Gescheiden Vrouw? DAGBLAD, Zaterdag 8 April. Tweede Blad. Anno 1922 DE STILLE LACH" No. 19049. LEIDSCH EERSTE KAMER. sprekers, die dc Regeering aansporen haai belofte a an 1918 niet gestand te doen. Spr. wijst er op, dat de tegenstand tegen dec© Grondwetsherziening pas in de Eerste Kamer is ontstaan. In de Tweede Kamor is die tegenstand niet gebleken. Zoo komt het, dat men geen demonstraties ziet en vergaderin gen onder het volk, dat inderdaad wel be lang stelt in do huidige voorstellen. Men heeft gedacht, dat de herziening veilig was. Op do Eerste Kamer let het volk nu eenmaal weinig. Op het gebied der sociale herziening van do maatschappij had spr. meer in de voorstellen w Lllcn zien. In dit verband houdt hij een pleidooi over dc democratie, die zich in de Grondwet moet weerspiegelen. Op de grondslagen van alge meen kiesrecht en evenredige vertegenwoor diging moet ons staatkundig stelsel nu verder worden opgebouwd. Spr. waarschuwt tegen hel niet-aannemen der voorstellen. Indien deze worden verworpen, zullen nieuwo moe ten volgen en of doze zich meer zullen beper ken dan do huidige, daarachter zet spr. een groot vraagteekeD, want dan zal de breede massa van het volk wel warm loopen, met de gevolgen, daaraan verbonden. Wat de troonopvolging betreft, spr. erkent, dat de meorderheid van het volk het Huis ven Oranjo wil. De heer MEK DELS Ik weet dat nog niet De heer VLIEGEN Daarom is dc troon opvolging, zooals nu voorgesteld, een verbe tering. Het grootste dcol van de natio zou zich tegen een vreemden vorst verzetten. Vastlegging van het vrouwenkiesrecht echt spr. van groote principieele bet coke nis. Wat do Eerste Kamer betreft, als in 191S de Tweede Kamer had gestemd over het al of niet voortbestaan van haar zustcr-inslituut zou dit laatste reeds lang verdwenen z\jn. In plaats nu blij te zijn, dat men een groot gevaar is ontsnapt, gaat men allerlei beden- kingen uiten over dc manier, waarop zij zal worden samengesteld. De Tweede K-incr ver tegenwoordigt nu sonsoquent den wil van liet volk. Daarnaast is niet te handhaven een Eerste Kamor, die van dien wil sterk afwijkt. Hot kiezerscorps mag anders zijn samenge steld*, het stelsel van verkiezing moet het zelfde zijn. Do heer Vliegen verdedigt do verdere ver hooging tot f5000 van do schadeloosstelling' voor de loden dór Tweede Kamer. Dit is een uitersto minimum. Do tegenwoordige f3000 is n'c(g lager dan de f2000 van vóór den oorlog en men moet het heel sober aanleggen om als Kamerlid van 5 millo te kunnen leven. Wat dc ontbinding van de Prov. Staten be treft, spr. gelooft, dat zulk een ontbinding Jioogst zelden zal behoeven plaats te hebben. Indien de Eerste Kamer moet worden ont bonden, spreekt iket vanzelf dat ook de Prov. Staten uit elkaar zullen moeten gaan, want anders krijgt men dezelfde Kamer terug. Spr. adviseert, zich niet tegen Hoofdstuk IV te verzetten, te meer daar dit meer verbeterin gen inhoudt, o.a. dc nieuwe bepalingen om trent de gemeente-besturen, dio zeer urgent zijn voor dc .groote gc moe n le -b est ure nIlij betreurt, dat hot processie-verbod niet is op geheven. De Staat amoet zich niet bcmooion mot den godsdienst, laat ieder doen wat hij wil. Het proeessie-wcrbiod is een oodraaglijko tyrannic. De Kamer zal verstandig doen niet op den reactionnairen toon, die in de Kamer is geboord, to dansen. "Wanneer men op ge leidelijke ontwikkeling prijg stelt, dan moet doze Grondwotsfhcrziening worden aangeno men. Verwerpt de Kamor de voorstellen, dan zal zij zdek ©enigen tijd als een zeer gewich tig lichaam kunnen beschouwen, maar het zal blijken, dat zij haar ruggegraat ermee heeft verbroken. De eorste spreker na de pauze, do heer SMITS (R.