No. 19116 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 30 Juni. Derde Blad. Anno 1922. BRIEVEN UIT BERLIJN, FEUILLETON OE CHÖRSTOÜS De Conferentie ie Den h'aag. f Uit hot Belgische antwoord op Lilwinof's brief, gisteren vermeld, bleek duidelijk, hoezeer Ide conferentie niet van haar stuk is gebracht. Korl en bondig viel dit antwoord uit in een geest als reeds vermeld. Frankrijk zal wel evenzoo volgen. In de Engelsche porsconferenlie werd gisler- amid dag medegedeeld, dat de zitting van de sub-commissie voor den privaten eigendom des ochlcuds geopend werd met de volgende rede van den president, Sir Lloyd Grcame: Be procedure, waarover wij het eens zijn ge worden voor de gedachtenwissoling over de on derwerpen, dio het werk dezer conferentie vor men in de drie sub-commissies, is een geschikte en practisehe procedure. Be onderwerpen zijn noodzakelijkerwijze on derling met elkaar verbonden en ik .zou willen onderschrijven, de opvatting, tot uitdrukking gekomen in de Gredietcommissie, dat wij in alle 6ub-oommissies ons werk ..fully and freely" zullen vervolgen, in de verwachting, dat iedere sub-commissie tot een bevredigend resultaat zal komen. Wij zijn hier niet alleen als gevolmach tigden maar zelfs ad referendum. En verder zullen we tenslotte alleen in staat zijn om de aanbevelingen te geven, wanneer beide zijden tevreden zijn met de, in de drio sub-commis sies bereikte, resultaten. Ik hen er daarom zeker Tan, dat wij onder deze voorwaarden aan beide zijden in staat zijn, de vraagstukken, die voor liggen, fully and frankly te bespreken. Bovendien, zooals tusschen deze sub-com missie en dc crediet-commissie is er niet alleen op het einde een onderlinge samenhang, maar ook een zoor nauw en vast verband. Het vraag stuk, waarvoor deze sub-commissie is gesteld, &s niet alleen een vraagstuk van bevrediging 'der aanspraken van particuliere eigenaars door restitutie of compensatie, maar ook van den w-öd erop bouw van de Russische industrie, waar bij Rusland minstens evenzeer belang heeft als dio vreemdelingen, die vroeger betrokken waren in de industrie van dat land. Het grootc aan deel, dat vreemd kapitaal en vreemde onderne mingen hadden in de ontwikkeling van de Rus- sischo industrie, is ons allen genoegzaam be kend. En hot is, naar mijn vast gevoelen, ons aller bedoeling, te trachten tot practischc. zaak kundige voorstellen te komen, door welke de samenwerking kan worden hervat. Als wij het vraagstuk in dezen geest bezien, zullen wij onze besprekingen con werkelijk prac- tisóh karakter geven. Ik herinner aan do ver klaring, bij verschillende gelegenheden door. den lieer Krassin in Genua afgelegd, en waarop de Brifcschc eerste Minister zich beriep in zijn rede in het House of Commons bij zijn terugkeer, dat de practischc moeilijkheden veel minder waren dan de theoretische moeilijkheden en dal lil de practijk er weinig moeilijkheid zou wezen om do teruggave van 90 pGt. der eigendommen te verzekeren. Welnu, wij zijn prac-tische zaken- mcnschen en daarom wilde ik in overweging geven, dat wij in onze besprekingen een prac- tisohen on za.kclijkon koers volgen. Het hooft geen nut onzen tijd- te verkwis ten door een groot veld van algemeenheden te -behandelen en hot wil mij voorkomen, dut wij -het eens zullen worden op een logische ca practisehe basis. Bij ihet geven van dit voorstel, volg ik den practi9dhen raad van dc6 heer Krassin. Ik 'Biel daarom voor onze problemen op de vol gende wijze in behandeling