VOOR DEJEUGD
IEIDSCH DAGBIAD
12.
Donderdag 23 Maart.
Anno 1922.
-*J- ÏL' t »JL«» tL? i tLn iAj °A.« t iJL» °JL? iJL« JL« »-l»«JL« tLs«JL««A? •JL" 'AJ AjWc
In veilige Haven.
Jaaps
kermiscenten
nog wat.
en
•*.s
h«
^aar het Engelsch van M. HURRELL
Vrij bewerkt door C. H.
(Slot.)
HOOFDSTUK XV.
let was een prachtige zomeravond De
llere, volle maan wierp haar zilveren
lien over den tuin van „Zonncheuvel".
rgot, Pim en Florrie Boutens liepen nog
Pen. Zij vonden het jammer met dit
bic weer naar binnen te gaan.
|Wa»t zou ik het pref tig vinden, als Elsje
was," zei kleine Florrie. Jullie ook
kV'
|Ja," stemde Margot in, ,,het is vreesc-
jammer. dat die akelige mevrouw
ars haar niet heeft laten gaan."
Nou!" riep Pim uit. ,,Als ik Elsje was,
i ik zeker weg 1"
Tanto Dora spijt het ook erg. Zij had
ir zoo graag hier gehad, want zij houdt
veel van Elsje.'
Ik weet waarom," zei Florrie weer,
odat Elsje hanr zoo herinnert aan haar
>n dochtertje, dat zij verloren heeft. Ik
het Tante Dora zelf tegen Tante Agnes
iren zeggen."
Arme Tante Dora!" zei Margot mede-
-•nd. „Wat heeft ze veel verdriet ge-
1!"
ICijk eens! Wie komt daar aan?" riep
plotseling uit. ,.Het lijkt Elsje wel.
ve tijd I Het i s Elsje!"
Onzin antwoordde Margot. ,,Dat kan
ners niet 1"
Kijk dan zelf maarriep Pim opnieuw.
weet het zeker
!n het bleek weldra, dat Pim gelijk had,
nt .binnen écn paar minuten werd Elsie
het drietal omringd en met vragen
ïrstelpt,
,Hoe ter wereld kom jij hier?" vroeg
toen de eerste opwinding, voorbij was.
.Grootendeels te voet," antwoordde
ijn builen adem en era moe. Het dr°gen
haar schatten was haar op den duur
t meegevallen.
,1 k ben weggcloopen," ging zij voort,
n T^nte Dora's hulp in te roepen ik
haar vragen te verhinderen, dat me-
)uw Dwars mij mee naar Indië neemt."
lisje hoefde hiervoor echter niet bang
er te wezen, want mevrouw Dwars zou
•n enkele poging in het werk stellen om
terug te halen. Zoodra zij wist. dat
ie den brieg van haar vader gevonden
den brief, d'en zii beloofd had aan
meisje te zullen geven, verliet zij on-
del lijk het pension zonder haar adres
te geven. Zij wenschte noch meneer
mevrouw Tobias, noch mevrouw Elling
ontmoeten, want zij wist maar al te
prl, dat zij in baar plichten tegenover
je veel tekort gekomen was. Haastig
tte zij haar bezittingen bij elkaar eri ver
ten zij en Bobby de stad om spoedig
arna de reis naar indië te aanvaarden
geheel uit Éïsje's leven te verdwijnen.
Nauwelijks was het kinA begonnen met
een en ander te vertellen, of mevrouw
ling trad in den tuin. Zij kwam buiten
de jeugd te roepen, daar het reeds
it was
Toen zij in den helderen maneschijn plot-
selingling heel duidelijk Elsje zag, slaakte
zij een kreet van verbazing en vreugde.
In het volgend oogenblik snelde Elsje
naar haar toe en omhelsde haar.
Toen geheel overmand door opwinding
en vermoeidheid barstte het kind in
snikkeu uit
„Wel Elsje, lieveling," riep mevrouw El
ling hevig ontsteld uit, „wat scheelt er
aan en hoe komt het, dat je zoo plotseling
vóór ons staat?"
„Och, laat u mij alles alles vertellen
alstublieft," snikte Elsje.
Terwijl mevrouw Elling het meisje op
kalmeerenden toon toesprak, nam zij haar
mee in huis
,,Ik moet Elsje een oogenblik alleen spre
ken," zei zij tegen de anderen. „Blijven
jullie nog maar even buiten."
In een rustig hoekje van Tante Dora's
zitkamer vertelde Elsje, in'de armen van
haar moederlijke vriendin, alles wat wij
reeds weten. Terwijl zij sprak kwam er een
uitdrukking docls van verwondering en
deels van vreugde op het gezicht van me
vrouw Elling.
„Leest u Vadertje's brief. Tante Dora,"
zei. het kind. „Leest u zelf maar," dian zult
u het allemaal nog veel b^ter begrijpen.
O. zorgt u er toch alstublieft voor, dat
mevrouw Dwars mij niet meeneemt naar
Indië I Ik kan er niet heen gaan en u en
de anderen in langen tijd niet terugzien
Ik zou het niet overleven I"
,,Ik ook niet, Elsje," zei mevrouw El-
liDg met een vreemde, van opwinding tril
lende stem. „Ik zou het ook niet overle
ven
i"
En nadat zij den brief, dien Elsje onder
uit haar zak opgediept had, in de hand
nam, las zij met gretige oogen den inhoud
cr van.
