VOOR MIJ ALLEEN 18943. LESDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 December. Tweede Bisd. Anno 1921 TWEEDE KAM, FEUILLETON No. jU BUJTENL. WEEKOVERZICHT, Set belang rijkste feit van doze wcok is p^e-r wel dat do Iersohe conforentio, juist de mislukking ais 't waro zeker leek, eindigde met een overeenstemming over pile linies. Als de nood op 't- hoogst is, is (j0 redding nabij. Zoo is het ook hier weer pu gegaan Men ma.g echter wel bcwonde- jioa het taaie volhardingsvermogen van JjioycJ George, waarmee hij den steen, door den koning in een rede té Belfast aan bet rollen gebracht, heeft weten te wente len tot het doc-1. Hoewel meermalen vrij wel geheel tot het uitgangspunt terugge drongen, hetzij door de Valera's doctrinair etroven naar lerland's „ideaal", hetzij door Ulster's hardnekkig verzet, de pre mier liet niet h>s, hield krampachtig vast pn toen het ten slotte tol den crisis kwam, had do Welsehe toov ernaar gewonnen. ,Voor hem die. als alles goed gaat, een einde maakte aan een soort oorlog van meer dan zeven eeuwen, zal ongetwijfeld de historie groot er eerezuil oprichten, dan ooit memsohenhand voor hem kan' doen verrijzen De overeenkomst, zooals die daar ligt to wachten op cDo goedkeuring \on allo be trokken partijen, mag c-r zijn. voor Ierland „The greeai island" krijgt den vol ledigen dominion-status van Canada, Zuid-Afrika en Australië, wordt dus vrijwel baas in eigen huis Alleen het blijft lid van het eenheidsbegrip het Britsche rijk, waarin hot echter evenveel stern zal bekomen als Engeland zelf. Ulster mag zelf kiezen, wat bet, wilzioh aansluiten bij het overige Ierland dan wel gescheiden blijven onder behoud van do in 1920 gegeven Home- Rule-regeling Dat is do. hoofdzaak van het getroffen vergelijk. Als alles goed gaat, zeiden wo boven. Geheel „safo" is do overeenkomst toch nog niet. De drie partijen in dit geding moeben nog ratificatie vcrJeenen en dat is in meer of mindere mate nog do klip, waarop al les kan stranden Het minste gevaar dreigt van do zijdo van hot Engclscho parlement. Weliswaar is in het Lagerhuis in zekere unionistische kringen nog 6oherp verzet-, maar deze kringen vormen een neet onbelangrijke minderheid, wanneer men bedenkt, dat ditmaal do Labour-Partij met do regee- r in gs voorstellen zal mqegaan. Een van do bekendste stijfhoofdon in de Iersohe af faire is wel Canson, cY:e in zijn orgaan de „Momingpost" voor zoover ons bekend de oenigo was, die in de Engolsch© pers niet deelnam aan het vreugdebetoon, inte gendeel schreef: „Ik heb nooit gedacht, dlat ik nog zou beleven, een (lag te zien aanbreken, welko voor Engeland zoo ver- n e d erend zou zijn' En het Hoogerhuis, waarin feitelijk liet aantal tegenstanders groot is, zal, waar de koning voorging en zijn hooge tevre denheid uitdrukte over het bereikte resul taat, wel niet durven zijn plus royal is te que lo roi Meer gevaar komt van de zijde van Sinn-Fcin. Daaronder zijn extremisten, die met niets anders genoegen willen ne men dan met lerland's volledig© onafhan kelijkheid van het Britsche rijk en daar voor den strijd nog eeuwen desnoods wil len voortzetten. Ook de Valera behoort tot deze alles of niels-be-gecrenden en hij schroomt cr niet voor openlijk propagan da te maken voor deze louter idealistische politiek, dio elk© realiteit mist. Om ooit zoover to komen, zou Engeland „cibod" moeten zijn en of Ierland hot niet tc vo ren zou hebben afgelegd? Wo blijven