te nemen. Laten wij beginnen met de quaestie van teruggeven van vroegere eigendommen en ondernemin gen aan üri&ne oorspronkelijke eigenaren on der de oogen tc zien. Deze ondernemingen schijnen in twee hoofdgroepen verdeeld to kunnen worden. Ton eerste de groep van in dustrieel© en h a ndclson der nemingen, waaron der machinefabrieken, textielfabrieken, mij nen, houtzagerijen, petnoleumhronnenandere fabrieken, maatschappijen van maatschappe lijk nut, banken, distributie-bedrijven. Ten tweede de groep omvattende onroerende ei-gen- 'domimen, akkers ft/begrepen, huizen, gebou wen en bossdhen, voor zoover zij niet onder de eerste groep vallen. Bovendien zullen wij bij het behandelen van eigendommen, nog cenige g.roepen van diversen ontmoeten, zoo als halndels- en peinsoonlijke schulden, bank deposito's, aandeden in maatschappijen, per soonlijke eigendommen. Ik geef slechts voor beelden van die zaken, die ik voorstel op te ©ommen onder het algemeenc hoofd Diverse groepen. Indien een dergelijke verdoeling tegelijk praetisch en doelmatig is, hetgeen zij naar mijne meening ook is, zou ik willen voorstel len in de eerste plaats de quaestie te beschou wen van de teruggave van industrieele- en handelsbezittingeD. In een later stadium moeten natuurlijk de vele details behandeld worden die, zoo-als de heer Litvinof zich van eenige onderhandeling, die hij vroeger heeft gehad, zal herinneren, ieder handelsman weten wil. Wat zullen de omstandigheden zijn waaronder de bezitter van ccn fabriek of on derneming die zal kunnen besturen, bijvoor beeld vrijwaring van arbitraire inmenging in ondernemingen, die in werking zijn, de condi tie© die den import en export, den binnen- landschch en den buitenkanusehen handel be- hcerschcn, belasting, transport, industrieele wetgeving, enz. Tevens moeten quaesties van schadeloosstelling geregeld worden, de wijze, waarop zij vastgesteld en betaald worded. Deze en andere quaesties, die zich voordoen, moeten wij in den loop van ons werk bespre ken. Maar liet is duidelijk, dat het voorbarig en wellicht noodeloos is de condities tc be spreken, waaronder eigenaars hun onderne mingen zullen beheeren, zoolang niet van ie voren is vastgesteld, dat zij daadwerkelijk in hun bezit zijn getreden en dus in staat zjjn onder 'die condities te werken. Bovendien zullen de eischen voor scha deloosstelling zeer sterk uiteenloopen in aard en bedrag, naar de omstandigheid of do eigendommen teruggegeven of gehouden worden. V ij zullen ook moeten vaststel len op welk stadium van ons werk wij de vraagstukken zullen bespreken aangaande de onroerende goederen, die niet vallen onder de groep van handels- en industrieele ondernemingen en dc problemen, die sa menhangen niet wat wij de groep van di versen genoemd hebben. Ik stel voor, de indeeling, en de volg orde, die ik in breede trekken heb aange geven, bij onze besprekingen te volgen. In dat geval beginnen wij met de kwestie van restitutie in bet geval van handels- en in- dustrieelen eigendom. Het zou mogelijk zijn alle klassen van industrieele. en han delseigendommen als een geheel te behan delen liet zou ook mogelijk zijn, de ver schillende klassen afzonderlijk te behande len en wellicht zult u dit laatste doelma tiger vinden. Bij het afzonderlijk behan delen moeten wij een indeellng aannemen en vaststellen met welk onderdeel wij Önze besprekingen zullen beginnen. Ik doe deze voorstellen, die wij in onze sub-commissies besproken hebben, geheel in liet belang