KUNST EN LETTEREN, SPORT. RECHTZAKEN. Stïijk-orkcst „A. N. TJ. Op Vrijdag 13 Januari a. 8. zal het strijk orkest „Ad nostrum utilitatem" een uit voering geven in den foyer der Stadszail, met welwillende medewerking van mej. Emmy Alt, piano, en den heer A. L. Bak ker, viool. Dit zal heb eerste concert zijn onder leiding van den nieuwen directeur, den heer W. J. Smolders. NIEUWE UITGAVEN. Nederl. Ambachts- en Nijverlieidskimst. Bij \V. L. en J. Brus6e's Uitgevers-Mij. IB met steun van het Departement van On derwijs, Kunsten en "Wetenschappen ver schenen jaargang 1921 van bovenstaand werk. Dat de uitgave hiervan door subsi die mogelijk is gemaakt, zal velen onge twijfeld genoegen doen. To meer, waar dc jaargang 1921 even goed verzorgd is als beide voorgaande. De redactie-commissie bestond uit de heeren H. A. van der Eijnde, J. L. M. Lauweriks, Otto .van Tussenbroek. De heer S. H. de Koos teekende den bandstem pel en zorgde voor do typografische werk zaamheden. Wat de inhoud betreft, vermelden we daarvan: De geestelijkheid van het schoo- ne voorwerp door dr D. J. Bierens de Haan Ceramiek, technischo en aesthetische be schouwingen door Bert Nienhuis.' Boek kunst en samenleving, rede van J. E. van Koven. Daarbij zijn wederom een 305-tal afbeel dingen op het gebied van Binnenhuis- en Meubelkunst, Metaal- on Glaswerk, Aar dewerk, Beeldhouwwerk, Decoratieve Kunst, Textielkunst, Grafisehe Kunst en Keclamekunst. 't Is te samen weer eou keu- lig verzorgd geheel geworden. "T" VOETBAD. Internationale wedstrijden. Hoewel reeds door ons vermeld in het afgeloopen jaar, deelen wij, om het ge heugen onzer lezers eens wat op to frisschen thans nogmaals het lijstje mede der inter land-wedstrijden, welke voor 1922 voor Nederland rijn vastgesteld. Het ziet er uit als volgt: 2 Maart: België—Nederland te Ant werpen: 17 April: NederlandDenemarken te 'Amsterdam 7 Mei: Nederland—België to Amsterdam. AMSTERDAMSCHE RECHTBANK. f Het spoorwegongeluk bij- Wecsp. Het 0. M. bij do Amsterdamscho recht bank nam conclusie van eïsch inzake het spoorwegongeluk bjj Weesp op 13 Sept2m- ber 1918. Mr. Jorissen wees er in een uitgebreid betoog op, dat .z i. bg een eventueele ver- nordeeling der Maatechappg deze den Staat in vrijwaring zal kunnen oproepen. Hij kwam tot de conclusie, dat een aantal der inge diende vorderingen niet ontvankelijk moert; worden geacht, en dat verder de recht bank door deskundigen diende te worden in gelicht over do vraag of de Spoorwegmaat schappij al dan niet verplicht wos geweekt, zich van 13 Sept. 1918 te laten voorlich ten over den stand van het water in haar 'dijken. Do schuldvraag culmineert aldus het 0. M. in deze vraag, of een Spoorweg maatschappij zich geregeld op do hoogto dient to houden van den waterstand in haar dgken. Dit is eah vraag, door deskundigen op te lossen. In deze zaak Z3l 30 Maart a,s« vonni3 gewezen worden. HAAGSCH GERECHTSHOF. Dit Gerechtshof heeft bevestigd het von nis der Haagscho rechtbank, vcroordeelen- de Th. M. P., koopman te Leiden, tot o weken gevangenisstraf wegens wederspan- nigheid te Leiden. HAAGSCHE RECHTBANK. Oplichting. Doze rechtbank behandelde de zaak tegen den gedetineerden D. F. S., van beroep fotograaf te 's-Gravenhage, die terecht stond ter zake, dat hg in October JL921 zich wederrechtelijk heeft bevoordeeld