daar om vertrouwen, dat het Dail Eireann evenals bob Iersohe kabinet bij meerder heid d-e regeling zal aanvaarden, die, let men op d-o wijze, waarop het Iersohe volk do Iersohe onderhandelaars ontving bij baar terugkomst de populaire Col lins werd bijkans tot een scholletje ge drukt het Wik tevreden stelt. Wan neer ter kimme daagt de vredeszon, zal men dio dan nog kunnen verdrijven? Het dercfo gevaar levert Ulster. Vrijwel zeker mag men aannemen, dat heb ge zond verstand nict-aansluibina betee- kent meer belasting betalen, minder r echteai etc. Craig en de zijnen niet tot een samengaan met Dublin zal kunnen brengen. Waar de kous vrij ia, zou dat geen bezwaar opleveren, wanneer riet dui delijk in do overeenkomst stond omschre ven, dat bij nict-toetreden een grensher ziening ten nad.eele van Ulster in beide omstreden graafschappen verzekerd is. Daarover wil Craig te Londen nog nadere gegevens halen, in principe overigens de regeling aanvaardend, wat al heel vat zegt-. ,'Accepleeren Engeland en Ierland, dan zou een neen van Ulster, dunkt ons, niet onoverkomelijk zijn. Als alles goed gaat, krijgt dan John Buil spoedig de handen vrij voor de vc-le vraagstukken, die verder de wereld bezig houden. Toch gaat Llcyd George Diet meer naar Washington. Hij zelf acht.het overbodig, omdat het succes verzekerd is, maar later zal hij nog wel eens den At- lantischen Ocoaan oversteken. Is het daar in Washington nu werkelijk zoo mooi of z'ot do Engelsche premier, dat in werke lijkheid de conferentie al mislukt, is, alhoe wel men wel zal oppassen niet uit elkaar tc gaan zonder schijn-resultaat? Voor zoo ver toch cïe situatie te beoordeel en is, is het laatste hot- meest waarschijnlijke. Tot cen.ig tastbaar resultaat is men nog altijd niet kunnen komeTi, zoodat de Chineesche delegatie al met weggaan dreigde. Wat echter voor China, op wiens rug feitelijk wordt gespeeld, al bijzonder onpraetisch zou zijn Opgeven der pachtgebieden wil len do betrokkenen niet, afzien van oon- oesries in facto evenmin, trots allo erken ning van China's integriteit etc. Zee-ont wapening cn Zuidzee-kwesties zijn nog cvcjivcr Blijkbaar zoekt men thans den uitweg van oen soort quadruple overeen komst tussohen Amerika, Japan, Enge land cn Frankrijk, waarvan althans heb gevolg zou zijn, cliat c-en zee-ontwapening voor 't oogenblik kou doorgaan cn het directe oorlogsgevaar tusschcn Amerika cn Japan wordt afgewend, that's all-Ame rika durft evenwel nog niet voor eigen land van een overeenkomst te praten, zelfs niet vau „do verklaring van Was hington". zooals deze overeenkomst dan zou betiteld worden on dit, omdat de Amerikaansc-he Senaat-^ immers niets wil Weten van het aanvaarden van eenigerlci verdrag-verplichting of wat ook. Of deze uitweg clan ook zal slagen? Wat slagen betreft, de kansen, dat Dnitschland in een of andere vorm ver lichting zal erlangen van de entente stij gen, al is nog te wainig bekend! van liet reaultaclt der besprekingen te Loeiden tus-sohen Duitschers en Engelsohen, waar bij zich nu ook de Fransche minister Lou- cheur heeft gevoegd, om e enigszins tc kunnen oorcleolcn. Louoheur's bezoek aan Londen schijnt tevons te moeten inluid.cn een toen ad-er ing van Frankrijk tot Enge land, waarop Briund's uitlatingen na zijn terugkeer uit Washington reeds direct we zen. En tevens een polsen over een to Pa rijs le houden conferentie der drie minis ters van buiten!zaken der Europeetoho entente-grootmachten