Het doodend zwijgen. No, 19047. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 6 April. Tweede Blad. Anno 1922 EERSTE KAMER FEUILLETON TWEEDE KAMER. w (Vergadfcring \an gisteren.) Grondwetsherziening- Aan Ue orde zijn de wetsontwerpen: In overweging nemen van een voorstel wan verandering van het Ie, lie, Ille, IVe, iVe, VIIc-s VlIIe, IXe en XleHoofdstuk de additioneels artikelen der Grond wet (10 wetsontwerpen). De VOORZITTER stelt voor. deze ont werpen gezamenlijk te behandelen. De heer VAX EMBDEN (V.-D.) is het met deze wijze van behandeling niet eens. Hij vreest, dat de argumenten zich zullen opstapelen en men geen goed overzicht van Be debatten zal kunnen krijgen. Do heer VAN EMDEN trekt zijn voor- Stel weer in. De heer DE VOS VAN STEENWIJK (C.- H.) gelooft, dat, als hrj1 zegt, dafc hel Ne- derl. Volk deze Grondwetsherziening niet heeft begeerd, hrj de plank niet ver mï&- Öaat Hrj vindt niet alleen cenige beden kingen in de wijzigingen, doch gelooft, dat ssiige daarvan totaal overbodig zijn. De „koloniën en bezittingen" zullen ook na naamsverandering hun karakter behouden; (vreee, dat de Koningin zonder noodzaak oorlog zou verklaren, heeft niemand. Wat het twee-Kamerstelsel betreft, een tegenwicht van de Eerite Kamer is onmis- baar om despotisme van één Kamer te voor komen. Met een handomdraai moeten geen wetswijzigingen kunnen worden tot stand gebracht. Een hoogere instantie is in de jwetgeving nog meer noodig dan in de recht spraak. In bet laatste geldt het de belan gen van één of enkele personen; hier ataan de belangen van het heele volk op het spel. De behandeling van wetsvoordrachten moet in tweede instantie in een rustiger milieu jdaate hebben. Dit i3 des te meer noodig naarmate de beraadslagingen in eerste in stantie onstuimiger zijn. Een deugdelijk ar gument tegen liet twee-Kamer-stelsel heeft fepr. nooit gehoerd. Het referendum verwerpt s.pr. Dit leidt eer tot vertraging dan tot bespoediging. (Bovendien staat bij spr. het gezag boven dea volkswil. De Eerste Kamer is conform <1cq geest der natie. Zrj is saamgegroeid met onze historie en heeft in het Ned. volk diep wortel geschoten. Zij is gebleken een jonmisbaar instituut te zijn in het staatkun dig leven. Afschaffing der Eerste Kamer zou dan ook beteeken en een aanmerkelijke verzwakking van ons parlementair stelsel en amputatie van een der edelste deelen .van ons Staatsorganisme. Van 1848 af heeft de Eerste Kamer nog niet gemiddeld één wetsontwerp per jaar verworpen; wel een bewijs, dat zij haar bevoegdheid met groote bedachtzaamheid heeft uitgeoefend. Wel is het niet te ontkennen, dat do Eerste Kamer vaak te veel in détails afdwaalt. Zg moet zich in dezen verbeteren. Het zijn echter de tegenstanders van het behoud der Eer- fcte Kamer, die zich niet het minst daaraan hebben schuldig gemaakt Voorts kan spr. den Minister wel mede- 'deelen, dat do C.-H. leden hun stem nieb lullen geven aan de artikelen 82, 91 en 128 en het daarrnedo samenhangende art 12, der add. artikelen, welke artikelen be trekking hebben op de wjjz© van verkiezing, den zittingsduur en de ontbinding van de Eerste Kamer. Een doublure van de Tweede Kamer, die niet als politiek college is bedoeld, mag niet plaats hebben. Zij moet haar eigen ka rakter behouden. Het is een dwaling, dat de eeue Kamer het volk beter zou vertegenwoordigen dan 'de andere. Zjj vullen elkaaf aan. Wordt de Eerste Kamer wel een doublure van de Tweede, dan nog zou zij niet overbodig zijn. Het feit, dat zij een jaar later wordt sa mengesteld, zal haar zich er op doen beroe- jpwi, de ware volksvertegenwoordiging te zijn. De terugbrenging van den zittingsduur van 9 op 4 jaar en de gelijktijdige aftre ding van alle leden, acht