Op
stap.
Beproefd werk.
Spelletje.
In den nacht van den 27sten JuM stand hij
op wacht in de nabijheid van het stadhouder
lijk lustslot Soestdijk en wel op het punt
waar de weg van Utrecht den Amsterdam-
schen heir weg ontmoette. Een kwartier gaans
van hier was op den Utreehtschen weg een
tweede schildwacht uitgezet en wel bij de
brug over de Praamgracht, waar zich tor lin
kerzijde de ingang bevond van de wildbaan,
door welke men binnendoor het slot meer
heimelijk kon bereiken dan buitenom lanos
den boomloozcn rijweg mogolijk was. Nog
meer verwijderd stonden een dorde en vierde
schildwacht.
Het slot was bezet door negentig man van
het regiment van den prins van Hessen
Darmstadt, onder bevel van kolonel ErpeL
En deze vooTzichtigheidsmaatregel was wel
nooddig, want Soestdijk ligt Slechts drie uren
gaans van Utrecht on de®e stad was destijds
do zetel der hevigste Patriotten. Hattem, El-
burg en "Wijk-bü-Duuirstede hadden reeds het
hoofd in den schoot gelegd, maar de officie
ren der Utreohtsche schutterij verklaarden
openlijk, dat zij van geen overgave zouden
willen weten, voordat de stad platgeschoten
zou zjjn ja, dat zij liever de stad aan vier
hoeken in brand zouden steken dan zich aan
dea dwineeland te onderwerpen.
Met dien naam dwingeland bedoelden zij
natuurlijk den stadhouder en bet is dus geen
wonder, dat deze zijn zoo nabijgelegen slot
zonder bezetting niet veilig achtte.
Het was van de Utrechtsche Patriotten ech
ter louter grootspraak geweest, een snoeverij,
waarachter zij hun lafhartigheid trachtten
te verbergen. Dit zou weldra blijken, want
enkele weken later verliet de verdediger, de
graaf van Salus op schandelijke wijze de
stad en word deze zonder eenigen tegenstand
door de Pruisen bezet. Neen, dan was de een
voudige grenadier Pullmann een andere kerel.
In den avond van den 26ston Juli trokken
vijfhonderd man krijgsvolk (Patriotten) onder
bevel van luitenant-kolonel Kleijnenburg uit
de stad naar Soestdijk om bet detachement
van Erpcl op te lichten. Omstreeks midder
nacht naderen zij het doel van den tocht.
Reeds hebben zij twee schildwachten verrast
de derde, dio bij de Praambrug, bemerkte ben
maar in plaats van het alarmschot te lossen,
verbergt hij zich ladhartig onder de brug.
Volgens ?t vooTaf beraamde plan moet de
bende bier links omslaan en den weg door de
wildbaan kiezen, omdet het slot aan de ach
terzijde gemakkelijker is te overrompelen dan
aan den voorkant. Onderweg hebben zij ech
ter cp onverklaarbare wijze den gids verloren,
zcodat men de vorige richting blijft volgen
langs de Praamgracht. Alles gaat echter naar
wensch nog een vijftigtal schreden en men
is vóór het slot. De nacht is duister en do
bezetting slaapt
Daar stuiten zij eeliter op den vierden
schildwacht, op Christoffel Pullmann. Men
beveelt hem zijn wapenen over te geven. Hij
weigert en roept in het Duitsch uit
„Ik ben een eerlijke kerel
Tegelijkertijd schiet hij zijn geweer af.
Een tweede schot knalt en Pullmann heeft
zijn eerlijkheid met zijn leven betaald.
Maar bet schot van den trouwen grenadier
heeft de bezetting gered. In nachtgewaad
grijpt zij naar de wapenen en posteert zich
achter het ijzeren hek van het voorhof.
De aanval is ondoordacht en onbesuisd. Dc
Patriotten in bun dollemansgeestdrift luiste
ren niet naar dc gegeven bevelen. De sol
daten der bezetting vechten als leeuwen en
met achterlating van verscheiden dooden en
gekwetsten, zoekt de viermaal sterkere vijand
zijn heil] in een overijlde vlucht. Van de ver
dedigers zijn vier man gesneuveld en elf,
waaronder kolonel Frpel, gewond.
In lateren tijd hebben eenige Utrechtsche
heeren een bruin-geteerd, eenvoudig houten
monument met opschrift geplaatst op de
plek, waar de trouwe Pullmann gesneuveld
is Honderd jaren na zijn dood bobben eenige
vereerders van waren heldenmoed het ge-
denkteeken met groen en bloemen getooid.
Elk jaar laat onze Koningin-Moeder ep den
sterfdag van den held een krans bij het ge-
denkteeken leggen. Wie in dien tijd in Soest
dijk komt, lean zichzelven overtuigen, hoe de
held Ohristoffel Pullmann gehuldigd en her
dacht wordt.
Twee Volendammers gaan op stap
van klepper-klapper, klopper-klap
zoo doen hun klompjes op de straat
kijk maar eens even naar de plaat
Twee Volendammers, blij van zin,
'gaan samen vlug bet dorpje in
ze hebben geld van moeder mee
en ook een mand, zoo groot als twee.
Twee Volendammers lieten zus
bij 't huisje aohter met een kus
ze steekt bet vingertj' in den mond
ik denk, dat ze 't niet aardig vond.
Twee V-olendammers hebben pret
voor zus wotclt wat op touw gezet
dat zij 't niet weten mag, staat vast
dat 's altijd zoo, als je verrast.
't Is een geheim zus weel Hei nïeï
want anders had ze geen verdriet,
diat zij alleen moest blijven staan,
toen d' and'ren zijn op stap gegaan.
Zus krijgt van moeder een konijn!
wat zal ze strakjes blijde zijn
gehaald wordt 't in die groote mand
bij Joris aan den waterkant.
Twee Volendammers zijn op stap
van klepper-klapper, klepper-klap
zoo doen hun klompjes op de straat -
knik ze maar toe, hier op de plaat l
HERMANN A
Napoleon liet eens een bekwaam staal-
werker Hij zich komen en vroeg hem, of
hij een pantser kon maken, dat tegen houw
en schot beveiligde. De man nam zulks aan.
Op het vooruit bepaalde tijdstip was hefc
gereed en bij do bezorging beval Napoleon
den vervaardiger het zelf aan te trekken.
Deze gehoorzaamde.
Nu nam de keizer twee pistolen en zei
„Wij zullen eens onderzoeken, of uw
arbeid de proef kan doorstaan".
Hij schoot het ééne pistool op de borst
van den staalwerker af. De kogel sprong
terug.
,,Keer u om!" riep Napoleon.
De man deed zulks en het tweede pistool
werd op zijn rug gelost; dc kogel sprong
andermaal terug. Thans dacht de ontstel
de man van verdere proeven ontheven te
zijn, maar Napoléon loste met hetzelfde
gevolg nog twee schoten op den kunstenaar
„Uw werk is goed", sprak de keizer.
„Wat vraagt gij er voor V'
De man antwoordde stamelend:
„18,000 francs".
Napoleon schreef op staanden voet eetf
aanwijzing op de Keizerlijke schatkist van
36,000 francs.
Het gezelschap gaat in een kring zitten
en. ieder kiest een of anderen naam voor
zichzelf.
L i e s j e begint b.v.ï
„Ik heet Hansje van der Flier. En
Nu kijkt zij haar rechterbuurvrouw An
nie aan. Deze moet dadelijk een rijmpjé
op d^zen naam maken, b,.y.;