over de Ooster.sche kwestie. Vergadering van gisteren. Regeling van werkzaamheden. Be hoor VAN BERESTEYN (V. D.) be spreekt de bij de Kamer ingekomen massive vau den Minister van "Waterstaat betreffende do afschaf fins vau -don portvrijdom. Spr. her innert aan do toezegging van den Minister op 17 Februari, om bij supplóbdire beg.rooting de golden voor de verschillende Departementen aan te vragen, en hij vraagt of er geen roden voor don Minister was, om deze toezegging ge stand to doen. Ook vraagt spr. of hior geen aanleiding is om advies in tc winnen van de bozuinigingscomm Lsxie. Be VOORZITTER stolt voor de bespreking van deze missive a.s. Vrijdag" aan do" orde te stellen. Voorts stelt spr. voor, de verdere behandeling van de Grondwetsherziening, indien doze Dins dagmiddag niot afloopt, 'dos avonds voort te. zotten. Dionovereonhomstig wordt besloten. Grondwetsherziening. Voortgezel worden de besprekingen ovor art. lOlbis en de daarop ingediende amendcmenlcn- Van der Waerden c.s. betreffende overneming der bedrijven en medezeggenschap. Do beer SMEENK (A.-R.) zal gaarne hot Rogeoringsvoorstel steunen en hocpl, dat het niet bij oen Grondwetsartikel zal blijven. De maatschappij heeft behoefte aan bedrijfsorga nisatie. Zoolang de overheid zich hier verre houdt, komt men niet tot een bevredigende op lossing. Door de sanctie van de overheid za! liet collectief con tract, een bedijfs verorden ing mooten worden, waaraan allen zich hebben te onderworpen. De bedrijfsorganisatie moet echter geleidelijk uit de maatschappij voortkomen. Ook du prijsregeling mag niet slaan buiten hel toezicht dor overheid on der verbruikers. Men vorlange cohtcr niet to veel ineens. Het nieuwe Grondwetsartikel laat ruimte voor deze nieuwe ontwikkeling en verdient daarom steun. De amendementen verdienen geen aanbeve ling. Ook thans verzot de Grondwet zioh niet tegen .overneming der particuliere bedrijven. Do heer KUIPER (R-K.) juicht eveneens om haar groctc beteekenis het Regeerings voorst el van harte toe Hier wordt gelegenheid gegeven tot zelfbestuur van do verschillende maatschap pelijke groepen, in het bedrijfsleven, tengevolge waarvan do druk van do bureaucratic op dat bedrijfsleven wordt verminderd. De gevolgen van den oorlog doen zich thans roods in het economische loven gevoelen. De werkgevers grijpen dezo omstandigheden gaarne aan, als middel om to komen lol loonsverlaging en ver- mindorlng der prodroliekostcn. Dezo gemakke lijke methode'grijpt echter to diep in de positie der arbeiders, waarmede deze zich maar niet zonder meer kunnen vereenigen, te meer. waar de regelingen meestal geschieden buiten de ar beiders om en op geheel willekeurige wijze. Spr. acht dit een verkeerde toepassing van de vrijheid van den werkgever, om naar eigen good'dunkeu over te gaan tot loonsvermindering, welke zal leiden te' strijd on verbittering, ont wrichting van het bedrijfsleven on tol moreele verwildering. Op do thans gevolgde wijze kan de econo mische reconstructie zdker niet worden ver kragen. De invloed van de arbeiders moet godragen worden cloor het algemeen belang. Naar sprekers mëening moet de wetgever in deze ingrijpen, aangezien het. algemeen be lang niet gedoogt, dat de medezeggenschap van de arbeiders wordt overgelaten aan de uitkomst van den strijd tusschen adbcitiers en werkgevers. Door organisatie van de arbeiders en werk gevers te zamen, zal het mogelijk worden den invloed