VOOR DEJEUGD
HMD5CH DAGBLAD
48.
Donderdag* 24 November.
Anno 192Ï,
JSL
•va
Ik* t *-J^c j 'A.' i lm t »A* s °2l» t «k* e 'A? e aa.* #k« e »JL« t 'X»»JL«t *A*e»JL« i «JL; JJ
boschwachter van
Mariënburg.
IL
el
vrouw, ails da bosschen aan partf-
ko-mem, zal ear veel hout-geveld
en de grooLe hout- en. rijsveiling
den ophouden."
aar waarom zal het hout-stelen dan
worden? Mij dunkt, het wordt nog
weet, 't ia voor dén boeohwaohter
nlijk op alles toe te zien. Maar, als
issohem aan particulieren overgaan,
tier op zijn eigen hout toe. Voor één
achter komen er dan, om zoo to
wel tien, twintig of meer. Hoe meer
en bosch koopen, hoe meer boscfi
ers natuurlijk."
daar heb j© gelijk aan. 't Is maar
dat er aan c3io dieverij, een einde
maar voor onze bin de rij is het tooh
33
vrouw! G«an zorgen vóór den
ae.g mot Frans: een eerlijk monseh
int aJliokt 2ijn brood."
Vas Zaterdagavond en druk bij Piet
want dan kwamen de klanten om ge
ts worden,
at hoor ik?" begon Hans DreumeL
nt met bezems naar de stad geweest?"
Hans."
je hebt je hee'.e vracht verkocht?
hadt je wel op je wagen?"
paar honderd."
jij bent een geluksvogel! Mjjnjon-
ik loopen naar Ubbergên, Beek en
ina en we mogen van geluk spreken,
's avonds zes o£ zeven bezem3 kwflt
loe komt dat toch?"
man, je bent veel te duur met je
zei Dirk van Lienden.
os betaalt ook te veel voor het rij.o"
aas van Zuilen met een knipoogje
Dirk.
u, zeg bet maar ronduitl" ïoi Hans
Dat moet er nog bijkomen! Als
,n avond een paar doode tikken sprck-
niet te verkleumen .wordt men moi-
door zijn vrienden bij den boscbwach-
irk'.apt ala houtdief en morgenavond
men de politie al in huis. Ik zou wel
illen weten .waarom die rijke Njjme-
èl recht op de bossohen hebben en
09sbekers niet."
heb in de sta l gehoord," begon Piet
nu, „dat vóór meer dan duizend
teen Karei de Groots soma op het
>f woonde, het heele Rijkewoud f.en
ig was van den Keizer. Het strekte
en uit tot de poorten van Nijmegen,
necste "menichen waren toen nog bei-
maar Karei de Groote was Christen,
wilde bjj, dat al zjjo onderdanen ook
non zouden worden. En door de
;ers werd al heel vroeg het Christen-
angenomen.
do Groots hield daarom veel vau
kwam gewoonlijk op het Valkhcf he'
'eeet vieren. Hij woonde dinr moei e:i
gaarne met zjjn hovelingen op ib
'ant er was wi d in overvloed in h i
aid, vDe komst van den Keizer op
was voor de Npmegen een feest
>rst werd de keizer feestelijk inge
daarpa ging oud en jong buiten
feestvieren. Daar speelde men dan
•peliotjo3 met gekleurde eieren, Kon
ontstak groote vreugdevuren ter eere van
het Paaschfeest en den keizer en men zong
en danste er lU3tig omheen. Elk jaar gaf
Karei dé Groote met Paschen den NgmOgers
varlof, zooveel hcut uit het bo:ch te ha'en,
als zij voor de Paaschvurea noc-lig hadden.
Op het stadhuis staat een kaat met breede
ijzeren banden, de Blok, noemen ze haar, en
daarin worden heel oude papieren bewaard,
rechten en privilegiën noemen ze die stuk,
ken, waaronder er êên moet zijn, waarin
Karei den Groote den Nijmeegschen bur
gers verlof gaf, zooveel hout uit het bosch
te halen, als zij, staande op een wagen, in
drie slagon konden afhouwen. Of dat alles
waar is. weet ik niet, maar zóó is 't mjj
Verteld."
„Haar waarom de Nijmegers wel en de
Groesbekers niet?" vroeg Hans.
„Vast omdat de Groesbekers zulke hei
denen waren!" zei van Lienden.
„Mnar dat oude recht zal nu wel spoedig
uit zijn," ging Piet Keppel voort.
„Hoe zoo?" vroegen allen.
„De bosschen zullen io Mei verkocht wor-
don."
„Wat?!" riep Hans Dreumel uit
„Ja, man! 't Zal er voor velen niet beter
op worden."
„Ik zou wel eens willen zie», wie het
recht heeft de bosschen te verkoopen!" zei
Hans.
„Dat zul je spoedig genoeg zien."
„Maar dan zul je ook zien, dat heel
Groesbeek in opstand komt!"
,,'t Is mogelijk, maar verstandig ia '6
niet"
„We zjjn ook niet allemaal zoo verstandig,
als jjj, maar we zijn tooh niet zoo dem om
ons te laten verkleumen. Wat ik je zeg:
't wordt oproer in 't derp!"
