Regeling van het Lei No. 18893. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 October. Tweede Blad. Anno 1921. UIT ONZE STAATSMACHINE FEUILLETON De Man met den Klompvoet S Verschenen is een wetsontwerp tot rrast- élclliPg van wettelijke befpalinigen ten aan- Bien van liet leYcnsverzekeringsbcdtijf. iln de Memorie van Toelichting wordt aan (een beknopte historische beschouwing, waar- iLn do verschillende omwerpen to dezer zake •tij a veTméhf> toegevoegd, dat omtrent de iwenschelijkiheld van zoodanige regeling thans 'paar mag worden aangenomen, een com- Irnlinid opinio bestaat. Door de gObeurtenis- 'eon van den laatsten tijd is helder aan den idaig getreden, dat het groot© sociaal belang Van de levensverzekering in verhand met het bijzonder karakter van het ievensverzeke- iringhedrijf overheidstoezicht onvermijdelijk Waakt. Het bijzonder karakter van het lovensver- zekcri ngbedrij f maakt het mógelijk, dat een verzekeraar gedurende tientallen van jareo ïn weaen niet meer solvent is, zonder dat jdaarvan naar buiten iets blijkt. Uit het vorenstaande volgt, dat van hem, 'die zich verzekert, een bijzondere mlxte /vertrouwen wordt gevergd. Hij schenkt zijn vort rouwen, voor een groot geldelijk belaag, een levenslang voor hom of rijn gezvn vaak on vrijwel onherroepelijk. Hij moet niet al leen aannemen, dat de verzekeraar soliedc is, maar ook, dat dezo het zal blijven. Aan diazon toestand moet een einde komen idoor een overheidstoezicht, dal aan het vcr- liroolwen van den verzekeringnemer een hech- 'tcro basis geeft Doel eener wettelijke rege ling moot dus zijn, waarborgen te scheppen, Idat de verzekeraars in den lande soliedo zijn, 'of althans, 'dat oventueele insoliuiteit niet /verborgen blijve, en dat de s olie do verze keraars ook soliede blijven. In do eerste plaats moot er dus naar woTdon gestreefd insolventie te voorkomen. 'Aangezien echter oolc het beste streven falon kan, moot de regeling in óo tweede plaats voorzieningen Inhouden, welke béter dan de regelen van fliet faiülHssementsrecht, in staat stellen, om, mocht onverhoopt een Maatschappij insol vent wélden, 'Voor do belangen der verzeker den te waken. Hierna volgt een bespreking van de ver schillend© systemen, welke men onderschei den kan, naaT gelanig zij do techniok van het bedrijf al of niet geheel vrij laton. Noch do oplossing, welke dlo Staatgcom- missie-MolengTaaff, nodh 'die, wölke dé Ver- ©cniging aangeeft, bobo oren zonder meecr te /worden overgenomen- Soepeler en doeltreffender lijkt de roge- lling, aangegeven in het Voorloopig Verslag op het Ragceringsoatwcrp van 1912. De Vcr- tfókeringakamer die zondor twijfel, vooral op )den daiiur, over een schat van kennis zal be Schikken, ikrijgo de bevoegdheid' aan de ver zekeraars advies uit te brengen over 'de ver beteringen, welke haars inziens in de g'estie 'der onderneming behooTcn te worden aan gebracht. Zjj mag tot publicatie daaHvah p'vengaan, tenzij de verzekeraar, binnen een Vloér haar te stellen tenmijn, verklaart het adviete te zullen opvolgen, of tegen de in het 'advies aanbevolen gedragslijn gegronde be zwaren kan aanvoeren- Van hot besluit tot puMiiicat'ie staat cohtcr beroep open op de Oproon, terwijl in iéder geval de onderne ming zal kunnen -vorderen, dat ovontucel bij Ide publicatie tevens de correspondentie, tus- sohon die Veraekeringskamcr en haar naar '/.'aanleiding van het advies gev*cord, zal wor sen overgelégd. D© bier gescliebzibe regeling heeft hot grooto voordeel, dat daarbij het bsstuur der onderneming an all© gevallen vrij blijft %J.to handelen, zoaals haar goeddunkt. An- iderzijdh zal de vrees voor de publicatie van bet advies haar er van terug houden, dit li abt vaardig n-aasb zich neer te leggen. Zij zal dus vermoedelijk beginnen met op het advies te antwoorden door een motivee- tring