der organisaties tot zijn recht te doen komen, en zelfbestuur te vestigen op den grondslag van gel i jkbe ree h t i g he id van ar beiders en werkgevers. Wat de amendementen betreft, is spr. van meoning, dat opneming daarvan in de Grond wet geen verbetering, geen voordeel zal bren gen. Bovendien herinnert spr. aan het. Soci- alisaticrapport, volgens hetwelk voorloopig nog niets te socialiseer en valt. Naar sprekers oordeel is deze thans nog niet urgent. De heer VAN BERESTEIJN (V. D.) zegt, dat de discussies don indruk geven, dat het nieuwe artikel bestemd zal zijn voor de pu bliek rechtelijke bedrijfsorganisatie en voor niets anders. Dit acht spr. evenwel onjuist, docli de Regeering heeft zelf in de stukken tot dit misverstand aanleiding gegeven. Spr. stelt zich voor, dat het in de toekomst mogelijk zal zijn ook andere wetgevende or ganen te krijgen dan provincies en gemeen ten, bijv. cleetrieiteitssehappon. Maar ook i kunnen daardoor do bezwaren ondervangen worden, die in den distributietijd bleken te bestaan tegen den Staatkoopraan, die tevens wetg-eivend on rechter is. Straks zal wellicht ook de Staat bedrijven, dio niet uit kunnen, met steun op de been moeten houden. Het Parlement zal daarbij niot altijd als controleerend lichaam kunnen optreden cn daarom vraagt spr. of dit artikel de moge lijkheid kan openen ,dat een post-pa riemen l wordt ingesteld naast het bestaande Parle- ment. De heer MARCH ANT (V. D.) acht dit ar- tikol noodzakelijk. De praetijk heeft geleerd, i dat ccn aantal vrije organisaties behoefte j hebben aan een verordenende bevoegdheid. Door deze verordenende bevoegdheid te ge ven zal de taak der Rcgeering en van de wet- I gevende macht verminderen. De praetijk zal moeten uitwijzen in hoeverre deze verorde nende bevoegdheid aan de organisaties zal kunnen worden verstrekt. Spr. bestrijdt ver volgens het beoog van den heer Van der Waerde, inzake socialisatie, aangezien de so cialisatie thans nog slechts kunstmatig ge kweekte belangstelling geniet. Anders staat spreker tegenover het. tweede amendement, in zooverre het regeling wenscht in de me dezeggenschap der arbeiders in de bedrijven. Het amendement evenwel vraagt meer en spr. geeft den voorstellers in overweging, dit meerdere (regelingen ter waarborging van de belangen der verbruikers) weg te laten. De heer TROELSTRA (S D.) juicht eveneens het Regeer in gsvoorstol toe, hoewel ook zonder dit nieuwo artikel de Grondwet zich niet zou verzetten tegen het instellen van nieuwe orga nen. Spr. wenscht dit laatste niet aan te halen (er bestrijding van bot Regearingsarllkel, doordat het eigenlijk overbodig zou zijn; maar spr. wensoht hier slechts de aandacht op te vcstigc-n omdat hij dezelfde motieven kan gebruiken als po socialisten zorgen niet, dat er in de arbeiderswereld een basis aanwezig is voor voor de socialisatie. En het helpt mei-s cf al getracht wordt in de Grondwet een schijn te wekken. Spr. zal tegen beide amendern-mten stemmen. De heer VISSER VAN IJZEKDOORN (Vrrjk. Bond) noemt het artikel der Regee ring onschuldig en hij kent er niet veel beteekenis aan toe. Spr. is er voor, maar men moet niet ontkennen, dat het een ruime strekking kan hebben. Daarom moet spr. zich alle vrijheid voorbehouden ten aanzien van maatregelen, die krachtens dit artikel zullen worden voorgesteld. Do heer SOEOKKING (Ck-H.) heeft tegen het artikel geen bezwaar, maar iaat alie conclusies, die er uit getrokken