Vliegen Alpacca met dit merk H. H. W. LIMONADES AHosn KIEËVHANDEL J, J, POlLMAil. 1910S LEIDSCH DAGBLAD Woensdag 21 Juni. Derde Blad. Anno f922. Hlars tegen pannekoekjes. Fruit Cream-Soda's, Ginger-ASes, Sorbets LEBA^EBM ASTHR/jA-benauwdheden ABDIJSIROOP. A. H. SIMONIS GAL ©aa. SLIJM Uit liet Engelsch, door E PAr itej - r- (Nadruk verboeten), i man", merkte Dorothea nadenkend op, ftrd heel dwaas zijn, als hij een vrouw waarvan hij niet overtuigd was, dat ["meer van hem dan hij van haar hield," zeer practische overweging, dat moet stemde- ik minzaam toe. rotiioa draaide haar stuurrad humeurig I -ea beweging, die zij nam, als zij zeer met ^:en bezet was. Wij tuften naar de Gom- waar we op tea waren genoodigd, en r^oonhjk was mijn aandeel dat van pas- iots, wat mo wel aanstond, mits Do- i chauffeerde. Ik lag rustig, gelukkig in lessens achteruit, terwijl ik de kleine krul- bekeek, die eigenwijs van onder haar j uitkriebelden. [po jat," hervatte zij op oratorische wijze, ij dat zij meer verliefd is dan hij, een man staal is eon vrouw zoo gelukkig te tg als zij zou bogeeren. Vrouwen hebben inniger lief dan mannen, dat zij hebben ook meer te geven. Welnu, do die een man algeheel bemint, zal van riet te voel vragen. Wat hij doet en wat haar gelukkig stemmen, omdat hij I(garnaal is die hij is; doch is zijn liefde Iter, dan zal hij haar nimmer heelomaal Boen." Rorothea sprak heel schrander voor zoo'n ding als zij was. Misschien waren het de Icljes, diio haar zoo jong maakten; er is er L centje direct achter haar oor, dat beslist i linderlijk in haar hals kriebelt. Ik koek. jaar, hoe liet in den wind heen en weer be- i ,en vroeg meteen heel rustigjes: als een man eon vrouw wenscht to vra- I om met hcan te willen trouwen, moet hij L eerst uitvinden of zij hem het meest lief- k? En moet hij er iots van doen blijken? 1st in dat ge val ■Nu ben jo al lxecl weinig séricux", wierp Tjtbea verwijtend tegoa. jjleelcmaall niet, i'k proheer slechts raad in oen. Veronderstel nu eens, dat jij en ik raren maar ik sprak in 't algemeen," viel zij I haastig in de rede. „Ja, jij bent ook altijd I persoonlijk iHijd, ja, Dorothea, als het jou botreft. Hot Innerlijk voor mij om mij van jou los te |ki en mij voor minder belangwekkende al- beden te intercsseevcn. Maar als jij vol- t met 1,0, dat is de kwestie niet iNeen," hield ik aan, „de kwestie blijft als 1 tover altijd hetzelfde: „wanneer wil jij p me trouwen, Dorothea?" laar, beste. Billy, begin je nu daar weer i zat opeens kaarsrecht en zette de tweede ailing aan; wij raasden er een paar mi- i van door, maar toen de auto bij een [rel getemperd werd, corrigeerde ik haar innelijk en zei: IViet beginnen, Dorothea, ik ga d-oor...^ ■Ja, ja, crdtïseerde zij schamp ert.jes, ja, |zoo iets als het versje van „Aan den tellen vliet", zonder eind I-Werkelijk, Dorothea," hield ik gemoe- lijk aan, ,,ik zie niet recht in, waarop |qo£ wacht. Je beloofde mij je antwoord, edat ik weer op zee moest en nu, nu je tooh, dat ik over een week weer ra-ren." ■Over tien dagen, verbeterde zij kort; r tien heele dagen heusch, tijd genoeg. Us ik zou moeten gelooven, dat je mij afschepen na 3 dwingt ook a/ltijd zoo," klaagde zij smartelijk stemmetje. Zij keek recht zich. uit den weg afmaar ondanks streng gezichtje, ontdekte ik het Itjo in haar wang, en dat kuiltje is al- f het te eken. dat Dorothea toch wel toe- tkelijk is. Dus met nieuwen