans. Wat heeft men
aan het geven van cijfers, die heelemaal
geen zekerheid hebben 1
Onpractisoh wordt er gewerkt, zegt de
heer Eerdmans, maar diens voorbeeld
acht hij juist zeer onpractisoh.
B. on W. hebben zioh niet uitgesproken
over al of niet bestendigen van de functie
directeur van den Markt- en Havendienst.
Zeker, de straten zijn aan den vuil en
kant, maar is er niet wat klein gepraat.
Gaat het aan een paar dagen wat
lieden daaraan te zetten? Men bedenke
overigens, dat de grond hier niet ia ais
elders.
Mevr. v. ITALLIEallee ia hier anders.
Do heer DUBBELDEMANAfspuiten
van de straten
Wethouder MULDER meent dat het
geld, daarvoor noodig, nuttiger zal kunnen
worden besteed. Wat werk verschaffing be
treft, onnoodig werk te doen verrichten
houdt juist de werkloosheid in loven. Dat
er geen direct productief werk is, bewijst
ook wel, dat geen raadslid met deugde
lijke plannen weet te komen. Hei-ontgin
ning of zoo iets gaat hier niet, waaraan
zonder bezwaar ecnige tonnen zouden kun
nen worden besteed.
Wat het Raamland betreft, die karretjes
worden gebruikt als kapstok, alsof dit het
onproductieve werk heeft duur gemaakt.
(Geroep: er is wel meer!)
Brandweer overbrengen bij de politie kan
nooit voordeel geven. Dat gaat bij een klein
binnenbrandje, maar kwam er eens een groo
te brand, dan zou men wel uit een ander
vaatje tappen.
Moet de Raad terugkomen op het besluit
den reinigingsdienst te brengen bij fabri
cage Spr. zou zich daartegen verzetten,
daar het nu beter gaat en voordeeliger.
Ruim f 30,000 zal er over dit jaar bezui
nigd worden bij fabricage; wel niet veel,
maar 't toont aan, dat men op zuinigheid
uit is.
Wat woningbouw betreft, zeker, in ons
land en in Leiden wordt heel wat gedaan
voor woningbouw, al is het den rooden nog
niet genoeg. Zelfs al was er voor ieder een
huis, dan zou. men daar wel weer wat an
ders hebben om tc klagen.
Do heer KNUTTEL: Zeker, dab er dan
zooveel leege huizen waren en de afstanden
zóo groot- werden.
Wethouder MULDER brengt hulde aan
den Voorzitter voor diens zorg voor arbei
derswoningbouw. Spr. betreurt echter, dat
de grooto fabrikanten hier niets willen
doen op dit gebied voor hun arbeiders.
De heer DUBBELDEMANZeg dat eens
aan Driessen.
Wethouder MULDER meent, 'dat op 'die
manier wel iets te bereiken zou zijn.
De heer PIEKAAR: Wat zouden ze de
arbeiders vast hebben. (Geroep r daar heb
je 't nu weer, 't is nooit goed).
Wethouder MULDER acht de heer Dub
beldeman wel wat erg tweeslachtig.
Wethouder VAN DER LIP: Dubbel de
man. (Gelach). 4
Wethouder Ï^ULDER constateert toch,
hoe de heer Dubbeldeman eerst was voor
kleine huizen desnoods, althans beter dan
geen huizen.
De VOORZITTER: Zeer verstandig.
Wethouden MULDER: Toen viel'hij spr.
mee.
De heer DUBBELDEMAN: Dat zal nog
wel eens vaker gebeuren.
Wethouder MULDER: En nu opeens is
hij daar pal tegen I
Inderdaad, hier zijn de socialisten geheel
anders dan elders, al behouden zij elders
ook wel him principe, wat hij billijkt.
De heer KNUTTEL: Nou, nou!
Wethouder MULDER acht den heer
Knuttel wel in staat, als hij het daarmee
niet eens is, daarvan te doen blijken. Maar
laat hij dat dan niet hier doen.
De tijd voor opruimen van krotten ia er
nu nog niet, eerst moeten er andere tijden
komen en ook medewerking van dc sociar
listen. Waarna van socialistische zijde dan
ironisch wordt gezegd, dat er dan wel scliot
in komt en dus hun maatschappij eerst
moet komen, roept de heer WILBRINK:
Er moet voor jullie toch ook wat te doen
overblijven!