spr. niet wen- 'schelijk, omdat daardoor de stabilitrit dreigt 'Verloren t9 gaan. Bjj de voorge telde evenredige vertegen woordiging, blijft van een evenredige ver tegenwoordiging der provincies niets ever. Ook tegen de facultatieve ontbinding van de Prov. Staten bestaan bij spr. groot© bezwaren» vooral met het oog op de werk zaamheden der Staten Verder heeft spr. bezwaar tegen art. 89, 3de lid, waarin wordt geregeld de j>en- siGnneering van de Tweede-Kamer-leden en van hun weduwen en weezen. Ten aanzien van de schadeloosstelling veer de leden der Tweede Kamer, merkt spr. op, dat wij hiermede komen aan den rand van het politiek bederf. De heer VAN LANSCHOT (R.-K.) wijst er op, dafc nu reeds voor de tweede maal in korten tijd de Kamer voor een Grond wetsherziening staat. Maar er i3 dan ook sinds de vorige revisie meer veranderd dan anders in een halve eeuw, en zoo is het wel zeker, dafc de groote meerderheid der natie wijziging der bepalingen betreffende de Troonsopvolging wenschfc. Wanneer men daartegenover wijst op gebrek aan belang stelling van heb publiek, dan is spr. van oordeel, dafc do Regeering getracht beeft, noch te veel, noch tc weinig te wijzigeD, en difc strookt met heb algemeen sentiment Spr. heeft; de w ijzigingsvoorstelleu met ge mengde gevoelens ontvangen. Daarom ver- licugfc het hem, dat de Regeering verschil lende ontwerpen heeft ingediend. Jammer, dat. bijv. de wijzigingen van Hoofdstuk III in één ontwerp zijn ondergebracht; ter wijl er enkele onderdeelen daarin zijn, waartegen spr. bezwaar heefb. Wat dc troonsopvolging betreft, spr. ver heugt zich cr over dat de Regeering heb beginsel van den monarchalcn Regeerings- vorm wil handhaven als er een wettelijke troonopvolgen ontbreekt. Met leedwezen constateert spr. het hand haven van liet processieverbod, doch wil thans volstaan met ©en protest hiertegen. Wat de Eerste. Kamer betreft, spr. meent dat de Eerste Kamer door haar wijze van werken haar bestaansrecht bewijst. Do geest, van bezadigdheid, die er lieerscht, is van onmiskenbare waarde, oefent C©n invloed ten goede uit, ook op de leden zelf. Wij doen hier minder aan de politiek, die elders het begin en het einde van het optreden is. Onze Kamer biedt aan man nen van uiteenloopende richting gelegen heid aan invloed te hebben op den loop van 's lands zaken. Het twce-Kamerstelsel dient hier en elders gehandhaafd te wor den, waar de feilbare besluiten der Tweede Kamer cassatie-onderzoek cischen, nu het denkbeeld van referendum is verworpen. Wat de herziening van het IVde Hoofd stuk betreft, is spr. ten stelligse gekant tegen ontbinding van de Prov. Staten. Daarom zal hij tegen stemmen. Vooral, waar men aldus de verkiezing van Tweede en van Eerste Kamer uit dezelfde bron wil doen voorkomen, zija anomalieën denk baar; ook in den boezem der partijen zelf kan men dan voor dwaasheden komen. Neen, het politieke leven blijve bij de Twee do Kamer en daarom leggö men niet de ont- biiidingsmogelijkheid van Prov. Staten in de Grondwet.. De Eersto Kamer neme slechts een bescheiden plaats in de poli- tieko wereld in. En daarbij vergefce men niet, dat ontbindbaarheid der Prov. Sta ten die colleges op den schopstoel der hoo- go politiek zal plaatsen. Aan de samen stelling er van zal difc zeker afbreuk doen. Zonder ontbinding der Staten zijn 70 jaar lang de zaken goed gegaan. Waarom daar in nu verandering gebracht? Wat Hoofdstuk III betreft, in deze Ka mer is een groep, die de wijziging er van beschouwt als een begin van afbraak van onze Kamer. Anderen meenen, dat de Re geering met haar voorstellen is gekomen, om zooveel mogelijk van dc Eerste Kamer te behouden. Spr. schaart zich bij dc laat- sten en zal dus vóór de wijziging van Hoofd stuk III stemmen. Over de schadeloosstelling der Tweede Kamer zal spr. niet veel zeggen; alleen vindt hij in de met-toekenning er van aan de Eerste Kamer do.erkenning, dat het lid maatschap er van een ecre-ambfc is. De heer ANEMA (A.