No. 18882.
INGEZONDEN.
FEUILLETON
Ba Man met den Klompvoet
ou- -v";K
TWEEDE KAMER, -r
jVorgadlering van gisteren.
Installatie-Voorzitter.
Do VOORZITTER brengt bij do opening
idor vergadering dank aan H. M. do Ko
ningin vcor zijn benoeming tot voorzitter
ieai aan do Kant ex voor do wijze, waarop zij
ibean op do vooidracht heeft geplaatst. Hij
zdet daarin een bewijs van de goedie vor-
etandhouding, tusschen Kamer en Voor-
sÈLtter. Een belangrijke tijd wacht de Ka
mer straks zal zij 13 weken aanéén bijeen
blijven cn vole belangrijke ontworpen, de
Grondwetsherziening en do Staatsbegroo-
jting in-cluis, hebben af te doen: Dio taal
®al groote inspanning eischcn van do Ka
mer. Er wordt wel eens gesproken van de
Opvoedend© kracht van het parlementaire
6tdbel. Spr. hoopt, dat dlie kracht van dc
Kamer zal uitgaan. Een andere deugd van
de Kamer kan zijn zolfbeheersching die
na groeten strijd verkregen kan worden.
Wauneer ieder lid tracht zijn redo zoowel
als zijn interrupties door vorm en mhoud
te verzorgen, dan zal dit in het belang zijn
van de vervulling onzer taak.
Spr. begrijpt dat een aanvaarding van
iemands beginsel toorn kan opwekken,
maar het is de taak van ieder bij zijn rea-
geeren daarop zelfbeheersching te betrach
ten.
Spr. hoopt, dat onder Gods zegen de
•Ka/mor tot heil van het vaderland zal ber
ken. (Applaus).
Installatie-mr. Ankerman.
♦Het nieuw gekozen lid der Kamer, mr.
J. Ank or man, legt de vcreiechte eeden af
én neemt zitting.
Interpellatie.
De heer A. P. STAALMAN (Ohr.-Dem.)
vraagt de Kamer verlof vragen te mogen
stellen aan den Minister van Oorlog over
dio uitvoering van spr."s motie inzake "de
uibkecring aan gedurende de mobilisatie
afgekeurde militair on.
Over dit voorstel zal in de volgmde ver
gadering worden beslist.
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER stelt voor over te
gaan tot het opmaken van 2 voordrach
ten ter vorvulling van twee vacatures in
den Hoogeai Raad.
De heer OUD (V.-D.) stelt voor deze
opmaking aan te houden. Hij meent, dat
1 de algemeeno bezuiniging er toe moet lei
den om heb aantal raadsheer en te vermin
deren. Hij dient een motie daartoe in. In
afwachting van de behandeling daarvan,
.vraagt hij uitstel van de opmaking van die
voordracht
De VOORZITTER meent, dat uitstal
onmogelijk is, aangezien de Grondwet
Voorschrijft,dat de Kamer verplicht is
voor de vacatures voordrachten op to ma
ken. Bovendien is het in verbanc! met de
.uitbreiding van do taak van den Hoogcn
Raad niet geweuischt, thans tot inkrimping
over te gaan.
De heer VAN SASSÉ VAN YSSELT
(R.-K.) otelt voor de tweede voordracht
tóun to houden, aangezien één dor voorge-
idragenen heeft verzocht niet in aanmerking
te kc«x<en.. Hij meent, dat die voordracht
.Wel kan wachten.
Do heer VISSER VAN IJZENDOORN
(V. B.) meent, ctat de Kamer verplicht is
Voordrachten op te maken. Dost zij dat
tui eb, dan is dat werkstaking.
De VOORZITTER zegt, dat de heer
Van Wijnen niet in aanmerking wensoht
te komen voor een plaats op een voor
dracht. In verband Iriormede stelt spr.
voor de eerste voordracht op te maken,
maar met do tweede te wachten tot de
Kanier weer bijeen komt.
