VOOR MIJ ALLEEN
18943.
LESDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 December.
Tweede Bisd. Anno 1921
TWEEDE KAM,
FEUILLETON
No.
jU BUJTENL. WEEKOVERZICHT,
Set belang rijkste feit van doze wcok is
p^e-r wel dat do Iersohe conforentio, juist
de mislukking ais 't waro zeker leek,
eindigde met een overeenstemming over
pile linies. Als de nood op 't- hoogst is, is
(j0 redding nabij. Zoo is het ook hier weer
pu gegaan Men ma.g echter wel bcwonde-
jioa het taaie volhardingsvermogen van
JjioycJ George, waarmee hij den steen,
door den koning in een rede té Belfast aan
bet rollen gebracht, heeft weten te wente
len tot het doc-1. Hoewel meermalen vrij
wel geheel tot het uitgangspunt terugge
drongen, hetzij door de Valera's doctrinair
etroven naar lerland's „ideaal", hetzij
door Ulster's hardnekkig verzet, de pre
mier liet niet h>s, hield krampachtig vast
pn toen het ten slotte tol den crisis kwam,
had do Welsehe toov ernaar gewonnen.
,Voor hem die. als alles goed gaat, een
einde maakte aan een soort oorlog van
meer dan zeven eeuwen, zal ongetwijfeld
de historie groot er eerezuil oprichten, dan
ooit memsohenhand voor hem kan' doen
verrijzen
De overeenkomst, zooals die daar ligt to
wachten op cDo goedkeuring \on allo be
trokken partijen, mag c-r zijn. voor Ierland
„The greeai island" krijgt den vol ledigen
dominion-status van Canada, Zuid-Afrika
en Australië, wordt dus vrijwel baas in
eigen huis Alleen het blijft lid van het
eenheidsbegrip het Britsche rijk, waarin
hot echter evenveel stern zal bekomen als
Engeland zelf. Ulster mag zelf kiezen,
wat bet, wilzioh aansluiten bij het overige
Ierland dan wel gescheiden blijven onder
behoud van do in 1920 gegeven Home-
Rule-regeling Dat is do. hoofdzaak van het
getroffen vergelijk.
Als alles goed gaat, zeiden wo boven.
Geheel „safo" is do overeenkomst toch nog
niet. De drie partijen in dit geding moeben
nog ratificatie vcrJeenen en dat is in meer
of mindere mate nog do klip, waarop al
les kan stranden
Het minste gevaar dreigt van do zijdo
van hot Engclscho parlement. Weliswaar
is in het Lagerhuis in zekere unionistische
kringen nog 6oherp verzet-, maar deze
kringen vormen een neet onbelangrijke
minderheid, wanneer men bedenkt, dat
ditmaal do Labour-Partij met do regee-
r in gs voorstellen zal mqegaan. Een van do
bekendste stijfhoofdon in de Iersohe af
faire is wel Canson, cY:e in zijn orgaan
de „Momingpost" voor zoover ons bekend
de oenigo was, die in de Engolsch© pers
niet deelnam aan het vreugdebetoon, inte
gendeel schreef: „Ik heb nooit gedacht,
dlat ik nog zou beleven, een (lag te zien
aanbreken, welko voor Engeland zoo ver-
n e d erend zou zijn'
En het Hoogerhuis, waarin feitelijk liet
aantal tegenstanders groot is, zal, waar
de koning voorging en zijn hooge tevre
denheid uitdrukte over het bereikte resul
taat, wel niet durven zijn plus royal is te
que lo roi
Meer gevaar komt van de zijde van
Sinn-Fcin. Daaronder zijn extremisten,
die met niets anders genoegen willen ne
men dan met lerland's volledig© onafhan
kelijkheid van het Britsche rijk en daar
voor den strijd nog eeuwen desnoods wil
len voortzetten. Ook de Valera behoort
tot deze alles of niels-be-gecrenden en hij
schroomt cr niet voor openlijk propagan
da te maken voor deze louter idealistische
politiek, dio elk© realiteit mist. Om ooit
zoover to komen, zou Engeland „cibod"
moeten zijn en of Ierland hot niet tc vo
ren zou hebben afgelegd? Wo blijven daar
om vertrouwen, dat het Dail Eireann
evenals bob Iersohe kabinet bij meerder
heid d-e regeling zal aanvaarden, die, let
men op d-o wijze, waarop het Iersohe volk
do Iersohe onderhandelaars ontving bij
baar terugkomst de populaire Col
lins werd bijkans tot een scholletje ge
drukt het Wik tevreden stelt. Wan
neer ter kimme daagt de vredeszon, zal
men dio dan nog kunnen verdrijven?
