Tweede BSad. Anno 1922
Officieels Kennisgeving
nr.
De Burgemeester en Wethouders van Lei-
jfcon doen to weten, dat door don Raad dier
téaioenlc, ia zijn vergadering van den 2oen
I )Bep te ruber 1922, is vastgesteld de volgende
verordening
VERORDENING,
fep lie| gebruik van bet Openbaar Slachthuis
te Leiden,
Algc-meeuo bepalingen»
Artikel 1,
f Doze verordening verstaat onder „Open
baar Slachthuis", „Directeur", „slachtdieren",
^vleesoh" en „vleeschwaren'' hetzelfde wat
jjaarondor wordt verstaan in do verordening
'Op den Keuringsdienst van Vee en VLeo9ck.
Art. 2,
De dienaren der gemeente-peditie, bene
pens de DiTecteuir, de keuringsveearts tevens
fed'junct-directeuir, de keurmeester-hoofdop-
Ei<ikter, do keurmeesters-opzichters cn d'e por
tier van liet Openbaar Slachthuis zijn belast
lm iet de zorg voor de orde en veiligheid: op
bet Openbaar Slabhthuiis, de handhaving de-
Eer verordening, het opsporen van dc over-
Itirediagen daarvan en het deswege opmaken
yan proces-vorbaaL
Art. 3.
Onverminderd het bepaalde bij art. 138 van
bet "Wetboek van Strafrecht, is het verboden
fcich ojp het Opcnbaaar Slachthuis te bevin-
jden zonder vergunning van den Directeur.
Art. 4.
Ieder, die zich op het OpcnbaaT Slachthuis
bevindt, is verplicht de bevelen, door of van
wege den Dire^lcur gegeven, op te volgen.
Art. 5.
Eet is verboden op het Openbaar Slachthuis
jde orde te verstoren.
Art. 6.
Eet is vodboden op het' Openbaar1 Slacht
huis
a. sterken drank te hebben of te brengen
of zonder vergunning van den Directeur an-
Ücü'c dranken te hebben of te brengen
b. honden te brengen, anders dan gespan
nen voor een voertuig of behoorlijk geanuil-
bar.d
O. aanwezige honden los te laten.Ioopen
<1. zich met een brandende pijp, sigaar of
cigarette te bevinden in de slack tb allen, stal
len, het voorkoelhuis, koelhuis, de darmwas-
noherij, de magazijnen en bergplaatsen, of op
feenige andere wijz© brandgevaar te veroor
zaken
e. gebouwen, mnren, schuttingen, deuren,
pdivaten of winoirts te bevuilen, daarop aan
'te plaMoen, to schrijven of te teekenen of
'daarin spijkers of haken te sla air;
tf, vuil, mest, papier of afval op andere
Ifran do daartoe bestemde plaatsen te storten
tg. het terrein langs anderen weg to betre
den of te verlaten d!an door den hoofdingang,
[tenzij die Directeur daartoe vergunning ver
leend heeft
h. na het uur van sluiting .te verblijven,
tenzij met toestemming van den Directeur.
Art 7.
Eet as vorlboden
a. watcrleidingkranen langer ?e laten open
staan dan nood'ig is
b. water uit de waterleidingen te gebrui
ken voor andere doeleinden dan waarvoor het
bestemd is
C. verstoppingen van kolken, riolen of af-
.VoembuiiBen te veroorzaken.
'Het is aan daartoe niet-bevoegden ver
boden
a. kranen van stoom- of warmwaterleidin-
Jgen of koestollen te openen of te sluiten,
tenzij met toestemming door of vanwege den
Directeur gegeven
1). electriöche afsluiters, geleidingen of
lampen aan to raken
vensters of ventilatoren te olpenen of te
sluiten.
Art. 8.
Het is verboden zich op andere plaatsen te
ikleeden of to wassehen 'dan in de kleed- en
yrasdh kamers.
'Art. 9,
Het is verboden het personeel van het
.Openbaar Slachthuis foföaen of geschenken
aan te bieden of te geven.
Art. 10.
