ANEKDOTES. CORRESPONDENTIE. moete i de madeliefjes oók sterven. O, klein meisje, en de madeliefjes zijn zoo mooiZe zijn zoo lief en teer. Overdag vangen ze met wijd-open hartjes het zon licht op en genieten van de groote schoon heid van den blauwen hemel. En 's avonds gaan ze slapen. Dan vouwen ze zich stil toe en buigen hun kleine kopjes neer. Ze zijn de tevredenste bloemen, die ik ken. Ze vragen zoo weinig. Ze vinden de wereld mooi, zooals die isen een enkele winde zucht, e-en enkele zonnestraal kan hun dar gen gelukkig maken. O, klein meisje, wil je de madeliefjes helpen?" Toen had kabouter Rijkhart genoeg ge zegd. En vóórdat het kleine meisje wist, wat er gebeurde, was hij verdwenen. Ze stond nog op den weg en dacht na. Toen glimlachte ze, omdat ze kabouter Rijkhart begrepen had. Ze was nog heel .verbaasd, maar ze had het toch goed be grepen. Grootvader I'1 riep ze, en ging naar hem toe. De oude man opende de oogen en keek" haar verwonderd aan. Toen lachte hij „Wel," zei hij, „ik geloof werkelijk, dat ik geslapen heb." „Dat geloof ik ook," zei het kleine meis je. „Grootvader, wil je alsjeblieft het gras niet snijden in je tuintje? Het. is heelemaal niet lang. En als je Het doet, snijd je de madeliefjes ook af. En ze zijn "te mooi om te sterven." De oude man keek zijn kleindochtertje verbaasd aan en stak zijn pijp in den mond. „Wel," zei hij, ,,jo bent een grap pig kind." Toen nam hij zijn pijp weer uit den mond en keek zijn kleindochter nieuws gierig in de helder-blauwe kijkers. Hij lachte en trok haar naar zich toe. „Zoo als je wilt," zei hij, „maar je bent een grappig klein ding, mijn kindje." Kabouter Rijkihart ging terug naar zijn kabouterrijk en vertelde den koning den uitslag. „Hoera!" zei 'de koning en hij keek heel blij. Toen dien avond de kleine madeliefjes zich toevouwden en elkaar goedenn&cht wenschteli en sla.pen gingen, wisten ze niets van wat kabouter Rijkhart had gedaan. Ze sliepen gerust onder den hoogen ster renhemel en drooomden misschien wel, dat 'de zon hun vertelde, dat ze haar eigen lieve kinderen waren. JO SMITS. Ingezonden door Cat ootje de Jong. Vioolleeraar tot zijn leerling: „Wat speel je die noot toch valsdh". Leerling:: „0, er zat een bromvlieg op de snaar." r Ingezonden door Stien de Wekker. Een begrijpelijke vraag. Jantje, die voot 't eerst ide tweelingen ziet die zijn geboTen: „Zeg vader, hebt u ze nu goed- koop'er gekregen, omdat u er twee tegelijk hebt genomen?" Verdwaald. Een verloren kind tot een diender: „Mijnheer, hebt u ook 6oma een man zonder jongetje ge zien? 'Als u hem gezien hebt, ik ben dat jongetje!" Ingezonden door Garel Swaan. Een vrouw kwam bij een melkboer, die zijn waar verdunde, om een kan melk en nam 2 emmertjes mee. „Maar buurvrouw", merkte de melkboer op, „je weet toch wel, hoeveel een kan is, daarvoor heb jo geen 2 emmertjes noodig." „Dat weet ik wel," luidde liet antwoord, „maar ik wonsebte in het eene de melk en in heft andere heft water." Ingezonden door Jaantje de Wekker. Meester vraagt op school aan Qe kindereu, Wat een zeer nuttig dier is. Jantje: „Een zebra, meester." Meester: „Waarom, wat levert die ons?* Jantje: „Kaobelgla-ns, meester." Ingezonden door Carol Swaan. Ook slim. Onderwijzer: „Stel je voor: een buis mol trappen en iedere trap van 12 treden. Hoeveel treden moet ik nu oploopen om op den zolder te komen? Nu Frans, weet je bet niet?" Frans: „Allemaal, mcoster." Wat een klein pakje brieven De meeste kinderen nog uit logeeron, genietende van de laatste vacantiecSagen. September nadert, clus alle scholen beginnen dan weer, iedereen komt dan weer thuis en vele trouwe klantjes beginnen weer te schrijven dus is het maar beter, dat de brieven mij werden opgezonden naar Zwitserland, al moeten jullie d'an een week langer op liet antwoord wadhten. Ik merk tenminste al uit sommige brieven, dat het niet gezellig' zou worden gevonden, als de brieven die maand dooi een vreemde werden gelezen en beantwoord. Er zijn zóóvelen bij die mij al goed kennen, zelfs al zagen we elkaair noodt, en beloofd hebben na de va- cantie weer trouw mee te doen en te vertel len over alles in de vacantieweken, dus dan zou het mij oók spijten als ik dat niet kon lezen. Deze week moeten de brieven nog Zaterdags vóór 12 uur bezcfligd worden, want die worden mij nog naar Zeeland opgezon den. 31 Augustus vertrek ik naar Zwitser land, en zal ik jullie de volgende week wel duidelijk uitleggen in de correspondentie, hoe het dan gaat. Marie Poeliejoe je vraagt mij of Zwitser land vèr weg is. Ja, als je nog geen aardrijks kunde van Europa hebt geleerd, kun je dat niet weten. Het is een heel eind van Neder land, ik doe de reis dan ook in 2 dagen en logeer één nacht in DuitscMand. Het