Het voorstel, om de opmaking der voor
drachten uit te fitellen, wordt verworpen
mét 57 tegen 27 stemmen.
Huishoudelijke Commissie.
Tot loden der Huishoudelijke Commis-
eie woeden benoemd de heeren Visser van
IJzendoorn on Kolkman.
Gom. Commissie Stenografische dienst.
Tot leden der Gemengde Commissie voor
don Stenografisch on dienst worden be
noemd de hccren Ruth, Van Yuuren en
Schokking.
Wijziging der Kieswet, enz.
Het wetsontwerp tot wijziging der Kies
wet wordt aangenomen met 76 tegen 9
stemmen.
Het wetsontwerp tot wijziging der Pro
vinciale wet wordt aangenomen zoucïor
hoofdelijke steaiming.
Hot wetsontwerp tot wijziging der Ge
meentewet wordt aangenomen met 79 tegen
6 stemmen.
Rijksuitkecring aan Gemeenten.
Aan de ordo is de stemming over het
amendement-v. d. Tempel op art. 2 van
het ontwerp tot wijziging van de Rijksuit-
keering aan de Gemeenten.
Dit amendement wordt verworpen meb
64 tegen 21 stemmen.
Art 7 wordt aangenomen met 68 tegen
17 stommen. Togen do heeren. Duymaer
van Twist, Schouten, Do Monté VerLoren,
Heemskerk, Brant, Bijlevelt, Rutgers,
Hermans, De Wilde, Juta, Weitkamp, Van
Veen, Beumer, Kooien.
Het wetsontwerp wordt aangenomen
49 togen 35 stemmen. Tegen do heeren
v. d. Molen, Smeenk, Fruyters, v. Wijn
bergen, Fleskens, Arts, v. Rijringh, Colijn,
Eupen, Poolen, v. d. Voort v. Zijp, Dec
kers, Duymaer van Twist, Haazevoet, Bul
ten, Schouten, Do Monté VerLoren,
Heemskerk, Rink, Braat, v. Bijlevelt, Rut
gers, Ter Hall, Hormans, v. Rijckevorsel,
Zijlstra, Teenstra, v. d. Bilt, De Wilde,
Swame, Juta, Weitkamp, Van Veen, Wes-
tormcjLs, Van. Rappard.
Ncminatie Hcoge Raad.
Aan de ordo is het opmaken van een
voordracht ter vervulling van een vacature
in den Hoogen Raad.
Uitgebracht werden 74 stommen. Daar
van verkregen mr.Taverne 40 stemmen,
mr. Sohepel 15, mr. Mondeis 15, mr. Clara
Wdchman 2; zaod-at cergte oandidaat zal
zijn mr. B. M. Taverne, hoogleeraar te
Amsterdam.
Voor de tweede plaats werden uitge
bracht 74 stemmen, waarvan 22 op mr.
Schepel, 18 op mr. Van Meeuwen, 20 op
tor. Van Gelein Vitringa en enkele stem
men verdeeld.
Bij de tweede vrije stemming worden uit
gebracht op mr. Sohepel 28, op mr. Van
Meeuwen 19, op mr. Van Géloin Vitrin
ga 25.
Bij de volgende stemming verkregen mr.
Schepel 33 stemmen on mr. Van Geloan
Vitringa 20 stemmen, mr. Van Meeuwen
19zoodat herstemming moet plaats heb
ben tussohen de heeren mr. Schepel en
ma-. Gelein Vitringa. Bij deze herstemming
verkreeg mr. Sohepel 31 stemmen en mr.
Van Gelein Vitringa 39 stemmenzo-oclat-
gekozen ds als tweede oandidaot mr. dr. J.
van Gelein Vitringa.
Voor de derde plaats worden" uitgebracht
op mr. Van Meeuwen 30 stemmen, op mr.
Schepel 29 stemmen en mr. Clara Wioh-
man 2 stemmen. Er heeft dus een tweede
stemming plaats.
