LEIDSCH
Zaterdag 8 April 1922
OfficieeleKennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws>v
van heden. V*'
Vrijs der xdvertentiEHi
(j Ck fer xezeiL 'a ZatorJasa 40 Ota. per regel Eli
^Tegtflalwnnement betojrljk lagere prijs.
!j Elaine advortenliën Woensdag 50 Cta., Zaterdag
75 ct3. bij een maximum aantal woorden van 80.
Incasso volgens postreebt Voor evontueele opren-
jjmg vair brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijs*
.jammer 5 Cts.
Bureau NosrdetndspIslR. Telefoonnummers voor OIrectie en Administratie 175. Redactie 1507.
mfunniTii
.Voor leiden p. 3 mncL f_ 2.35, pweek ww DIÉ
Buiten leiden, waar agenten gevestigd riln#
POZ WOOk
Franco per post fJ 2.35 portokosten.
au
Nummer 19049.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE TISCHYERKOOP.
Do Burgemeester van Leiden brengt ter kon-
lis van de ingezetenen, dal hedenavond (Zator-
tetg) aan den gemeentelijken vischwinkel (Visch-
VtarkO verkrijgbaar is SCHELVISCH a f 0.0S
f 0.12—f 0.20, SCHAR a f 0.10, SCHOL a f 0.10
g-f 0.20 en TONG a f 0.70 per pond.
N. O. DE GIJSELA AR, Burgemeester.
leidon, 8 April 1922.
ATTESTATIES DE VITA.
Do Burgemeester van Leiden brengt ter ken
nis van belanghebbenden, dait de attestaties de
irita voor gagemenlen en pensioenen van gc-
iwezen militairen beneden den rang van Offi
cier bij Let O. en W.-I. leger, tengevolge van
He sluiting der Kantoren van de Rijksbetaal
meesters, van Vrijdag 14 let en met Maandag
'17 April a-e. verkrijgbaar zuilen zijn op 12 en
13 April as.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 8 April 1922.
VEE- EN KAASMARKT.
Burgemeester en Wethouders van Leidon her-
Sxffltëren bij dezo belanghebbenden, dat ingevolge
'de verordening van 20 April 1911 (Gemeente
blad no. 12), zooals die laatstelijk is gewijzigd
bij verordening van 7 Juni 1920 (Gemeenteblad
do. 28) de „Vee- en de Kaasmarkt" in plaats
jtin op Vrijdag 14 April a.s. (Goeden Vrijdag)
zullen gebonden worden op Woensdag 12 April
te voren.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Sec-etaris.
Loiden, 8 April 1922.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algeraeene kennis, dat door hen
(Vergunning is verleend aan L. Lolkes de Beer
en rc ckt verkrijgenden to-t oprichting van een
'inrichting voor het moffelen en vernikkelen van
mei aal waren in het perceel Kerksteeg no. 2,
Sectio I. No. 2099.
N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 8 April 1922.
-Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
In de maamdelijksclie vergadering van de
Maatschappij der NodorLandsohe Letterkunde
ihield gisteravond in hot Nutsgébouw alhier de
ibcer Hormam Pooit, literator tc Groningen, ecu
voordracht over: „Van realisme tol expressio
nisme in de tooneelspeelkunst".
Spreker begon met in hot Licht te stellen, hoe
men steeds aan de verhouding tusschen kunst en
werkelijkheid getracht heeft zich le oriontceren
bij de beoefening der aesthetiek. Dit probleem
fetaat in het centrum van alle wijsgeerige be
zinning over kunst; hierin ligt ook hot criterium
voor een s t ij 1, want beslissend daarbij is de
(Wijze, waarop de kunst zich verhoudt tot de
werkelijkheid, zich onderwerpend, zich aanpas
send of bohec-ivchend, dio daartusschen bestaat.
lArislotelcs plaatste in zijn poëtiek de dichtkunst
onder het gezichtspunt der navolging van de
(werkelijkheid; maar dezo navolging was voor
hem al geen mechanisch cu slaafsch naljootson,
maai veeleer oen bedoeling vol, op de Katharsis
der ziel gericht herscheppen In AiLstotoles kon
digt zich al dus roods de tendenz aan, in wel
ker lichting do gekoelc aesthcliek zich ontwik
kelen zou. Ernst Gassirer heeft in zijn werk
„Freihcit und Form" dezo ontwikkeling vooral
belicht ran uit de wijsbegeerte van Leibnitz.
