tweede kamer, m oen trein. wetenschappen flo. 1923&e LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 November. Derde Blad. Anno 1922* STORMACHTIGE HOOGTEN. Ter bevordering van den Volkszang. (Zitting1 van gisteren.) j *- Kegclii*g van werkzaamheden. De VOORZITTER stelt voor do volgendo week Dinsdag en Donderdagavond to acht uur te verjroderen en alsdan te behandelen Hoofdstuk Xa (Arbeid). Conform besloten. Do VOORZITTER stelt voor Woensdag om elf uur aan de ordo te stellon, do interpel- latie-v. d. Tempel inzake do werkloosheidsbe strijding. Conform besloten. Staatsbegrooting voer 1923 Algemeen© beschouwingen. Voortgegaan wordt met dc algemeen© bo- yaaddagingen over de Sfcaalsbcgrooting voor 1923. HOOFDSTUK I. Hij de alge mee ne beraadslaging is tevens pan do orde de interpellatie van den heer van Rappard, n -w. aanleiding van de woor- jden in de Openingsrede, dat ,/>en verminde ring van het aantal Departementen van AI- jgximeen Bestuur noodig wordt geacht" do interpellatie van den heer Troelstra, naar aanleiding van den voorgenomen aftrek Tan 8V* pCt. van de wedden der burgerlijke ambtenaren ten behoeve van do pensioenen. Do beeT SCHOKKING (G.-H.) vervolgt zijn afgebroken rede. Hij behandelt nu de ophef fing van het Departement van. Landbouw. In normale tijden zou 9preker tegen oen derge lijk besluit zijn. Nu editor moet hu er zich bij neerleggen. Bij den heer Nolens sluit hij zich aan ten aanzien van de militaire kwestie. Door de medodeeling van don heer Colijn is een ver schil ontstaan tusoohen do partijen ter rech terzijde. Spr. meent evenals de heer Nolens Idat voor do defensie moet worden uitgegeven wat noodi.g is voor de verdeel'mi ng des lands. Pensioen-aftrok acht hij billijk omdat or een algemeen© prijsdaling is, die de 10 pCt. verre overtreft. De dtnooglogsgilng van de Zuiderzee acht spr. ieon nuttig wenk en dat dient gehandhaafd. Do heeT BONGAERTS (R.-K.) verdedigt ten aanzien van de bestrijding der werkloos heid het stelsel van garantie van rente en af Lossing van productieve werken en verwerpt het subsidie-stekel. Productieve en goede werken dienon udtge- voemd te worden. Op het onderhoud van rijks gebouwen kan z.i. bezuinigd worden. Do beer DE BOER (piatt.-partij) verdedigt do noodzakelijkheid van bezuiniging on be perking. Do inkomsten van den Staat zijn dalende en do uitgaven moeten verminderd worden, willenwij do begrooting sluitend maken. Van bezuiniging is tot nog toe niets gekomen. Van de wetsontwerpen die in den laatsten tijd zijn ingediend is er maar 6£n Idat bezuinigde. Do heer VAN VU UREN (R.-K.) komt op legen de bewering dat er een paar ministers zijn, die tc veel geld he/bben' noodig gehad ivoor hun ontwerpen. Spr. erkent, diat Re-gocring en Volk zich hebben vergist in den loop dor zaken en het is onbillpk de Regeering te verwijten, dat zij niet alles voorzien heeft. Do bqp&rking, duo Tnj ons moeten opleggen, is een droeve nood- iakelijkheid. Wij zijn niet gel'ilckig geweest Sn onzen kijk op de toekomst en wc hebben' vorder wifllon springen dan onze financicele polsstok lang was. De Minister van Financiën heeft van het oogenbllk van zijn optreden zich ingespannen om do uitgaven to vermin- ideron. Spr. ziet dus niet in, dat deze Minister ito kort geschoten is en zich niet heeft aan gepast aan do gewijzigde omstandiiigheden. Do 'taak der Regeering is niet benijdenswaardig 'ook niet die der meerderheid die haar wil steunen. Misschien is de Regeering niet pes simistisch genoog en hoopt zij nog te veel op een spoedige verbetering dor toestanden. Vervolgens geeft spr. eenige becijferingen van de uitgaven, die afwijken van dio v^n den Minister. Het middel tot dekking van het 'tekort van 85 milliocn heoft.de Minister go- vonden in dc rantsocneering der departemen tale uitgaven met 17 pCt. Daarmede is niet alles terecht, want 37V3 millhoen blijft te kort. Voor de dekking daarvan is geen pers pectief geopend en spr. begrijpt niet hoe <de Minister daarin kan berusten. Oyer bczuini- Naar het Engelsch van EMILY BRONTE. Door W. A. a VAN STRIEN. 