-R.) wijst er op, dat er een groote groep is, die deze Grondwets herziening van geringe betcekenis acht Men had gehoopt op afschaffing der Eer ste Kamer, gelijkstelling van man en vrouw dcmoeiatiseeiiiig van hoi Indisch bestuur, enz. Spr. zet uiteen, dat dit op een mis verstand berust, en wijdt daarbij een be schouwing aan den tegemvoordigen maat schappelijke» toestand. Een ingrijpender revisie dient men tot later uit te stellen men dient thans voorzichtig te werk te gaan en van dit oogpunt moet men do voorstellen, die thans aan de orde zijn, bezien. Spr betreurt het intusschen, dat Hoofd stuk Yl, Van den Godsdienst, onveranderd wordt gelaten, met het oog op de scheiding van Kerk en Staat-, doch ook omdat hij handhaving van het processie-verbod ge- wenschfc acht. Hoewel lid der Staatscom missie voor de Grondwetsherziening, juicht spr. toe, dat de Regeering in de wijziging der troonsopvolging verder dan de com missie is gegaan in monarchale richting. Wat de positie van hefc hoofd van Staat be treft, 40 jaar geleden sprak men van het vijfde rad aan den wagen, enz., doch dat was een theorie uit die tijdsedert is er verandering gekomen in die opvatting, heeft men ingezion, dat men de macht van het Parlement niet te hoog moet aanslaan, en is de positie van den kroondrager aan zienlijk verhoogd. Wat de regeling van het oorlogsrecht be treft, spr. is daar geen onverdeeld bewon deraar van, in het bijzonder wat betreft hefc recht van oorlogsverklaring. Wat Hoofdstuk III en IV betreft, een handha ving der Eerste Kamfer juicht spr. toe, maar zij moet stoelen ii| ©en gezond partij- leven, en hoe beter het daarmede is ge steld, des te minder de Eerste Kamer is te missen, al behoort liet afstemmen van ont werpen tot do uiterste middelen. Terecht is de verkiesbaarheid voor de Eerste Kamer van alle beperkingen bovrijd. D© invoering van het Evenredig Kiesrecht zal aan de Eerste Kamer haar eigen karakter niet ontnemen. Verkorting van zibtingstijd cn gelijktijdig heid van aftreding vindt spr. theoretisch minder goed de praótijk zal echter mede- vallen, evenalp de invloed der politieke partijen. Zeer ernstig bezwaar koestert spr. echter tegen het ontbtndingsreoht van Provinciale Staten. Dat is in tegenspraak met het stelsel van indirecte verkiezingen en spr. zet dit nader uiteen. De verliooging der schadeloosstelling der Tweede-Kamer-lcden acht spr. billijk, maar noch. de terugwerkende kracht noch het we- duwenpensioen kunnen door den beugel. Met een tweejaarlijkscke begrooting heeft spr. vrede. Geeft spr. zijn stem dus aan Hoofdstuk IIIover Hoofdstuk IV wensoht hij zijn stem nog te reserve©ren. Do heer VAN DER FELTZ erkent de wenschelijkheid dezer revisie, en hij kaai over het algemeen er mede instemmen. Be zwaar heeL't spr. echter tegen enkele punten in Hoofdstuk ill. Behoud van het tweo- 'Kamer-stelsel -juicht hij toe, daar de Eerste Kamer als instituut van revisie goed werk kan verrichten, als regulateur der wetge vende machine. Maar spr. kan niet geheel medegaan met de verkorting van den zit- tingstijd, do gelijktijdige aftreding, niet ook met de evenredige vertegenwoordiging, daar deze de Eerste Kamer zal verpolitieken. Was die evenredigheid nu werkelijk noodig? Spr. ontkent dit cn zet dit nader uiteen. De Re geering gevoelt ook wel de nadeelen, dcch wil. geen wijziging, omdat het evenredig kiesrecht nog zoo kert werkt. Maar waar om het dan op de verkiezing der Eerste Kamer geënt? Het euvel