VQDR DEJEUGD
IE-ID5CH DAGBIAD
8 IfleaS g fiëoafi g flafgfl g êafeê êêesS g
?A° a °-A»«Aj t «JL» e »Jj e aJL« a «JL»»JL» a iJL* s *JL««JL« s »JL»«A? <>JL? 3 «A.» 53A?'JJ 6
i. 4a
Bcmderiag0 t ÜD©©©sulb@ir.
Aim© Ï©S1,
e A 2 2 2®9®A 2 2 2 o 2 I
Boschwachfes* van
Mariënhurg.
ui.
isdfagmorgeji om half negen ging Hen-
op reis. xiaifweg cten awarsweg zag
angs een zijlaan van- 't boseh Hans
med en Hees aankomen, elk met een
eitje op den rug. Stevig stapte Hen
door
Van Lienden stond reeds bij de
beuken op hem te wachten. Samen
zij nu hun weg voort, deden goede
en keerden tegen deu avond weer
aarts.
Wos al donker vóór zij den dwarsweg
Beste zal zijn. dat ik eerst met je
huis rijdt", zei Van Lienden.
ekheid!7' antwoordde Hendrik. ,,Denk
at ik bang ben'? 't Is zoo'n omweg.
aar het is al zoo donker
eft niets, 't scheelt je wel een uur."
'at is zoo." zei Dirk nu. ,.Maar wacht:
•et raad Neem dit fluitje, 't Geeft
heel scherp geluid. Zood.ra je onraad
t moet je fluiten.,'
st" toen Hendrik met zijn kar een hoek
eg, sprong er iemand uit de strui-
jongentje!" riep hij. „Daar heb ik
Kees zal 't je b-taald zetten, dat je
1 en hij sleurde "Hendrik van
Hendrik verdedigde zich dapper en
lagen beiden op den grond. Daar
g ook Hans Dreumel te voorschijn.
lummel! Wil je mijn Kees afranse-
riep hij.
cirik sprong op greep in zijn zak en
>n schel gefluit klonk door het bosch.
s je niet stil bent, dan-"
tl ik je doodschietenklonk de stem
Dirk van Lienden en moteen schoot
:n pistool in de lucht af.
ds en Kees zetten het op een loop en
ichvenen in de struiken.
is t er mee, jongen?" vroeg Dirk,
zij van den eersten schrik bekomen
mijn been!", riep Hendrik, en hij
ijn hand in zijn broekzak en strom-
naar de kar.
mijn geld riep hij nu uit.
zei Dirk. Meteen tronie hij op
rds. raapte h°t op en riep:
itkki.g, je beurs."7
[aschen vro^g ^ans aan Kees, toon zij
tioer het bosrh in waren:
r heb ie 't geld?"
ld? Ik h«>b geen geld. Ik heb 't u
gegeven.
vovwposchte schotLaten we het
delink gaan zoeken.77
weet. of 7.° den bulhond nirt OP
[Sturen. Ik maak. dat lk wp^m
eea en 7eAte het 00 een Iooupu
Hendrik en Dirk thuis '-womfln.
Kennoi' eT) zijn vrouw dhd^b'k. dat
gph^urd was word "^-idrik was
[aal ïriblped in zïip gezicht.
n*erd Tf^rt^lh'k bednr»k+ 'kat h;: or
dn nog«nMik tuss^henhMde °"ekomen
n pIIpti n-ieeurlnridot hef om
d fp doog w0^ ffewPO't M^f het'
P de dingen die verwacht wenden,
besloot men echter voorloopig geen rucht
baarheid aan de zaak te geven.
Piet Keppel had Van Lienden natuur
lijk al lang verteld, dat Dreumel er ge
weest was. kwusi om bezemrijs te kooben.
„We kunnen hop aanstaanden Vrijdag
verwachten,77 zei Piet.
„Mooi. dat je het vooruit weet,7' meen
de Dirk.
Den volgenden Do:*:lerc?ag> 's avonds om
eon uur of acht, stapten zes groote man
nen de hut van Hans Dreumel bi inen.
Het waren: Sterke Hannes, Jozef Sol
daat-, Frans Sleur, lange Harm, luie Fre-
derik en jolige Hein. Er werd een vergade
ring gehouden Al gauw ging het er ru
moerig toe.
„Ziezoo, jongens!'' riep Hans. „Jullie
hebt goed woord gehouden. Nu kon Piet
'eons ondervinden wnt het zegt, als Gmes-
beek in opstand komt-
„Ik zon me laten verkleumen 1" riep
lanCTe Harm.
,,En ik zou bezemrijs koopenriep
Frans Sleur.
,,'t Is c>Jur genoeg voor 't werk!" liet
luie Fredong zich hoeren.
„We zullen er lustig op in houwen 1 't
Zal me benieuwen, wie ons wegj-agt I"
riep sterke Hannes.
„Keppel. de boschwachter!" zei jolige
Hein spottend.
