De Kruidenier.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 13 April.
Derde Blad. Anno 1922*
f UIT DE RIJNSTREEK.
UIT DE OMSTREKEN
FEUILLETON
'ALKEMADE. Maandag en Dinsdag
j] heeft de keuring plaats gehad van de
ingeschrevenen voor de lichting 1923 dezer
qemeente; 3 personen zijn afgekeurd; 1
Was niet opgekomen, terwijl de overigen
allen zijn goedgekeurd.
ALPHEN. De j,Sts.-Crt." bevat de
gewijzigde statuten van de gymnastiek- en
scbermvereeniging „Hou-Vast" voor Ai-
phen, Oudshoorn eri Aarlanderveen, thans
genaamd gymnastiekver. „Hou-Vast", geves-
tiga te Alphen aan den Rgn.
Tot leeraar in de natuurkunde aan 't
Chi*. Lyceum to Zutphen is benoemd de
heer .W. C. van Geel, alhier.
,f Gemeenteraad. V7T.|~'1''
Voorzitter, do burgemeester. Secretaris
de heer K. Safverda. Aanwezig waren alle
leden. i
De notulen van de raadsvergadering van
16 Maart j.l. werden goedgekeurd en vast
gesteld.
Van Ged. Staten de goedkeuring ont
vangen van het raadsbesluit van 16 Maart
van een wijziging in de gemeentebegroo-
ting dienst 1920.
Een antwoord van B. en W. op een aan
merking van het raadslid dien heer De
Wolff over den slechten toestand van de
'Aarkade, tusschen Aarburg en Bloemkof-
straat,, luidde niet tot verbetering over te
gaan daar zulks niet noodig wordt geacht.
Schrijven van Ged. Staten tob intrekking
van een raadsbesluit tot het verleenen
van een gratificatie aan den heer Regt,
daar zulks in strijd is met de wet.
Van B en W. een antwoord op een
vraag van het raadslid den heer N. A. C.
v d. Linde om voor het terrein, dat voof
woonwagens is aangewezen een hek te
plaateen, dat hiertoe niet zal worden over
gegaan doch dat er is besloten dat de
woonwagens meer naar achteren moeten
worden geplaatst, zoodat het verkeer hier
door niet belemmerd wordt.
Schrijven van C. de Jong omtrent de
huur van een pakhuis. Idem van den heer
J. Wolfers dat hij zijn benoeming tot lid
ivau de 2de commissie tot wering van
fichoolvorzAiim niet aanneemt en van den
fLeer H. Ouderkerk dat hij zijn benoeming
tot lid van <Te 3de commissie wel aan
neemt en idem van den heer W. Kwaker-
iaak tot lid van het Algemeen Arm-
le stuur.
De bcgrooting dienst 1923 van de Nuts-
ambac'htsteekensohool wordt goedgekeurd.
Mededeeling van de commissie van bij-
Gtand voor water- en liohtbedrijven dat tot
verlaging van den gas-, water- en electri-
cdtcitsprijs ia overgegaan met ingang van
1 April. De gasp rijs is teruggebracht van
tot 11 ets. per M3,, die der eloctriciteit
7/00r lichtgebruik van. 30 tot 28 ets. per K.
\V :.U- voor krach tbediijf van 26 tot 24 ets.
per. K. W .U. terwijl de prijs van het wa
ter met 10 pet. ds verlaagd.
Aanvragen van S. v. Veen en de wed.
A. Yis om een toeslag op hun pensioen
met toevoeging van B. en W. hierover
gunstig te beschikken. Aldus besloten.
Een adres van P. v. Leer en v. Gemeren,
een verzoek inhoudende weder hun kra
men op heb marktplein te mogen plaat
sen daar de v. Boetselaerstraat te smal is.
Wordt gerenvoveerd naar B. en W. om
advies.
Punt 1 van de agenda: Voorstel van B.
en W. om afwijzend te beschikken op het.
adres van L. Sohoutcn alhier, houdende
verzoek tot intrekking van het tapverbod.