-K,) verklaart gaarne de regee- riibg te willen steunen on van de 10 voor stellen to<t revisie aanvaardt hij ca* dan ook onmiddellijk acht. Maar tegen hoofd stuk IV ia hij volstrekt gekant, terwijl hij tegen hoofdstuk III overwegende bezwaren koestert. 33 door NICO VAN SUCHTELEN Spr. is onbepaald voorstander voor hot behoud der Eorste Kamer tor wille van haar eigen karakter. Maar daarom moet zij niet gewijzigd worden tot een verklein de reproductie der Tweede Kamor. Dan schaffo men haar liever af. Maar daarom doot hot hem leed, dat de regeering voor haar verkiezing de evenredigo vertegen woordiging wil aanvaarden. De regeering acht dit consequent, maar spr. sluit ziok geheel aan bij dc door den heer Fokker geopperde bezwaren, en hij gevoelt niets voor het optimisme waarvan do regeering blijk geeft. Haar pleidooi voor symmetrie in ons Staatsbestel gaat bij spr. in geonen deede ophij acht veeier assymetrio ge- wenscht, wil men d'e Eerste Kamer een ander karakter dan do Tweede Kamer ge ven. En daarbij breken wij do Prov. Sta ten af door ze te maken tot één kiescollege van 600 man voor de Eerste Kamer. Spr. vreest, dat do politiek daarbij een te groote rol zal vervullen. En dat terwijl dc Eerste Kamer dikwerf tot taak heeft niet in de eersto plaats aan dc politiek maar aan 'a lands belang tc denken. In aanvaarding van de voorstel len dor Regeering omtrent de Eerste Kar mor ligt voor spr. een tc groot risioo. Ook heeft spr. bezwaar tegen clc regeling der vergoeding aan de leden dor Tweede Ka mer en wat daarmede samenhangt. Men gaat daarmede waarlijk to ver, zonder vol doenden rechtsgrond. Met vele zijner vrienden heeft spr. be zwaar tegen hoofdstuk III en waarschijn lijk ook tegen IV. Mevrouw POTHüIS-SMIT (S.-D.) spreekt baar ingenomenheid or mede uit, diat hot v rouw onkiesrecht nu vastgelegd wordt in de Grondwet. Voor die vrouwen is het nu de eerste taak na te gaan, hoe van haar reoht gebruik te maken, en zelfs bij vrouwon, die dit niouwo reoht niet düirect aanvaarden leeft die gedachte. Spreekster schrijft de invoering van het actief en passief vrouwenkiesreoht in die eerste plaats aan de arbeidersbeweging toe. Dc soo.-dcm. heeft het kiesrecht steeds als het middel beschouwd om den vrouwen het sociaal bewustzijn te geven on daarom is het be grijp olijk, dat do soc.- dom. vrouwen het minst feministisch zijn aangelegd. Men koestere niet te groote verwachtin gen van het Vrouwenkiesrecht, daarvoor is do meorderheid der vrouwen nog poli tiek te ongeschoold. Maar daarom is dc. erkenning van het recht een feit tot groote verheuging, dat de vrouwen op hooger geestelijk peil zal brengen. Spr. ontkent, dat de kiesgerechtigde vrouw haar taak jgg BUITENL. WEEKOVERZICHT. I Zoo staan we dan aan den vooravond V3n de conferentie tc Genua. Over 't algemeen ge nomen is de stemming ten aanzien van deze gebeurtenis er niet beter op geworden en we durven gerust constateeren, dat het hoogste, wat nog verwacht wordt, is, dat Genua een eerste stap zal zijn in de richting, die het 3CUS op zal moeten, wil Europa niet totaal ontredderd worden. Dat do conferentie Genua gehouden wordt, is trouwens niet ge heel zonder gevaar, gezien boo in Italic de etrijdbijl tusschen socialisten en fascisten nog altijd niet geheel is begraven, 't Is te hopen, dat tijdens de conferentie geen