De Kruidenier. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 13 April. Derde Blad. Anno 1922* f UIT DE RIJNSTREEK. UIT DE OMSTREKEN FEUILLETON 'ALKEMADE. Maandag en Dinsdag j] heeft de keuring plaats gehad van de ingeschrevenen voor de lichting 1923 dezer qemeente; 3 personen zijn afgekeurd; 1 Was niet opgekomen, terwijl de overigen allen zijn goedgekeurd. ALPHEN. De j,Sts.-Crt." bevat de gewijzigde statuten van de gymnastiek- en scbermvereeniging „Hou-Vast" voor Ai- phen, Oudshoorn eri Aarlanderveen, thans genaamd gymnastiekver. „Hou-Vast", geves- tiga te Alphen aan den Rgn. Tot leeraar in de natuurkunde aan 't Chi*. Lyceum to Zutphen is benoemd de heer .W. C. van Geel, alhier. ,f Gemeenteraad. V7T.|~'1'' Voorzitter, do burgemeester. Secretaris de heer K. Safverda. Aanwezig waren alle leden. i De notulen van de raadsvergadering van 16 Maart j.l. werden goedgekeurd en vast gesteld. Van Ged. Staten de goedkeuring ont vangen van het raadsbesluit van 16 Maart van een wijziging in de gemeentebegroo- ting dienst 1920. Een antwoord van B. en W. op een aan merking van het raadslid dien heer De Wolff over den slechten toestand van de 'Aarkade, tusschen Aarburg en Bloemkof- straat,, luidde niet tot verbetering over te gaan daar zulks niet noodig wordt geacht. Schrijven van Ged. Staten tob intrekking van een raadsbesluit tot het verleenen van een gratificatie aan den heer Regt, daar zulks in strijd is met de wet. Van B en W. een antwoord op een vraag van het raadslid den heer N. A. C. v d. Linde om voor het terrein, dat voof woonwagens is aangewezen een hek te plaateen, dat hiertoe niet zal worden over gegaan doch dat er is besloten dat de woonwagens meer naar achteren moeten worden geplaatst, zoodat het verkeer hier door niet belemmerd wordt. Schrijven van C. de Jong omtrent de huur van een pakhuis. Idem van den heer J. Wolfers dat hij zijn benoeming tot lid ivau de 2de commissie tot wering van fichoolvorzAiim niet aanneemt en van den fLeer H. Ouderkerk dat hij zijn benoeming tot lid van <Te 3de commissie wel aan neemt en idem van den heer W. Kwaker- iaak tot lid van het Algemeen Arm- le stuur. De bcgrooting dienst 1923 van de Nuts- ambac'htsteekensohool wordt goedgekeurd. Mededeeling van de commissie van bij- Gtand voor water- en liohtbedrijven dat tot verlaging van den gas-, water- en electri- cdtcitsprijs ia overgegaan met ingang van 1 April. De gasp rijs is teruggebracht van tot 11 ets. per M3,, die der eloctriciteit 7/00r lichtgebruik van. 30 tot 28 ets. per K. \V :.U- voor krach tbediijf van 26 tot 24 ets. per. K. W .U. terwijl de prijs van het wa ter met 10 pet. ds verlaagd. Aanvragen van S. v. Veen en de wed. A. Yis om een toeslag op hun pensioen met toevoeging van B. en W. hierover gunstig te beschikken. Aldus besloten. Een adres van P. v. Leer en v. Gemeren, een verzoek inhoudende weder hun kra men op heb marktplein te mogen plaat sen daar de v. Boetselaerstraat te smal is. Wordt gerenvoveerd naar B. en W. om advies. Punt 1 van de agenda: Voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op het. adres van L. Sohoutcn alhier, houdende verzoek tot intrekking van het tapverbod. Do heer Ranke vindt het tapverbod be slist onrechtvaardig; de vergunninghou ders moeten hun vergunningsrechten beta len, zij betalen evenals de andere inwo ners hun belasting en hebben daarom ge lijke rechten. Daarom vindt spr. het zeer onbillijk dat zij op de 2 drukste dagen niet mogen tappen. Uit het eene oogpunt be- sohouwd wil de heer De Wolff het voorsta» van B. en W. steunen doch aan den ande ren kant is het toch onbillijk en wil epr. hiervoor een vergoeding verleenen. De heer Den Hertog wil de tappers vrijlaten wanneer iemand wil drinken zal hij