Vrijdag 9 December 1921.
Officieeie Kennisgevingen
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden, - j
PRIJS DER ADVERTENTIENi
jj Ct3. pc rezol- Zaterdag» 40 Ots. per rejd. B8
•«getoboimemeiii bdanjrijk lagere prijs.
Kleine advertentién Woensdag 60 Cis., Zaterdag
J6 cis. bij eon maaimnm aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecit Voor cventucde open»
van brieven 10 Cis. porto te betalen. Hewtje-
'pumnior 5 Cta.
Bureau Hoerdalndsptein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PBfJS DEZER COURANft
Voor Leidea t- 3 mnd. 2.Z5, p. oc-ok Qifö
Bulten I-e>den, waar agenten govesiigd eijn,
por wook.jCitO
Franco nor post J 2.35 portokosten.
Nummer 18947.
lit numfaer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Do Burgomees-teT van Leiden, brengt tor ken-
lis van de ingezetenen, dat morgen (Zaterdag)
an da gomeentelijko visehwinkola (Visolnnarkt
>n SladMiuipworf) verkrijgbaar is SCIIEL-
rïSCIï a f 012, GROOTE SGHELVISCH n
0.22, SCELAR a f 020, SCHOL a f 0.28,
JROOTE SCHOL a f 0 38, KABELJAUW
f 030 en TARBOT a f 0.46 por pond.
N. C. DE GIJSELA AR, Burg.
Leiden, 9 December 1921.
AUTOGARAGES'
Burgemeester en Wethouders van Leiden
•rongen in harinnor-nj, dat do tormijn voor hot
lanvragcn van vergunning voor het gebruiken
beslaande herstel- en bergplaat son van
nötorrijtwgQn en motorrijwiolon, ais bedoeld in
irt. 27a van de verordening tot voorkoming van
jrand (Gom. Blad 1921 No. 41) is verstreken.
Belanghobbcnden, die hiervoor nog geen ver
gunning bobben aangevraagd, wordt aangora-
daartoe alsnog ten spoodigste over to gaan,
ullendo avertroding van genoemd art. 27a
it or den tgeetraft mot een geldboete iVan ten
jioogste l 25 o£ hechtenis van ton hoogste
1 dagen.
N. C. DE GIJSELAAR, Bing.
VAN STRIJEN, Secretaris.
DRANKWET.
Curgomsestor en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 van do Drankwet;
Brengen. tor aLgemcene kennis, dat:
a. door Johannes Ooms te Leidon, oen ver-
Eoeisohrift ra ingodiend om verlof tot den ver
koop van alcoliouihouidond'on andoren dan ster
ken dramk voor gebruik ter plaatso van ver-lcoop
de bonodanlooali'teit van het pen-ceel Korto
Hansonstraat No. 7;
b. door P. Sloos te Leiden, oen verzoekschrift
ingediend ora verlof tot den verkoop van
jjoohoihoudendon anderen dan sterken drank
oor gebruik tor plaat so van verkoop in den
Jivinkol van perceel daraslecg No. 17.
N. C. DE GIJSELAAR, Burg.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 9 December 1921
aalschappij van Nedcrlandschc Letterkunde-
In do gisteravond gehouden maandelijk-
iclie vergadering van dc Maatschappij van
STcdorlandsclie Letterkunde, oorgezeten
kloor prof dr. L. Knappert, trad als spre
ker op dr. P. Valkhoff, van Hilversum,
neb oen voordracht, getiteld. ,,La Tenta
tion d"c St.-Antoine" van G. Flaubert.
Spr. began met zijn ingenomenheid te
betuigen, dab cle Maatschappij van Neder-
landsche Letterkunde liem had uitgenoo-
pigd tot het houden eener voordracht over
Flaubert en dus toonde een bewijs te willen
fceven aan haar bewondering van den
prooten Franschman, aan wien ook onze
ptterkunde zooveel to danken heeft, om-
Pat Flaubert, een leidsman is geweest,
lAenals De Balcaz en Zola, voor tal van
p etfferlandsdio rom^ischrijvers.