moed, kij- naiar dat aardige kuiltje, her ion ik: Haar waarop wacht je dan eigenlijk, |ïothea?" Ik wil zien, wat je waard bentIk je op de proef stellen." zool Geven de drie voorbij gioganc fa daar geen bewijs voor?" alligheAdJij waart in. Zuid-Amerika s niets, dat je beproefde. Nu ga je Europa doorkruisen en nog wel een vloggesohrip. Denk eens aan, al I aardige buitenlandsche meisjes, aan je zult worden voorgesteldDie Iiusin- pes zijn gewoonweg onweerstaanbaar zeelui, beweren dat ten minste Dorothea als je mij dit keer niet aan- ®it. werkelijk, ik zweer je, ik kom niet terug. Ik ga dan wel trouwen, maar I spijt Dorothea's kin trok -omhoog. I-Wie, als ik vragen mag?" lïËen Russisch meisje misschien; mis- pen ook wel mevrouw Carrol." Ik keek porsohend naar haar. -Hm, hm," raspte zij, ,,is die het type vrouw, dat je tot echtgenoote be iert Dat zei ik niet protesteerde ik zacht; F *ilde alleen zeggen, dat, als één datne p nic-t wil trouwen, er nog wel anderen p brengen zullen zijn." -rker zal mevrouw Carrol wel lust heb- waarom -het niet te wag-cn, j'e zult l-o groot© mioeite hebben." J-Het was misschien wel geschikt. |-Heen je dat heusch?" en meteen, Dorothea zich recht naar mij toe, 'dak in de oogen ziende. Waarom niet?" hield ik aan, met een tre kou in mijn stem. 3dat een dreigement?" ondervroeg zij, -«■ens bevriezend. Toen, opeens, laoht© lii.d D, Biily, jc weet maar al te goed, dat tórug Zult komen; je weet diat even- Jadame," me-rkte ik waardig op, „ma- je schept er behagen in om mij gen." ■Ha&r je bent zoo amusant, Bi-lly." «et mag jou amusant lijken," zei -ik, maar je moet eens bedenken, Dodothea, dat ik mij aardig geduldig betoond heb. Drie jaren is een lange tijd; zes beteekent nog iets langer. Laat ik je ook er aan mo gen herin-neren, dat wij allebei een dagje ouder worden." „Zeker, dat mag je, meneer de zee officier William Maynard, maar Iaat mij er buiten." „Daarenboven,hield ik aan, ongevoelig voor mineur-opmerkingen, „heb jc eenig idee van .de onkosten? Bedenk je ooit was het mij kost, om hier al den tijd. om te hangen; besef jc iels van wat ik reeds uitgaf aan de spoorreisjes, al dio onkosten zouden bijna voldoende zijn om een appartementje voor ons tweeën in te richten „Ik heb je nog gezegd, dat het verstandiger zou zijn om een abonnement te nemen," mom pelde Dorothea. „Denk je, dat het voor mij een jleiaiertje is om steeds je vaders gast te zijn om drie uren lang met jou te moeten rondtuffen ooj lunches en dineetjes aan te nemen, en...." „En vele ontbijtjes," herinnerde Dorothea mij, vriendelijk. „Donk je, dat ik er pleizier in heb?" „Wat zal ik zeggen, het scheen mij toe van wél Als dit alles een voorwendsel was om.." „Nu, Dorothea, nu nog eens vraag ik je, wil je met me trouwen, ja of neen?" „Wol, als je de zaak zoo voordraagt....!" „Neen, bracht ik haastig in, „dot doe ik niet. Ik bedoel, wil je met me trouwen nu, of houd je mij opnieuw drio jaar aan het lijntje?" Zij trok haar schouders op en de auto draaide beangstigend ter zijde. „Je weet heel goed, Billy, dat ik altijd ge zegd heb, dat ik je wel wou trouwen, als jc maar geduld hadt „Geduld hebben! Hcmelsche goedheid!" „Als je het niet de moeite waard acht, om „Dorothea, vindt je jezolf nu wel heelemaal eerlijk?" Zij lachte listigjes. „Heusch, Billy, ik weet evengoed als jij, dat ik hot lastigste meisje ben van de werekl, en jij de beste, geduldigste man, dio er bestaat; maar