van een geregeld verloop en practisehe behandeling van onze zaken en ik herhaal, wat ik bij liet begin zeide, dat wij alle zijden van dit vraagstuk grondig en openlijk moeten bespreken in hot besef, dat alles, wat wij aanbev.elen. een indirec- ten invloed op het geheele werk van de conferentie oefent en dat wij voort zullen werken gelijk de sub-commissie voor de.ere-, dieten zal doen, in het vertrouwen, dat de andere commissies him werk met een gun stig resultaat bekroond zullen zien. Litwinof antwoordde, dat de Russische delegatie met genoegen elk program zou begroeten, dat berekend wa6 op het berei ken van een zoo spoedig mogelijk bevredi gend resultaat. Hij herinnorde even aan het feit, dat te Genua zekere overeenkom sten waren bereikt en z.i. zou de conferen- tio vóór alles die moeilijkheden moeten vaststellen, welke van Genua waren over gebleven, terwijl zij zou moeten trachten deze moeilijkheden weg te nemen. Wat betreft den onderlingen samenhang in heb werk der sub-commissies was hij van oordeel, dat voorkomende verschillen gemakkelijker zouden zijn uit den weg te ruimen door een plenaire zitting van de geheele commissie dan door te wachten tot elke sub-commissie individueel haar arbeid voltooid had. Hij wilde dit donkboeld echter niet uitwer ken, doch gaf het slechts „en paseanft" in over weging. Hij was 't eens met hetgeen dc voor zitter van Krassin bad geciteerd n.L, dat con- I cessies gemakkelijker te regelen zouden zijn in do practijk don in theorie, doch ter wil le van do duidelijkheid wilde hij en .passant opmerken, dat de drijfveer van de politiek der Russische regeering bij het vorl-eenen van concessies ge leid werd door doelmatigheidsoverwegingen met het oog op dc belangen der Russische republiek. De Russische regeering zelve was 't dan ook onverschillig of de vorige eigenaar een slaat, dan wel Russische of buitenlandsche onder danen waren. Spr. zeido vervolgens, dat de commissie be reid was tot het gewenschle einde mede te werken. Voorts was het noodig, dat elke partij van meet af aan baar houding ten opzichte van Jiet vraagstuk van den wederopbouw zou bepalen. Te dien einde wensohte hij dc aan dacht van de niet-Russische commissie te ves tigen op de wetgoving ten aanzien van den par ticulieren eigendom die de Scrvjet-regeering se dert do Conferentie van Genua in het leven had geroepen. Op verzoek van Lloyd Grcame verklaarde Litwinof zich bereid de daarop betrekking heb bende documenten aan het secretariaat ter hand te stelleD, opdat zij onder de leden zouden kunnen circuleeren. Lloyd Greamo constateerde, dat ten aanzien van de procedure overeenstemming bestond. De besprekingen dezer subcommissie zouden van invloed zijn op de zakenlieden alsmede op de subcommissie voor do ere dieten. Van de con clusies waartoe de subcommissies zouden ko men zou het afhangen: lo. of de zakenmenscihen hun rol in bet her stel van het Russische industrieele leven zouden hervatten. 2o. of het mogelijk zou zijn de voor de crc- dieten ten behoeve van Rusland's herstel be- noodigde gelden te vinden, aangezien deze gel den niet onder beheer der regeeringen waren. Wat de wetgeving betreft erkende spr., dat het uiterst nuttig was to wot en hoe liet met dc Russische wetgeving stond Het zou zeer gped zijn indien bij de discussie bleek, welke wette lijke bepalingen belemmerend waren en welke wettelijke bepalingen nog in het leven moeien worden geroepen. Het stond natuurlijk aan do Russische regeering of zij al