KUNST EN LETTEREN,
SPORT.
RECHTZAKEN.
Stïijk-orkcst „A. N. TJ.
Op Vrijdag 13 Januari a. 8. zal het strijk
orkest „Ad nostrum utilitatem" een uit
voering geven in den foyer der Stadszail,
met welwillende medewerking van mej.
Emmy Alt, piano, en den heer A. L. Bak
ker, viool. Dit zal heb eerste concert zijn
onder leiding van den nieuwen directeur,
den heer W. J. Smolders.
NIEUWE UITGAVEN.
Nederl. Ambachts- en Nijverlieidskimst.
Bij \V. L. en J. Brus6e's Uitgevers-Mij.
IB met steun van het Departement van On
derwijs, Kunsten en "Wetenschappen ver
schenen jaargang 1921 van bovenstaand
werk. Dat de uitgave hiervan door subsi
die mogelijk is gemaakt, zal velen onge
twijfeld genoegen doen. To meer, waar dc
jaargang 1921 even goed verzorgd is als
beide voorgaande.
De redactie-commissie bestond uit de
heeren H. A. van der Eijnde, J. L. M.
Lauweriks, Otto .van Tussenbroek. De
heer S. H. de Koos teekende den bandstem
pel en zorgde voor do typografische werk
zaamheden.
Wat de inhoud betreft, vermelden we
daarvan: De geestelijkheid van het schoo-
ne voorwerp door dr D. J. Bierens de Haan
Ceramiek, technischo en aesthetische be
schouwingen door Bert Nienhuis.' Boek
kunst en samenleving, rede van J. E. van
Koven.
Daarbij zijn wederom een 305-tal afbeel
dingen op het gebied van Binnenhuis- en
Meubelkunst, Metaal- on Glaswerk, Aar
dewerk, Beeldhouwwerk, Decoratieve
Kunst, Textielkunst, Grafisehe Kunst en
Keclamekunst. 't Is te samen weer eou keu-
lig verzorgd geheel geworden.
"T" VOETBAD.
Internationale wedstrijden.
Hoewel reeds door ons vermeld in het
afgeloopen jaar, deelen wij, om het ge
heugen onzer lezers eens wat op to frisschen
thans nogmaals het lijstje mede der inter
land-wedstrijden, welke voor 1922 voor
Nederland rijn vastgesteld. Het ziet er uit
als volgt:
2 Maart: België—Nederland te Ant
werpen:
17 April: NederlandDenemarken te
'Amsterdam
7 Mei: Nederland—België to Amsterdam.
AMSTERDAMSCHE RECHTBANK.
f Het spoorwegongeluk bij- Wecsp.
Het 0. M. bij do Amsterdamscho recht
bank nam conclusie van eïsch inzake het
spoorwegongeluk bjj Weesp op 13 Sept2m-
ber 1918.
Mr. Jorissen wees er in een uitgebreid
betoog op, dat .z i. bg een eventueele ver-
nordeeling der Maatechappg deze den Staat
in vrijwaring zal kunnen oproepen. Hij kwam
tot de conclusie, dat een aantal der inge
diende vorderingen niet ontvankelijk moert;
worden geacht, en dat verder de recht
bank door deskundigen diende te worden in
gelicht over do vraag of de Spoorwegmaat
schappij al dan niet verplicht wos geweekt,
zich van 13 Sept. 1918 te laten voorlich
ten over den stand van het water in haar
'dijken.
Do schuldvraag culmineert aldus het
0. M. in deze vraag, of een Spoorweg
maatschappij zich geregeld op do hoogto
dient to houden van den waterstand in haar
dgken. Dit is eah vraag, door deskundigen
op te lossen.
In deze zaak Z3l 30 Maart a,s« vonni3
gewezen worden.
HAAGSCH GERECHTSHOF.
Dit Gerechtshof heeft bevestigd het von
nis der Haagscho rechtbank, vcroordeelen-
de Th. M. P., koopman te Leiden, tot
o weken gevangenisstraf wegens wederspan-
nigheid te Leiden.
HAAGSCHE RECHTBANK.
Oplichting.