ik...., ik vind het vrees©] ijk om toe te geven en(dit werd gefluisterd) en een ander dan. mezeLve toe te behooren." Ik greep onmiddellijk de hand vlak in mijn huurt; de auto zwiepte beangstigend heen en weer. „Laten wij een weddingschap aangaan," sloeg ik voor. „Goed," viel Dorothea mij in de rede, dio juist dol op weddenschappen was, omdat er dan een kans bestond den dans te ontspringen; „maar daa/r vóór ons is het huis der Commo dore's, Billy, luister gauw. Als tante Sara ons van die ongezonde panne-koeken voorzet, waar op zo jou altijd trakteert, als je hij haar komt, als er dus pannekoekjes zijn, dan zeg ik van avond „ja"." Dit keer was het mijn Mn, die omhoog trok. „A'Is je heft aardig vindt om iets tot een grap te maken, 'Jat leven of dood voor mij bc- beekent. dan Dorothea's oogen keken, hoewel nog vol guite streken, toch open in d,p mijne; zij antwoordde: „Neen, ik ben heusch ernstig; ik kan niet tot een besluit komen; laten de pannekoekjes decÉdeeren on als zij ten gunste van jou zijn welnu, je weet, ik doe de zaken niet half welnu, dan trouw ik jou, voordat het schip uitgaat." „Dorothea!" stamelde ik, waarop Dorothea heel verstandig mij er aan herinnerde, dat wij ons op den public-ken weg bevonden en dat een auto met volle aandacht dient bestuurd te worden. „Maar" merkte zij even nog op, „maar. het kan zijn, dat we iets anders krijgen. De Commodore is ook thuis en hij is dol op wa felen. Ik héb bijna een voorgevoel, Billy, dat we wafelen zullen krijgen." „Geen wafelen", besloot ik heimelijk hij me zelf, onmiddellijk, en met muurvast besluit. „Binnen tien minuten, Dorothea," dreigde ik dramatisch, „ben je de mijne." Wij zaten op de veranda en wachtten op de thee, die aangekondigd was. Er scheen een stag natie in de keuken te zijn en d'e heer des huizes had don tijd aangevuld met mij den moestuin te toonen, waarop hij nog trotscher scheen dan op zijn eigen eskadron. „Wees maar niet al te positief," antwoordde Dorothea mij met ergerlijke superioriteit; „als ik de gewoonte vaji wedden had, zou ik het er op wagen jc te bewijzen, -dat je je vergist." „Dan zou je je goeie geld je er bij inboeten!" Tot antwoord opende Dorothea haar beursje en lei een biljet lusschen ons in. „Vijf tegen één," zei ze,- „dat het wafelen zijn." „Hemel, Dorothea, hoo roekeloos-" „Neen," sprak zij tegen, „ik ben zeker." „Ja," antwoordde ik gewichtig, „dat zijn de vrouwen altijd, als zij wedden." „Laat me jouw bezit eens zien?" „Maar, kind, ik wil heelemaal niet wedden." „Ben jij dan zeker?" vroeg zij achterdochtig. Ik haalde haastig een twintig- dollar-bil jet uit inijn portefeuille en eenig kleingeld. „Brt is mijn heele fortuin," bekende ik. „En waar is dan die zilvordollar, waar je zoo'n drukte over maakte vanmiddag, toen we benzine moesten koopen."" „Zilver-dollar," stamelde ik onhandig, haar niet durvend aankijken. „Ik, ik weet absoluut niet, wat je bedoelt," zei ik bruiaal. Dorothea stopte haar geld opnieuw in haar beursje. „Ik heb toch geen lust in de weddenschap," zoi ze; „ik voel mo niet zeker." Op weg naar het salon zag zij de kans schoon om vlak aan mijn oor mij in te fluisteren: „De vind, dat je jo heel erg schamen moot, Billy!" Toen we allen om do tafel zaten, was zij echter weer één en al vroolijkheid. „Ik hoop, tante Sara," begon zij, „dat u ons op alles trakteert, waaT wo van houden, Billy en ik zijn echte smulhanzen." „Lieve kind, natuurlijk, er is van alles, waar j'ullie van houdt, chocolade en aardbeien en koude Mp eno, ja, natuurlijk, wafelen, mijn man is daarop speciaal gesteld; dus die ook." Ik kon voeten, hoe Dorothea's blik mij door priemde; doch ik was in druk gesprek over RECLAME. 