worden, les. Do beide amendementen wijst hij al. De Minister van Binne.nlandsche Zaken, de heer RUYS DE BEER EiNBROUCKconsta teert, dat het Regeeringsar'iikel algemeen instemming heeft verworven. Het artikel is duidelijk: de organen, die verordenende be de tegenstanders van de amendementen, die j vcegdheid zullen krijgen, zul.en een publ'-rV- s I rechtelijk karakter moeten dragen. Doordat de Grondwet aangaf, welke org men veror denende bevoegdheid konden bevatten, was uibtreiding onmogelijk zonder de opperste vergunning. En die ge^ft spr.'s artikel. Met de amenderaenten-Troektra kan spr« niet meegaan. liet eerste zou do wetgever verplichten een wot op de socialisatie te makeu; het tweede houdt kennelijk verband met het eerste en dwingt den wetgever orn een ontwerp in bepaalde richting te maken. Dat nu kan de Minister niet aanvaarden. Het eerste amendemenfc-Troelstra wordt verworpen met 5-5 tegen 13 stemmen. Vóór de sociaal-democraten en de heer Van de Laar. Het tweeds amendement-Troelstra wordt verworpen met 57 tegen 13 stemmen. Vóór de sociaal-democraten en de jieer Van de Laar. Art 194. De heer OUD (V. D.) verds- digt het amendement, dat de strekking heeft niet mogelijk te maken, dat deGrondwets herziening in één instantie kan geschieden; in een gecombineerde vergadering, die met 2/3 der stemmen do voorstellen aanneemt. Hij wil in elk geval een vo'kstemming. De heer TROELSTRA (S. D.) verdedigt zijn amendement om dit artikel te doen. luiden: „Elk .voorstel tot verandering der Grond wet wijst de voorgestelde veranderingen uit drukkelijk aan. Het wordt behandeld als der in de beide Kamers der Slaten-Generaal indien het mof ten pnnste twee derden een voorstel van \vet en verkrijgt kracht, gezamenlijk uitgebrachte stemmen wordt aangenomen en door den Kening wordt goed gekeurd. Indien het voorstel met minder dan twee derden der uitgebrachte stemmen is aangenomen, worden de Kamers ontbcndenc De nieuwe Kamers overwegen het voorstel, I hetwelk met een gewone meerderheid in elk i der beide Kamers kan worden aangenomen." j Do heer SCHAPER (S. D.) zegt in zoo- I ver van d°n heer Troelstra af te wijken, 1 dat hij de volksstemming wil behouden. De heer VAN SCHALK (R.-K.) wil een an der systeem bij de keuze van een nieuwen I Koning. Als het dan niet gelukt 2/3 meer- j dorheid te verkrijgen is een gewone meer- j derheid genoeg. Hij wil niet, dat een min- j derheid in dit geval den baas zal spelen over een meerderheid. De heer RUTGERS (A. R.) ontraadt het amandement-Van Schaik, omdat het- niet aan gaat juist bij dit belangrijke punt een ge wone meerderheid te eischen. De MINISTER zegt niet meer over het wijzen op do ovorkocligherd van dezo. Overigens gelooft spr., dat do heer Kuiper wel wat al te groot© waarde aan hot regeeringsarliiel hechtte. Eigenaardig acht spr. hot voorts, dat de Katho lieken niet alleen stolling hobbe-n genomen te gen het eerste, maar ook legen het tweede amen dement; hoewel hun uitlatingen cr op wijzen, dat zij veel gevoelen voor hot in hot tweede am-endement neergelegde beginsel. Spr raakt hier oon politiek moment, aangezien uit deze houding blijkt, clat de Katholieken niet geheel vrij zijn. De sociaal-demooralen zien de induslrieele democratie niet voltooid in de medezeggenschap van do arbeiders. De goheolo maatschappij is er bij betrokken. Doch los van hot sociale vraag stuk wordt aan de medezeggenschap van de ar- baiders in bet bedrijf een groole waarde toe gekend. Dat hierin de grondslag is gelegen voor de volkswelvaart, kan niet worden ontkend. Voorts, merkt spr. op, dal eonig beginsel niot in het Togeoringsvoorstol voorkomt. Het kan worden uitgewerkt, zander dat daarbij de me dezeggenschap wordt verwezenlijkt. Maar hel beginsel, dat de heer Kuiper wil, is neergelegd in bot. tweede amendement. Daarin wordt de wetgever uitgenoodigd de medezeggenschap le regelen. De bear KUIPER (R.