tweede kamer,
m oen trein.
wetenschappen
flo. 1923&e LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 November.
Derde Blad. Anno 1922*
STORMACHTIGE HOOGTEN.
Ter bevordering van den Volkszang.
(Zitting1 van gisteren.) j
*- Kegclii*g van werkzaamheden.
De VOORZITTER stelt voor do volgendo
week Dinsdag en Donderdagavond to acht
uur te verjroderen en alsdan te behandelen
Hoofdstuk Xa (Arbeid).
Conform besloten.
Do VOORZITTER stelt voor Woensdag om
elf uur aan de ordo te stellon, do interpel-
latie-v. d. Tempel inzake do werkloosheidsbe
strijding.
Conform besloten.
Staatsbegrooting voer 1923
Algemeen© beschouwingen.
Voortgegaan wordt met dc algemeen© bo-
yaaddagingen over de Sfcaalsbcgrooting voor
1923.
HOOFDSTUK I.
Hij de alge mee ne beraadslaging is tevens
pan do orde de interpellatie van den heer
van Rappard, n -w. aanleiding van de woor-
jden in de Openingsrede, dat ,/>en verminde
ring van het aantal Departementen van AI-
jgximeen Bestuur noodig wordt geacht"
do interpellatie van den heer Troelstra,
naar aanleiding van den voorgenomen aftrek
Tan 8V* pCt. van de wedden der burgerlijke
ambtenaren ten behoeve van do pensioenen.
Do beeT SCHOKKING (G.-H.) vervolgt zijn
afgebroken rede. Hij behandelt nu de ophef
fing van het Departement van. Landbouw. In
normale tijden zou 9preker tegen oen derge
lijk besluit zijn. Nu editor moet hu er zich
bij neerleggen.
Bij den heer Nolens sluit hij zich aan ten
aanzien van de militaire kwestie. Door de
medodeeling van don heer Colijn is een ver
schil ontstaan tusoohen do partijen ter rech
terzijde. Spr. meent evenals de heer Nolens
Idat voor do defensie moet worden uitgegeven
wat noodi.g is voor de verdeel'mi ng des lands.
Pensioen-aftrok acht hij billijk omdat or
een algemeen© prijsdaling is, die de 10 pCt.
verre overtreft.
De dtnooglogsgilng van de Zuiderzee acht spr.
ieon nuttig wenk en dat dient gehandhaafd.
Do heeT BONGAERTS (R.-K.) verdedigt
ten aanzien van de bestrijding der werkloos
heid het stelsel van garantie van rente en
af Lossing van productieve werken en verwerpt
het subsidie-stekel.
Productieve en goede werken dienon udtge-
voemd te worden. Op het onderhoud van rijks
gebouwen kan z.i. bezuinigd worden.
Do beer DE BOER (piatt.-partij) verdedigt
do noodzakelijkheid van bezuiniging on be
perking. Do inkomsten van den Staat zijn
dalende en do uitgaven moeten verminderd
worden, willenwij do begrooting sluitend
maken. Van bezuiniging is tot nog toe niets
gekomen. Van de wetsontwerpen die in den
laatsten tijd zijn ingediend is er maar 6£n
Idat bezuinigde.
Do heer VAN VU UREN (R.-K.) komt op
legen de bewering dat er een paar ministers
zijn, die tc veel geld he/bben' noodig gehad
ivoor hun ontwerpen.
Spr. erkent, diat Re-gocring en Volk zich
hebben vergist in den loop dor zaken en het
is onbillpk de Regeering te verwijten, dat zij
niet alles voorzien heeft. Do bqp&rking, duo
Tnj ons moeten opleggen, is een droeve nood-
iakelijkheid. Wij zijn niet gel'ilckig geweest
Sn onzen kijk op de toekomst en wc hebben'
vorder wifllon springen dan onze financicele
polsstok lang was. De Minister van Financiën
heeft van het oogenbllk van zijn optreden
zich ingespannen om do uitgaven to vermin-
ideron. Spr. ziet dus niet in, dat deze Minister
ito kort geschoten is en zich niet heeft aan
gepast aan do gewijzigde omstandiiigheden. Do
'taak der Regeering is niet benijdenswaardig
'ook niet die der meerderheid die haar wil
steunen. Misschien is de Regeering niet pes
simistisch genoog en hoopt zij nog te veel op
een spoedige verbetering dor toestanden.
