Leest even onze verrassende Advertentie op de derde Pagina van dit blad
Magazijn „WILHELMINA"
UmSXXEISfSilf 162 - BREESTRAAT 175
STORMACHTIGE HOOGTEN.
LEiDSCH
Derde Blad. Anno 1922
y TWEEDE KAMER,
m OfêZE STAATSMACHINE.
RECHTZAKEN.
FEUILLETON
Ho. 19217=
Zitting van gisteren.
Interpellatie.
De heer, KLEEREKOPER (S.-D.) vraagt
de Kamer verlof vragen te mogen richten
tot de Minister van Onderwijs over do
vraag, waarom deze Minister is terugge
komen van zijn voornemen, om in gemeen
schap met de gemeentebesturen steun te
verleenen aan noodlijdende beeldende kun-
tenaars, hoewel vele gemeenten steun had
den toegezegd.
Over deze aanvrage wordt Vrijdag beslist
Minister van Landbouw.
Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi
ging van de wetten, die de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel mot namo
noemt.
De VOORZITTER zegt, dat hierbij niet
aan de orde is de kwestie van opheffing
van het Deoartement van Landbouw.
De heer VAN RAPPARD (V.-B.) begrijpt
den spoed niet, voor dat ontwerp gevraagd.
Hij acht het een unicum, dat dc Minis
ter op een beslissing der Kamer vooruit
loopt.
De heer DRESSELHUYS (V.-B.) meent,
dat de schijnbare simpele verandering in
sommige wetten tot onzin leidt, o. a. waar
meer dan één Minister met de uitvoering
is belast.
Do MINISTER VAN BINNENLAND
SCHE ZAKEN, de heer RUYS DE BEE-
RENBROUCK, antwoordt.
Het spijt hem dat de heer Dresselhuys
zijn bezwaren niet eer heeft meegedeeld,
dan had de Minister ze kunnen onderzoe
ken. Thans kan spr. daarop niet ingaan.
Uitdrukkelijk verklaart spr., dat dit ont
werp niets prejudicieert. De heer Van Rap-
pard kan daarop gerust zijn.
De heer DRESSELHUYS (V.-B.) stelt
voor de behandeling van dit ontwerp to
•schorsen.
De heer BEUMER (A.-R.) acht de op
merkingen van den heer Dresse.lhuys juist
en betreurt het alleen, dat zij zoo laat uo-
men. Hij adviseert den Minister do beh in
deling uit te stellen.
De heer VAN VU UREN (R.-K.) betreurt
namens dc Commissie van Rapporteurs?
dat de opmerkingen van den lieer Dressel
huys nu pas komen. Spr. raadt ook aan de
behandeling uit te'stellen.
De MINISTER verzoekt de behandeling
van het ontwerp te schorsen.
Conform besloten.
Arbeidsgeschillen.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van het ontwerp, regelende bemiddeling in
arbeidsgeschillen.
De MINISTER VAN ARBEID, de heer
AALBERSE, vervolgt zijn gisteren afge
broken rede. Hij betoogt, dat verschillende
conflicten stellig zouden zijn voorkomen,
als dat wetje al had bestaan. Natuurlijk
moet men geen te booge verwachtingen
van dat wetje hebben. Het zal vaak ook
niet helpen.
Dc bezwaren van den heer Boon acht
spr. te onpas gebruikt. De uitvoering van
de wet zal kosten 40 mille. De opgeheven
Kamers van Arbeid kosten wel 50 mille.
Onjuist acht spr. het, dat dit ontwerp bu
reaucratisch is. Gelukkig ontkende de heer
Marchant dit reeds.
Principieel is het wetsontwerp alleen be
streden door mcj. Van Dorp.
Er is overeenkomst tusschen haar op-,
vatting en die van de socialisten, waaruit
blijkt, dat het socialisme slechts is het libe-
ralisme voor den vierden stand. Naar spr.'s
oordeel kent mej. Van Dorp het leed van
de conflicten niet en het is onjuist alles op
de mechanische werking van het economi
sche leven te laten aankomen. Natuurlijk
er komt altijd een eind aan cea conflict,
mat rraag niet hoe!