Wethouder MULDER raadt ten slotte
den socialisten aan eens mee te helpen, ge
lijk de Christenen, door zelf wat te doen,
en niet alleen te loop en op gemeentezak enz.
De heer DUBBELDEMANZeker als jul
lie, f 10 uitgeven om cr f 20 tearng te halen.
Wethouder MULDER verwijst naar wat
eenigo diakonieën hier doen voor, de werk-
loozcn, die zoo buiten het B. A. worden ge
houden en hen zelfs aan werk helpen.
Wethouder BOTS is het met den voor
zitter eens dat de heer v. Eek veel' heeft
aangeraakt wat niet thuis hoort in den raad.
Spr. zal daarop niet ingaan, al komt hij
o,p tegen het citeeren van Pierson, zonder
dezen geheel te aanvaarden.
Wat do lichtfabrieken betreft, heel Idem
zijn die aam de gemeente gekomen, om nu
tot deze vlucht te komen, met de diverse
soort afnemers ia on buiten de stad. 40 pCt.
van 'Zuid-Holland wordt pi van hier voorzien.
Voor de risico mag mén to:h wel eenige
winst hebban. Overmatige wisten worden
hier niet voorgesteld (f63.000 op deze
begrooting voor gas. f 77.000 voor electri-
citeit.).
Spr. geeft vergelijkingen met elders, 't
'Zelfde doet spr. met de winstcijfers over
1921 om aan te toonen, dab liier ook boen
geen overdreven winst js gemaakt.
Verlaging van gas- en electri-
citeitsprijs stelt spr. in 't voor
uitzicht, n.l. van I en 3 ct.
Wat een levensmiddelenbedrrjf betreft,
dat is in de practyk onmogelijk. Groot© af
standen kunnen do huisvrouwen niet afleg
gen, zoodat instelling zelfs niet veel kou
baten.
-Onder de werkloozeü zrjn er niet veel,
die lang werkloos blijven. Bij de steunver
lening moet men do kassen enz. niet uit
schakelen, zoodat f6000 por week aan liit-
Ueering niet laag is. Het weigeren van
brandstofuitkeering is geen hardheid van
do Christenen, maar een hardheid der cijfers.
De heer DUBBELDEMAN: Door Christe
nen vastgesteld.
Wethouder BOTS herhaalt dat niet buiteta
de wettelijke normen is te gaan, zelfs niet
tersluiks.
Over werkverschaffing geeft spr. ervarin
gen, die hem den moed in de schoenen deden
zakken. Hij kon do noodige gelden bjjna niet
loskrijgen van den raad.
De heer KNUTTEL: Toch niet van ons.
De heer BOTS: Ook wel, zie naar de si-
:1
kpr (Zitting vain gisteren.),
Antwoord van B. en W.
(Wethouder PERA citeert den heer Van
in „Het Volk", waar deze zedde, de
burgerlijken willen behoud van dezo maat-
Vfeppij' de socialisten omverwerping. In
soo'n verhouding is het toch al heel moei
lijk het met elkaar eens te worden. Te
meer nog waar de socialisten hier zoo ge-
teel anders zijn dau elders, zooals de
Jaoraittar terecht zeide.
Do heer v. STB. AT/ENDat kan ook van
(k burgerlijken hier worden gezegd.
Wethouder PERA toont het aan» door
i#oigc citaten van socialisten hit andere
gemeenteraden, als Amsterdam, Amers
foort, enz., van socialisten uit het buiten-
fond ads van Thomas (die volgens den heer
Knuttel geen socialist Is).
De bedrijfspolitdek van den heer y. Eek
jou voor de gemeente fnuikend zijn.
Do S. D A P. zal het paradijs niet bren
gen, eindigde deze het, alleen de weg aan
rijden. Maar is dat wel do goede weg
Do heer Eerdmans noemde het col
lege onbetrouwbaar naar aanleiding van
eau uitlating van spr. over den heer Van
Keeteren. Spr. citeert zijn uitlating uit het
fitaaogram, die hij geheel kan handhaven.
Yan ziekte weet spr. niets en hij meent
dat dit niet juist is. Alleen aan ischias
heeft deze heer voor kort geleden, wol las
tig maar toch niet ongeschikt makend
voor werken.