-K.): In uw amende ment zit juist het beginsel, dat ik niet wensch- De heer TROELSTRA (S. D) vraagt of de hoor Kuiper heoft kunnen aantoon en, waarom hij desondanks tegen dit amendement is. Tegen bet eerste anion clement was spr. op grond van do socialisatie, maar ton aanzien van de mede zeggenschap heeft de beer Kuiper getracht zioh er al te gemakkelijk van te kunnen af maken. "Wat overigens de socialisatie betreft, is spr. \an meoning, dat wanneer er ooit oen tijd is geweest, waarin dezo kwestie hoogst urgent mag worden genoemd, dit dan de tegenwoor dige is Ook hij de katholieken" buiten hot par lement zal de drang naar socialisatie wel spoe dig tot ailing komen "en dan zullen de gevol gen hiervan niet kunnen uitblijven. In DurLschland hebben de georganiseerde Katholieken de socialisatie dan ook reeds vrij wel aanvaard. De houding van den heer Kuiper acht spr. dan ook van zuiver poli li eken aard, doch het betreft hier een vraag waarvan we de beant woording gevoeglijk aan de naaste toekomst kunnen overlaten. Nog onbegrijpelijker acht spr. het standpunt van den heer Kuiper tegenover liet tweede amendement. Het argument van den heer Kuiper, dat de medezeggenschap in hot sooialisafclerapport staat, wil spr. niet aan vaarden. Het zal niet de eerste keer zijn, dat wij somaal-democraten maatregelen accepteeren j ,r,rincipieelö van een volksstemming: to zullen voor het tegonwoordige, in afwachting van ver- 1~_ c_.. i..*. _n_i. der gaand o maatregelen. Een tweedo beswaar van den heer Kuiper is, dat hij alleen medezeggenschap wil in een be- drij v encompl ex. Do heer WIJNKOOP (C. B.) kan zich met het eerste araendement-Troelstra ver- j eenigen. Het tweede betookent echter niets, j omdat de arbeiders wel medezeggenschap zallen krijgen, maar geen bevoegdheid om de verantwoordelijkheid te dragen. Do heer KOLTHEK (C. P.) heeft niets 1 tegen het Regeeringsvoorstel, al verwacht j hij er niets' van, gezien de machtsverhoudin gen van do arbeiderswereld, 1 preken. Spr. stelt het alleen voor als nood maatregel. Met ver-bchillende vorbeelden toont spr, aan dat het systeem-Schaper en Troelsbra' voor zocver het hetzelfde is, tot- moeilijkhe den leidt. SpT. ontraadt de amendementen alle c-n meent, dat 'fc regeeringsvoorstel 't beste is. De heer TROELSTRA (S. D.) trekt zijn amendement in De vergadering wordt verdaagd tot Dins dag één uur, Door ANDRé CORTHJS Geautoriseerd© vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 34) Dien avond, toen Fabien thuis kwam, toen. hij tot mij sprak, had ik den indruk, dat ik hem niet voor mij zag, on cru mij heen zag ilk riet de kamer, cl.o ik altijd zoo netjes in orde hieldmaar ik zag al leen eenjong meisje, dat op oen Juni- fnorgen met haaa* gebloemde japon en baar eenvoudig rond hoedje, onder de pla tanen zat, in de schaduw, die been en weer danste, omdat een koeltje door cte blade ren woei Zij Iceek mij aan. Zij had den gevaarlijken glimlach van Frans Land-ar- gues gekendzij kende de bedrieglijke