Vervolgens geeft spr. eenige becijferingen
van de uitgaven, die afwijken van dio v^n
den Minister. Het middel tot dekking van het
'tekort van 85 milliocn heoft.de Minister go-
vonden in dc rantsocneering der departemen
tale uitgaven met 17 pCt. Daarmede is niet
alles terecht, want 37V3 millhoen blijft te
kort. Voor de dekking daarvan is geen pers
pectief geopend en spr. begrijpt niet hoe <de
Minister daarin kan berusten. Oyer bczuini-
Naar het Engelsch van EMILY BRONTE.
Door W. A. a VAN STRIEN.
7ö)
„Neem dut," voegde bij er bij, terwijl hij
het blad in mijn hand -duwde.
„Wacht een oogenblik,"* begon ik.
„Neen, zei hij <m brok zich terug zonder
to 6laan op eenige emeeking, die ik
üiton kon om hem terug te houden.
En da-ar bleef ik den heelen dag opge
sloten en den heelen volgenden nacht, en
nog een, en nog een. Vijf naohten on vier
dage®. bleef ik daar in het geheel, zonder
iemand te zien dan Hare ton, eens eiken
morgen, en hij was het model van een ci
pier gemelijk en stem, en doof voor
iedere poging om zijn gevoel van recht-
Vaardigiheid of medelijden op te wekken.
HOOFDSTUK XXVIII.
Op den vijfden morgen, of liever namid-
r3-? naderde een andere stap vlugger en
"ortor en dezen keer trad de persoon
6 kamer binnen. Het was Zillah met haar
arlaken dook om, een zwarte zijden
mts op haar hoofd en een wilgen mandje
aan haar arm slingerde.
^i'' HemelJuffrouw Dean!" riep zij
rn'f» l ^'aar "wordt wat over u in G tel
dag °T1, Ik dacht niets anders als
ken U m ^1 ackhome-moeras verdron-
W °D juffrouw ook, bot do mees-
1 vertelde, dat u gevonden was en
ging kan men gemakkelijker praten dan ze-
uitvoeren.
Ter linkerzijde bestaat hoelemaal geen een
stemmigheid over de middelen tot bezuini
ging. Het -Noderlandsohc volk moet goed zien
dat de financieel© toestand zeer ongunstig is
en dat groote offers gebracht moeten worden.
De hoor KETELAAR (V.-D.) betoogt, dat
het vooral de onzekerheid is, die de ambtena
ren het meest drukt. To dien opzichte wenscht
hij nauwkeurige mededeelingen van den mi
nister. Voor-salarisverlaging aóht hij den tijd
niet gekomen. Die salarissen zijn nauwelijks
op oen behoorlijk poil gebracht en nu wi1 de
regeering ze weer drukken. Acht-en-een-half
procent is een maand salaris per jaar, het
geen heel wat beduidt.
De classificatie is een kunstmatige s.oi
ling, waar men niet uit kan komen hel li»
haast een toeval welk salaris iemand krijgt.
De indeeling berust op willekeur.
De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) be
toogt, dat de ééne politieke partij het recht
heeft het optreden van de andere te beoor-
ctoelen, maar alleen voor zoover dat optreden
naar buiten gaat. Over de interne aangele
genheden dor partijen hoe-ff, men zich niet in
te laten. Ieder© partij heeft haar eigen zaken
en tedere partij zal zich organises ren zooals
zjj wil en verzetten tegen pogingen tot des
organisatie van haar partij. Dit geldt niot
alleen voor de Katholieke party, maar voor
elke partij en spr. keurt het gio&d; dat het
Episcopaat den weg aanwijst aan de Katho
lieke bevolking. Onlogisch is het den minis
ter te vragen hoe hij, staat tegenover deao
houding van het Episcopaat.