Doordat Leibnitz de bestaande werkelijkheid
aanvaardt als één van vele mogelijkheden, geeft
hij het aanknoopingspunt voor een aesthotiek,
/volgons welke de kunst de openharing kan zijn
van een andere mogelijkheid. Lessing echter,
hoewel ook gedrenkt in hot rationalisme (der
ruhig raissoniort erfmdet auch'), plaatste niet
moer do werkelijkheid der kunst naast de be
staande, zinnelijke werkelijkheid; niet op het
extensieve, maar op het intensieve
was zijn bedoeling gorichl; kunst was voor bom
geen uitbreiding, maar een verdieping van hef
werkclijkhoidisbegnp, verepenbaring van den
'dieperen samenhang dor ver-schijnsel en. Even
zoo ging ook Goethe's hedocding naar dc inner-
1 ij k h o i d van natuur en zin non wereld, zoo
als die innerlijk zich vormt, groeit en rijpt.
'In zijn Bcrlijnscbo voorlezingen over „Das
ti ram a dor Gegenwart" heeft Max Freyban op
merkwaardige wijze uiteengezet, welke betee-
kenis hot realisme van de vorige eeuw had in
'dezon ontwikkelingsgang. Die beteekenis schuilt
immers niet alleen in de terrein-uitbTev&ing der
kunst, cok niet in de ethische renaissance van
het kunstenaarschap (wederopbloei n.l. van
waarheid uit do verbleekte conventie van het
vorig geslacht); maar de beteekenis is vooral
wan wijsgeer ig karakter, doordat het probleem
kunst en werkelijkheid plotseling op geheel an-
Öoie wijze word gesteld cn opgelost. Hot natu
ralisme wilde aan den mensch de woreld too-
nem z o o a 1 s die was; kunst moest,
gelijo. Zola het zoide in „Le roman naluraliste",
de getrouwe weergave ziju vau het leven, de
/vastlegging van een „document humain".
Maar toch is eigenlijk van het begin af ge
voeld dat ccn uitschakeling der snhjeclivitci!
Tan den kunstenaar niet vereen igliaav is mei
»0t wezen dor kunst zelf. Wanneer Zola dc
thoorio van hoi naiuralismo yastlojt in dc
woorden: een s\uk leven gezien a travers d'un
tempói*ament", dan ligt het zwaartepunt nog in
het stuk leven, maar in do toevoeging .,5 travers
d'un tempérament" wordt de subjectiviteit van
den kunstenaar niet alleen erkent, maar zelfs
geëisohf.
Evenzoo bij Arno Holz. wanneer deze de for
mule geeft: Kunst hal die Tendenz wiodor Natur
zu sein. Sic wird Natur nach Maszgabe ihrer
jedweilligen Roproduklionsbedingungen und
derer Handhahung"und dercr Handha-
bung" en waarin schuilt deze anders dan in de
subjectiviteit, de intuïtie, de fantasie ran den
kunstenaar?
Ook Ibson zegt ergens in een verdediging van
zijn drama „Spokon". dat hij getracht heeft
„een stuk werkelijkheid" te geven, maar onge
merkt gaf hij took veel meer ook, de werkelijk
heid overwelfd van de „gedachte", dus begrepen
en gevoeld en geveeld in haar samenhang en
vorband. „W c r k e 1 ij k te zijn", sloeg bij
hem over, gelijk Freelian zegt, in „werkelijk
te z ij n", niet op lu>t w e r 3c e 1 ij k, maar
op het z ij n viel ten 6Ïolte de nadruk en daar
door groeide zijn arbeid langzaam en duidelijk
naar het eymbolioke.