Daarbij worden uitgebracht op mr. Van
Meeuwen 37 stemmen, op mr. Sohepel 23
stemmenzoodat d'o derde candidaat zal
zijn jhr. mr. E. A. E. van Meeuwen.
Voorzitters afdeclingen.
De VOORZITTER d'eelt medo, dat tot
voorzitters der afdeclingen zijn benoemd
de heeren Noleais, Schokking, Kolkman,
Arts on Schaper, en tot ondervoorzitters
de heeren Van Veen, Van Wijnbergen,
Rutgors, Duymaer van Twist en Marchant.
Regeling van werkzaamheden.
Do VOORZITTER zegt, dat de centrale
sectio besloot 4 October in cis afdeelingan
te onderzoeken een serie wetsontwerpen,
waaronder de Staatsbegroting van 1922,
het ontwerp Dienstplichtwet en do ratifi-
oatie van het verdrag te Washington."
Vervolgens stelt spr. voor 12 Ootobor in
het openbaar allerlei wetsontwerpen te
behandel eui.
De heer DRESSELHUTJS (V. B.) mist
bij deze laatste opgave het ontwerp in
zako den rechtstoestand der ambtenaren.
De VOORZITTER zegt, dat hij alleen
voorstelt wat vóór de Grondwetsherzie
ning zal plaats hebben en hij llob dit ont
werp weg, omdat het te lang zal ophou
den.
De heer DRESSELHUIJS (V. B.) stelt
voor dit ontwerp op deze lijst te plaatsen.
De VOORZITTER voldoet aan dit ver
zoek.
Do vergadering wordt verdaagd tot
Woensdag 12 October.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Copy van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
Warraond's Watervoorziening.
L. S.
Vertrouv/ende, dat in de spoedeischende
vergadering van S dezer een bevredigende
oplossing zou gevonden worden in deze zoo
belangrijke kwestie, die een verder schrij
ven over dit onderwerp overbodig zou ma
ken, deed mij besluiten, niet op het in
gezonden stuk yan den heer Ruigrok in te
gaan, alvorens ik uit het Raadsverslag een
duidelijk inzicht had verkregen over het
verhandelde in de hierboven bedoelde ver
gadering.
Het verslag heeft mij echter gclichl in
mijn verwachtingen teleurgesteld; en hoe
wel ik mij, na het gepasseerde in de Lei-
derdorpsche Raadsvergadering (zie verslag
„Leidsch Dagblad" dd. 31 'Augustus) het
ingenomen standpunt van onzen Burge
meester zeer goed kan indenken, betreur
ik ten zeerste, dat ZijnEdelachtbare, ter
wille van een goeden gang van zaken, en
gezien de eenparige tegenkanting van den
Raad, dit standpunt niet heeft willen la
ten varen. Het onthouden van alle mede
werking tot de uitvoering van een, in de
vorige Raadsvergadering genomen besluit,
zal hoe ook de uitspraak in deze van den
Commissaris der Koningin moge zijn
remmend werken en verre van. bevorderlijk
zijn voor do belangen van Warmond.
Hoe spoediger uivoering had kunnen ge
geven worden aan het maken van beide
hier bedoelde rapporten, des te eerder was
aan de hand hiervan kunnen worden uitge
maakt welk plan de voorkeur verdiende.
Ook de heer Ruigrok schijnt geen voor
stander van dit Raadsbesluit (het aanvra
gen van twee rapporten) te zijn en lag het
daarom naar mijn meening in zijn bedoe
ling dopr inzending van zijn ingezonden
stuk stemming voor het plan Boskoop te
maken.
