No. 19208. LEIDSCH DAGBLAD Dinsdag 17 October. Tweede Blad. Anno 1922 Gemeenteraad van Leiden FEUILLETON UIT DE OMSTREKEN. (Vervolg van gisternamicldag.) 27o. Verzoek van den Burgemeester in zake de regeling zijner jaarwedde. Hierbij is het voorstel-Van Eek, lui- Raad van Leiden, overwegende, dat het gewensckt is om de traktementen van hoogbezoldigde ambtenaren te verlagen, ten%inde daardoor te voorkomen, dat de jaarwedden en loonen van het lagere over heidspersoneel ten gevolge van den groo- ten zuinigheidsaandrang vermindering on dergaan; besluit het College van Gedep. Stalen van Zuid-Holland te verzoeken om ingevolge den wensch van den Burge meester van Leiden diens bezoldiging met ingang van 1 Januari 1923 met f2000 te verlagen en dus vast te stellen op f 10,000 's jaars. De VOORZITTER meent, dat de raad de gelegenheid moet hebben het verzoek van'den burgemeester aan te nemen son cl er meei en B. en W. doen daartoe een voor ste! in dezen geest. Dp heer VAN ECK heeft met gemeng de gevoelens kennis van het verzoek ge nomen Aan de eene zijde is het sympathiek. De burgemeester behoort tot de partijen, die thans den mond vol hebben over be zuiniging waarop hij nu niet verder zal ingaan wachtend tot de begrooting. Dus vindt hij het te prijzen, dab de bur gemeester daarmee hier een voorbeeld geeft. Hij weet wel, dat de burgemeester middelen heeft van zichzelf, een klein ge zin enz., maar omgekeerd zouden in zijn posïte1* velen niet daartoe overgaan. Aar. den anderen kant is er echter een gevaarlijke en onsympathieke zijde. Het kan ook de bedoeling zijn geweest, dit als .'oor beeld te stellen in het algemeen, d. w. z.: er moet vermindering komen van salaris. Ik geef het voorbeeld, dat moet worden nagevolgd. Er is reden om dit te vermoe den. spr. citeert eenige passages. Is dat da bedoeling, dan staat spr. heel anders tegenover de zaak. Het is niet hetzelfde te!besnoeien op hooge traktementen, waar ij';; genoeg overblijft, of op loonen, waar '.♦et afkan. Dit is er ook uit te lezen, al is giet misschien niet de bedoeling. k het rapport-Raaymakers leest spr., dat bet tractement van den burgemeester is bepaald op f 11,000, dus £1000 lager, terwij. het werkliedenloon bedraagt £34 of f 7 hooger Banneer de bedoeling is om het daar heen te sturen: wjj zullen een flink stuk afknippen van de hoogere loonen om aldus ook te tornen aan de loonen, die niets kunnen missen, dan zou het gevaarlek zijn. Beter lijkt hem om van de hoogere trak tementen stukken af te nemen, om te sparen wie niet missen kan. Zoo zyn wij er voor, aldus spr. Wij meenen, dat f 10,000 nog genoeg is, zelfs te veel, maar f 12,000 was nu eenmaal vastgesteld. Gezien den waaïenden wind in regee- ringskringen, wil spr. alleen meegaan daar om. wanneer het zoo wordt uitgelegd als hij heeft aangegeven en zooals wellicht ook de burgemeester heeft bedoeld, al is ook het andere er uit te lezen. Hij vraagt of het niet gewoonte is een voorstel van een raadslid 'in druk te zen den aan de raadsleden. Dat heeft met zijn voorstel niet plaats gehad. Waarom niet? 