„Neen S iltan riep Jozef Sol da et met
een schimplach naar Hans Dreunvl.
Allen barstten uit- in luid gelach.
..Schei uit met die gekheid!" rei Hans.
,.En zeg liever m°t hoeveel man we zijn
en of alle^ voor elkaar is. Met hoeveel
man kom jij?'7
„Met twintig l7i
„Ik ook!"
„Ik ook F'
„Ik ook
„Ik met elf
„Ik kom alleen rnet deze!77 zei Jozef Sol
daat. terwijl hij een oud pistool met dub
belen loop liet zien.
„En ik met vijf en twintig!" riep Hans.
„Dat is samen honcleiG drie en twintig
man! En bijlen, houwers karren en tou
wen?"
„Alles in orde!"- riepen zes stemmen
tegelijk.
,.Nu zal ons boschwachtertje eens zien,
waai* het*recht zit!" riep sterke H°im°s.
„Wat zal hij loopenriep luie Ero
de rik.
„Ik zag hem liever aan een boom han
gen ri'ip Hans.
..Stil ion,eensDenk om spionnen!77 zei
Joze* Soldaat.
Wanneer begint do pret?" vropg jolige
Hein.
..Om zes uur precies 1" antwoordde Hans.
Even vóór tien giDgen de „vrienden7'
naar huis.
Ongeveer op heAzelfde uur ved^n twee ma-
réchaussée's de laan op naa** den boschwach
ter van Mariënburg. Vóór het tuinhek ste
g-ou zij af „bonden hun paarden vast en klop
ten aan.
Met de woorden: «Wij zijn gezonden om
te surveilleeren. Vier van onze kameraden
zijn twee aan twee van elders in aantocht5^,
tradoD zij binnen.
„Welkom, heeren zei Keppel. ,,-k was
al met uw komst in kennis gesteld".
„We gaaD eerst een ritje om de bossohen
maken, en keeren langs de groote laan terug5'
„Onze kameraden zijn ook present om do
drie uur 'surveillance zeiden de maréchaus-
sée's, toen zij terugkwamen.
Weldra zaten de maréchaussée's en Piet
Keppel heel gezellig te proven.
De klok sloeg eerder twee dan men dacht.
„Niets te doen riepen de maréchaussees,
toen ze andermaal terugkwamen, en allen
legden zich te slapen.
't Was ongeveer half vijf, toen er zacht aan
het venster werd gekloot.
De bosch wachter stond op en vroeg;
„Wie is daar 1
„Goed volk, Dirk van Lienden 1"
„En
,,'t Gaat er op los, hoor 1 Beu je alleen
.„De maréchaussée's slapen hier, ginder zijn
er nog vier.
„Ben je al op, boschwachter, en bezoek
ook al
Met deze woorden stapten de maréchaus
sée's binnen. Dirk vertelde, wat er gaande
was.
j,Wie is de hoofdman, denk je vroegen
de gewapende mannen.
„Hans Dreumel
„Zoo £len oude' bekende
De maréchaussée's kwamen nu ook te we
ten, wat er dien vorigen .Dinsdag in 't bosch
was vaorgevallen. Hendrik moest opstaan en
er werd proces-verbaal van gemaakt. Um zes
uur keerden de beïcle mannen nogmaals van
de surveillance terug met de woorden „Nu
kunnen we hier bliiven, totdat er bezoek
komt."
Piet Keppel ging, als gewoonlijk, om half
zeven met. Sultan naar het bosch.
Vóór in het bosch was alles stil. maar ver
der het boscb in, hoorde hij een verward©
drukte van mannenstemmen, en knappen en
kraken-'van boomstammen. Keppel stond even
stil, maar Sultan vloog woedend verder. Op
eens werd hem van achter een boom een stuk
vleesch toegeworpen. Sultan stond stil, en
paf daar lag hij dood. Een man kwam ach
ter een boom vandaan en trad op den bosch*
waev A^r tne.
„0, Jozef, jij
„Schrik niet Om je te waarschuwen heb
ik je hond gedood. Ga niet verder, wat ik
je bidden mag. Er zijn meer dan honderd en
twintig man. Je leven loopt gevaar al? je er
heen gaat. Hier heb je mijn pistool. Pas op,
er zit nog een kogel in. Nu knn je zien. dat
ik geen kwaad tegen je in mijn schild voer".
Keppel schoot het pistool af, en daar
galoppeerden zes vbd top tot toon gewapende
maréchaussée's door het boseh.
Het geblaf van Sultan en het schot was
voor hen het sein geweest, dat er onraad
was.
De bende stoof naar alle kanten uiteen,
touwen.- bijlen, houwers en heel wat karre-
vraebten hout achter latend.
Zwaar geboeid werden Hans Dreumel en
zijn vijf kameraden naar de boso.hwachtors-
wonin-g gevoerd.
„Waar is vader janwnerdé Mietje. „Zij
hébben vader toch L.ct vermoord
„Welnee 1" riep Hendrik. yJDaar zouden de