door m?j. H. M. L. Cl., dienstbode, op lisiigo wjj*e te bewegen tot het afgeven van een som geld, een aantal effecton en meubilair. Getuige C. erkent een brief van S. to hebben ontvangen, waarin daze zijn voor manen te kennen had gegeven, dat hg met haar zou trouwen. Bg nadere kennizinaking werd afgesproken samen te gaan trouwen en to gaan wonen in een woonqcheepje, om daarmede het heelo land road te trek ken. Beklaagde had aan getuige geld ge vraagd als handgeld voor het koopaa van het scheepje, en getuige heeft hein to?n f160 gegeven, waarvoor zij een quitaatio van S. had ontvangen, die hg haar later evenwel weer ontfutselde; getuige zegt voorts aanvankelijk niet begrepen te heb ben, wat in de contracten stond, doch bij nader inzien was haar gebleken dat deze papieren niet geheel en al klopten en daar om had getuige aangifte bij de politie ge daan. Mr. Bauduin, het 0. M. waarnemende, merkt op, dat het vaststaat, dat bek'axgde listige kunstgrepen heeft toegepast om zich zelf to bevoordeelen en hg vraagt veroor deling tot een gevangenisstraf van 2 jaar. Do verdediger van bek]., mr. Bartols, is van meenïng, dat de ten-Iazte-1 egging niet ia bewezen. Bovendien gelooft hij, dat het gebeurde geen crimineel© kwestie is, en daarom vraagt hij vrijspraak, met onmid dellijke invrijheidstelling. N*. zich in Raadkamer te hebben begeven, sluit de rechtbank het onderzoek, terwgl het verzoek om onmiddellijke invrijheidstel ling wordt geweigerd. De uitspraak is bepaald op 11 Januari. SCHEEPSTITDINGEN. STV. MIJ. NEDERLAND. JOHAN DE WIT 3 Jan. v. Amsterdam te Batavia. EEMBKANDT thuisr. 2 Jan. v. Sabang. KON. NED. STOOMB. MIJ. BACCHUS 3 Jan. v. Lissabon n. A'dam. - CASTOR 3 Jan. v. Malaga te Uadix. ORÏGN pass. 3 Jan. Ouessant. KON. HOLL. LLOYD. MAASLAND 4 Join, te An ©werpen. HOLLAND-OOST-AFRIKA LIJN. ALMELO 4 Jan. te Rotterdam. ROTTERD. ZUID-AMERIKA LIJN. ALCHlBA thuisr. 3 Jan. v. Bahia. AlfCOR uitn. pass. 3 Jan. Ouessant. HOLLAND-WEST-AFRIKA LIJN. HONTESTROOM t-huisr. 26 Deo. v. Mon rovia n. Dakar. POLLUX thuisr. l Jan. to Accra. ÏJSELSTROOM thuisr. 4 Jon. v. Havre naar Amsterdam. Roofvogels zijn von alle jaargetijden cn van alle luchtstreken. Zij zijn de onafhankelijke, sterke heersehers in de wijde, groote ruim ten, waar niets hun rustige vlucht en forschc kracht stoort. Eigenlijk ken ik geen mooier vogels dan juist dc roofvogels, die moed pa ren aan kracht, vlugheid aan verstand, en zóó als het ware de meest bevoorrechten, de ge heel volmaakten van het genus vogel zijn. Alles gaat hun zoo gemakkelijk zonder de ge ringste inspanning, af. Een kostelijk gezieht is het bijvoorbeeld om een paar ziodoDd-nij- dige kraaien een torenvalkjé in do lucht te eien achtervolgen." Do kraaien zijn ontzettend in actie lia, daar hebben zij hem, met hun tweeën schieten zij af op den roofvogel tus- schen hen in gespietst zal hij worden op hun sterke zwarte snavels. Maar als zij vlak bij zijn, laat dc torenvalk zich luchtigjes val len en de twee zwartrokken raken bijna el kaar. En onder hen en om hen dartelt do vlugge roovor al weer en herhaalt telkens hetzelfde spelletje, tot hij ineens wegschiet. Verwonderlijk snel is zoo'n vogel dan uit het gezichtdc logge kraaien zijn nog beduusd, als er alleen nog maar eon stip jo te zien is van den valk. Met de roofvogels is het