7ö) „Neem dut," voegde bij er bij, terwijl hij het blad in mijn hand -duwde. „Wacht een oogenblik,"* begon ik. „Neen, zei hij <m brok zich terug zonder to 6laan op eenige emeeking, die ik üiton kon om hem terug te houden. En da-ar bleef ik den heelen dag opge sloten en den heelen volgenden nacht, en nog een, en nog een. Vijf naohten on vier dage®. bleef ik daar in het geheel, zonder iemand te zien dan Hare ton, eens eiken morgen, en hij was het model van een ci pier gemelijk en stem, en doof voor iedere poging om zijn gevoel van recht- Vaardigiheid of medelijden op te wekken. HOOFDSTUK XXVIII. Op den vijfden morgen, of liever namid- r3-? naderde een andere stap vlugger en "ortor en dezen keer trad de persoon 6 kamer binnen. Het was Zillah met haar arlaken dook om, een zwarte zijden mts op haar hoofd en een wilgen mandje aan haar arm slingerde. ^i'' HemelJuffrouw Dean!" riep zij rn'f» l ^'aar "wordt wat over u in G tel dag °T1, Ik dacht niets anders als ken U m ^1 ackhome-moeras verdron- W °D juffrouw ook, bot do mees- 1 vertelde, dat u gevonden was en ging kan men gemakkelijker praten dan ze- uitvoeren. Ter linkerzijde bestaat hoelemaal geen een stemmigheid over de middelen tot bezuini ging. Het -Noderlandsohc volk moet goed zien dat de financieel© toestand zeer ongunstig is en dat groote offers gebracht moeten worden. De hoor KETELAAR (V.-D.) betoogt, dat het vooral de onzekerheid is, die de ambtena ren het meest drukt. To dien opzichte wenscht hij nauwkeurige mededeelingen van den mi nister. Voor-salarisverlaging aóht hij den tijd niet gekomen. Die salarissen zijn nauwelijks op oen behoorlijk poil gebracht en nu wi1 de regeering ze weer drukken. Acht-en-een-half procent is een maand salaris per jaar, het geen heel wat beduidt. De classificatie is een kunstmatige s.oi ling, waar men niet uit kan komen hel li» haast een toeval welk salaris iemand krijgt. De indeeling berust op willekeur. De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) be toogt, dat de ééne politieke partij het recht heeft het optreden van de andere te beoor- ctoelen, maar alleen voor zoover dat optreden naar buiten gaat. Over de interne aangele genheden dor partijen hoe-ff, men zich niet in te laten. Ieder© partij heeft haar eigen zaken en tedere partij zal zich organises ren zooals zjj wil en verzetten tegen pogingen tot des organisatie van haar partij. Dit geldt niot alleen voor de Katholieke party, maar voor elke partij en spr. keurt het gio&d; dat het Episcopaat den weg aanwijst aan de Katho lieke bevolking. Onlogisch is het den minis ter te vragen hoe hij, staat tegenover deao houding van het Episcopaat. Ten slotte vraagt 'hij den minister niet op het onderwijs te besuinigen. Het komt voor, dat de ambtenaren onder dien schijn van be zuiniging uiting geven aan hun antipathie tegen het bijzonder onderwijs. Do heer FLESKENS (R.-K.) verdedigt het heffen van beschermende rechten ten gunste van eeruige industrieën. Als noodmaatregel heeft dit niets te maken met de kwestie van vrijhandel en protectie. Do heer EERSTENS (Staatk. Geref. Partij) betoogt, dat Gods woord moet schijnen in huis en school, in kerk on maatschappij. Spr. aanvaardt de antithese als werkelijkheid. Op allerlei theologische gronden zet hij uiteen, dat hij niet an et de A.