dan niet rekening kon houden met aanbevelingen op wetgevend gebiod. Spr. nam nota van Litvinof's verklaring omtrent de drijf voeren dor Russische regeering, was liet daarmede naluurijk niet eens en wensohte er aan toe te voegen, dat niets was te winnen dcor vlagzwaaicn en door over begin selen te discussieeren. Men was liicr aanwezig om na tc gaan welke voorwaarden noodig zijn voor liet her stel van het Russische economische leven en op welke wijze deze voorwaarden kunnen wor den geschapen. Spr. stelde daarom voor dat men zou borglonen met een der takken van nijverheid on gaf Dn overweging daarvoor de machine-industrie te kiezen, aangezien de landbouw daarvan zeer afhankelijk was. De heer Catticr (België) kon de verklarin gen van Litwinof omtrent de drijfveeren der Russische regeering niet aanvaarden. Aange zien men echter niet over beginselen zou tc- detwisten, wilde spr. er mede volstaan te ccfotstateeren, dat zijn re.goering de bewuste zienswijze niet kan aanvaarden. Dc beer de LapradelOe (Frankrijk) sloot zich hierbij aan. Het was spr. aangenaam in de subcommissie te werken. Men was echter bij een aks realisten en het was daarom niet toe laatbaar dat beginselen en feiten dooreen zouden worden gehaald. In volkomen verzoe nenden geest gaf hij in overweging dat do verklaring van Litwinof terzijde zou wordcti gesteld. De Italiaansoho gedelegeerde sloot zich bij de vorige sprekers aan. Lloyd Greauie was het met deze drie spre kers volkomen oens. Spr. hoopte, dat Litwi nof bij do feiten zou blijven cn beginselen ter zijde zou laten. Litwinof zei*fe alleen cn passant zijn op merkingen gesmaakt tc hebben, teneinde dc later komende practisehe voorstellen der Rus sische regeering duidelijker te maken. Hij zou de laatste zijn om principieclo vraag stukken te berde te brengen. Hierop volgden eenige besprekingen om trent de volgorde der te behandelen tak ken van nijverheid, waarna Lloyd Grcame aan Litwinof een lijst met vragen overhan digde omtrent de mogelijkheid van een te ruggave der verschillende takkenvan nij verheid aan hun voormalige bezitters. De niet-Russische sub-commissie was nl. niet bezig met de belangen van mijnheer A. of B. Wat zij wensohte te weten was of be paalde takken van nijverheid aan de vroe gere eigenaars zouden kunnen worden te ruggegeven en tot op welke hoogte en in welke mate zulks zou kunnen geschieden. Litwinof verzocht hierop hem statistie ken te verstrekken omtrent aanspraken van de buitenlanders met betrekking tot de Russische industrie. Lloyd Grcame wees er op dat het moei lijk was cijfers te verstrekken omtrent de industrieele aanspraken van buitenlandei's, zulks mot het oog op de onbekendheid met den tegenwoordigen toestand van het bezit en het bedrag der restitutie die zou kunnen worden verleend. .Litwinof hield echter aan en gaf in over weging bij het vaststellen der aanspraken als grondslag te nemen dat in 't geheel geem restitutie zou worden gegeven. Voorts zouden de aanspraken en cijfers zonder ver antwoordelijkheid voor de juistheid door de delegaties kunnen worden verstrekt. Het was echter noodig dat de schuldenaar het bedrag zijner schulden kende. Lloyd Grcame verklaarde niet te weten of de door Litwinof verlangde cijfers be schikbaar waren doch hij zou de zaak met zijn collega's bespreken. Hierop werd de zitting verdaagd. Hot 20ste offieiccle communiqué (nicl-Rus- sisohe commissie) luidt als volgt: De tweede sub-commissie (schulden) der nidt-Russische commissie is