Spr. heeft dit onderwerp gekozen omdat,
laar hij meende, dc Tentation in Neder
land niet die waardeering geniet, die het
Irachtige werk verdiont. Trouwens, men
kent hier slechts dh laatste bewerking,
lie ia 1877 door den schrijver zalf werd
lepubliceerd, en niet of weinig de voor
tgaande bewerkingen, die Flaubert „dans
cartons" hield, cn aio eerst dertig jaar
- zijn dood in het licht verschenen. In de
[rooto Conard-cditie vindt men de drie
werkingen bijeende bewerking van
657 werd' in l£)S het eerst door Louis
lertrand gepubliceerdde eerste bewer
ing, die van 1849, wercl behalve cloor
Ipnard, ook onlangs door Charpentier
Itgegeven. Uitvoerig besprak dr. "Valk-
pff deze driev bewerkingen, dHe werken,
^arvan voorcfcl het eerste en het laatste
heel verschillend zijn. Dat Flaubert zich
dit onderwerp voelde aangetrokken is
natuurlijk. Het voldeed geheel aan
[n aard, die van het fantastisohe en gro-
pko hield, maar tegelijk vein de weten»
fap. Ook zat er in Flaubert een My-
jcus en een Monnik. Hij heeft de kunst
poord als do geloovige zijn God. En hij
[eldo zioh verwant aan den woestijn
en ik, omdiat ook hij de geweldigste ver-
kingen had moeten overwinnen. In de
fcto Tontation zien wij 't duidelijker,
1 Verwantschap met den auteur met An-
pius. In dit rijke romantische, weclde-
proza-poeöm worden we telkens her
ford aan tie hartstochten, die den jeug-
|cn Flaubert geteisterd hadden. Zijn
[enden Bouilhez en Du Camp rieden hem
't manuscript to verbranden. Geluk
te dit niet geschied. Do Fransche let-
kunde zou een kunstwerk minder bezit-
Later, na Madame Bovary, heeft
bert veel van de machtige overdaad
|van gesnoeid en getracht meer eenheid
'fc werk te brengen. Maar 'fc nieuwe
jiuscripfc bleef weer liggen omdat Flau-
na het Bovary-proces, vreesde voor
titel ij ko vervolgingen. De laatste Ten
on in 3889 begonnen, getuigt van ver-
Nd wetenschappelijk Inzicht en van
P Acepticisme eg positivisme. De
stijl is van een marmeren vastheid gewor
den, maar heeft zijn welluidend rhythme
behouden. Het laatste werk moet op zich
zelf beoordeeld worden, zooals ook de
eerste Tentation schoonheden bevat, die in
de bewerking van 1874 misplaatst zouden
zijn. Overal in dc drie werken vinden we
Flaubert zelf terug, do verschillende perio
den van zijn loven. Veel fragmenten van
de romantische Tentation zijn veranderd
of verdwenen, manr steeds heeft Flaubert
behouden 't gedeelte, waarin hij beschrijft
de geweldige bewondering, die Antonius
aangrijpt voor al 't geschapene. Daarin
heeft het schooner uitgedrukt do harts
tochtelijke sympathie van den kunstenaar
voor de aarde en alles wat daar looft
mensoh, dier en plant.
Na het eindigen dezer belangrijke voor
dracht, die door de aanwezigen met groots
aandacht we-rd gevolgd, werd den spreker
deswege door den Voorzitter dank betuigd.
In de vergadering was tentoongesteld een
aantal litho's en reproducties van oude
litho's, inhoudende illustraties van Flau-
berts bekend meesterwerk, een en ander
uit de verzameling van dr. N. Beversen,
rector van het Gymnasium alhier, onder
wiens leiding deze verzameling door dc
aanwezigen met veel belangstelling werd
bezichtigd'
De Zending en de Sociale toestand onder de
heidenen in do Buitengewesten.
Op uitnoodiging van den Leidsahcn Chr.
Besturenbond hield gisteravond in het ge
bouw „Prediker", do Zendingsdiroctor dr. J.
W. Gunning oen lozing over bovenstaand on
derworp, toogdlicht door een serie mooie
lichtbeelden.
De vergadering, welko vrij druk bezoekt
was, werd met gebod geopend door den voor-
eitter, den heer A. S. Schone veld, dio daarna
uiteenzette, dat het vraagstuk der Zending
en de Sociale toestanden der bewoners van
InsulinHe ook bohooren te worden gebracht
onder dc godachtcnsfeer der .Nedcrlandsche
Christen arbeiders on spr. keepte, dat dit nog
in sterkere mate zal blijken door het woord
van den spreker.