droevig gesteld in ons land. Torenvalk on Sperwer, Kiekendief cn Buizerd, dan zijn wij er eigenlijk al. En het kon tooli heel wat anders en boter zijn. Beter, hoor ik al, is het boter, wanneer er mcor van dio „ellendige roovors", van dat „moordtuig'' zijn. Kijk, dan komen wij meteen te staan tegenover de twee machten, die oor zaak zijn, öat de prachtige roofvogelwcreld gedecimeerd is, n.l. onwetendheid cn bekrom pen eigenbelang. En waar die machten posi tief vernielend te werk zijn gegaan, is elk woord ter rehabilitatie op zijn plaats. Onwetendheid is het immers to meenen, dat do roofvogels (en roofdieren in hot alge meen) met rücksichtlos optredend geweld de zocie levens zouden nemen van zoovele schep selen, dat zij een ware bedreiging voor anen- schelij&o samenleving en vogelstand zouden vormen. Niets is minder waar. WaaT blijven de zieke, de minder kwieke en bij dc pinken zijnde dieren Natuurlijk vallen zij het eer ste ten prooi aan de spiedende roofdieren. Nooit kan er ongestraft worden ingegrepen in de natuurgeen sohakeWje kan uit bet ingewikkelde geheel er van worden gemist cn hier verbreekt de menech geheel willekeurig het noodzakelijk evenwicht door ccn gehoelo klasse van dieren te vernietigen. En dat dit geen hollo phrases zijn, bewijst het volgende. In Zuid-Duitscbland had men den vo9, prac- tisch gesproken, uitgeroeid. Natuurlijk zal men zeggen, die sluwe schender cn snoode wreedaard. Ja natuurlijk, maar na eenigo jaren is men in groote haast begonnen den vos weer kunstmatig te poten. De schade door wild, door zieke dieren enz. liep in do honderd duizenden marken (van f 0.G0, 't was vóór den oorlog) en Reintje moest, snel red ding brengen. En zoo zouden er meer voor beelden, op concrete gegevens berustend, to noemen zijn. Nog erger is het bekrompen eigenbelang dor jagers. He heb absoluut niets op ds jaoht tegenal ben je oen dioreoivrdsnd, dan kun je nog best in de speer aio g-once- ©rirns van de jacht inkomen. Maar ik erger mij altijd clood, als ik zie hoe absoluut willekeurig de jachtopzieners alle roofvo gels neerknallen. Stel je voor (zoo is de toesband), dat in het jachtterrein hot wrld, kunstmatig wordt gevooderd, gedrenkt; de nesten, worden bewaakt, enz., e»nz., in ieder geval er worden zoo gunrüg mogelijke voor waarden epecdaal voor chut wild gceohapen, dat daardoor zeer vermeerdert. In werke lijkheid worden die doemeai, daoa* de onna tuurlijke veelheid, voor da mcmschen schadelijk, (fazanten, konijnen), niuar te vens trekt natuurlijk, die overdaad de roorvogeh, die het even wicht brachten te herstellen, maar zij kunnen hun vleugel- toppen nog niet verloonoa of zij worden neergeschoten. Jacht- ojj roofvogels schij nen nu eenmaal niet samen i., kunnen gaan, ofschoon zelfs" do Wet absoluut het schieten van roofvogels verbiedt. Want uit gezonderd dc sperwer, dio op de zwart© lijst is geplaatst, worden alle roofvogels als nuttig (zij verdelgen greote hoeveelhe den muizen) uitdrukkelijk door de Wet be schermd Maar dio wettelijke bescherming is een doodo letter en heeft niets om het lijf, zoolang niemand en die ja oh top zien-ere vooral niet, zich in het minst stoort aan die Vogel wet Maar genoeg hieroverik zal u vertol len van dienzelfden vogelvrij verklaarden sperwor waar wij dit jaar weer een nest van hadden op een terrein