Do heer Ranke vindt het tapverbod be
slist onrechtvaardig; de vergunninghou
ders moeten hun vergunningsrechten beta
len, zij betalen evenals de andere inwo
ners hun belasting en hebben daarom ge
lijke rechten. Daarom vindt spr. het zeer
onbillijk dat zij op de 2 drukste dagen niet
mogen tappen. Uit het eene oogpunt be-
sohouwd wil de heer De Wolff het voorsta»
van B. en W. steunen doch aan den ande
ren kant is het toch onbillijk en wil epr.
hiervoor een vergoeding verleenen. De
heer Den Hertog wil de tappers vrijlaten
wanneer iemand wil drinken zal hij wel
voldoende inslaan, c?an kan er wel van
erger drankmisbruik sprake zijn. De heer
Hemgreoa vraagt het woord, spreker
vincTfc dab wanneer het tapverbod wordt
ingetrokken, de 9 uur sluiting, de Zon-
dagsslniting enz. ook wel van de baan kun
nen worden gesohovcn. Dit gaat echter
niet en hij zal daarom voor heb voorstel
B. en W. stemmen. Dib wordt aangeno
men met 105 stemmen, tegen de heeren
Ranke, v, Dijk. Den Hertog, Rijlaarsdam
en v d. Linde.
Omtrent het voorstel B. en W. tot beta
ling aan het Grondbedrijf van f 15,000 zijn
de do koopsom van den grond, welke bij
raadsbesluit van 20 Mei 1920 is verkooht.
aan de bouwvereeniging „Volksbelang"
vraagt de heer Van Dam of het grondbe
drijf of de gemeente heb rente verlies be
taalt, daar d!e gemeente dit geld ontvangt
tegen 6 pet. terwijl heb grondbedrijf 4^
pet. vergoedt.
De voorzitter antwoordt dat het op het
zelfde neerkomt daar het grondbedrijf een
gemeentebedrijf is. Na eenige discussie
wordt heb voorstel B. en W. in stemming
gebracht en aangenomen met 12 togen 3
stemmentegen do heeren v. Dam, Hera-
green en Noomen.
Het voorstel van B. en W. om de petro
leumverlichting in do Ridderbuurt te ver
vangen door een electrischo verlichting
wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Verder wordt behandeld het voorstel
van B. cn W. tot beschikbaarstelling van
schoollokalen ten behoeve van d/e verceni-
ging VOO.* Ohr. Lager Landbouwonderwijs.
De lieer Rijlaarsdam brengt dank aan het
ooilege van B, en W. voor de medewerking
hieromtrent. De heer Den Hertog vindt 't
zoo vreemd dat B. en W. zoo bereidwillig
waren dadelijk deze localiteiten beschik
baar te stellen, terwijl do neutrale vcreeni-
g in gen ook zelf voor verwarming, verlich
ting, onderhoud etc. moeten zorgen. Do
voorzitter wil hierover niet debat-teeren
doch deelt mede dat deze localiteiten op
dezelfde conditiën zijn gegeven als voor
alle andere vereenigingen. Het voorstel
wordt in stemming gebracht en aangeno
men met 12 tegen 3 stemmen, tegen de
heeren Den Hertog, v. d. Linde en De
Wolff.
Met het voorstel van B. ën W., inzake
beschikbaarstelling van localiteit voor tij
delijke schoolruimte ten behoeve van do
vereen, tot stichting en instandhouding
van een school met- uitgebreid leerplan,
waarin het onderwijs Gods woord tot
grondslag heeft gevestigd, kan de heer v.
Dijk zich niet vereenigen. Daar het
slechts tijdelijk is wil het spr. voorkomen
dat de localiteit van de gemeente-ontvan
ger ruim voldoende is en hiermede zou
men onkosten voorkomen. Wethouder Van
Leeuwen zegt dat liet Dag. Bestuur hier
niet tegen is, doch de inspecteur van heb
Lager Onderwijs heeft geadviseerd dat die
1 cecali teat te klein is. De heer v. Dijk blijft
bij zijn meening cn wil het toch, daar het
voor korten tijd is, probeeren. Het voor
stel B. en W. wordt aangenomen met 9 to
gen 6 stemmen, tegen de heeren v. Dijk,
De Wit, Den Hertog, v. d. Linde, Ranke
en De Wolff.