Het bezwaar tegen het enquête-rccht acht
spr. overdreven. Herhaaldelijk is het voor
gekomen, dat de werkgevers zelf aanboden
dat men hun boeken zou nazien om te lee-
ren, dat zij niet anders konden handelen.
Ten aanzien van de geheimhouding is spr.
zeer gaarne bereid een oind mee te gaan
met de amendementen-Schouten. Het en
quête-recht kan spr. niet missen; als dat
er uitging, ware de weg ontzield. Spreker
vraagt de Kamer, om het ontwerp a fair
chance to geven.
Artikel 3. De heer SNOECK HEN-
KEMANS (O.-H.) wcnscht in dit artikel
het aantal arbeiders, dat bij een conflict,
voor' bemiddeling in aanmerking komend,
betrokken moet. zijn van 50 op 25 brengen.
De MINISTER acht dit. amendement
niet. noodig, omdat, bemiddeling niet ver
boden is bij kleinere aantallen arbeiders
Het amendement wordt verworpen met
68 tegen 12 stemmen.
Artikel 4. De heer HIEMSTRA (S.-D
verdedigt een amendement, waarvan de be
doeling is de vakvereenigingen in te scha
kelen. Spr.'s fractie acht het beter, dat" de
vakvereenigingen worden vooropgésteld en
alleen bij ontstentenis hiervan inroeping
van den Rijksbemiddelaar door ongeorga
niseerden mogelijk worde. Bij aanneming
van dit amendement zullen in art. 10 en in
enkele andere artikelen wijzigingen in den
zelfden geest moeten worden aangebracht.
Dc MINISTER ontraadt- het amende-
ment-Hicmsfcra, omdat het practisok on
mogelijk is. Tegen de redactie heeft hij
overwegend bezwaar.
Heb amendement wordt verworpen mot
64 togen 16 stemmen.
Het artikel wordt goedgekeurd met G2
tegen 18 steramen.
Bij ar.t 6 verdedigt tie heer HIEMSTRA
(S.-D.) een amendement, waarvan de be
doeling is, dat cle rijksbemiddelaar niet bij
voorbaat en ambtshalve het geschil in der
minne tracht bij te leggen.
Hij geeft alleen aan de partijen in over
weging bemiddeling to aanvaarden.
Do MINISTER neemt dit'over.
Bij artikel 17 licht de heer BOON (V.-
B.) een amendement- toe.
Een beslissing kan genomen zija met dc
kleiist mogelijke meerderheid der stem
men van den bemiddelingsraad. Waar bij
het prbliol aldus de indruk zou woiden
gevestigd, dat het oordeel over de gesckü
punten en de midctelcn ter vereffening de
meaning van de géheelo commissie weer
geeft, schijnt het- wonsch.elijl: te bepalen,
dat ook afwijkende meeningen tot haar
recht komen.
Voorla is bét. ongewensclit, dat gehei
men zouden kunnen worden gepubliceerd.
Ook do Minister meent, dat geheimen niet
zullen mogen worden geopenbaard. Er is
derhalve geen bezwaar tegen dit uitdruk
kelijk, in de web vast te leggen.
Dbf MINISTER neemt he eerste deel
over, <3och heeft tegen het tweede bezwaar.
De heer BOON (V.-B.) trekt do tweede
helft in.
Art- 23. Be heer BOON (V.-B.) licht
zijn amendement toe. Fartijen behooren
m:-Ldoor een verzuim van een gemach
tigde voor het feit kamen te staan, dat
inzage van boeken en bescheiden met
sanctie van een strafbepaling, dwingend
is voorgeschreven.
Slechts wanneer zij zich hiertoe vrij
willig verbinden, behoort zulks to zijn
toegestaan.
Pc MINISTER acht dit overbodig.
De heer BOON (V.-B.) trekt het in.
Art. 45. Do heer SNOECK HENKE-
MANS (C.-H.) verdedigt zijn amendement,
dat de enquête alleen zal geschieden als
beidfe partijen zich er mee vereenigen. Hij
wijzigt zijn oorspronkelijk amendement in
dien zin, dat enquête toelaatbaar is als
een algemeen belang bij een zaak is be;
trokken.