van haar gedragslijn. Kan zij inder daad redelijke motieven aanvoeren, dan zal de Verzekeringskamer zich allicht van een .publioatie van het advies onthouden. Doch fftödht zij djfc niet doen, dan wordt togen to Ilicktvaardige publicatie gewaakt door het beroep op do Kroon, terwijl ten slotte de /vorpliohte overlegging cl ar gevoerde oor- ros ponden tie voorkomt, dat hat publiek, 'dat op doze wijze zelf rechter in hoogston a I pi a o aanleg wordt, slechts een eenzijdige be- handeQiing van do zaak onder oogen krijgt. De Regeering vleit zich, dab hiermede do zoo noodzakelijke aanvulling van het voor- eohrift der openbaarheid is gevonden, zon der dat daarmede aan de vrijheid van het bedrijf meer dan strikt noodzakelijk wordt afgedaan. Eischen, gesteld aan de inrichting der onderneming. Ligt heb uitsluiten van natuurlijke per sonen voor de hand, het lijkt de Regeering bovendien wenscholijk, de bevoegdheid tot uitoefening van het levensverzekeringsbe- drijf alleen too te kennen aan naamloozo vennootschap pen en onderlinge maat schappijen. Ten einde tegen to gaan, dat bloedarme ondernemingen worden opgericht, worden in hot ontwerp van de Vereeniging aan do grootte van het ka-pitoal der ondernemin gen zekere eischen gesteld. Maatschappe lijk kapitaal ten minste f 500,000. Om den cisch, dat het kapitaal bij de op richting een zekere grootte heeft, tot zijn recht te doen komen, behoort voorts te worden bepaald, dat het kapitaal tob'het bedrag, dat het minstens moet bedragen, geplaatst zij. Met het oog op de zeer vele hier te lande bestaande ondernemingen, waar onder vol o mot een slechts klein maatschap pelijk kapitaal, moeten do algemeen© ka- pitaalsedsohen, althans voorloop ig, besobei- den zijn. Ontkend kan niet worden, dat de in het onderhavige ontwerp gestelde minimum eisohen, vooral voor bestaande ondernemingen va-n eenigen omvang, zeer gering zijn. Do Verzekeringskamer met haar controleerende en adviseerende be voegdheid zal invloed kunnen uitoefenen tot hot vorgrooton van hot maatschappe lijk (of waarborg) kapitaal, waar zulks noo- dig is, of tot hot. vorrm'eai van extra-reser ves, die de functie van dat kapitaal kun nen vervangen. Dc afschaffing van het bedrijf en een voorrecht van de verzekerden. Het verbod tot het uitoefenen van andere bedrijven komt de Regeering doelmatig voor. Ter voorkoming, dat do bezittingen, welko do pretmiorecerve dc-kken, voor an dere soküld'en aansprakelijk zijn, is een bepaling opgenomen, welke den verzeke raars verbiedt, tevens andere bedrijven uit te oefenen. Een dergelijke bepaling loste do gegeven moeilijkheid op eenvoudige wijze op, zon der vootr de ondernemingen bezwaarlijker te zijn dan de voorschriften van het ont werp der Yereeniging. Zekerheidsstelling. Als waarborg voor de nakoming dor ver plichtingen, is do zekerheidsstel'liing, .dd© allicht als reolamemiddel zal worden ge bruikt, van te weinig beteokenïs, mot na-me voor een Maatschappij, die een ©enigszins omvangrijke portefeuille heeft. Heel groot kan do ei-sok van zekerheid immers niet zijn, daar anders de vrijheid van beleg ging der reserve te zeer wordt beperkt. Tegen misbruiken lean de Verzekeringska mer, mot behulp van de haar gegeven be voegdheden voldoende waken, ook ztxnder dat ©em verplichting tot zekorhoiclsstolling in de wet is opgenomenMaatregelen Le gem bloed-armo ondernemingen bevat het wetsontwerp reeds door zijn lcapiitaals- ccsohem. Overdracht en samensmelting van ondernemingen. Do regeling, welke wordt voorgesteld, is als volgtDo verzekeraar, d ie tob fusie wenscht over to gaan, moot beginnen mot het ontwerp van de overeenkomst tot over dracht, met de bijbehoorendo stukken, a-an do Verzekeringskamer to doen toeko men; heeft dezo geen bezwaren, of wordt na ingesteld beroep, beslist, dat haair be zwaren niet gegrond! zijn, dlan