Van Poesjes en Kuikentjes. Meeuwen. Hoe Loes haar Aard rijkskundeles leerde. Van alles wat. ANEKDOTES. Wh belangrijk genoeg om de beele familie tot laat in den avond bezig to bouden. Toen alles gevonden was, werd bet Cc-luk oaar zijn kamer gebracht. Hij deed de deur dicht en weldra boorden zij, bem net een vnoolijken sprong in zijn bed rollen. Zelf waren zij naar den zolder gegaan, gelukkig en vol verwachting, wat er den volgenden dag gebeuren zou. Weldra was bet geheele 'buisje in diepe rust en kon men duidelijk de geluiden buiten hooron. De takken zwiepten been en weer door den wind,- en de regen tikte tegen bet dakvenster. .De uren verliepen. De bladeren werden zwaar van bet vocht en bet buis, bet tuintje en de velden, all-efc was oven nat. Patsch 1 Een dlruipipeil viel vlak op den neus van iden gapenden man, hem plotseling uit zijn heer lijkste droomen wekkend. Patsoh l Weer een druppel Hef ooievaarsnest scheen het lek niet meer te stoppen. Hij spTon/g uit zijn bèd en stond midden o<p den donkeren zolder. Rillend stak bij een Kaars op. De regen haid opgehouden, maar er hing nog een koude vochtigheid om bet buis bet doorweekte nest kon den zolder niet Dieer dToog houden. „Zou zoo iets misschien gebeuren, omdat het Geluk slaapt vroeg bij zich af. Sla perig als bij was, Avi-lde bij zijn gast gaan wekken. De deux der kanner van bet Geluk stond echter open en toen bij met de kaars in de hand vóör bet bed stond!, zag bij, dat dit leeg was. Hij was nu beelemaal wakker geworden en liep haastig naar beneden, keek in de echuiur, waar echter geen paard meer te vin den was. Alleen op den grond' zag bij de opo- ten der hoeven. Hij ging naar buiis en riep zijn vrouw en kinderen. Half aangekleed) gingen zij nu alle vier naar buiten en volgden idfe sporen der hoeven. Terwijl de vader met de kaars in de hand vooruitliep, de vlam dreigde tdllkens te zullen uitwaaien vond bij, dat bij al heel slecht behandeld was door bet Geluk. Zijn vrouw on kinderen begonnen over kou te kla gen, terwijl zij. met moeite hun weg vervolg den. „Daar hoor ik paardengetrappel riep de vader en na eenigon tijd „Daar zie .ik betera „Och, och'', riep hij uit, „wat hebt u mij eledht befhiandeftd, nadat ik zooveel jaren op u gewacht haid1En nu u er eindelijk bent. nu behandelt u me zóó en breekt uw belofte!" „Ik heb geen belofte gedaan", antwoordde het Geluk, „en breek er 'dus ook geen. Ik heb je verlaten, omdat je het Geluk niet waard! bent, omdat je zedif niet zorgt en werkt en alleen op het Geluk .vertrouwt. "Maak eerJt maar eens, dat het hek steviger koont te sfaian, dat de deur niet meer uit. haar heng sels hangt, dat de schoorsteen niet meer scheef staat, de zolder niet meer lekt en de schuur hersteld wordt, want voor zulke din gen gaat het Geluk op de vlucht". Allen gingen nu naar huis en de vader en moeder namen de les ter harte. En als het Gelluk weer komt - en dat zal het zeker zal het langer blijven, want dan zal het den schoorsteen gepleisterd vinden, bet bek weer in orde, de deur in zijn scharnieren, de gaten in bet dak gestopt en de schuur hersteld. Or de boerderij van boer .Toris lagen in een mandje met stroo vier kleine poesjes: Grpsjas. de grootste en een erg bijde handje, Witje, Zwartstaartje en Poekie. Op een mooien dag in het begin van den zomer, toer. het zonnetje lekker scheen en Moeder Poes uit was ze moest boodschappen voor haar kindertjes doen verliet Grjjsjas het mandje. ,,Ik ga een eindje wandelen," zei hij en zijn drie zusjes volgden hem. 't Was heer lijk in 't zonnetje. Plotseling hoorden ze geritsei rij de heg. Wat was dat? Een klein kuikentje liep daar parmantig heen en weer. En toen de Poesekinderen goed keken, zagen zij er nog één en nog één, o, een heele massa! Wat vonden ze die kleine dingen aardig! Ze bleven <jr een heelen tjjd naar staan kijken. Een ie laats? aan 't strand geweest wat beviel er je het meest 't witte zan'd de schelpjes fijn of de schepen, groot' en bledn varend op «Je wijde zee Li os je laoht en sdhudt van nee - Vraag je wat ik 't aardigst vond .wel, do vogels, die in 't rond vlogen een heel eind in zee, deinend op de golven mee meeuwen waren het, zei Va, samen 