't Maakt wel niet veel uit, practisch, maar het heeft hem toch getroffen. K)e heer MEYNEN zal gaarne voor het voor.stei stemmen van .B en W. lint uitgangspunt van den burgemeester is do werkelijke toestand, waarin wy ver- ■tkeeren Hij ziet de malaise, de werkloos heid. ziet, dat onze bronnen van volkswel vaart niet meer vloeien, dat het nationale vermogen vermindert, de ontwrichting toe neemt. dat de belastingdruk al te zwaar is, de Nederl. gulden gevaar loopt als de Duitsche Mark enz. (Geroep: ho, hol). »De burgemeester zoekt nu naar een uit weg Verschillende factoren gullen moeten meewerken. Op een vestigt de burgemeester de aandacht: aanzienlijke vermindering van belastingdruk, waarvoor noodig is bezui niging, die moet komen uit de lengte en uit de breedte, waaraan allen moeten mee werken. Het is de innige overtuiging van den burgemeester, dat de huishouding, zoo wel de openbare als de particuliere, beperkt moet worden. En hij wijst niet alleen den weg, ipaar hij komt ook tot een daad. Niet alleen dat hij f2000 storten wil ai is het al veel, alleen zou dit toch falen de daad heeft' diepere oeteekenis: allen moeten meewerken en daarvoor wijst de burgemeester den weg, opgevende, waarop allen prjjs stellen. De burgemeester doet dit uit plicht en liefde voor de ingezetenen. Hopen we, dat de raad respect hebbe voor de daad van zijn voorzitter 't Is moer gezien, dat een klooke daad, uit eigen initiatief verricht, tot groote, heilzame dingen heeft geleid en een uitweg heeft gewezen uit moeilijkheden. Spr. hoopt, dal de raad dit ver zoek daarom zal inwilligen. De heer HEEMSKERK wil molivoeren, waar om hij togen het voorstel van B. en W. zal stemmen. Ook hij acht hot verzoek van den bur- gemeosler zeer hoog in voorbeeld en daad, maar hij kan den wensch niet gelukkig noemen, waar hij daarin ziet een persoonlijk element. Met des burgemcester's salaris wil spr. al- leon rekening houden, met wat den burgemees ter als zoodanig toekomt, niet met den persoon: Destijds heeft hij f 12.000 niet te hoog geoordeeld en dat standpunt neemt hij nog in. Hoe hoog ook de daad van den burgemeester respcctec- rond kan hij dit standpunt niet verlaten, f 12.000 niet te hoog oordeolend voor een bur gemeester van Leiden. Men moet ook rekening houden met eventucole opvolging. Redenen om van het bedrag af te wijken ziot spr. niet. Men kan wel donkere toestanden voor zich halen, maar moet daarom reeds op het burgemeester- salaris worden beknibbeld? De heer v. Eek heeft als bijkomstigheden op gesomd eigen middelen en een klein gezin, maar daarmede mag z.i. "geen rekening worden ge houden. Hoe nobel het verzoek van den burge meester dan moge zijn, het lijkt hem het best niet er op in te gaan, ook gelet op de giften en gaven enz. van hot ambt. WaA de motie van den heer v. Eek betreft, deze is voor hem onduidelijk. Welke ambtena- re<n bedoelt de heer v. Eek? Met zoo'n voorstel in algemeenon zin bereikt men niets. Dan zou men moeten vaststellen de grenzen, wat wel licht afvloeiing tengevolge zou hebben van per soneel naar elders, waar niet werd verlaagd. De heer EERDMANS wil beginnen met waar- doering te uiten voor het verzoek van den bur gemeester, maar spr. kan toch niet ontkennen, ook met gemengde gevoelens het verzoek te hebben ontvangen. Veel is hij eons met den heer Heemskerk. Het burgemeester-ambt moot alleen daarnaar bezoldigd worden en dan is f 12.000 heusoh niet te veel In de stelling van den heer v Eek kan hij eidh niet plaatsen, die tegen de cijfers aanziet zonder meer. Ook voor de bezuiniging heeft dit voorstel een bodenkelijken kant. Het eenige, dat dan baat zou kunnen geven, is algemeene terugbrenging van het salarispeil b.v. tot dat