bindt een meerderheid van meer dan drie-vierden dor polishonders, die in de overdracht vor klaren toe te stemmen, dta minderheid, die zoodanige vorklaring niet aflegde, en heeft dus algeheel© 6chuldver-nieuwing plaats. Wordt geen zoodanige meerderheid ten gunste van de overdracht bereikt, dan geldt art. 1453 B. W. en heeft de schuldvernieu wing alleen plaats ten opzioht© van hen, die met de overdracht verklaren in te stemmen. Heeft do Verzekeringskamer wel bezwa ren, en heeft een eventueel daartegen in gesteld beroep geen succes, dan is de ver zekeraar desalniettemin bevoegd te trach ten de overdracht tot stand te brengen. Hij moet dan echter de bezwaren van do Verzekeringskamer aan de polishouabrs mededeelcn. Dat in dit geval geen meer derheid de minderheid bindt, spreekt vanzelf. Andere maatregelen, door vroegere ontwerpen voorgeschreven. In het stelsel van vrijheid en openbaar heid passen geen voorschriften voor de in richting van het bedrijf, dan voor zoover in heb belang van de openbaarheid en het gemakkelijk vergelijken der verstrekte ge gevens, strikt noodzakelijk is. En de rege ling der overeenkomst vdn levensverzeke ring behoort niet hier. De Verecniging voor Levensverzekering, die nadere rege ling dier overeenkomst noodzakelijk acht te, bood dan ook terecht te dier zake een afzonderlijk ontwerp van wet aan. Volksverzekering. De Regeering meent, dat er geen aanlei ding is om cfe bepalingen, welke het wets ontwerp bevat, niet van toepassing te verklaren op de z.g. volksverzekering. Buitenlandsche verzekeraars. Volstaan kan worden, naast de voor alle verzekeraars voorgeschreven openbaarheid en de contröle van de Verzekeringskamer, met do verplichte benoeming van een ver tegenwoordiger, en met het eisohen van zekere waarborgen mot betrekking tot liet rechtskarakter der ondernemingen. Wat het rechtskarakter d'er onderne ming betreft, het lijkt der Regeering niet voldoende, te eisohen, dat de onderneming in haar eigen land op wettige wijze het levensverzekeringsbedrijf uitoefent. Of hier in een waarborg is gelegen, is geheel af hankelijk van de buitenlandsche wetgeving. Het zal daarom noodzakelijk zijn, dat vast sta, dat de buitenlandsche onderneming aan soortgelijke eischen voldoet, als voor de inhecmsche ondernomingen met betrek king tot rechtskarakter, kapitaal e.d. zijn gesteld. De beoordeeling hiervan zal aan de Verzekeringskamer moeten worden overgelaten. Het zal immers niet mogelijk zijn in de wet bepaalde regels vast te leg gen. Ondernemingen, in de koloniën geves tigd, werden in het wetsontwerp begrepen onder de buitenlandsche maatschappijen. Het heeft een punt van overweging uitge maakt, of bij dit ontwerp niet tevens het koloniale verzekeringswezen zou (kunnen; worden geregeld'. Daarvan is echter afge zien, Heb vraagstuk behoort in de eerste plaats onder de oogen te worden gezien door de Koloniale Regeeringen. In elk ge val kan de Nederlandsche Verzekerings kamer geen toezicht oefenen op alle on dernemingen, welke in de koloniën en niet in Nederland werken. Ook zijn de toe standen op het gebied van levensverzeke ring in de koloniën in vele opzichten zoo verschillend van de Nederlandsche, c?at ook daarom een regeling voor de koloniën in dit ontwerp niet thuis hoort. Insolventie. Verschillende beginselen zijn hiervoor uit de bekende noodwet overgenomen. Met name is behouden, dat, om op een Maat schappij het bijzondere régime toe te kun nen passen, gevorderd wordt een uitspraak van den rechter, alsmede dat in de rechten en verplichtingen van de Maatschappij en do verzekerden slechts door den rechter wijziging kan worden gebracht. Ook do thans voorgestelde regeling laat de gele genheid tot ,,Sanierung" van liet bedrijf, indien deze althans praktisch te verwezen lijken is, doch evenzeer is mogelijk gelei delijke