Hierna kregen een drietal leerlingicn der
Zendingsschool gelegenheid voor een muzi
kale voordracht voor piano en fluit. Voorge
dragen werd „Melodie" van Anton Tier ie.
welke goed gespeeld, niet naliet, indruk op
de aanwezigen te maken.
Hierna gaf do voorzitter het-woord aan
den spreker, dio aanving met aan eon Fransch
spreekwoord, dat zogt, dat de mensch gaarne
naar zijn «oude liefde torugikccrt, te herin
neren.
Spr. is n.l. zijn loopbaan begonnen als pre
dikant in ccn Goldorsch dorp. waar, evenals
hier, nogal heel wat fabrieken waren, en
waar hij in aanraking kwam met de arbei
ders en met hunne sociale toestanden. Tien
jaren heeft hij daar gcweikt, waarna hij tol
de Zendingsarbcid over ging. Dit deed hij
niot, omdat zijn belangstelling voor den
pastoralen arbeid onder de bevolking van een
Geldersch dorp cn daar buiten hem niet be
langrijk genoeg voorkwam. Integendeel, juist
de belangstelling in do sociale verhouding
bradht zijn inspiratie en zijn gedaohtensfeer
naar Indië en tot den Zendingsarbcid. Maar
toch, nu hij door het bestuur van deze Ver-
eeniging was uitgenoodijgid om weer iets to
doen, dat zoo gelijkt op zijn predikantenwerlc,
is hem dit een grooto voldoening. Dodh een
tegenstelling tusschen zijn werk als Zendings-
director en het predikantsambt bestaat er
uiet, zooals uit het vervolg zijner reöb zal
blijken, naar spr. hoopte.
Zensendorff, de oude leider van dc Broe-
dengemeente, hoeft eens gezegd„De Zen
ding is het bekeeren der zielen tot het Lain
Gods"'. Spr. acht deze uitdrukking, hoe hef
fend ook, niet geheel juist. De Christenzen
deling brengt het Evangelie, dc bckecring
moet hij aan God dverïaten. Men zegt wel
eens, als er zoo wordt gesproken, dat, als men
het Zendingswerk in dien geest «opvat, Zen
ding wordt iiet-doen van beschavingswerk,
zij het dan ook Christelijk beschavingswerk.
En er ligt een leem van waarheid in «deze op
merking. Altijd moet de mcnschenziel wel
het middelpunt van het Zendingswerk zijn.
Maar beschaving aanbrengen is het middel
om tot dit doel te geraken.
Wij willen ook, zeide spr., in Indië sociale
toestanden verbeteren, maar wij doen dat in
het licht van het Kruis van Christus. Hoe
veel waarde wij ook aan Christelijke- bescha
ving toekennen, wij moeten als Zendings-
mensohen blijven Evangelieverkondigers.
Daarbij moeten wij ons zoo goed mogelijk
verdie-pen in den toestand van den Indiër.
Wij moeten voor hem belangstelling toonen
en liefde gevoelen. Op deze wijze zullen wij
liet imiiddel in Gods hand zijn om de inlanders
tot Christus te brongen.
Do Indiër is uit den aard buitengewoon
godsdienstig. De godsdienst beheerscht zijn
geheele leven, veel meer dan bij ons. Het ver
band met het godsdienstig leven is bij on3
zeer los. Dat is zoo bij den Indiër niet. Daar
werkt als het ware in alles een geheimzin
nige kracht. Hij voelt zich door die kracht
éen met de gchccle wereld. Bij alles komt
bij hem de onzicktbaren achtergrond; der
dingen ter sprake.
De geheimzinnige mach?, "die al het be
staande in het leven houdt is onpersoonlijk,
doch wordt ten slotte ook weer persoonlijk.
De individueele ziel leeft voert na den dood,
blijft belangstelling voor zijn bloedverwanten
koesteren, welko zij tot zioh wil trekken. In
het animistisch heidendom is men bang voor
nieuwigheden. Hot is door en door conser
vatief.
En als bijv. dc Regeering nieuwigheden in
voert, dan raakt dc Indiër de kluts kwijt en
hij werpt zich in de handen van een nieuwen
godsdienst, opt dikwijls in die van het Chris
tendom. yandaar, zoo af en toe de massale
overgangen tot-het Christendom, waarvan
men in Indië dikwijls hoort.