mot een ïjveri- gen jaohtop dcier. Do goede man had dc vogels dru® moeten wegschieten maar hij wist het nest niet en zoo zijn er weer (want die sperwer hroedldo al oonige jaren in die bozschen) vier mooio jonge sperwers t)a wijde wereld ingetrokken. Zoo'n sporwernest is meestal ruw samen gesteld uit doedc takken dit lag hoog in oen schralen dennenboom. Roofvogels broe den. lang do sperwer meer dan vier weken cn tijdens de lange broecUpericde konden wij het wijfje geed bekijken. Als wij er aan kwamen, ging zij op hot nest staan en wan neer wij den kijker op haar richtten, za gen wij lioe zij dsn kop naar ons toe had gewend eu cais volgde met haan* woccte 1-oofvcgoLoogen. Prachtig kwamen dan ook de mooio, roestbruine dwarsstreepeaa over borst en onderzijde uit; de boven rijde is clonker blauwgrijs. Aardiger werd het nog, toen dc jongen uitgekomen waren, Als wij in het bosch kwamen, hoorden wij al gauw een geruisch boven ons van dc angstige moeder, die on rustig boven ons vloog. En naderden wij het nest nog meer, dan liet do vogel zijn stem hooren. Gewoonlijk is de sperwer zeer zwijgzaam, maar in zulke benarde oogen- blikken stootto zij haar luide angstkreten uit: kji, kji, kji, klonk het dan hard en schel, snel achter elkaar. Met een lange ladder zijn wij bij het nest geklommen en toeD begon het lieve leven eerst recht. Bij do vogels is gewoonlijk.het mannetje het mooist en het meest mans, maar bij do roofvogels moet blijkbaar vrouwlief baas in huis zijn. Het wijfje is altijd aanmerkelijk grooter en sterker, een duidelijk zichtbaar verschil. Maar als er gevaar is, dan ge draagt het mannetje zich ook zeer onwaar dig. en laat hij het zwakke (lees sterke) ge slacht de kastanjes uit het vuur halen. Dat is haar dan ook wel toevertrouwd, waut met bewonderenswaardigen moed cn dapperheid verdedigt zij haar broedsel als het wordt bedreigd. Ik stond boven op do wiebelen de ladder; „pas op", klonk het van bene den. In snelle vaart kwam het wijfje recht op mijn hoofd af aansuizen, zoo dicht vloog zij langs me, dat ik den tocht van haar vleugelslag tegen mijn wangen voelde. Iemand die een beetje bang is uitgevallen of niet aan vogels is gewend, moet werkelijk schrikken en zal zich wel degelijk eens be denken vóór hij zich bij het nest waagt. Des morgens ging één der jongens naar bo ven en toen was het wijfje zoo kwaad, en dapper, dat zij hem leelijk in zijn vinger beet; hij had er voor de eerste uren ge noeg van. Ik keek echter eens rustig in het nest zonder mij aan dc attaques van de moe der te storen. Iu 't algemeen kan men zich niets lec- lijkers voorstellen dan nest jongen, in hun eerste dagen. Kalo, onsmakelijke gedroch ten, met grooten bek, bolle oogen cn dik achterlijf. Maar wat oen verschil, wanneer men naar sperworsjongen kijkt, gezellige grijswitte donsballetjes, pluisjes wol op kleine bolle lichaampjes, waaruit leuke zwarte kraaloogjes keken. Ondanks de luide protesten van de moeder, nam ik er tweo van de vier eens even in in«jn hand, waar zij niets op tegen hadden. Zoodra ik onder aan de ladder was, zat de moeder al weer op liet nest, roofvogels zijn erg trouw en laten hun* horst (zoo heet het roofvogel nest) zelden of nooit in den steek. jJc Sperwer is een woeste, niets ont ziende roover, die zijn prooi vaak tot in de kleinste hoekjes