-R. partij kan meegaan. Verder is het het Vrouwenkiesrecht, dat hen scheidt. Geen" belangen-poliHek wenscht hij. Hij verklaart zich tegen het gezantschap bij den Paus,stegen de Staatsloterij en vóór de handhaving der Zondagswet Dan weer tegen do uitbreiding van do staatsbemoeiing, diic tot staatsdwang leidt en tegen vaocinedwang. Dc vergadering wordt verdaagd tot Dins dag één uur. (Van onzen Parijschcn Oorrespon-"' (Nadruk verboden.) Berlijn, 23 October, Het leven en do dood hebben elk hun schoonheid, beide gelijkelijk. Hefc was in den express-trein van Parijs naar Berlijn, en de-geen die hot zei was een Rus, zijn land ontvluoht, als zoovele Russen. Wanneer men, daverend voortgedragen, bij elkander zit opgesloten i,n zoo'n nauw oompartimentje, en do uren rijen traag aaneen, dan komt hefc tot praten, on voaJk leert men dan elkander beter kennen dan men dfc zou hebben gedaan met oen t„in- tigtal „visites" in hefc bedrijvig, afleidend groote stadsleven. Onzen Rus hadden wij leeren kennen als een bijzonder sympathiek, edelmoedig en scherpzinnig man. En wij wisten reeds dat de stelling welke hij opwiérp, voor hem géén paradox was. Wij wisten, dat hij mil liardair was geweest: petroloum-magnaat in de Kirgiezenstoppen van den Oeral, en dat hij thans juist genoog bezat om te leven. Zijn vader had hom niets nagelaten. Als werkman was hij begonnen, op een loon van 80 kopeken per dag (hetgeen onge veer even... weinig was als thans een mil liocn roebel), en ook hijzelf op zijn beurt wonschte aan zijn zoon niet méér na te la ten dan het ingenieursdiploma, waarvoor deze studeerde te Mittweida. hij li hier had gelogeerd 1 Wel, en u bent I zeker op een eiland geweest? En hoe lang hebt u in de benauwdheid gezeten? Heeft de meester u gered, juffrouw Dean? Maar j u bent met zoo mager u bobt heb niet zoo slecht gehad, wel ,,Uw meester is een eohto schurk," ant woord do ik. „Maar hij zal zioli hebben te verantwoorden. Hij had dat vertelsel niet behoeven rond te strooien het zal alleo bloot gelegd worden." „Wat bedoelt u?" vroeg Zillah. „Hij vertelt liet niet zij vertellen -dat in het dorp dat u verloren genaakt bent in heb moeras; en ik zeg tegon Eariushaw als ik binnenkom „Wel, er zijn rare dingen gebeurd, mr. Haroton, sinds ik wegging. Het is heel jammer voor dio knappe jonge deern en dio nette Nelly Dean." „Hij keek verbaasdik dacht, clat hij niets gehoord had, en daarom vertelde ik hem het gerucht. „De meester luisterde <sn glimlachte bij tiohzelf en zei „Als zij in heb moenas geweest zijn, zijn zij er nu uit, Zillah. Nelly Dean is op het oogenblik in jouw kamer gelogeerd- Je kunt ba&r vertellen, dat zij weg kaïn gaan als je naar boven gaat. Hier is do sleutel. Het moeraswater kwam in haar hoofd en zij zou heel snel naar huis geloopen zijn, maar ik hield baar vost tot zij weer bij tinnen gekomen was. Je kimt haar yerzoe- ken dadelijk naar de Grange te gaan, als zij daartoe in staat is, cn een boodschap van mij over te brengen, dat haar jonge meesteres bijtijds zal volgen om de begra fenis van den squire bij te wonen." „Is mr. Edgar niet dood?" hijgde ik. „01 Zillah! Zillah 1" Hij leek ons een wijze, deze Rus. Toen hij zonder e-on sou aan do hel van het Sovjetisme ontsnapt was, vond hij in enkele banken, te Weenen, Berlijn, Parijs, een klein credit-saldo op zijn reke ning: alles wat hij had kunnen r. 'den van zijn onmetelijk fortuin. Nu woonde hij in een heel klein kamertje in hot hart van Parijs, waar hij een uiterst eenvoudig be staan leidde. Hij at broo"d, groenten, fruit hij was vegetariër, uit overtuiging („par conscicnco", zei hij eenvoudig, glimla chend.) Met de rest bekostigde hij de stu dio van zijn zoon, in Duitsche marken. Eu hij was nooit zoo gelukkig geweest 1 ...Zoo'n gesprek, om de verveling te ver drijven in den voortjagenden trein, het heeft steeds voor mij behoord tot db aan trekkelijkheden van het reizen. Prachtige romans heb ik vaak op dio manier door bladerd. Die aoon geboren ten koste van het leven der moeder was het eenigo wat onze Rus ter wereld bezat. Zooveel had deze man verloren: zijn workkring en zijn bezittingen, zijn vaderland en