Een eigenaardig verschijnsel onder de In
diërs is ook het bestaan van een soort commu
nisme. Persoonlijk bezit kent men er dan ook
haast niet. en de prikkel van het wel begre
pen eigen belang werkt bij hem slechts spo
radisch.
Tenslotte behandelde spr. wat hij wilde
noemen de Staatkundige verhoudingen, al is
deze uitdrukking vöor v/at hij er mee bedoelt,
wel wat te grotesk.
Men vordeelt het volk in stammen of fa
milies, die ieder een hoofd hebben, welk hoofd
ook indirect gekozen wordt op een volksver
ga-dering. Door dit stelsel wordt meermalen
vcihindcrd, dat een voortstuwende kracht"
stammen cn families vooruit brengt op den
weg der ontwikkeling.
Na deze sebets van de Indische bevolking
welke de spr. zelf oppervlakkig noemde, doch
die door de aanwezigen met grooto aandacht
werd gevolgd, werd gepauzeerd, waarna het
muzikale drietal „Melancholie" ten heste gaf,
waarop een warm applaus volgde.
Hierna behandelde dr. Gunning de beteo-
kenis der eigenlijke Zending en de wijze,
waarop de Zending bevorderd moot worden.
Men moot daarbij, volgens hem, bedenken,
dat do vorm van hot Christendom ven het
Westen niet de eenige en ware vorm is. Dit
racet de zendeling beseffen, wil hij het hart
van den Indiër bereiken.
Spr. "heeft het vertrouwen, dat men in ar
beiderskringen daarvan vooral overtuigd is.
Wij mogen -in Indië alsleidslieden optre
den, doch wy moeten ook geleid willen wor
den er onzen invloed gaan uitoefenen, doch
ook invloed willen ondergaan. Het Evangelie
gaat ver uit boven ons eigen begrip en eerst
als wij dit inzien, zullen wij niet eigenwijs
cn heerscJhzuohtif: door onze meening vast
houden, maar de bovelking in aanraking
brengen met don geest van Christus. Do zen
deling moet, wil hij succes hebben, zich dan
ook laten bijstaan door Inlandsche Christe
nen zelf.
Naast de prediking stelde spr. de school,
die in Indië ook groote betoökenis heeft.
Daarvan gaat een belangrijke opvoedende
kracht uit, zooals spr. uitvoerig aantoonde.
Met genoegen constateerde spr., dat de Zen
ding veel voor de volksopvoeding heeft ge
daan. Verder heeft do Zending tot taak hos
pitalen te stichten. Vóór 19W5 ging deze zorg
geheel van de Zen-ding uit.
Eveneens bevordert de Zending het vakon
derwijs doordc stichting van ambachts
scholen.
Zoo tracht de Zending hel geheele maat
schappelijke leven der Indiërs te omjvutten
on te brengen onder do beademing van den
Christus misschien .warden zij ten slotte nog
betere Christenen al9 wü, zeide spr.
Do arbeidera verecnigen zich plaatselijk,
nationaal on internationaal, laten zij besef
fen. dat ook Indië een deel der groote wereld
is. Laten zij daarom ook dit land onder hujn
gedachtenkring brengen, aldus besloot de
spreker zijn bloeiende mot groote aandacht
gevolgde rode.
Daarna liet de muziek zich nog eens hoo-
ren, waarna dr. Gunning de reeks mooie
lichtbeelden uit Indië vertoonde en daarbij
uat de herinnering van zijn t.wee reizen door
dit land in 1900 cn 1911 gedaan, allerlei be
langwekkende lEiedodeelingen putte.
Na afloop daarvan sloot de voorzitter «de
vergadering met enkele mededeelingen. In
de eerste plaats deelde hij mede, dat over een
week dr. Gunning zou spreken over De Zen
ding en de Sociale toestanden onder de groo-
tendeels Moha m mod a ansche bevolking op
Java, en verder dat in den loop dezer dagen
een collecte zou worden gehouden «voor het
hongerend Rusland, welke oolleete hij aan
beval.
Daarna ging spr. voor in dankgebed, waar
na do gioedigoslaagde vergadering te halfelï
uiteen ging.
Prof. F. Cumont.
In cle voor de Leidsche Vereeniging voor
Wetenschappelijke Voordrachten gehouden
lezing heeft prof. Cumont het vraagstuk be
handeld van de ontwikkeling van liet ge
loof aan de onsterflijkheid in het Romein-
6che heiligdom.