liquidatie alsook faillissement. Op andere punten wijkt het ontwerp van de noodwet af. Het lag voor de hand, thans gebruik te maken van de Verzekeringska mer en deze te belasten met de taak, welke de noodwet aan rechter-commissaris en bijzondere oommissie toebed'eelt. Haar wordt bij het ontwerp de macht gegeven een insolventic-uitspraak van den rechter uit te lokken inplaats van aan het Open baar Ministerie, gelijk de noodwet doet. Een verdere afwijking is nog, dat het ont werp e©n bepaling bevat nopens de fiuan- cicele aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen. De Grondwetsherziening. (Nadruk verboden.) Kort na de indiening van de voorstellen tol Grondwetsherziening hebben wq "daar van een overzicht gegeven in een drietal artikelen. Nu de wetsontwerpen in de afdee- lirigen zijn onderzocht en de Regeering haar Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag heeft aangeboden en zij daarbij een nota van wijzigingen heeft gevoegd, verdient het aanbeveling, om, in het voor uitzicht van een spoedige behandeling der wetsontwerpen de voornaamste pun ten nog even in herinnering te brengen en de aangebrachte wijzigingen in de voor stellen aan te geven. Enkele opmerkingen daarbij mogen niet ontbreken. •Wij spatieerden hierboven het woord wetsontwerpen. Tot recht verstand van dit meervoudige woord dient opgemerkt te worden, dat voorstellen tot Grondwets herziening zoovee! wetsontwerpen uitmaken, als er Hoofdstukkeu der Grondwet zqn, waarin wijziging wordt voorgesteld. Dat wordt gedaan, opdat niet de verwerping van een onderdeel de herziening van andere onderdeelen onmogelijk zou maken. Immers, wat alle gewenschte verandering in één wet-cnLwerp samengevat, dan bestond de mogelijkheid, dat de wjjziging van één der Hoofdstukken zooveel bezwaar ontmoette, dat daarom de geheele voordracht werd verworpen. Door elk Hoofdstuk in oen afzonderlijk wetsontwerp te behandelen, ont wijkt men het gevaar, dat tegenstand Légen één Hoofdstuk de verdere herziening doet mislukken. •Twee belangrijke wijzigingen zijn na het Voorloopig Verslag in de voorstellen aan gebracht. De eene betreft het inkomen der Kroon. De nu geldende Grondwet be paalt, dat het telkens bij de troonsbestijging van de(n) Koning(in) wordt vastgesteld. Dat heeft echter het nadeel, dat er dan ook igedureude de regeering van de(n) Ko ningen). hoe lang die ook moge duren» geen verandering in kan worden aange bracht. Nu stelde de Regeering aanvan kelijk voor om het inkomen der Koningin- Weduwe en d3t van de(n) Kroonprins(es) en de som voor onderhoud voor zomer- en winterverblijven der Koningin ta verdub belen. Maar zij had bezwaar, om ten op zichte van het vaste inkomen van de Koningin hetzelfde te doen, en zelfs om daarvoor een bedrag in de Grondwet op te nemen. De verdubbeling der bedrageü, die wij zooeven aanduidden, hie'd nahiur- lijk verband met de veranderde geldswaar de, en het zou dus voor cfe hand liggen, om ook het vaste inkomen der Kroon op ge- Tijken voet te verhoogen. Zonder wjjziging van de Grondwet was dat onmogelijk, om dat het bedrag van 6 ton op grondwette lijke wijze was vastgesteld. Ook heeft wel licht de Regeering overwogen, dat vast legging van een bepaald bedrag in da Grondwet te zeer zou kunnen binden voor het vervolg. Degenen, die tegen het nu geldende beginsel waren, om bij de troons bestijging het inkomen vast te stellen, voerden daartegen aan, dat er gevaar be stoud, dat bij de troonsbestijging er een minder aangename discussie over het be drag kon ontstaan en het zou neerkomen op loven en bieden, of heel ordinair gezegd op „dingen en pingelen''. De Regeering heeft zich laten overtu'g n ei telt nu voor ook het vaste inkomen der Koningin te ver dubbelen, het te brengen op f 1,200,000 en "dat cijfer in He Grondwet op td hémen. Wij merken hierbg op, dat naast en bovch' dit inkomen de Koningin de opbrengst ont vangt van het Kroondomein, dat, strikt ge nomen, tot het -persoonlijk inkomen behoort. Het zou ons tö ver voeren om de geschie denis daarvan hier mee te deelen. Een tweede belangrijke wijziging in de voorstellen is, dat het Hoofdstuk „Van den Godsdienst" onveranderd wordfc ge laten. Men zal ?ach herinneren, dac een zoodanige wijziging van art. 170 der Grond wet werd voorgesteld, dat daardoor het pro cessieverbod der R.