vervolgt. Den kl.inen vogels slaat de doodschrik op het lijf, wan neer zij maar iets van luin aartsvijand be merken. Zij kruipen iit hun angst zelfs tot in de muizegatenmerkwaardig is ook hoe allo vogelzang plotseling een oogenblik verstomt. Meermalen merkte ik daar het eerst aan, dat een sperwer In aantocht was. Eerst nog lustig gekweel cn met één slag alles doodstil en vlak daarop schiet, als een bliksemschicht, een zwart grauwe vogel Iang9 den grond, als het moet dwara door heggen heen. Want een sperwer i6 snel en onverwacht in zijn komst cn onver biddelijk iu zijn achtervolging. "Woest cn verblind kan hij rijn, waarvan liet volgend© een staaltje is: Het is voorgekomen, dat oen sperwer een vogel achterna zat, ^dio In een richting van een juist voorbïivaan- den trein vloog. Tot groote verbazing en schrik van de passagiers kwam er ineens dwars door het rnomnje heen, naar binnen schieten, een speiwer, dis met zijn dollen kop niets had gezien cn nu een ronmloo- zen acod in oen spoorwegcoupé vond. K. W. L. B. Een eigenaardig? visek, Een zeer'eigenaardig exemplaar der fauaa 13 de in In-dië voorkomende kogclvisch. Een' wonderlijk dier, met gnootcn kogelronden kc*> en een bek ract scherp geibit. De oogen kun nen zich naar alle richtingen bewegen. Buik vinnen ontbreken gokcel, dc amdcre vinnen zfjn ietwat rond. Do huid is in tegenstelliag1 met do vorig© viseeben dezer soort glad en vrij van schubben cn stekels. Deze visoh is een veelkleurig roofdier, dat zich in hoofd zaak mot regenwormen voedt. Hij leeft op den bodem van het water. Volgens „Unsero» Welt" heeft doco vi-^ch do eigenschap zich op te blazen, als men hem uit het water tracht te nomen of c.p een andere wij zo plaagt. Hij drfjft dau op den rug liggend qp het water voort. Na ©enigen tijd laat hij de lucht weer los met ccn trommelend en kwa kend geluid. Ook buiten het wator kan hij eenigen tijd in opgeblazen toestand verkec- J ren. Wa.vrachbnlfj'k doet deze vreemde han deling dienst als afschrikwekkend middel. Ecu clcetrisch kanon. Het „T. v. Eleetroteehn." deelt rpede, dSat in de „Revue Générale dKlectricitó 1921" een 1 electri9ch kanon is beschreven, uitgevonden door FauchonVilleplóe. I Het berust op het beginsel, dat een j weegbare, stroomvocrendo .geleider zioh in L oen sterk magnetisch veld tracht te verplaat-. sen. In do lengterichting van het kanon be-1 vindt zich ccn lange solenoïde van geringen diameter, van betrekkelijk weinige, aecr dikke koperen geleiders. Twee koperen glij- staven zijn in de lengterichting aangebracht, waartusschcn de pijlvormige kogel door twee zijvleugel© contact maakt. Dit sluit een! stroom van 100.000 Ampère of meer, die door do solenoïde gaat. Do kegel vliegt dan voor- waarts cn verbreekt den zeer kortstondigort stroomdoorgang, zoodTa hij dc pijlstaven ver laat. Een kogel van 50 gram verkreeg een snelheid van 200 meter per seconde cn do nitvindcr beweert, dat men nan een kogel van 100 kilo zelfs wel een snelheid van 1000 meter zou kuirt n mededeelcn. Naar het Fransch door M. de R. (Nadruk verboden). „Best-9 man", zei mijn moeder tegen Yiiijii vader, dokter Naaière, „hier ia een nieuw dienstmeisje uit Taurangelle, dat mevrouw Gau- znont ons heeft aanbevolen. Ik zou wel graag willen, dat je haar even zaagt. Zij heeft nog nic-t gediend, Jxhalvo bij een oude