wel voldoende inslaan, c?an kan er wel van erger drankmisbruik sprake zijn. De heer Hemgreoa vraagt het woord, spreker vincTfc dab wanneer het tapverbod wordt ingetrokken, de 9 uur sluiting, de Zon- dagsslniting enz. ook wel van de baan kun nen worden gesohovcn. Dit gaat echter niet en hij zal daarom voor heb voorstel B. en W. stemmen. Dib wordt aangeno men met 105 stemmen, tegen de heeren Ranke, v, Dijk. Den Hertog, Rijlaarsdam en v d. Linde. Omtrent het voorstel B. en W. tot beta ling aan het Grondbedrijf van f 15,000 zijn de do koopsom van den grond, welke bij raadsbesluit van 20 Mei 1920 is verkooht. aan de bouwvereeniging „Volksbelang" vraagt de heer Van Dam of het grondbe drijf of de gemeente heb rente verlies be taalt, daar d!e gemeente dit geld ontvangt tegen 6 pet. terwijl heb grondbedrijf 4^ pet. vergoedt. De voorzitter antwoordt dat het op het zelfde neerkomt daar het grondbedrijf een gemeentebedrijf is. Na eenige discussie wordt heb voorstel B. en W. in stemming gebracht en aangenomen met 12 togen 3 stemmentegen do heeren v. Dam, Hera- green en Noomen. Het voorstel van B. en W. om de petro leumverlichting in do Ridderbuurt te ver vangen door een electrischo verlichting wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Verder wordt behandeld het voorstel van B. cn W. tot beschikbaarstelling van schoollokalen ten behoeve van d/e verceni- ging VOO.* Ohr. Lager Landbouwonderwijs. De lieer Rijlaarsdam brengt dank aan het ooilege van B, en W. voor de medewerking hieromtrent. De heer Den Hertog vindt 't zoo vreemd dat B. en W. zoo bereidwillig waren dadelijk deze localiteiten beschik baar te stellen, terwijl do neutrale vcreeni- g in gen ook zelf voor verwarming, verlich ting, onderhoud etc. moeten zorgen. Do voorzitter wil hierover niet debat-teeren doch deelt mede dat deze localiteiten op dezelfde conditiën zijn gegeven als voor alle andere vereenigingen. Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangeno men met 12 tegen 3 stemmen, tegen de heeren Den Hertog, v. d. Linde en De Wolff. Met het voorstel van B. ën W., inzake beschikbaarstelling van localiteit voor tij delijke schoolruimte ten behoeve van do vereen, tot stichting en instandhouding van een school met- uitgebreid leerplan, waarin het onderwijs Gods woord tot grondslag heeft gevestigd, kan de heer v. Dijk zich niet vereenigen. Daar het slechts tijdelijk is wil het spr. voorkomen dat de localiteit van de gemeente-ontvan ger ruim voldoende is en hiermede zou men onkosten voorkomen. Wethouder Van Leeuwen zegt dat liet Dag. Bestuur hier niet tegen is, doch de inspecteur van heb Lager Onderwijs heeft geadviseerd dat die 1 cecali teat te klein is. De heer v. Dijk blijft bij zijn meening cn wil het toch, daar het voor korten tijd is, probeeren. Het voor stel B. en W. wordt aangenomen met 9 to gen 6 stemmen, tegen de heeren v. Dijk, De Wit, Den Hertog, v. d. Linde, Ranke en De Wolff. Het voorstel van B. en W. tot het nemen van een prinoipieele beslissing inzake ver huring van de tegenwoordige trouwzaal voor kantoren van do Inspectiën der directe belastingen tot aanwijzing van hot Raadhuis als gebouw voor huwelijksvol trekking wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. De heer De Wolff wil het aanleggen van straten in het Burgemeester Visser- park niet zooals het voorstel B. en W. luidt openbaar aanbesteden, doch in eigen beheer uitvoeren, daar het z. i. veel voor- deeliger is. Do heer v. Dijk wil hiertoe nog niet overgaan, doch dit uitvoeren wanneer het noodzakelijk isdit zal de ge meente onnoodig op kosten brengen. Wethouder Vlasman zegt dat het be slist noodig is. (Wordt vervolgd.) OUDE-WETER1NG. Een motorboot, die bovendien nog een pleiziervaartuig