-K. werd opgeheven. Dit voorstel heeft van zekere zijde nog ai bestrijding gevonden. Van' andere zijde werd aangedrongen op wijziging van art. 171, waarvan de Regee ring geen verandering voorstelde. Dit ar tikel betreft de traktementen, pensioenen en andere inkomsten, welke door godsdien stig© gezindten of haar leeraars worden genoten uifc de Staatskas. Men wildé den band, die de kerkgenootschappen aan den Staat birtcït, doorsnijden. Die traktemen ten, enz. steunen echter op vroegere over eenkomsten en de Staat is verplicht die uit t© keeren, omdat hij zekere bezittingen der Kerken aan zich heeft getrokken. Weigert nu de Staat langer die traktementen uit te keeren, dan zou hij ook verplicht zijn de gekapitaliseerde waarde van die uit- keering terug te betalen. De Regeering heeft in dezen tijd meer dan ooit bezwaar daartegen; het geld is er niet; het" zou in de millioenen loopen en zou moeten wor den genegocieerd. Al wordt de billijkheid van den maatregel aanvaard, de uitvoe ring is bij den treurigen staat van onze schatkist zoo goed als onmogelijk. Daar nu dib laatste dé uitkeering van de gekapitaliseerde waarde der traktemen ten, enz. onmogelijk is, laat de Regeering ook haar voorstel tot wijziging van art. 170 (processieverbod) varen en stelt zij voor het zesde hoofdstuk ,,Van den Godsdienst" onveranderd te laten. In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag verdedigt He Regee ring haar standpunt van beperking tegen over de leden, die verder zouden willen gaan. Enkele van die eischen schijnen on- noodig, omdat de geldende Grondwet zich niet verzet tegen de verwezenlijking, an dere zouden een totale omwerking van 'de Grondwet noodig maken. Het zich bij uit stek democratisch noemende deel der Ka mer had verder in overweging gegeven om adeldom en ridderorden af te schaffen. De Regeering voert hiertegen o.a, aan, dat deze afschaffing niets zou baten voor een rnecr demooratische bestuursinrichting. In derdaad zijn er adellijke en geridderde de mocraten en niet-adellijlce reactionairen. Voor het behoud der ridderorden voert de Ptegeering o.a aan, dat het een wijze van beloonen van diensten is, die goedkoop mag heeten, omd'at anders vaak een niet onaanzienlijke geldelijke belooning zou moeten worclen gegeven, 't Is niet te ont kennen, dat dit argument wat zwak is, omdat er tal van ridderorden worden uit gereikt, die geen verband houden met be- weze->n diensten. Zulke vage verdedigingen komen in de Memorie van Antwoord meer voorvej© er Van zijn niet meer dan een: „dat tvfn- cïen wij niet". Gaan wij nu nog kort de voorgestelde wijzigingen na, dan zijn de volgende de voornaamste. N aturalisatie wordt mogelijk ge maakt bij Koninkl. Besluit, mits steunen de op de wet. Wat de troonsopvolging aan gaat, wordt er gezegd, dat geen aan ons land en volk vreemde vorst den troon kan bestijgen. Na de(n) regeorende(n) vorst(in) komen de zoon, kleinzoon, achterkleinzoon, enz. (steeds de oudste). Zijn er geen zoons, dan volgt de dochterontbreekt ook die, dan komen achtereenvolgens aan de beurt: de dochter van den vooroverleden zoon, de zoon van de vooroverleden dochter, de dochter van de vooroverleden dochter. Het inkomen der Kroon wordt be paald op f 1,200.000. Over andere verhoo- gingen spraken wij boven reeds. Op de oudste dochter van d e (n) door DOUGLAS