Het voorstel van B. en W. tot het nemen
van een prinoipieele beslissing inzake ver
huring van de tegenwoordige trouwzaal
voor kantoren van do Inspectiën der
directe belastingen tot aanwijzing van hot
Raadhuis als gebouw voor huwelijksvol
trekking wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De heer De Wolff wil het aanleggen
van straten in het Burgemeester Visser-
park niet zooals het voorstel B. en W.
luidt openbaar aanbesteden, doch in eigen
beheer uitvoeren, daar het z. i. veel voor-
deeliger is. Do heer v. Dijk wil hiertoe
nog niet overgaan, doch dit uitvoeren
wanneer het noodzakelijk isdit zal de ge
meente onnoodig op kosten brengen.
Wethouder Vlasman zegt dat het be
slist noodig is.
(Wordt vervolgd.)
OUDE-WETER1NG. Een motorboot,
die bovendien nog een pleiziervaartuig ach
ter zich sleepte, geraakte Dinsdagmiddag
defect aan de machine. Door den storm
liep de boot op de kade van het Braasse-
mermeer, beliep eenige schade, en kon na
enkele uren vertraging weer zijn weg ver
volgen.
Een Iogéetje van den heer B., alhier, ge
raakte Woensdagmiddag met fiets en al
te water. Gelukkig kwam er spoedig hulp
opdagen, zoodat èn jongedame èn fiets be
houden op het droge kwamen. -
ROELOFARENDSVEEN. Den laat-
sten tijd kwamen er geregeld klachten in
van personen, die des morgens hun konij
nenhok geplunderd vonden. Zoo waren ook
gistermorgen weer bij een tweetal personen
de konijnen verdwenen. Na lang zoeken,
kwam men tot de ontdekking, dat honden
hier de dieven waren, daar een drietal der
slachtoffers met afgebeten nek was gevon
den. Nu tracht men uit te vindeD, wie de
eigenaars zijn van de konijncumoordenartrs.
Hoe gevaarlijk het is, zijn rijwiel on
beheerd te laten staan, is ook nu weer eens
gebleken. Een bediende van de Mij. ,,De
.Veluwe", uit Leiden, liet even zijn trans
portrijwiel, beladen met "eieren en boter,
op den weg staan, om enkele klanten te
gaan bedienen. Eenige jongens, die de fiets
zagen staan, wilden wel eens probeeren,
of zoo'n ding moeilijk te hanteeren was,
met het gevolg, dat zij de koers kwijt raak
ten, en rijwiel, eieren, enz. in de Veenwc-
tering terecht kwamen. Het mocht den be
diende, geholpen door eenige voorbijgan
gers, slechts ten decle gelukkeD, zijn vracht
je te redden: 50 eieren bleven zoek, terwijl
er 25 gebroken waren.
HAARLEMMERMEER. Hel staal or mei
de landbouwgewassen iu dozen polder niet best
voor. Vooral de nieuw uitgezaaide wintertarwe
heeft het hard to verantwoorden, 't Is dan ook
te hopen, dat er spoedig verandering in do
weersgesteldheid ten goede komt, anders is de
sohado niet te overzien.
Tot hoofd van de nieuwe bijzondere school
te Abbenos is benoemd do heor W. de Jong
te Baarn.
Mej. N. te Nieuwvennep rood Dinsdag al
daar op c-on heerenrijwiel mot een schaal in de
liand. Doordien de schaal uit haar hand viel
cn tusschen de spakon van bet voorwiel te
recht kwam. raakte ze liaar sIuut kwijt, met
het gevolg, dat ze in den Vennepertocht terecht
kwam. Zo wist mot moeite den overkant te be
reiken en, onder het verliezen van haar schoe
nen, weer op hei droge te komen.