Wanneer de heer E. altijd even betrouw
baar as ais spr. in dezen, dan kan, hij het
hoofd fiie-r omhoog houden.
Wat mevr v. I taille betreft haair woor
den zijn gebaseerd op het resultaat der
vergadering van haar partij, dio dat zij
erkend, wel intellect bezit, maar hoe moei
lijk productieve arbeid is, is zelfs van soc.
dom. zijde erkend, spr. citeert.
Wat zijn optreden in het georganiseerd
overleg betreft, de woorden van den heer
Wihner hebben hem verbaasd, die had
heter bunnen weten. Tevens zal hij den
aan val van den heer Van Stralen beant
woorden al zal hij niet veel zeggen, daar
deze zaak spoedig door den raad zal moe
ten worden beslist daar we in een oritiek
Stadium zijn gekomen.
Do vraas is toohzullen de organisaties
medezeggenschap hebban, ja dan neen.
Tot nu too heeft spr. zich altijd geheel
boeten verzetten tegen do oischen van ge
organiseerd overleg gesteld, met gevolg,
dat hij natuurlijk eenafkeuringsvotum
krijgt. Medezeggenschap zal hij tob het
aitersto bestrijden als in strijd met de
Christelijke grondslagen voor ons staats
wezen, en met de belangen van de ge
meente.
De heer DUBBELDEMANdat hadt je
Srol eens eerder mogen zeggen.
De heer PERAlaat mc toch rustig uit
spreken, zooals ik u laat doen.
Do heer DUBBELDEMAN: zeg dat
fotaar zachtjes.
Wethouder PERA drukt dan als zijn
toeening uit, hoe het bij het georganiseerd
overleg de organisaties telkens maar met
buil eisohen terugkomen, al verwerpt do
raad ze. Spr. moet maar weer terugkomen
fti man hoopt hem blijkbaar zoo lang lastig
te vallen, tot hij maar toe geeft. Dat zal
feohter piet gebeuren.
De raad is het besturend lichaam, dio
bans moet blijven.
Ia Amsterdam is men in strijd met
Ho wet.
Do heer v. STRALEN't Is toch maar
goedgekeurd van koogerband.
Wethouder PERADaar heb ik niet
mee te maken.
Wat gezegd is over zijn onbekwaamheid
Iftat hem koud. Hij kamt alleen op voor
le gemeentebelangen. Wil men een ander,
hem best, maar hij zal niet anders kunne-n
bandelen.
Mevrouw Dubbeldeman verwijst hij naar
later, daar deze aangelegenheid nog aan
do orde komt.
Groningen is- Leiden niet en hij kent Gro
ningen door en door, daar geboren zijnde.
Do heer DUBBELDEMAN: Was cr
nutar gebleven.
Fcn avontuur van Ralph Smith, detective.
door
EDUARD H0BEL.
(Nadruk verboden).
Mijn eerste werk was natuurlijk een be-
Jtek aan Scotland-Yard to brengen, om
11a te slaan, waar auto ,,CK 1239 Lon-
thuLsbehoorde. Ik word in Sootland-
-wd verwelkomd door Warry en Larooi,
mij trachtten uit te hooren, of Smith
j^eoa of an dar had ontdekt. Ik was tame-
terughoudend, eu gaf ontwijkende ant
woorden, wetende aldus in don geest van
'B'la vriend te handelen.
R bedankte Laron natuurlijk voor zijn
teiefjo, en vroeg, of de man, die den Bank-
t0°ver had gezien, opgemerkt had, of deze
tasch bij zioh droeg,
baron beweerde^ dat zij den man alles
hielen gevraagd, wat hun maar te binnen
T'ai geschoten. Hij had liun alleen kunnen
^'dellen, wat ik reeds had vernomen, en
^as maar bittor weinig. Noch kende hij
Aütonummeav noch wist hij met zeker-
k zessen, of het een eigen of een
^«to was geweest, waarin de vent was
c-^teredon, Wel meende hij, dat het een
auto wasde chauffeur, die er in zat,
echter geen livrei aan gehad,
geeC" ffel het mij eenigo moeit© kostte,
ik f^hterdoobt be verwekken, verkreeg
tar verlangde adres van den cbauf-
yau auto „CK 1239 London", en
spoedde mij er heen. Ik trof het bijzonder
gelukkig, want de ohauffeur was juist
thuis. Ik maakte mij aan heen bekend, en
deed zijn geheugen was opfriseohen door
een fooi. Hij werd spraakzaam, en vertelde
mij, dat hij zijn vra-chtje bij de Covery-
Btreet had moeten afzetten.