van voor den oorlog. (Vele interrupties van de S. D. A. P.) Dat zal echter wel niet mogelijk worden ge acht noch geheel noch gedeeltelijk om de be- grooting weer tc maken als vroeger. Wordt er gedeeltelijk verlaagd op de salarissen, dan wordt do begrooting niet voldoende ontlast, maar wie onzen staat van gemeente-salarissen nagaat, zal moeite hebben daar salarissen te vinden, die buitensporig zijn, ook niet bij enkele hoogere tractomenten. Bozuiniging moet komen langs een anderen weg, n.l. hetzelfde werk te doen door vereenvoudiging van administratie etc. met minder krachten, die echter goed be taald moeien worden, anders- kweekt men on verschilligheid en erger. DaL is moeilijk in de praclijk te brengen, maar do weg naar zoo'n versoberden dienst zal moeten worden inge- Do heer DÜBBELDEMAN: Wie heeft dit wanbeheer gebracht. Do heer EERDMANS: Dit is langzamerhand gegroeid, daaraan durfde niemand zich ont trekken. Spr. voelt daarom groote lust mee te gaan met de togonstanders. Mevrouw v. ITALLIE meent dat er ver warring heerscht, gehoord hetgeen reeds is gezegd. Spr. meent dat de grootere her senen der heeren de zaak te hoog hebben opgedreven en haar kleinere hersens zul len trachten daarop te doen 'terugkomen. Zeker, de burgemeester bedDelt gcd voor beeld, maar volgens haar in dc eerste plaats een zedelijk, een ethisch, een so ciaal voorbeeld, dat iedereen volgen kan, Naar het Engc-lsch van EMILY BRONTE. Dcor W. A. a VAN STR1EN. 61) Hoewel ik geen inlichtingen wou geven, ontdekte hij door een van do. andere dienstbod en zoowel haar wc-onplaats a!s het bestaan van bet kind. Toch viel hij haar niet lastig: ik denk, dat zij deze ver draagzaamheid aan zijn afkeer te danken had. Hij vroeg mij cJ'.kwijl's over het kind aks hij mij zag, en toen hij den naam hoor de, laohU hij grimmig en merkte op „Zij verlangen, dat ik er ook een afkeer van heb, nietwaar?" 9 „Ik denk niet, dat zij verlangen, dat u er iets van weet," antwoordde ik. „Maai ik wil het hebben," zei hij, „als ik het noodig heb. Daarop mogen zij reke nen Gelukkig stieit zijn moeder vóór dien tijd kwam ongeveer dertien jaar na het over lijden var. Catharina. toen Linton twaaif jaar was of iets ouder. Op den dag, die op Isabella's onverwacht bezoek volgde, had ik geen gelegenheid om met mijn meester te sprekenhij ver meed den omgang en was niet geschikt oon over det3 te spreken. Toen ik liera tot luis teren kon krijgen, zag ik, dat het hem ge- Jnoegen deed, dat zijn zuster haar echtgc- .noot verlaten had, dien hij verafschuwde met een hevigheid, die de zachtheid van «ijn natuur ternauwernood scheen toe te laten. Zóó diep en gevoelig was zijn afkeer dat hij wel oppaste óm ergens heen te gaan waar het. waarschijnlijk was, dat hij Heathcliff zien zou of van hem hooren. Verdriet en dat er bij veranderden hem in een volkomen kluizenaar hij legde zijn ambt van magistraat neer, hield zelfs op naar de kerk te gaan, vermeed het dorp bij alle gelegenheden, en leidde een leven van volkomen afzorfdcring binnen dc gren zen van zijn park en gronden, dit alleen werd afgewist ld door eenzame zwerftoch ten over de hei en bezoeken aan het graf van zijn vrouw, meestal 's avonds of vroeg in den mo-rgen vóór andere wandelaars op cDn weg waren. Maar hij was te goed, om lang volkomen ongelukkig te ziju. Hij bad niet, dat Catha- rina's ziel hem mocht komen verontrus ten. De tijd