KATWIJK-AAN-ZEE. Van de trawl-
visscherij kwamen Woensdag te IJmuiden
aan de markt dc loggers IvW 8 met f 248;
KW 25 met f 268; KW 47 met f 297KW G6
met f 213; KW 121 met f 182 cn KW 173
met f 214 besomming.
De haringvisscherij iu 1922.
Iu opdracht van de Anti-Revolutionaire
Kiesvcreeniging „Nederland en Oranje" te
Katwijk-aan-Zee heeft een deputatie een
onderhoud aangevraagd met -den voorzitter
van de Anti-Revolutionaire Kamerclub, ten
doel hebbende:
a. te wijzen op Iden hulpbehoevenden toe
stand van het visschcrijbedrijfb. te onder
zoeken of pogingen tot liet verleenen van
steun voor Let uitoefenen van de haring
visscherij in 1922 waren gedaan en indien
ja, c. te verzoeken deze pogingen te steu
nen.
Het bovenbedoelde onderhoud heeft Vrij-
dag j.l. plaats gevonden in tegenwoordig
heid van de heeren mr. V. Rutgers en J.
Schouten. Der deputatie is daarbij geble
ken, dat nog geen maatregelen tot steun-
verleening zijn genomen.
Wat voor liet visscherijbëdrijf gedaan is,
laat zich samenvatten in twee maatregelen.
lo. Het overnemen der garanties inzake
de combinatie door de rcgcering, om tö
voorkomen, dat do reeders een voor een
zouden worden „afgeslacht."
2o. Het bevorderen van de trawlvïs.-
scherij.
Voor de haringvisscherij is nog niets ge
daan, maar dat komt voornamelijk omdat
nog geen aannemelijk denkbeeld, dat da
regeering en de Kamer kan worden voor
gelegd, is geopend. Ofschoon dit niet op
den weg der deputatie lag, heeft zij twee
denkbeelden geopperd: een premie op lieb'
varen ter haringvisscherij en een garantiet
van den prijs voor de haring. Heb is edi
tor aan de doputatie duidelijk geworden,
dat aan een verwezenlijking van een plan
in dien geest niet kan worden gedacht'*
Het komt de deputatie voor, daT een plan
in den geest van de steunregeling voor do
trawlvissclierij de meeste kans van slagen
zou hebben. Hierbij is te letteu op
a. de bemanning (het aantal koppen per*
schip); b. den duur der teelt; c de uen-
schelijkheid, de steunregeling afhankelijk*
te maken van de uitkomsten der exploita
tie (geen steunverleening zonder dat heb
verlies op die exploitatie is aangetoond)*
d het bedrag van den steun per schip.
Ter conferentie is de wenschelijklieid uit
gesproken van een overleg tusschen do bij
het bedrijf betrokken organisaties, om een
plan te ontwerpen, dat- rekening houdt, zoo
wel met de belangen van het bedrijf als
met 's lands financiën. Gewezen is voorts
op de omstandigheid, dat het uitvaren van
dc visschersvloob een belangrijke besparing
van de uitkeevingen aan werkeloozeu ten
gevolge zou hebben. De deputatie sprak
haar voldoening en erkentelijkheid uib over
da ontvangst en betuigde haar waardeering
voor den heer Jan Schouten, die het onder
werp met blijkbare kennis van zaken be
sprak.
De afgevaardigden van het bestuur van
„Nederland en Oranje" waren de heeren
Jac. Guyfc, K. Haasnoot en W. C. Yelfc-
kamp.
De 14-jarige P. had Woensdagmiddag
het ongeluk van de duo-zitting van een mo
torrijwiel af te vallen. Hij was niet bij
machte naar huis te loopen, en werd daar
om per voertuig naar do ouderlijke woning
vervoerd. Inmiddels ingeroepen medische
hulp constateerde een armfractuur. Even
eens vreest men voor lichte hersenschud
ding.
Evenals andere jaren werd ook 'dit'
jaar aan dc ouders van M.U.L.O.-kinderen
do gelegenheid opengesteld om de z.g.