ongeregeld heden zich zullen voordoen, want de uitwer king daarvan zou bijzonder funest kunnen gijn. Juist zulke dingen wenken immers als een roode lap op een stier. Gelukkig zijn de meest uitgebreide voorzorgsmaatregelen ge nomen, speciaal ter bescherming der Russi sche delegatie, op wie wel de meeste aandacht as geconcentreerd. De Russische affaire hs 'todT het hoofdmotief ter conferentie. Dat bleek ook uit do rode van Lloyd George, waarin hq zijn votum van vertrouwen vroeg. Deze redo wa9 overigens al even vaag als de inhoud dezer (motie op zich zelf, die toch alleen maar geldt voor Genua. Zoo wilde het het unionistische gedeelte dor coalitie-regee ring, zich vorder niet willende binden aan den eersten minister, speciaal met het oog op 'de binnenl. piolitiek. Lloyd' George, die nu een maal vreeselijk gebrand is op Genua, naar het eichynt zoodat. er altijd nog zijn, die vor- iwadhten, dat hij daar zal optreden als een 'deus ex machina trokt er zich echter niet (V-cel' van aan, dat .zijn positio aldus danig is ondermijnd' en hij te Genua niet verschiint in vol prestige. Zelfs de cijfers der stemming, Waarmee hij zijn motie van vertrouwen kreeg, verüioogen dit prestige niet. Men kan zeggen hij kwam binnen, maar daarmee is ook alles gezegd. Dan kan Podncaré zióli heel wat krachtiger (Voelen. Hij kan zeggen, dat hij zijn land ach ter zich heeft. Mot overgroot© meerderheid yeTwierf hij in do Kamor op zijn beurt een miotic van vertrouwen, dio boel wat. meer zolen aan den dijk zet, wat prestige betreft, flan die van zijn collega over hot Kanaal. En JPoincarè is zich daarvan wel bewust I 'In hooverre van betcckenis is, dat Enge land thans aan zijn schuldenaren heeft doen weten, dat het betaling dor verschuldigde in teresten verlangt, daan- Amerika op zijn beurt 'dit ook van Albion verlangt Daarmee is een kwestie opgeworpen, waarvan de draagkracht ;&o(g niet is te overzien. Dio waarschuwing geldt in de eerste plaats n.l. Marianne, die o(p haar beurt weer geld heeft uitstaan en 5uist niet aan bosto betalers. Marianne zal flus ddo minder ©oliede crediteuren weer aau- echrijven en tevens nog krachtiger roepen 0an totdusverlaat Diritschland betalen, dm 'doen wij het ook Zoo zou men in een krïn- jgetje blijven ronddraaien. Daartegenover (staat echter, vooral, wanneer Engeland sa mengaat met Amerika en werkelijk zijn er eenigc teekenen, die in die richting wijzen ";3at er Uich wel pressie is to oefenen op Mi- rianno, die finantieel zoo goed als op zwart zaad zit. Marianne heeft zich tegen onverwachte (gebeurtenissen te Genua evenwel volkomen (gevrijwaard door dc delegatie geen mandaat mee te geven. Ieder oogeniblik moet due met' {Parijs overleg worden gepleegd en een zich terugtrekken, wanneer niet alles nair wenseh' gaat, is geenszins uitgesloten. Dit laatste ziet echter vooral op pogingen van oen of andere zijde, bijv. van neutralen kant, can trots alles toch nog do sekadevergoedingsaffaire ter tafel tc brengen, wat te Genua taboe is, gelijk bekend. Een meevaller in dc algemeene politiek is, dat zoowaar Angora ingaat op do voorwaarden voor een wapenstilstand, zooals dio doOr de lont ent o ter bemiddeling is aangeboden; onder (conditio alleen, dat Smyrna binnen vior maan den door dc Grioken wordt ontruimd, wat ooli- door STELLA MARE. (Nadruk verboden). ,,Mag ik dan?" Toe maatje, mag ik? (Waarom zegt u niets Luistert u niet, maatje 1 ,,Ja zeker, schat. Ik hoor wat je vraagt. Maar m'n jongen we zullen het hier ook heel prettig hebben". ,,Maar