Feller dan Ibsen, in oen diepen, groot men-
sohelijken strijd, ontworstelde Strindbcrg zich
aan het realisme: hierdoor is hij juist, duide
lijker dan in hot verschil in vrouwenwaardee-
ring, een reactie op Ibsen geweest. Uitvoerig
toonde spr. dit aan in het mysteriespel „Pa-
sclien". Alles, wat daarin gebeurt, dient slechts
om de sfeer te scheppen, waarin voor do hoofd
personen de innerlijke bekeerd ng zich als een
goddelijke noodzakelijkheid voltrekken kan;
maar evonzoo als hel uiterlijk gebeuren is daar
bij dan het Ibsoniaansch realisme van orfelijk-
heid en wcdorvorgolding voor Strindberg slechts
een middel om een diepere innerlijkheid te
naderen.
In deze goheole evolutie van realisme tot
mystiek is wellicht de plaats van Frank Wede-
kind een nog meer merkwaardige. Ook Wede-
kind is nog geheel in den tijd van naturalisme
cn öntelledualisme gegroeid tot kunstenaar en
hij toont zich uiterlijk aderminst een droomer
of mysterieus. Wie zidli verdiept in zijn tooneél-
spelon, schrikt angstig op voor de hartstochte
lijke kracht waarmede hier het leven zelf wordt
aangegrepen; hevig en fel werpt dc kunstenaar
zich te midden dor hardste werkelijkheid; maar
daardoor lieen dringt dezelfde loomolooze kracht
onmiddellijk naar een Innerlijkheid.
De spreker demonstreerde dit uitvoerig aan
„Faühïingserwachen" en aan „Erdgeist", di'a-
ma's, welke men geen der thans gebruikelijke
aestetischo maatstaven kan aanleggen; in over
stelpende heftigheid ©laat het leven er uit op;
maar levens waarschuwen zij ons voor do duis
tere afgronden onzer onbewuste meuscholijk-
hoicl, waarlangs hot angstig beperkte intellec
tualisme van de negentiende eeuw ons als
blinden gevoerd heeft.
Wedekind biedt dn zija arbeid de meeste aan
knoop ingspunton met do jongste expressionis
tische uitingen der dramatische kunst. Hot is do
drang naar oen heviger maker der levensuitin
gen, naar een dynamische verinniging van alle
gebeuren, waarmede dan echter gepaaid gaat
(en hierin ligt die moeilijkhoid voor het ingrijpen
dezer kunst) een vereenvoudiging van het uiter
lijk verschijnen; zelfs wordt juist door -die ver
eenvoudiging de grootere innerlijke spankracht
verkregen. In dit verhand werd gesproken ov er
het drama „Offiziero" van van Tfuruh en over
„Die Biirger Van Galais" van Georg Kaiser.
De uiterste consequentie en dikwijls de overdrij
ving van dit dramatisch expressionism e vindt
men bij Walter Ha sen clever („Der Sohn", „Die
Mensohen"), maar toch ook hier leeft do beste
en misschien meeat fy poeren do kracht van het
expressionisme, omdat alle kunst steeds gericht
is op do vcroponbaring van een innerlijkheid.
Geenszins echter behoeft daarbij het uiterlijk
opzei lelijk te worden verwaarloosd (gelijk ccn
gevaarlijke uiig roeiing van het expressionisme
propageert)want aldus besloot spreker zijn
van diepe studio en veel nadenken getuigende
voordracht allo uiterlijkheid is slechts een
bijczJDndcre vorm van innerlijkheid on waarom,
zouden wij dien vorm niet mogen aanvaar
den, wanneer wij ma air gevoelen, dat daar
mede onze begeerte niet vervuld is
De ooi-zit ter, prof. dr. L. Knappert, dankte
namens dc vergadering den spreker voor zijn
loer rijk e verb a n de li ng.
Tweede lezing van prof. dr. E. Krügor.