klemt te meer nu de zittings'- tryd wordt verkort en bovendien de catbird- baarheid der Prov. Staten wordt mogelijk gemaakt. Die ontbindbaarh ril is in strijd met den werkkring van de staten. Een fout in dit stelsel is ook, dat het van do Regeering afhangt of ziji bij ontbin ding der Eerste Kamer ook de Prov. Staten zal ontbinden. Dat wordt een kwestie van politieke berekening. Systeem ware het ge weest bij de ontbinding der Eerste Kamer ook de ontbinding der Prov. Staten plicht matig voor to schrijven. Spr. komt wijdere op togen handhaving van den stemplicht en onderwerpt de scha deloosstelling voer het lidmaatschap der Oorspronkelijke detcctive-roman door R. J. B. (Nadruk verboden). 20) Daarna verdwenen wc door de achter deur, waar de auto Benson was zeker to voren door Arthur ingelicht al gereed etonn Snci stapten we in (to dichte lan- daulette Het was mo nu ook duidelijk, •waarom Arthur aan tante den open wagen had afgestaan. In de auto gezeten, haalde Arthur uit ^'jn binnenzak ebn klein© reisneeëssaire «net rouge, poeder, koolzwart on andero verfmiddelen, die ik verafschuw, - en een ui o-sjaal i,Je zult je ook nog een beetje moeten schminken", zei hij; „er is niets aan to doen' ..Vooruit cb.n maar. het doel heiligt dc middelen' antwoordde ik cn begon ge hoorzaam rouge op to leggen en mijn ."Wenkbrauwen en wimpers tc zwarten, de Poederkwast deed de rest. >,Tk voel me net als oen gekalkte muur" échtte ik. 1end>at EfKlt OVOT' klonk het troos- 4'k sloeg de auto-sjaal om mijn geacht. HOOFDSTUK XVI. In dc val. Op een kruispunt van tKrie straten stop to do auto. „Zijn we or al?" vroeg ik. ..Neen. maar por auto durfde ik niet verder". Arthur «hapte uit, direct in zijn rol, hielp mij chtmaal ook niot bij het uitstap pen Mot veel vertoon haalde hij een groote linnen beurs t© voorschijn cn gaf Benson vijf shilling. „Ga nou maar naar je baas; je bent bedankt, hoor". Met waggelenden gang, als iemand, dio cJo laatst*» maanden voortdurend een schommelend dek ondier zijn voeten heeft gevóeld, liep Arthur voort. Nadat wo een paar honderd meter hadden afgelegd, gaf Arthur rny een arm, maar het ging niet, wc konden niet met elkaar in do pas blijven. ,,'b Gaat niet, juffie, we zullen de kabels los motten gooien". ,Hó. kapitcintje, hou jo roor recht!" gildt een kwajongen on Arthur wierp hem een vernietigenden blik toe. .,Ik root zoo meteen mijn keel nog eens smeren" knorde Arthur „mijn tong is als een droire scheepsbeschuit". Oprnorkzaarn keek ik rond op den hoek van de straat zag ik een bar, waaj een roodé lantaarn uithing, waarop in witte letters de naam „Orienthal" was aango- braoht. Daar moesten wij dus zijn „En jij krijgt zeker ook trek in een citroentje. Bessie ,,'k Heb don lioelon middag nog niks van je gehad", klaagde ik, geheel in mijn rol, ,.Mc ken niet zeggen, dat je scheutig bent uitgevallen' Wij traden binnen in een vrij laag ver trok. In het midden oen tafel, waarop een stapel kranten en tijdschriften, die or sme rig en veel-gelezen uitzagen. Langs de wan den. waaraan afbeeldingen van schepen hingen, tafeltjes, morsig cn beringd, on stoelen, waarvan sommige de teekenon droegen als slagwapenö tc zijn gebruikt. Achter het buffet een griezelig uitziende juffrouw van twijfelachtige» leeftijd. Op de tapkast ©en aolieepsmodicl, een drie master, waaraan ontelbare touwtjes. In 't midden, tegen een der lengtewanden, etond een piano. Het. gaslicht brandde er waren geen ramen, behalve aan den voor kant. Ofschoon hefc niet druk was, daarvoor was het nog te vroeg, birig er een damp van rook in hot vertrek, afkomstig van een Etelletje matrozen, in gezelschap van siga- rettenrookendo vrouwspersonen, dat zat fc© kaarten in oen hoek in dc buurt