Doze rechtbank behandelde de zaak tegen
den gedetineerden D. F. S., van beroep
fotograaf te 's-Gravenhage, die terecht stond
ter zake, dat hg in October JL921 zich
wederrechtelijk heeft bevoordeeld door m?j.
H. M. L. Cl., dienstbode, op lisiigo wjj*e
te bewegen tot het afgeven van een som
geld, een aantal effecton en meubilair.
Getuige C. erkent een brief van S. to
hebben ontvangen, waarin daze zijn voor
manen te kennen had gegeven, dat hg met
haar zou trouwen. Bg nadere kennizinaking
werd afgesproken samen te gaan trouwen
en to gaan wonen in een woonqcheepje,
om daarmede het heelo land road te trek
ken. Beklaagde had aan getuige geld ge
vraagd als handgeld voor het koopaa van
het scheepje, en getuige heeft hein to?n
f160 gegeven, waarvoor zij een quitaatio
van S. had ontvangen, die hg haar later
evenwel weer ontfutselde; getuige zegt
voorts aanvankelijk niet begrepen te heb
ben, wat in de contracten stond, doch bij
nader inzien was haar gebleken dat deze
papieren niet geheel en al klopten en daar
om had getuige aangifte bij de politie ge
daan.
Mr. Bauduin, het 0. M. waarnemende,
merkt op, dat het vaststaat, dat bek'axgde
listige kunstgrepen heeft toegepast om zich
zelf to bevoordeelen en hg vraagt veroor
deling tot een gevangenisstraf van 2 jaar.
Do verdediger van bek]., mr. Bartols, is
van meenïng, dat de ten-Iazte-1 egging niet
ia bewezen. Bovendien gelooft hij, dat het
gebeurde geen crimineel© kwestie is, en
daarom vraagt hij vrijspraak, met onmid
dellijke invrijheidstelling.
N*. zich in Raadkamer te hebben begeven,
sluit de rechtbank het onderzoek, terwgl
het verzoek om onmiddellijke invrijheidstel
ling wordt geweigerd.
De uitspraak is bepaald op 11 Januari.
SCHEEPSTITDINGEN.
STV. MIJ. NEDERLAND.
JOHAN DE WIT 3 Jan. v. Amsterdam
te Batavia.
EEMBKANDT thuisr. 2 Jan. v. Sabang.
KON. NED. STOOMB. MIJ.
BACCHUS 3 Jan. v. Lissabon n. A'dam.
- CASTOR 3 Jan. v. Malaga te Uadix.
ORÏGN pass. 3 Jan. Ouessant.
KON. HOLL. LLOYD.
MAASLAND 4 Join, te An ©werpen.
HOLLAND-OOST-AFRIKA LIJN.
ALMELO 4 Jan. te Rotterdam.
ROTTERD. ZUID-AMERIKA LIJN.
ALCHlBA thuisr. 3 Jan. v. Bahia.
AlfCOR uitn. pass. 3 Jan. Ouessant.
HOLLAND-WEST-AFRIKA LIJN.
HONTESTROOM t-huisr. 26 Deo. v. Mon
rovia n. Dakar.
POLLUX thuisr. l Jan. to Accra.
ÏJSELSTROOM thuisr. 4 Jon. v. Havre
naar Amsterdam.
Roofvogels zijn von alle jaargetijden cn van
alle luchtstreken. Zij zijn de onafhankelijke,
sterke heersehers in de wijde, groote ruim
ten, waar niets hun rustige vlucht en forschc
kracht stoort. Eigenlijk ken ik geen mooier
vogels dan juist dc roofvogels, die moed pa
ren aan kracht, vlugheid aan verstand, en zóó
als het ware de meest bevoorrechten, de ge
heel volmaakten van het genus vogel zijn.
Alles gaat hun zoo gemakkelijk zonder de ge
ringste inspanning, af. Een kostelijk gezieht
is het bijvoorbeeld om een paar ziodoDd-nij-
dige kraaien een torenvalkjé in do lucht te
eien achtervolgen." Do kraaien zijn ontzettend
in actie lia, daar hebben zij hem, met hun
tweeën schieten zij af op den roofvogel tus-
schen hen in gespietst zal hij worden op
hun sterke zwarte snavels. Maar als zij vlak
bij zijn, laat dc torenvalk zich luchtigjes val
len en de twee zwartrokken raken bijna el
kaar. En onder hen en om hen dartelt do
vlugge roovor al weer en herhaalt telkens
hetzelfde spelletje, tot hij ineens wegschiet.