Het dercfo gevaar levert Ulster. Vrijwel
zeker mag men aannemen, dat heb ge
zond verstand nict-aansluibina betee-
kent meer belasting betalen, minder
r echteai etc. Craig en de zijnen niet tot
een samengaan met Dublin zal kunnen
brengen. Waar de kous vrij ia, zou dat
geen bezwaar opleveren, wanneer riet dui
delijk in do overeenkomst stond omschre
ven, dat bij nict-toetreden een grensher
ziening ten nad.eele van Ulster in beide
omstreden graafschappen verzekerd is.
Daarover wil Craig te Londen nog nadere
gegevens halen, in principe overigens de
regeling aanvaardend, wat al heel vat
zegt-. ,'Accepleeren Engeland en Ierland,
dan zou een neen van Ulster, dunkt ons,
niet onoverkomelijk zijn.
Als alles goed gaat, krijgt dan John
Buil spoedig de handen vrij voor de vc-le
vraagstukken, die verder de wereld bezig
houden. Toch gaat Llcyd George Diet
meer naar Washington. Hij zelf acht.het
overbodig, omdat het succes verzekerd is,
maar later zal hij nog wel eens den At-
lantischen Ocoaan oversteken. Is het daar
in Washington nu werkelijk zoo mooi of
z'ot do Engelsche premier, dat in werke
lijkheid de conferentie al mislukt, is, alhoe
wel men wel zal oppassen niet uit elkaar
tc gaan zonder schijn-resultaat? Voor zoo
ver toch cïe situatie te beoordeel en is, is
het laatste hot- meest waarschijnlijke. Tot
cen.ig tastbaar resultaat is men nog altijd
niet kunnen komeTi, zoodat de Chineesche
delegatie al met weggaan dreigde. Wat
echter voor China, op wiens rug feitelijk
wordt gespeeld, al bijzonder onpraetisch
zou zijn Opgeven der pachtgebieden wil
len do betrokkenen niet, afzien van oon-
oesries in facto evenmin, trots allo erken
ning van China's integriteit etc. Zee-ont
wapening cn Zuidzee-kwesties zijn nog
cvcjivcr Blijkbaar zoekt men thans den
uitweg van oen soort quadruple overeen
komst tussohen Amerika, Japan, Enge
land cn Frankrijk, waarvan althans heb
gevolg zou zijn, cliat c-en zee-ontwapening
voor 't oogenblik kou doorgaan cn het
directe oorlogsgevaar tusschcn Amerika
cn Japan wordt afgewend, that's all-Ame
rika durft evenwel nog niet voor eigen
land van een overeenkomst te praten,
zelfs niet vau „do verklaring van Was
hington". zooals deze overeenkomst dan
zou betiteld worden on dit, omdat de
Amerikaansc-he Senaat-^ immers niets wil
Weten van het aanvaarden van eenigerlci
verdrag-verplichting of wat ook. Of deze
uitweg clan ook zal slagen?
Wat slagen betreft, de kansen, dat
Dnitschland in een of andere vorm ver
lichting zal erlangen van de entente stij
gen, al is nog te wainig bekend! van liet
reaultaclt der besprekingen te Loeiden
tus-sohen Duitschers en Engelsohen, waar
bij zich nu ook de Fransche minister Lou-
cheur heeft gevoegd, om e enigszins tc
kunnen oorcleolcn. Louoheur's bezoek aan
Londen schijnt tevons te moeten inluid.cn
een toen ad-er ing van Frankrijk tot Enge
land, waarop Briund's uitlatingen na zijn
terugkeer uit Washington reeds direct we
zen. En tevens een polsen over een to Pa
rijs le houden conferentie der drie minis
ters van buiten!zaken der Europeetoho
entente-grootmachten over de Ooster.sche
kwestie.