„kijkdag" bij te wonen. Een groot aantal
•ouders hebben zicli niet onbetuigd gelaten.
SASSENHEIM. Kerk el. b cricHL
Nod.-Herv. Gom.: Goeden Vrijdag, 'a morgens'
te tien uur, ds. Joh, Laurense, predikant te
5) SLOT.
„Zoo! Nou, dan wenscli ik U veel
plezier met uw oohi ën uw bezoek. Vlug,
jongens, want wij moeten morgenochtend
aan boord zijn. Wat zullen wij met den
ouden man doen'F'
„Bind hem op Yankee-manier vast,
en geef hem er een paar dozijn op zijn
rug", zei een van de zeelui.
„Hoor je dat, vervloekte dief Wij
zullen het leven uit je lichaam ranselen,
als je niet terug geeft, wat je gestolen hebt.
Waar zijn ze Ik weet, dat je ze nooit
.van dc hand gedaan hebt."
Mijn oom klemde zijn lippen op elkaar,
en schudde zijn hoofd met een gezicht,
waarin vrees en koppighed zich vermeng-
1 den.
„Wil je het niet zeggen Neen 1 Dat
zullen wij wel eens zien! Maak hem klaar.
Jim!"
Eén van de zeelui greep mijn oom en trok
zijn jas en hemd over zijn hoofd uit. Hij
zat ineengezakt op zijn stoel; zijn lichaam
vol vetplooien, die beefden van koude en
schrik.
..En nu op met hem naar een van die
haken".
Er waren aan den muur eenige haken
waaraan het gerookte vleesch gewoonlijk
liing. De zeelui bonden mijn oom met zijn
polsen aan een haak vast. Toen gespte één
.van hen zijn leeren gordel af.
„Met het gesp-eind, Jim", zei de kapï-
ten. ,;Gcef hem met de gesp."
„Lafaards!" riep ik. „Een ouden man
tc slaan
„Wc zullen den jongen zoo ook wel
onderhanden nemen", zei hij met een boos-
aardigen blik naar mijn hoek. „Nou, Jim,
leg den riem over zijn rug!"
„Geef hem nog één kans!" riep één
van de anderen.
„Ja, ja", bromden er nog twee. ,Geef
die kwal nog één kans".
„Als-je nou weekhartig wordt, kan je
'ze wel lieelemaal opgeven", zei de kapi
tein. „Het een of het ander! Je moet het
uit hem ranselen, of je moet opgeven wat
je zooveel moeite .gekost heeft om te krij
gen, en wat je levenslang tot een heer zal
niaken. jullie allemaal. Er zit niets an
ders op. Noit, wat moet het zijn!"
„Geef ze hem dan maar!" riepen zii
Wild. J
- „Ga op zij
Do riem zwiepte door 'de lucht, toen de
luan hem achterover haalde.
Maar mijn oom schreeuwde al vóór de
6'ag viel.
„Ik kan het niet verdragen!" riep hii.
•■Maakt me los!"
Z'j deden hem de touwen van de polsen,
en hij trok zijn jas over zijn dikke, ronde
schouders. De zeelui stonden om hem heen
met gespannen nieuwsgerighed op him
bruine gezichten.
„Je speelt niet met ons!" riep de man
met de vlekken. „Wij zullen je aan stukjes
breken, als je ons voor den gek houdt. Zeg
op! Waar zijn ze?"
„In mijn slaapkamer"*
„Waar is die
i„Hier boven
„En waar zijn ze daar
„In een hoek van het eikenhouten
kastje bij het bed". m
De zeelui stormden naar de trap, maar
do kapitein riep hen terug.
„Wij laten dien sluwen ouden vos niet
achter. Kijk, nou trekt hij een spijtig ge
zicht! Ik geloof, dat je probeert, je anker
te laten schieten. Hier, jongens, bindt hem
vast en neemt hem mee".