Verwonderlijk snel is zoo'n vogel dan uit het
gezichtdc logge kraaien zijn nog beduusd,
als er alleen nog maar eon stip jo te zien is
van den valk.
Met de roofvogels is het droevig gesteld in
ons land. Torenvalk on Sperwer, Kiekendief
cn Buizerd, dan zijn wij er eigenlijk al. En
het kon tooli heel wat anders en boter zijn.
Beter, hoor ik al, is het boter, wanneer er
mcor van dio „ellendige roovors", van dat
„moordtuig'' zijn. Kijk, dan komen wij meteen
te staan tegenover de twee machten, die oor
zaak zijn, öat de prachtige roofvogelwcreld
gedecimeerd is, n.l. onwetendheid cn bekrom
pen eigenbelang. En waar die machten posi
tief vernielend te werk zijn gegaan, is elk
woord ter rehabilitatie op zijn plaats.
Onwetendheid is het immers to meenen,
dat do roofvogels (en roofdieren in hot alge
meen) met rücksichtlos optredend geweld de
zocie levens zouden nemen van zoovele schep
selen, dat zij een ware bedreiging voor anen-
schelij&o samenleving en vogelstand zouden
vormen. Niets is minder waar. WaaT blijven
de zieke, de minder kwieke en bij dc pinken
zijnde dieren Natuurlijk vallen zij het eer
ste ten prooi aan de spiedende roofdieren.
Nooit kan er ongestraft worden ingegrepen
in de natuurgeen sohakeWje kan uit bet
ingewikkelde geheel er van worden gemist cn
hier verbreekt de menech geheel willekeurig
het noodzakelijk evenwicht door ccn gehoelo
klasse van dieren te vernietigen. En dat dit
geen hollo phrases zijn, bewijst het volgende.
In Zuid-Duitscbland had men den vo9, prac-
tisch gesproken, uitgeroeid. Natuurlijk zal
men zeggen, die sluwe schender cn snoode
wreedaard. Ja natuurlijk, maar na eenigo
jaren is men in groote haast begonnen den
vos weer kunstmatig te poten. De schade
door wild, door zieke dieren enz. liep in do
honderd duizenden marken (van f 0.G0, 't was
vóór den oorlog) en Reintje moest, snel red
ding brengen. En zoo zouden er meer voor
beelden, op concrete gegevens berustend, to
noemen zijn.
Nog erger is het bekrompen eigenbelang
dor jagers. He heb absoluut niets op ds
jaoht tegenal ben je oen dioreoivrdsnd,
dan kun je nog best in de speer aio g-once-
©rirns van de jacht inkomen. Maar ik erger
mij altijd clood, als ik zie hoe absoluut
willekeurig de jachtopzieners alle roofvo
gels neerknallen.
Stel je voor (zoo is de toesband), dat in
het jachtterrein hot wrld, kunstmatig
wordt gevooderd, gedrenkt; de nesten,
worden bewaakt, enz., e»nz., in ieder geval
er worden zoo gunrüg mogelijke voor
waarden epecdaal voor chut wild gceohapen,
dat daardoor zeer vermeerdert. In werke
lijkheid worden die doemeai, daoa* de onna
tuurlijke veelheid, voor da mcmschen
schadelijk, (fazanten, konijnen), niuar te
vens trekt natuurlijk, die overdaad de
roorvogeh, die het even wicht brachten te
herstellen, maar zij kunnen hun vleugel-
toppen nog niet verloonoa of zij worden
neergeschoten. Jacht- ojj roofvogels schij
nen nu eenmaal niet samen i., kunnen
gaan, ofschoon zelfs" do Wet absoluut het
schieten van roofvogels verbiedt. Want uit
gezonderd dc sperwer, dio op de zwart©
lijst is geplaatst, worden alle roofvogels
als nuttig (zij verdelgen greote hoeveelhe
den muizen) uitdrukkelijk door de Wet be
schermd Maar dio wettelijke bescherming
is een doodo letter en heeft niets om het
lijf, zoolang niemand en die ja oh top zien-ere
vooral niet, zich in het minst stoort aan die
Vogel wet
Maar genoeg hieroverik zal u vertol
len van dienzelfden vogelvrij verklaarden
sperwor waar wij dit jaar weer een nest
van hadden op een terrein mot een ïjveri-
gen jaohtop dcier. Do goede man had dc
vogels dru® moeten wegschieten
maar hij wist het nest niet en zoo zijn er
weer (want die sperwer hroedldo al oonige
jaren in die bozschen) vier mooio jonge
sperwers t)a wijde wereld ingetrokken.