Vergadering van gisteren.
Regeling van werkzaamheden.
Be hoor VAN BERESTEYN (V. D.) be
spreekt de bij de Kamer ingekomen massive
vau den Minister van "Waterstaat betreffende
do afschaf fins vau -don portvrijdom. Spr. her
innert aan do toezegging van den Minister op
17 Februari, om bij supplóbdire beg.rooting de
golden voor de verschillende Departementen
aan te vragen, en hij vraagt of er geen roden
voor don Minister was, om deze toezegging ge
stand to doen. Ook vraagt spr. of hior geen
aanleiding is om advies in tc winnen van de
bozuinigingscomm Lsxie.
Be VOORZITTER stolt voor de bespreking
van deze missive a.s. Vrijdag" aan do" orde te
stellen.
Voorts stelt spr. voor, de verdere behandeling
van de Grondwetsherziening, indien doze Dins
dagmiddag niot afloopt, 'dos avonds voort te.
zotten.
Dionovereonhomstig wordt besloten.
Grondwetsherziening.
Voortgezel worden de besprekingen ovor art.
lOlbis en de daarop ingediende amendcmenlcn-
Van der Waerden c.s. betreffende overneming
der bedrijven en medezeggenschap.
Do beer SMEENK (A.-R.) zal gaarne hot
Rogeoringsvoorstel steunen en hocpl, dat het
niet bij oen Grondwetsartikel zal blijven. De
maatschappij heeft behoefte aan bedrijfsorga
nisatie. Zoolang de overheid zich hier verre
houdt, komt men niet tot een bevredigende op
lossing. Door de sanctie van de overheid za!
liet collectief con tract, een bedijfs verorden ing
mooten worden, waaraan allen zich hebben te
onderworpen. De bedrijfsorganisatie moet echter
geleidelijk uit de maatschappij voortkomen.
Ook du prijsregeling mag niet slaan buiten hel
toezicht dor overheid on der verbruikers. Men
vorlange cohtcr niet to veel ineens. Het nieuwe
Grondwetsartikel laat ruimte voor deze nieuwe
ontwikkeling en verdient daarom steun.
De amendementen verdienen geen aanbeve
ling. Ook thans verzot de Grondwet zioh niet
tegen .overneming der particuliere bedrijven.
Do heer KUIPER (R-K.) juicht eveneens om
haar groctc beteekenis het Regeerings voorst el
van harte toe Hier wordt gelegenheid gegeven
tot zelfbestuur van do verschillende maatschap
pelijke groepen, in het bedrijfsleven, tengevolge
waarvan do druk van do bureaucratic op dat
bedrijfsleven wordt verminderd. De gevolgen
van den oorlog doen zich thans roods in het
economische loven gevoelen. De werkgevers
grijpen dezo omstandigheden gaarne aan, als
middel om to komen lol loonsverlaging en ver-
mindorlng der prodroliekostcn. Dezo gemakke
lijke methode'grijpt echter to diep in de positie
der arbeiders, waarmede deze zich maar niet
zonder meer kunnen vereenigen, te meer. waar
de regelingen meestal geschieden buiten de ar
beiders om en op geheel willekeurige wijze.
Spr. acht dit een verkeerde toepassing van de
vrijheid van den werkgever, om naar eigen
good'dunkeu over te gaan tot loonsvermindering,
welke zal leiden te' strijd on verbittering, ont
wrichting van het bedrijfsleven on tol moreele
verwildering.
Op do thans gevolgde wijze kan de econo
mische reconstructie zdker niet worden ver
kragen. De invloed van de arbeiders moet
godragen worden cloor het algemeen belang.
Naar sprekers mëening moet de wetgever in
deze ingrijpen, aangezien het. algemeen be
lang niet gedoogt, dat de medezeggenschap
van de arbeiders wordt overgelaten aan de
uitkomst van den strijd tusschen adbcitiers
en werkgevers.
Door organisatie van de arbeiders en werk
gevers te zamen, zal het mogelijk worden den
invloed der organisaties tot zijn recht te doen
komen, en zelfbestuur te vestigen op den
grondslag van gel i jkbe ree h t i g he id van ar
beiders en werkgevers.