Donderdag balf- dric bijeengekomen onder voorzitterschap van den heer Alphand Zij heeft behandeld de quaestie van het over leggen aan de Russische commissie van de sta tistieken, betreffende de Russische schuldpa pieren, toebehoorende aan vreemdelingen. Zij hoeft eveneens beraadslaagd over het ver zoek van de niot-RussïSehe commissie om een uitvoerige, vragenlijst Ie zenden aan de houders van Russische fondsen. Berlijn, midden Juni. Do nieuwe straatdeun. De mislukte leening. Industrie en valuta. Duitscli-Fransehe toenaderingspogingen. Wat de Rjjnjandbezetting kost. s Weer oen dichter in de ge vangenis. Berlijn liceft oen nieuwen straatdeun. Welk een heerlijk geschenk van het noodlot IIij is ontstaan terzelfder plaatse als zijn voor ganger, die meer dan een jaar onbeperkt ge regeerd hooft en nu in eens werd afgezet n.l. in liet Duitsche „Künstlertheater''. En hij draagt hetzelfde stempel van „levenswijsheid" als zijn voorganger. Laatstgenoemd spotliedje, dat formeel een „schlager" werd. diroeg ccs- tijds den schoenen titel van ,,Dic Sohoidomgs- reise" dus een passeMde tegenhanger van die bekende „Uoohzeitsrcise" en de tekst began met de woorden „Wor wird dena weincn, wenn man aua einartder goht, „Wenn an dor nachstcn Eckc sohon cin nndrer stc-ht Meer dan een jaar lang liecft ons dit lied in de ooren geklonken. Alle incnsohen zon gen, zoomden, floten of neurieden deze me lodie. Mannen en vrouwen, grijsaards en kin deren op straat. Zij klonk uit muziekkapellen en phonografen. Er werd op gedanst en ge marcheerd. In één woord het was een Ber- lijnsck „volkslied" geworden. Niet om uit te houden I Dat is nu voorbij. Want zie, ook de „Schei- dungsreisc'' was onderworpen aan de levens wet, dat zij sterven moest. En een nieuw spot lied kwam dezen zomer voor haar in de plaats. En nu gebeurde het. De tooneelspeler Max Adalbert, een der meest gevierde komie ken van Berlijn, onnavolgbaar in de droge manier, waarop bij de grootste drwaasheden aan het publiek verkondigt, zong een couplet met dit diepzinnige refrein „Wenn du eimmal cine Braut hast, Der d»u immer sehr vertraut hast, „Ucd du triffst sie mit 'nem andern, „Lass sie wandern, lass sie wandern Adalbert zong dit gevoelvolle vers eenmaal, zong liet tweemaal, on toen hij het voor de derde maal zong, hadden zijn toehoorders het zich reeds eigen gemaakt. De heclo zaal zong luide mee, lachte zich krom en een daverebd applaus weerklonk. Teen de miïzick tussehen de actcn voor het volgende toonecl dc molodio nog even aanroerde, herhaalde zioh dit schouwspel. Weer een donderend applaus. En vanaf dit oogenblik was de zegetocht van tekst en muziek verzekerd. Toen de mensehen het theater verlieten, keken zij elkaar lachend aan en trachtten 't nieuwe liedje te herhalen. Hugo Hirseh, de componist, had zich n:e? misrekend. De zeer eenvoudige kunst van zijn muzikale vinding werd door zijn lieve Ber- lijuers met razende snelheid aangegrepen. Den volgenden dag las men het vers reeds op de aanplakzuilen. Eiken avond sedert de première is het theater tot op de laatste plaats gevuld. Steeds nieuwe duizenden leeren met bewonderenswaardig aanpassingsvermo gen in enkele minuten dezen goeden raad1, die zoo zacht en pijnloos leert liecn te komen over elke liefdessmart. En spoedig zullen de kinderen, dio nog op straat spelen, wier levenservaring in het geheel nog niet tot tras gische teleurstellingen geleid heeft, den nieuwen straatdeun uit hot hoofd kefrmen. 