'De toegang tot cis machinekamer, het
ketelhuis, <le ijsfabriek:, het laboratorium,
den stail voor proefdieren en het schaft
lokaal der werklieden is aan niet-ambte-
ïiarem van het Openbaar Slaohthuis ver
boden.
Dc weeg-loodsen, de stal en de slachthal
voor ziek vee, het ke-urlokaal, de keur-
iodds, de stallen voor vee, de ijsbergplaats
en dc vlcesch verkoop ruimte mogen slechts
betreden -worden door hen, die op dat
ppgenbiik daar werkzaamheden hebben to
verrichten.
INiet-beambten van het Openbaar Slacht
huis hebben slechts toegang tot het ge
deelte van het administratiegebouw, dat
.ten behoeve van het doen van kennis
gevingen cn de storting van geldrm rooi
de gebruikers opengesteld.
Do toegang tot het koelhuis en het voor-»
koelhuis is Slechts geoorloofd naar <Io be
palingen en gedurende de uren. daarvoor
vastgesteld.
Art. 11.
Qp hot Openbaar Slachthuis mogen geen
dieren, tenzij voor slachting bestemd,
noch voorwerpen of stoffen worden aan
gevoerd of aanwezig zijn, welke naar het
oordeel van den Directeur daar niet thuis
behoor en.
Zijn zulke dieren, voorwerpen of stoffen
kf^f707'^' 2^'n voorwerpen of
etewfen aanwezig op plaatsen of in loka-lcn
waar zij naar het oordeel van den Direc
teur niet mogen, zijn, dan moeten zij op de
eerste aanmaning door den eigenaar of
door liem, die ze heeft binnengebracht,
verwijderd worden.
Overigens moeten binnengebrachte voor
werpen en stoffen terstond op de daar
voor bestemde plaatseii worden- opgebor
gen tegen betaling van het daarvoor vast
gestelde tarief.
Art.. 12.
Zij, die voorwerpen van welken aard
oc*k, geschikt voor verpakking of berg
plaats, onverschillig voor Welk doel, op
het Openbaar Slachthuis voorhanden heb
ben, zijn verplicht diie te openen en daar
van het onderzoek toe te laten, zooclra dit
dooi' of vanwege den Directeur wordt'ver
langd.
Dezelfde verplichting geldt voor de eige
naars of bestuurders van wagens of motor-
rijtuigen.
Art. 13.
Op het Openbaar Slachthuis gevonden
voorwerpen moeten dadelijk aan den keur
meester-hoofdopzichter, do keurmeesters
opzichters, den portier of ten bureele van
het Openbaar Slachthuis overhandigd of
afgegeven worden.
Art. 14,
Bespannen wagens en vraeht-aulomo-
bielen mogen, tenzij met toestemming van
den Directeur, op het Openbaar Slacht
huis slechts zoolang verblijven als noocilig
is voor op- of afladen.
Onverminderd het bepaalde in het vo
rige lid mogen met honden bespannen wa
gens op het Openbaar Slachthuis alleen
verblijven, als de eigenaars of geleiders
zorg dragen, dat de bondon zich rustig
houden.
In het laatste geval mogen dc honden
worden afgespannen, mits een na-ar 'het
oordeel van den Directeur geschikte gele
genheid bestaat om ze vast le leggen.
Rijwielen moeten onmiddellijk in dc rij
wiellaods of in de daarvoor bestemde rij
wicl'rekken geplaatst worden.
Het is verboden op het Openbaar
Slachthuis met do zweep to klappen of an
ders clvn zeer langzaam te rijden.
Wagens, motorrijtuigen, rijwielen, bon
den, niet voor slachting bestemde eenhoe
vige dieren, mogen niet op het Openbaar
Slachthuis aanwezig zijn gedurende do
uren, waarin het gesloten is, ienzij met
vergunning van den Directeur en tegen
betaling van liet daarvoor vastgestelcüe
tarief.
Art. 15.
Bij het plaatsen van wagens of motor
rijtuigen in do wagenbergplaats of op
andere plaatsen en bij het af- en aanrijden
moeten do bevelen of voorschriften, door
of vanwege dèn Directeur gegeven, wor
d-en opgevolgd.