van het buffel. Aan de leestafel zat een matroos met hot hoofd op den arm te slapen; hij had zeker dien nacht wachtdienst gehad of sliep zijn roes uit. Bij ons binnenkomen keken enkelen der kaartspelers even om cn Arthur zwaaide met zijn arm c-ri riep: „Hallo! Old boys!" Wij gingen in een hoekjo aan een ta feltje zitten de slonzige buffetjuffrouw kwam de bestelling opnemen. „Breng mij whiskey!" bromde Arthur. „Als ik aan wal ben, mot ik drinken, cn veei. wat zeg jij er van, juffie?" „Voor -mij ©en citroentje", zeide ik mijn lesje op. „Met of zonder euikor?" vroeg de juf frouw. ,,Me<t suiker", raadde ik blijkbaar goed. Tweede Kanier aan een ongunstige oritiek, daar men te dezer zake» do opvatting hul digt» dat zij een middel van leveuionderlioud zou zijn. De geest van de Grondwet leert echter, dat zij niet meer is dan oen ver goeding van onkosten. Daarcm keurt hg ook het pensioen en zeker de terugwerker.de kracht af. Spr. betreurt-, dat het verbod van gelijktijdige vervulling van het lidmaat schap der Stalen en der Eerste Kamer, ver vat in art. 128, bij do herziening zal ver vallen. Wat betreft do mogelijkheid van "twee- jaarlij ksc-he begrootingen, spreker gevoelt daar weinig voor. De Regeering wordt er machtiger door,, het Parlement zal een deel van zqb rechten verliezen. De Regeering wil daardoor tijd winnen, voer meer wetge vende werkzaamheden, maar voor een goe den parlementairen prbeid is het noodig, dat de controle op het- Regeeringsbeleid niet verslapt. Bovendien moet een twee- jaarljjksche begroeting practisehe bezwaren opleveren. Do VOORZITTER verdaagt hierop de ver gadering tot morgen elf uur. (Vergadering van gisteren). Interpcllatie-Vau Ravesteyn. Aan de orde is de intcrpellatio van den heer VAN RA VESTE IJN (C. Fr.) betreffende do voorbereiding en voornemens dor Regeer ing ten aanzien van do conferentie tc Genua. Do heer Van Ravesteyn (0. Fr.) wijst cr op, dat deze intacpcllatïo noodzakelijk is. Zondor spr.'s aanvrage zou over Genua niets gezegd zijn en alles wocr zijn overgelaten ann den Minister. Voor Nederland is deac confe- rentio van voel gewicht, om-dat het belang van Nodorland ten nauwste samenhangt met het internationale belang. De oonfereQti© van Genua is liet resultaat van het groote vred©s-offensicf van Sovjet- Rusland. (Gelach). Lloyd George is degene geweest, die hooft ingezion, dat deze confe rentie noodzakelijk was. Hier heeft men gisteren wc or eens kun non zien met welke kleine middelen men denkt do malaise te kunnen tegengaan, m. n. met in voerverboden. De crisis grijpt in Nodorland steeds dieper door on vole kapitalisten zijn er op uit om die te bevorderen. Zondor herziening van hot verdrag van Versailles is horstel van Duitsohlautd niet mfgelijk en blijft do crisis bestaan. De bespreking van dat verdrag cn het her stel van de handelsbetrekkingen zijn do twee belangrijke punten, die spr. op de oonferontio te Genua behandeld wil zien. Hij weaseht to weten welke houding de Regeering deukt aan te nemen. De Regeering zal wel weor gaan laveoren. De hoer DUYS (S.-D) Precies Lea«n. (Ge lach). De heer VAN RAVESTEYN (C. Fr.) vraagt of d© Regeering moedig en óprecht zal zijn op de conferentie. Zal zij durven zoggen, dat do politiek dor lauden naar den afgrond voelt Spr. le-est een serie vragen onverstaanbaar voor. (In strijd met do gewoonte heeft do heer Van Ravcsteyn zijn vragen niet aan do pers verstrekt.) Do Minister van Bui teniandseho Zaken, dc heer VAN KARNEBEEK zal de 17 vragen (gelach) beantwoorden. Bij zijn toelichting zijn cr nx>g een paar hij gekomen (gelach). Spr. zal niet veel kunnen zeggen van deze conferentie te Genua. (Gelach). Hij kan niet veel b'oht verspreidon. Van hetgeen dc