't Zal weer verschrikkelijk worden i i „Lass sie wandern, lass sie wandern kunnen we ook zingen met betrokking to? >de verwachtingen, welke de bijeenkomst van bankiers, onder leiding van den heer Mor gan, gedurende eenige weken in ons gomoccf gewekt heeft. Er komt niets van een leening Er komt geen „kleine" cn geen „grootc" tot stand, men leent ons voorloopi.g nog niets, om onze milliairdenschulden te betalen. Opnieuw daalt de Duitsche mark, op haar weg naar dc diepte op lieftallige wijze vergezeld door de Oostcnrijksche kroon, die in schooncn wed ijver nu dadelijk maar in de bodemlo ze diepte gestort is. Opnieuw stijgen de prijzen, zuchten de huismoeders, rekenen dc familie vaders, moeten de ondernemers, moeien staat' en gemeente hun loonen verhoogen. De oude, nu reeds genoeg bekende kringloop begilit opnieuw. Slechts enkele kortzichtige personen glim lachen tevreden. In verschillende indoistri- eclc kringen liad men bijna met angst een gunstig resultaat dor Parijzer onderhandelin gen tegemoet gezien. De heer Hugo Stinnes, de machtige Rijn- landsche grootindustrieel, heeft openlijk ver klaard dat hij cn zijn rijke vrienden weinig belang hadden bij een plotselinge stijging van de markwaarde, daar de fabrikaten der Duitsche fabrieken daardoor niet meer zoo billijk op de wereldmarkt gebracht zou den kunnen worden èn zij het buitenland niet meer zoo succesvol concurrentie zou den kunnen aandoen. Wat Hugo Stinnes zeide, kan wel waar zijn, doch het is een ent stellend feithet gaat Duitschland op het oogenblik „goed", omdat het ons slecht gaat, cn het zal ons land pas héél erg slecht gaan, als het „beter" gaat. Uit dit dilemma is geen uitkomen. Maar desniette min heeft de overweldigende meerderheid van ons volk gehoopt cn hoopt het nog, dat het ons toch werkelijk eens beter zal gaan, op gevaar af, dat daardoor het bedrijfs leven opnieuw geschokt zal worden, welke schokken eerst weer met groote moeit© overwonnen zullen kunnen worden. De hee- ren van de Duitsche industrie moeten dan eerst maar een tijdlang minder verdienen. Ik geloof, dat wij ons dan steeds nog niet bezorgd over hen behoeven te maken. Dit staat vastde hoofdzaak is, dat do Duit* sche valuta beter wordt. Al 't andere moet en zal dan wel terecht komen. De industrie echter moet zich naar de. valuta richten en niet de valuta naar de industrie. En bovendien: wij zouden dwaas en blind zijn, wanneer wij niet zouden erkennen, wat wij aan het geheele Europeesche bedrijfsleven schuldig zijn en als wij steeds maar er aan zouden denken, wat morgen en overmorgen' ons voor schijnbare voordeelcn zouden te beurt vallen. Want een werkelijk reëel voor deel is het immers toch niet. Slechts zelf bedrog. Dc bankiers te Parijs hebben in elk ge val, zooals het historische document van hun slotzitting bewijst, getoond wijze en verstandige mannen te zijn. Maar de politio verspert hun verstand voorloopig nog den weg. Daarom moeten wij te meer met vreugde opmerken, dat ten minste een klei' ne groep menschen ernstig en eerlijk er naar streeft het uiteengevallen Europa we der saam te lijmen. In Berlijn heeft dezer Roman van PAUL TRENT. Uit het Engelsch, door A. G. (Nadruk verboden.) 