De heer DRESSELHUYS (V.-B.) neemt
het oude amendemeüt-Snóeck Henkcmans
over.
Dc MINISTER neemt het r.mendement-
Snoeck Henkcmans over en blijft het
amendement-Dresselhuys onaannemelijk
verklaren.
.Het amendemcnt-Dresselhuys wordt tfer
worpen met 67 tegen 13 stemmen.
Art <9. De heer SCHOUTEN (A.-R.)
verdedigt een amendement, om de geheim
houding voor de cnquêtc-rcsultntcvi ver
plichtend te stellen.
De hoer SNOECK HENKEMANS CC.-H.)
juicht dit amendement toe, maar btijft be
zwaar houden tegen het voorstel, omdat
het onderzoek der boeken z. i. niet noodig
is en wel gevaarlijk voor fabrieksgehei
men enz.
Dc heer VAN DIJK (R.-K.) meent, dat
men niet te licht, moet denken over het
onderzoek der boeken.
De hoer GERRETSON (C.-H.) is tegen
elke enquête, omdat er altijd „lokken''
zijn, waardoor hetgeen men daarbij zag
Ci hoorde ruchtbaar worden. Bowmen kan
men dat niet, maar frappante feiten
zijn er.
Do MINISTER gelooft, dat de bezwa
ren, die men ziet, in de praktijk zeer over
dreven zullen blijken. Hij is bereid het
amendement over te nemen.
Dót vnorrt^l wordt goedgekeurd met 50
tegen 23 stemmen.
De heer SCHARER CS.-D.) verklaart
vóór het ontwerp te zullen stemmen, om
dat de Minister aan enkele bezwaren is
lf tremont gekomen.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd
mefc 62 tegen 13 stemmen.
De vergadering wordt verdaagd tot
Dinsdag 7 November, n.m. één uur.
Wijziging der Huurwetten.
Het wetsontwerp, dat wij hierbij (wel wat
laat) aankondigen, bedoelt oen nieuwe wijzi
ging van. do Huurcommissiewct on van de
Iliiuxopzeggingswet. Deze beide c.n daarbij
nog do Huuraanzeggingswct zijn gevolgen van
den-crisistijd en van den daarmee verband
TiouKkmden woningnood,, welke laatste oen
•nïc-f "altijd stillen strijd ttt&sclién YcrlruurdexQ
en huurders ten gevolge had.
Van die drie „huurwetten" is de Iluaircom-
mlssiewet de oudstezij dateert in haar oor-
spronkedijken vorm van 26 Maart 1917 maar
zij heeft al tweemaal wijziging ondergaan,
n.l. bij de wet van 25 Maart 1918 en bij die
van 19 Febr. 1921. Die wijzigingen zijn o.a.
noodig geworden door de invoering der beide
andere huurwetten, diio zelf noodig bleken,
teen de steeds wassende woningnocd en som
mige, niot altijd bewonderenswaardige, doden
en uitvluchten van verhuurders ze noodig
maakten.
Wij behoeven hier niet al de onaangenaam
heden tusschen verhuurders en liuun&ars in
herinnering te brengen. Waar twee kijven
hebben gewoonlijk beiden schuld maar vrij
vast staat, dat de huurders, dio in den boe
zen tijd aan het kortste eind trokken, en nog
soms trekken, wel wat steun van de over
heid noodig had-den. En toch zijn die huur
wetten een ergernis geweest voor beide par
tijen voor den verhuurder, om dot hij met
allerlei „wettelijk godoo" to doen kreeg en dc
uitkomst er van hem toch vaak maar zeer
matig bevredigde. Noodwetten vinden zelden
bewonderaars.
Do grooto grief, waartegen do Uuureom-
uftissiewet moet opkomen, was de eisch van te
"hoogo huur.
Do wet, die dc gemeenten vrij hei d gaf liuur-
commissiën in te stellen, beoogde aanvanke
lijk do vaststelling van een billijken huur
prijs voor woningen „van lagere huurwaarde"
Eerst later is de wet ook op andere woningen
toepasselijk verklaard.