Wat de amendementen betreft, is spr. van
meoning, dat opneming daarvan in de Grond
wet geen verbetering, geen voordeel zal bren
gen. Bovendien herinnert spr. aan het. Soci-
alisaticrapport, volgens hetwelk voorloopig
nog niets te socialiseer en valt. Naar sprekers
oordeel is deze thans nog niet urgent.
De heer VAN BERESTEIJN (V. D.) zegt,
dat de discussies don indruk geven, dat het
nieuwe artikel bestemd zal zijn voor de pu
bliek rechtelijke bedrijfsorganisatie en voor
niets anders. Dit acht spr. evenwel onjuist,
docli de Regeering heeft zelf in de stukken
tot dit misverstand aanleiding gegeven.
Spr. stelt zich voor, dat het in de toekomst
mogelijk zal zijn ook andere wetgevende or
ganen te krijgen dan provincies en gemeen
ten, bijv. cleetrieiteitssehappon. Maar ook
i kunnen daardoor do bezwaren ondervangen
worden, die in den distributietijd bleken te
bestaan tegen den Staatkoopraan, die tevens
wetg-eivend on rechter is. Straks zal wellicht
ook de Staat bedrijven, dio niet uit kunnen,
met steun op de been moeten houden.
Het Parlement zal daarbij niot altijd als
controleerend lichaam kunnen optreden cn
daarom vraagt spr. of dit artikel de moge
lijkheid kan openen ,dat een post-pa riemen l
wordt ingesteld naast het bestaande Parle-
ment.
De heer MARCH ANT (V. D.) acht dit ar-
tikol noodzakelijk. De praetijk heeft geleerd, i
dat ccn aantal vrije organisaties behoefte j
hebben aan een verordenende bevoegdheid.
Door deze verordenende bevoegdheid te ge
ven zal de taak der Rcgeering en van de wet- I
gevende macht verminderen. De praetijk zal
moeten uitwijzen in hoeverre deze verorde
nende bevoegdheid aan de organisaties zal
kunnen worden verstrekt. Spr. bestrijdt ver
volgens het beoog van den heer Van der
Waerde, inzake socialisatie, aangezien de so
cialisatie thans nog slechts kunstmatig ge
kweekte belangstelling geniet. Anders staat
spreker tegenover het. tweede amendement,
in zooverre het regeling wenscht in de me
dezeggenschap der arbeiders in de bedrijven.
Het amendement evenwel vraagt meer en
spr. geeft den voorstellers in overweging, dit
meerdere (regelingen ter waarborging van
de belangen der verbruikers) weg te laten.
De heer TROELSTRA (S D.) juicht eveneens
het Regeer in gsvoorstol toe, hoewel ook zonder
dit nieuwo artikel de Grondwet zich niet zou
verzetten tegen het instellen van nieuwe orga
nen. Spr. wenscht dit laatste niet aan te halen
(er bestrijding van bot Regearingsarllkel, doordat
het eigenlijk overbodig zou zijn; maar spr.
wensoht hier slechts de aandacht op te vcstigc-n
omdat hij dezelfde motieven kan gebruiken als
po socialisten zorgen niet, dat er in de
arbeiderswereld een basis aanwezig is voor
voor de socialisatie. En het helpt mei-s cf al
getracht wordt in de Grondwet een schijn te
wekken. Spr. zal tegen beide amendern-mten
stemmen.
De heer VISSER VAN IJZEKDOORN
(Vrrjk. Bond) noemt het artikel der Regee
ring onschuldig en hij kent er niet veel
beteekenis aan toe. Spr. is er voor, maar
men moet niet ontkennen, dat het een ruime
strekking kan hebben. Daarom moet spr.
zich alle vrijheid voorbehouden ten aanzien
van maatregelen, die krachtens dit artikel
zullen worden voorgesteld.
Do heer SOEOKKING (Ck-H.) heeft tegen
het artikel geen bezwaar, maar iaat alie
conclusies, die er uit getrokken worden, les.
Do beide amendementen wijst hij al.