ach ter zich sleepte, geraakte Dinsdagmiddag defect aan de machine. Door den storm liep de boot op de kade van het Braasse- mermeer, beliep eenige schade, en kon na enkele uren vertraging weer zijn weg ver volgen. Een Iogéetje van den heer B., alhier, ge raakte Woensdagmiddag met fiets en al te water. Gelukkig kwam er spoedig hulp opdagen, zoodat èn jongedame èn fiets be houden op het droge kwamen. - ROELOFARENDSVEEN. Den laat- sten tijd kwamen er geregeld klachten in van personen, die des morgens hun konij nenhok geplunderd vonden. Zoo waren ook gistermorgen weer bij een tweetal personen de konijnen verdwenen. Na lang zoeken, kwam men tot de ontdekking, dat honden hier de dieven waren, daar een drietal der slachtoffers met afgebeten nek was gevon den. Nu tracht men uit te vindeD, wie de eigenaars zijn van de konijncumoordenartrs. Hoe gevaarlijk het is, zijn rijwiel on beheerd te laten staan, is ook nu weer eens gebleken. Een bediende van de Mij. ,,De .Veluwe", uit Leiden, liet even zijn trans portrijwiel, beladen met "eieren en boter, op den weg staan, om enkele klanten te gaan bedienen. Eenige jongens, die de fiets zagen staan, wilden wel eens probeeren, of zoo'n ding moeilijk te hanteeren was, met het gevolg, dat zij de koers kwijt raak ten, en rijwiel, eieren, enz. in de Veenwc- tering terecht kwamen. Het mocht den be diende, geholpen door eenige voorbijgan gers, slechts ten decle gelukkeD, zijn vracht je te redden: 50 eieren bleven zoek, terwijl er 25 gebroken waren. HAARLEMMERMEER. Hel staal or mei de landbouwgewassen iu dozen polder niet best voor. Vooral de nieuw uitgezaaide wintertarwe heeft het hard to verantwoorden, 't Is dan ook te hopen, dat er spoedig verandering in do weersgesteldheid ten goede komt, anders is de sohado niet te overzien. Tot hoofd van de nieuwe bijzondere school te Abbenos is benoemd do heor W. de Jong te Baarn. Mej. N. te Nieuwvennep rood Dinsdag al daar op c-on heerenrijwiel mot een schaal in de liand. Doordien de schaal uit haar hand viel cn tusschen de spakon van bet voorwiel te recht kwam. raakte ze liaar sIuut kwijt, met het gevolg, dat ze in den Vennepertocht terecht kwam. Zo wist mot moeite den overkant te be reiken en, onder het verliezen van haar schoe nen, weer op hei droge te komen. KATWIJK-AAN-ZEE. Van de trawl- visscherij kwamen Woensdag te IJmuiden aan de markt dc loggers IvW 8 met f 248; KW 25 met f 268; KW 47 met f 297KW G6 met f 213; KW 121 met f 182 cn KW 173 met f 214 besomming. De haringvisscherij iu 1922. Iu opdracht van de Anti-Revolutionaire Kiesvcreeniging „Nederland en Oranje" te Katwijk-aan-Zee heeft een deputatie een onderhoud aangevraagd met -den voorzitter van de Anti-Revolutionaire Kamerclub, ten doel hebbende: a. te wijzen op Iden hulpbehoevenden toe stand van het visschcrijbedrijfb. te onder zoeken of pogingen tot liet verleenen van steun voor Let uitoefenen van de haring visscherij in 1922 waren gedaan en indien ja, c. te verzoeken deze pogingen te steu nen. Het bovenbedoelde onderhoud heeft Vrij- dag j.l. plaats gevonden in tegenwoordig heid van de heeren mr. V. Rutgers en J. Schouten. Der deputatie is daarbij geble ken, dat nog geen maatregelen tot steun- verleening zijn genomen. Wat voor liet visscherijbëdrijf gedaan is, laat zich samenvatten in twee maatregelen. lo. Het overnemen der garanties inzake de combinatie door de rcgcering, om tö voorkomen, dat do reeders een voor een zouden worden „afgeslacht." 2o. Het bevorderen van de trawlvïs.