bracht berusting en een wee moed, dio lieflijker is dan gewone vreugde. Hij bleef zich haar herinneren met vu rige, teedere liefde, en hoopvol verlangen naar ccn betere wereld, waarheen hij niet twijfelde, dat zij gegaan was. En hij had ook aardschen troost en ge negenheden. Gedurende enkele dagen, zei ik, scheen hij niet te letten op de zwakke opvolgster van de vertrokkene; die koel- heid smolt zoo snel als sneeuw in April, en vóór het kleine ding een woord kon sta melen of een stap waggelen, zwaaide het in zijn hart den schepter van een despoot. Het werd Catharina genoemd, maar hij noemde het nooit bij den vollen naam, ge lijk hij dc eerste Catharina nooit met een afkorting genoemd had, waarschijnlijk, om dat Heathcliff de gewoonte had om dat te doen. De kleine heette altijd Cathy; het was voor hem een onderscheiding van da moeder, en toch een baDd met haar; en zelfs iemand met een klein inkomen. Het geweien moet antwoord geven op deze ge wetensdaad van den burgemeester. Zoo beschouwend vervalt de nachtmerrie vin den heer Van Eek, die juist een ge vaar heeft ingehaald ol. cïat van alge meene loonsverlaging door caarop te wij zen. De logische consequentie is voor haar dus te stemmen voor het voorstel van B. en W. tegen dat van den beer v. Eek. De heer SIJTSMA verklaart dat toen in 1920 het salaris van den burgemeester werd verhoogd, hij daartegen was en waar de omstandigheden in'ieder geval liet zijn toegespitst, zul 'lij voor het voorste' 'an B en. W. stemmen, zonder meer. Met het voorstel-v. Eek kan hij zich hee lehiaal niet vereenigen. Deze v/«l no alvast "•astleggen het verlagen van 'ie honrere salarissen en daaraan wil spr. niet, te meer niet, waar geen grens is getrokken cn dus niets is te voorzien. De heer v. STRALEN vindt de daad van den burgemeester verkeerd, met alle waar deerirg gesproken De vorm acht hij Toch ongelukkig. Het eerste gevaar is toch, dat bij hot publick de indruk wordt gevestigd dat de malaise een gevolg is der hoogere salarissen, een indruk, die er toch al ge noeg is, helaas. Er had toch een andere weg openge staan. Hoogstwaarschijnlijk znRen Gerl. Staten het besluit niet. goedkeuren, zie naar Boskoop. Had de burgemeester, die tocli op de hoogte is daarom geen anderen weg kunnen inslaan? De burgemeester wilde een persoonlijk bewijs van versobe ring en bezuiniging geven, welnu had hij niet beter gedaan het bedrag, dat hij meen de te kunnen missen, af te staan aan de rremeentekas Z.i was. dit veel mooier ge weest, want zoo was d" «nlariskwcsMs niet mnerproord. Eerst zijn de loonen vcrbo~" achter de nrijssstii'dnir aan, nu wil men de omgekeerde volgorde? In zekeren zin is hij het eons met mevr. v. Itallie, ziende in dezg daad van den burgemeester een gewetensdaad. Maar zoo wordt nog niet gekomen aan de kringen, die zich in de oorlogsjaren hebben verrijkt, en zich nor verrijken en zich overgaven aan we el deuit spattingen, menschcn, die geen geweten hebben. Daarom acht hij dezen weg verkeerd. De heer SANDERS kan zich geheel aan sluiten bij den heer Heemskerkf 12000 voor het burgemeesterschap van Leiden, acht 1 ij ©en salaris, dat het ambt toekomt. Dit ook met het oog op opvolgers van den huldigen drager. De heer "VAN ECK: Keus genoeg.. De heer F. ELKERBOUT meent, dat op het verzoek van den burgemeester moet worden ingegaan als aansporing voor Ged. Staten om eens na te gaan of ook