Het is mij echter opgevallen, dat de
stemming in den Raad gezien het Raads
verslag geheel anders was dan die in de
vorige vergadering. Van twee partijen in
den Raad, dit is door den heer Oudshoorn
nadrukkelijk gezegd, was nu geen sprake
meer en eenparig was men van oordeel,
dat men de rapporten over beide plannen
kalm moest afwachten. De heer Ruigrok
schijnt van een onpartijdige beoordeoling
niets te willen weten en wil het plan Bos
koop tout prix forceeren. Waarom an
ders alle mogelijke voordeelen hiervan op
gesomd, die echter alle nog bewezen en aan
gevuld zullen moeten worden. Verder doet
Z.Weledelgestr. het voorkomen, alsof ik
zeer slecht op de hoogte zou zijn. Gaarne
wil ik erkennen, dat mij niet, zooals den
heer R., de onuitputtelijke bronnen van
Boskoop ter beschikikng staan. Het is
daarom heel goed mogelijk, dat deze ge
lijk lieeft en dat eerst met Leiden en daar
na met Boskoop onderhandelingen zijn aan
geknoopt; maar dit is van zeer onderge
schikt belang en doet weinig ter zake.
Van veel grooter belang acht ik het de
andere punten, waarop hij mij aanvalt, te
weerleggen en de hiervoor reeds aangehaal
de bewijsgronden te herhalen, om zoodoen
de een hernieuwd ncgeerm hiervan onmo
gelijk te maken.
1. Dat de leveringsvoorwaarden van
Leiderdorp op 10 Augustus j.l. reeds ter
kennis van B. en W. van Warmond zijn
gebracht, verandert aan mijn betoog niets,
daar de<zo zonder eenig© kostenberekening
va/n aanleg, onderhoud, enz., niet de minste
waarde hebben. De heer R. stolt het voor,
dat door mij gezegd zou zijn, zonder
meer dab Leiderdorp deze kostenbere
kening had moeten overleggen en negeert
ter wille van zijn conclusie, dat door mij
hieraan werd toegevoegd ,,in samenwer
ken met do Directie dor Boskoopscho Wa
terleiding." Zonder deze, door mij wèl
overwogen toevoeging was het het veel
gemak-kei ijker zijn lezers te overtuigen,
dat door Leiderdorp wel nooit oen kosten
berekening zou zijn overgelegd en dat
daarom voo een fait accompli geen sprake
kon zijn. In het Raadsverslag van Leider
dorp zie .Leidsch Dagblad" <kl. 31
Augustus wordt woordelijk gezegd
,,Ten eindo echter to voorkomen, dat de
zaak op de lange baan wordt geschoven on
Leiderdorp aan hot lijntje wordt gehou
den geven B. en W. in overweging:
,,1. Aan den Raad van Warmond te be
richten, dat do termijn waarbinnen een
beslissing moet worden genomen over het
al of niet aansluiten bij Leiderdorp
wordt verlengd en wed tot drie weken na
den. dag waarop do heer Stijkel zijn rap
port heeft ingezonden.
2. Om don heer Stijkel te verzoeken met
de inzending van zijn rapport clen noodi-
gen spoed te betrachten en om asm B. eai
W. van Leiderdorp, te berichten wanneer
do inzending heek plaats gehad."
Een samenwerken dus van Leiderdorp
met de Directie van do Boskoopscho Wa
terleiding zooals door mij werd gedacht
en waardfopr nu, Leiderdorp den Raad van
Warmond voor het door mij bedoelde fait
k compli heeft gezet. Had men direct dezen
weg ingeslagen, dan waren de door mij
genoemde bangmakerij! jee niet noodig ge
weest en waren zeer veel ooi-aangenaam
heden voorkomen kunnen worden.
2. Van een insinuatie aan het adres van
Leiderdorp was in mijn ingezonden stuk
geen sprake. Integendeel, hot werd door
mij betreurd, dat heb steeds op spoed
aandringen en het zioh verschuilen achter
eon zeer zwak argument niet door Lei
derdorp, maar door een partij, die de wa
ter vcorzieoiing door Lc-irhrdorp wil forcee
ren voor buitenstaanders de welwil
lendheid van Leiderdorp in oon kwaad
daglicht weid gesteld cn dat daarom aan
koopmansstructj cs gedacht kcci worden.