ongetrouwde flame ergens in dc buurt van Tours. Men heeft mij verzekerd, dat zij eerlijk ia." Hef wend hoog tijd, met het oog op de huis houdelijke financiën, dat wij eindelijk een eer lijk dienstmeisjo krogon. Gedurende meer dan een jaar, sedert het vertrek van dc oude Mé- Janie, hadden wij oen dozijn gedienstigen ge had, waarvan de besten eenvoudig heengingen, «ocdra zij zagen, dat cr geen groote uitgaven •werden gemaakt. Wij haddon Eugénio gehad, dio ons eon waren heksenketel epdkselile; wij hadden een achttienjarig meisje gehad, aller liefst om to zien, dat na drie dagon verdween met zos stol tafelzilver; wij hadden er centje gehad .dio ontsnapt was uit do Salpétrière, zich voor een dochter van Louis Pfciftppe uitgaf en een ketting van karafstoppen om haar heus fÊLrocg; wij haddon „la Chouelie" gehad, die flen gansehsn dag sliep, cn 's nachts, ais men ■haar in haar zolderkamer waande, ccn hcr- iberg hiold, waar zij aan allerlei boosdoeners wijn uit onzen kelder schonk; overigens was zij een mtistökaawte keukenmeid. Horlencc Pcrcepieü, de laatste, dio evenals Penelope haar afwezigen echtgenoot verbeidde, dekte ook evenals Penelope een groot aantal aanbidders, die in onze keuken kwamen eten. Mijn lievo moeder verwachtte de nieuw aan gekomene zoo al niet met een blind vertrouwen, dan toch niet zonder een gunstig voorgevoel, •wat zij dan ook duidelijk toonde. Waarop zij flat baseerde? Op het feit, dat men haar het meisje voorgesteld had als fatsoenlijk, kind van ecrtïjka boerenmeuschen, en opgeleid door oen oudo dame, stammend uit een deftig provin ei aaisch geslacht van rniiiiaircn en rechtsge leerden. ..Hoe heet zij?" vroeg mijn vader. „Zooala gij verkiest, lieve man. Haar dcop- aiaam is Radégonde. „Ik verander niet graag den naam der be- Öwndea. xvo&te d&t de gewoonte mijn vader. „Maar ik geef too, dat de naam Radé- gondo wat liard van klank is". Toen het meisje werd aangekondigd, zond mijn moeder mij niet weg, hetxij uit ver strooidheid, hetzij dat zij van oordeel was, dat ik zonder bezwaar dit onschuldig hui3- houdelijk onderhoud kon bijwonen. Radégonde trad Daar voren met groote, zware stappen en bleef staan "n het midden der kamer, rechtop, onbeweeglijk, zwijgend de handen gevouwen over haar schort, half verlegen, half vrijmoedig. Zij was heel jong, bijna nog een kind, blond no'ch bruin, mooi noch leelijk, met een hooge idei:r en iets onnoozels eu tegelijk oolijks in haar voor komen. Zij was gekleed as de eenvoudigste boerinnen uit hun landstreek eu toch met eenïgcn zwier. Zoo plechtstatig, ernstig en kluchtig te gelijk was zij, dat zij mij cp het eerste gezicht beviel eu ik bemerkte, dat zij mijn ouders ook wel aanstond. Mijn moeder vroeg of zij kon naaien. Zij antwoordde: ,,-Ja, mevrouw". „Koken 1" Ja, mevrouw". „Strijken V' „Ja, mevrouw". „Een kamer nebjes aan kant maken?" „Ja, mevrouw". „Linnen goed verstellen „Ja mevrouvi?". In dien mijn goede moeder haar had gevraagd of zij kanonnen kon gieten, kathedralen bouwen, gedichten maken of volken regec- ren, dan zou zij eveneens: „Ja, mevrouw" hebben geantwoord, want klaarblijkelijk zeide zij „ja" zonder eenig besef van de vra gen, dio men haar stelde, maar uit pure beleefdheid, als bewijs eener goede opvoe ding en bekendheid met de gebruiken der groote wereld van haar ouders geleerd