Vrijdag 9 December 1921. Officieeie Kennisgevingen STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden, - j PRIJS DER ADVERTENTIENi jj Ct3. pc rezol- Zaterdag» 40 Ots. per rejd. B8 •«getoboimemeiii bdanjrijk lagere prijs. Kleine advertentién Woensdag 60 Cis., Zaterdag J6 cis. bij eon maaimnm aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecit Voor cventucde open» van brieven 10 Cis. porto te betalen. Hewtje- 'pumnior 5 Cta. Bureau Hoerdalndsptein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PBfJS DEZER COURANft Voor Leidea t- 3 mnd. 2.Z5, p. oc-ok Qifö Bulten I-e>den, waar agenten govesiigd eijn, por wook.jCitO Franco nor post J 2.35 portokosten. Nummer 18947. lit numfaer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Do Burgomees-teT van Leiden, brengt tor ken- lis van de ingezetenen, dat morgen (Zaterdag) an da gomeentelijko visehwinkola (Visolnnarkt >n SladMiuipworf) verkrijgbaar is SCIIEL- rïSCIï a f 012, GROOTE SGHELVISCH n 0.22, SCELAR a f 020, SCHOL a f 0.28, JROOTE SCHOL a f 0 38, KABELJAUW f 030 en TARBOT a f 0.46 por pond. N. C. DE GIJSELA AR, Burg. Leiden, 9 December 1921. AUTOGARAGES' Burgemeester en Wethouders van Leiden •rongen in harinnor-nj, dat do tormijn voor hot lanvragcn van vergunning voor het gebruiken beslaande herstel- en bergplaat son van nötorrijtwgQn en motorrijwiolon, ais bedoeld in irt. 27a van de verordening tot voorkoming van jrand (Gom. Blad 1921 No. 41) is verstreken. Belanghobbcnden, die hiervoor nog geen ver gunning bobben aangevraagd, wordt aangora- daartoe alsnog ten spoodigste over to gaan, ullendo avertroding van genoemd art. 27a it or den tgeetraft mot een geldboete iVan ten jioogste l 25 o£ hechtenis van ton hoogste 1 dagen. N. C. DE GIJSELAAR, Bing. VAN STRIJEN, Secretaris. DRANKWET. Curgomsestor en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 van do Drankwet; Brengen. tor aLgemcene kennis, dat: a. door Johannes Ooms te Leidon, oen ver- Eoeisohrift ra ingodiend om verlof tot den ver koop van alcoliouihouidond'on andoren dan ster ken dramk voor gebruik ter plaatso van ver-lcoop de bonodanlooali'teit van het pen-ceel Korto Hansonstraat No. 7; b. door P. Sloos te Leiden, oen verzoekschrift ingediend ora verlof tot den verkoop van jjoohoihoudendon anderen dan sterken drank oor gebruik tor plaat so van verkoop in den Jivinkol van perceel daraslecg No. 17. N. C. DE GIJSELAAR, Burg. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 9 December 1921 aalschappij van Nedcrlandschc Letterkunde- In do gisteravond gehouden maandelijk- iclie vergadering van dc Maatschappij van STcdorlandsclie Letterkunde, oorgezeten kloor prof dr. L. Knappert, trad als spre ker op dr. P. Valkhoff, van Hilversum, neb oen voordracht, getiteld. ,,La Tenta tion d"c St.-Antoine" van G. Flaubert. Spr. began met zijn ingenomenheid te betuigen, dab cle Maatschappij van Neder- landsche Letterkunde liem had uitgenoo- pigd tot het houden eener voordracht over Flaubert en dus toonde een bewijs te willen fceven aan haar bewondering van den prooten Franschman, aan wien ook onze ptterkunde zooveel to danken heeft, om- Pat Flaubert, een leidsman is geweest, lAenals De Balcaz en Zola, voor tal van p etfferlandsdio rom^ischrijvers. Spr. heeft dit onderwerp gekozen omdat, laar hij meende, dc Tentation in Neder land niet die waardeering geniet, die het Irachtige werk verdiont. Trouwens, men kent hier slechts dh laatste bewerking, lie ia 1877 door den schrijver zalf werd lepubliceerd, en niet of weinig de voor tgaande bewerkingen, die Flaubert „dans cartons" hield, cn aio eerst dertig jaar - zijn