Re- georing bekend is van de agetulu, zal hij och- ter het een en ander meedeelou. Do mogend1- heden waren van oordeel dat allo Euro-po esc hc Staten bijéén moesten komen, omdat dat dlriogend noodig was voor don wederopbouw van Centraal- en Oost-Eu-rooa. Do hervatting van don internationalen handel achtten zij noodzakelijk, om de productieve werkkracht, te Torgrooten. Alle belemmering, aan den handel in den weg staande, moet worden weg genomen. Met do binnenlandsoho staathuis houding moet dc conferentie zich niot inlaten. Bij hot verschaffen van fondsen moot ze kerheid bestaan omtrent do belegging. Ook m°ct zekerheid bestaan, dat niemand zich zal waait hefc scheen, piet dwaas gevonden tc werden. Toen de juffrouw met do glaasjes kwam, drenk Arthur het zijne ineens leeg, sloeg met zijn vuist op het tafeltje on bestelde meer wdskcy, mopperend over do kleino glaasjes en dat men aan cJeai wa.1 den ar men zeeman altijd beet trachtte tc nemen en t© plukken. „Een taaie boweging", morde hij; „het is hior een doaio boel". Ik grinnikte ©n giebelde maar zoo'n beetje cn deed zooveel mogelijk mijn best om mij dwaas aan'to stellen maar het ge lukte mij niot zoo goed al© Arthur, die deed alsof -hij de hoc»gte begon te krijgen cn plotséling een lied van dc zee ging zin gen op eer wijze, die je trommelvlies zou verscheuren. Er klonk een kort cn krachtig protest van de kaarttafel on do matroos aan do leestafel werd wakker en informeerde mot belangstelling of Arthur zijn groeten mond (hij zei wat anders) niet houden kon. Do buffctmamscl kwam toeloopen en vertel de, dat hot tocb nog te vroeg was om zulk een keel op te zetten. Later op den avond scherm dat daar gebruikelijk te zijn. Arthur verzekerde, dat het van de wis- key kwam en ddt bet cto. best© whiskey was die hij in jaren gedronken had; je stem banden gingen er van kriebelen cn dan be gon jo vanzc-lf t© zingen. „Ja, maar zing u dan zachtjes", was het welgemeend advies. Arthur betoogde, dat daar geen aardig heid aan was, en herhaalde, dafc het hier een saai©, vervelende stal was. Toen deed hij of hij vooi 't eerst do piano in het oog kreeg en noodigde dc juffrouw uit wat fc© bemoeien mot Go intieme a an gelegenheden van zijn huren. .i Dc Regecriag heeft nog cenige naJerc in lichtingen tip do agenda gevraagd maar zij heeft deze nog niet ontvangen. Te Genua zal het gaan om <1© reconstruc tie van Euro-pa cn in het bijzonder om het vraagstuk van Ru-sland. Hierbij zullen de geld-problemen diua aan do orde komen. Do N'ederlandsöho delegatie moet een afwachten*'' dc houding aannemen. In Stockholm Ls een vóórbeaprekiug gehouden tusscshcn do kg. neutrale landen. Als gevolg daarvan wordt W Bern een conferentie gehouden van experts. Te Genua heeft een vóórbc-spreking plants van gedelegeerden der neutralen. Nederland' is op beido conferenties vertegenwoordigd. De' Rogeering gaat uit vou de gedachte, dnt: alios, wat verdeelt, niet naar Genua meet worden meegenomen. Het vraagstuk van Rusland behandelend, zegt spr., dat dit collectief moet worden tic-* hou de ld. Uit hef. programma van Genua blijkt, dat dit ook dc opvatting van dc mogendheden is. Europa is ©cn ceonomisoho oenheid en Rus> lend is vorlorcn, als hot ovcrlgo Europa niet' helpt. Er moet rechtszekerheid bestaan in Rusland en voor vreemdelingen moet Rusland openstaan. Er zijn bedenkingen gemaakt tegen de e:n* fercntic, o.a. dat Amerika geen deel neemt. Natuurlijk is dit tc betreuren. Er zijn ook andere vraagstukken, die men or wellicht be lui ndokl wilde zien. Maar spr. meent, dat uit liet bijeenroepen der conforentio blijkt een besef van tot samenwerking to tornen en tot een economische verstandhouding. Dit besef juicht spr. zoor toe. Men kan er sceptisch, tegenavor staan maar or zit toch een ele ment van moroelo betcckenLs in. AL het ge lukt hot onderling vortrouwe.a to herstellen» dan ia al heel wat bereikt. Ton slotte deelt spr. anode, dat bij ook na mens den Minister van Landbouw heeft ge sproken. (Hilariteit.) De heer VAN RAVESTEYN (0. Fr.) repli- ccort en stelt oen motie voor, waarin hij vraagt, dat de Regeering tc Genua zal streven naar herstel van do haiidirisbetirekkiiigc-n m'st Rusland en dc herziening van het verdrag van Versailles. Do heer TROELSTRA (S.