heb bende, dat het onbehoorlijk is „neen" to zeggen tegen lieden van stand. Maar mijn moeder deed niet verder on derzoek naar de kundigheden van het dorps meisje. Zij zeide haar op zachten, maar stel ligen toon, dat zij een onberispelijk gedrag en nette manieren van haar verwachtte, be loofde haar te schrijven, zoodra zij een be sluit aangaande haar zou hebben genomr-n, en zond haar met een fijnen glimla.,h weg. Toen Radégonde wilde heengaan, bleef do zoom van haar ichort jk weet niet hoe aan den deurknop Irakcn. Dit onge val werd alleen door mij opgemerkt; ik zag alle phasen er van en bewonderde den blik van verbazing en verwijt, welken Radégon de toewierp aan dien schuldigen deurknop, alsof het een geest geweest ware, die haar wilde tegenhouden, zooals men dat iu sprookjes leest. „Hoe vindt gij haar, Francois Vvroeg mijn moeder. „Zij is wel heel erg jong", antwoordde dokter Nazière, „en dan Misschien had hij toen een vaag, voorbij gaand visioen van Radégonda's wezen Maar het verdween voordat hij het had kunnen uiten. Zoo klein als ik was en op gelijken voet met alle kleine dingen, had ik reeds genoeg gezien om te begrijpen, dat dit boe renmeisje onze Gtille woning zou verande ren in een betcoverd huis. „Zij ziet er fatsoenlijk en eerlijk uit", zei mijn moeder, „misschien kan ik wel iets van haar maken. Als gij het goed vindt, lieve man, zullen wjj haar Justine noemen'L. Ik had goed gezienRadégonde of liever Justine verhnc&rdo als welkomstgift onzo vreedzame woning in een feeënpaleis. Se dert zij in dienst trad, weerklonk cms huis voortdurend van ongehoord leven, van ge weldig bonzen en slaan, van eolirikwokkon- de kreten, van tandengeknars en door dringend lachen, en verspreidden zich af grijselijke geuren van kokend vet en aan gebrand vlcesch;- water vloeide onver wachts in de verschillende kamers, plotse linge rook verduisterde het daglicht en ver stikte dc bewo-nersde vloeren kraakten, de deuren sloegen, de vensters rammelden, gordijen woeien heen en weer, de wind blies door alles lieen noodlottige tceke- ne.n. vertoonden zich, die mijn vad'er veront rustten: zijn inktpot viel oir. op de tafel, zijn pennen verloren haar punten, het glas van ziï.n lamp sprong lederen avomdl Was dat olies geen tooverij'? Moeder zei, dat Justine geen kwaad meisje was en dat met wat t:jd en geduld er wel iets goeds van haar komen zouin- tuaschen brak rij veeL en toch W06 Justine niet onhandig. Maar zij was wild', heftig e>n strijdlustig, cn daar in haar eenvoudig gemoed de onbezielde slof leven kreeg cn de gevoelens cn hartstochten der menschen I aannam, bond deze dochter der holbewo ners van de Loire den strijd aan met heb gereedschap van keuken en huishouding, alsof het vijandelijke geesten waren. Ik volgdo Justine in haar dagelijksche werkzaamheden met een belangstelling, cfie ik nooit moede werd. Mijn lieve moeder beknorde mij over wat zij malle tijdverbe-u- zeling noemde. Zij zog het verkeerd in: Ju stine boeide mij door haar krijgshaftige manieren cn omdat al haar verrichtingen het karakter droegen van een onzekeren en verschrikkelijker strijd. Wanneer zij gewapend met haar bezem cn haar plumeau met hnrde stem verkondigde: ,.Nu moet ik het salon een beurt geven," volgde ik haar aandachtig. Het salon was gemeubeld met een ca napé en groote mahoniehouten