is er o zoo mooi dat weet dk, al zal het" alles nieuw voor mij zijn wat ik zal zien, ik was nog nooit' zoo ver. Ret-s van Leeuwen, ik blijf tot 29 Augustus in Kloosterzande (Zeeland), dat adres is vol doende. Wat heb jij veel gesukkeld door die nare malaria ik hoop van harte voor je, dat' je er nu Voor goed van af 'bent. Klazina Parlevliet, hartelijk dank voor je alleraardigst, portret, waar ik heel blij mee ben ik kan er wel niet over oordeelen of bet goed lijkt, omdat ik je nooit zag. maar ik' Weet wel dat het een goede duidelijke photo is en nu kan ik mij een voorstelling maken van dat nichtje uit Zoeterwoude, dat altijd zoo trouw schrijft, en dat vind ik ge zellig. Lottie den Blaauwen, 'da t was prettig toen ik jou schirift weer zag bij de kinderbrieven. Jafmimer daft het plan voor Katwijk niet kon 'doorgaan, maar gelukkig dat je in Heemstede ook veel plez/ier had. Naar wat je mij schreef, begrijp ik best dat je graag speelde met dot meisje van vier jaar een speelkameraadje van een paar jaar jonger kan o, zoo goed. Annie Zirkzee, zorg d'an maar daf je fox hónd je een Pet opgevoed' Hondje wordt, zoo dat' je Hem altijd mag houden ik ben ook zeer benieuwd hem later eens te zien, want je weef dat ik veel van honden Houdt. Ella Brugmans, je raadsels zijn aardig, ik zal ze later eens plaatsen ik maak een voor raad'raaldlsels klaar vóór ik naar Zwitserland ga, om zoo min mógelijk papieren mee op reis te pemen, dus daarheen moeten jullie mij maar geen nieuwe raadsels of anecdotes zenden, bewaart alles maar tof October. Hester 'd'e Brhyn, jammer dat fde bramen nog niet rijp waren, foen jullie er zoo naar zeCht. September is meer de maand daar voor, maar dan is de vacan+ic Om en dius is hef gedaan met dagjes naar zee of duinen. Jan Harfing, d!at tref je goed dat" je die fiets nog hóbf gekregen in de vaeaniie, nu kun je er nog veel van geniefen als het weer wat gunstig i«. Hier in Zeeland is Hef 'dezer dagen veel warmer, in Leiden ook Marietje Seyd'ell, dat wil ik b'wt gelooven, 'dat je met mij mee roti willen nas.r Zwitser land hr-b m a at gcöuTid dan kom er mis schien oók wel eens ik ga er nu Gok pas voor hef eerst in mijn leven Heen, dus ik" Heb er ook Heel lang op móeten wachten. Jeanne <dé LoöS, waf een bekende naam in Leiden He'eft je' vaider vroegen in Leiden j gewoond en blijf jij nu in Leiden wonen of logeer je er maar 1 Siebe de Roes, dank voor je ansicht uit Sappemeer, ging je over de Zuiderzee en trof j je mooi weer op reis Bets, Jan en Annie jullie hadt den brief naar Den Haag gezonden verleden week en daardoor moest men mij dien opzenden, zoo- dat ik hem te laat kreeg om toen nog to vermelden. Hiervoor heb je mjjn adres kun nen iezen. Als ik in Zwitserland ben meet ieder natuurlijk de brieven aan het Bureel „Leidsöh Dagblad" zenden. Je mag mij net zoo goed op een gewoon velletje uit een schrift schrijven, dat is mij even welkom als op mooi postpapier. En nu allen weer hartelijk gegroet lot do volgende week. Mej. A. KOOPMANS VAN BOE F. EREN. ANTWOORDEN OP DE RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. 1. Een pauw 2. Een borstel. 3. Lip, pil. 4. Hinderpalen. 5. Spiegelglas. 6. In geen land, er trouwen toch altijd even veel mannen als vrouwen. 7. Een ijsbeer. Goede oplossingen ontvangen van: Jeanne de Loos, Lottie 'den Blaauwen, Ma- rietje Seydell, Klaas Horsman, Klazina Par levliet, Ella Brugmans, Bets van Leeuwen, Jan Harting, Christien de Pree, Hester de Bruyn, Marie Poeliejoe, Annie Zirkzee, Nelly en Henk Broers en nog goede oplossingen der vorige keer van Bets en Jan en Annie Truyers. RAADSELS. Om u't te kiezen. 1. Ingezonden door Louk Susan. Welke koopman is steeds tegen de- vrijheid? II. Ingezonden door Erika Grigoloit. Wie gaater op zijn kop naar de kerk? lit. Ingezonden door Greta van Daalen. Een stad in Zuid-Holland, laat men de eerste letter weg, een visoh; dan do laatste letter weg dan krijgt men een getal, dan nog eens de laatste letter weg, dan krijgt men een maat. IV. Ingezonden door Harmen en Wim Nieuwland. Mijn geheel is een spreekwoord van 19 let ters 6n 3 woorden 13, 12, 14 een huisdier. 7, 1, 3, 14 een geldstuk. ^6, 7, 8, 19 een getal. 9, 11, 10 is niet wild. 15, 16, 9 ligt op de vloer. 1, 2, 3, 4 een zwemvogel. 4, 6, 11, 3 een jongensnaam. V. Ingezonden door Frans van Wijk. Welke kaars brandt langer, een vetkaars oi een waskaars? VI. Ingezonden door Jaantje de Wekker. Met b ben ik een gevaarlijk iets. Met d ben ik niet knap. Met g een plakkerige vloeistof. Met k een nuttig voorwerp. VII. Ingezonden door Toomde Houpt. Welke naties zijn het meest verlicht? viil Ingezonden door Ina Houpt. - Welk Hoofd 'draagt geen Haar? l"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 12