6) „Je komt juist op tijd, Lend.ri.dge. Mijn dochter meent, d/ut zij ons kan helpen. Zij wenscht deel te hebben in hot bedrijf. Wat zog jij daarvan?" vroeg Gh-urston grimmig. „Waarschijnlijk zal die gril niet lang du ren. Toegeven zal mogelijk de snelste ge nezing aanbrengen," antwoordde Mark met een glimlach Betty keerde zioh boes naar hem toe. „Mr. Lendridge, deze zaak betreft mijn vader cn mij," verklaarde zij. „Ik vraag u wel excuus," antwoordde bij sftjf en begaf zioh naar de deur. „Nonsens, Lcndrklge, blijf waar je bent. Het betreft jou evengoed als mij. Het komt mij voor, dat mijn meisje liet ernstig meent. Heel goed, wij zullen haar haar zin geven. Je kunt beginnen in de montage- werkplaats. Maak, Lendridge, dat zij een ■werktafel krijgt. Dat is dus afgesproken.... Petty, mr. Lendridge komt morgen bij ons dine eren. Wanneer ik een werkman win, dan verlies ik denkelijk een huishoudster. Wanneer denk je te beginnen?" vroeg hij liarsoh „Morgen vroeg Maar ik zou u feite lijk van veel meer nuit in de teekenkamer rijn," zei ze koel. Wij zuileji eerst zien, wat voor soort werkman jij bent. Later kun je komen in de draaierij. We willen je op de proef stel len, Betty. Zij doorzag haars vaders plan, maar waa cr niet door uit het veld geslagen. „U zal zien, dat het geen gril is. Ik mag gaarne met gereedschap werken. Maar ik zal u niet langer ophouden." Zij knikte de heeron vriendelijk toe, maar toen rij het -kantoor verliet, waren haar lippen vast opeen geklemd. Zij zou hun toonen, dat het haar ernst was. Mr. Lendridge was werkelijk onuitstaanbaar en scheen niot- te beseffen, dat een vrouw ook haar rechten eischte. Nu was zij dankbaar, dat zij zoo goed onderlegd was en geen crl- tiek behoefde te vreezen. Zij reed op haar gemak naar huis en ging naar haar kamer, waar zij haar ..werkpak" van blauw molton voor den dag haalde. Waarom konden zij niot- geloo- ven. dat zij wenschte te .werken uit liefde voor bet werk zelf? Een paan jaren te vo ren had zij de amusementen van de ge wone vrouwen meegemaakt, maar die had den haar doodelijk verveeld. Bovendien had haar vader geen zoon en volgens den gewonen loop der dingen zou do zaak „Ghurston" de hare worden. En hot was toch better, dat rij baar eigen bezitting zou kunnen -beheeren. En toen begonnen haar gedachten zich met Mark Lendridge bezig te houden. Zij moest dien suporieuron jongen man too nen, dat zij de vereischte bekwaamheid bezat. Maar hoe zou zij daartoe gelegen heid hebben in de montage-werkplaats en in de draaierij Zij nam zich daarom voor, om zoo-spoedig als hot ging bij de admi nistratie te komen. Haar vader was aan de lunch in een best - humeur, maar hij bleef halsstarrig haar verlangen om [e werken als een grap be schouwen. „O! Betty, waarom ben je geen jon gen?" zed -hij met een zucht. „Bewijzen de vrouwen niet, dat zij het meeste werk van een man ook kunnen doen? Let maar eens op de doctoren, ma ken die geen schitterend figuur? „Toegestemd, maar werktuigkunde is een ander vak. Welk gewicht kun jij tillen? „Wij maken er ge-en aanspraak op den man in kracht tc evenaren, maar als hot een kwestie van verstand betreft, wel, ik houd vol, dan do-an we niet voor d«en man onder," antwoordde zij uitdagend. „Ik beweer niet, dat jij en je sekse dwa zen zijt. Maar jullie plaats is in jullie wo ningen, om daar een familie groot te brengen. Neem eens aan, dat het meeren- deed der vrouwen daoht zooals jij, wat zou er dan van bet geslacht worden? Heb je dat wel overwogen?" „I'k bedoel niet, dat alle vrouwen moe ten werken. Sommigen zijn ex voor ge knipt moedors te worden, anderen om een beroep uit te oefenen. Ik verdedig het ge- richtspunt van die anderen." „Heel goed-; ik voldoe aan je verlangen. Maar ik hoop, dat dioze luirn niet lang ral duren. Ik zou gedacht hebben, dat jij