elders de burgemeesterssalarissen niet zijn te bren gen op gelijkwaardig peil. Men heeft hier toch. niet direct een alge meene salarisverlaging aan te verbinden. Is zoo iets van B. en W. wel te verwach ten? Daarom wil hij zich niet binden te voren, v als de heer Van Eek wil. Komt later een voorstel, dan kan men nog zien en het naar de beteek enis beoordeel en. De heer WILMER meent, dat, objectief gesproken, vast staat, dat de burgemeester iets doet, wat ieder op prijs móet stellen; hij geeft vrijwillig een recht prijs, ten voor beeld aan allen. Iets geheel anders zou het zijn, wanneer de burgemeester niet zelf daarmee kwam f 12,000 acht hij toch ook niet te hoog, maar nu de burgemeester zelf het verzoek doet, durft hij niet weigeren. Hij beschouwt het voorbeeld van den burgemeester niet als een precedent voor verdere loonsverlaging cn daarom zal hij stemmen tegen de motie van Eek. e De heer WILBRINK wil ziju waardeering en sympathie uitspreken voor de daad van den burgemeester. Hij is een voorstander van bezuiniging en wil het daartoe komen, dan zal men ook dc hoogere inkomens moe ten aantasten. Geenszins zal men direct aan de lagere willen komen, dat wil z. i. ook dc burgemeester niet Dat komt eerst in de laatste plaats. I zijn gehechtheid lcwarn voort uit de betrek king, waarin het kind tot haar stond, veel meer dan uit het feit, dat het zijn eigen kind was. Ik placht een vergelijking te maken tus- schen hem en Hindley Earnshaw, en dc kluts kwijt te raken, als ik mezelf trachtte uit te leggen, waarom hun gedrag in gelijke omstandigheden zoo verschillend was. Zij waren beiden liefhebbende echtgenooten geweest en waren beiden aan hun kinderen gehecht; en ik kón niet inzien, waarom zij niet beiden denzelfdcn weg hadden, kunnen nemen ten goede of ten kwade. Maar. ik dacht bij me zelf, dat Hindley die schijn baar een sterker hoofd had, zich droevig als de zwakste had laten kennen. Toen zijn schip strandde, verliet de kapitein ziju post en het scheepsvolk ,in plaats, dat het tracht te het te redden, verviel tot oproer en ver warring en liet zoodoende geen hoop over voor hun ongelukkig vaartuig. Linton daar entegen spreidde den waren moed van een eerlijke en trouwe ziel ten toon; hij ver trouwde op God; en God vertroostte hem. De een hoopte en de ander wanhoopte; zij kozen hun eigen lot en werden rechtvaar dig veroordeeld, om het ook te dragen. Maar u verlangt mij niet te hooren mora- liseeren, mr. Lockwood; u zult evengoed als ik dat kan al deze dingen beoordeelen; ten minste u zult denkon, dat u dat kunt, en dat is hetzelfde. Het einde van Earnshaw was, wat ver wacht had kunnen worden; het volgde snel op dat van zijn zuster, er lagen nauwelijks zes maanden tusschn hen in. Wij, op de Grange, kregen nooit een 'omstandig relaas van zijn toestand, die er aan vooraf ging; al wat ik vernam^ hoorde ik ter gelegeni Met de motie van den heer Van Eek kan spr. niet meegaanmisschien zal zelfs een algemeene verlaging niet zijn te keeren. De heer KNUTTEL is natuurlijk voor ver laging van het burgemeester-salaris; liefst zou hij nog wat lager gaan, al zal hij geen voorstel doen, wat noodelooze geurmaker ij zou zijn. Het toppunt van byzantinisme zou zijn verwerping! Maar het is hem niet onverschillig hoe de verlaging er komt en daarom is hij niet voor dezen verlagings- vorm. Bedoeld is thans: een voorbeeld te geven tot algemeene