niet zoo prettig als daar, waar paatje is." „Je moogt lang, heel lang op blijven." „Maar bij u alleen! Als paatje er nu "ook was „Ik zal je mooie verhalen vertellen". „Die ken ik allemaal". „We zullen samen aardige spelletjes Bpelen". „Dat doen we d<\ar ook. En daar is het vee! prettiger, want Lien en Jaap spelen mee. En pa ook". „.ie krijgt chocolademelk en wafels". „Daar hebben we altijd pret. Daar wordt altijd gelachen. Hier is het zoo stil". „Lachen wij samen dan nooit, Henkie 1" „Ja, maar anders, heusch anders, dan vroeger. Jaap is zoo lollig. Do dwaasto grappen har.lt hij uit. Och, moesje, het is or zoo heerlijk. Zc zouden hc-t ook zoo pret tig vinden." „Lien zei, je hoort er bij!" Dat zei ze!" „Neen, jongenlief, je hoort bij mij ge loof me. Jc bent toch alles wat ik heb, mijn eenigc lieveling, mijn 6chat". „O, ik houd ook van u, maar ook van pa en dóAr is 't heerlijk, daar is altijd pret als paatje er is". „Als je gaat, ben ik vanavond geheel alleen". „En Jansje dan 1" „Die gaat naar haar ouders en Jans is heel goed en braaf, maar moeder heeft .cc op zoo n avond het liefst haar eigen jongetje hij zich"» ter ook do bedoeling der geallieerden is. De Kemalisten, wier maolit zich tot Klein-Azië be paalt, donken zeker; eerst de Grieken weg uit Smyrna, dan zullen we later wel verder zien bij de officieele vredcsbopalingcn. De tijd schijnt in dozen toch den Turken voordeeïig! Wat Griekenland echter zal zeggen van het opgeven van een der idealen, die het zich had gesteld?. Het Veniselisme leeft reeds weer op daar le landeEn al leert dc praclijk anders, in theorie is ongetwijfeld koning Konstanlijn een der hoofdoorzaken voor dit loslaten der Griek- sohe belangen door de geallieerden cn dat schraagt Komatantijn's dynastie niet. Over dynastieën gesproken, door den dood van ex-keizer-koning Karl in zijn verbannings oord op Madeira is het vraagstuk van bet Huis Habsburg weer naar voren getreden. Misschien dat Karl's dood voor zijn erfgenamen zelfs een voordeel blijkt tc zijn. 't Is cynisch gezegd, maar *t is in werkelijkheid niet anders. Karl's kansen op herstel waren zoozeer gedaald, dat een weder ten looneole verschijnen voor hem zolf bijkans uitgesloten leek. Een tweetal mislukte coups d'état doen een kroon-pretendent nu eenmaal reusachtig veel kwaad. Zijn dood, die niet vrij is van tragiek, wo zouden haast zeggen, dat dit tragische einde zijn leven nog opheft uit hel meer dan middelmatige heeft vorsch bloed toegevoerd aan de legitimisten, zoowel in Oostenrijk als in Hongarije. Vooral in Hon garije. En al is op het huidige oogenblik het tijdstip nog niet aangebroken, zijn oudste zoon Otto, thans pas 11 jaar, beeft ongetwijfeld sym pathieën verkregen, die anders voor hom ver loren zouden zijn gegaan. Of het voldoende is voor later Hongarije wordt eens weer een koninkrijk, dat staat wel vast zal moeten blijken. Zoo zal de tijd veel moeien ophelderen nog. Hoe zal b.v. in Amerika do mijnwerkersstaking afloopen, dio is ingetreden zonder veel geraas, daar dc maatschappij, gewaarschuwd, zich eerst voor de gevolgen heeft gedekt? Hoe zal hot op Ierland gaan, waar dc revolutionairen een steeds krachtiger actie voeren? Hoe zal de economische strijd in zooyoei andere landen eindigen? In Denemarken is bet groote conflict lot een oplossing gebracht, maar elders? v (Vergadering van gisteren). Grondwetsherziening. Aan do orde" is dc voortzetting der beraad slagingen over de Grondwetsherziening. De heer BERGSMA (V. D.) is van meening, dat