3524 Voor alle inlichtingen: TELEFOON 122 2038 is het beste voor den goedkoopsten prijs. 2965 onder geregelde scheikundige Controle van Dr. J. J. HOFMAN, Den Haag. Ouders verzuimen vooral niet hun kinderen het krachtgevende Preparaat LEKRAGEEN te geven. In verschillende Kinderziekenhui zen hier te lande wordt LEKRAGEEN met zeer veel succes toegepast. 3520 welke U dag en nacht kwellen, knnt Gij verdry ven door vastzittende slijm op te lossen met 3513 kasten kappen klappers E Breestraat. 28 3554 verwekken oprisping uit de maag, vele kwalen komen daaruit voort, zooals gebrek aan eetlust, verstopping, lusteloosheid en hoofdpijn. Gebruik in Uw eigen belang de FRECO's Msvagfcibletten, p. koker 60 ct. Verkrijgbaar by Drogist en Apotheek. 3523 marine-aangelegen heden mot -den gastheer, en de uitdrukking van mijn gezicht was, daar kon ik trotsch op zijn, aan een pleisterbeeld gelijk. Op hetzelfde oogenhlik opende zich de ka merdeur en de meid droeg in elke hand een blad. De kleur op Dorothea's gezichtje was toen wel het mooiste, wat er op de wereld to zien viel. Zij schonk mij één blik, en de glans in haar oogen boscheen mij als een snoodaard en als oen overwinnend vorst. Ik sto-nd van mijn stoel op. „Gastheer," sprak ik, „het plechtig oogen- blik is gekomen, waarop ik u en Dorothea's tante het nieuws mag meededen, dat zij mij toestaat u het allereerst te vertellen. Zij heeft ten langen leste er in toegestemd om mij te trouwen. Zij heeftIk keek Dorothea strak in de oogen, „zij heeft beloofd, mij binnen tien dagen te trouwen." „Hemel!" stotterde Dorothea's oom, „wat, wat gaat dio juffrouw Dwaasheid nu het vol gend oogenhlik uithalen?" Hij was een zenuwachtige oude heer, die der gelijke schokken moeilijk verdroeg; doch hij haa-lde todh tegelijk een sleutelring voor den dag en de meid dien overhandigende, hoorde ik hem deze aangename woorden zeggen: „Veel ijs vooral, denk er om!" Zijn klein vrouwtje rende schielijk op Doro thea toe en omhelsde haar en Dorothea keek over haar schouder naar mij heen cn ditmaal voeldo i'k me ids een vorst. „Ik was zoo bang, dat het die rijke Jenkins zou zijn," zuchtte hot tantetje blij; „hij was zoo erg lief tegen haar, Billy, in jouw afwezigheid. O, Dorothea, wo zijn zoo blij en zoo trotsch, jij, kleindochter van een zee-officier, nicht van een zee-officier, wordt nu zelve de vrouw van een zee-officier." „Ik zie niet in, dat dit iets is, waarop men troitsch moet zijn," zei Dorothea, oen tikje ner veus; maar toch bleef zij Dorothea, toen ze zei: „Het ging om dollars tegen pannekoeken, en Billy zou ten slotte wel winnen.'' „Nog maar twaalf uren," zuchtte Dorothea droevig, „en. dan ben ik weduwe." „Zóó erg nog niet, lieveling." „Nu, veel onderscheid zie ik er niet in* Het was de laatste avond vóór mijn vertrek; den volgenden morgen zou. ik haar naar haar familie brengen en zetve uitvaren. Onze huwe lijksreis Rep ten einde. Ik zag naar de lokjes haar, die tegen mijn blauwe huis aan krulden, zij zag er jonger uit -dan ooit. „Ik zou bijna wensohen een muffe landrot te zijn, ergens op' een kantoor," sprak $k gedrukt. „Nonsens!" barotto Dorothea wpomtwaardigd nit; „jij eon tendntf - H'"* V I „Ja, maar als jij dien rijken Jenkins hadt gotxouwd, dan zou je nu niet alleen zijn." „Zou ik niet? Wat begrijp je Dorothea nog weinig, zelfs ondanks je dubbelhartigheid bob ik je lief..