loonsverlaging, waar op hij den heer Wilmer nader wijst, wan neer deze bij interruptie twijfel daaraan oppert; niet wordt het salaris verlaagd on der drang der arbeidersklasse, zooals ge- wenscht zou zijn. Spr. is dan ook overtuigd, dat dit voor beeld is bedoeld als hij heeft aangegeven, en dat er plannen in die richting zullen komen. Hij zal voorstemmen, maar alleen, om de verlaging zelf. Hij hoopt overigens, dat de Leidsche arbeiders van drang zullen getuigen. Hij ^al ook voor het voorstel-Van Eek stemmen. Wethouder PERA wijst er op, hoe men soms niet het gevoel maar het verstand moet laten spreken dit erkent ook „Het Volk". Deze wenk had de Leidsche S. D. A. P. ter harte moeten nemen. Spr. komt op tegen het persoonlijk cachet, dat de heer TIeen. kerk op des burgemeesters daad wil drukken. Integendeel gaat de bedoe ling van den burgemeester veel dieper. Do heer Heemskerk ontkent eenvoudig de hui dige toestauden, evenals de heer Eerdmnns, die er komen wil door vermindering van per soneel. Dit idee is zeker sympathiek, maar komt men met meer werk, direct begint men te schreeuwen en past er voor. Het is deze weerzin der ambtenaren om ccn groot deel, die dit absoluut tegenwerkt. Dat Boskoop niet de goedkeuring heeft ge kregen, laten wij daarmee geen rekening houden. In deze daad ligt toch een groote waarde. De VOORZITTER wijst er op, hoe het college in grootste meerderheid is voor aan nemen. Alleen hij neemt een ander standpunt in. Natuurlijk doet hij niet onder voor waar deering, etc., maar dit ontslaat hem niet ob jectief het verzoek te beoordeelen. Hoezeer het hem spijt tegen zoo'n weldoordacht ver hij kan niet anders, en wel op de gronden van hij kan niet anders, en wil op de gronden van de hoeren Heemskerk cn Eerdmans. Wanneer men zich afvraagthet. komt den burge meester van Leiden toe, dan is zeker f 32,000 niet te veel. Daarbij komt dat er door Ged. Staten zekere uniformiteit is gebracht in de salarissen der burgemeesters en nu kan spr. niet inzien waarom alleen voor Leiden ver laagd moet worden. Misschien zal het eens tot verlaging moeten komen, maar dan over de geheele linie. Dit ook met het oog op een mogelijke vacature in de toekomst. Het per soonlijk clement is z.i. teveel in de zaak ge bracht, tc weinig is gelet op de kwestie zelf. Ged. Staten zullen bij aannemen in een moeilijk parket komen. Eensdeels zal men willen bezuinigen, maar anderdeels wordt de heele rogeling in gevaar gebracht met alle gevolgen. Dc heer v. Eek vraagt waarom zijn voorstel niet in druk is rondgezonden. Daarvoor was geen tijd meer. Wat het voorstel-v. Eek zelf betreft, hij hoopt, dat het zal worden verworpen. Het lijkt hem meer passend het verzoek van de burgemeester aan te nomen of te verwerpen, zonder eenige bijvoeging, die do burgemees ter ook niet bedoelde. Spr. kan den gedaolitengaug van den hoor v. Eek begrijpen, die om het voorstel wil stemmen, maar los van dc toelichting, en daarom had deze hetzelfde kunnen bereiken door eenvoudig im een verklaring te zeggen, nat z.i. geen verdere verlaging wensohelijk is. Komt dit voorstel-v. Eek bij Ged. Staten, dan zullen deze vragen Is Leiden dan iets zqodanigs van plan En blykt van niet, dan zullen deze de schouders ophalen. Hij raadt den lieer v. Eok alsnog tc handelen in dezen geest. Het speet spr., dat de heer Van Stralen eenigszins reet heeft geworpen in het eten door