Art. 16.
Ieder, die slachtdieren op het terrein
aanvoert, is verplicht daarvan kennis te
geven aan den portier onder opgavo van
den naam van den eigenaar en of het al
dan niet voor do slachting bestemd is.
Voor do slachting bestcmdle slachtdieren
worden door den portier in een register in
geschreven, waarvan eon schriftelijk be
wijs aan den eigenaar wordt verstrekt.
Dit schriftelijk bewijs moet worden over
handigd aan den beambte, belast met do
keuring en het onderzoek vóór de elaoh-
ting, on, voorzoover varkans betreft, aan
den in de varkenshal met do keuring be
lasten beambte of aan don stalknecht.
Do keuring of het onderzoek van slacht
dieren geschiedt niot, dan nadat het daar
voor verschuldigde bedrag op de daarvoor
bestemde plaats is voldaan en het desbe
treffende bewijs aan don mot het oncler-
zook belasten beambte is vertoond gewor
den. De Directeur kan echter toestaan,
dat do keuring vóór do slachting bij var
kens plaats heeft, voordat het verschul
digde slacht- en keurloon is voldaan.
Het is verboden:
a. dieren, welke ziekteverschijnselen ver-
tooneD, in de stallen te plaatsen, voordat
dc keuring vóór de slachting heeft plaats
gehad, tenzij met vergunning van den Di
recteur
- b. de ter slachting bestemde dieren in
de slachthallen to brengen, YOorcïat de
daarvoor verschuldigde slacht- cn keurloo-
nen of onderzoekingsgelden op de daar
voor aangewezen plaats zijn betaald cn
voordat zij voorzien zijn geworden van écn
of meer merken der keuring vóór de slach
ting.
De dieren, bestemd om to worden ge
slacht, moeten na aankomst op het terrein
onmiddellijk in de stallen worden geplaatst
°f. slachthallen worden geslacht, ten
zij zij eerst moeten worden gewogen.
Een bewijs, dat het verschuldigde recht
is betaald, moet vóór het slachten aan den
met de keuring belaste beambte in do
slachthallen of aan den halknecht wor&en
afgegeven.
Niet voor de slachting bestemde dieren
moeten zoo spooeïg mogelijk van het ter
rein worden gevoerd, tenzij de Directeur
goed vindt, dat zij in de stallen worden
geplaatst.
Het is verboden op het Openbaar Slacht
huis aanwezige, voor slachting aangegeven
dieren, weder weg te voeren, zonder voor
kennis, cn voorzoover betreft dieren, be
doeld in het eersto lid van artikel 3 van
'do verordening op den Keuringsdienst van
Vee en Vleesch, zonder toestemming van
den Directeur.
'Art. 17.
Slachtdieren, welke 'door liet Vervoer
zeer vermoeid zijn, mogen niet dadelijk ge
slacht worden, maar moeten Vooraf gedu
rende eenigen tijd, door den Directeur te
t>cpalen, in de stallen uitrusten.
Art. 18.
Het is verboden slachtdieren öp liet
Openbaar Slachthuis aan te voeren of te'
vervoeren a-ndfers dan met inachtneming
van de cjaarvoor door den Directeur ge
geven bevelen.
Art. 19.
Do gemeente is tegenover de personen,
dl 3 van het Openbaar Slachthuis gebruik
maken, voor geen andere schade aanspra
kelijk dan die, welke door schuld of nala
tigheid van het personeel van het Open
baar Slachthuis is veroorzaakt.
Art. 2(k
Allen, die zich op het Openbaar Slacht
huis bevinden of- daarvan gebruik maken,
zijn aansprakelijk voor dc schade door hen,
bun ondergeschikten of hun dieren ver
oorzaakt.
Zij zijn verplicht het door den Directeur
bepaalde bedrag van de toegebrachte scha
de op de eerttê aanmaning en binnen den
bij die aanmatiing bepaalden termijn ten
kantore van dsn Directeur te voldoen.
Art. 21.