Ten slotte vraagt 'hij den minister niet op
het onderwijs te besuinigen. Het komt voor,
dat de ambtenaren onder dien schijn van be
zuiniging uiting geven aan hun antipathie
tegen het bijzonder onderwijs.
Do heer FLESKENS (R.-K.) verdedigt het
heffen van beschermende rechten ten gunste
van eeruige industrieën. Als noodmaatregel
heeft dit niets te maken met de kwestie van
vrijhandel en protectie.
Do heer EERSTENS (Staatk. Geref. Partij)
betoogt, dat Gods woord moet schijnen in
huis en school, in kerk on maatschappij. Spr.
aanvaardt de antithese als werkelijkheid. Op
allerlei theologische gronden zet hij uiteen,
dat hij niet an et de A.-R. partij kan meegaan.
Verder is het het Vrouwenkiesrecht, dat hen
scheidt. Geen" belangen-poliHek wenscht hij.
Hij verklaart zich tegen het gezantschap bij
den Paus,stegen de Staatsloterij en vóór de
handhaving der Zondagswet Dan weer tegen
do uitbreiding van do staatsbemoeiing, diic tot
staatsdwang leidt en tegen vaocinedwang.
Dc vergadering wordt verdaagd tot Dins
dag één uur.
(Van onzen Parijschcn Oorrespon-"'
(Nadruk verboden.)
Berlijn, 23 October,
Het leven en do dood hebben elk hun
schoonheid, beide gelijkelijk.
Hefc was in den express-trein van Parijs
naar Berlijn, en de-geen die hot zei was
een Rus, zijn land ontvluoht, als zoovele
Russen.
Wanneer men, daverend voortgedragen,
bij elkander zit opgesloten i,n zoo'n nauw
oompartimentje, en do uren rijen traag
aaneen, dan komt hefc tot praten, on voaJk
leert men dan elkander beter kennen dan
men dfc zou hebben gedaan met oen t„in-
tigtal „visites" in hefc bedrijvig, afleidend
groote stadsleven.
Onzen Rus hadden wij leeren kennen als
een bijzonder sympathiek, edelmoedig en
scherpzinnig man. En wij wisten reeds dat
de stelling welke hij opwiérp, voor hem
géén paradox was. Wij wisten, dat hij mil
liardair was geweest: petroloum-magnaat
in de Kirgiezenstoppen van den Oeral, en
dat hij thans juist genoog bezat om te
leven.
Zijn vader had hom niets nagelaten. Als
werkman was hij begonnen, op een loon
van 80 kopeken per dag (hetgeen onge
veer even... weinig was als thans een mil
liocn roebel), en ook hijzelf op zijn beurt
wonschte aan zijn zoon niet méér na te la
ten dan het ingenieursdiploma, waarvoor
deze studeerde te Mittweida.
hij li hier had gelogeerd 1 Wel, en u bent I
zeker op een eiland geweest? En hoe lang
hebt u in de benauwdheid gezeten? Heeft
de meester u gered, juffrouw Dean? Maar j
u bent met zoo mager u bobt heb niet
zoo slecht gehad, wel
,,Uw meester is een eohto schurk," ant
woord do ik. „Maar hij zal zioli hebben te
verantwoorden. Hij had dat vertelsel niet
behoeven rond te strooien het zal alleo
bloot gelegd worden."
„Wat bedoelt u?" vroeg Zillah. „Hij
vertelt liet niet zij vertellen -dat in het
dorp dat u verloren genaakt bent in heb
moeras; en ik zeg tegon Eariushaw als ik
binnenkom
„Wel, er zijn rare dingen gebeurd, mr.
Haroton, sinds ik wegging. Het is heel
jammer voor dio knappe jonge deern en
dio nette Nelly Dean."
„Hij keek verbaasdik dacht, clat hij
niets gehoord had, en daarom vertelde ik
hem het gerucht.
„De meester luisterde <sn glimlachte bij
tiohzelf en zei
„Als zij in heb moenas geweest zijn, zijn
zij er nu uit, Zillah. Nelly Dean is op het
oogenblik in jouw kamer gelogeerd- Je
kunt ba&r vertellen, dat zij weg kaïn gaan
als je naar boven gaat. Hier is do sleutel.