Zoo'n sporwernest is meestal ruw samen
gesteld uit doedc takken dit lag hoog in
oen schralen dennenboom. Roofvogels broe
den. lang do sperwer meer dan vier weken
cn tijdens de lange broecUpericde konden
wij het wijfje geed bekijken. Als wij er aan
kwamen, ging zij op hot nest staan en wan
neer wij den kijker op haar richtten, za
gen wij lioe zij dsn kop naar ons toe had
gewend eu cais volgde met haan* woccte
1-oofvcgoLoogen. Prachtig kwamen dan ook
de mooio, roestbruine dwarsstreepeaa over
borst en onderzijde uit; de boven rijde is
clonker blauwgrijs.
Aardiger werd het nog, toen dc jongen
uitgekomen waren, Als wij in het bosch
kwamen, hoorden wij al gauw een geruisch
boven ons van dc angstige moeder, die on
rustig boven ons vloog. En naderden wij
het nest nog meer, dan liet do vogel zijn
stem hooren. Gewoonlijk is de sperwer zeer
zwijgzaam, maar in zulke benarde oogen-
blikken stootto zij haar luide angstkreten
uit: kji, kji, kji, klonk het dan hard en
schel, snel achter elkaar. Met een lange
ladder zijn wij bij het nest geklommen en
toeD begon het lieve leven eerst recht. Bij
do vogels is gewoonlijk.het mannetje het
mooist en het meest mans, maar bij do
roofvogels moet blijkbaar vrouwlief baas in
huis zijn. Het wijfje is altijd aanmerkelijk
grooter en sterker, een duidelijk zichtbaar
verschil. Maar als er gevaar is, dan ge
draagt het mannetje zich ook zeer onwaar
dig. en laat hij het zwakke (lees sterke) ge
slacht de kastanjes uit het vuur halen. Dat
is haar dan ook wel toevertrouwd, waut met
bewonderenswaardigen moed cn dapperheid
verdedigt zij haar broedsel als het wordt
bedreigd. Ik stond boven op do wiebelen
de ladder; „pas op", klonk het van bene
den. In snelle vaart kwam het wijfje recht
op mijn hoofd af aansuizen, zoo dicht vloog
zij langs me, dat ik den tocht van haar
vleugelslag tegen mijn wangen voelde.
Iemand die een beetje bang is uitgevallen
of niet aan vogels is gewend, moet werkelijk
schrikken en zal zich wel degelijk eens be
denken vóór hij zich bij het nest waagt.
Des morgens ging één der jongens naar bo
ven en toen was het wijfje zoo kwaad, en
dapper, dat zij hem leelijk in zijn vinger
beet; hij had er voor de eerste uren ge
noeg van. Ik keek echter eens rustig in het
nest zonder mij aan dc attaques van de moe
der te storen.
Iu 't algemeen kan men zich niets lec-
lijkers voorstellen dan nest jongen, in hun
eerste dagen. Kalo, onsmakelijke gedroch
ten, met grooten bek, bolle oogen cn dik
achterlijf. Maar wat oen verschil, wanneer
men naar sperworsjongen kijkt, gezellige
grijswitte donsballetjes, pluisjes wol op
kleine bolle lichaampjes, waaruit leuke
zwarte kraaloogjes keken. Ondanks de luide
protesten van de moeder, nam ik er tweo
van de vier eens even in in«jn hand, waar
zij niets op tegen hadden. Zoodra ik onder
aan de ladder was, zat de moeder al weer
op liet nest, roofvogels zijn erg trouw en
laten hun* horst (zoo heet het roofvogel
nest) zelden of nooit in den steek.