dood in het licht verschenen. In de [rooto Conard-cditie vindt men de drie werkingen bijeende bewerking van 657 werd' in l£)S het eerst door Louis lertrand gepubliceerdde eerste bewer ing, die van 1849, wercl behalve cloor Ipnard, ook onlangs door Charpentier Itgegeven. Uitvoerig besprak dr. "Valk- pff deze driev bewerkingen, dHe werken, ^arvan voorcfcl het eerste en het laatste heel verschillend zijn. Dat Flaubert zich dit onderwerp voelde aangetrokken is natuurlijk. Het voldeed geheel aan [n aard, die van het fantastisohe en gro- pko hield, maar tegelijk vein de weten» fap. Ook zat er in Flaubert een My- jcus en een Monnik. Hij heeft de kunst poord als do geloovige zijn God. En hij [eldo zioh verwant aan den woestijn en ik, omdiat ook hij de geweldigste ver- kingen had moeten overwinnen. In de fcto Tontation zien wij 't duidelijker, 1 Verwantschap met den auteur met An- pius. In dit rijke romantische, weclde- proza-poeöm worden we telkens her ford aan tie hartstochten, die den jeug- |cn Flaubert geteisterd hadden. Zijn [enden Bouilhez en Du Camp rieden hem 't manuscript to verbranden. Geluk te dit niet geschied. Do Fransche let- kunde zou een kunstwerk minder bezit- Later, na Madame Bovary, heeft bert veel van de machtige overdaad |van gesnoeid en getracht meer eenheid 'fc werk te brengen. Maar 'fc nieuwe jiuscripfc bleef weer liggen omdat Flau- na het Bovary-proces, vreesde voor titel ij ko vervolgingen. De laatste Ten on in 3889 begonnen, getuigt van ver- Nd wetenschappelijk Inzicht en van P Acepticisme eg positivisme. De stijl is van een marmeren vastheid gewor den, maar heeft zijn welluidend rhythme behouden. Het laatste werk moet op zich zelf beoordeeld worden, zooals ook de eerste Tentation schoonheden bevat, die in de bewerking van 1874 misplaatst zouden zijn. Overal in dc drie werken vinden we Flaubert zelf terug, do verschillende perio den van zijn loven. Veel fragmenten van de romantische Tentation zijn veranderd of verdwenen, manr steeds heeft Flaubert behouden 't gedeelte, waarin hij beschrijft de geweldige bewondering, die Antonius aangrijpt voor al 't geschapene. Daarin heeft het schooner uitgedrukt do harts tochtelijke sympathie van den kunstenaar voor de aarde en alles wat daar looft mensoh, dier en plant. Na het eindigen dezer belangrijke voor dracht, die door de aanwezigen met groots aandacht we-rd gevolgd, werd den spreker deswege door den Voorzitter dank betuigd. In de vergadering was tentoongesteld een aantal litho's en reproducties van oude litho's, inhoudende illustraties van Flau- berts bekend meesterwerk, een en ander uit de verzameling van dr. N. Beversen, rector van het Gymnasium alhier, onder wiens leiding deze verzameling door dc aanwezigen met veel belangstelling werd bezichtigd' De Zending en de Sociale toestand onder de heidenen in do Buitengewesten. Op uitnoodiging van den Leidsahcn Chr. Besturenbond hield gisteravond in het ge bouw „Prediker", do Zendingsdiroctor dr. J. W. Gunning oen lozing over bovenstaand on derworp, toogdlicht door een serie mooie lichtbeelden. De vergadering, welko vrij druk bezoekt was, werd met gebod geopend door den voor- eitter, den heer A. S. Schone veld, dio daarna uiteenzette, dat het vraagstuk der Zending en de Sociale toestanden der bewoners van InsulinHe ook bohooren te worden gebracht onder dc godachtcnsfeer der .Nedcrlandsche Christen arbeiders on spr. keepte, dat dit nog in sterkere mate zal blijken door het woord van den spreker. Hierna kregen een drietal leerlingicn der Zendingsschool gelegenheid voor een muzi kale voordracht voor piano en fluit. Voorge