ar moede van Fabien G our dons geestcn haar bl-ik vras treurig. Maar ik boog mij Haar haar toe, em zeiDo liefde is geko men. En ik kon niets anders voelen dlan groote vreugde. Zoo was hel dien avond en d-en volgen den dag cn wéér een dag en nog weer een. Heb waren maat eaikele uren, maar daarin was méér leven -clan in cl mijn vroegere jaren bij elkaar. Ik bekeek die vreugde, dio ik nooit gekend had, ik hield haar met belde handen vast, om haar telkens op nieuw te kunnen liefkcozen. Ik offerde haar al mijn hevige verlangens cn mijn kleine verdrietelijkhedenzij werd ca* he 6linker en stralender door. Ik li t mijn gewone bezigheden ia den steek, want ik had er geen plezier in, en ik kon mij met niets anders bezighouden dan met naar clen tuin te kijken, waar Philippe Fa-oréjol met mij gesproken hadvoor mijn venster zittend, was it: omringd cloor do geuren van den tuin, maar nu werd Bet- mij een behoefte, dien nog meer om mij heen te voelen; ik wilc?o den grond, waarop Philippe ge- loopen had, onder mijn voeten voelen. Ik ging dus naar beneden, ik keek naar de smeedijzeren bloemen, die hij ook bewon derd had, aan cle leuning van de oude trap cn ik raakte even verder de glan zende blaadjes van den buksboom aan, waarop mijn oog gerust had, terwijl hij zcide: „Wij zijn al heel lang vrienden En hij had ook gezegd: „Elkaar nu en dan weerzien" En ook: „En clan onze brie venEn ik zal terugkomen". En zoo als liij mij gezegd had wilde ik niet ver- dor zien dan al dit geluk en sloot ik de oogen voor wat er worden kon van hem cn van mij. En toen ging ik v.eer naar de kamer, waar wij het eerst wareai gaan zitten. Ik schoof de blinden iets op zij om cr hetzelf de licht te krijgen. Ik naderde do doffe spiegels, waarin zijn beeld en het mijne zich tegelijkertijd weerkaatst hadden; zóó dioht naderde ik. dat mijn gelaat, niet- meer was clan een vage vorm, waarachter ik in mijn verbeelding oen anderen vorm zag. Eindelijk moest ik wel naar onze kamers teruggaan maar hoo hinderlijk was mij Fabiens tegenwoordigheidIk sprak hem niet meer over zijn boeken ik interesseer de mij niet meer voor clat onnoozele arti kel, dat hij op mijn aandringen was begon nen to schrijven. Ik had het liefst gewild, dab hij eiken morgen uitging, zaoals hij vroeger steeds deed. Ik had het liefst ge wild, dat. hij mij niet vroeg hem 's avonds op zijn wandelingen te vergezellen. Ik zou alleen naar buiten zijn gegaan, langs cle snelle rivier, alleenEn om mij heen zou altijd die geheimzinnige tegenwoordig heid geweest zijn Een paar dagen een paar dagc-n slechts duurde dat. Weinig uren maar. Ilc dacht niet meer aan mijn bekrompen, be rekenend vroeger leventje. Ik dacht niet aan slechtheid. Ik vreesde niets. Ilc ver wachtte alles. Ik voelde geon wanhoop meer, geen medelijden, geen wroeging. Vreugde, enkel vreugde! Niet in een be paalde gedaante stond dio voor mijeen vaag gevoel van verwarring, van heer- li jik-c, alles-door d ringend e vreugde door trilde mij. Ilc kon niet nalaten aan Phi lippe Fabréjol te denken, te verlangen naar zijn tegenwoordigheid en toch wist ik nog niet, wat ik hem antwoorden zou, wanneer ik hem weerzag. Op zekeren mor gen dacht ik or plotseling aan„Nog maar vijf dagen, vóór dien Donderdag Over vijf dagen En toen bogcei voor het eerst de ongerustheid zich le voegen bij mijïi groot geluk. Ik moest al mijn moed bijeenzoeken. Ik wilde het museum Cal vet aien, waar ik over een pa-ar dagen heen