jJc Sperwer is een woeste, niets ont
ziende roover, die zijn prooi vaak tot in
de kleinste hoekjes vervolgt. Den kl.inen
vogels slaat de doodschrik op het lijf, wan
neer zij maar iets van luin aartsvijand be
merken. Zij kruipen iit hun angst zelfs tot
in de muizegatenmerkwaardig is ook hoe
allo vogelzang plotseling een oogenblik
verstomt. Meermalen merkte ik daar het
eerst aan, dat een sperwer In aantocht
was. Eerst nog lustig gekweel cn met één
slag alles doodstil en vlak daarop schiet,
als een bliksemschicht, een zwart grauwe
vogel Iang9 den grond, als het moet dwara
door heggen heen. Want een sperwer i6
snel en onverwacht in zijn komst cn onver
biddelijk iu zijn achtervolging. "Woest cn
verblind kan hij rijn, waarvan liet volgend©
een staaltje is: Het is voorgekomen, dat
oen sperwer een vogel achterna zat, ^dio
In een richting van een juist voorbïivaan-
den trein vloog. Tot groote verbazing en
schrik van de passagiers kwam er ineens
dwars door het rnomnje heen, naar binnen
schieten, een speiwer, dis met zijn dollen
kop niets had gezien cn nu een ronmloo-
zen acod in oen spoorwegcoupé vond.
K. W. L. B.
Een eigenaardig? visek,
Een zeer'eigenaardig exemplaar der fauaa
13 de in In-dië voorkomende kogclvisch. Een'
wonderlijk dier, met gnootcn kogelronden kc*>
en een bek ract scherp geibit. De oogen kun
nen zich naar alle richtingen bewegen. Buik
vinnen ontbreken gokcel, dc amdcre vinnen
zfjn ietwat rond. Do huid is in tegenstelliag1
met do vorig© viseeben dezer soort glad en
vrij van schubben cn stekels. Deze visoh is
een veelkleurig roofdier, dat zich in hoofd
zaak mot regenwormen voedt. Hij leeft op
den bodem van het water. Volgens „Unsero»
Welt" heeft doco vi-^ch do eigenschap zich
op te blazen, als men hem uit het water
tracht te nomen of c.p een andere wij zo
plaagt. Hij drfjft dau op den rug liggend qp
het water voort. Na ©enigen tijd laat hij de
lucht weer los met ccn trommelend en kwa
kend geluid. Ook buiten het wator kan hij
eenigen tijd in opgeblazen toestand verkec-
J ren. Wa.vrachbnlfj'k doet deze vreemde han
deling dienst als afschrikwekkend middel.
Ecu clcetrisch kanon.
Het „T. v. Eleetroteehn." deelt rpede, dSat
in de „Revue Générale dKlectricitó 1921" een
1 electri9ch kanon is beschreven, uitgevonden
door FauchonVilleplóe.
I Het berust op het beginsel, dat een
j weegbare, stroomvocrendo .geleider zioh in
L oen sterk magnetisch veld tracht te verplaat-.
sen. In do lengterichting van het kanon be-1
vindt zich ccn lange solenoïde van geringen
diameter, van betrekkelijk weinige, aecr
dikke koperen geleiders. Twee koperen glij-
staven zijn in de lengterichting aangebracht,
waartusschcn de pijlvormige kogel door twee
zijvleugel© contact maakt. Dit sluit een!
stroom van 100.000 Ampère of meer, die door
do solenoïde gaat. Do kegel vliegt dan voor-
waarts cn verbreekt den zeer kortstondigort
stroomdoorgang, zoodTa hij dc pijlstaven ver
laat. Een kogel van 50 gram verkreeg een
snelheid van 200 meter per seconde cn do
nitvindcr beweert, dat men nan een kogel
van 100 kilo zelfs wel een snelheid van 1000
meter zou kuirt n mededeelcn.
Naar het Fransch door M. de R.
(Nadruk verboden).