Het is hun, die op het Openhaal* Slacht
huis eenig bedrijf uitoefenen of eenigo
werkzaamheden in verband daarmede ver
richten, verboden daar personen in dienst
te haboen zonder vergunning van den Di
recteur en wier nampn, voornamen, ouder
dom geboorte- en woonplaats niet vooraf
ten kantore van den Directeur zijn opge
geven
Bij vorwisseling of ontslag van deze per
sonen moeten de werkgevers daarvan on
middellijk ten kantore van den Directeur
kermis geven. v
Personen, die op het Openbaar Slacht
huis verschijnen, zonder dat te hunnen
opzichte de in het eerste en tweenta lid
bedoelde bepalingen zijn opgevolgd, zijn
verplicht op de eerste aanmaning van den
Directeur het terrein# te verlaten en kun
nen zoo noodig daarvan verwijderd wor
den.
Art. 22.
De Directeur is bevoegd aan hen, die op
het Openbaar Slachthuis eenig bedrijf uit
oefenen en aan de personen, die bij hen
in dienst zijn, den toegang tot die inrich
ting te weigeren.
Hij geeft daarvan onmiddellijk kennis
aan Burgemeester cn Wethouders met op
gaaf van de redenen van weigering voor
ieder persoon afzonderlijk.
Burgemeester en Wethouders rcijn be
voegd aan de in het eerste lid bedoelde
personen den toegang tot het Openbaar
Slachthuis voor bepaalden tijcl te ontzeggen.
Art, 23^
Onvorminderd de bij art. 54 op de over
treding van de "bepalingen dezer verorde
ning gestelde straffen, is de Directeur be
voegd, indien hem dit in het belang van
den diemst gewenscfyt voorkomt, den over
treder van het Openbaar Slachthuis te
verwijdbren.
n.
Bepalingen op hoi. plaatsen van slacht-
dieren in de stallen.
Art. 24.
Het is verboden slachtdieren in de stal
len tel plaatseri zonder de daartoe door of
vanwege deri Directeur gegeven vergun
ning.
Do dieren mogen pp geen andere plaats
'dan op dc aangewezene worden gestald.
Art. 25.
Eenhoevige dieren en runderen, met uit
zondering van kalveren, moeten in de stallen
aan de daarvoor bestemde ringen worden
vastgezet; de eigenaars drageri echter zorg,
dat eenhoevige dieren van oen halster en
runderen van een halster of koptouw voor
zien blfivdn, alles zoo, dat ingeval van
brand do dieren onmiddellijk weggevoerd
kunrien worderi.
Art. 26.
Tenzij de eigenaar het tegendeel ver
langt, worden na aankomst op de' stallen
de ossen, stieren, koeien, graskalveren,
schapen, bokken, geiten, paarden, ezels,
muilezels en muildieren met hooi of gras,
de vette en nuchtere kalveren met zoete
melk, dö varkens met mais of andere gra
nen of van granen afkomstige voedings
middelen. door den Directeur aan te geven,
gevoederd.
Indien slachtdieren langer dan 24 uren
zonder voedsel zijn geweest, worden zij
daarna dagelijks gevoederd, tenzij de eige
naar tijdig verzoekt gedurende de laatste
24 uren onmiddellijk aan de slachting voor
afgaande geen voeder te verstrekken en
hiertegen bij den Directeur geen bezwaar
bestaat.
Eet voederen geschiedt uitsluitend van
wegel de gemeente, tegen betaling van de
daarvoor vastgetelde rechten door deri
eigenaar.
De Directeur kan toestaan, dat den die
ren boveri het gewone rantsoen oog ander
voedsel, door de eigenaars geleverd, Ter-
strekt wordt
De in de' stallen of de- op het terrein
aan hel Openbaar Slachthuis van de slacht
dieren verkregen melk moet ter beschik
king vari de gemeente worden gesteld.
1 Art. 27. - 1 rT~'
Het is verboden dieretf, uit de stallen
weg ter voeren, voordat aan den stalknecht
een bewijs is afgegeven, dat het verschul
digde stalgeld is voldaan. 1
In bijzondere! omstandigheden kan de Di
recteur toestaan, dat de bedwelming ge
schiedt onder toezicht van het personeel
van het Openbaar Slachthuis door of van
wege' den eigenaar van de slachtdieren.