In die eerste wot werd do hu.urcommissie
gemachtigd, om, betrekkelijk vrij, een huur
som te bepalen. De verhuurder mocht.geen
hoogcren huurprijs verderen dan op 1 Januari
1D16 had gegolden, wanneer niet de hu aroom-
missie de verhoogiing goedkeurde, waarhij
dan in aanmerking konden worden genomen
de aafd der woning in verband met de buur-
sam, die tot 191G had gegolden, en de hoo-
gerc uitgaven, die de verhuurder voor de
woning, direct of indirect, te bestrijden had.
Bij de latere herziening der wet werd do
vrijheid van den verhuurder ccniigszins ver
ruimd. Hem werd veroorloofd 20 proc. te hef
fen boven den huurprijs van 1 Jan. 1916 of
10 proc. boven dien van 1 Jan. 1918 voor wo
ningen. die oerst na do invoering der Huüïr-
opzogg'.ngswet onder de Huurcommissio wet
vielen. Tot dat percentage verhooging mocht
de verhuurder gaan, zonder tusschen komst
van de Huurcommiissïc.
Bovendien mocht de Huurcommissio toen
gaan. tot 50 proc. bo'-en den huurprijs van
1916 of tot 37Vi proc. boa-en dien van 191S.
Geleidelijk kon zij tot deze verhoogingen la
ten komen. Het waren echter geen vaste cij
fers, maar grcnsiprijzen de wet bepaalt, dat
die grens mag benaderd of bereikt worden,
om te komen tot oen billijke opbrengst van
de woning voor den verhuurder. Alleen wan
neer ingrijpend^ verbeteringen of verande
ringen aan de wouing warcD aangebracht,
mochten die grenzen worden overschreden.
Bij diezelfde wetsherziening werden ook
meer woningen dan tot nog toe aan dc wer
king -der nuurcommissicwct onttrokken.
Men ziet du3, dat door de wet van Fcbr.
1921 meer woningen en meer gevallen aan do
inmenging der Hiruroommiasie worden ont
trokken dat do verhuurder meer vrjjhcid
kroeg en dat de huuroomm.'issie dc huur hoo-
gor Icon stollen, dan de wet oorspronkelijk had
toegelaten.
M. a. w. dc riuurcomnussiewct werd wat
skipper. En du do woningtoestanden vortote-
ren en het publiek al wat gewend raalct aan
hoogero huren en deze ook wol gemot iivserd
kunnen worden, rijst'"de 'Vraag, of men aiotg
niet oen stap verder kan gaan. Onttrekt mcu
oen aantal btiurverhoogiagen aan de- medei
werking dor Hunrcommiksriëii. dan' zullen bo
vendien deze heel watminder werk to doen'1
krijgen, cn dit zal een niet onaanzienlijke be
zuiniging ten gevolge hebben. Zelfs is de
vraag gerezen, óf liet niet tijd geworden was,
om dc Huureconmissiewet in to treikkc-n.
Zoo ver diurft do Regooring nog niet gaan;
maar tot een aanzienlijke verruiming i3 zij
bereid. Mag nu al de Hnuroommiissio verhoo-
gingon toost a an tot 50 on 377s proc. boven
do huursom van 1916 cn 1918 on mag do ver
huurder al 20 of 10 proc. boven dio som
cischon zonder dc Huurcommissio te raad
plegen, nu wordt voorgesteld de 50 en 377»
pree. vrij to laten en dus alleen dc eisch van
goedkeuring door de Huurcommissio te luien
gelden voor nog graotero Yerhoogingcn.
Hot i3 schijnbaar een licelc sprong van 20
op 50 proc. en van 10 op 377-maar men
dient in aanmerking te nomen, dat al vele
verhoogingen boven do 20 cn 10 proc. zijn
toegestaan.
Do Regeering heeft zelfs overwogen om
nog verder te gaan, n.l. of liet wenschelijk
vjas te bepalen, dat over een bepaalden tijd!
de 50 proc. GO en 70 zou kunnen worden cn dat
zoo in afzienbacen tijd do huurovereenkomst'
geheel vrij zou worden en dus do Iluurcom-
mi&siën vanzelf zouden verdwijnen. Dat heeft
echter de Regeering niet aangedurfdeen
roden daarvoor geeft zij niet op.