„Best-9 man", zei mijn moeder tegen Yiiijii
vader, dokter Naaière, „hier ia een nieuw
dienstmeisje uit Taurangelle, dat mevrouw Gau-
znont ons heeft aanbevolen. Ik zou wel graag
willen, dat je haar even zaagt. Zij heeft nog
nic-t gediend, Jxhalvo bij een oude ongetrouwde
flame ergens in dc buurt van Tours. Men heeft
mij verzekerd, dat zij eerlijk ia."
Hef wend hoog tijd, met het oog op de huis
houdelijke financiën, dat wij eindelijk een eer
lijk dienstmeisjo krogon. Gedurende meer dan
een jaar, sedert het vertrek van dc oude Mé-
Janie, hadden wij oen dozijn gedienstigen ge
had, waarvan de besten eenvoudig heengingen,
«ocdra zij zagen, dat cr geen groote uitgaven
•werden gemaakt. Wij haddon Eugénio gehad,
dio ons eon waren heksenketel epdkselile; wij
hadden een achttienjarig meisje gehad, aller
liefst om to zien, dat na drie dagon verdween
met zos stol tafelzilver; wij hadden er centje
gehad .dio ontsnapt was uit do Salpétrière, zich
voor een dochter van Louis Pfciftppe uitgaf en
een ketting van karafstoppen om haar heus
fÊLrocg; wij haddon „la Chouelie" gehad, die
flen gansehsn dag sliep, cn 's nachts, ais men
■haar in haar zolderkamer waande, ccn hcr-
iberg hiold, waar zij aan allerlei boosdoeners
wijn uit onzen kelder schonk; overigens was
zij een mtistökaawte keukenmeid.
Horlencc Pcrcepieü, de laatste, dio evenals
Penelope haar afwezigen echtgenoot verbeidde,
dekte ook evenals Penelope een groot aantal
aanbidders, die in onze keuken kwamen eten.
Mijn lievo moeder verwachtte de nieuw aan
gekomene zoo al niet met een blind vertrouwen,
dan toch niet zonder een gunstig voorgevoel,
•wat zij dan ook duidelijk toonde. Waarop zij
flat baseerde? Op het feit, dat men haar het
meisje voorgesteld had als fatsoenlijk, kind
van ecrtïjka boerenmeuschen, en opgeleid door
oen oudo dame, stammend uit een deftig provin
ei aaisch geslacht van rniiiiaircn en rechtsge
leerden.
..Hoe heet zij?" vroeg mijn vader.
„Zooala gij verkiest, lieve man. Haar dcop-
aiaam is Radégonde.
„Ik verander niet graag den naam der be-
Öwndea. xvo&te d&t de gewoonte mijn
vader. „Maar ik geef too, dat de naam Radé-
gondo wat liard van klank is".
Toen het meisje werd aangekondigd, zond
mijn moeder mij niet weg, hetxij uit ver
strooidheid, hetzij dat zij van oordeel was,
dat ik zonder bezwaar dit onschuldig hui3-
houdelijk onderhoud kon bijwonen.
Radégonde trad Daar voren met groote,
zware stappen en bleef staan "n het midden
der kamer, rechtop, onbeweeglijk, zwijgend
de handen gevouwen over haar schort, half
verlegen, half vrijmoedig. Zij was heel jong,
bijna nog een kind, blond no'ch bruin, mooi
noch leelijk, met een hooge idei:r en iets
onnoozels eu tegelijk oolijks in haar voor
komen. Zij was gekleed as de eenvoudigste
boerinnen uit hun landstreek eu toch met
eenïgcn zwier. Zoo plechtstatig, ernstig en
kluchtig te gelijk was zij, dat zij mij cp
het eerste gezicht beviel eu ik bemerkte,
dat zij mijn ouders ook wel aanstond.