Niettegenstaande ik mijn bewering staaf-
do door aanhaling van heb betreffende feit
in de Leiderdor.pseh© Raadsvergadering
behandeld, verzwakt de heer Ruigrok zijn
pleidooi, door hetzelfde argument weder
te berde te brengen, door te zoggen, dat
het op spoed aam dringen noodzakelijk was,
omdat Leiderdorp op Warmond moet
wa-Mea nv.t het aanleggen dor 'Leiding
door deai Zeil dijk.
In het Rr.odsvcrslag van Leiderdorp dd.
27 Juli staat o. m. hierover „Burgemees
ter on Wethouders adviseeren voorloopig
niet te behandelen eon ingekomen stuk
van. don heer J. -de Graaf Gz. inzake wa
tervoorziening van don Zijldijk."
Dit stuk, blijkt dus van zeer jongen da
tum to zijn. In do meer genoemde verga
dering van 23 Augustus 1.1. word dit stuk
voor het eerst in -behandeling genomen en
vindt mem hierover in hot verslag het na
volgende
„Een voorstel van den heer J. do Graaf
Cz. om dc waterleiding langs den Zijldijk
door te leggen, onafhankelijk van War
mond, wordrt door den v/ethouder Do
B mijne best reden cm dlcor don Voorzitter
niet in rondvraag gebracht, omdat niemand
het wensöbe te steunen."
Uit bovenstaande blijkt m. i. duidelijk,
dat dit voorstel als ik mij niet vergis,
door een belanghebbende gedaan lang
niet zoo urgent is, als door, door de hier
boven door mij bedoelde partij, werd voor
gesteld.
3. Dat du aansluiting van Warmond bij
do Loidsoho Duinwater-Mij. -oen Maat
schappij, die met eeoi vrij groot kapitaal
werkt eon groot voordeel voor do aan
deelhouders zal opleveren, is wol wat ver
gezocht.
Dat in c3o leveringsvoorwaarden een bil-
lijko winst berekend zal zijn, behoeft niet
verzwegen te worden. Zoowel de levering
j van Boskoop ais van Lcddcn zal door de
i respectievelijke Directies uit een zaken
oogpunt bekeken zijn en mogen wij dap
ook hier niet op philanthropic rekenen.
Trouwens dit wordt door Leiden zelf be
vestigd. In de Raadsvergadering van 8
Augustus, zie „Leidsch Dagblad" van 9
Augustus wordt door don heer Knuttel dé
opmerking gemaakt, dat, bij niet-aanslui^
ting, Ledden later ook de winst, die het
waterverbruik in Warmond zou opleveren»
zal moeten derven. Do heer Van der Pot,1
wethouder van Leiden, achtte de opmer
king van den heer Knuttel zeer juist, alf
liad hij haar die van die zijde niet ver*
wacht.
Het spijt mij ton zeerste, dat de Heer;
Ruigrok mijn aanhalingen uit het Roads
verslag van Woubrugge, zie „L'eidisch Dag-'1
blad" d.d. 27 Augustus gelieel negeert.,
Gaarne had ik hier hierover nadere ophel-,
dering gehad. Hierin toch staat letterlijk:
„Een breedvoerige bespreking volgde'
„omtrent het contract van Leiderdorp, dafc^
„meerdere cïruk noodig zal zijn, dat té'
Leiderdorp een watertoren zal moeten
„komen, als Warmond ook aansluit, enz.,'
„waaraan de Heeren Kroes, Wisman cri."
„Boot deelnamen. De Voorzitter zegt: dat'
„Woubrugge geen kosten of deel daarin'
heeft.
Na lezing van bovenstaande meende ik,
cüat de watervoorziening aan YYarmoncf
door Leiderdorp 's naohts, in verband
stond met de in Woubrugge besproken „te
weinig druk." De heer Ruigrok doet nu:
de mededeeling dat dit niet te wijten is aan
ts weinig druk, maar aan te enge pijpen.'