Met een verward getrappel van voeten
etormden zij de trap op, mijn oom met
hen, meetrekkend. Ik was alleen. Mijn
handten waren gebonden, maan mijn voe
ten niet. Als ik don weg kon vinden over
de heide, zooi ik de politie kunnen roepen
en de sohuitkeu kurncn laten vangen,
vóór zij de zee bereikten. Een oogonbJik
aarzelde ik, of ik mijn oom in dien bcnar-
den toestand alleen mocht laten. Maar ik
zou hem of in het ergste geval zijn
eigendom van meer dienst, zijn, als ik
ging dan wanneer ik bleef. Ik rende naar
de voordeur, die nog open stond, cn juist
toen ik die bereikte, hoorde ik boven me
een gil, een berekend, splinterend geluid,
cn toen, tc midden van een koor van kre
ten, viel een zwaar lichaam met een af-
Echuweiijken plof vlak voor mijn voeten.
Nooit, zoolang ik leef, zal ik dat vree-
Belijkc geluid van dien smak vergeten. En
dan, vlak voor me, in de streep licht, dae>
door de open deur viel, lag mijn onge
lukkige oom, zijn kaal hoofd naar zijn
eenen schouder gekeerd, als de omge
draaide kop van een kip. Bij den eersten
aanblik zag ik, dat hij zijn nek gebroken
had en dat hij dood was.
De zeelui, die do trap waren afgestormd
en nu in de dour opeen gepakt om mij
heen stonden, begrepen bijna even gauw-
als ik wat er gebeurd! was.
„Dat hebben wij niet gedaan, heer
schap," zei één van hen tot me. „Hij is zelf
uit het raam gesprongen. Dat is de waar
heid. Geef er ons niet de schuld van."
„Hij dacht, dat hij ons kwijt kon ra
ken, als hij maar eens in het donker was,
begrijpt u?" zei een andër. „Maar hij
kwam met zijn hoofd naar beneden en
brak zijn nek."
„En het is een gezegend toeval ook,"
riep het bende-hoofd met een wilden
vloek! „Ik zou het voor hem gedaan heb
ben, als hij zelf niet de leiding had geno
men. Bega geen vergissing, jongen dat
beteekent moord, en wij zijn er allen ver
antwoordelijk voor. Er zit maar één dong
op; ons samen te laten ophangen, of er
één op te hangen. Er ds maar één ge
tuige
Hij keek naar mij met zijn boosaardige
oogjes, en ik zag, dat hij iets had, dat
glinsterde hetzij een mes of een revol
ver in den binnenzak van zijn pijjek
ker. Twee van de mannen schoven tus
schen ons in.
„Kalm aan, kapitein," zei één van
hen. „Als deze oude man zijn dood gevon
den heeft, dlan is het onze schuld niet.
Het ergste, wat wij met hem voor had
den, was hem het vel van zijn rug te ha
len. Maar wat dezen jongen man betreft,
tegen hem hebben wij niets."
„O, dwaas! Al heb jij niets tegen
hem, hij heeft wel wat tegen jou. Hij zal
alles vertollen, als je hem ndet tot zwij
gen brengt. Het gaat om zijn leven of om
het onze, maak jo daarover geen illusies."
„Ja, ja, de kapitein heeft het meeste
verstond van ons. Laten wij dus doen wat
hij zegt," riep een ander.
Mijn kampioen, de man met de oorrin
gen, dekte mij echter met zijn breede borst,
en zwoer, dat niemand mij met een vinger
zou aanraken. De anderen waren verdeeld
en mijn lot zon misschien geleid hebben
tot een twist onder hen, toen de kapitein
plotseling een kreet van verbazing gaf,
die door de heelo bende werd herhaald.
Ik volgde hun oogen en wijzende vingers
en dit was het, wat ik zag:
Mijn oom .lag met uitgestrekte beenen
en de manke voet was het verste van ons
af. Rondom dien voet schitterden een
twaalftal voorwerpen in het gele licht, dat
door de open deur viel. Do kapitein nam
de lantaarn, en hield die dichter bij. De
dikke houten zool was stukgeslagen in den
val, en liet bleek nu, dat zij een holle doos
was geweest, waarin mijn oom zijn kost
baarheden bewaarde, want het pad was
bestrooid met kostbare eteenen. Ik zïag
er drie van buitengewone grootte en zeker
wél veertig, denk ik, van aanzienlijke
waar.de.