- scherij. Voor de haringvisscherij is nog niets ge daan, maar dat komt voornamelijk omdat nog geen aannemelijk denkbeeld, dat da regeering en de Kamer kan worden voor gelegd, is geopend. Ofschoon dit niet op den weg der deputatie lag, heeft zij twee denkbeelden geopperd: een premie op lieb' varen ter haringvisscherij en een garantiet van den prijs voor de haring. Heb is edi tor aan de doputatie duidelijk geworden, dat aan een verwezenlijking van een plan in dien geest niet kan worden gedacht'* Het komt de deputatie voor, daT een plan in den geest van de steunregeling voor do trawlvissclierij de meeste kans van slagen zou hebben. Hierbij is te letteu op a. de bemanning (het aantal koppen per* schip); b. den duur der teelt; c de uen- schelijkheid, de steunregeling afhankelijk* te maken van de uitkomsten der exploita tie (geen steunverleening zonder dat heb verlies op die exploitatie is aangetoond)* d het bedrag van den steun per schip. Ter conferentie is de wenschelijklieid uit gesproken van een overleg tusschen do bij het bedrijf betrokken organisaties, om een plan te ontwerpen, dat- rekening houdt, zoo wel met de belangen van het bedrijf als met 's lands financiën. Gewezen is voorts op de omstandigheid, dat het uitvaren van dc visschersvloob een belangrijke besparing van de uitkeevingen aan werkeloozeu ten gevolge zou hebben. De deputatie sprak haar voldoening en erkentelijkheid uib over da ontvangst en betuigde haar waardeering voor den heer Jan Schouten, die het onder werp met blijkbare kennis van zaken be sprak. De afgevaardigden van het bestuur van „Nederland en Oranje" waren de heeren Jac. Guyfc, K. Haasnoot en W. C. Yelfc- kamp. De 14-jarige P. had Woensdagmiddag het ongeluk van de duo-zitting van een mo torrijwiel af te vallen. Hij was niet bij machte naar huis te loopen, en werd daar om per voertuig naar do ouderlijke woning vervoerd. Inmiddels ingeroepen medische hulp constateerde een armfractuur. Even eens vreest men voor lichte hersenschud ding. Evenals andere jaren werd ook 'dit' jaar aan dc ouders van M.U.L.O.-kinderen do gelegenheid opengesteld om de z.g. „kijkdag" bij te wonen. Een groot aantal •ouders hebben zicli niet onbetuigd gelaten. SASSENHEIM. Kerk el. b cricHL Nod.-Herv. Gom.: Goeden Vrijdag, 'a morgens' te tien uur, ds. Joh, Laurense, predikant te 5) SLOT. „Zoo! Nou, dan wenscli ik U veel plezier met uw oohi ën uw bezoek. Vlug, jongens, want wij moeten morgenochtend aan boord zijn. Wat zullen wij met den ouden man doen'F' „Bind hem op Yankee-manier vast, en geef hem er een paar dozijn op zijn rug", zei een van de zeelui. „Hoor je dat, vervloekte dief Wij zullen het leven uit je lichaam ranselen, als je niet terug geeft, wat je gestolen hebt. Waar zijn ze Ik weet, dat je ze nooit .van dc hand gedaan hebt." Mijn oom klemde zijn lippen op elkaar, en schudde zijn hoofd met een gezicht, waarin vrees en koppighed zich vermeng- 1 den. „Wil je het niet zeggen Neen 1 Dat zullen wij wel eens zien! Maak hem klaar. Jim!" Eén van de zeelui greep mijn oom en trok zijn jas en hemd over zijn hoofd uit. Hij zat ineengezakt op zijn stoel; zijn lichaam vol vetplooien, die beefden van koude en schrik. ..En nu op met hem naar een van die haken". Er waren aan den muur eenige haken waaraan het gerookte vleesch gewoonlijk liing. De zeelui bonden mijn oom met zijn polsen aan een haak vast. Toen gespte één .van hen zijn leeren gordel af. „Met het gesp-eind, Jim", zei de kapï- ten. ,;Gcef hem met de gesp." „Lafaards!" riep ik. „Een ouden man tc slaan „Wc zullen den jongen zoo ook wel onderhanden nemen", zei hij met een boos- aardigen blik naar mijn hoek. „Nou, Jim, leg den riem over zijn rug!" „Geef hem nog één kans!" riep één van de anderen. „Ja, ja", bromden er nog twee. ,Geef die kwal nog één kans". „Als-je nou weekhartig wordt, kan je 'ze wel lieelemaal opgeven", zei de kapi tein. „Het een of het ander! Je moet het uit hem ranselen, of je moet opgeven wat