-.." „Mijn.wat?" t j „Jo dubbolhaitiigheid, man!" „Ik. begrijp je niet, Dorothea." „Nu, eens voor goed," zoi ze en de tranen maakt en plaats voor een lach, „nu we getrouwd zijn, mag je toch wel weten, dat ik heel best begrepen heb, wat cr met dien zilver-dollar ge beurde, dien avond bij de Commodore's. Ik be doel dien dollar, dien jij door het keukenraam Mary toestopte, voordat je den moestuin ging bekijken Dwazo jongen, dacht jc nu heusch, dat ik de wafelen al niet had geroken op liet oogen- blik, dat wo het huis binnenstapten? En later niet begreep, hoe dio pannekoekjes binnen kwamen?" „Dorothea," bekende ik weemoedig, „ik zie, het spel is uit; het is waar, ik heb je gewonnen met een zilver-dollar." „En pannekoekjos," voegde zij er aan toe. „O, Billy", fluisterde zij mij zacht in bet oor, „ik ben zoo heel, heel blij, dat je die grap uit haalde. „En dien dollar bozat, liefste," vulde ik aan. De vork. Er bestaat neig geen zekerheid omtrent den datum, waarop de vork in gebruik is geno men. Wel weet men, dat in 1050 de schoon dochter vsfi don doge van Venetië, Oxsoleolo, er te Koels!antinopcl mee at, waardoor zij veel verontwaardiging wekte, want men be schouwde die nieuwigheid als iets duivelsch. Pierre Damicn beschrijft dit feit met groote ontsteltenis en nadat hij heeft verteld, hoe de Venctiaanscne prinses, in plaats van mot haar vingers te eten, een gouden voTkje ge bruikte, voegt hij or aan boo „Maar de almachtige God leerde aan deze vrouw, hoe noodlottig haar trots was, want zij zwaaide 'het zwaard der goddelijke recht vaardigheid boven haar cn dééd 'haar lichaam tot bederf ovortgaan". De waarheid is, dat de schoondochter van den doge en haar man in 1050 aah de pest stiervcëi, waaraan trouwens duizend anderen 'heengingen, die altijd met hun vingers had den gegoten Het conservcercn van vleesch. De oorlog zoo lozen wij in een Duitsch blaadje heeft ons, huisvrouwen, voor allerlei groote on kleine vraagstukken gesteld. Eén daarvan is: de voorraden en genotmiddelen friscih on smakelijk te houden. Bij de hooge prijzon in Duitschland! koopen wij ons vleesch meestal op de markt, of daar, waar zich toevallig oen gunstige gelegenheid aanbiedt. Wjj zijn dan bij het tegenwoordige dure leven wel eens verplicht het gekochte vleesch over eonige dagen te verdoelen of voor don Zondag to be waren. Om het oenige dagen frisch te houden gebruikten wij vroeger ijs Maar ijs is ook al duur en niet altijd gemakkelijk te krijgen. Ik gebruik nu een eenvoudig middel, om het vleesch frisch te houden en bederf tegen te gaan. Dat middeltje heb ik al eenige jaren ge bruikt en kan ik anderen aanbevelen. Men wikkelt bet vleesch zorgvuldig ©n goed afgesloten in schoon wit papier en daarom hoen gaan vijf veilen behoorlijk zindelijk kranten papier, zoodat het vleesch luchtdicht afgesloten is. Zóó ingepakt legt men het op oen koele don kere plaats. Het vleesch blijft dan verscheidene dagen zoo frisch of hei zoo uit den winkel komt. Pröboor liet! Het antiseptisch vermogen van tabaksrook. Wij lezen in „De Gezondheid": Eons was er een tijd, dat alle doctoren hot unaniem oens waren over do giftigheid van de tabak (hart, hersenen, gezicht, maag). Hierop volgde een