leunstoe- Icq; aan de muren hingen twee gravures, voorstellende: „De Dans der Uren" en ,,De Droom van Napoleon", en ook twee schil derijen vol barsten, familieportretten, het een o een oud-oom, liecl donker van uiter lijk, met oen hoogea kraag, een witte das, wellco zijn kin bedekte, en gouden over hemdsknoopjes, door een kettinkje ver bonden het andere een oud-tanto met krul letjes on zij en gekleed in een hooge. nauw sluitend*?, zwarte japon twee boelden uit het verleden, die mij met groot-: treurig heid vervulden. Maai' wot den voornaomst^n rijkdom van het salon uitmaakte, waren de bronzen boe'die-s, re schaken von donk- bare. genezen patiënten. Aon één rijde van de deur verhief zich een Venus van Milo in verkleinde uitgaaf on gegoten in choco ladekleurig metaal, op een tafeltje. Aan den anderen kont strooide een goedkoope Flora bloemen van verguld 7ink. Tusscihen twee vensters troonrï© mot baard cn horens" de Mozcs van Miehol An- pelo en hier en daar zag rnen op verschillen de tafeltjes een jonccn Napolitaansclien vvs- echer, die ceu krab aan één pool omhoog hield, een schutsengel, die een kindje hemel waarts droo.g. Mignon, haar vaderland "be treurende, Mep-h"stoles, zun rleermuisoo'btico vlerken can zioh heenslaande cn Jeanne' d'Arc, verzonken in gebed. Ten slotte stoiK? daar een Spartacus, zijn ketenen verbroken hebbend, woest en met gebalde vuisten, bov?iï op den ranfl vnn den schoorsteenmantel. Om ao schoon te maken sloeg Justine hartf- handig met een half kale plumeau op de schilderijen en beelden lo?. Die gceseling be dierf niet veel aan mijn oud-oom en tante, die al veel beproevingen doorstaan hadden zij had ook geen vat op dc eenvoudige rondo vormen van Venus cn Mozes. Maar do moder- no beeldhouwkunst had hel zwaar te vorant' woorden. Met kracht afgerukte voderen van dc plumeau bloven zitten onder de vleugels van den schutsengel, tusschen dc pooten ran' do krab, onder den degen van Jeanne d'Arc, in de baron van Mignon, in den krans van Flora en in de ketenen van Spartacus. Justine hield niet van die liecle sant©- kraam, zooals zij het noemde, cn vooral haal zij een hekel aan Spartacus. Hem stom-pte z\j het hardst, zij deed hem wankelen cp rijn voetstuk", totdat hij schrikbarend voorover helde en op de vermetele dreigde, neer te atoirten en haar in zijn val to verpletteren. Dan, met gefronste wenkbrauwen en terwijl' dc aderen aan haar voorhoofd opzwollen, riep zij hem toe„Hola Hu zooals vroeger tegen de koeien, die zij 's avonds naar den s stal droef, en met ccn goed gerriküen duw zette zij hem weer op zijn plaats. In dezon dagelijks weorkeerendon strijd had de plumeau weldra al de vee-ren verloren. Voortaan nam Justino de stof af met heti loeren handvat cn den kalen stok. Onder die' bc-li an deling verloor de schutsengel zijn vleu gcis, Joanne d'Arc haar degen, dc jonge vis- 1 sober zijn krab. Mignon een krul en Flora strooide geen bloemen meer. Justine schoen' er zich niet veel van aan to trokken maar, toch, eens, bij den aanblik van deze treurige verwoesting, stond zij, de handcu gevouwen over don steel van haar plumeau, oen oogen* blik in gedachten, en mompelde met. een mei ticlijdend lachje„Och, wat is da© heelo san- tekraara toch bang uitgevallen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1922 | | pagina 6