Het moeraswater kwam in haar hoofd en
zij zou heel snel naar huis geloopen zijn,
maar ik hield baar vost tot zij weer bij
tinnen gekomen was. Je kimt haar yerzoe-
ken dadelijk naar de Grange te gaan, als
zij daartoe in staat is, cn een boodschap
van mij over te brengen, dat haar jonge
meesteres bijtijds zal volgen om de begra
fenis van den squire bij te wonen."
„Is mr. Edgar niet dood?" hijgde ik.
„01 Zillah! Zillah 1"
Hij leek ons een wijze, deze Rus.
Toen hij zonder e-on sou aan do
hel van het Sovjetisme ontsnapt was, vond
hij in enkele banken, te Weenen, Berlijn,
Parijs, een klein credit-saldo op zijn reke
ning: alles wat hij had kunnen r. 'den van
zijn onmetelijk fortuin. Nu woonde hij in
een heel klein kamertje in hot hart van
Parijs, waar hij een uiterst eenvoudig be
staan leidde. Hij at broo"d, groenten, fruit
hij was vegetariër, uit overtuiging („par
conscicnco", zei hij eenvoudig, glimla
chend.) Met de rest bekostigde hij de stu
dio van zijn zoon, in Duitsche marken. Eu
hij was nooit zoo gelukkig geweest 1
...Zoo'n gesprek, om de verveling te ver
drijven in den voortjagenden trein, het
heeft steeds voor mij behoord tot db aan
trekkelijkheden van het reizen. Prachtige
romans heb ik vaak op dio manier door
bladerd.
Die aoon geboren ten koste van het
leven der moeder was het eenigo wat
onze Rus ter wereld bezat. Zooveel had
deze man verloren: zijn workkring en zijn
bezittingen, zijn vaderland en zijn vróuw.
Na door eigen kracht te zijn o ihoog ge
klommen van niets tot... alles wat een
mensch bereiken kan, was hij, door een
lot geheel buiten zijn schuld, plotseling
weer neergeslingerd in de diepte. En hij
gevoelde zich gelukkiger dan hij ooit ge
weest was. Indertijd, toen hij rijk was, liep
hij in den trocknolcn van den arbeid en
sleepte een Looden kogel achter zich aan
van zorgen. Welk een waanzinto zwoe
gen, om een huis van twintig kamers to
bemachtigen, wanneer men er zich reeds
een van drie betalen kan! Hoezeer zijn zij
te beklagen: die benijde groot-kapitelisl-en,
die gefortuneerde patroons en zakenlui,
die door het woud van hun ploeterend,
jachtend gold)verdienen de boomen van...
liet heerlijke, sehoone loven niet zion 1 Het
leven, waarvoor alleen tooh maar al dat
geld bijeengewerkt en vei^geten is 1
Een onzer andere reisgenooten was een
Roemeensche, dio naar Boekarest terug
keerde, cn die aldoor „onder het praten,
dacht aan haar dochter, welke zij te Pa
rijs in een pensionaat gelaten had. Wee
moedig mededeelzaam had deze Roemeen
sche ons gesproken over den angst dien
zij had voor hot sterven. Zoo kwam het,
dat de levenslustige, gelukkige Rus zei.
dat hot leven sohoon is, en dab de dood
sohoon is precies evenzeer.
En daarop verteldo hij ons het volgencfe,
waaraan de gebrekkigheid van zijn Fransch
een klemmenden nadruk verleende.
Toen het tengevolge van de revolutie
absoluut onmogelijk werd om verder te wcr
ken, liquideerde ik mijn zaken, sloot den
winkel on gaf c§3 sleutels aan een bewaker.
Zelf trok ik naar Moskou om te trachten
mij daar op anderö wijze nuttig te maken.
„Neen, neen ga zitten, mijn goede
juffrouw," antwoordde zij, „u bont nog
i ooht ziek. Hij is niet dooddr. Kenneth
j zegt-, dat hij nog wel een dag zal leven
ik ontmoette hem op don weg en vroeg
het."