periode, waarop sommige dezer prin cipes werden bestreden, en Martin DamonTetto zei, dat de resoihtie van tabak een alge me ene opweMcing gaf: de hersenen werden werkzamer. Het derde stadium is actueel; men hoeft nJ. be weerd, dat de tabaksrook een desinfeoteerende werking uitoefent op do mondholte, luchtwegen en het maagdarmkanaal. De Italiaansohe professor Pantoni, 'te Rome, vond, dat tabaksrook hij proeven met cultures" van allerlei micro-organismen een duidelijk dtesinfecteerenden invloed uitoefende op enkele paöhogeno ziektekiemen, die in de mondholte kunnen voorkomen, n.l. op den cholera-bncU, den bacil der influenza (Pfeiffer) en den coccus voor de epidemische hersenvliesontsteking. De typhusbacil echter, alsmede die dor diphtheria en der tuberculose, worden niet door tabaksrook beittvloèid. Zonder partij te kiezen vóór of tegen do ta bak, wijst Bouqjuet cr toch op in do „Monde médical' van 1 October 1921, dat met deze proeven in overeenstemming zijn, do waarne mingen, dat sterk rookendo soldaten gespaard bleven voor besmettelijke nekkramp in som mige kazerne-epidemieën, en dat bij d© cholera- epidemie van 1912 t© Hamburg geen enkele si garenmaker werd aangetast. Alle overdrijving schaadt. Wij kennen de huisvrouwen, die in over dreven netheid do gezelligheid hot ihuis uit drijven. In de rubridk „Door een Vrouw" waarvan wij altijd neiging hebben een lid van het amter© geslacht te verdenketo. in „De Haagsche Post" lezen wij het volgende Eén ding schijnt de tot in het uiterste op netheid gestelde vtouw te vergeten, name lijk dat zij haar huis wel buitengewoon schoon maar niet in geüijike mate aangenaam maakt. Van het „Home sweet Home blijft niet veel over voot den man, die zijn vrouw bijna niet anders als met een werkschert voer en gewapend met een stofdoek te zien krijgt. Op zichzelf zijn dit hoogst eerbiedwaardige» huisvirouwelijke attributen maar allee heeft zijn tijd. Een man ziet zijn vrouw bij voorkeur niet in werktefrfue, als hij thuiskomten haar ól tc angstvallige pogingen, om alles over dreven schoon te houden, ©n haar onophoude lijk geweeklaag over die akelige stof, dio dadelijk overal weor opligt, zóó als het is afgedaan, of haar gemopper op dé kinderen (sis die or zijn), die altijd zoo'n rommel ma ken, draagt er niet toe bij om zijn levcki te veraangenamen. Er moeten van zulke mannen zijn, bij wie zie-h langzamerhand do indruk vestigt, dat zij niet een vrouw, maar een eehconraaakster hebben getrouwd. Mot een beetje minder netheid, zij het daji al ten koste van een klein beetjo meer stof, zou het geheele gezin gebaat zijn. De vrouw in Zuid-Afrika. In een artikel in do „Times" schrijft een vrouwelijk correspondent over de „tragedy of the farmer's wife". Zij herinnert in de eerste plaats aan do opmerking van een der gouver neurs van de oude Kaapkolonie, dat hij zelden een boer van middelbaron leeftijd ontmoette, die niet voor den tweedon of derden keer gehuwd was. Reizigers door de Karoo en zelfs door do rijke gr aanlanden, waar de hoeren oorilogsfor- tuln hebben gemaakt, waren getroffen door den trcurigen aanblik van de verlaten hoeven, zon der schaduw staande op de boomloozo volden. Binnen de vier muren woont do vrouw van den boer en draagt mot zeer weinig hulp on zeer weinig gerieflijkheid do zorgen van hot dage- lijksch leven, kookt, bakt, wasoht, verstelt, ver pleegt, zorgt voor de kinderen en heeft vaak do zorg van het