Nu ben ik zeer weinig bekend in dat ge
deelte van Londen, en daoroon liet ik den
ohauffeur mij er naar tos rijdenhij zou
stoppen op dezelfde plaats, waar ook Oor-
ner was uitgestapt.
Do ohauffeur liet de Auto bij een hoek
van de straat stilhoudenhot was duidelijk
dat hij niet voor een bepaald huis had
moeten stoppon. Dat» was natuurlijk oen
tegenslag voot mij, want nu was er maar
zeer weinig kans op, dat ik u/it zou vinden,
waar Corner woonde. Ik zond dc auto weg,
Want ik wilde in ieder geval do buurt ver
kennen, in de hoop, misschien bij toeval
iets te ontdekken. Zoo viel mija oog op het
naambordje van do zijstraat, waar wij balt
padden, gehouden. En wat las ik or?
Er Gtond met duidelijke, witte letters do
naam Newtonstreet-
HOOFDSTUK IV".
Het tuinhuis.
Toen ik thuis kwam, was mijn eerste
werk, aan Ralph to vertellen, hoo ik den
morgen had doorgebracht. Hot Week, dat
ik dien goed had besteed, want Ralph was
zeer tevreden met het resultaat, dat ik had
bereikt. Hij had zoo half-en-lialf dc hoop
gekoesterd, naar hij zoide, dat het spoor
van Corner naar de Newtonstreet zou
loiden.
Hij vertelde mij echter niet, wat hij zelf
had gedaanniettegenstaande mijn aan
dringen. bleef hij er het zwijgen, toe doen.
„Je zult het later wel vernemen!"
maakte hij or zioh eindelijk van af.
Mijn vriend had wel meer een dergelijke
bui. Hij had de een of andere theorie op
gesteld, waarvan hij eerst do juistheid wil
de onderzoeken, en, om dan nieé late>r het
gevaar te loop en, dat zijn. veronderstelling
kant noch wal bleek te raken, wilde hij zzich
nooit van te voren bloot geven. Hij moest
zekerheid hebben; vóór dien tijd wilde hij
niets zoggen. Slechts enkele malen, wan
neer hij met mij een geval zat te bespre
ken, liet hij hooren, op welke wijze volgens
hem de zaak zioh kon hebben toegedragen,
on. dan .liet hij gewoonlijk mij mijn ver
onderstellingen uiten, om er hot vóór en
bogen heel dikwijls alleen dat laatste l
van op te sommen.
Ik gaf dan ook mijn pogingen op, om
hem uit te hooren. In 't begin had ik mij
vaak boos gemaakt, wanneer Ralph weer
zulke „eigenaardigheden" had, ik noem
de het onaangenaamheden maar ik was
er nu langzamerhand wel aan gew-ocm go-
raakt, en maakte mij ©r niet meer druk
over.. Ik nam het hem ook eigenlijk niet
meer kwalijkmijn vriend was een dood
goede kerel, maar had nu eenmaal zijn
bijzondere karaktertrekken, waar het maar
het beste was aan toe te geven.
Dien middag deden wij niet veel: alles
wachtte, zooals men begrijpt, op den
ïxacht. "Wij rustten wat, en later in don
middag begeef ik rnij nog even naar Soot-
land-Yard. Hier kon men mij geen nieuws
medcdeelen, Laron en Worry deden al hun
best om de zaak tot klaarhodd te brengen,
maar zij vorderden in het geheel niet.
Nu, mot ons stond liet andersWij zou
den '3 avonds of beter 's nachts
waarschijnlijk heel wat verder in de goede
garenmakers, die 7 wekem hebben gewerkt,
niet 3, zooals de heer v. Stralen zei, weer
eens eefc voorbeeld gevend van slecht op de
hoogte te z(jn, paar spr. wil aannemen. Spr.
geelt dan cijfers over deze sigarenmakers-
tewerkstelling. om te bewjjzen, dat het de
gemeente Piet zooveel heeft gekost.