te insinuceren, alsof de burgemeester heid, dat ik ging helpen bij de toebereid selen voor de begrafenis. Mr. Kenneth kwam de gebeurtenis aan mijn meester be richt, ep. „Wel, Nelly", zei hij, terwijl hij op een morgen den hof binnen reed, te vroeg, om mij niet terstond met een voorgevoel van slecht nieuws te verontrusten, „nu is het jouw en mijn beurt om in den rouw te gaan. Wie denk je, dat ons nu ontloo- peu is V' „Wie?" vroeg ik gejaagd. „Wel, gis eens!" antwoordde hij, terwijl hij afsteeg en zijn teugel om een haak bij de deur wond. „En pak den hoek van je schort opik weet zeker, dat je hem noodig hebt". „Toch stellig mr. Heathcliff niet riep ik uit. „Wat! Zou je om hem kunnen schreien zei de dokter. „Neen, Heathcliff is een taaie jonge ke rel; en ziet er tegenwoordig bloeiend uit ik heb hem zoo juist gpzien. Hij komt snel weer in het vleesch sedert hij zijn be tere helft verloren heeft". „Wie is het dan, mr. Kenneth?" her haalde ik ongeduldig. „Hindley Earnshaw! Je oude vriend Hind ley", antwoordde hij, „en mijn slecht peet kind; hoewel hij al dien tijd te wild voor mij geweest is. Daar, zei ik niet, dat wo waterlanders zouden krijgen Maar monter op! Hij stierf aan zichzelf getrouw, zoo dronken als een kartouw. Arme jongen Mij spijt het ook. Men kan het niet helpen dat men een ouden makker mist, al had hij ook de ergste streken, die een mensch ooit verzoD en heeft hij mij menige schurkach tige poets gebakken. Het schijnt, dat hij weet dat Ged. Staten het verzoek zouden ver werpen. De heer VAN STRALEN Dat. heb ik uiet bedoeld. De VOORZITTER Dat is gelukkig, want de burgemeester is voor zoo Iets veel te eer lijk, dit zal iedere party toch zeker moeten erkennen. Op de manier van den heer v. Stralen zou de burgemeester zyn 'do^l niet bereiken, dat te hoog staat om naar beneden te worden gehaald, al kan hij er dan niet met meegaan. De heer v. ECK z.egt, dat alleen zijn be doeling is geweest een mogelijk gevaar af te wenden. Los van de toelichting kan hy het \erzoek niet beschouwen en verwerpt men zijn toevoeging, dan zal zijn fractie niet voor kinnen stemmen. Een gevaar haalt ge binnen, worJt gezegd, maar hij acht het gevaar van aandrang van bóvi af, tot verlagiug, zoo groot dat moD e.i. dit moet meenemen. Denk b v. occk aio salarisverlaging door betaling van pensioen premies. Niet heeft by willen laten uitkomen welke salarissen verlaagd moeten worden, maar in ieder geval wil hij de lagere, de z.g. hongcrloozen vrijwaren voor icderen aanslag. Hoe zoo de malaise te overwinnen zou zyn, ziet hij niet in. De heer KNUTTEL wil wel zeggen, dat de arbeiders geen prijs stellen op de z.g. ropre- senlntio-gelden, die zi. ook niet zoo hoog zijn In het stille Leiden. Met liet oog op een vaca ture voelt hij ook niets voor behoud van f 12.000 want voor veel minder zou z.i. wel uit arbei derskringen thans reods iemand ziju te vinden Voor f 6000 kan men thans z i een goede kracht krijgen in iedere positie. Hij gaat niet meo met het denkbeeld v. Eek om togen te stemmen wanneer diens voorstel wordt verworpen Geen enkele verlaging der hoogere loonen mag men z.i. laten glippen. In een z.g precedent scheppen ziel hij niet zooveel gevaar, dit hangt tozijnertyd immers toch af van de dan bestaando machtsverhoudingen wan neer een voorstel tot verlaging binncnkontl Do lieer v. STRALEN wil nog even nadruk kelijk don indruk