Met inachtneming van de desbetreffende
wettelijke bepalingen mogen voor de be
dwelming slechts worden aangewend toe
stellen, welke door den Directeur zyn aan
gewezen.
Art. 30.
Het is verboden mot het slachten' van
ossen, stieren, koeien, volgens Israëlictische
slachtwijze te beginnen, voordat de dieren
stevig zijn bevestigd aan ringen, welke zich
in dei: vloer der slachthallen bevinden.
Indien de Directeur dit noodig oordeelt,
moeten ook in andere gevallen de slacht
dieren voor de bedwelming aan de daar
voor bestemde ringen worden bevestigd,
tenzij het betreft kalveren/ sohapen, bok
ken en geiten, welke voor de bedwelming,
op de daarvoor bestemde slachtbanken moe
ten worden
1
.-ft V-
Bepalingen betreffende het slachten in de
slachthallen.
,s.0 Art. 28. -
Het is Verboden te slachtetf of eenigo
bazigheid, welke daarmede in Verband staat,
to verrichten op andere plaatsen dan die,
welke daarvoor zijn aangewezen. s j
'Art. 29. 1 >=1
Het is, behoudens het bepaalde in het
tweede lid van dit artikel, aan' anderen dan
het personeel van het Openbaar Slachthuis
Verboden slachtdieren te bedwelmen. J
Art. 31. trf
Het dooden van slachtdieren mag, tenzij
geslacht wordt tegfen het verhoogde tarief,
niet later geschieden dan:
a. wat betreft stieren, ossen, koeien, paar
den, muildieren, muilezels etn ezels, D/t uur
vóór de sluiting van het Openbaar Slacht
huis;
b. wat betreft kalveren, varkens, schapen,
bokken en geiten, uur vóór die sluiting.
Art. 32.
Onverminderd hetgeen to dien opzichte
krachtens dc Ylecschkeurmgswet 1919, Stbl.
524, is bepaald, is hij, die slacht, verplicht
zorg te dragen, dat het van de slachtdieren
afkomstige bloed wordt gestort in de hier
voor bestemde bakken, tenzij het door of
vanwege den eigenaar onmiddellijk na af
loop van de keuring in goed gesloten, water
dichte, bussen of vaten wordt weggevoerd.
Ai t. 33.
Het is verboden de aan het Openbaar
Slachthuis toebehoorendo, in de lokalen ten
behoeve van het slachten aanwezige, gereed
6chappen
a. tot andere doeleinden te gebruiken
dan waartoe zij bestemd zijn;
b. op ruwe manier te gebruiken;
c. mede te nemen buiten do lokalen, waar
in zij ten behoeve van heb gebruik, aanwe
zig waren
Art. 34.
'Gereedschappen, door lien, die op het
Openbaar Slachthuis dieren slachten, ten
behoeve daarvan medegebracht, moeten
zoo gemerkt zijn, dat steeds duidelijk blijkt
wie de eigenaar is.
Na afloop van het slachten moeten deze
gereedschappen óf onmiddellijk van het
Openbaar Slachthuis worden weggevoerd,
óf onmiddellijk worden opgeborgen in kas
ten in heb slagersgezellenlokaal, in beide
gevallen na voorafgaande reiniging ten
genoegen, van den Directeur.
Art. 35.
Hij, die slacht, is verplicht bij het ont
dekken vain ziekelijke veranderingen of
zwangerschap bij het dier, daarvan onmid
dellijk kennis te geven aan den met de keu
ring belasten ambtenaar en diens aanwij
zingen te dier zake op te volgen.
m 'Art. 30.
Terwijl dc met dc keuring belaste.ambte-
naar vóór of tijdens de slachting an Iers
bepaalt, "moeten maag en darmen van hun
inhoud worden ontdaan.
Behoudens het bepaalde in het vorige lid
draagt hij, die slacht, zorg, dat maag en
darmen met het daaraan, verbonden darrn-
scheil ongeopend onmiddellijk naar dc darm
wasscherij worden gebracht.