De Minister van Binne.nlandsche Zaken, de
heer RUYS DE BEER EiNBROUCKconsta
teert, dat het Regeeringsar'iikel algemeen
instemming heeft verworven. Het artikel is
duidelijk: de organen, die verordenende be
de tegenstanders van de amendementen, die j vcegdheid zullen krijgen, zul.en een publ'-rV-
s I rechtelijk karakter moeten dragen. Doordat
de Grondwet aangaf, welke org men veror
denende bevoegdheid konden bevatten, was
uibtreiding onmogelijk zonder de opperste
vergunning. En die ge^ft spr.'s artikel.
Met de amenderaenten-Troektra kan spr«
niet meegaan. liet eerste zou do wetgever
verplichten een wot op de socialisatie te
makeu; het tweede houdt kennelijk verband
met het eerste en dwingt den wetgever orn
een ontwerp in bepaalde richting te maken.
Dat nu kan de Minister niet aanvaarden.
Het eerste amendemenfc-Troelstra wordt
verworpen met 5-5 tegen 13 stemmen. Vóór
de sociaal-democraten en de heer Van de
Laar.
Het tweeds amendement-Troelstra wordt
verworpen met 57 tegen 13 stemmen. Vóór
de sociaal-democraten en de jieer Van de
Laar.
Art 194. De heer OUD (V. D.) verds-
digt het amendement, dat de strekking heeft
niet mogelijk te maken, dat deGrondwets
herziening in één instantie kan geschieden;
in een gecombineerde vergadering, die met
2/3 der stemmen do voorstellen aanneemt.
Hij wil in elk geval een vo'kstemming.
De heer TROELSTRA (S. D.) verdedigt
zijn amendement om dit artikel te doen.
luiden:
„Elk .voorstel tot verandering der Grond
wet wijst de voorgestelde veranderingen uit
drukkelijk aan. Het wordt behandeld als
der in de beide Kamers der Slaten-Generaal
indien het mof ten pnnste twee derden
een voorstel van \vet en verkrijgt kracht,
gezamenlijk uitgebrachte stemmen wordt
aangenomen en door den Kening wordt goed
gekeurd. Indien het voorstel met minder dan
twee derden der uitgebrachte stemmen is
aangenomen, worden de Kamers ontbcndenc
De nieuwe Kamers overwegen het voorstel,
I hetwelk met een gewone meerderheid in elk
i der beide Kamers kan worden aangenomen."
j Do heer SCHAPER (S. D.) zegt in zoo-
I ver van d°n heer Troelstra af te wijken,
1 dat hij de volksstemming wil behouden.
De heer VAN SCHALK (R.-K.) wil een an
der systeem bij de keuze van een nieuwen
I Koning. Als het dan niet gelukt 2/3 meer-
j dorheid te verkrijgen is een gewone meer-
j derheid genoeg. Hij wil niet, dat een min-
j derheid in dit geval den baas zal spelen
over een meerderheid.
De heer RUTGERS (A. R.) ontraadt het
amandement-Van Schaik, omdat het- niet aan
gaat juist bij dit belangrijke punt een ge
wone meerderheid te eischen.
De MINISTER zegt niet meer over het
wijzen op do ovorkocligherd van dezo. Overigens
gelooft spr., dat do heer Kuiper wel wat al te
groot© waarde aan hot regeeringsarliiel hechtte.
Eigenaardig acht spr. hot voorts, dat de Katho
lieken niet alleen stolling hobbe-n genomen te
gen het eerste, maar ook legen het tweede amen
dement; hoewel hun uitlatingen cr op wijzen,
dat zij veel gevoelen voor hot in hot tweede
am-endement neergelegde beginsel. Spr raakt
hier oon politiek moment, aangezien uit deze
houding blijkt, clat de Katholieken niet geheel
vrij zijn.
De sociaal-demooralen zien de induslrieele
democratie niet voltooid in de medezeggenschap
van do arbeiders. De goheolo maatschappij is
er bij betrokken. Doch los van hot sociale vraag
stuk wordt aan de medezeggenschap van de ar-
baiders in bet bedrijf een groole waarde toe
gekend. Dat hierin de grondslag is gelegen voor
de volkswelvaart, kan niet worden ontkend.