Gisteravond heeft prof. KriLger, nit Trier,
zijn tweede lezing over daze oudé stad in de
collegezaal van het Museum van Oudheden
alhior gehouden. Aan liet beeld van het Ro-
mcinsche Trier moet aansluiten het beeld
der omgeving, aldus begon spr., en daarmede
bedoelde hij de Moezelstreek in Romeinschén
tijd. Dit wordt bepaald door de groote Ro-
memsehe licir- en handelswegen Keulen
Trier Straatsburg, Metz Trier Mainz,
ReimsTrierAndcrnach en doo-r de gewich
tige scheepvaartweg, die de Moezel zelf was.
Langs deze wogen heen liggen in het land
verspreid een ontzaglijk aantal Romeinscfli©
neerzettingen, kleine boerenhoeven en prach
tige kastoelen met talrijke bijgebouwen cn
groote tuinen. In deze laatste komen de schit
terende waterbassins voor, zooals wij ze van
de Pompejaansche muurschilderingen kennen.
In don Eifcl zijn meerdere dergelijke bassins
ontgraven, alsook zeer mooie mozaïekvloeren.
Verder behooren tot deze kasteelen indruk
wekkende grafmonumenten, w.o. misvormigo
grafsteenen, waarop de portretten van de
afgestorvenen zijn uitgebeeld, grafaltaren en
hoogo grafto.rcns, waarvan een der grootste,
de Igcteohe Zuil, heden ten dage nog overeind
staat. De relief versiering van deze grafmonu
menten bestond gTöotolijks uit voorstellingen,
aan hot dagelijksch leven ontleend, die ons
het doen cn laten der Gallo-Romeinsehe bcy
volking der Mcczelstreken op levendige wgzö
voor oogon voert. Ook van de tempels en an
dere plaatsen voor godsvereering spreken ons
talrijke overblijfselen, zooals bijv. het Mifb-
rusmonument van SchwaTzerden, vele Mars
en andere tempels en de in de wouden ver
scholen rots monumenten als het Artkran-
schrift en het Diana-relief uit de omgeving
van Ballenderf.
Zoo is het dus mogelijk aldus besloot
spr. deze laatste der twee interessante lezin
gen over dit onderwerp dat dank zij de
thans nog bewaard gebleven resten, waarvan
hier slechts ccn keur in lichtbeelden vertoond
worden en uaiik zij vooral de reliefiversierin-
gen dor grafmonumenten, dio 0113 de inwoners
in hun dagelijksch doen uitbeelden, om ons
van het Mcezclland in Roraeiusehen tijd oen
©prekend en aanschouwelijk beeld tc vormen.
Kan de vrouw zich bewust worden?
Over dit onderwerp hield, op uitnoodi-
pmg van de afdeeling Leiden van den
Ned. Chr. Vrouwenbond, gisteravond ir.
J. C. S Schokking, van Den Helder, al
hier, een lezing in het wijkgehouw
„Phefce", aan de Oude Vest.
Nadat de aanwezigen een lied hadden
gezongen en mevrouw Sohokking als pre
sidente een gedeelte uit Efcze 4 had voor
gelezen en voorgegaan was in gebccf, sprat
rij een kort inleidend woord, waarna zij
het woord aan den spreker verleende, die
aanving met op te merken, dat het oor
deel over de irouw steeds zeer verschil
lend was. Er zijn mannen geweest, die noh
aan vrouwen geërgerd hebben en die het
niet konden goedkeuren, dat de vrouw al
tijd gelijk wil hebben en zich achter de
schermen beweegt.
D.m-r etoat tegenover, en dit erkennen
de mannen tooh ook, dat db vrouw een
ruim hart heeft, dat de geheelc wereld
zou willen omvatten. En wij, mannen al
dus spr., hebben aan de vrouw een schuld
te voldoen, doordat wij hebben toegela
ten, dat rij in sommige kringen wordt be
schouwd en behandeld ais een blanxe
slavin.
En daarom is het zoo goed, dat de
vrouw tracht rich gewust te worden en
voor haar eigen geestelijke ontwikkeling
wil ziorgeu.