'keken we ze na. Plotseling verscheen Moeder Kloet. Ze had al een poosje naar de jonge poesjes gekeken, maar die hadden haar niet gezien. Juist toen Grjjsjas zoo'n grappig, klein kui kentje eens van wat meer dichtbij wilde bekijken, en hij zijn pootje naar Geeltje uitstrekte, stoof Moeder Kloek a! kakelend op hem af. Dat was me een schrik! Alle vier poesjes zetten het op een Ioopen. Gelukkig zat Moe; der Kloek hen niet ver achterna, want Jij durfde haar kleintjes niet alleen laten. Maar de poesjes waren zóó geschrikt, dat zjj hij gend en buiten adem bij hun mandje aan kwamen. Moeder was juist thuisgekomen en het duurde een tijdje, vóór de ontstelde poesekinders haar duidelijk hadden gemaakt, wat er eigenlijk gebeurd was. ,,'t Is ook heel stout van je, Grijs jas," zei Moea'er Poes, „zoo'n lief, klein kuikentje te willen pakken. Gelukkig is alles nog goed afgeloopen!" Uit het Engelsch vertaald van DARLING. i,Ik moet die vervelende aardrijkskunde les nog leeren," mopperde Loes in 'zichzelf, terwijl ze vóór haar speelgoedkast stond en een verlangenden blik naar haa> pop pen wierp, ,,'k Zou veel liever met'jullie spelen dan die akelige les te moeten lee ren Heel op haar gemak ging zij aan del tafel zitten, nam haar atlas en bladerde dien flng- zaarr. door, tot zjj aan de kaart van Afsik3 was gekomen. „De voornaamste steden en rivieren van Afrika," las Loes uit het boekje, wa/rin r.aar huiswerk opgeteekend stond. „ïkfzou wel eens willen weten of de jongen.^, en meisjes ih Afrika over Holland moeten lee ren, als zij iiever spelen! Zouden ze oVk poppen hebben? Misschien heel andere?" i Haar oogen bleven rusten op een negen- popje, dat Tante Ria uit Transvaal voor na.iA had meegebracht en haar gezichVp-,JjC derd'J^ plotseling op. „Ik geloof, dat ik leeren en spelen tege lijk kan!" riep ze uit. „Elke pop woont in een stad en heeft een huis, dat op de rivier uitziet, als de stad ten minste aan een rivier ligt." Loes haalde nu al haar poppen te voor schijn: uit den wagen, de wieg en de kast en^ii'aatste ze allen in een rij op de groote bank, die in een hoek der kamer stond, j Moedig waren ze en ferm ik telde soms een heelen zwerm, blank als sneeuw een mood gieziclb? was het in het zonnelicht Vakiers nieuwste schilderij toont ze jeik sta er bij 1 HEEM ANNA. Zij kwam met haar geopenden atlas bp haar poppekinders zitten en legde hem op de bank. Daarna zette zij op elke groöte stad een pop. Vat had ze een pret! Maar het moei lijkst van alles was nog te onthouden, welke pop in een huis woonde, dat aan een rivier stond. Ixies was echter een vindingrijk meisje en bedacht er het volgende op: elke pop, die in een stad aan een rivier woonde, kreeg een ceintuur om. N.n kon zij het ge makkelijk onthouden 1 Toen Loes den volgenden morgen op school kwam kende zjj haar aardrijkskunde op haar duimpje. Zij miste niet één keer, zoodat ze een pluimpje kreeg. En 't mooiste was nog, dat ze aardrijkskunde nn veel prettiger vond dan zij ooit gedaan had! Kunstjes met een ei. Hoe men een ei1 <yp zijn punt kan zetten zon der dat "het ountaalt, iheeft Columbus ons ge leerd Die geschiedenis kennen jullie zelker al lemaal Maar je weet misschien niet, hoe je tiiit met een rauw ei kunt cDoen, zonder dat de schaal breekt. Neem het ei tussehen den duim en de twee voorste vingers en schud) het flink. Zet het dan op do breede punt en het zal blijven staan Hoe dat komt Wel, door het schudden id de zware dooier door het lichtere eiwit ge» raakt, en zakt hij, zooidra hef ei op zijn breede punt geplaatst wordt. Het ei is dus een tui* melaartje geworden. Misschien krijg je wel een ei van Moeder om dit kunstje te probeeren, want het kan daarna neg heel goed geklutst worden en ia dus niet weg. Ingezonden door Henk en Joetje Vlasveld. Mevrouw was visites gaan maken en had vooraf aan het dienstmeisje gezegd om den hond le wasschen, het waschgoed op te han gen, de bedden uit te kloppen en daarna met de kinderen te gaan wandelen. Thuiskomende vond mevrouw: do hond han gende aan de lijn te drogen, het trijp der bed den stuk geklopt, de kinderen in bed gestopt en.de meid uit wandelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 19