Het onderwerp heeft niet alleen beteoke-
nis voor den Romeinschen godsdienst, maar
ook voor de verklaring der oud-Christelijke
voorstellingen over het leven na den dood.
De Romeinsche denkbeelden zijn gevormd
onder den invloed van zeer uiteenloopende
godsdienstige en philosophische beschouwin
gen; zij bevatten elementen van zeer primi
tieven en ook van hoog ontwikkelden aard.
Volgens het oudste Romeinsche geloof zette
de afgestorvene zijn leven in het graf voort.
Maar hij kon ook in drooraen onder do le
venden terugkeeren. Reeds vroeg doet de
invloed van Grieksche godsdienstige denk
beelden zich gelden; in plaats van 't graf
wordt de onderwereld mot Elyseeschc vel
den en Tartarus de verblijfplaats der doo-
den. De studio der Griekscho philosophic in
Rome leidt tot critiek dezer oud© voorstel
lingen; in het Alexandrijnsche tijdvak richt
het rationalisme zich direct tegen de be
staande opvattingen van het hiernamaals.
Do sceptische houding, die de leerlingen
van Plato in dit opzicht kenmerkte, werkt
in dezelfde richting.
De aanhangers van Epicuras ontkennen
categorisch elk voortbestaan van de men-
clielijke ziel, cn Grieksche cn Latijnsche
graf opschriften bowijzen dat hun opvatting
inderdaad ingang heeft gevonden.
De Stoïcijnsche wijsbegeerte was niet
bij machte deze strooming tegen te gaan,
zelfs waar zij onsterflijkheid leert breekt zij
do oude voorstellingen af. Tegen het oinde
der republiek is het sceptisisme algemeen,
terwijl de idee van aardsche onsterflijkheid
naar voren treedt.
De reactie komt met het Neo-Pyfchagoris-
me, dat meer als een kerk dan als een
school is te beschouwen. Zijn leer van de
astrale of hemelsche onsterflijkheid is be
kend. Posidonius brengt deze beschouwin
gen in het stoïcisme over cn zij vinden in
gang in al de beschaafde kringen der Ro
meinsche wereld. De wereldbeschouwing
van Posidonius is voor een belangrijk deel
door zijn eschatologie bepaald.
Van groote beteekenis wordt nu ook de
populaire propaganda der Oostersche m}'s-
teriën. Te zamen met de wijsbegeerte ver
spreiden zij het geloof in de hemelsche on
sterflijkheid der vromen. In do tweede en
derde eeuw wordt deze richting do heer-
schende. De ethische ontwikkeling van de
Romeinsche maatschappij bereikt haar
hoogtepunt als het Neo-Platonisme als lei
dende geestesmacht optreedt.
Door den voorzitter, prof dr. P. J. Blok
die den spreker vooraf bij de aanwezigen,
had ingeleid, werd aan het slot prof. Ou-
monfc dank gebraeht voor zijn belangrijke
voordracht.
Prof. dr. A. V/. Byvanck.
Dr. A. W. Byvanck, onder-viirecteur van
de Kon. Bibliotheek te 's-Gravenhage, be
noemd tot lioogleeraar in de archeologie
en de oude geschiedenis aan de universi
teit itlhier, als opvolger van prof. dr. H.
van Gelder, v/end 8 Juni 1834 te Leiden
geboren, bezooht heb gymnasium te 's-Gra-
venliage, studeerde van 1S02 tob 1907 in
de klassieke letteren aan de Leidsohe
universiteit en van 1907 tot 1903 in de
archeologie en d'e kunstgeschiedenis te
Bonn.
In zijn studententijd maakte hij een stu
diereis naai' Italië en Egypte en daarna
naar Klein-Aziö en Griekenland.
Van 1909 t-ot 1912 was hij verbonden aan
het Museum Meermanno Westerenianum,
te 's-Gravenliage, in 1912 promoveeirie hij
tot doctor in de klassieke letteren aan
de Leidsche universiteit cp een proefschrift
..Over de oudste geschied'enis van Zuid-
Italié".
In 1913 werd hij benoemd als assistent
aan de Kon. Bibliotheek en in 1914 als
conservator. In -1917 werd hij privaat
docent in de klassieke archeologie aan de
Leidsohe universiteit, welk ambt hij aan
vaardde met een openbare les over den
ondergang der antieke kunst.