In de eersto plaats behoort de vrouw
aan het gezin en daar zwaait zij zeer te
recht haar schopter. Maar als zij den voet
zot over den drempel van haar edgen buis,
dan vindt zij do mannenwereld. In do
maatschappij heerscht een mannemsfeer en
mannen invloed, al is daarin in den oor
logstijd eenigc verandering gekomen en
dio geest werkt ook nu nog na. En zoo
rijst steeds meer de vraag, of de vrouw
zioh bewust kan worden, naar voren.
In de Duitscbe romantiek werd db
vrouw geplaatst tussohen wijn en gezang.
Zij word hier als verpoozing voor den man
geacht. De mannen van dien tijd konden
het best dichten ovcar do vrouw. Goethe
meende zcilfs, dat de wereld zich bewoog
in de richting van het „ewig weïbliohe".
Vele vrouwen uit den tijdl der middel
eeuwen versmaden echter de wereld om
do bruid to zijn van Christus. Daarnaast
vindt men den redder, dito de vrouw aJs
het hoogste vereert.
Wait is de vrouw echter naar haar we
zen? Tegenover de moderne vrouwen
beweging, die do vrouw geheel naa6t en
gelijk aan den man wil stellen, wil spre
ker er aan vaethooiden, dat eerst do man
en daarna de vrouw is geschapen. De
vrouw is uit de rib van den man
gekomen. Zij staat dus op het tweed!e plan
der schepping. Zij ie in ieder geval anders
als de man. Een der eigenschappen van
de vrouw in het algemeen is, dat zij co
quet is, dat zij wil behagen. Dit is een on
aangename zijde van het vrouwenkarak
ter. Verder blijft er altijd) iets van het
kind in do vrouwzij sohijnt niet to rijn
uitgegroeid. Spr. verklaart dec.e cn andere
vrouwelijke eigenschappen, hier uit, (Dat de
vrouw veel meer uit liet gemoed! leeft dan
de man.
Een trek van die vrouw, die reeds in het
Paradijs zich heeft geopenbaard en waar-
medle zij de wereld ds doorgegaan, is, dat
zij den man overhaalt to doen wat zij reeds
gedaan heeft-, al heeft zij gevoeld/, dat het
niet goed is. En hebbetn do Grieken haar
niet geschilderd als een sirene, wier zang
don man lokt naar <1e plaats des veordorfs?
In de lijn van Genesis 3, waar rij zioh laat
verleiden door Satan, orn daarna den man
te verleiden, heeft de Roomsohe Kerk de
vrouw als de ooi*za/aik van hot kwaad- ge
zien, en daarom heeft zij ook het celibaat
over den geestelijken stond voorgeschre
ven.
Spr. stelt daartegenover de. groote be-
teekeriis van het moederschap der vrouw,
welke ricb toch ook weerspiegelt in do
Maria-vereering, waarmede de Roomsohe
Kerk zooveel succes heeft- gehad.
Zal de vrouw echter <3e heiligheid van
het moederschap bewaren en uitloven, dan
moet rij ook moeder willen zijn van haar
eigen kind In het levon van elk mensch
tot op lateren leeftijd heeft het woord
„moeder'- d-en heerlijksten klank. Moeder
beteekent een offer brengen en zonder
offer geeD liefde. Zoo kan een moeder
troosten zooals geen ander. En een Ohria-
tenmoeder kan dit vooral. In het moe
derschap zoeke de vrouw haar hoogste
ideaal.
Zoo was spr. weder teruggekomen tot
zijn uitgangspunt-, nl. tot de vraagOf de
vrouw zich bewust kan worden?
Tusschen het denken van een man en
ëcai vrouw ziet spr. een groot verschil.
Voor hetb oTganiseeren van een maatschap
pij, een samenleving, acht spr. do vrouw
niet geschikt-. Na-ar haar aanlog behoort
zij achter de horretjes in het gezin. Als
men het zioh bewust worden van de vrouw
beschouwt als het zioh overtuigd houden
Maatschappij en Staat te kunnen opbou
wen en besturen, dan beantwoordt spr.
die vraag ontkennend.