moest, om een jongen man t-e ontmoeten, dien ik weinig kende, en om tot hem to zeggen, zoodat hij goed begreep, dat bij mij niet onverschil lig was: „Je moet niet dadelijk vertrok ken Wij zullen elkaar weerzien, zoo als je het gevraagd hebt." En ik ging er den volgenden dag heen, terwijl Fabien, die zioh eiken dag meer verdiepte in de etu-die, die ik hem aangeraden had, naar de bibliotheek was gelrokken, om enkels werken in te zien. Ik kwam dm> bij dat museum, ging bet hek door en zei tegen den opzichter, dat ik er al meer geweest was en dat hij mij alleen kon loten. In den vroegen morgen was e>r niemand in cle zalen, de zon scheen op de glimmende parketvloeren en zwij gend keken die portretgezichten cn de stee- nen figuren cp mij neer. Zij gaven mij een gevoel van verlegenheid. En eerst wilde ik probeeren ze te bewonderen, opdat- zij niet al te verbaasd zouden zijn over mijn weinige aandaoht. Ik keek lang naar ben, zonder hen goed te zien, en zette mij ein delijk neer in de derde zaal. Toen kwamen allerlei gedachten, waarover ilc geen macht had. in mij op. Zij stonden *oor mij, zooals dé© geschilderde gezichten ik wilde ze be kijken en geen een kon ik onderscheiden. Moe van al dat peinzen, dat mij toch niets verder bracht, wilde ik telkens opstaan en weggaan, maar het was mij onmogelijk van die plek weg te komen. Ik bleef cr zóó lang, dat de opzichter plotseling aan de deur verscheen. Het was hem te binnen geschoten, dat ik daar was, en hij dacht, dat ik misschien, ziek was gei worden. Ik was in groote verwarring en antwoordde hem. dat ik inderdaad heel moo was .geworden, $n ik maakte dat ik weg lcwarn Mijn hoofd was zwaar van go- dachten en nog altijd wist ik niet wat ik aan Philippe Fabrcjol zeggen moest. Het was laat, toen ik thuiskwam. Toch waa Fabien nog niet thuis; maar ik had niet aan hem gedacht. H-ct verwonderde mij niet, dat hij op dat uur er riet was, en. ik ging dadelijk naar het venster cm den tuin weer t© zien. Ik sprong op van schrik, toen ik zag, clat mijn man daar langzaam liep te wandelen. En dadelijk werd mijn verwondering tot kredighcicl. Hij keek naar de bloemen van do leuning, die Philippe bewonderd had. Hij keek naar het water, dat uit cle fjguren van do fon tein plaste, hij raakt© verstrooid do kleino glanzende buksboompjes aan; cn 't schoon mij alsof ieder o blik, ieder gebaar van hem de schimmen van geluk van daar verjoeg. Ik had hem willen toeroepen „Ga weg. Je hebt bet recht niet in dezen tuin tc ziju, je moogt het niet." Maar hij keek op, kreeg mij in het oog. uitte ecu kreet van blijdschap cn vloog liet huis binnen. Ik hoorde een haastigen stap op de trap. En plotseling schoot de gedachte mij te binnen aan dien nacht, toen ik hem ook zoo had hooren komendien nacht-, toen hij bij Frans Land argues geroep o a was. Had ik elan ellen nacht vergelen? Piot selling stond do herinnering daaraan weer voor mij, cL herin her ing ook aan den morgen, die gevolgd was, en aan den eersten avond, waarop ik Fabien bad weergezien, verwilderd en druipend \a-n den regen na zijn rit in dat ontzettende onweer. Er ik geloof, dat ik eerst een se conde hem aankeek met dien zelfden blik van ontzetting, waarin een vraag lag op gesloten, dio ik niet onder woorden kon brengen. „Zoo!" zei hij, zonder iets te merk n, „ben jc daar? Ik was al ongerust." „Waarom? Ei; kon mo toch niets over komen. (Word-, vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5