In 1921 volgde zijn benoeming tot on
der-directeur van de Kon. Bibliotheek te
's-Gravenhage.
Yan zijn hand zijn verschillende werken
verschenen.
Pianoavond Marie SaierifcurQ.
Deze knappe pianiste had zich voor haar
klavieravond geen gemakkelijke taalt ge
steld'. Het programma, dal niet te lang
Was, vermelddo vier klavierwerken van ge
heel versohillend karakter; doch alle vier
veel inspanning eisohend van cle vertolk
ster. Het valt te bewonderen, hoe deze
pianiste, naast een druk leven van les
geven, Lijd vindt om cle klavierstudie
clachtig te onderhouden. Dat zij dit doet,
is gebleken uit de zeer knappe vertolking
van het programma.
Rie Batenburg is, sinds wij ha-ar verleden
jaar hoorden, wederom vooruitgegaan; heb
spel is meer beheerscht geworden, terwijl
op het aanbrengen van zachte tinten in
de voordracht meer is gelet. Haast on
feilbaar werd alles uit het hoofd vertolkt
onvermoeiii was de pianiste aan het slot
want nog werd als extra-nummer een wals
van Ohopin gosohonk a. De technische
ontwikkeling staat op hoog peilparelend)
is de techniek ein duidelijk het octavenspel.
Wonderlijk is het tempo-verschil, dat de
pianiste aanbrengt. Beethoven's Waldstein-
Sonate, die e-en zeer knappe vertolking
genoot, wercl in een al te vlug tempo in
gezet, dat niet volgehouden kon wouden,
terwijl heb Prestissimo van het slotdeel
steecte langzamer werd, om aan het olot
weer op te leven. Ook de melodieën van
van het verrukkelijke Rondo kunnen nog
meer zingen. Door nog meer „.legato" te
spelen wordt dit verkregen.
Zoowel Schumaums Kir/derscenen als
Bramhs' Walzer op. 39 (oorspronkelijk voor
vier handen gecomponeerd) werden met
toewijding vertolkt. Maar het allerbeste
gaf de pianiste in de Suite van haar leer
meester Carl Oberstadt; boeiend is deze
compositie en boeiend was hierin liet spel
terwijl in de slotfuga de stemmen duideliik
werden volgehouden en veel kracht in de
toonvoortbrenging werd gegeven.
Marie Batenburg oogstte, naast heel
veel succes van het belangstel lend pu
bliek, nog vier bloemstukken. Dat deze
leerares geliefd is, viel op te meidcen uit
de hulde van haar leerlingen, dio zelf met
bloemen liet podium bestegen.
In Februari hopen wij de pianiste als
begeleidster te hooren op een liederen-
avond van Max Kloos.
In verband met het 25-jarig arts-jubi
leum van dr. Schreudcr op a. s. Zondag
deelen wij mede, dat er dien dag te zijnen
huizo Hooigracht 69 van drie uur tot half-
vijf gelegenheid zal zijn hem geluk te wen-
echen.
Men deelt ons mede, dat, ter gelegen
heid van het 90-jarig bestaan van het Stu
dentenmuziekgezelschap „Sempre Crescen
do", de trouwe bode, do heer P. M. Bleek
stijn, zijn 35-jarig jubileum als zoodanig
zal vieren, welke dag voor hem ook niet
onopgemerkt zal voorbijgaan.
In de bovenzaal van het wijkgebouw
„Pniël" had gisteravond een buitengewone
vergadering plaats yan de afcleeling Lei-
BINNENLAND.
M. de Koningin in de Veenstreken.
De malvorsa.ties te Gendringen.
De melkprijs wordt te Leiden a. s. Maaa-
dag weer met 1 cent per Liter verlaagd.
De pest in het Magelangsche breidt zicü
uit.
BUITENLAND.
De hoofdzaken uit het voorstel tot eaii
viervoudig verbond tusschen Amerika, Ja
pan, Engeland en Frankrijk, en Japan's
houding.
Zal Loucheur te Londen Rathenau ont
moeten?
De Valera tegen de Engelsch-IerschQ
overeenkomst.
den van den Ned. Chr. Vrouwenbond, on«
der leiding vau mevrouw SchokkingMete-»
lerkamp.