dragen werd „Melodie" van Anton Tier ie. welke goed gespeeld, niet naliet, indruk op de aanwezigen te maken. Hierna gaf do voorzitter het-woord aan den spreker, dio aanving met aan eon Fransch spreekwoord, dat zogt, dat de mensch gaarne naar zijn «oude liefde torugikccrt, te herin neren. Spr. is n.l. zijn loopbaan begonnen als pre dikant in ccn Goldorsch dorp. waar, evenals hier, nogal heel wat fabrieken waren, en waar hij in aanraking kwam met de arbei ders en met hunne sociale toestanden. Tien jaren heeft hij daar gcweikt, waarna hij tol de Zendingsarbcid over ging. Dit deed hij niot, omdat zijn belangstelling voor den pastoralen arbeid onder de bevolking van een Geldersch dorp cn daar buiten hem niet be langrijk genoeg voorkwam. Integendeel, juist de belangstelling in do sociale verhouding bradht zijn inspiratie en zijn gedaohtensfeer naar Indië en tot den Zendingsarbcid. Maar toch, nu hij door het bestuur van deze Ver- eeniging was uitgenoodijgid om weer iets to doen, dat zoo gelijkt op zijn predikantenwerlc, is hem dit een grooto voldoening. Dodh een tegenstelling tusschen zijn werk als Zendings- director en het predikantsambt bestaat er uiet, zooals uit het vervolg zijner reöb zal blijken, naar spr. hoopte. Zensendorff, de oude leider van dc Broe- dengemeente, hoeft eens gezegd„De Zen ding is het bekeeren der zielen tot het Lain Gods"'. Spr. acht deze uitdrukking, hoe hef fend ook, niet geheel juist. De Christenzen deling brengt het Evangelie, dc bckecring moet hij aan God dverïaten. Men zegt wel eens, als er zoo wordt gesproken, dat, als men het Zendingswerk in dien geest «opvat, Zen ding wordt iiet-doen van beschavingswerk, zij het dan ook Christelijk beschavingswerk. En er ligt een leem van waarheid in «deze op merking. Altijd moet de mcnschenziel wel het middelpunt van het Zendingswerk zijn. Maar beschaving aanbrengen is het middel om tot dit doel te geraken. Wij willen ook, zeide spr., in Indië sociale toestanden verbeteren, maar wij doen dat in het licht van het Kruis van Christus. Hoe veel waarde wij ook aan Christelijke- bescha ving toekennen, wij moeten als Zendings- mensohen blijven Evangelieverkondigers. Daarbij moeten wij ons zoo goed mogelijk verdie-pen in den toestand van den Indiër. Wij moeten voor hem belangstelling toonen en liefde gevoelen. Op deze wijze zullen wij liet imiiddel in Gods hand zijn om de inlanders tot Christus te brongen. Do Indiër is uit den aard buitengewoon godsdienstig. De godsdienst beheerscht zijn geheele leven, veel meer dan bij ons. Het ver band met het godsdienstig leven is bij on3 zeer los. Dat is zoo bij den Indiër niet. Daar werkt als het ware in alles een geheimzin nige kracht. Hij voelt zich door die kracht éen met de gchccle wereld. Bij alles komt bij hem de onzicktbaren achtergrond; der dingen ter sprake. De geheimzinnige mach?, "die al het be staande in het leven houdt is onpersoonlijk, doch wordt ten slotte ook weer persoonlijk. De individueele ziel leeft voert na den dood, blijft belangstelling voor zijn bloedverwanten koesteren, welko zij tot zioh wil trekken. In het animistisch heidendom is men bang voor nieuwigheden. Hot is door en door conser vatief. En als bijv. dc Regeering nieuwigheden in voert, dan raakt dc Indiër de kluts kwijt en hij werpt zich in de handen van een nieuwen godsdienst, opt dikwijls in die van het Chris tendom. yandaar, zoo af en toe de massale overgangen tot-het Christendom, waarvan men in Indië dikwijls hoort. Een eigenaardig verschijnsel onder de In diërs is ook het bestaan van een soort commu nisme. Persoonlijk bezit kent men er