Voorts, merkt spr. op, dal eonig beginsel niot
in het Togeoringsvoorstol voorkomt. Het kan
worden uitgewerkt, zander dat daarbij de me
dezeggenschap wordt verwezenlijkt. Maar hel
beginsel, dat de heer Kuiper wil, is neergelegd
in bot. tweede amendement. Daarin wordt de
wetgever uitgenoodigd de medezeggenschap le
regelen.
De bear KUIPER (R.-K.): In uw amende
ment zit juist het beginsel, dat ik niet wensch-
De heer TROELSTRA (S. D) vraagt of de
hoor Kuiper heoft kunnen aantoon en, waarom
hij desondanks tegen dit amendement is. Tegen
bet eerste anion clement was spr. op grond van
do socialisatie, maar ton aanzien van de mede
zeggenschap heeft de beer Kuiper getracht
zioh er al te gemakkelijk van te kunnen af
maken.
"Wat overigens de socialisatie betreft, is spr.
\an meoning, dat wanneer er ooit oen tijd is
geweest, waarin dezo kwestie hoogst urgent
mag worden genoemd, dit dan de tegenwoor
dige is Ook hij de katholieken" buiten hot par
lement zal de drang naar socialisatie wel spoe
dig tot ailing komen "en dan zullen de gevol
gen hiervan niet kunnen uitblijven.
In DurLschland hebben de georganiseerde
Katholieken de socialisatie dan ook reeds vrij
wel aanvaard.
De houding van den heer Kuiper acht spr.
dan ook van zuiver poli li eken aard, doch het
betreft hier een vraag waarvan we de beant
woording gevoeglijk aan de naaste toekomst
kunnen overlaten. Nog onbegrijpelijker acht spr.
het standpunt van den heer Kuiper tegenover
liet tweede amendement. Het argument van
den heer Kuiper, dat de medezeggenschap in
hot sooialisafclerapport staat, wil spr. niet aan
vaarden. Het zal niet de eerste keer zijn, dat
wij somaal-democraten maatregelen accepteeren j ,r,rincipieelö van een volksstemming: to zullen
voor het tegonwoordige, in afwachting van ver- 1~_ c_.. i..*. _n_i.
der gaand o maatregelen.
Een tweedo beswaar van den heer Kuiper is,
dat hij alleen medezeggenschap wil in een be-
drij v encompl ex.
Do heer WIJNKOOP (C. B.) kan zich
met het eerste araendement-Troelstra ver- j
eenigen. Het tweede betookent echter niets, j
omdat de arbeiders wel medezeggenschap
zallen krijgen, maar geen bevoegdheid om de
verantwoordelijkheid te dragen.
Do heer KOLTHEK (C. P.) heeft niets 1
tegen het Regeeringsvoorstel, al verwacht j
hij er niets' van, gezien de machtsverhoudin
gen van do arbeiderswereld, 1
preken. Spr. stelt het alleen voor als nood
maatregel.
Met ver-bchillende vorbeelden toont spr,
aan dat het systeem-Schaper en Troelsbra'
voor zocver het hetzelfde is, tot- moeilijkhe
den leidt.
SpT. ontraadt de amendementen alle c-n
meent, dat 'fc regeeringsvoorstel 't beste is.
De heer TROELSTRA (S. D.) trekt zijn
amendement in
De vergadering wordt verdaagd tot Dins
dag één uur,
Door ANDRé CORTHJS
Geautoriseerd© vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
34)
Dien avond, toen Fabien thuis kwam,
toen. hij tot mij sprak, had ik den indruk,
dat ik hem niet voor mij zag, on cru mij
heen zag ilk riet de kamer, cl.o ik altijd
zoo netjes in orde hieldmaar ik zag al
leen eenjong meisje, dat op oen Juni-
fnorgen met haaa* gebloemde japon en
baar eenvoudig rond hoedje, onder de pla
tanen zat, in de schaduw, die been en weer
danste, omdat een koeltje door cte blade
ren woei Zij Iceek mij aan. Zij had den
gevaarlijken glimlach van Frans Land-ar-
gues gekendzij kende de bedrieglijke ar
moede van Fabien G our dons geestcn
haar bl-ik vras treurig. Maar ik boog mij
Haar haar toe, em zeiDo liefde is geko
men. En ik kon niets anders voelen dlan
groote vreugde.