Mijn moeder vroeg of zij kon naaien. Zij
antwoordde: ,,-Ja, mevrouw". „Koken 1"
Ja, mevrouw". „Strijken V' „Ja,
mevrouw". „Een kamer nebjes aan kant
maken?" „Ja, mevrouw". „Linnen
goed verstellen „Ja mevrouvi?". In
dien mijn goede moeder haar had gevraagd
of zij kanonnen kon gieten, kathedralen
bouwen, gedichten maken of volken regec-
ren, dan zou zij eveneens: „Ja, mevrouw"
hebben geantwoord, want klaarblijkelijk
zeide zij „ja" zonder eenig besef van de vra
gen, dio men haar stelde, maar uit pure
beleefdheid, als bewijs eener goede opvoe
ding en bekendheid met de gebruiken der
groote wereld van haar ouders geleerd heb
bende, dat het onbehoorlijk is „neen" to
zeggen tegen lieden van stand.
Maar mijn moeder deed niet verder on
derzoek naar de kundigheden van het dorps
meisje. Zij zeide haar op zachten, maar stel
ligen toon, dat zij een onberispelijk gedrag
en nette manieren van haar verwachtte, be
loofde haar te schrijven, zoodra zij een be
sluit aangaande haar zou hebben genomr-n,
en zond haar met een fijnen glimla.,h weg.
Toen Radégonde wilde heengaan, bleef
do zoom van haar ichort jk weet niet
hoe aan den deurknop Irakcn. Dit onge
val werd alleen door mij opgemerkt; ik zag
alle phasen er van en bewonderde den blik
van verbazing en verwijt, welken Radégon
de toewierp aan dien schuldigen deurknop,
alsof het een geest geweest ware, die haar
wilde tegenhouden, zooals men dat iu
sprookjes leest.
„Hoe vindt gij haar, Francois Vvroeg
mijn moeder.
„Zij is wel heel erg jong", antwoordde
dokter Nazière, „en dan
Misschien had hij toen een vaag, voorbij
gaand visioen van Radégonda's wezen Maar
het verdween voordat hij het had kunnen
uiten. Zoo klein als ik was en op gelijken
voet met alle kleine dingen, had ik reeds
genoeg gezien om te begrijpen, dat dit boe
renmeisje onze Gtille woning zou verande
ren in een betcoverd huis.
„Zij ziet er fatsoenlijk en eerlijk uit", zei
mijn moeder, „misschien kan ik wel iets van
haar maken. Als gij het goed vindt, lieve
man, zullen wjj haar Justine noemen'L.
Ik had goed gezienRadégonde of liever
Justine verhnc&rdo als welkomstgift onzo
vreedzame woning in een feeënpaleis. Se
dert zij in dienst trad, weerklonk cms huis
voortdurend van ongehoord leven, van ge
weldig bonzen en slaan, van eolirikwokkon-
de kreten, van tandengeknars en door
dringend lachen, en verspreidden zich af
grijselijke geuren van kokend vet en aan
gebrand vlcesch;- water vloeide onver
wachts in de verschillende kamers, plotse
linge rook verduisterde het daglicht en ver
stikte dc bewo-nersde vloeren kraakten,
de deuren sloegen, de vensters rammelden,
gordijen woeien heen en weer, de wind
blies door alles lieen noodlottige tceke-
ne.n. vertoonden zich, die mijn vad'er veront
rustten: zijn inktpot viel oir. op de tafel,
zijn pennen verloren haar punten, het glas
van ziï.n lamp sprong lederen avomdl Was
dat olies geen tooverij'?
Moeder zei, dat Justine geen kwaad
meisje was en dat met wat t:jd en geduld
er wel iets goeds van haar komen zouin-
tuaschen brak rij veeL en toch W06 Justine
niet onhandig. Maar zij was wild', heftig
e>n strijdlustig, cn daar in haar eenvoudig
gemoed de onbezielde slof leven kreeg cn de
gevoelens cn hartstochten der menschen I
aannam, bond deze dochter der holbewo
ners van de Loire den strijd aan met heb
gereedschap van keuken en huishouding,
alsof het vijandelijke geesten waren.
Ik volgdo Justine in haar dagelijksche
werkzaamheden met een belangstelling, cfie
ik nooit moede werd. Mijn lieve moeder
beknorde mij over wat zij malle tijdverbe-u-
zeling noemde. Zij zog het verkeerd in: Ju
stine boeide mij door haar krijgshaftige
manieren cn omdat al haar verrichtingen
het karakter droegen van een onzekeren
en verschrikkelijker strijd. Wanneer zij
gewapend met haar bezem cn haar plumeau
met hnrde stem verkondigde: ,.Nu moet ik
het salon een beurt geven," volgde ik haar
aandachtig.