dan ook haast niet. en de prikkel van het wel begre pen eigen belang werkt bij hem slechts spo radisch. Tenslotte behandelde spr. wat hij wilde noemen de Staatkundige verhoudingen, al is deze uitdrukking vöor v/at hij er mee bedoelt, wel wat te grotesk. Men vordeelt het volk in stammen of fa milies, die ieder een hoofd hebben, welk hoofd ook indirect gekozen wordt op een volksver ga-dering. Door dit stelsel wordt meermalen vcihindcrd, dat een voortstuwende kracht" stammen cn families vooruit brengt op den weg der ontwikkeling. Na deze sebets van de Indische bevolking welke de spr. zelf oppervlakkig noemde, doch die door de aanwezigen met grooto aandacht werd gevolgd, werd gepauzeerd, waarna het muzikale drietal „Melancholie" ten heste gaf, waarop een warm applaus volgde. Hierna behandelde dr. Gunning de beteo- kenis der eigenlijke Zending en de wijze, waarop de Zending bevorderd moot worden. Men moot daarbij, volgens hem, bedenken, dat do vorm van hot Christendom ven het Westen niet de eenige en ware vorm is. Dit racet de zendeling beseffen, wil hij het hart van den Indiër bereiken. Spr. "heeft het vertrouwen, dat men in ar beiderskringen daarvan vooral overtuigd is. Wij mogen -in Indië alsleidslieden optre den, doch wy moeten ook geleid willen wor den er onzen invloed gaan uitoefenen, doch ook invloed willen ondergaan. Het Evangelie gaat ver uit boven ons eigen begrip en eerst als wij dit inzien, zullen wij niet eigenwijs cn heerscJhzuohtif: door onze meening vast houden, maar de bovelking in aanraking brengen met don geest van Christus. Do zen deling moet, wil hij succes hebben, zich dan ook laten bijstaan door Inlandsche Christe nen zelf. Naast de prediking stelde spr. de school, die in Indië ook groote betoökenis heeft. Daarvan gaat een belangrijke opvoedende kracht uit, zooals spr. uitvoerig aantoonde. Met genoegen constateerde spr., dat de Zen ding veel voor de volksopvoeding heeft ge daan. Verder heeft do Zending tot taak hos pitalen te stichten. Vóór 19W5 ging deze zorg geheel van de Zen-ding uit. Eveneens bevordert de Zending het vakon derwijs doordc stichting van ambachts scholen. Zoo tracht de Zending hel geheele maat schappelijke leven der Indiërs te omjvutten on te brengen onder do beademing van den Christus misschien .warden zij ten slotte nog betere Christenen al9 wü, zeide spr. Do arbeidera verecnigen zich plaatselijk, nationaal on internationaal, laten zij besef fen. dat ook Indië een deel der groote wereld is. Laten zij daarom ook dit land onder hujn gedachtenkring brengen, aldus besloot de spreker zijn bloeiende mot groote aandacht gevolgde rode. Daarna liet de muziek zich nog eens hoo- ren, waarna dr. Gunning de reeks mooie lichtbeelden uit Indië vertoonde en daarbij uat de herinnering van zijn t.wee reizen door dit land in 1900 cn 1911 gedaan, allerlei be langwekkende lEiedodeelingen putte. Na afloop daarvan sloot de voorzitter «de vergadering met enkele mededeelingen. In de eerste plaats deelde hij mede, dat over een week dr. Gunning zou spreken over De Zen ding en de Sociale toestanden onder de groo- tendeels Moha m mod a ansche bevolking op Java, en verder dat in den loop dezer dagen een collecte zou worden gehouden «voor het hongerend Rusland, welke oolleete hij aan beval. Daarna ging spr. voor in dankgebed, waar na do gioedigoslaagde vergadering te halfelï uiteen ging. Prof. F. Cumont. In cle voor de Leidsche Vereeniging voor Wetenschappelijke Voordrachten gehouden lezing heeft prof. Cumont het vraagstuk be handeld van de ontwikkeling van liet ge loof aan de onsterflijkheid in het Romein- 6che