Reeds is do vraag gedaan, of het niet betcK
zou geweest zijn, nu roods de coramLssiëa t3
ontbiaden en de wet in te trekken. Degenen,
die dit in overweging gaven, vreczen, mis
schien niot ten onrechte, dat, nu er vrijheid
bestaat om tot 50 proc. vorhoeging to gaan,
deze verhooging als vanzelf-sprekend zal wor
den beschouwd en ook toogeoast zal worden,
waar or geen grond voor is.
t Do Regeering verwacht, dat de vrijheid
van den verhuurder, om de liuursom te vcr-
hoogen, ten goede zal komen aan den woning
voorraad, doordat, de vorhuurdcr beter in'
staat zal zijn de verhuurde woning behoorlijk
te onderhouden. Wij hopen, dat dit het gevolg
zal zijn, maar staan er wel wat sceptisch te
genover in deoen tijd van gcldjacht. 't Is
eohtor waar, dat de Woning noodwet aan Bur-
gomeester en Wethouders de macht geeft om
tc zorgen, dat de woning in goeden staat
wordt gehouden.
Nu hot werk der Huuroommissiën, als het
hier besproken ontwerp wot wordt, sterk zal
verminderen en cr op bezuiniging wordt
aangestuurd, is het verklaarbaar, dat liet on
gewensclit is om een IIuurcommissio in to
stellen, waar die neg niet bestond, 't Is niet
te verwachten, dat er nu nog neiging zou be
staan om dat te doen mocht er wel zulk een
gemeente zijn, dan zal die vooraf verlof moe
ten vragen aan den Minister van Arbeid.
Menige Huurcommissio zal bovendien werk'«
loos worden. De nu nog geldende wet bepaalt,"
dat, nis het oogenblik daarvoor gekomen ia,
tegelijk allo Huur com miasiën worden opge
heven door de intrekking der Huurcemmissie-
wet. liet wetsvoorstel strekt nu lo.a. ook, om
aan de Kroon do bevoegdheid te goven do
wet voor bepaalde gemeenten buiten werking
te stellen. In elke g?mccnto waarvooT km
geen IIuurcommissie bestaat of aangewezen
is, zal de kantonrechter doen, wat ancW* do
Huurcommissio zou hebben gedaan.
Ten slotte zij nag vermeld, dat nu duidelijk
in dc wet wordt aangegeven hoe de kosten
van do HuurcomTnissiën worden voldaan. Wel
kemt de helft van die kosten ten lasto van
d© gemeente en^ de wederhelft ton lasto vari
liet Itijlc, maar de gemeente betaalt en hel
Rijk restitueert. Echter kunnen de ÏTiiurcom-
rüissio en de kanlonroehlor de kósten, diio'
ne>o#?loos zijn gemaakt, voor rekening laten
van dengone, dio zc veroorzaak te.
HOOG MILITAIR GERECHTSHOF.
Verduistering of studentenstreek?
Voor het Hoog Militair Gerechtshof
werd in hoogor beroep behandeld de zaak
tegen een, tijdens hot plegen van hot hem
ten laste gelegd feit, reserve-korporaal bij
het ïstc regiment vesting-artillerie, door
den Krijgsraad te 's-Gravonhage, wegens
RECLAME.
Naai het EDgc-lsch van EMILY BRONTa
Leer W. A. CL .VAN STRIEN.
W) -
Cathy was op hecterdaad betrapt, dat zij
de nesten van de korhoenders leeghaalde,
ten minste zc opjoeg.
De Heights was land van Hcathciiff cn
hij maakte de stroopster een standje.
»Ik heb er geen één gepakt, noch er één
gevonden," zei zó, toen ik naar hen toe
zwoegde, terwijl zij haar handen uitspreid
de tot staving van de bewe-ing. ,,Ik had
bedoeling niet ze tc vangen maar papa
vertelde mij, dat er hier groote hoeveel-
-den waren, en ik verlangde dc eieren te
zien."
Hcathciiff keek naar mij met een boos-
aardigon glimlach, dio zijn bekendheid met
vet gezelschap en bijgevolg zijn kwaadwil-
ig-ieid uitdrukte, en vroeg wie „papa"
was.