Reeds in Maart werd van staatswege de
publieke verkooping van de uitgestrekte
domeingronden in alle oourantsn aangekon
digd.
En toon eindelijk de gewichtige dag aan
brak, zag men de Groesbekers in grootpa
getale naar de verkooping stroomen. Hans
Dreumel en zjjn kameraden waren pr ook
om ja, ik weet eigenljjk niet waarom.
Misschien wel om te zien, of de verkooping
doorging.
Brandhout zal ik hebben!" zei Hans te
gen zijn kameraden, toen zjj van de verkoo
ping kwamen. „Ik wil niet verkleumen! Er
mag dan van komen wat er ran komen will"
„Ik ook niet!' Ik ook niet!" riepen eenige
ïfwe stemmen.
„We gaan allen samen," zei Hans nog.
„Ik zou wel e?n3 willen zien, wie 't ons din
bc-letten kan!"
„Wel man, hoe is het afgeloopen?" vrceg
vrcuw Keppel, toen Piet terugkwam.
„Best, vrouw! Heb maar geen zorg: me
neer van Mariënburg heeft ae meeste bos
schen gekocht,"
„Daar ben ik blij om!"
„En hjj zei: „Hoor eens, Piet! Nu kim je
i' 't vervolg zooveel hcut en twijgen van
va krijgen, als je maar hebbsn wilt. Nu
an ik de binderji oog eens doorzetten.
..eet je, waarover ik onderwég ai gedicht
.eb? We moesten e t hond hebben. E.n
:ar kan ik zef wel maken en dan kan ik
mét mjjn bezems niet al'een naar Nijmegen,
maar ook naar Netterdan, Cranenburg en
Cleef gaan,"
Den vo'gendco morgen kocht Piet een
paar halfsleten wagenraden en wat planken
en weldra was de kar gereed. En twee
dagen later bad hjj ook al een hond.
Geen grooter genot vooi Hendrik, dan
wanneer hij des Zaterdags alleen met de
hondekar naar de bosschen mocht om hout
te halen.
Wanneer vader bezems moest wegbrengen,
werd dit nu altjjd op Zaterdag geschikt,
zcodat Hendrik mee kon gaan zonder de
school te verzuimen.
Toen er nu omstreeks Augustus een brief
je kwam van menser Gronsveld, en vader
juist dien Zaterdag naar den heer Van
Mariënburg moest, zei Hendrik: „0, dat is
niets, vader. Ik weet nu den wej in Nijme
gen en kan het best alleen doen!
„En mag ik dan mee naar oom Frans?"
vroeg Mietje.
Zoo gingen zij dien Zaterdag reeds vroeg
op pad 't Was heerlijk weer en t was
alsof Beilo er ook schik in bod.
„Weet je wat, Heodrik I" zei Mietje,
toen ze halfweg het Groeske waren. „Ik
ga met je mee naar Nijmegen, 't Is nog
vroegdan gaan we even bij oom en
tante aan en rijden we dadelijk weer
door,"
Zoo gezegd, zoo gedaan.
Mietje keek haar oogen uit, toen zij in
de stad kwam en de kinderen wercten heel
vriendelijk ontvangen door meneer Grons
veld en zijn vrouw.
„Ons lil eis i e moot toch naar de Hertog
straat", zei de laatste. „Als jullie lust
hebt kun je wel met Kaatje meegaan."
„Heel graag I"
„Alstublieft!" antwoorden de kinderen.
En zoo kwam het, dat zij weldra met
Kaatje op straat liepen. Daar kwam
Herman in de verte aan. Vroolijk riep hij:
,,Ha vrachtrijder! Ben jij daar? En wie
heb je bij je?"
„Mietje, mijn zusje," antwoordde Hen
drik. „We hebben een paar lekkere ap
pels voor je meegebracht van oom
Frans.
Toen de kinderen weer in den winkel
waren teruggekeerd, kregen zij elk giog
een pannekoek en danrna werd de terug
reis aanvaard.
Wat was dat een heerlijke dag geweest
Mi et ia verf.ïde honderd-uit over alles, wat
zij gezien had. Moeder keek eerst wel wat
verbaasd, dat haar dochtertje mee naar
c?e s' d was cr^woost, maar kon het zich
tooh best begrijpen.
Even later kwam vader thuis en zei:
Gelukkig breng ik goed nieuws' mee.
Meneer heeft, me gevraagd, of ik bosch-
wachter wil worden."
„Maak maar geen gekheidriep vrouw
Kepnel lachend uit.
,,Nee, nee, 't is ernst, vrouwZes hon
derd guJden in het jaar met vrije woning
en tuin, vrij brand enz. Ik heb het maar
dad°lük aangenomen
,,Zes honderd s-uldenFn j ij bnseh-
wachter van Mariënburg! Wat een bui
tenkans!" riep vrouw Keppel, terwijl zij
do handen van verbazing In elkaar sloeg.
.,Jo. dat. mag je wel zeggen! Maar het
is waar, hoor! Over veertien dafren gaan
we al verhuizen. Hendrik moet dan maar
niet meer naar school en kan me flink
helpen."
„O, Hendrik 1" riep Mietje ©n zij klapte