je zooveel moeite .gekost heeft om te krij gen, en wat je levenslang tot een heer zal niaken. jullie allemaal. Er zit niets an ders op. Noit, wat moet het zijn!" „Geef ze hem dan maar!" riepen zii Wild. J - „Ga op zij Do riem zwiepte door 'de lucht, toen de luan hem achterover haalde. Maar mijn oom schreeuwde al vóór de 6'ag viel. „Ik kan het niet verdragen!" riep hii. •■Maakt me los!" Z'j deden hem de touwen van de polsen, en hij trok zijn jas over zijn dikke, ronde schouders. De zeelui stonden om hem heen met gespannen nieuwsgerighed op him bruine gezichten. „Je speelt niet met ons!" riep de man met de vlekken. „Wij zullen je aan stukjes breken, als je ons voor den gek houdt. Zeg op! Waar zijn ze?" „In mijn slaapkamer"* „Waar is die i„Hier boven „En waar zijn ze daar „In een hoek van het eikenhouten kastje bij het bed". m De zeelui stormden naar de trap, maar do kapitein riep hen terug. „Wij laten dien sluwen ouden vos niet achter. Kijk, nou trekt hij een spijtig ge zicht! Ik geloof, dat je probeert, je anker te laten schieten. Hier, jongens, bindt hem vast en neemt hem mee". Met een verward getrappel van voeten etormden zij de trap op, mijn oom met hen, meetrekkend. Ik was alleen. Mijn handten waren gebonden, maan mijn voe ten niet. Als ik don weg kon vinden over de heide, zooi ik de politie kunnen roepen en de sohuitkeu kurncn laten vangen, vóór zij de zee bereikten. Een oogonbJik aarzelde ik, of ik mijn oom in dien bcnar- den toestand alleen mocht laten. Maar ik zou hem of in het ergste geval zijn eigendom van meer dienst, zijn, als ik ging dan wanneer ik bleef. Ik rende naar de voordeur, die nog open stond, cn juist toen ik die bereikte, hoorde ik boven me een gil, een berekend, splinterend geluid, cn toen, tc midden van een koor van kre ten, viel een zwaar lichaam met een af- Echuweiijken plof vlak voor mijn voeten. Nooit, zoolang ik leef, zal ik dat vree- Belijkc geluid van dien smak vergeten. En dan, vlak voor me, in de streep licht, dae> door de open deur viel, lag mijn onge lukkige oom, zijn kaal hoofd naar zijn eenen schouder gekeerd, als de omge draaide kop van een kip. Bij den eersten aanblik zag ik, dat hij zijn nek gebroken had en dat hij dood was. De zeelui, die do trap waren afgestormd en nu in de dour opeen gepakt om mij heen stonden, begrepen bijna even gauw- als ik wat er gebeurd! was. „Dat hebben wij niet gedaan, heer schap," zei één van hen tot me. „Hij is zelf uit het raam gesprongen. Dat is de waar heid. Geef er ons niet de schuld van." „Hij dacht, dat hij ons kwijt kon ra ken, als hij maar eens in het donker was, begrijpt u?" zei een andër. „Maar hij kwam met zijn hoofd naar beneden en brak zijn nek." „En het is een gezegend toeval ook," riep het bende-hoofd met een wilden vloek! „Ik zou het voor hem gedaan heb ben, als hij zelf niet de leiding had geno men. Bega geen vergissing, jongen dat beteekent moord, en wij zijn er allen ver antwoordelijk voor. Er zit maar één dong op; ons samen te laten ophangen, of er één op te hangen. Er ds maar één ge tuige Hij keek naar mij met zijn boosaardige oogjes, en ik zag, dat hij iets had, dat glinsterde hetzij een mes of een revol ver in den binnenzak van zijn pijjek ker. Twee van de mannen schoven tus schen ons in. „Kalm aan, kapitein," zei één van hen. „Als deze oude man zijn dood gevon den heeft, dlan is het onze schuld niet. Het ergste, wat wij met hem voor had den, was hem het vel van zijn rug te ha len. Maar wat dezen jongen man betreft, tegen hem hebben wij niets." „O, dwaas! Al heb jij niets tegen hem, hij heeft wel wat tegen jou. Hij zal alles vertollen, als je hem ndet tot zwij gen brengt. Het gaat om zijn leven of om het onze, maak jo daarover geen illusies." „Ja, ja, de