dezo voorstellen, ondanks dc weinige be langstelling van d'c zijde van het volk, ge tuigen van een wijs Rogeeringsbeleid. Ten to(pzielite van de troonopvolging bestaat een onjuiste gerustheid. Wanneer onverwacht hot oogcnbliik aanbrak, dat do Koningin en de Prinses ons ontvielen, dan zou liet verwijten aan de Regeering regenen. Wat hot verdubbeld inkomen van dc Kroon betreft, den republikoincn is een argufment in de handen gedrukt. Bogrijipt de Regeering niet, dat wat zij zegt o\er de waardevermin dering van het geld bitter klinken moet in do ooren van vele intellectueel on, wier inko men niet verdubbeld wordt Evenredige vertegenwoordiging voor de Eerste Kamer acht spr. gewen9oht Zoolang haar ledon geen salaris genieten en zoolang zij niet worden geponsioneemd, zal deze Ka mer oen afzon de iflijko mentaliteit handhaveD. Ook is spr. voorstander van een 2-jaarlijk- sche begrooting. Thans 6taat maandenlang do eigenlijke wetgeving stil ter wille van de jaarlijksaho behandeling der begrooting. Spreker is huiverig zijn stem aan Hoofd stuk IV te geven, omdat hij ontbinding der Prov. Staten uitermate bedenkelijk acht. Hij betreurt het echter, dat het processie-verbod gehandhaafd is. Hiertegen verzet zich spre kers vrijzinnig beginsel. In deze d'agen mag wel eens teruggedacht worden aan Willem den Zwijger, die do leuze voorstond Gods dienstvrijheid voor allen. Do lieer VLIEGEN (S.-D.) critiseorï 'do „Waarom heeft u vader dan laten gaan 1 U hadt hem vast moeten binden. Dan had hij nooit weg kunnen loopen". „Dat alles begrijp je nog niet, m'n schat" „En als ik mhg, kan ik dhar slapen", zei pa. En tot de klok twaalf slaat mogen we opblijven" Hij zuchtte van verrukking. Even was er stilte in het vertrek. Henkie dacht aan dc vreugde, die ko men zou. Moedertje Jet aan de leegte aan de afschuwelijke eenzaamheid, als En even nog zich uiterlijk geheel beheer- echend, vroeg zij„En als ik nu eens „ja" zei, Henkie Als ik het eens goed vond, dat jc vanavond daar ginds zoudt gaan naar vader en niet alleen voor vanavond, maarvoor altijd en wat zou jc dan zeg gen, m'n jongen V' „O, maatje, is 't waar? Is 't heusch waar 1 Houdt je mij echt niet voor den gek Voor altijd 1 O maatje, wat heerlijk, wat heerlijk! Nou krijgt u honderdduzend pak herds van me en nog veel meer!" En Hen- kio vloog zijn moeder met groote onstui migheid om den hals. „Wat is er, moesje U kijkt zoo raar". „Je drukte mij ook bijna dood", poogde Jet met een lachje te zeggen. Nu was het voorbij. Bij het afscheidnemen had Jet zich friet alle krachtsinspanning weten te beheer- schen. Zij had haar jongen een plezierigen Oudejaarsavond gewenscht en hem schert send gevraagd of hij nog eens aan zijn moedertje zou denken. Zij had Jans op het hart gedrukt onder weg goed voor hem te zorgen. Het was zoo guur buiten. „En mijn speelgoed En mijn klecren V' had Henkie, gloeiend van opwinding, nog aan de trap geroepen. „O, dat stuur ik wel alles nal" had moe der vroolijk geantwoord.. Met een doffen slag werd de straatdeur dicht getrokken. Jet huiverde. Wat had ze gedaan Ging het haar krach ten niet te boven Zou zij geen spijt hebben van haar offer O, zij moest hem nasnellen, hem, haar jongen; zeggen, dat zij niet leven kon zon der hem; dat zij krankzinnig zou worden zonder het kind, dat haar alles was, zoo als eerst zijn vader alles voor haar geweest was. Zij viel neer op een leuningstoel, en staarde voor zich uit. Zij had willen gil len, willen schreien. Zij kon niet. Zij zat als wezenloos. In