De plaats in deze wereld -tusschen do
mannen moet menige vrouw rich echter
veroveren en als zij het niet kan, dan tooh
moet zij trachten zioh daar in schikken.
Wijsgeerig gedacht is de vrouw het zinne
beeld van het offer, do man dat van heft
recht
In de samenvoeging van de liefde, ge
symboliseerd en het offer met het recht
cn de straf ligt de tragiek van het leven.
Dit moge tragisch zijn, toch behoedt hot
ons het leven vlak cn grijs to zien.
Do vrouw overschouwt de dingen en
maakt haar conclusie, doch denkt niet na
zoo-als de man. Toch moet de vrouw niet
achter gestelcï worden bij eten man. En als
zij dit nog wordt, dan ligt dit in de ge
brekkige Chrisbianisatio van onze maat
schappij. Met Oh rist 113 is do vrouw in be
ginsel tot haar recht gekomen, doch dit
beginsel heeft in de maatschappij nog niet
voldoend0 doorgewerkt. De vrouw moet
nog veel meer geacht en gekend worden in
onzo samenleving. Haar hoogo roem is, dat
uit haar is voortgekomen de riddier dea*
wereld, die Ohristus, en diat moet de vrouw
zich bewust worden. -
Tegenover de moderne opvatting van
gelijkheid en gelijkwaardigheid! van man
en vrouw, moeten wij stollen, zeido spr.,
do waarheid cn dat wij nog leven in een.
zcnclig-e wereld en dat do ware gelijkheid
eerst zal kunnen komen in een later leven,
waarin man noch vrouw zal zijn, maar
allen een zullen wezen dn Ohristus. Ko
mende tot do taak van de vrouw in het
pracbïsohe loven, wilde spr. dat zij aller
eerst haar invloed zal uitoefenen op den
man. Haar hoogste doel moet zijn:
kuisohhoid en reinheid en daaraan heeft
vooral onzo tijd zoo groote behoefte.
Doch aldus besloot epr. waar men
uitzonderingen riet en de vrouwen het
mannenwerk verrichten, la ast men dan
daarin niet ieta verkeerd) zienook deze
uitzonderingen mogen bestaan en hobben
daarop recht, maar het hoogste ideaal van
do vrouw spr. accentueerde dit ook nog
'eens in het kort deibat is het huwelijk
en de moederschap.
Do vrij goed, maar bijna, uitsluitend
door vrouwen bezochte vergadering, werd
tegon tien uur mot gozan-g cn dankgebed
gesloten.
Roomsche kiezersplicht.
Jn de groote Stadszaal hield de R.-K.
Propagandaclub „De Jonge Garde'', gister
avond een openbare vergadering, waarin
als spreker optrad de heer B. Th. de Wolf,
en wel met bovengenoemd onderwerp.
De Voorzitter, de heer A. H. Boekraad,
opende met den Christelijke» groet en heette
vervolgens do talrijke aanwezigen, en in het
bijzonder den heer De Wolf, harteljjk wel
kom, waarna hij het woord gaf aan laatst
genoemde.
Deze zeide, dat het goed gezien was 7.00
vroeg reeds de propaganda te beginnen, om
aldus aan "de kiezers en kiezeressen zooveel
mogelijk de noodzakelijkheid van stemmen
by te brengen. En dit i3 noodig, want wan
neer men vergelijkingen gaat maken met
vroegere verkiezingsperioden, dan blijkt dat
thans 'de geest van enthousiasme en opge
wektheid veel en veel minder is onder de
R.-Katholieken. Hetgeen niet alleen een fout,
maar ook een groot gevaar is, omdat de an
dere partijen, ïn tegenstelling daarmede,
juist zeer actief z'rjn, en op die manier dus
gelegenheid krijgen aan de kiezers het geloof
bij to brengen, dat het nooTIig en verstandig
is op hun candidaten, die zulke mooie be
loften doen, te stemmen.
In verband daarmede gaat spr. na^ wat de
verschillende andere partijen als Vrijheids
bond, Vrijz.-Democratische Bond, S. D. A.