Zoo was hel dien avond en d-en volgen
den dag cn wéér een dag en nog weer een.
Heb waren maat eaikele uren, maar daarin
was méér leven -clan in cl mijn vroegere
jaren bij elkaar. Ik bekeek die vreugde,
dio ik nooit gekend had, ik hield haar met
belde handen vast, om haar telkens op
nieuw te kunnen liefkcozen. Ik offerde
haar al mijn hevige verlangens cn mijn
kleine verdrietelijkhedenzij werd ca* he
6linker en stralender door.
Ik li t mijn gewone bezigheden ia den
steek, want ik had er geen plezier in, en
ik kon mij met niets anders bezighouden
dan met naar clen tuin te kijken, waar
Philippe Fa-oréjol met mij gesproken
hadvoor mijn venster zittend, was it:
omringd cloor do geuren van den tuin,
maar nu werd Bet- mij een behoefte, dien
nog meer om mij heen te voelen; ik
wilc?o den grond, waarop Philippe ge-
loopen had, onder mijn voeten voelen. Ik
ging dus naar beneden, ik keek naar de
smeedijzeren bloemen, die hij ook bewon
derd had, aan cle leuning van de oude
trap cn ik raakte even verder de glan
zende blaadjes van den buksboom aan,
waarop mijn oog gerust had, terwijl hij
zcide: „Wij zijn al heel lang vrienden
En hij had ook gezegd: „Elkaar nu en dan
weerzien" En ook: „En clan onze brie
venEn ik zal terugkomen". En zoo
als liij mij gezegd had wilde ik niet ver-
dor zien dan al dit geluk en sloot ik de
oogen voor wat er worden kon van hem
cn van mij.
En toen ging ik v.eer naar de kamer,
waar wij het eerst wareai gaan zitten. Ik
schoof de blinden iets op zij om cr hetzelf
de licht te krijgen. Ik naderde do doffe
spiegels, waarin zijn beeld en het mijne
zich tegelijkertijd weerkaatst hadden; zóó
dioht naderde ik. dat mijn gelaat, niet- meer
was clan een vage vorm, waarachter ik in
mijn verbeelding oen anderen vorm zag.
Eindelijk moest ik wel naar onze kamers
teruggaan maar hoo hinderlijk was mij
Fabiens tegenwoordigheidIk sprak hem
niet meer over zijn boeken ik interesseer
de mij niet meer voor clat onnoozele arti
kel, dat hij op mijn aandringen was begon
nen to schrijven. Ik had het liefst gewild,
dab hij eiken morgen uitging, zaoals hij
vroeger steeds deed. Ik had het liefst ge
wild, dat. hij mij niet vroeg hem 's avonds
op zijn wandelingen te vergezellen. Ik zou
alleen naar buiten zijn gegaan, langs cle
snelle rivier, alleenEn om mij heen
zou altijd die geheimzinnige tegenwoordig
heid geweest zijn
Een paar dagen een paar dagc-n
slechts duurde dat. Weinig uren maar. Ilc
dacht niet meer aan mijn bekrompen, be
rekenend vroeger leventje. Ik dacht niet
aan slechtheid. Ik vreesde niets. Ilc ver
wachtte alles. Ik voelde geon wanhoop
meer, geen medelijden, geen wroeging.
Vreugde, enkel vreugde! Niet in een be
paalde gedaante stond dio voor mijeen
vaag gevoel van verwarring, van heer-
li jik-c, alles-door d ringend e vreugde door
trilde mij. Ilc kon niet nalaten aan Phi
lippe Fabréjol te denken, te verlangen
naar zijn tegenwoordigheid en toch wist
ik nog niet, wat ik hem antwoorden zou,
wanneer ik hem weerzag. Op zekeren mor
gen dacht ik or plotseling aan„Nog
maar vijf dagen, vóór dien Donderdag
Over vijf dagen En toen bogcei voor
het eerst de ongerustheid zich le voegen bij
mijïi groot geluk.