een Onberaden oogen blik hacf zij gehandeld. Zij wilde alleen het geluk van het kind. Daar bij zijn vader voelde hij zich gelukkig. Wat gaf 't dan of haAr hart brak Nu liep het kind, haar Henkie, met Jans. Wat zou hij babbelen! En straks zou hij dAAr zijn bij zijn va der, bij die vrouw, de haar geluk had ont nomen. Zij had overwonnen. Zij had èn man èn kind gekregen. Waarom te zeggen, dat deugd beloond wordt Niets is minder waar. Dat wist zij het beste. „U hadt paatje vast moeten binden", dat had Henkie gezegd. Henkie, die zoo dol veel van zijn vader hield. Ach, wat had zij al niet gedaan voor den man dien zij liefhad. Maar nu had zij hem haar laatste offer gebracht. Zou hij nu niet voelen hoo groot haar liefde was Nu was hij gelukkig. Hij vierde Oude jaarsavond met de vrouw, die hij boven haar had verkozen en het kind kwam de verzoening brengen door zijn komst. Het kind dat wel duizendmaal had gevraagd of hij naar de bruiloftspartij mocht, als va der met „de dame" ging trouwen. Soms droomde Jet, dat die vrouw feiek sou worden, dood zou gaan, en dat hij tot haar zou terugkeeren. In haar slecht ste oogenblikken hoopte zij het ook. Hoe gelukkig waren zij het vorige jaar! Zij hadden samen Henkie naar bed gebracht, en tc samen vierden zij den Oudejaars avond en er lag wijding in hun liefde, en zij gingen vól blijde zekerheid het komen de jaar te gemoet. Toen, eenigen tijd daar na, had hij mevrouw Engelberts leeren ken nen en plotseling had hij een waanzinnige verliefdheid voor haar gevoeld. Jet leed er onder. Haar kracht was het kind. Zij wist hoe innig de vader het kind liefhad. Nooit zou hij het kind verlaten Totdat hij het toch deed. Maar altijd leefde in Jet de Hoop, dat hij bij haar en het kind zou terugkeeren. O, als hij zou komen, dan zou zij haar arm om zijn hals slaan cn hem niets ver wijten en alleen lieve, zachte dingen zeggen! Maar hij kwam niet! Do klok sloeg tien uur. Jet hw'verde. De kachel was aan het uitgaan. Z»i wierp er een paar blokken op. Lachende klanken van de benedenbewoners drongen tot bo ven door. Nu waren alle menschen, die el kaar liefhadden, te zamen, om har d in hand het Nieuwe jaar in te gaan en zij, die ccn man had, dien zij beminde, in weerwil van alles; zij, die een kleinen jongen had, zij was alleen. Dikko tranen droppelden door haar vin gers. Wat kon het leven haar verder bren gen O, zij was mooi, dat had men haar genoeg gezogd. „Vóór hem wel honderd anderen", zeiden de vriendinnen. Maar zij wilde geen ander, nooit meer. Haar man had zij lief en géén ander wilde zij ooit meer liefhebben. Zij nam het lage stoeltje, waarin Hen kie altijd zat, als zij hem verhaaltjes ver telde en schoof het voor do kachel. De houtblokken begonnen te branden en maak ten knetterende geluiden. Zij sloot even haar oogen, die pijn deden van het yele schreien. als vrouw en moeder zal vcrwaarloozen, zelfs niet het passief kiesrecht» zal haai: daarvan afhouden. En dat de vrouw té goed zou zijn om zich met de politiek to bemoeien, is dwaasheid er is een volks, opvatting, dat do politiek iets is, dat nlefc' geheel zuiver mag heeten, maar de vrouw. za.1 zeker reinheid der politieke zeden be- vorderen. De heer FRANSSEN (A.-R.) spreekt zijn ingenomenheid uit met de regeling der, Troonopvolging en dc verhooging van het inkomen van de Kroon. Wat de gelijktijdige aftreding der Staten en Eerste Kamer betreft, zij gaat voor spi\. wel wat tc ver. Ook de regeling van het evenredig kiesrecht voor de Eerste Kamer, heeft niet zijn volle instemming, en hij acht de gelijktijd]"go aftreding der Eerstel Kamer voor de toepassing er van niet noo- dig. Maar een volkomen juiste toepassing van het evenredig kiesrecht is misschien even moeilijk te vinden als de kwadratuur van den cirkel. De heer VAN LOON (R.