heiligdom. Het onderwerp heeft niet alleen beteoke- nis voor den Romeinschen godsdienst, maar ook voor de verklaring der oud-Christelijke voorstellingen over het leven na den dood. De Romeinsche denkbeelden zijn gevormd onder den invloed van zeer uiteenloopende godsdienstige en philosophische beschouwin gen; zij bevatten elementen van zeer primi tieven en ook van hoog ontwikkelden aard. Volgens het oudste Romeinsche geloof zette de afgestorvene zijn leven in het graf voort. Maar hij kon ook in drooraen onder do le venden terugkeeren. Reeds vroeg doet de invloed van Grieksche godsdienstige denk beelden zich gelden; in plaats van 't graf wordt de onderwereld mot Elyseeschc vel den en Tartarus de verblijfplaats der doo- den. De studio der Griekscho philosophic in Rome leidt tot critiek dezer oud© voorstel lingen; in het Alexandrijnsche tijdvak richt het rationalisme zich direct tegen de be staande opvattingen van het hiernamaals. Do sceptische houding, die de leerlingen van Plato in dit opzicht kenmerkte, werkt in dezelfde richting. De aanhangers van Epicuras ontkennen categorisch elk voortbestaan van de men- clielijke ziel, cn Grieksche cn Latijnsche graf opschriften bowijzen dat hun opvatting inderdaad ingang heeft gevonden. De Stoïcijnsche wijsbegeerte was niet bij machte deze strooming tegen te gaan, zelfs waar zij onsterflijkheid leert breekt zij do oude voorstellingen af. Tegen het oinde der republiek is het sceptisisme algemeen, terwijl de idee van aardsche onsterflijkheid naar voren treedt. De reactie komt met het Neo-Pyfchagoris- me, dat meer als een kerk dan als een school is te beschouwen. Zijn leer van de astrale of hemelsche onsterflijkheid is be kend. Posidonius brengt deze beschouwin gen in het stoïcisme over cn zij vinden in gang in al de beschaafde kringen der Ro meinsche wereld. De wereldbeschouwing van Posidonius is voor een belangrijk deel door zijn eschatologie bepaald. Van groote beteekenis wordt nu ook de populaire propaganda der Oostersche m}'s- teriën. Te zamen met de wijsbegeerte ver spreiden zij het geloof in de hemelsche on sterflijkheid der vromen. In do tweede en derde eeuw wordt deze richting do heer- schende. De ethische ontwikkeling van de Romeinsche maatschappij bereikt haar hoogtepunt als het Neo-Platonisme als lei dende geestesmacht optreedt. Door den voorzitter, prof dr. P. J. Blok die den spreker vooraf bij de aanwezigen, had ingeleid, werd aan het slot prof. Ou- monfc dank gebraeht voor zijn belangrijke voordracht. Prof. dr. A. V/. Byvanck. Dr. A. W. Byvanck, onder-viirecteur van de Kon. Bibliotheek te 's-Gravenhage, be noemd tot lioogleeraar in de archeologie en de oude geschiedenis aan de universi teit itlhier, als opvolger van prof. dr. H. van Gelder, v/end 8 Juni 1834 te Leiden geboren, bezooht heb gymnasium te 's-Gra- venliage, studeerde van 1S02 tob 1907 in de klassieke letteren aan de Leidsohe universiteit en van 1907 tot 1903 in de archeologie en d'e kunstgeschiedenis te Bonn. In zijn studententijd maakte hij een stu diereis naai' Italië en Egypte en daarna naar Klein-Aziö en Griekenland. Van 1909 t-ot 1912 was hij verbonden aan het Museum Meermanno Westerenianum, te 's-Gravenliage, in 1912 promoveeirie hij tot doctor in de klassieke letteren aan de Leidsche universiteit cp een proefschrift ..Over de oudste geschied'enis van Zuid- Italié". In 1913 werd hij benoemd als assistent aan de Kon. Bibliotheek en in 1914 als conservator. In -1917 werd hij privaat docent in de klassieke archeologie aan de Leidsohe universiteit, welk ambt hij aan vaardde met een openbare les over den ondergang