Als leek maak ik nu de opmerking „wat
is erger te weinig druk of te nauwe pij
pen V-' terwijl bovendien mijn vrees voor
te weinig druk, in verband met het Wou-
brugsche bericht nog blijft bestaan. Enfin,
dit zullen ten slotte de rapporten moeten
uitwijzen en ook of dé weerleggingen van
de bezwaren door den Burgemeester geop
perd, niet al te optimistisch zijn. Aan dg
kwaliteit van het water is door mij niet
getwijfeld en acht ik dit ook voldoende in
het stuk van den Heer Ruigrok bewezen.
5. Liet ik in het begin van mijn stuk
den Heer Ruigrok' gaarne de eer beter op
de hoogte te zijn van de Boskoopsche ge:
schiedenis, zijn toelichting op liet ingeko
men stuk in de Rraadsvergadiering vaA
Warmond, dd.- 18 Augustus eischt volle-'
digo correctie. De onjuistheden die dezg
Heer hierin naar 'voren brengt zijn te wij
ten aan een te vluchtige kennisname en"
misschien ook ontstaan door liet niet juistj
weergeven van den inhoud van bedoeld
stuk in het gemeenteraa-dsverslag. Door,
één mijner mede-onderteekenaars werd in
liet „Leidsch Dagblad" va-n 22 Augustus
reeds op het niet geheel juist weergeven
van dit adres gewezen en daarin o.m. ge
zegd, dat hierin niet werd gevraagd om
van de Leidsche Duinwater-Mij. water te
betrekken, maar alleen aan don Raad ver
zocht in overweging te willen nemen: „niet
„tot een besluit over te gaan, waardoor,
„een eventueel© watervoorziening van
Leiden in gevaar zou worden gebracht",
Óen en ander verband houdende met het?'
gunstige raadsbesluit van Leiden (verga
dering dd. 8 Augustus) waardoor de water
voorziening door Leiden in cen voor War
mond veel gunstiger stadium wag geko
men. Een duidelijke uiteenzetting van dji
gunstiger stadium acht ik hier volkomeiï
op zijn plaats.
Liet het zioh in de maand Juli van dit
jaar nog aanzien dat d'e Leidsche Ge
meenteraad geen toestemming zou verleè;
hen voor do leveling van water, een dép.
Leidsche Wethouders beweerde zelf, öal
ruim 60 pOt. van den Raad tegen zoif
stemmen, het Raadsbesluit van 8 Augus
tus gaf een geheel onverwacht gunstig
resultaat
Onder-de rubriek „Gemeentezaken" in
het „Leidsch Dagblad" van 1 'Augustus
1.1. vindt men het voorstel betreffende dé'
watervoorziening van Warmond door dé
Leidsche Duinwater-Maatschappij a.v. om
schreven:
„Na opheldering van de geschiedenis in
dc-zen geven B. eh W. in overweging aan
de Leidsche Duinwater-Maatschappij ver
gunning ie verleenen aan de gemeente
Warmond duinwater .te Keveren, onded
navolgende voorwaarden:
door DOUGLAS VALENTINE
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden)).
17)
Wij gleden met kleine vaart door de
kourig© voorsteden, reden in een boog
rondom da stad, op welker hooge gebou
wen do cécotrischo reclame-lichten Teeds
hier ©n daar flikkerdien, dreunden met
fluid geknars over een netwerk van spoor
lijnen bij een of ander groot e in ds tabion,
en sloegen toen weer af, ch steeds dieper
j wordende duisternis in. Na een poosje
vertraagde do vaart weer. Wij reden nu
door een boschrijke streek. In ue duisternis
vóór ons werd cen lantaarn gezwaaid en
d)o trein stopte met een ruk bij een klein
station, niet veel meer dan een baanwach
tershokje. Een groote, zwaargebouwde ge
stalte, die een puntigen helm droeg en cen
grijze militaire overjas, stond in eenzame
grootheid middc-n op het perron; hot be
weeglijke schijnsel van een flikkerende
gaslamp weerspiegelde zioh dn zijn schitte
rend gepoetste rijlaarzen.