VALENTINE Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden)). SS) „Het is niet noodig u zelf van tinnVn ta be:netaeien met dat ellendige oorlogsbrood van Jiier," zei hij vriende yk. „Miss Monica iaat ook altijd beschuit gevui, zjoals zi.l ze'! eet. Ik noem haar altijd miss Mo- rica," legde hij uit, „zooals z'j op hot buiten van h3ar oom ia Long Ishnd ge noemd werd, waar ik werkte Na mijn ontbijt bracht hij warm water, een scheermes en andere toiletbenoodigd- hedcu, een schoon overhemd en boord, eou overjas en een hoed, alles uit Gerry's gar derobe veronderstelde ik, Li ij 11 laarzen \\a- reu ook keurig gepoetst, en ah een ander inensch, frisch van lichaam en gees', meld- 'do ik mrjze'f ongeveer tien uren 's morgens aan den hoofdingang aan en vroeg de „Frau Grafin" te spreken. Op Carters raad had ik m(jn snor afgeschoren en mijn kaalge schoren gezicht, mijn vilten hce.l en don kere overjas gaven mij alles b'j elkaar ge loof ik _we! een net en fatsoenlijk uiterlijk, zooa.s ieder graag van een oppasser z'zt. Nu zaten Monica en ik samen den toe stand te overdenken. „Duitsohe bedienden probeercm altijd hun meesters to begluren en af te luistc- rc,1>" ze, „maar wij zullen hier niet ge stoord worden. Die deur komt uit in Larry's kamer hij sliep, toen ik hior bin- namkwom. Ik M je straks bij hem bren- gan. Vort,el mo nu eons alles over jezelf.... én over Fraai eis En ik verteld© haar weer, maar nu uit voeriger, alles, wat ik van S ran cis wist, van zijn zending naar Duitsohland en van zijn lang stilzwijgen. „Ik handelde bij ingeving," zei ik, „maar geilocf mij, ik deed naar mijn beste weten. Maar alles schijnt tegen mij saam te spa/n- nen. Ik ben blijkbaar regelrecht verzeild geraakt in een warnet van do meest ver schrikkelijke complicaties, die met den Troon in verband staan." „Niet over tobben, Des," zei ze, terwijl zij voorover steunde en haar kleine band op mijn arm logde, „het woe ter wuftle van Francisj ij en ik zouden all.es willen doen cam hem te helpen, is het niet?Ais hij nog in leven is. Spontaan handelen is nog zoo kwaad niet, achteraf beschouwd. Als ik eens vroeger spontaan hod gehanchild, zou onze arme Frances nu misschien niet in de moeilijkheid zitten, waarin hij nu vér- keert En zij zuchtte. „Hot ziet er leelijk genoeg uit, Des," ging zij voort. „Misschien zullen wij niet weer kans krijgen op oen rustig praatje zooals nu; daarom zal ik je nu iets vertol len, dab ik nooit aan iemand anders heb verteld. Ik vertel het je alleen maar, dat je weten zult, dat, wat er ook gebeurt, je in. in ij altijd een bondgenoote zult hebben L>ij je zoeken hoewel ik, gebonden als ik bon, niet kan golooven, dab ik je ooit veel zal kunnen helpen. Jo broer heeft mij ten huwelijk gevraagd. Ik hield meer van hem dan van ieder ander, dien ik ooit had ontmoetof sinds dien tijd heb ontmoetVader was gestorven, dus ik was absoluut vrij to doen zooals ik wougeen moeilijkheden stonden in deon weg. Maar je broer was trosoh zijn trots was grooter dan zijn liefde voor mij, dat zei ik hem, toen wij scheidden En hij wildlo niet van brouwen hoor en, vóór hij zichzelf onafhankelijk had gemaakt, hoewel ik genoeg had voor ons beiden. Hij wilde, dat ik een of twee jaar zou wachten, totdat hij zijn zaken op dreei zou hebben maar zijn trots maakte mij boos en ik wei gerde Zoo gingen wij aan het kibbelen en ik ging op reis met mevrouw Rush wood. Francis sohreef noodt; alles, wat ik vim beun hoorde, was nu en dan een kleine op merking in jouw brieven. Mevrouw Rush- wood was verbazend gesteld op titels, en zij sleepte mij van het eene hof naar het andere, altijd uitkijkend naar wat zij noemde een geschikt© „partij" voor mij. Te "Weenen ontmoetten wij Raokwitz hij zag er goed uit, had een prettige ma nier van optreden eai sdh-eon werkelijik véél van mij te houden. Wel toen