Dit geldt niet voor maag en darmen der
nuchtere kalveren en paarden.
Uit de darmwasscherij worden de vier
magen der herkauwende dieren naar het
mestlokaal gebracht, aldaar boven de
trechters geopend, van hun inhoud ontdaan
en in hetzelfde lokaal gereinigd.
Het ledigen en reinigen der magen van
varkens en van de darmen van alle slacht
dieren, behalve van paaerden, mag ner
gens anders geschieden dan in de darm
wasscherij.
Maag en darmen van paarden worden in
de slachthal voor paarden geledigd en ge
reinigd.
De inhoud der magen van niet-herkau-
wende dieren en de inhoud der darmen
wordt uitgestort in daarvoor bestemde bak
ken en later in de trechters van het mest
lokaal, overeenkomstig de bevelen van den
Directeur.
Het darmscheil moet vanuit dc darm
wasscherij in de slachthallen teruggebracht
worden en in de onmiddellijke nabijheid
van het dier, waartoo het behoort, aan de
daarvoor bestemde haken worden opgehan
gen of op een sche~Ütafel worden neergelegd
totdat do'keuring is afgeloopen.
In de darmwasscherij mag ieder gèbrui-
"Icer slechts over de hem door of namens
den Directeur aangewezen plaatsruimte be
schikken.
Het is verboden ingewanden van slacht
dieren van heb terrein weg te voeren, an
ders dan voldoende gereinigd, ter beoor-
decliDg van den Directeur,
Art. 37.
Ingeval Het 'slachten (geschiedt in de
slachthal voor ziek vee, is hij, dio het dier
slacht, verplicht zich geheel naar do door
of namens den Directeur to geven bijzon
dere aanwijzingen te gedragen, behoudens
het bepaalde bij de artikelen 7 tot en met
15 van het Koninklijk Besluit van 5 Juni
1920, St.bl. 285.
'Art. 38.
Het is verboden, hetzij in do slaohthallen^
Hetzij in andere lokalen, maag- of ibrmin-
Loud op den grond to worpen of dezen in an-,
dcro dan de daarvoor bestemde voorweiycü
op to vangen.
Zy, die do dieren gcslaolit hebben, dragoa
zorg, dat do onreine stoffen, a Is gevolg van
iiet slachten aanwezig, onmiddellijk naar do
dooi* den Directeur aangewezen plaats wor-.
den gevoerd.
Zij dragen tevens zorg, dat de huiden, met
uitzondering van diie der varkens, onmiddel
lijk na de keuring uit dc slachtlokalen builen
het Openbaar Slaohthuis worden gebracht,
tenzij liet onderzoek een langer verblijven
mocht eisohon.
Hij, diio slacht, draagt zorg, dat ziekelijk
veranderde of met meet of smetstof bezco-
deldo organen of deelen zoodanig woTden op
gehangen of bewaard1, dat zij niet in aanra*
king komen met ander vlcesch.
Art, 39.
Dc eigenaars van geslacht© dieren zijn ver
plicht ingewanden, zoomede do koppen, met
uitzondering van die dor varkens cn van die,
welke iii het koelhuis bewaard zullen wor
den, uierhelfteji, voor zoover die losgesneden
zijn van den romp, onderste uiteinden van
ledematen en klauwen terstond na afloop
van het slachten en van do keuring van het
Openbaar Slachthuis weg te voeren of te dóen
wegvoeren.
Het is, behoudens het bepaalde in het der-
do lid van dit artikel, verboden het overigo
vleeaoli langer dan tot das morgens 9 uur
van den werkdag, volgende op dien, waarop
geslacht is, in do slachthallen te doen ver
blijven.
Indien dc ruimt© en de atmosfeer in de
slachthallen zulks toelaten, kan dc Directeur
toestaan, dat liet in het vorige lid bedoelde
vleesch langer dan den aldaar genoom den
tijd in d'e slachthallen verblijft, togen beta
ling van do daarvoor ingevolge de verorde
ning xogelendo do heffing van belastingen
voor het gehruiifk van het Openbaar Slacht
huis verschuldigde belasting.