Wat de amtyenareai betreft, het is him
plicht te zorgen, dat alles zoo goed mogelijk
in orde is.
Tot aan deP oorlog toe bemoeide de
overheid zich ten aanzien der volkshuisves
ting, alleen met opruiming van krotten,
maar in den oorlog, toen Leiden meer bewo
ners trok bovendien, was dit onmogelijk, en
ook de woniogbouwvereenigingen konden
voor opruiming van krotten niets doen.
Wethouder VAN DER LIP meent zich Ce
kunnen prijzen, dat hjj zoo goed' als gene
geerd is, daar men gewoonlijk wél de gard
krijgt niet de koek.
Van do 16 sprekers hebben er maar 3 iets
aangeroerd wat ter zjjfuer competentie is; lo.
de heer Eerdman, ilie slecht te spreken was
over uitbreiding van personeel! Spr. gaat de
oprichting vaa de afdeeling Onderwijs nog
eens na en toont aan dat het personeel nog
nimmer is uitgebreid. Nu het onderwijs zich
echter blijft uitzetten s]>r. somt op waar
door is toch het vragen van één hoofd
commies geen luxe. Integendeel, zijn dienst
komt hulde toe heb zoo lang zonder uitbrei
ding te hebben kunnen doen. Is het waardig
van den heer JE. zonder onderzoek nu aan
te kcmen met paperassenwerk-uitdrukkingen,
etc.? Zonder dien ambtenaar kan spr. de
verantwoordelijkheid niet meer dragen.
2o. Do lieer Eikerbout, die het aantal
schoolartsen besprak, wat pas vorige zit
ting is geregeld, zoodat hjj daarop niet
zal terugkomen.
Wat de Geneesk. Dienst betreft, dat deze
niet onberispelijk 'Is, verbaast hem niets,
waar de dienst jong is en zeer bescheiden
ingericht. Waarom echter stelselmatig altijd
do schaduwen van een dienst opgesomd, zon
der het nut te erkennen van een dienst,
dio ook nog zoo langzaam niet werkt, zooals
do lieer Stytsma bevestigt.
Voor vervoer is deze dienst niet in de
eerste plaats, daarvoor zijn ook gceoi mid
delen. Hoofdzaak is directe medische hulp
verleening ter plaatse. Spr. behandelt dan
het geval van dir. Van R., waarbij niets is
gebeurd wat niet in hot kader van den
dienst past. Er waren cërect drie doktoren
en voor vervoer is deze diernst niet, gelijk
gezegd3o. de heer Wilbrink, die de school-
bad-an en -artsen aanviel. Over 't principe
heeft de raad beslist en daanover wil hij
niet napleiten. Het resultaat is zeer be
vredigend.
Misschien vreesde de heer Wilbrink voor
uitbreiding. Spr. kan hem gerust stellen
komen er voorstellen, dau moet de raad
er toch in gekend worden.
De heer Wilbrink onderschat z. i. ech
ter de bebeekenis van doze dingen, waar
van hij fraaie staaltjes geeft, als b. dat
alle hoofden der schoolkinderen thans rein
zijn. Een mooi sycces der schoolartsen.
Niet toegeven wil spr., dat' in de eerste
plaats op den geneeskundigen dienst moet
worden bezuinigd, wat juist heel wat kos
ten zou veroorzaken.
(Geroep lot de»n heer Wilbrink: dat is
toch geeei socialist).
De .VOORZITTER dringt ook voor
hen, die wek eens buiten den raad om wil
len gehoord worden en dat nu toch wel
zijn aan op kortheid bij do
REPLIEKEN.
De heer OOSTDAM vraagt of het liand-
werk-ondcrwijs niet is af te schaffendaar
over heeft de wethouder niet gesproken.
Hij heeft reeds een voorstel klaar, maar
wil toch liever eerst hooren, hoe B. en W.
er over denken.
De heer WlLMER is door het antwoord
van B. en W. nog gestijfd in zijn voorne<-
men do motio-Dubbeldcman niet te steu
nen. Wil men volmaakte diensten, dan is
geen bezuiniging mogelijk, hij herhaalt het,
en z. i. mag cle wethouder dat uiet bevor
deren.