zijn vróuw. Na door eigen kracht te zijn o ihoog ge klommen van niets tot... alles wat een mensch bereiken kan, was hij, door een lot geheel buiten zijn schuld, plotseling weer neergeslingerd in de diepte. En hij gevoelde zich gelukkiger dan hij ooit ge weest was. Indertijd, toen hij rijk was, liep hij in den trocknolcn van den arbeid en sleepte een Looden kogel achter zich aan van zorgen. Welk een waanzinto zwoe gen, om een huis van twintig kamers to bemachtigen, wanneer men er zich reeds een van drie betalen kan! Hoezeer zijn zij te beklagen: die benijde groot-kapitelisl-en, die gefortuneerde patroons en zakenlui, die door het woud van hun ploeterend, jachtend gold)verdienen de boomen van... liet heerlijke, sehoone loven niet zion 1 Het leven, waarvoor alleen tooh maar al dat geld bijeengewerkt en vei^geten is 1 Een onzer andere reisgenooten was een Roemeensche, dio naar Boekarest terug keerde, cn die aldoor „onder het praten, dacht aan haar dochter, welke zij te Pa rijs in een pensionaat gelaten had. Wee moedig mededeelzaam had deze Roemeen sche ons gesproken over den angst dien zij had voor hot sterven. Zoo kwam het, dat de levenslustige, gelukkige Rus zei. dat hot leven sohoon is, en dab de dood sohoon is precies evenzeer. En daarop verteldo hij ons het volgencfe, waaraan de gebrekkigheid van zijn Fransch een klemmenden nadruk verleende. Toen het tengevolge van de revolutie absoluut onmogelijk werd om verder te wcr ken, liquideerde ik mijn zaken, sloot den winkel on gaf c§3 sleutels aan een bewaker. Zelf trok ik naar Moskou om te trachten mij daar op anderö wijze nuttig te maken. „Neen, neen ga zitten, mijn goede juffrouw," antwoordde zij, „u bont nog i ooht ziek. Hij is niet dooddr. Kenneth j zegt-, dat hij nog wel een dag zal leven ik ontmoette hem op don weg en vroeg het." In plaats van te gaan zitten, verzameld© ik haastig mijn muts cn toebehooren en haastte mij naar beneden, want do weg was vrij. Toen ik het huis binnentrad, keek ik rond naar iemand, die mij inlichtingen kon geven over CaÜiarina. De plaats was gevuld met zonneschijn en de deur stoad wijd open; maar nie mand eohecn bij do hand. Terwijl ik aar zelde of ik terstond weg zou gaan of tcrug- k eer en en mijn meesteres zoeken, trok een lichte hoest mijn aandacht naar den haard. Linten lag op do bank als eenig bewo ner, zoog aan een stuk kandijsuiker en volgde mijn bewegingen met onverschillige oogen. „Waar is miss Catharina?" vroeg ik streng, in do onderstelling, dat ik hem door vrees ©r toe kon brengen om inlioh- tingon te geven, als ik hem zoo alleen aan pakte. Hij zoog voort als een Onnoozel kind. „Is zij weg?" zei ik. „Neen," antwoordde hij„zij is boven zij mag niet weggaan, dat zullen wij .niet toelaten. „Wil je dat niet toelaten, kleine idioot!" riep ik uit. „Wijs mij onmiddellijk haar kamer of ilc zal je bens flink doen huilen." „Pa.pa zal je doen huilen, als je probeert om daar te komen," antwoordde hij. „Hij zegt, dat ik niet zacht moet zijn tegenover Catharina;. zij is mijn vrouw en het is Behalve wat brood, dat toen reeds zeld zaam begon te worden, was hot cenigo wat ik meenam, een kleine schrijfmachine in een valiefije en een Mauser-geweer. Bei- denden waren mij, eenige weken tevoren, toevertrouwd ctoor een mijner vrienden, -een Engelschman, met wien ik lange jaren had samengewoond, doch dio tijdelijk Rus land verlaten had, wegens de revolutie. Ik wilde ze dus niet achterlaten... 