Het salon was gemeubeld met een ca
napé en groote mahoniehouten leunstoe-
Icq; aan de muren hingen twee gravures,
voorstellende: „De Dans der Uren" en ,,De
Droom van Napoleon", en ook twee schil
derijen vol barsten, familieportretten, het
een o een oud-oom, liecl donker van uiter
lijk, met oen hoogea kraag, een witte das,
wellco zijn kin bedekte, en gouden over
hemdsknoopjes, door een kettinkje ver
bonden het andere een oud-tanto met krul
letjes on zij en gekleed in een hooge. nauw
sluitend*?, zwarte japon twee boelden uit
het verleden, die mij met groot-: treurig
heid vervulden. Maai' wot den voornaomst^n
rijkdom van het salon uitmaakte, waren
de bronzen boe'die-s, re schaken von donk-
bare. genezen patiënten. Aon één rijde van
de deur verhief zich een Venus van Milo
in verkleinde uitgaaf on gegoten in choco
ladekleurig metaal, op een tafeltje. Aan
den anderen kont strooide een goedkoope
Flora bloemen van verguld 7ink.
Tusscihen twee vensters troonrï© mot
baard cn horens" de Mozcs van Miehol An-
pelo en hier en daar zag rnen op verschillen
de tafeltjes een jonccn Napolitaansclien vvs-
echer, die ceu krab aan één pool omhoog
hield, een schutsengel, die een kindje hemel
waarts droo.g. Mignon, haar vaderland "be
treurende, Mep-h"stoles, zun rleermuisoo'btico
vlerken can zioh heenslaande cn Jeanne'
d'Arc, verzonken in gebed. Ten slotte stoiK?
daar een Spartacus, zijn ketenen verbroken
hebbend, woest en met gebalde vuisten, bov?iï
op den ranfl vnn den schoorsteenmantel.
Om ao schoon te maken sloeg Justine hartf-
handig met een half kale plumeau op de
schilderijen en beelden lo?. Die gceseling be
dierf niet veel aan mijn oud-oom en tante,
die al veel beproevingen doorstaan hadden
zij had ook geen vat op dc eenvoudige rondo
vormen van Venus cn Mozes. Maar do moder-
no beeldhouwkunst had hel zwaar te vorant'
woorden. Met kracht afgerukte voderen van
dc plumeau bloven zitten onder de vleugels
van den schutsengel, tusschen dc pooten ran'
do krab, onder den degen van Jeanne d'Arc,
in de baron van Mignon, in den krans van
Flora en in de ketenen van Spartacus.
Justine hield niet van die liecle sant©-
kraam, zooals zij het noemde, cn vooral haal
zij een hekel aan Spartacus. Hem stom-pte z\j
het hardst, zij deed hem wankelen cp rijn
voetstuk", totdat hij schrikbarend voorover
helde en op de vermetele dreigde, neer te
atoirten en haar in zijn val to verpletteren.
Dan, met gefronste wenkbrauwen en terwijl'
dc aderen aan haar voorhoofd opzwollen, riep
zij hem toe„Hola Hu zooals vroeger
tegen de koeien, die zij 's avonds naar den s
stal droef, en met ccn goed gerriküen duw
zette zij hem weer op zijn plaats.
In dezon dagelijks weorkeerendon strijd
had de plumeau weldra al de vee-ren verloren.
Voortaan nam Justino de stof af met heti
loeren handvat cn den kalen stok. Onder die'
bc-li an deling verloor de schutsengel zijn vleu
gcis, Joanne d'Arc haar degen, dc jonge vis- 1
sober zijn krab. Mignon een krul en Flora
strooide geen bloemen meer. Justine schoen'
er zich niet veel van aan to trokken maar,
toch, eens, bij den aanblik van deze treurige
verwoesting, stond zij, de handcu gevouwen
over don steel van haar plumeau, oen oogen*
blik in gedachten, en mompelde met. een mei
ticlijdend lachje„Och, wat is da© heelo san-
tekraara toch bang uitgevallen."