Dte felheid, waarmee de heer Pera het
georganiseerd overleg besprak of liever be
streed, bewijst'de juistheid van sprekers
woorden ten aanzien van dezen wethouder.
richting zijn I Mac Grevor had zijn instruc
ties, en hij deelde in ouzo spanning.
Eindelijk werd het balftwee.Mac Grevor
was met de auto voorgekomen, en vertelde
ons bij liet instappen, dat liij. 'e avonds den
motor nog eens goed had.nagekeken. Wij
behoefden heou niet meer te zeggen, waar
wij naar toe moesten; hij wist er reeds
alles van.
Edi met flinke vaart reden wij door de
stille straten.
Opeens wij iiadden ongeveer twin big
minuten goreden verminderde do snel
heid sterk, en even later 6tonden wij stil
Met een bleek gelaat sprong Moo Grevor
uit de auto, en zedde tot Ralph, die reeds
het poriior had geopend om te zien, wat
er aan de hand. was: „Ik weet niet, wat
er is, mijnheer, maar do wagen wil plot
seling niet meer loopen!"
Ontsteld keken wij elkander aanauto
pech konden wij nu in het minst niet ge
bruiken
Onderfcussohen waren Ralph en Mac
Grevor in aller ijl begonnen de auto tie
onderzoeken. Plotseling slaakte de laatste
een kreet.
„Het bonzinereservoir is leegl" riep
hij uit.
Ralph keek hem verwijtend aan. Hoe
had Mac Grevor zoo nalatig kunnen zijn,
met een bijna leeg reservoir uit te rijden,
nu er nog wel zooveel op het spel stond!
Toch verklaarde hij het reservoir wel
degelijk gevuld te hebben vandaar, <lat hij
ook niet dadelijk had onderzooht, of er nog
benzine was. Hij had gelukkig nog een
reserve-bus benzine, en nadat hij hieruit
hot reservoir weer had volgegoten, reden
wij weer door.
Ralph eprak geou woord meer. Neer-
Het standpunt van den heer Van Stralea
is natuurlijk ook onjuist, daar de deelno*
mors aan dat overleg niet eenzijdig moe
ten zijn,.
Tusschen loonsverlaging en pensioenstoiv
ting ziet spr. geen verschil, althans prac-^
tisoh niet, voegt hij er aan toe, wanneer
do heeren Oostdam en Sijtsma roepen
zeker wel. Uit den rooden hoek wordt spr»
gesteund.
De heer EERDMANS verwijst naar de
cijfers, door den voorzitter gegeven over
de situatie alhier, waarop toch geen bezui
niging mogelijk zou zijn. Dat is een zeer,
ongowenschte toestand, te meer, waar zoo
niemand liier komt of blijft, voor wie dat
niet hard noodig is, trots de gunstige lig
ging. De voorzitter heeft door voorbeelden
echter gestaafd, dat B. en W. to veel drij«j
ven op het advies van de hoofden vau
dienst, zonder zelfstandigheid. Z. i. moet
hier, en dat door do vergelijkingen met
elcers, dan maar een aparte administratie
worden ingesteld, rekening houdend met
de Leidsche toestanden, en otoet men dib
dan kan het z. i. wel minder. Wethouder
v. d. Lip heeft nog oens weer getoond mi-
nistrabel te zijn, door te dreigen met zijn
portefeuille. De woorden over geen onder
zoek wijst spr. geheel terug. Daarvoor*
geeft men geen tijd. Zijn zienswijze over
de Gemeentewet handhaaft spr., toch er-»
kennend, dat cr aanvullingsbegrootingen
mogelijk zijn.
De VOORZITTER: Neen, dan ook nooit.
De heer EERDMANS verwijst naar dea
post onvoorziene uitgaven.
Wat het antwoord van den heer Pera
betreft over den heer Van Resteren, spr.
hoeft van dezen persoon zelf, dat hij onge
steld is geweest. Vorder is ook niet mec^
gedeeld, dat de heer Van K., zal blijven
reizen op en neer tot een vaste aanstelling!
Wethouder VAN DER LIP: Spoorstu
dent.
Dc hoor EERDMANS merkt op, dat hieruit
wel blijkt, hoo de raad op zijn gui-vivc moet
zijn. Hij eLsolit oen gonooskimdjg onderzoek en
overlegging van een rapport aan den raad, ge
dateerd.