'i'e Moskou aangekomen, het was 1 Mei, krijg ik een courant van enkele dagen tevoren in han den, waarin ik lees, dat ieder die een vuur wapen in huis heeft, dit vóór den len Mcl moet inloveren. Vanaf dien datum zouden er huiszoekingen worden gedaan en zou ieder bij wien nog een wapen gevonden werd op stel en sprong worden geëxecu teerd. Met schrik denk ik aan den Mauser, dio heel genoeglijk in de hotelkamer naast de schrijfmachine ligt. En het is I Meil... Ik telefoneer naar een mijner vrienden, een journalist, rodackteur aan de „Hisves- tia," om hom to verzoeken het geweer bij zich te nemen. Mijn vriend is niet thuis; zijn vrouw antwoordt me: „Breng het maarl" Doch... als ik kom, met 't geweer, heeft zo zioh bedacht en durft niet. Ten slotte neemt ze hot echter toch, op mijn aandringen en zal het in huis verbergen zonder er iets van aan haar man te zeggen. Do macht der bolsjewiki kan immers niet lang duren... Eenige weken later, toen ik het geweer al bijna vergeten was, 's nachts om twee uur inval van de politie. „U hebt geen vuurwapens?" „Geen enkel". Ze Diekon, openen de oasefcte van do schrijf machine, en... vinden or twaalf scherpe pa tronen in, benevens een oud papier van de tsaristischo regeering, waarbij mij toestem ming verleend werd een Mauser-grweer nommer zooveel in huis te hebben. Mijn Engolsche vriend had als buitenlander zulk een toestemming niet kunnen krijgen en dus had ik haar op mijn naam genomen. Ik z?elf ging altijd zonder eenig verdedi gingsmiddel do steppen in, maar het was volkomen begrijpelijk dat hij zulk een wa pen wilde hebben... Dreigend keken de Bolsjewiki mij aan. Vooral de monster achtige kop van hun aanvoerder wa3 ver schrikkelijk om te zion „Waar is dat Mausergeweer? Waar heb je hot gelaten? Wat heb je er meer gedaan?" Ik kon liet natuurlijk niet zeggen. Zij cborzrteh- €en de kamer nogeens voor een tweedon keer, uiterst zorgvuldig en arresteer den mij. Iq het poliliolokaal, waarheen ik ge- bradlit word, stonden zij, tegenover mijn <?en- vouwbigo bedaarde weigering hot te zoggen, als getergde, bloedhonden. Zij lieten mij mo uitklooden, foaiiltoonden do voering mijner klooron, de zolen mijner schoenenToen bradhten zo mij, in hemd en pantalon, naar buiten, naar den muur waartegen den vori- 6chandelijk, dat zij verlangen zou mij to verlaten Hij zegt, dat zij mij baat, en verlangt, dat ik zal sterven om mijn geld te hebbenmaar zij zal bet niet krijgen en zij zal niet naar huis gaan! Dat zal zij nooit! Zij mag schreien en riek zijn zooveel als zij maar wil!" Hij hervatte zijn vorige bezigheid, ter wijl hij zijn oogleden elcot alsof hij van plan was in slaap te vallen. „Jongenheer Heathcliff," hernam ik, „hebt u al Catharina's vriendelijkheid jegens u den vorigen winter vergeten, toen ii verzekerde, clat u haar liefbadt en toon zij n boeken braoht en liederen voor u zong, en menigmaal door wind en sneeuw kwam om u te bezoeken Zij ween de, als zij maar óón avond miste, omdat u teleurgesteld zou zijnen u voeldo toen, dat zij honderdmaal te goed voor u was, en nu gelooft u de leugens, die uw vader vertelt, hoewel u weet, dat hij u beiden verfoeit. En u trekt één lijn met hem tegen haar. Dat is prachtige dankbaar heid, nietwaar?" Lipton liet zijn lip hangen en hij nam het stuk kandij van zijn lippen. „Kwam zij naar Wutiliexing Heights, om dat zij u haatte?" vervolgde ik. „Denk zelf nal Wat uw geld betreft, zij weet zelfs niet, dat u er iets van krijgen zult. En u zegt, dab tij ziek is, en toch laat u haar alleen daarboven in een vreemd huis! U, die gevoeld heeft wat het beteekent ver waarloosd te worden! U kon medelijden hebben met uw eigen lijdenen zij had er ook meelij mee; maar u wilt geen mede lijden hebben met dat van baar? Ik stort tranen, jongenheer Heathcliff, zooals u ziet een vrouw van leeftijd en een dionstbode en u, dio zulke genegenheid gen dag al een ander was doorgeschoten, diel daar onder een dun laagje aaTde begraven! lag cn wiens voeten boven den grond uitsta ken. Ze deden mo zelf mijn graf delven, en mijn hemd oponknoopen op de borst. „Luister 1" bulderde ©arrend het beest dati hen aanvoerde, „jo zult me zoggen wat je met dat geweer hebt gedaan, of anders. hij duwde mo zijn revolver