der antieke kunst. In 1921 volgde zijn benoeming tot on der-directeur van de Kon. Bibliotheek te 's-Gravenhage. Yan zijn hand zijn verschillende werken verschenen. Pianoavond Marie SaierifcurQ. Deze knappe pianiste had zich voor haar klavieravond geen gemakkelijke taalt ge steld'. Het programma, dal niet te lang Was, vermelddo vier klavierwerken van ge heel versohillend karakter; doch alle vier veel inspanning eisohend van cle vertolk ster. Het valt te bewonderen, hoe deze pianiste, naast een druk leven van les geven, Lijd vindt om cle klavierstudie clachtig te onderhouden. Dat zij dit doet, is gebleken uit de zeer knappe vertolking van het programma. Rie Batenburg is, sinds wij ha-ar verleden jaar hoorden, wederom vooruitgegaan; heb spel is meer beheerscht geworden, terwijl op het aanbrengen van zachte tinten in de voordracht meer is gelet. Haast on feilbaar werd alles uit het hoofd vertolkt onvermoeiii was de pianiste aan het slot want nog werd als extra-nummer een wals van Ohopin gosohonk a. De technische ontwikkeling staat op hoog peilparelend) is de techniek ein duidelijk het octavenspel. Wonderlijk is het tempo-verschil, dat de pianiste aanbrengt. Beethoven's Waldstein- Sonate, die e-en zeer knappe vertolking genoot, wercl in een al te vlug tempo in gezet, dat niet volgehouden kon wouden, terwijl heb Prestissimo van het slotdeel steecte langzamer werd, om aan het olot weer op te leven. Ook de melodieën van van het verrukkelijke Rondo kunnen nog meer zingen. Door nog meer „.legato" te spelen wordt dit verkregen. Zoowel Schumaums Kir/derscenen als Bramhs' Walzer op. 39 (oorspronkelijk voor vier handen gecomponeerd) werden met toewijding vertolkt. Maar het allerbeste gaf de pianiste in de Suite van haar leer meester Carl Oberstadt; boeiend is deze compositie en boeiend was hierin liet spel terwijl in de slotfuga de stemmen duideliik werden volgehouden en veel kracht in de toonvoortbrenging werd gegeven. Marie Batenburg oogstte, naast heel veel succes van het belangstel lend pu bliek, nog vier bloemstukken. Dat deze leerares geliefd is, viel op te meidcen uit de hulde van haar leerlingen, dio zelf met bloemen liet podium bestegen. In Februari hopen wij de pianiste als begeleidster te hooren op een liederen- avond van Max Kloos. In verband met het 25-jarig arts-jubi leum van dr. Schreudcr op a. s. Zondag deelen wij mede, dat er dien dag te zijnen huizo Hooigracht 69 van drie uur tot half- vijf gelegenheid zal zijn hem geluk te wen- echen. Men deelt ons mede, dat, ter gelegen heid van het 90-jarig bestaan van het Stu dentenmuziekgezelschap „Sempre Crescen do", de trouwe bode, do heer P. M. Bleek stijn, zijn 35-jarig jubileum als zoodanig zal vieren, welke dag voor hem ook niet onopgemerkt zal voorbijgaan. In de bovenzaal van het wijkgebouw „Pniël" had gisteravond een buitengewone vergadering plaats yan de afcleeling Lei- BINNENLAND. M. de Koningin in de Veenstreken. De malvorsa.ties te Gendringen. De melkprijs wordt te Leiden a. s. Maaa- dag weer met 1 cent per Liter verlaagd. De pest in het Magelangsche breidt zicü uit. BUITENLAND. De hoofdzaken uit het voorstel tot eaii viervoudig verbond tusschen Amerika, Ja pan, Engeland en Frankrijk, en Japan's houding. Zal Loucheur te Londen Rathenau ont moeten? De Valera tegen de Engelsch-IerschQ overeenkomst. den van den Ned. Chr. Vrouwenbond, on« der leiding vau mevrouw SchokkingMete-» lerkamp. Na gemeenschaiDpelijk gezang, het lezen' van een gedeelte uit de 'H. Schrift en ge* bed, hield mej. Koekkoek, onderwijzeres alhier, een interessante lezing over het huiselijk leven in de