.-Ir. Linton, van Thrusheross Grange
Antwoordde zij.
"Ik dacht al, dat u mij niet kende; an-
hebben°" U °P man'er gesproken
^us» dat papa hoog geacht en
vspeeteerd wordt?" zei hij sarcastisch.
wie bent u?" vnoeg Catharina, tor-
rln" ZtL- spreker nieuwsgierig aanstaar-
n^ien rnan j,cf
l»w zoon?'
de jS' meuw sgieng aanstaar-
>j ien rnan heb Ik vroeger gezien. Is
uw zoem?"
wees op Harcfon, den anderen per
soon, ctie door dc toevoeging van twee jaar
bij zijn leeftijd niets anders dan meerdere
dikte en kracht gewonnen had; hij scheen
even ruw en lómp als ooit.
,,Miss Gathy," viel ik in de rede, ,,het
zal weldra drie uur zijn in plaats van éém,
dat wij uit zijn. Wij moeten werkelijk
terug."
,,Necn, die man is mijn zoon niet," ant
woordde Heathcliff, terwijl hij mij op zij
duwde. „Maar ik heb er een, en u hebt
hem ook vroeger gezien cn hoewel uw ver
zorgster zoo'n haast heeft, donk ik, dat
zoowel u als zij gebaat, zouden zijn bij wat
rust. Wil u maai- dit stukje hei afslaan
cn mijn huis binnen gaan? U zult 'door die
rust vroeger thuis komen en u zult vrien
delijk ontvangen worden."
Ik fluisterde Catharina toe, dat zij in
geen geval het voorstel moest inwilligen
or was heelemaal geen denken aan.
„Waarom?" vroeg zij luid. „Ik ben moo
van het loopen, cn dc grond is bedauwd.
Ik kan hier niet zitten. Laat ons gaan,
Ellen. Bovendien zegt hij, dat ik zijn zoon
gezien heb. Ik geloof, dat hij zich vergist,
maar ik gis waar hij woontop do boer-
dorij, <Sie ik bezooht-, toen ik van de Pe-
niston-Rotsen afkwam. Woont u daar
niet?"
„Ta, dat doe ik. Kom, Nelly, houd je
mond het zal een traktatie voor haar
zijn om kennis met ons te maken. Hareton,
loop met de deern vooruit. Jij zult met
mijwandclen, Nelly."
„Neen, zij gaat niet naar cenigc plaats
von dien aard," riep ik, terwijl ik wor
stelde om mijn arm los to maken, dien
hij gegrepen had; maar zij was al bijna
bij tien steenen drempel, en rendo In volle
haast den rand langs. Haar aangewezen
metgezel was niet vanzins haar te bege
leiden hij nam zijn afscheid, toen de weg
bereikt was, en verdween.
„Mr, Heathcliff, het is heel verkeerd,"
vervolgde ik; „u weet, dat u geen goed
bedoelt. En daar zal zij Linton zien, en
alles zal verteld worden, zoocüra wij maar
teruggaan; en het zal op mij neer komen."
„Ik verlang, dat zij Linton bezoekt,"
antwoordde hij„hij ziet er dc laatste da
gen wat beter uitr; hij is niet vaak geschikt
voor een bezoek. En wij zullen haar gauw
overhalen om het bezoek geheim te hou
den wat is d.aarin voor kwaads gelegen?
„Het kwaad daarvan is, dat haar vader
boos op mij zou zijn, als hij bemerkte, d»at
ik toeliet, dat zij uw huis binnentraden
ik be>n overtuigd, dat u el echte plannen
liebt, nu u haar aanmoedigt om dat to
doen," antwoordde ik.
„Mijn plan is zoo eerlijk mogelijk. Ik zal
je over mijn bedoelingen duidelijk inlioli-
ten," zei hij. „Dat neef en nicht elkaar
lief mogen krijgen en trouwen. Ik handel
edelmoedig jegens je meester; zijn jonge
eprwit heeft geen verwachtingen, en als zij
mijn wenschen steunt, zal ze ineens be
zorgd zijn als mode-erfgenaam van
Linton."
„ALs Ldnton stierf," antwoord(5e ik, „cn
zijn leven is zeer onzeker, zooi Catharina
de erfgenaam zijn."
