ANEKDOTES. CORRESPONDENTIE. foovertjes een sieraad, dat in dien tijd zeer iin de módo wasop zijn kleeren wilde dra gon, inopst. daarvoor een jaarlijksohè belas ting'van één thaler, dat is ongeveer f 1.8Ö Sn onze munt betalen. Je moet daarbij niet. vergeten, dat bet geld in:die dagen veel meer Jwaarde had dan tegenwoordig. Stuk gemaakt. Kleine Lientje was op school bezig de let- lers te leeren. „Wat is dit voor een letter Lientje vroeg Öe juffrouw een C aanwijzend. „Een O denk ik", antwoordde Lientje, fcmaar iemand heeft haar stuk gemaakt1' Ing<Aonden door Christina de Wekker. Meester: „Waarom beet Adam in den appel v} Leerling„Omdat hij- nog geen mes had." ingezonden door Marie van Dijk. Een kindervraag. „Pa, als iemands voeten slapen, doet hij 'dan zijn eksteroogen dicht?" Ingezonden door A. M. Janssen. Rechter: „Alweer voor de rechtbank. Je bezorgt mij heel wat werk, van D. Van P.: „Dat heeft u aan den veldwach ter te danken, als het van mij afhing, stond ik hier niet." Ingezonden door Koosje Schuit. „Jongetje,'is je vader thuis?" „Neon bij is naar buiten." „Wel zoo? op.een plezierreisje?" „Neen. op een driewie ler." Ingezonden door Dirk Schoor. Frans, die zijn koekje al heeft, opgege ten, tegen. Zus: „Zeg ga je mee dierentuin spelen? Dan zal ik een aap zijn en dan kom jij mij voeren." Twee buurvrouwen staan groenten te ne men op straat. De een zegt: „Hé juffrouw, •wat miauwt uw kat vreeselijk." „Neen," is het antwoord, dat is mijn naaister, die zingt." Eerst'zat ilt jullie vertellen, want daar Vragen al weer zoovelen om, dat ik de vol gende week prijsraadsels aal geven. Oi eigenlijk zullen het dan neen raadsels zijn, maar een werkje, waar heusch ieder kind, die zich een beetje moeite wil geven, aan kan meedoen. Ik verklap nu nog niet, wat het is, maar ik verzeker jullie, dat ieder kind er aan kan meedoen, en ik heb hoop, dat iullie het all*«en grappig werkje zult vinden. Bedwingt allen nu maar je nieuwsgierig- beid tot Donderdag 6 April, dan kan je lezen, wat ik nu eens voor een werkje heb bedacht en daar worden dan weer 4 boe ken voor verloot. Als jullie dit leest, dan ben ik al twee maal in Leiden geweest, maar ik kom nog een derden keer terug, namelijk van 1 tot 5 'April en ik hoop dan enkele mijner raad selkinderen te zien; maar werkelijk, het is mij onmogelijk naar alle kanten der stad te trekken: Als ik nu toevallig voorbij een huis~kom waar er eentje woont, die eens graag, wil kennis maken, dan is het gemak kelijk; maar anders heb ik er heusch geen tijd voor, hoe aardig of ik het ook zou vin den velen n'gjner raadseljeugd eens te zien. Van een der nichtjes heb ik de stem toch gehoord door de telefoon, niet waar Rina Je had ook zoo'n keurig handwerkje voor mij gemaakt, dat ik je daar graag monde ling voor wou bedanken. Maar Rina, een Woensdagmiddag ben ik nooit in Leiden, want dan geef ik les in Den Haag. Op de vraag van versche;denen, waar ik dan logeer, op den Hooge Rijndijk, of in een hotel, is mijn antwoord: in een hotel logeer ik nooit in Leiden; op den Hooge Rijndijk logeerde ik nu dezo twee keer-en de volgende maal op het Plantsoen. Adrian a en Christina de Wekker,, ik denk niet- dat ik naar Heerengracht 96 kom In die buurt kom ik nooit, maar als jullie nu zoo graag eens voorbij het huis wilt komen, kijk dan maar eens naar Plantsoen No. 29 boven, wie weet, of je mij daar niet voor bet raam ziet zitten. Maric Lancel, ik miste je al eenige we ken, maar nu ik hoor dat je de griep hebt gehad, begrijp ik waarom ik geen brief van je kreeg. Wat zal je blij zijn geweest, toen je weer gewoon uit mocht gaan. Gf ik dicht bi] de Valeriusstraat woon Toén ik in de Dunklerstraat woonde, was ik er vlak bij en liep ik er dikwijls door. en nu ben ik er ook nog wel dicht bij. Louis Hartkamp, dat kan ik mij voorstel len, dat je dolle pret hebt gehad bij die voorstelling van de poppenkast en dan ook nog een goochelaar! Daar ging ik vroeger ook wat graag naar toe. Corrie de Gruyter zeg maar aan je broer tje dat als hij nog een paar jaartjes ge duld heeft dat hij dan ook best kan mee doen. Ik heb geen heel huis, hoor Corrie, ik bewoon twee kamers en op een mooien vroolijken stand. Tonnie en Ina Honpt, dezen keer vond ik de brieven van beiden erg netjes gcschre ven. Was Wim blij, toen er op zijn ver jaardag een vlag aan zijn bedje was? En kreeg hij een echt horloge of zoo maar een voor de aardigheid Reinier Voorbrood, ik ben blij voor je, dat je weer beter bont en weer