zeventiende eeuw. Op een inleiding, waarin zij even het licht deed vallen op den staatkundigen en maatschappelijken toestand in die eeuw hier te lande, op veler wuftheid en zucht tot praal en weelde-tentoonspreiding, als ook op de kern van ons volk, die zich hield bij den Gereformeerden godsdienst, liet zij tal van bijzonderheden volgen, in nauw ver band staande met haar eigenlijk onder werp. Uit het huiselijk en dagelijksch leven, als de woning-inrichting; de werkzaamhe den van man en vrouw; groote gebeurte nissen: huwelijk, geboorte, doop, ziekte, sterven, begraven, enz.maaltijden, gewo ne en buitengewone; feesten, de opvoeding der kinderen in school en in huispost- en bode-dienstenvervoer te land cn te wa ter bedelarijgevangenissen en veel meer nog, dat alles zeer zeker cle aandacht over waard was, vertelde spreekster op voor de toehoorderesscn aangename en onderhou dende wijze. Met lichtbeelden werd een en ander aan* schouwelijk voorgesteld. Toen het portret van Prinses Juliana op; het doek verscheen, werd het „Wilhelmus"- gezongen. Nadat mej. Koekkoek dank gebracht was voor haar voordracht-, werd deze bui tengewone bijeenkomst met gezang en dank gebed gesloten. Wij vestigen er «de aandacht van be langhebbenden op, dat op de daarvoor aan gewezen plaatsen in deze gemeente is aan geplakt een openbare kennisgeving van cf'eii burgemeester, betreffende verdaging van de inlijving van de eerste ploeg der lichting van 1922, die onder normale om standigheden in Januari a.s. zou moeten plaats hebben tot in Maart d. a. v. Be doelde kennisgeving bevat mede bepalin gen nopens dienstplichtigen met uitstel van eerste-oefening of met tijdelijke vrij stelling en nopens achtergebleven lot-e- lingon. Wij herinneren aan de algemeene col lecte vanwege ,,Het Ned. Roode Kruis"y kring Leiden, voor hongerend Rusland op a. s. Maandag. Naar wij vernemen zullen de bestaan de uurwerken in het Postkantoor worden vervangen door electrische klokken, waar van er een zestal zal worden geplaatst. Reeds meermalen werd ook door ons gewezen op het ver kee rage va ar aan doni Rijnsburgerwog, voornamelijk bij avond en bij den ingang van de stad, nabij den over gang van het Roll. Spoor. Men dient daar, ten einde geen ongeluikken te krijgen, steeds bijzonder op zijn qui vivo te zijn. Op het moment is daaraan niet veel anders te doen dan het publiek zooveel mogelijk te waarschuwen op tijd behoorlijk uit te wijken. Het middel daartoe is een waarschuwings bord, dat dan eohtcr des avonds verlicht mee? zijn. Dit is ook zoo begropen cloor de gieanecnta en de directie van do Noord-Zuid-Hollandsohö Tram-Maatschappij, voor wier gezamenlijke rekening cloor do electriciteitsfabriek borden worden aangebracht aan de palen van do tram waarop in rood de voetgangers en be stuurders van voertuigen op duidelijke wijze worden attent gemaakt, dat zij reolits moeten houden. Voorloopig werden aan den Rijnsbungei-weg op de meest gevaarlijke plaatsen twee zulke borden aangebracht, welke des avonds ver licht zijn en dan ook zeer in het oog loepen. In andere plaatsen moeten deze borden zeer voldoen. Evonoens zullen aan den Hooge-Rijuciijlv twee dergelijke borden worden geplaatst. Het spreekt «vanzelf, dat wij de toepassing van dit, ook o.i. doelmatige middel om de veiligheid van het verkeer te bevorderen, van! harte toejuichen. Men zal het resultaat van; deze eerste proef kunnen afwachten. Voldoet) deze wijze van waarschuwen in de praetijlq dan kan overwogen worden of er aanleiding bestaat haar oo>k op andere stadsgedeelten ann te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 1