wegnemen, alsof hij den bur gemeester oen oneerlijke bedoeling wilde toe denken. Het voorstel v. Eek wordt verworpen met 21 tegen 8 stemmon. Voor do S. D. A. P. en do heer Knuttel. Hot voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 1811 stemmen. Togen de S. D. A. P. en de hoeren Sanders, Hoomskerk. Eerdmans en v. d. Lip Rondvraag. De heer v. HAMEL vraagt naar den stand van zaken betreffende het verzoek van de be woners van Rijn en Schiekade ovor het maken van eon brug tegenover dc Groenhoven straat. Antwoord: Spoedig is praeadvios to waohlen.. De heer v. STRALEN vraagt hoe het staat mot productieve arbeid voor werklQozen, waar over -4 maanden geleden al een adres is inge zonden. Kan dït niot tegelijk behandeld worden met de steunregeling Antwoord: Wij zullen ons best doen. Vordor vraagt de hoor v. STRALEN of waar is dat bij do brandweer een conlinu-dienst in voorboroiding is met verlenging van werktij den, enz. Antwoord: Volgende zitting zal een antwoord worden gogeven. Do heer OOSTDAM vraagt of hel Raam]and toch nog niet te krijgen is voor speelterrein. Antwoord: B. cn W. zullen hel nog eens over wogen, al hebben God. Slaton hot geweigerd op gronden, door wethouder Pera nader ontvouwd. Hierna sluiting. HAARLEMMERM.-R. De uitslagen van de Zondag onder begunstiging van. prachtig wedar gehouden voetbalwedstrij den zijn als volgt: Y.Y.H. IH.G.S.C. I 0-0; V.V.H. II—D.O.A. III 1-1; V.Y.H. III.óeDnebroek lil 140. Zondag herdacht ds. J. D. Wiel inga in de Gereformeerde Kerk te Hoofddorp het feit dat hij juist een jaar geleden «.en herdersstaf opnam in zijn tegenwoordige standplaats. In verhand hiermede had Z.Eerw. tot tekst gekozen het bekende woord uit Joh. 4: „Een ander is het dio zaait en een ander die maait." In 't bij- ternauwernood zeven en veertig isdat ie jouw eigen leeftijd; wie zou gedacht hebben dat jullie in hetzelfde jaar geboren waren V' „Ik beken, dat deze slag grooter voor mij was, dan de schok van mrs. Linton's dood; oude herineringen verdrongen zich in mijn hart; ik giDg in het portaal zitten en ween de als voor een bloedverwant, terwijl ik mr. Kenneth verzocht, een anderen bedien de te zoeken, om hem bij den meester bin- neD to leiden. „Ik kon me zelf niet beletten om over de vraag te peinzen. Was er eerlijk spel met hem gespeeld? Wat ik ook deed, dat denkbeeld kwelde mij maarhet was zoo hinderlijk hardnekkig, dat ik besloot verlof te vragen om naar Wuthering Heights te gaan en te helpen bij de laatste plichten jegens den doode. Mr. Linton was uiterst onwillig, om verlof te geven; maar ik pleit te welsprekend voor den verlaten toestand waarin hij lag; en ik zei, dat mijn oude meester en zoogbroeder evenzeer een recht had op mijn diensten als hij. Bovendien her innerde ik hem er aan, dat de jonge Hare- ton, do neef van zijn vrouw was, cn dat bij bij afwezigheid van nadere bloedverwanten moest optreden als zijn voogd; en hij was ook verplicht en moest informeeren hoe de bezitting was nagelaten, en het oog laten gaan over de belangen van zijn schoon broer. Hij was toen niet in 6taat, om zich met zulke dingen to bemoeien, maar hij ver-» zocht mij met zijn advocaat te spreken en teai slotte veroorloofde hij mij te gaan. Zijn advocaat was ook de advovaat van Earnshaw geweestik ging naar het dorp on vroeg hem mij te vergezellen. (Wordt vervolzd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 5