thuis. Annie Zirkzee, ik antwoord wel monde ling op je brief. Koosje Schuit, ik miste je wekelijkschcri brief wel maar nu begTijp ik het. Catootje de Jong, wat vond ik dat heel leelijk gezegd door dien jongen, maar zul ke nare dingen hoort 'hij natuurlijk van groote menschen. Klazina Parlevliet, wees maar gerust, dat werkje, dat ik jullie a. s. week zal op geven is niet datgene waarover je mij schreef. Annie Stouten, dien vorigen brief heb ik niet ontvangen, dus ik kon je naam niet vermelden bij de goede oplossers. Marie van Dijk, jij woont in een buurt, waar ik wel eens kom, dus wie weet, of de raadseltante niet ééns eventjes komt kennis maken met dat meisje, dat haar zoo trouw lange brieven schrijft en dan antwoord ik wel mondeling op van alles en nog wat. Nichtjes Plug en Barnhoorn, schrijft eens aan de raadseltante, hoe of jullie voor naam is, dat weet ik nog steeds niet. Betsy en Harry van Amerongen, jullie hebt hierboven al antwoord op je vragen kunnen lezen, dus dat zal ik niet nog eens herhalen. Lottie den Blauwen, bedankt voor je brief en de teekening van je broertje. Ik nas blij.' dat je mij dat vertelde over dat meisje dat naar Den Haag is gaan logee- ren, want- dat wist ik niet, en anders zóu ik tevergeeft- hebben getracht haar-op te zoeken. Nellie en Lena van Leeuwen, zéker lees ik de brieven, al krijg ik die een week te laat, en dan antwood ik er maar een wèek later op en zegbeter laat dan nooit. Lena, zal je mij schrijven als je ver hoogd wordt Coba Hoope, heel leuk postpapier ge bruik je nu, en ik vind het niets: erg, dat de lijntjes zoo ver van elkaar zijn, 't st-a-at wel netjes. Alice Colijn, dat was zeker een echte feest dag toen je naar Rotterdam mocht om je broer van de boot te haen. Nellv van der Welden, mag jij einde April ook naar Rotterdam al je vader terug komt uit Amerika Zeker ken ik dien mijn heer van wien je orgelles krijgt Gerrie Slootweg, heb je het nu al goed nagevraagd aan Prijna, of weet die het zelf niet zoo goed meer Marietje Laman, ik kijk altijd naar je huis als ik er voorbij tram, dus wie weet of .we elkaar niet spoedg eens zien; kennis maken hoeft-, niet. meer, dat hebben we al eens gedaan. En nu allen weer gegroet tot de vol gende week. Mej. A. KOOPMANS VAN BOEKEREN. ANTWOORDEN OP DE RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. 1. Het woordje dit. 2. Vestibule. 3. Vreugde, of geluk. 4." Kinderkopjes. 5. Een kleermaker, met zijn eigen oogen, het oog 'van 'de naald- en dó oogen der schaar. 6. Rejo Theater. 7. Rest, Brest. 8. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Goede Oplossingen ontvangen van: tfilly en Annie van Klaveren. Jacoba Breukemeyer. Ina en Tonnie Houpt. Maric Laman. Hendrik Segaar. Klaas Horsman. Corrie de Gruyter. Siebe de Roos. Gerrie Slootweg. Gerrie Clements. Betsy en Har ry van Amerongen. Rina Oudshoorn. Ella Brugmans. Corrie den Dopper. Catootje de Jong. Geertje Hoogendoorn. Marie van Dijk. Betje Broeksema. Klazina Parlevliet, Nelly van der Welden. Alice Colyn. Louis Hartkamp. Marie Lancel. Harmen en Wim Nieuwland Lott-ie den Blaauwen. Annie Stouten. Herman en. Lena van Welz<m. Ma rietje Seydell. Dina Brinks. Annie Zirkzee. Lena en Nellie van Leeuwen. Marietje v. d Meer. Nelie Oo6tveen. Reinier en Se mi en en Johana Voorbrood. Nichtjes Plug en Barnhoorn. Adriana en Christina de Wekker. Samuel den Os. Johannes Mok- kenstorm. Koosje Schuit. Onba Hoope. Leo Pro va Kluit. RAADSELS. I Ingezonden door Johanna Pel. r, r, r, r, r.-r, r, r. het huis* van onzen boor loepen 10, 10, lp, 10. 10. 2 den. II Ingezonden door Valérie Laman Trip. Zo<> ik-ben; zoo blijf ik hen ik jong, zoo blijf ik jong bon ik oud, zoo blijf ik oud ben ik sohoon. zoo "blijf ik schoon ik heb oogen en zie niet ik heb -een mond en spreek niet. Wie ben ik III Ingezonden door Nini Engoerts. Welk dier heeft een geheel nutteloos lichaamsdeel IV Ingezonden door Ina Houjpt. Mijn eerste is .een blad, mijn tweede is een blad en anijn geheel is een blad. Ingezonden door Marie van Dijk. Wie kan zonder spek niet leven VI Ingezonden door Corrie den Dopper. Wat is de vijand van dë spinnen VII Ingezonden do'orr Corry en Annie Snel. X een medeklinker, xsx een jong diertje, x x x x x een meisjesnaam, x x x x x x x 't gevraagde stadje in N.-H. x x x x x doet men 's zomers graag, xxx een toiletartikel, x een medeklinker. De middelste lijn van boven naar beneden id 't. zelfde stadje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 12