In plaats van te gaan zitten, verzameld©
ik haastig mijn muts cn toebehooren en
haastte mij naar beneden, want do weg
was vrij.
Toen ik het huis binnentrad, keek ik
rond naar iemand, die mij inlichtingen
kon geven over CaÜiarina.
De plaats was gevuld met zonneschijn
en de deur stoad wijd open; maar nie
mand eohecn bij do hand. Terwijl ik aar
zelde of ik terstond weg zou gaan of tcrug-
k eer en en mijn meesteres zoeken, trok een
lichte hoest mijn aandacht naar den
haard.
Linten lag op do bank als eenig bewo
ner, zoog aan een stuk kandijsuiker en
volgde mijn bewegingen met onverschillige
oogen.
„Waar is miss Catharina?" vroeg ik
streng, in do onderstelling, dat ik hem
door vrees ©r toe kon brengen om inlioh-
tingon te geven, als ik hem zoo alleen aan
pakte.
Hij zoog voort als een Onnoozel kind.
„Is zij weg?" zei ik.
„Neen," antwoordde hij„zij is boven
zij mag niet weggaan, dat zullen wij .niet
toelaten.
„Wil je dat niet toelaten, kleine idioot!"
riep ik uit. „Wijs mij onmiddellijk haar
kamer of ilc zal je bens flink doen huilen."
„Pa.pa zal je doen huilen, als je probeert
om daar te komen," antwoordde hij. „Hij
zegt, dat ik niet zacht moet zijn tegenover
Catharina;. zij is mijn vrouw en het is
Behalve wat brood, dat toen reeds zeld
zaam begon te worden, was hot cenigo wat
ik meenam, een kleine schrijfmachine in
een valiefije en een Mauser-geweer. Bei-
denden waren mij, eenige weken tevoren,
toevertrouwd ctoor een mijner vrienden,
-een Engelschman, met wien ik lange jaren
had samengewoond, doch dio tijdelijk Rus
land verlaten had, wegens de revolutie. Ik
wilde ze dus niet achterlaten... 'i'e Moskou
aangekomen, het was 1 Mei, krijg ik een
courant van enkele dagen tevoren in han
den, waarin ik lees, dat ieder die een vuur
wapen in huis heeft, dit vóór den len Mcl
moet inloveren. Vanaf dien datum zouden
er huiszoekingen worden gedaan en zou
ieder bij wien nog een wapen gevonden
werd op stel en sprong worden geëxecu
teerd. Met schrik denk ik aan den Mauser,
dio heel genoeglijk in de hotelkamer naast
de schrijfmachine ligt. En het is I Meil...
Ik telefoneer naar een mijner vrienden, een
journalist, rodackteur aan de „Hisves-
tia," om hom to verzoeken het geweer bij
zich te nemen. Mijn vriend is niet thuis;
zijn vrouw antwoordt me: „Breng het
maarl" Doch... als ik kom, met 't geweer,
heeft zo zioh bedacht en durft niet. Ten
slotte neemt ze hot echter toch, op mijn
aandringen en zal het in huis verbergen
zonder er iets van aan haar man te zeggen.
Do macht der bolsjewiki kan immers niet
lang duren... Eenige weken later, toen ik
het geweer al bijna vergeten was, 's nachts
om twee uur inval van de politie. „U hebt
geen vuurwapens?" „Geen enkel".
Ze Diekon, openen de oasefcte van do schrijf
machine, en... vinden or twaalf scherpe pa
tronen in, benevens een oud papier van de
tsaristischo regeering, waarbij mij toestem
ming verleend werd een Mauser-grweer
nommer zooveel in huis te hebben. Mijn
Engolsche vriend had als buitenlander zulk
een toestemming niet kunnen krijgen en
dus had ik haar op mijn naam genomen.