'Art. 40.
Ioder, dio op het Openbaar Slaohthuis die
ren slacht of doet slachten, is verplicht do
door of vocht liem geslachte dieren terstomf
op elk vierendeel van den romp en op allo
andere deelen, welke daarvoor in aanmerking
komen, van een dooir dón Directeur goedge
keurd naamstempel to voorzien, hetwelk op
duidelijk loedbaro wijzo don naam van den
eigenaar bevat.
'Art. 41.
D© plaatsen in het Openbaar Slachthuid
voor het slachten gebezigd, do slachtbanken
en ander© .gereedschappen, daarbij gebruikt,
de gebruikte ruimten dn ponsorij en darm-
wasööherJj mesten door of vanwege dó ge
bruikers dadelijk na het gebruik ten gen oer1
gen van dón Directeur gereinigd worden.
IY.
Bepalingen betreffende hot koelhuis eu' het
voorkcelhuis.
Art. 42.
IVan het koelhuis en het voorkoclhuis mag
alleen gebruik gemaakt worden door perso-^
nen, die do daarvoor verschuldigde xochten
hebben betaald.
Do verdeeling dor aanwezige koelruimte
geschiedt door den Dlrectouir. Indien de om
standigheden dit noodzakelijk maken, kan
één koelcel aan twee personen ten gebruike
worden gegeven. De in kct-koclhuis beschik
bare koelcellen worden in do eersto plaats
ton gebruiko afgestaan aan de personen, die
op het Openbaar Slachthuis hun bedrijf uit
oefenen.
Aan anderen dan hen, die een of meer koeL
cellen in gebruik gekregen hebben, of hun'
ondergeschikten, is do toegang tot hot koel
huis cn voorkoclhuis verboden.
'Art. 43. 1
Dc Directeur ais bevoegd, in don lóóp deil
koclperiodo aan een gebruiker het vendoro
gebruik van koelhuis cn vootrkoelhuiis te ont
zeggen, indien deze of zijn ondergeschikten
zich bij herhaling aan overtreding dór voor
schriften schuldig maakt of maken.
De gebruiker van het koelhuis verliest dó
beschikking over dó door hoon gebruiktol
ruimte, Indien hij ten opzichte dor betaling!
van het'Torsehuldligdo recht in gebreke blijft.
Art. 44.
Indien te'en koelcel aan twee personen;
ten gebruike wordt gegeven, "ia ieder van
Hen aansprakelijk voor het nakomen der ten
aanzien van het koelhuis en van het voor
koelhuis bij deze verordening gegeven
voorschriften.
Het is den gebruikers verboden ruimte
een er koelcel aan derden to verhuren o£ a£
to staan op verbeurte van het recht van
gebruik.
Gebruikers van koelcellen dragen zorg,
dat geen vleesch van hen, die geen ver
gunning tot het gebruik van hot koelhuis
verkregen 'hebben, in hun koelcellen aan
wezig zij. j 1
Art. 45. j
Behouderis het bepaalde in het derde en
vrjfdo lid van dit artikel, mag ia het koel
huis en het voorkoelhuis alleen bewaard
worden verseh vleesch, met uitzondering
van koppen, behalve dis van .varken3, en
borst- en buikingewanden en onderuitein-
deu van ledematen, tenzij met toestemming
van den Directeur.
De toestand van het in hot koelhuis
en het voorkoelhuis te bewaren vlessch
moet. tor beoordeeling van den Directeur,
zoodanig zijn, dat hot de: atmosfeer aldaar
niet verontreinigt. 1
Het is verboden iri het koelhuis of voor
koelhuis vleeschwaron te bewaren, tenzij
met vergunning van den Directeur, die be
voegd is deze te allen tijde in to trekkend
l)e Directeur is bevoegd beschikbare
koelruimte' tegen betaling van de daar
voor verschuldigde' rechten ten gebruik*
af te staan, voor Het bewaren van ander*,
artikelen dan vleesch .of vlfjeschwarei^