tot de eerste kla-sbe hoorde. Misschien is „de rechte Jozef" nog niet versohenen. De liefde zal je van gcrichtepunt doen ver anderen." „Liefde", herhaalde zij met verachting. „Ja, geloof je daarin riet? Dan ben je niet ais je moeder, ofsohoon je uiterlijk veel van haar hebtDe liefde maakte het leven voor rnij tot een volmaakte vreugde. Zij schonk mij een geluk, dat niet met woorden is te beschrijven. Maar, helaas, het was al te kort. Liefde," her haalde hij zacht. „Jarenlang heeft de her innering daaraan het leven voor mij levenswaard! gemaakt. En als ik sterf, zal de dood geen verschrikking voor mij heb ben, want ik zal bij haar komen. Liefde," fluisterde hij weer. Maar zij kon het niet- begrijpen en lachte ofsohoon haar Jach niet v rooi ijk klonk. Zij s>loeg hom gade, toen hij langzaam wegging. Hij was ccn oud man en zij had er nooit oenig vermoeden van geihad, dat hij gevoelig van aard was. Een pa-ar uren achtereen hield zij zioh in huis bezig en gaf toen order, dat alles voor de thee op het terras moet worden klaar gezet. Tot haar verwondering kwam een heer met rijn hoed in do hand aanwan delen en zij herkende Julian Crosby. „Welkom thuis," zei hij vroolijk. ,,'t Was eigenaardig, de vrouwen moch ten hean gaarne, maar bij zijn eigen seks© was hij over 't algemeen niot zeer gezien. „Vader is r.aar de fabriek." „Ik kwam om u te begroeten. Ik ben eigenlijk blij, dat hij niet thuis iswant ik wensob een paar woorden tot ophelde ring tegen u te zeggen. U moet namelijk wetén, dat wij mededingers in zaken zijn. Maar dat zal u toch zeker niet van invloed laten wezen op onze onze vriendschap," voegde hij er bij. „Heeft u oneenigheid mot vader ge had?" vroeg zij barsch. „Wel, men nou het nauwelijks oneenig heid kunnen noemen. Maar natuurlijk moest ik „Ohurstons" verlaten. Ik wensch te compagnon te wórden en dat vrerd mij geweigerd. Ieder vcor zichzelf en dus be gon ik op mijn eigen. En nu schijnt het, dat uw vader Lendridge tot zijn vennoot wil maken." „Weet u dat?" vroeg zij haastig. „Lendridge. zelf heeft het rnij verteld,"- antwoordde hij en glimlachte in zichzelf, want hij zag, dat haar dat denkbeeld niet aanstond. „Wist u dat n.iet vroeg hij on schuldig. „Eigenlijk stel ik mij voor de-n vennoot! van mijn vader te worden mettertijd." „Gij," riep hij verbaasd en zij begon hem nu te vertellen wat zij de laatste drie jaren had uitgevoerd. „Ik hoop, dat u het niet- afkeurt in vrou wen, als zij zioh ernstig op het een ot ander werk toeleggen," besloot zij. „Integendeel, ik keur het zeer goed," antwoordde hij haastig. „Vader keurt het niet goed en mr. Len dridge evenmin. Ik geloof, dat beiden den ken, dat ik tot- niets nut ben." Creeby was geneigd hun opinie te dee- len, maar daar hij politiek was en bij Betty in <Jo gunst wilde komen, bleef hij met haar instemmen en dreef haar aan te spreken over al haar wensohen en plan nen. Hij was bepaald verbaasd, toen hij hoorde, dat zij den Wrigfat"-prijs bad ge wonnen, en toen zij de techniek bespra ken, werd zijn verbaring nog grooter. Het meisje was allesbehalve ccn zottin. Al heel gauw sprak zij mot geestdrift over den nieuwen Churston-motor cn zijn belang stelling nam sterk toe. Eenmaal vroeg hij iets, maar hij zag dadelijk in, dat hij daar mee verkeerd had gedaan, want zij veran- dei'de nu opzettelijk van onderwerp. Hij stond nu spoedig op en nam afscheid. „Mag ik u eens weer komen bezoeken i vroeg hij eerbiedig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 9