P. en Communistische Partij, alzoo op hun
program hebben staan, en toont hij aan hoe
bij al deze partijen een zeer sterk autoriteits
gevoel aan den dag komt Ieder afzonderlijk
doet alsof zij de wijsheid in pacht heeft, en
komt steeds aandragen niet het bekende
liedje dat wie de vrijheid liefheeft en ver
lost wenscht te worden van het Christelijk
regiem, op haar candidaten moet stemmen.
Daartegenover ^telt spr. het program Rer
R.-K. .Staatspartij. Ook wij, zegt hij, hebben
de vrijheid lief, willen de belangen van alle
standen behartigen, enz., manr wij voegen
er aan toe, dat, wanneer men de handhaving
wil van het Chr. regiem, en de instandhou
ding van het Chr. gezin, men behoort te
j>temmen op de R.-Kath. candidaten en wel
op nummer één van do Jijst.
Onze mannen zullen het zich tot een plicht'
rekenen de Verkiezingsbeloften te vervul
len, maar dit kan niet van de anderen wor
den gezegd, gerfjk bijvoorbeeld onder hst
zaken-ministerie Cort van der Linden, dui
delijk is' gebleken.
Toen zgn de piilitaire uitgaven geweldig,
gestegen, en 'de dure distributie-kantoren
opgericht, waardoor wij thans zulke hcoge
belastingen moeten betalen. Van dat laatste
wil men nu minister Aalberse ten onrechte
de schuld geven!
Zullen de kiezers, maar vooral ock do
kiezeressen van de R.-K. partij, thans vol
doende hun plicht kennen? Spr. gelooft
het niet wat de vrouwen aangaat. Zij heb
ben hot stemrecht niet gewenscht en het
interesseert haar zeer weinig. Toch, nu zij
het hebben, is het noodzakelijk er gebruik
van te maken, omdat de andere partgen het
ook doen, en de R.-K. Staatspartij, als de
grootste in den lande, die steeds op elk ter
rein leiding heeft gegeven, het als een eere
plicht heeft te beschouwen, ook in deze voor
te gaan. Thans kunnen wij, aldus spr., om
de aanvallen die men op ons doet, lachen,
piaar laten wij zorgen, dat wg dat ook na
de verkiezingen nog kunnen doen.
Doch zal het zoo gaan? Er werden in ons'
land eigenaardige geluiden vernomen. Voor
eenige maanden waren het de democraten,
aan wien nog te juister tijd een halt is
toegeroepen, on thans zrjn het de Cranen-
burghers, die beroering verwekken, en zich
heftig kanten tegen de sociale, maatregelen
van minister Aalberse. Deze minister is
BINNENLAND, r''/.'"V
Opoericht Is de Nieuw-Katholieke Partij
(CreRenburgh). 1_
Plannen van de Mij. lol Nul van 't Algemec*
voor ontwikkelingswerk op hel platteland.
'f
l
yy* -Mrf -yr-
BUITENLAND.
De ontmoeting te Parijs tusschen Lloyd Georgs
en Poincaré. r
De moordenaar van den Belgischen luitenant
Graff te Hamborn gearresteerd.
degene op wien alle slagen neerkomen. Het
hoofd van Jut! Vraagt men de ontevredenen
echter hoe zg het dan zouden willen doen,
dan weten zij het niet. Bovendien maakt hun
optreden de democraten in de partft wak
ker, ein zullen zg dezen drijven in den roo-
den hoek. En dat mag niet, want, ieder
Roomsch-Katholiek moet het zich voor oogen'
blijven houden, dat het streven naar stoffe
lijke voordeelen, slecht3 middel is, en dat
het doel moet zijn: God te dienen op Aarde,
om hiernamaals het eeuwige leven te aan
schouwen.
Een samengaan met de sociaal-democra
ten is onbestaanbaar, omdat zg1, gelgk be
kende voorgangers van hen als Karl Marx,
Anseele en Bebel, verklaard hebben, god
loochenaars zijn, die den Paus en den Bis-
£chcp willen uitsluiten.