De zeelui hadden zich op den grond laten
vallen en raapten ze begeerig bijeen, toen
mijn vriend met de oorringen mij aan de
mouw trok.
„Nou heb je een kans, heerschap",
fluisterde hij. „Maak, dat je weg komt,
vóór er iets ergers gebeurt."
Het was een verstandige wenk en ik
aarzelde niet lang, om er gevolg aan te ge
ven. Een paar voorzichtige stappen en ik
was onopgemerkt buiten den lichtkring ge
raakt. Toen zette ik het op een loopen,
vallend en opstaand, en weer vallend;
want iemand, die het niet geprobeerd heeft
weet niet hoe moeilijk het is over oneffen
grond te loopen met saamgebonden handen
Ik liep en liep, tot ik bij ge
brek aan adem geen voet meer
kon verzetten. Maar ik had mij niet
zoo behoeven te haasten, want toen ik om
keek, kon ik nog in de verte het licht van
de lantaarn zien, en de schaduwen van de
zeelui er rondom heen. Toen ging einde
lijk ook dat lichtpunt plotseling uit, en was
de geheele hei in dikke duisternis gehuld.
Zoo stevig was ik gebonden, dat het me
öen lang halfuur en een gebroken tand
kostte vóór ik mijn handen vrij had. Mijn
plan was de boerderij van Purcell op te
zoeken, maar onder dien donkeren hemel
was het Noorden hetzelfde als het Zuiden
en uren lang dwaalde ik rond, telkens stui
tend op schapen, en zonder te weten, waar
heen ik ging.
Toen er eindelijk in liet Oosten weer
wat licht doorbrak, en de golvende heide,
grijs van de morgenmist, zich weer duide
lijk afteekende, bemerkte ik, dat ik dicht
bij Purcell's boerderij was. En bovendien
zag ik tot mijn schrik vóór mij uit een
man in dezelfde richting loopen.
Eerst naderde ik hem met behoedzaam
heid, maar vóór ik hem had ingehaald,
zag ik aan den gebogen rug en den slepen
den gang, dat het Enoch de knecht was, en
ik was erg blij, te zieD, dat hij nog leefde.
Hij was tegen den grond geslagen, en afge
ranseld, zijn jas en hoed waren door de
schurken meegenomen en den heelcn nacht
had hij, net als ik, in de duisternis rondge
dwaald, om hulp te zoeken. Hij barstte in
tranen los, toen ik hem den dood van zijn
meesier meedeelde, en zat op de steenen
van de heide te schreien, geschokt door de
harde, droge, snikken van een ouden man.
„Het zijn de mannen van „De. Zwarte
Mogel," zei hij. „Ja, ik dacht wel, cJat dat
het ednd zou zijn."
„Wie zijn dat dan vroeg ik.
„Och, u bent van zijn familie", zei
hij. „Hij is nu dood; ja, ja, alles is nu
voorbij. Ik kan het u nu wel vertellen, nie
mand beter dan ik, hoewel dto oude Enoch
tot nu toe zijn mond hield, als zijn mees
ter hem niet zoi te spreken. Maar zijn
r.eef, die hem in het uur van nood kwam
helpen ja, ja, mijnheer John, u behoort
het te weten.
Do zaak zat zooUw oom had een krui
denierszaak in Stepney, maar hij had ook
nog een andoTe zaak. Hij kocht en ver
kooht allerlei dingen, wanneer hij
koobt, vroeg hij nooit waar het van daan
kwam. Waarom zou hij ook? Dat was
iets, dfab hem niet aan ging, wel? Als de
menschen hem een juweel of wat zilver
brachten, wat ging het hem dan aan,
waar zij het van daan hadden? Dat is een
gezonde opvatting, en het moest naar mijn
meening ook zoo in de wet staan. In ieder
geval pasten wij dat toe in Stepney.