Na gemeenschaiDpelijk gezang, het lezen'
van een gedeelte uit de 'H. Schrift en ge*
bed, hield mej. Koekkoek, onderwijzeres
alhier, een interessante lezing over het
huiselijk leven in de zeventiende eeuw.
Op een inleiding, waarin zij even het
licht deed vallen op den staatkundigen en
maatschappelijken toestand in die eeuw
hier te lande, op veler wuftheid en zucht
tot praal en weelde-tentoonspreiding, als
ook op de kern van ons volk, die zich hield
bij den Gereformeerden godsdienst, liet zij
tal van bijzonderheden volgen, in nauw ver
band staande met haar eigenlijk onder
werp.
Uit het huiselijk en dagelijksch leven,
als de woning-inrichting; de werkzaamhe
den van man en vrouw; groote gebeurte
nissen: huwelijk, geboorte, doop, ziekte,
sterven, begraven, enz.maaltijden, gewo
ne en buitengewone; feesten, de opvoeding
der kinderen in school en in huispost- en
bode-dienstenvervoer te land cn te wa
ter bedelarijgevangenissen en veel meer
nog, dat alles zeer zeker cle aandacht over
waard was, vertelde spreekster op voor de
toehoorderesscn aangename en onderhou
dende wijze.
Met lichtbeelden werd een en ander aan*
schouwelijk voorgesteld.
Toen het portret van Prinses Juliana op;
het doek verscheen, werd het „Wilhelmus"-
gezongen.
Nadat mej. Koekkoek dank gebracht
was voor haar voordracht-, werd deze bui
tengewone bijeenkomst met gezang en dank
gebed gesloten.
Wij vestigen er «de aandacht van be
langhebbenden op, dat op de daarvoor aan
gewezen plaatsen in deze gemeente is aan
geplakt een openbare kennisgeving van
cf'eii burgemeester, betreffende verdaging
van de inlijving van de eerste ploeg der
lichting van 1922, die onder normale om
standigheden in Januari a.s. zou moeten
plaats hebben tot in Maart d. a. v. Be
doelde kennisgeving bevat mede bepalin
gen nopens dienstplichtigen met uitstel
van eerste-oefening of met tijdelijke vrij
stelling en nopens achtergebleven lot-e-
lingon.
Wij herinneren aan de algemeene col
lecte vanwege ,,Het Ned. Roode Kruis"y
kring Leiden, voor hongerend Rusland op
a. s. Maandag.
Naar wij vernemen zullen de bestaan
de uurwerken in het Postkantoor worden
vervangen door electrische klokken, waar
van er een zestal zal worden geplaatst.
Reeds meermalen werd ook door ons
gewezen op het ver kee rage va ar aan doni
Rijnsburgerwog, voornamelijk bij avond en
bij den ingang van de stad, nabij den over
gang van het Roll. Spoor. Men dient daar,
ten einde geen ongeluikken te krijgen, steeds
bijzonder op zijn qui vivo te zijn.
Op het moment is daaraan niet veel anders
te doen dan het publiek zooveel mogelijk te
waarschuwen op tijd behoorlijk uit te wijken.
Het middel daartoe is een waarschuwings
bord, dat dan eohtcr des avonds verlicht mee?
zijn.
Dit is ook zoo begropen cloor de gieanecnta
en de directie van do Noord-Zuid-Hollandsohö
Tram-Maatschappij, voor wier gezamenlijke
rekening cloor do electriciteitsfabriek borden
worden aangebracht aan de palen van do
tram waarop in rood de voetgangers en be
stuurders van voertuigen op duidelijke wijze
worden attent gemaakt, dat zij reolits moeten
houden.
Voorloopig werden aan den Rijnsbungei-weg
op de meest gevaarlijke plaatsen twee zulke
borden aangebracht, welke des avonds ver
licht zijn en dan ook zeer in het oog loepen.
In andere plaatsen moeten deze borden zeer
voldoen.
Evonoens zullen aan den Hooge-Rijuciijlv
twee dergelijke borden worden geplaatst.
Het spreekt «vanzelf, dat wij de toepassing
van dit, ook o.i. doelmatige middel om de
veiligheid van het verkeer te bevorderen, van!
harte toejuichen. Men zal het resultaat van;
deze eerste proef kunnen afwachten. Voldoet)
deze wijze van waarschuwen in de praetijlq
dan kan overwogen worden of er aanleiding
bestaat haar oo>k op andere stadsgedeelten
ann te brengen.