Ik z?elf ging altijd zonder eenig verdedi
gingsmiddel do steppen in, maar het was
volkomen begrijpelijk dat hij zulk een wa
pen wilde hebben... Dreigend keken de
Bolsjewiki mij aan. Vooral de monster
achtige kop van hun aanvoerder wa3 ver
schrikkelijk om te zion „Waar is dat
Mausergeweer? Waar heb je hot gelaten?
Wat heb je er meer gedaan?" Ik kon
liet natuurlijk niet zeggen. Zij cborzrteh-
€en de kamer nogeens voor een tweedon
keer, uiterst zorgvuldig en arresteer
den mij.
Iq het poliliolokaal, waarheen ik ge-
bradlit word, stonden zij, tegenover mijn <?en-
vouwbigo bedaarde weigering hot te zoggen,
als getergde, bloedhonden. Zij lieten mij mo
uitklooden, foaiiltoonden do voering mijner
klooron, de zolen mijner schoenenToen
bradhten zo mij, in hemd en pantalon, naar
buiten, naar den muur waartegen den vori-
6chandelijk, dat zij verlangen zou mij to
verlaten Hij zegt, dat zij mij baat, en
verlangt, dat ik zal sterven om mijn geld
te hebbenmaar zij zal bet niet krijgen
en zij zal niet naar huis gaan! Dat zal zij
nooit! Zij mag schreien en riek zijn
zooveel als zij maar wil!"
Hij hervatte zijn vorige bezigheid, ter
wijl hij zijn oogleden elcot alsof hij van
plan was in slaap te vallen.
„Jongenheer Heathcliff," hernam ik,
„hebt u al Catharina's vriendelijkheid
jegens u den vorigen winter vergeten,
toen ii verzekerde, clat u haar liefbadt en
toon zij n boeken braoht en liederen voor
u zong, en menigmaal door wind en
sneeuw kwam om u te bezoeken Zij ween
de, als zij maar óón avond miste, omdat u
teleurgesteld zou zijnen u voeldo toen,
dat zij honderdmaal te goed voor u was,
en nu gelooft u de leugens, die uw vader
vertelt, hoewel u weet, dat hij u beiden
verfoeit. En u trekt één lijn met hem
tegen haar. Dat is prachtige dankbaar
heid, nietwaar?"
Lipton liet zijn lip hangen en hij nam
het stuk kandij van zijn lippen.
„Kwam zij naar Wutiliexing Heights, om
dat zij u haatte?" vervolgde ik. „Denk zelf
nal Wat uw geld betreft, zij weet zelfs
niet, dat u er iets van krijgen zult. En u
zegt, dab tij ziek is, en toch laat u haar
alleen daarboven in een vreemd huis! U,
die gevoeld heeft wat het beteekent ver
waarloosd te worden! U kon medelijden
hebben met uw eigen lijdenen zij had er
ook meelij mee; maar u wilt geen mede
lijden hebben met dat van baar? Ik stort
tranen, jongenheer Heathcliff, zooals u
ziet een vrouw van leeftijd en een
dionstbode en u, dio zulke genegenheid
gen dag al een ander was doorgeschoten, diel
daar onder een dun laagje aaTde begraven!
lag cn wiens voeten boven den grond uitsta
ken. Ze deden mo zelf mijn graf delven, en
mijn hemd oponknoopen op de borst.
„Luister 1" bulderde ©arrend het beest dati
hen aanvoerde, „jo zult me zoggen wat je
met dat geweer hebt gedaan, of anders.