kapitein heeft het meeste verstond van ons. Laten wij dus doen wat hij zegt," riep een ander. Mijn kampioen, de man met de oorrin gen, dekte mij echter met zijn breede borst, en zwoer, dat niemand mij met een vinger zou aanraken. De anderen waren verdeeld en mijn lot zon misschien geleid hebben tot een twist onder hen, toen de kapitein plotseling een kreet van verbazing gaf, die door de heelo bende werd herhaald. Ik volgde hun oogen en wijzende vingers en dit was het, wat ik zag: Mijn oom .lag met uitgestrekte beenen en de manke voet was het verste van ons af. Rondom dien voet schitterden een twaalftal voorwerpen in het gele licht, dat door de open deur viel. Do kapitein nam de lantaarn, en hield die dichter bij. De dikke houten zool was stukgeslagen in den val, en liet bleek nu, dat zij een holle doos was geweest, waarin mijn oom zijn kost baarheden bewaarde, want het pad was bestrooid met kostbare eteenen. Ik zïag er drie van buitengewone grootte en zeker wél veertig, denk ik, van aanzienlijke waar.de. De zeelui hadden zich op den grond laten vallen en raapten ze begeerig bijeen, toen mijn vriend met de oorringen mij aan de mouw trok. „Nou heb je een kans, heerschap", fluisterde hij. „Maak, dat je weg komt, vóór er iets ergers gebeurt." Het was een verstandige wenk en ik aarzelde niet lang, om er gevolg aan te ge ven. Een paar voorzichtige stappen en ik was onopgemerkt buiten den lichtkring ge raakt. Toen zette ik het op een loopen, vallend en opstaand, en weer vallend; want iemand, die het niet geprobeerd heeft weet niet hoe moeilijk het is over oneffen grond te loopen met saamgebonden handen Ik liep en liep, tot ik bij ge brek aan adem geen voet meer kon verzetten. Maar ik had mij niet zoo behoeven te haasten, want toen ik om keek, kon ik nog in de verte het licht van de lantaarn zien, en de schaduwen van de zeelui er rondom heen. Toen ging einde lijk ook dat lichtpunt plotseling uit, en was de geheele hei in dikke duisternis gehuld. Zoo stevig was ik gebonden, dat het me öen lang halfuur en een gebroken tand kostte vóór ik mijn handen vrij had. Mijn plan was de boerderij van Purcell op te zoeken, maar onder dien donkeren hemel was het Noorden hetzelfde als het Zuiden en uren lang dwaalde ik rond, telkens stui tend op schapen, en zonder te weten, waar heen ik ging. Toen er eindelijk in liet Oosten weer wat licht doorbrak, en de golvende heide, grijs van de morgenmist, zich weer duide lijk afteekende, bemerkte ik, dat ik dicht bij Purcell's boerderij was. En bovendien zag ik tot mijn schrik vóór mij uit een man in dezelfde richting loopen. Eerst naderde ik hem met behoedzaam heid, maar vóór ik hem had ingehaald, zag ik aan den gebogen rug en den slepen den gang, dat het Enoch de knecht was, en ik was erg blij, te zieD, dat hij nog leefde. Hij was tegen den grond geslagen, en afge ranseld, zijn jas en hoed waren door de schurken meegenomen en den heelcn nacht had hij, net als ik, in de duisternis rondge dwaald, om hulp te zoeken. Hij barstte in tranen los, toen ik hem den dood van zijn meesier meedeelde, en zat op de steenen van de heide te schreien, geschokt door de harde, droge, snikken van een ouden man. „Het zijn de mannen van „De. Zwarte Mogel," zei hij. „Ja, ik dacht wel, cJat dat het ednd zou zijn." „Wie zijn dat dan vroeg ik. „Och, u bent van zijn familie", zei hij. „Hij is nu dood; ja, ja, alles is nu voorbij. Ik kan het u nu wel vertellen, nie mand beter dan ik, hoewel dto oude Enoch tot nu toe zijn mond hield, als zijn mees ter hem niet zoi te spreken. Maar zijn r.eef, die hem in het uur van nood kwam helpen ja, ja, mijnheer John, u behoort het te weten. Do zaak zat zooUw oom had een krui denierszaak in Stepney, maar