„Neen, dat niet," zei hij. „Er is geen
bepaling in het testament, die dat zeker
maaktzijn bezit zou aan mij vervallen
maar om disputen te voorkomen, verlang
ik bun vereen iging, en ben besloten drie tot
stand te brengen."
„En ik ben besloten, dat zij nooit meer
met mij uw huis zal naderen," antwoordde
ik, toen wij het hek bereikten, waar miss
Cathy op onze komst wachtte.
Heathcliff verzoekt mij kalm te zijnen
terwijl hij ons op het pad voorging, haastte
hij zich om de deur te openen. Mijn jonge
meesteres keek hem telkens aan, alsof zij
niet nauwkeurig kon uitmaken wat zij van
hem moest denkenmaar nu glimlachte
hij, als hij haar oog ontmoette, en ver
zachtte zijo slem, als hij haar aansprak;
cn ik was dwaas genoog, owi mij tè verbeel
den, dat de herinnering aan haar moeder
zijn verlangen om haar kwaad to doen zou
ontwapenen.
Linton stond bij den haard. Hij had ge
wandeld in het veld, want hij bad zijn
muts op, en hij riop Joseph hein droge
sohoonen te brengen.
Hij was lang geworden voor zijn leeftijd,
die nog enkele maanden van do zeGtien
verwijderd was. Zijn trekken waren nog
.aardig, en zijn oog en gelaatskleur fnis-
sóher dau iik mij herinnerde, hoewol het
louter een tijdelijke glans was, dien do ge
zonde lucht en de weldadige zon hem had
den gegeven.
„Nu, wie is dat?" vroeg mr. Heathcliff,
terwijl hij zioh tot Cathy wenddo. „Kunt
u dat zeggend?"
',,Uw zoon?" zei zc, nadat zij aarzelend
eerst den een en daarna den ander had
besohouwd.
„Ja, ja," aji'twoorddo hijmaar is dit do
eenige keer. dat u hem gezien hebt? Denk
eens na! O, u hebt con slooht geheugen 1
Linton, herinner jij je je nicht niet, waar
mee je ona zoo placht to kwellen in je ver
langen om haar te zien?"
„Wat, Linbonl" riep Catharina, vroolijk
verrast bij het hooren van dien naam. „Ia
d^t de kleine Linton Hij is langer dan
ik! Bon jij Linton?"
Do jongeling stapte naar voren on
maakte zich bekendzij kuslo hem vurig,
en zij zagen met verbazing do verande
ring, die de tijd in het voorkomen van bei
den had teweeggebracht.
Catharina had haar volle lengte boroikt,
haar figuui was zoowel mollig als slank,
elastisch ak> staal, en haar heele uiterlijk
tinteldo van gezondheid cn geest. Lintons
blikken en bewegingen waren zeer kwij
nend cn ziju figuur was bijzonder tenged
maar er was een bevalligheid in zija ma
nieren, die doze gebroken verzachtte en
hem niet onaangenaam maakte.
Nadat zij talrijke teekenen van genegen
heid met hom gewisseld had, ging zijn ninhb
naar rnr. HeathoHff, dio bij do cLnr toefde
en zijn aandacht verdeelde tusschen de
voorwerpen, dio binnen en dio buiten ia-
rcji -dat wil zeggen, dat hij voorwendde
de laatste tc beschouwen on in werkelijk
heid alleen do eerste lette.
,,Eh u bent dus mijn ooml" riep zij, (er-
wijl zij zich oprichtte om hem to begroe
ten. „Ik dacbt, dat ik u rnooht, hoewel u
eerst stuurscn wa-s. Waarom brengt u geen
bezoek met Linton op de Gratige? Al dio
jaren als zulke nauwe buren te leven cn
ons noodt to bezoeken, is vreemd, waarom
bobt u dat gedaan?"
,,Ik bezocht het eens of tweemaal te
vaak vóór je geboren was," anlwoordda
hij. „Drommels nog tooi Ah jo oertiga
kussen te missen hebt, geef ze dan aan
Lint-om ze zijn aan mij niet besteed.
(Wordt vervolgd.)