gaf ik Francis nog ©en kans. Ik sohreef hem een vriendelijken brief, waarin ik hem vertelde, dat Rachwitz mij ten huwelijk gevraagd had, on ik vroeg hem zijn oord:-ol daarover. Hij schreef mij een onhebbelijken brief terug, een kwaad- aardigen brief, Dos. „Iedier meisje, dat gek genoog ia oon zichzelf voor een titel te ver- koopen," schreef hij, „verdient ten volle eon Duitsdhen echtgenoot.Hoe vindt jo dat?" „Goeie, arme Francis," zed ik, „hij hield ontzettend veel van je, Monica „Wel, zijn brief gaf don doorslag. Ik trouwde met Rachwitzen ben van af dirjb ©ogenblik altijd ongelukkig geweest. Ik zal je niet Vervelen met oen lang ver haal van al de verdrietelijkheden van mijn huwelijk. Ik zal ook niet gaan huilen, hoorDat doe ik trouwens ook niet. Karl is geen slecht© man en hij is een gentle man, maar zijn Rofdeagetsohiedionisjes on zijn braspartijen en zijn heel© manier van denkenalles was zóó verschillend van datgene, waaraan ik gewoon was. En je weet, toen heb ik hem verlaten „Maar, Monica," riep ik uit, wat doe je dan hicr?" Zij zuchtte moe. „Ik ben een Duitsdbo door mijn huwe lijk, Des," zed ze, „dat. moet jo niet ver geten. Hot land van mijn man mijn land dus is in oorlog en do vrouwen moeben haar plich/t doen, waar haar hart ook is. Karl heeft mij nooit gevraagd terug te komen, cl ut kan ik tot zijn eer zeggen. Ik kwam uiit mijzelf, omdat ik voelde, dat mijn plaats hier was. Dus ga ik naar ba zars en naaikronsj.es en Roode-Kruis- matinée's ©n tracht beleefd en vriendelijk te zijn tegenover die Duitsche vrouwen en te luisteren naar haar pochen en bluffen op het Duitsohe leger, haar huichelarij over België, haar lasterpraat over de beste vrienden, die vader en ik ooit gehad hebben; jullie, EngelsohenMaar dat ik mijn pHcht doe tegenover mijn man, ver biedt mij niet mijn vrienden te helpen, wanneer zij in gevaar zijn. Daarom, je kunt op mij rekenen. Des." En zij stak mij baar band toe. „Ik wil ook openhartig zijn tegenover jou," zei ik, „wat mij ook overkomen moge, je moet niet het gevoel kunnen hebben, dat ik je bodrogen heb. Ik kan niet- veel zeg gen, -omdat een ander er kwaad bij zou kunnen varen, mijn geheim te deelen, en wanneer ze mij te pakken kregen en e-enige oonnecti© tusschen jou en mij op het spoor kwamen, zou het boter voor j© zijn van niets af te weten. Maar ik wou je dit vertellen. Er staat iels op het spel, dat veel meer weegt dan mijn eigen behoud, zelfs meer dan dat van Francis. Ik geloof niet, dait ik bang ben om te sterven ;als ik hier ontsnap, zal ik waarschijnlijk vroe ger of later aan het front gedood worden, tmaar liet is tor wall© van c)a zaak, da© ik bedoel, dat ik levend naar Engeland terug wil keeren." Monica lachte vroolijk. „Waarom denken mannen tooh altijd, dat wij dwaas zijn?"- zei ze. „Je bent ge vaarlijk, om mee te doen te hebben. Des, dat weet ik, ook zondor dat ik mijn hoofd pijnig over oude geheimen. Maar je bont mijn vriend en Franois' broer ©n ik zal jo helpen. Luister nu eensDe oudo von Boden was gisteravond op di© partijhij kwam laat Rudd von Boden, vertelde hij mij, moot berichten brengen naar Roemenië, naar Maokensens hoofdkwartier. Wel, ik tele foneerde den ouden baas vanmorgen en vroeg hem of Rudi oen pakjo voor mij wild© meenemen naar Karl. Hij zei, dat hij dab graag zou doen, en do generaal komt hiea* vandaag tegen de lunoh om het te halen. Von Boden is oen oude dwaas, die achter al'lo vrouwen aanloopt. Hij heeft het op het oogeniblik op mij begrepen, ja zeker, mijnheerIk denk wol, dat ik zou kunnen uitvinden, hoe ver het nu met jouw geval staat. Er staat vanmorgen niets in de krant over dio zaak in het „Espanade- Hotdl." Maar natuurlijk, zulke dingen worden altijd in deai doofpot gestopt." In do gegeven omstanclrgheden zal hij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5