hij had ook nog een andoTe zaak. Hij kocht en ver kooht allerlei dingen, wanneer hij koobt, vroeg hij nooit waar het van daan kwam. Waarom zou hij ook? Dat was iets, dfab hem niet aan ging, wel? Als de menschen hem een juweel of wat zilver brachten, wat ging het hem dan aan, waar zij het van daan hadden? Dat is een gezonde opvatting, en het moest naar mijn meening ook zoo in de wet staan. In ieder geval pasten wij dat toe in Stepney. Op een goeden dag kwam er een stoom boot van Zuid-Afrika, die op zee verging. Dat werd ten minste gezegd, en d'o verze kering betaalde bet geld. Zij liadl een partij heel mooie diamanten aan boord, zoo heette het. Kort daarna kwam de brik „De Zwarte Mogol" in de haven van Londen, en haar papieren waren geheel in orde en toonden, dat zij van Port-Elisa- beth kwam met een lading huidien. De kapitein, die Elias heette, kwam toen zij'n meester opzoekenen wat denlct u wel', clat hij had to verkoop en Wel, mijnheer, ik raag mijn leven lang in zonde blijven, als hij ndet een partij diamanten had, die precies zoo waren als die, welke aan boord van de Afrikaansche boot waren verlorenl gegaan. Hoe hij daar aan kwam? Ik weet het niet. Mijn meester wist het ook niet, en hij deed ook geen moeite, om het te wetecm te komen. De kapitein wilde graag, om redenen, die hij voor zioli hield, ze op een veilige plaats brengen, en daarom gaf E5j ze aan mijn meester, zoo op de manier, waarop je iets in een Bank brengt. Maar mijn meester had' tijdl gehad, om er ge hecht aan tc raken, en hij vertrouwde oofc niet den handel van „De Zwarte Mogol"; en toen de kapitein kwam om ae tc halen1, zei mijn meester, dat ze maar zijn mee- ming liet best in zijn honden bleven. Ver sta mo wel, ik verdedig het niet, maar dat was wat mijn meester tegën kapitein Elias zei in hot kantoortje in Stepney. En zoo kwain het, dat hij zijn been en drie ribben brak. De kapitein draaide er dc gevangenis* voor in en toen mijn meester weer in staat was om rond tc loopen, meende hij, dat hij vijftien jaar rust zou hebben, en kwam' van Londen hier naar deze-afgelegen plek, omdat hij bang was voor dc zeelui. Maar na vijf jaar werd de kapitein vrijgelaten, esn die zat hem dadelijk weer na, met zoo veel van zijn manschappen, als hij bijeen kon brengen. U zult vragen, waarom wij dan de politie niet riepen. Ooh, er zitten, daar ook twee kanten aan, en uw oom hield evenmin als Elias van do politie.' Maar zij hebben hem ingesloten, zooals u zelf gezien hebt, en de eenzaamheid, waar van hij veiligheid verwachtte, is zijn on dergang geworden. Want, hij is hardvoch tig voor menigeen geweest, maar hij was een goedo meester, en ik zal er zoo een. wel niet meer krijgen." Een enkel woord tot slot. Een vreemde kotter, dien men al een paar dagen langs do kust had zien zwerven, werd dien mor gen gezien, de Ierscho zee over varend, en het vermoeden ligt voor de hand, dat Elias en zijn mannen daar aan boord wa ren. In ieder geval heeft men na dien tijd nooit meer iets van hen gehoord. Bij het gerechtelijk onderzoek bleek, dat mijn oom in do laatste jaren als een vrek had doorgeleefd, en slechts weinig had achtergelaten. Alleen de wetenschap, dat hij dien schat bezat, welken hij op zulk een buitengewone manier bij zich droeg, scheer* d'o vreugde van zijn leven to zijn geweest en hij had nooit, voor zoover wij verna- toen, getracht zijn diamanten te verkoo- pen. Bijgevolg werd voor zijn elechte repu tatie geen verzoening gekregen door een! of andere, edelmoedigheid na zijn dood, ert zijn familie, die eveai geërgerd was door eijn leven als door zijn dood, heeft alle herinnering aan deai manken kruidender van Stepney begraven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 9