-D.) acht nio:-r voeling met de Kaïnev noodzakelijk. Spr. behandelt d© positie van DuJtschland, dat nag stood© onder den druk van buiten 6taat. Dit land is gebonden door dwangl>c- velcn uit het builonland en door politieke onmacht in het binnenland. Daarna critiscort hij do houding van Rut- land. Lenin acht Genua een dood-eenvoudig© zaken-kwestie, maar zoo eenvoudig is de zaak met. Zij zijn daar dwaas hooguiioodig cn zij zullen moeten loeren inzien, dal zij doodge wone „gosjochte jongens" zijn. Spr. acht netievo deelneming van Nederland aan do conferentie gcwenscht. Dc hoer VAN DE LAAR (Olir. Soc.) acht alleen de ethiek van liet Christendom ge- èchikt voor den vrede cn het herstel. Dc So ciaal-Democraten ni'Lssen die ethiek. De hear MARCHANT (V. D.) dringt aan op meer openbaarheid der diplomatie. Hij zal togen do motie stemmen, omdat hij geen bindend mandaat wil meegeven. D© lieer ICOLTHEK (S. P.) betreurt het, dat al weer geen overleg is goplcogd met do Kamer, opiïit deze haar wensohen kan kea- baar makon. Hij constaleert, dat Nederland weer zal vertegenwoordigd worden door per senen, die niet door het volk zijn gokozen. Do MINISTER antwoordt nog kort. Hij weet, diat het onmogelijk ia te bepalen, wat wel en wat niet op dc conferentie zal worden, behandeld. Dal kan dc Kamer niet vaststel len. Evenmin kan spr. zeggen wat dc dele gatie meent of gaat dcron. Iljj kan ullcon in algemeen© termen spreken. Het ia onmoge lijk do delegatie vast tc klinken aan con motie of oen mandaat. De heer VAN RAVESTEYN (C. Fr.) wij- zigt zijn motie zóó, dot alleen „bespreking" en niet „herziening' van het vredesverdrag van Versailles wordt gevraagd. Over do motie wordt heden geèternd. Additioneel Protocol. Aan dc orde ia het wetsontwerp goedkeu ring van hot additioneel protocol tot het ver spelen. Zij antwoordde, ddt'zij niet kon spelen. „Daar geloof ik geen woord van, jo mot 'd stukkic op dat ding spelen, versta je", en hij vatte hot meisje bij den arm en wild© haar naax <1© piano trekken. „Er mag zoo vroeg niet gespeeld wor den, pas om acht uur", loog ze, zich los rukkend „Neo, cr mot nou gespeeld worden", zeurde Arthur „Dat ka» nicb, dc pianist is d'r niet". „Dan mot je dien vent voor me opha- ten. Bessie d'r is 'n pianistdio mot voor ons 'n moppie geven!" Ik beaamde ctob volkomen „De pianist is er niet. dat heb ik" al gezegd" „Dan mot io maar komen. Waar zit drie kerel dan?" Hij is op z'n karncr hij slaap! geloof ik. „Ga bero clan halenDat wilde zij niet doen. „Dan ga lk'zelf. Hij moet komen". D>© juffrouw trachtte Arthur t© verhin deren heen to gaan. Even werd do aan dacht der kaarters getrokken, maar zij verdiepten zich weer in hun spel, gewend aan lastposten. Do man aan de tafel zat als oen dwaas te lachen. „Hoe heet die vent, die pianisl, die lui wammes? schreeuwde Arthur. Mijnheer Spinncllo", antwoordde hefc measje zuchtend, ziende, dat er geen hou den aan was. „O, Spdnncllo", juichte Arthur, „Spin- ïieiLio, dien pia3 ken ik, dien heb ik t© Hamburg ontmoet, o-, dio best© vriend. Op welke learner is die bra>ve man Waar kan ik hora vinden, om hem de hand te druk- kon".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 5