volk op hot veld. Haar echtgenoot voert nieuwe werktuigen en methoden in op het veld, het volt hem nooit in een paar pon den uit te geven tot verlichting van de taak zijner vrouw. Indien hel water door buizen van de „fountain" naar huis loopt, mag zij zichzelf bevoorrecht achten. Do jongere vrouwen beginnen zich te ver-» zetten. Zij zijn een belangrijke fadtor voor her vormingen. Toch hoeft de vrouw op de Zuid-Afrikaan- sche hoeve een rijk leven. Haar huishouden Is veel uitgebreider dan de vier muren van haar woning. Zij geeft medicijnen uit en houdt recht spraak. Zij leidt velerlei industrieën, de bak kerij, de kleed ingmokerij, de boterfabrioage, do inmaak van jam en pickles cn dikwijls ook do vervaardiging van zeep en kaarsen. Zij is klaar voor alle ongevallen en gebeurte nissen. Zij is zeer gastvrij voor alle bezoekers en onderhoudt goede betrekkingen met haar naaste buren, waarvan het eenvoudigste ge deelte bestaat in tennis, dans cn muziek. Haar kijk op het leven is meer practisch dan beschou wend, maar haar belangen beperken zich niet lot haar planken mot potten en pannen. Do meisjes in Zuid-Afrika hebben dezelfde oploi- dingsgelogenheid als de jongens, ja zelfs wel betere; want de middel en van het gezin worden eer gebruikt om het meisje dan om den jongen op school te houden. Nadat zij van school is, blijft het meisje zelden thuis. In do stad blijft zij gewoonlijk voordat zij trouwt typen in open baren dionat of op oen bureau. Zij gaat ook wel bij het onderwijs on wordt dan betaald voor haar bevoegdheid en ontvangt, als zij haar lijd uitdient, pensioen. Meisjes, dio oen carrière verlangen, worden verpleegster of gaan naar do universiteit. Van de 3292 studenten, dio than3 aan de universiteit studeeron, zijn er 832 vrou wen. Do meeste vrouwen, die van de universi teit komen, geven onderwijs. Enkele krijgen ambten als lector, botanicus aan landbouw of andere departementen. Enkelo studeeron in do medicijnen. De vrouwelijke dokters vinden steeds meer to doen ook in gemeentelijke en rijksdienst bij kinderverzorging, enz. Kaapstad en Bloem fontein hebben ieder een vrouwelijk dokter hij den gemeentelijken staf Eén van do twee in specteurs van de gezondheidsdienst in de Kaap provincie is een vrouw cn zij heeft hetzelfde salaris als haar manlijke collega. Het vooroordeel tegen huishoudelijken dienst is sterk onder do Zuid-Afrikaanschc vrouwen, zoodat bijna allo blanke dienstboden van over de zee komen. Zij worden echter alleen gebruikt in de zoor welvarende gezinnen. Een land als Zuid-Afrika, waar al het zwaro werk door kleurlingen wordt gedaan, is een ideaal land voor do vrouw om zelf een hoeve te houden, indien zij met de jongens kan op schieten. Vele vrouwen houden zolf een hoevb met goed succes. Zij moeten echter kapitaal heb ben om zelf de hoeve tc koopen, daar het voor vrouwen niet mogelijk is betaald werk tc vinden in een hoeve. Alles hij elkaar is Zuid-Afrika geen slecht land voor een vrouw, hoewel het Parlement haar het kiesrecht heeft ontzegd. Als vrouw cn moeder is er veel voor haar te doen, als zij initiatief heeft en bekwaam is. Zij mist ecuig gemak en hooger intelleotiieeie en artistieke ge noegens, maar zij kornt nauwer in aanraking met het werkelijk leven en door het vervallen van slagboom en is er een meer verscheiden en rijker verkeer mogelijk dan in andore landen*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 9