Dc hoer v. EGK zegt, zelf voed korter te heb
ben gesproken dan vorig jaar. Van zijn fractie
hooft alleen de hoor v. Stralen nogal lang go-
sproken, maar bij had ook bet belangrijkste on
derworp.
Nu is hij gekomen mot een ooncreet voorstel,
dat niet verder bindt dan. noodig ia (levensmid-
doloribüdrijf), terwijl altijd zijn partij wordt ver
weten niets te doon dan afbreken. Maar wil men
hier den nieuwen weg op, waarvan bij nog eens
de voordooien opsomt? De arbeiders moeien
(hingen daartoe.
Spr. vraagt.den beer Muider le bowijzen, dat
de arbeiders de dupo zijn geworden van bet so
cialisme, wat bij ook niet begrijpt. Wat do be
strijding betreft met citaton van partijgenooten,
zooals wehoudcr Pera deed, wat zegt dat? Bo
vendien, vele van dio citaten kan sp-r. geheel
onderschrijven!
Tegen sparen is spr. niet, alleen togen de
wijze, waarop dit in deze maatschappij gebeurt
ten koste van looncn etc. Juist door het ge-
Spaarde kan zijn partij den weg wijzen.
Spr. verdedigt dan zijn oiteeren van Pierson
tot bet komen tot productief werk, waaraan B.
en W. niet willen Arbeiderswoningen bouwen
Is tooh zeker produoliof werk en de kosten moe
ten do bezitters betalen. In dé belasting zit pro
gressie, maag in de winst der bodrijven aller
minst.
De hoog ore autoriteiten zorgen er wel voor,
dat in oen reactionaire richting wordt gedreven.
Spr. richt zioh niet alleen tegen de cleric alen;
Liberalen en clerioalen zijn voor hem precies
hetzolfde. Kerken en particulieren zijn toch'
zeker vrij in hun gestos? Todh wondt men zich'
om steun lat de overheid. Waar blijft hot resul
taat der christelijkheid dan?
Spr. beantwoordt nu don heer Wilbrink wat
het socialisme onder do geestelijke belangen ver
staat en tenslotte den boer Knuttel, waarom zijn
partij ook in dozo maatschappij poogt voor de
arbeiders gedaan te krijgen, wat zij kan, zonder
echter de invoering van eon socialistisohe maat
schappij uit het oog to verliezen.
Spr. zet dan nog uitoen, waavocm zijn fractie
hooft g-estemd voor liet voorstel de Lange inzake
het vonnenagvuId'igingscijfor.
Do hoor KNUTTEL noemt hot onderzoeken
van het geren van brandstoffonuitkocring door
slaohtig zat) hij voor zioh uit te kijken ik
begreep wel waarom. Wanneer Mac Gre
vor zoo positief verklaar cle, dat er bij den
aanvang van de-n toch genoeg benzine was
geweeat, dan konden wij daarvan ook zeker
zijn, want Mac Grover was do eerlijkheid
zelve.
De benzine moest dus verloren zijn ge
raakt: het kon niet anders, of or was een.
lek in het reservoir en dat beteeken.de,
dat wij na twintig minuten weer stil zou
den staan. En dan? Misschien was er nc>,g
wat benzine aanwezig, maar in ieder geval
Btond het va-st, dat wij niet om drie uur in
Newtonstreet zouden zijn, al waren wij
vroeg weggegaan.
En 'e nachts om halfdrie benzine te koo-
pen was natuurlijk een onmogelijkheid.
Gesteld, dat wij tegen grof geld wat kon
den bemachtigen, hoeveel oponthoud zou
dat niet geven?
Mijn vrees bleek niet ongegrond te zijn,
want werkelijk, na verloop van twintig
minuten, stond do a-uto weer stil. Mao
Grevor had gedaan, wat hij kon; met een
ontzettende ^snelheid had hij gereden, om
nog zooveel mogelijk to profiteeren van de
benzine, maar dat nam echter niet weg,
dat wij nog eon flink eind van de plaata
van bestemming af waren.
Er was nog genoeg benzine in de reserve-
bus overgebleven, om er het reservoir tot
even over de helft mee bij te vullen, en na
een kort oponthoud ging heb er weer met
razende vaart vandoöar»
(Wordt vervolgd).