Op een goeden dag kwam er een stoom
boot van Zuid-Afrika, die op zee verging.
Dat werd ten minste gezegd, en d'o verze
kering betaalde bet geld. Zij liadl een
partij heel mooie diamanten aan boord,
zoo heette het. Kort daarna kwam de brik
„De Zwarte Mogol" in de haven van
Londen, en haar papieren waren geheel
in orde en toonden, dat zij van Port-Elisa-
beth kwam met een lading huidien. De
kapitein, die Elias heette, kwam toen zij'n
meester opzoekenen wat denlct u wel',
clat hij had to verkoop en Wel, mijnheer,
ik raag mijn leven lang in zonde blijven,
als hij ndet een partij diamanten had, die
precies zoo waren als die, welke aan boord
van de Afrikaansche boot waren verlorenl
gegaan.
Hoe hij daar aan kwam? Ik weet het
niet. Mijn meester wist het ook niet, en hij
deed ook geen moeite, om het te wetecm
te komen. De kapitein wilde graag, om
redenen, die hij voor zioli hield, ze op een
veilige plaats brengen, en daarom gaf E5j
ze aan mijn meester, zoo op de manier,
waarop je iets in een Bank brengt. Maar
mijn meester had' tijdl gehad, om er ge
hecht aan tc raken, en hij vertrouwde oofc
niet den handel van „De Zwarte Mogol";
en toen de kapitein kwam om ae tc halen1,
zei mijn meester, dat ze maar zijn mee-
ming liet best in zijn honden bleven. Ver
sta mo wel, ik verdedig het niet, maar
dat was wat mijn meester tegën kapitein
Elias zei in hot kantoortje in Stepney. En
zoo kwain het, dat hij zijn been en drie
ribben brak.
De kapitein draaide er dc gevangenis*
voor in en toen mijn meester weer in staat
was om rond tc loopen, meende hij, dat
hij vijftien jaar rust zou hebben, en kwam'
van Londen hier naar deze-afgelegen plek,
omdat hij bang was voor dc zeelui. Maar
na vijf jaar werd de kapitein vrijgelaten,
esn die zat hem dadelijk weer na, met zoo
veel van zijn manschappen, als hij bijeen
kon brengen. U zult vragen, waarom wij
dan de politie niet riepen. Ooh, er zitten,
daar ook twee kanten aan, en uw oom
hield evenmin als Elias van do politie.'
Maar zij hebben hem ingesloten, zooals u
zelf gezien hebt, en de eenzaamheid, waar
van hij veiligheid verwachtte, is zijn on
dergang geworden. Want, hij is hardvoch
tig voor menigeen geweest, maar hij was
een goedo meester, en ik zal er zoo een.
wel niet meer krijgen."
Een enkel woord tot slot. Een vreemde
kotter, dien men al een paar dagen langs
do kust had zien zwerven, werd dien mor
gen gezien, de Ierscho zee over varend,
en het vermoeden ligt voor de hand, dat
Elias en zijn mannen daar aan boord wa
ren. In ieder geval heeft men na dien tijd
nooit meer iets van hen gehoord.
Bij het gerechtelijk onderzoek bleek, dat
mijn oom in do laatste jaren als een vrek
had doorgeleefd, en slechts weinig had
achtergelaten. Alleen de wetenschap, dat
hij dien schat bezat, welken hij op zulk een
buitengewone manier bij zich droeg, scheer*
d'o vreugde van zijn leven to zijn geweest
en hij had nooit, voor zoover wij verna-
toen, getracht zijn diamanten te verkoo-
pen.
Bijgevolg werd voor zijn elechte repu
tatie geen verzoening gekregen door een!
of andere, edelmoedigheid na zijn dood, ert
zijn familie, die eveai geërgerd was door
eijn leven als door zijn dood, heeft alle
herinnering aan deai manken kruidender
van Stepney begraven.