Toen zij daarmee klaar was, wierp zij
hem met een kreet van onuitsprekelijke
vreugde op een tafeltje. Zij omarmde bet
kind nog inniger en kuste haar hartelijk,
terwijl daarbij tranen over haar wangen
rolden.
„O Elsje," Elsje!" riep zij snikkend i-it.
..Fpf. liilct r»ll°s v»n| te mooi om waar te
kunnen ziin Dacht je heuscti, dat ik je
naar I^Aie zou kunnen laten gaan? Elsie,
lieve Elsje, ie bent mijn eigen dochtertje
Liesje, dat ik zoovele ia ren geleden ver
loor O, dat ik ie toch nos mocht terug
vinden. Grcote God, ik dank U!
In Elsje's oo^en was zoowel groote ver
bazing als onuitsprekelijke yr.eugde te le
zen- Ja werkeliik, het leek alles veel te ™Ooi
en te heerlijk om wear te kunnen zijn. Maar
nu de waarheid tot haar doorgedrongen
was, was zii innig verheugd.
Het kettinkje met het bleodkoralen har
tje, dat F.lsie droeg, toen dokter Dwars
zich over het. kleine meisje ontfermd?, was
hoewel niet meer aanwezig voldoende
bewijs, want het. was een geschenk ge
weest van een Canadeesch peet, toen het
kind een maand oud was.
Hoe lang Elsie zoo in de armen van baar
moeder lag, wist zii niet. Aan tijd scheen
geen van heiden te denken, daar een alles
overweldigende vreugde zich van hen mees
ter had gemaakt.
Toen'Margot, Pim en Florrie het nieuws
hoorden, waren zij innig blij voor Tanto
Dora en Elsje, dat moeder en dochter ein
delijk elkander gevonden hadden.
Allen verheugden zich oprecht, dat Elsje's
levensbootje dat reeds heel wat stormen
getrotseerd had. eindelijk in veilige haven
was binnengeloopen.
EINDE.
door C. H.
„Zoo Jaap, hoe gaat het met je broer
tje?" vroeg juf/rouw van Es, Jaapsjuffrouw
van school, toen zij den jongen even vóór
het huisje van zijn ouders tegenkwam.
„Ik ik weet het niet, .juilrouw."
„Wat? Weet je niet eens, hoe het met
je broertje is? Daar begrijp ik niets van.
Heb jc hern vandaag dan nog niet gezien?"
„Nee juffrouw; ik mag niet van Moeder.
Ze is bang, dat ik Hansje wakker zal ma
ken."
„En zou je hem graag willen zien?"
„Nou, juffrouw, wat graag natuurlijk!
Maar ik durf het Moeder niet vi. gen. Ze is
zoo booe op me, omdat ik Hansje ongeluk
kig gemaakt heb."
„Ja Jaap, dat is ook heel erg, maar ik
zal een goed woordje voor je doen. -Je kunt
imraera wel rustig z'jn? Ga maar eens mee."
Toen juffrouw van Es met Jaap binnen
kwam, durfde Moeder Wouters haar zoontje
niet wegsturen. Ze zei alleen:
„Doe de deur dicht, Jaap, je weet, dat
Hansje warm gehouden moet worden."
De jongen liep haastig terug en strekte
de hand reeds uit naar den deurknop. Hjj
had ecbler niet gezien, dat een klomp van
Vader op den grond stond, struikelde er
over en viel met veel leven op den grond.
Een schelle kreet klonk plotseling uit het
lodikantje, :lat in de woonkamer gezet was.
En kleine Hansje zat met een door koorts
verhit gezichije overeind Moeder Wouters
schoot toe en had heel wat moeite om haar
jongste kind weer tot bedaren te brengen.
„Akelige jongen, wat doet je ock hier!
Rustverstoorder. Maak dat je wegkomt en
heb 't hart niet, mjj vooreerst weer onder
de oogen te komen!" zei zij tegen den oud
sten jongen.
Verschrikt sloop de ongelukkige Jaap de
deur oit. Hij stak een klein bleekvelJje over
en liep de schuur binnen, waar hij zich
hevig snikkend op den grond wierp.
Arme Jaap, wat was uij ongelukkig.' En
dat alles door zijn eigen schuld.' Een paar
maanden geleden was alles nog zoo gced en
heerlijk in huis en ttu die ellende.' Jaap
was wel meer ongehoorzaam geweest, mtar
neg nooit had dat zulke vreeselpke gevol
gen gehad als dien éénen keer! Wat hjj dan
wei gedaan had? Zijn jonger broertje aan
gespoord om achter c<p een vrachtwagen
mee to rijden Hij wist natuurlp heel goed,
dat hjj het niet doen mocht, maar hjj had
hot al zoo dikwjjls gedaan en 't was immers
altijd goed afgeloopen.' Als de wagen al te
ver ging, konden zjj er best afspringen. En
zij waren er dan ook afgesprongen. Jaap
kwam goed terecht op den grond, maar
kleine Hans was gevallen en had een been
gebroken. Hij werd bjj vreemden binnenge
dragen.
Het beentje werd gezet, doch toen d«
arme jongen zes weken gelegen had. kwam