onder mijn neus, ,yelko tien minuten een kogel, cn pas do twaalfde om je af te maken. Je krijgt nog tien minuten om je to bodenken. Over tie» minuten begin ik.." „Ik heb het gegeven aan Tcheohow'', loog ik. Tcliocliow was in dio dagen een der groote mannen van het bolsjewismeMijn pijnlger barstte uit in een dativolsahen schaterlach. „ZwijnEzel Kwaadaardige stommerik l Jo valt me togen l Ik dacht dat je te slim was om to probeere» mij zoo'n vuilcn leugCn op de mouw to spel' den.. Nog acht minuten!".. In dat oogen blik, mevrouw, zoo ging onze modereiziger voort, zich tot de Roemeensche wendend, heb ik den dood in de oogen gekeken. En ik heb gcaicn, dat hij niet zoo voraohrikkelijk is. In tegendeel hij Ls schoon, hij is -precies evenzoo schoon als het leven En hoe komt hotvroegen wij Dat ik nog i:a loven ben Mijn zoon, dio toen 14 jaar was, cn die getuige van mijn arrestatie was geweest, wa9 zoo haari hij kon naar dien journalist geloppen. En toen er van (te- tien minuten zes om waren, verschenen mijn vrioc 1 en zijn vrouw met het geweer» Het d-roeg het nummer dat vermeld stond op mijn verlof van de politie van den Tsaar, en de patronen uit de schrijfmaohine-casetto pio- "len erin. Men. vrienden kregen een boete met' de bijbolioorende schrobbeering,.cn men hield het geweor. Maar wij allen mochten gaan !..j Prachtige romans kan men doorbladeren zoo in den voorfjachtonden express-trean. LEO FAUST. Nobelprijzen. T Vijf Nobelprijzen rijn toegokand; dlei voor letterkunde aan den Spanjaard Ja cinto Benavonti, geboren, in 1866, bekend door oonige tooneelwenken voor natuur kunde (1921) aan prof. Albert Einstein (voor zijn werk op liet gebied van de theo retische physika, en met name voocr rijn ontdekking vam do wet op het foto-eleo- trisch effect), voor natuurkunde (1922) aan prof, Niels Bohr te Kopenhagen (voor zijn onderzoekingon omtront dp 6tructuur van atomem), voor 6oheikunde (1921) aan prof. Fred. Soddy te Oxford (voor zijn onder-* zockingen op hot gebied der radio-activi-» teit), voor scheikunde (1922) aan prof. Francis W. Aston te Cambridge (voor zijn onderzoekingen omtrent de isotypie van een groot aamtal niet radio-actieve elomen* ten). hebt voorgewend, en zooveel reden hebt om haar bijna te vorecrem, bewaart iodoren traan, dien u hebt, voor u zelf, cn ligt da/ar lieelemaal op uw gemak. Ou bent een har tel oo ze, zelfzuchtige jongen!" .,11: kan niet bij haar blijven," ant woordde hij stuurs. „Ik wil zelfe niet bij haar blijven. Zij screit zoo; ik kan het niet verdragen. En zij zal wel niet uit- sohaiden, ai zeg ik, dat ik mijn vader zal roepen ik riep hem eens en hij drcigdo haar te worgen, als zij niet rustig was; maar zij begon opnieuw, zoodra hij rnaar het vertrek verlaten bad, efl kermde en tobdo heel don nacht, hoewel ik gilde van ergernis, dat ik niet slapen kon." „I3 mr. Heathclilf uit?" informeerdo ik, daar ik bemerkte, dat het ellendige wezen niet in staat was om met de geeste lijke folteringen van zijn nicht te sympar» thiseeren. „Hij is in den hof," antwoordde hij, „en praat met dr. Kenneth, die zegt, dat ocra ten slotte werkelijk sterft ik ben blij, want ik zal na hom meester vam de Grango zijn en Catluarina sprak er altijd van Als haar huis. Het is niet van haarHet is van mij papa zegt, dal allca, wat zij heeft," van mij is. Al haar mooie boeken zijn van mij zij bood aan mij die to geven, en haar aardige vogels en haar, poney Minny, als ik den sleutel van haar kamer kon krijgen, cn haar uitlatenmaar. ik vertelde haar, dat zij niets te geven hadhet was alles van mij. En toert schreide zij en nam een klein portret van haar hals en zei, dat ik dio zou hebben twoo portretten in een gouden lijst, aan. den eenen kant haar moeder en aan den anderen kant oom, toen zij joaig waren* (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 9