In verband daarmede, vraagt spr. of de
Cranenburghers' dan nog de verantwoorde
lijkheid op zich durven nemen van de de
mocraten in den rooden hoek te drijven, etf
do Staatspartij tegen de andere partijen
machteloos te maken. 1
Men behoort bovendien waardeering te
hebben voor dit ministerie, dat buitenge
woon veel heeft gedaan. Na 184S is er mtè-
fechien geen enkel ministerie geweest, dat
in zulk een korten tijd zooveel heeft gedaan
als dit
Spr. roept de Cranenburghers toe zich nie(J
blind te staren op het zoogenaam'de feit,
dat alleen do belangen yan de arbeider^
zgn behartigd. Er isi immers niets anders
gedaan, dan uitvoering gegeven aan het
partijprogram. Het is waar, dat de positie
der arbeiders goed is verbeterd, maar spr.
vraagt of dit dan niet mocht. Zij hadden het
't meeste noodig en moesten dus het eerst
geholpen worden! Hebben trouwens' ook de
werkgevers, middenstanders en boeren geert
goede jaren gehad?
Het is Roomsche kiezersplicht dit Chris
telijk ministerie te steunen, waarop £rj recht
heeft, gezien haar daden.
Moge onze oude ^geestdrift, aldus onge
veer eindigde spr., tijdig ontwaken om heü
ministerie te schragen, opdat wijl met ge
rustheid den verkiezingstgd tegemoet kunnen
gaan, en do R.-K. Partij1 jveer de eerste c?^.
de machtigste zal zijn ook in verdere jare».
Immerg het staat geschreven door £lle
eeuwen heen, dat wij leden zijn niet alleen'
van een strijdende kerk, maar tenslotte ook
van een zegepralende kerk!
Waar geen der aanwezigen zich opgaf
voor debat, werd hierna 'de bijeenkomst op)
de gebruikelijke wijze gesloten.
Vcrecniging van Walerleidingsbelangcn ijj
in Nederland.
Hedenvoormiddag wend in de bovenzaal van
„In den Vergulden Turk" do jaarvergadering
van bovenstaande Voreeniging gehouden. Zij
waa zoor druk bezocht. Ondor do aanwezigen'
word ook opgemerkt prof. dr. E. van Everdin-
gen, hoofddirecteur van het Kon. Ned. Meteoro
logisch Instituut te De BdL
Do vergadering werd to ongeveer elf uur ge
opend door den voorzitter, ir. Jan van Poel
geest, directeur der Zuid-Bevelundscho Watcr-
loidinga-Maatschappij le Goas, die do aanwezi
gen welkom boette, in liet bijzonder prof. Van
Evordingen. Do hoeren zullen gemerkt hobben,
zeide spr., dat het bestuur Iweo vergaderingen
dit jaar wensoht te houden. Deze eerste verga
dering vervangt het vroeger bezoek aan de
Jaarbeurs.
Hot bestuur meende, dat aan deze vergade
ring moest verbonden worden een excursie naar
Noordwijk en had gehoopt op een mooi lente-
zonnetje.
De voorzitter deelde medo, dat op de agenda
voor dezo vergadering staal: huishoudelijke za
ken. Dezo betreffen een wijziging in de regeling
dor huisleiding. In verband mol hel feit, dat er
in den laatsten tijd veranderingen op dit gebied
zijn gekomen, wat een nadere overweging noodig
maakt, stelt het bestuur voor do behandeling
nu uit te stellen, waartoe hij acclamatie wordt
besloten.
Hiorna gaf de voorzitter het woord aan den
heer R. van Rooycn, directeur van de Amster-
damsche Waterleiding, voor het houden van zijn'
voordracht over de waterwinningswerken in do
duinen van Leiduin, met hel oog op dc abnor
male droogle van 1921, welko voordracht roet
een aantal platen en teekoningen werd toege
licht. Spr. verheugde er zïoh in, dat prof. Van
E verdingen hier aanwezig was. Hij zou dan
wellicht straks epr.'a beloog kunnen aanvullen
on verduidelijken. SpT behandelde achtereen*