hij duwde mo zijn revolver onder mijn neus,
,yelko tien minuten een kogel, cn pas do
twaalfde om je af te maken. Je krijgt nog
tien minuten om je to bodenken. Over tie»
minuten begin ik.." „Ik heb het gegeven
aan Tcheohow'', loog ik. Tcliocliow was in
dio dagen een der groote mannen van het
bolsjewismeMijn pijnlger barstte uit in
een dativolsahen schaterlach. „ZwijnEzel
Kwaadaardige stommerik l Jo valt me togen l
Ik dacht dat je te slim was om to probeere»
mij zoo'n vuilcn leugCn op de mouw to spel'
den.. Nog acht minuten!".. In dat oogen
blik, mevrouw, zoo ging onze modereiziger
voort, zich tot de Roemeensche wendend, heb
ik den dood in de oogen gekeken. En ik heb
gcaicn, dat hij niet zoo voraohrikkelijk is. In
tegendeel hij Ls schoon, hij is -precies
evenzoo schoon als het leven
En hoe komt hotvroegen wij
Dat ik nog i:a loven ben Mijn zoon, dio
toen 14 jaar was, cn die getuige van mijn
arrestatie was geweest, wa9 zoo haari hij kon
naar dien journalist geloppen. En toen er van
(te- tien minuten zes om waren, verschenen
mijn vrioc 1 en zijn vrouw met het geweer»
Het d-roeg het nummer dat vermeld stond op
mijn verlof van de politie van den Tsaar, en
de patronen uit de schrijfmaohine-casetto pio-
"len erin. Men. vrienden kregen een boete met'
de bijbolioorende schrobbeering,.cn men hield
het geweor. Maar wij allen mochten gaan !..j
Prachtige romans kan men doorbladeren
zoo in den voorfjachtonden express-trean.
LEO FAUST.
Nobelprijzen. T
Vijf Nobelprijzen rijn toegokand; dlei
voor letterkunde aan den Spanjaard Ja
cinto Benavonti, geboren, in 1866, bekend
door oonige tooneelwenken voor natuur
kunde (1921) aan prof. Albert Einstein
(voor zijn werk op liet gebied van de theo
retische physika, en met name voocr rijn
ontdekking vam do wet op het foto-eleo-
trisch effect), voor natuurkunde (1922) aan
prof, Niels Bohr te Kopenhagen (voor zijn
onderzoekingon omtront dp 6tructuur van
atomem), voor 6oheikunde (1921) aan prof.
Fred. Soddy te Oxford (voor zijn onder-*
zockingen op hot gebied der radio-activi-»
teit), voor scheikunde (1922) aan prof.
Francis W. Aston te Cambridge (voor zijn
onderzoekingen omtrent de isotypie van
een groot aamtal niet radio-actieve elomen*
ten).
hebt voorgewend, en zooveel reden hebt
om haar bijna te vorecrem, bewaart iodoren
traan, dien u hebt, voor u zelf, cn ligt
da/ar lieelemaal op uw gemak. Ou bent
een har tel oo ze, zelfzuchtige jongen!"
.,11: kan niet bij haar blijven," ant
woordde hij stuurs. „Ik wil zelfe niet bij
haar blijven. Zij screit zoo; ik kan het
niet verdragen. En zij zal wel niet uit-
sohaiden, ai zeg ik, dat ik mijn vader zal
roepen ik riep hem eens en hij drcigdo
haar te worgen, als zij niet rustig was;
maar zij begon opnieuw, zoodra hij rnaar
het vertrek verlaten bad, efl kermde en
tobdo heel don nacht, hoewel ik gilde van
ergernis, dat ik niet slapen kon."
„I3 mr. Heathclilf uit?" informeerdo
ik, daar ik bemerkte, dat het ellendige
wezen niet in staat was om met de geeste
lijke folteringen van zijn nicht te sympar»
thiseeren.
„Hij is in den hof," antwoordde hij, „en
praat met dr. Kenneth, die zegt, dat ocra
ten slotte werkelijk sterft ik ben blij,
want ik zal na hom meester vam de Grango
zijn en Catluarina sprak er altijd van
Als haar huis. Het is niet van haarHet is
van mij papa zegt, dal allca, wat zij
heeft," van mij is. Al haar mooie boeken
zijn van mij zij bood aan mij die to
geven, en haar aardige vogels en haar,
poney Minny, als ik den sleutel van haar
kamer kon krijgen, cn haar uitlatenmaar.
ik vertelde haar, dat zij niets te geven
hadhet was alles van mij. En toert
schreide zij en nam een klein portret van
haar hals en zei, dat ik dio zou hebben
twoo portretten in een gouden lijst, aan.
den eenen kant haar moeder en aan den
anderen kant oom, toen zij joaig waren*
(Wordt vervolgd), j