-K.) bespreekt Hoofdstuk IX en juicht het nieuwo artt 191 bis toe, al is do mogelijkheid van mis. bruik er van in uitzicht gesteld. De Minister van Binnenland sell e Zaken verkrijgt alsnu het woord.j Spr. begint met een woord van dank voor do wijze, waarop de beraadslagingen zijn gevoerd. Spr. wil ter wille van de over zichtelijkheid en met het oog op zijn reis naar Genua, voor heden zich bepalen tot twee punten. Spr. ontmoet daarbij in dc eerste plaats de klacht van den heer Van Embden over do ontstentenis van geestdrift bij het volk. Maar ligt do reden daarvoor niet voor do hand en tc zoeken in het materialisme van dezen tijd? Bij de sociale wetgeving zien we duizenden klaar om voor gekoesterde verlangens op te komen, het is evenzoo; gesteld met het streven naar positieverbe tering. En wordt daar niet een enkele maal de dikko trom geroerd? In 1848 en 1887 waren vele belangen van nief-materieelen aard, beginselen, den inzet. Toen was geest, drift begrijpelijk. Maar nu zijn we enkel doende om verbeteringen te brengon, waar van de noodzakelijkheid duidelijk is. Men' denke bijv. aan de wijziging der artikelen betreffende de ovorzeesche gewesten, waar over de heer Idenburg zoo welsprekend heeft gesproken. Wat bv'. cft dc klacht, dat niet voor elke afdeeling, waarin wijzi ging is aangebracht, een ontwerp is Inge diend, in plaatg van enkele voor de hoofd stukken, dit is tot op zekere hoogte waar* Opeens wat was dat, waakte of droom de zij Was dat niet de stem van Henkié en de stap van Henkio's vader Maar dat kon tocli immers niet. Zij was toch alleen en die tSvee vierden Oudejaarsavond daarginds bij die andere Maar zij hoorde voetstappen op dc trap*. Dieven? En zij was alleen in huis! AI* zij liep zou niemand haar hoorenZij klap pertandde van angst. Zij was niet in 3taaü om op to staan. De geluiden kwamen na der, maar daar klonk een stem een lie ve, lieve kinderstem. De kamerdeur werd opengegooid. Een vochtig mondje zoende haar witte wangen en juichend klonk het* „Mammie, mammie, wij beidjes komenr Oudejaarsavond bij u vierenPaatje zei, dat u anders zoo alleen was. En ik mag op blijven ook en we doen met ons diictjea allemaal prettige spelletjes. En vader gaat nooit meer weg, nooit meer. En als hij het toch doen wil, dan binden wij hem va/st, hé maatje. Met ons beiden zijn wij toch veel sterker dan vader alleenMaar waarom huilt u nu, maatje Bent u niet blij V' „O, schat ik ben zoo blij, zoo blij!" „Nu moet u paatje ook een zoen geven". Met een langen, innjgen blik keek Jet don geliefden man aan. „Vergeef me", zei hij. „Daar praten we nooit meer over", zei Jet ernstig en zij sloeg haar beide armen om zijn hals En toen dc klok twaalf sloeg, zat ccn gelukkig echtpaar, na maanden van strijd en droefenis voor het eerst weer hand in hand naast elkaar. Zij keken naar klei» nen Henkie, die op moeders schoot wa3 in geslapen en tranen kwamen in hun oogen. „Toen je mij het kind vanavond stuur de, toen voelde ik pas hoe groot je Jicfd* was, en toen wist ik met groote zekerheid dat mijn plaats niet ginds is, maar bij jul lie beiden, mijn lieve, lieve vrouw!" Voorzichtig brachten zij te zamen Heu- kio naar bed. fi3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 5