Ik moest al mijn moed bijeenzoeken. Ik
wilde het museum Cal vet aien, waar ik
over een pa-ar dagen heen moest, om een
jongen man t-e ontmoeten, dien ik weinig
kende, en om tot hem to zeggen, zoodat hij
goed begreep, dat bij mij niet onverschil
lig was: „Je moet niet dadelijk vertrok
ken Wij zullen elkaar weerzien, zoo
als je het gevraagd hebt." En ik ging er
den volgenden dag heen, terwijl Fabien,
die zioh eiken dag meer verdiepte in de
etu-die, die ik hem aangeraden had, naar
de bibliotheek was gelrokken, om enkels
werken in te zien.
Ik kwam dm> bij dat museum, ging bet
hek door en zei tegen den opzichter, dat
ik er al meer geweest was en dat hij mij
alleen kon loten. In den vroegen morgen
was e>r niemand in cle zalen, de zon scheen
op de glimmende parketvloeren en zwij
gend keken die portretgezichten cn de stee-
nen figuren cp mij neer. Zij gaven mij een
gevoel van verlegenheid. En eerst wilde ik
probeeren ze te bewonderen, opdat- zij
niet al te verbaasd zouden zijn over mijn
weinige aandaoht. Ik keek lang naar ben,
zonder hen goed te zien, en zette mij ein
delijk neer in de derde zaal. Toen kwamen
allerlei gedachten, waarover ilc geen macht
had. in mij op. Zij stonden *oor mij, zooals
dé© geschilderde gezichten ik wilde ze be
kijken en geen een kon ik onderscheiden.
Moe van al dat peinzen, dat mij toch niets
verder bracht, wilde ik telkens opstaan en
weggaan, maar het was mij onmogelijk van
die plek weg te komen.
Ik bleef cr zóó lang, dat de opzichter
plotseling aan de deur verscheen. Het was
hem te binnen geschoten, dat ik daar was,
en hij dacht, dat ik misschien, ziek was gei
worden. Ik was in groote verwarring en
antwoordde hem. dat ik inderdaad heel
moo was .geworden, $n ik maakte dat ik
weg lcwarn Mijn hoofd was zwaar van go-
dachten en nog altijd wist ik niet wat ik
aan Philippe Fabrcjol zeggen moest.
Het was laat, toen ik thuiskwam. Toch
waa Fabien nog niet thuis; maar ik had
niet aan hem gedacht. H-ct verwonderde
mij niet, dat hij op dat uur er riet was,
en. ik ging dadelijk naar het venster cm
den tuin weer t© zien. Ik sprong op van
schrik, toen ik zag, clat mijn man daar
langzaam liep te wandelen. En dadelijk
werd mijn verwondering tot kredighcicl.
Hij keek naar de bloemen van do leuning,
die Philippe bewonderd had. Hij keek naar
het water, dat uit cle fjguren van do fon
tein plaste, hij raakt© verstrooid do kleino
glanzende buksboompjes aan; cn 't schoon
mij alsof ieder o blik, ieder gebaar van hem
de schimmen van geluk van daar verjoeg.
Ik had hem willen toeroepen „Ga weg.
Je hebt bet recht niet in dezen tuin tc ziju,
je moogt het niet." Maar hij keek op,
kreeg mij in het oog. uitte ecu kreet van
blijdschap cn vloog liet huis binnen.
Ik hoorde een haastigen stap op de trap.
En plotseling schoot de gedachte mij te
binnen aan dien nacht, toen ik hem ook
zoo had hooren komendien nacht-, toen
hij bij Frans Land argues geroep o a was.
Had ik elan ellen nacht vergelen?
Piot selling stond do herinnering daaraan
weer voor mij, cL herin her ing ook aan
den morgen, die gevolgd was, en aan den
eersten avond, waarop ik Fabien bad
weergezien, verwilderd en druipend \a-n
den regen na zijn rit in dat ontzettende
onweer. Er ik geloof, dat ik eerst een se
conde hem aankeek met dien zelfden blik
van ontzetting, waarin een vraag lag op
gesloten, dio ik niet onder woorden kon
brengen.
„Zoo!" zei hij, zonder iets te merk n,
„ben jc daar? Ik was al ongerust."
„Waarom? Ei; kon mo toch niets over
komen.
(Word-, vervolgd).