„Hier zijn we er eindelijk!" zed mijn
metgezel.
ïk stapte uit, mijn noodlot te goinoet.
Do jonge luitenant stond stram in de
hpuding voor de groote figuur op het
perron.
Ik hoorde hot eind van cen zjn, terwijl
ik uitstapte:
do heer, dien ik moest afhalen,
Excellentie
Do ander keek mij aan. Hij was een
groote roan mot eon rood gezicht. Hij
maakt o geen aanstalten te groeten, maar
zei met barsche stem: „Heb de goedheid
mot mij mee te gaan. De oppassers zullen
voor uw bagage zorgen." En met rinke
lende sporen stapte hij door een soort
wachtkamer, waar alle men bel en omhuld
waren, naar een pleintje, waar een groote
auto stond te snorren. Hij stond ter zijde
van het portier om mij in te laten etap
pen, stapte toen zelf in, gevolgd vrij
wel tot mijn verwondering daar den
jongen graaf, wiens verantwoordelijkheid
voor mijn persoon geëindigd was, veron
derstel ik, bij „afLovering der goed/eren."
Mijn verwondering was van korten duur,
want toen hij eenmaal in do auto zat, liet
do jon go Uhlan alle vormelijkheid, die hij
op het perron had in aolit genomen, va
ren cn sprak den ouderen officier aan als
„papa". Dit was dus do oudo generaal
von Boden, van wion do majoor gespro
ken had, do adjudant van don Keizer en
vroegere gouverneur van den Kroon
prins. Vader on zoon praatten over alles
en nog wat en ik nam do gelegenheid te
baat den ouden heer eens nader op te ne-
rcien. Zijn gezicht had con allerwonder
lijkst roodle tint en glom zóó, dat het eleo-
trisohe- lampje aan het dak van do auto or
voortdurend in weerkaatst werd. Een
reusachtige gouden bril, mei; glazen zóó
dik, dat zijn oogen or verwrongen door
loken, zetelde op zijn snavelachtigen neus.
Hij had zijn helm afgezet, en veegdo zijn
voorhoofd af; ik zag eea^ vcdkoipgn kaad^
hoog gewelfd hoofd, dat glom als oen spie
gel en bijna éven rood was als zijn ge
zicht.
Hij had een kaalgeschoren 'gelaat cn was
zekor ndeb jong, want zijn wangen liingen
slap langs zijn kaken. Lange jaren van
gewoon-zijn aan commandeer en hadden
hun slempal gedrukt op zijn manier van.
doen, dio gebiedend was en gemakkelijk
tot ruwheid zou kunnen overgaan,
dacht ik.
„Ik meende, dat ik orders zou hebben
geliad vóórdat ik de villa verliet," zei do
generaal tot zijn zoon; „dan hadt jo
rechtstreeks hierheen kunnen gaan. Ik
veronderstel, dab hij hem hier wil spreken
daarom wilden ze, dat hij naar de vul la
gebracht zou werden. Maar liij is altijd de
zelfde; hij weet nooit wat hij wil." En liij
bromde.
„Missahien wacht er thuis het een of
ander," voegde hij or bij met zijn heesche
stem, die hij op kazerne-binnenplaatsen
solior geschreeuwd had.
Wij reden door een wit hek een kleine
oprijlaan, in, die ons voor een lange, lage
villa bracht. Noch vader, noch zoon had
eion woord tegen mij gezegd gedurende den
rib van of het station en ik had hot niet
gewaagd óón van bedden iets tc vragen,
maar ik wist, dat wij in Potsdam waren.
Het kLeine station in de bossche-n was
Wild-Park, veronderstelde ik, het particu
liere slabion, dat dc Keizer gebruikte op
zijn talloozo reizen en dat gelegen is op liet
torrein van het Nieuwe Paleis. Al do be-
ambten van het Pruisische hof hebben vil
la's in Potsdammaar waarom ik daar go*
bracht was in verband met een zaak, dio
_jpch jsekerjnéei: voor de Wilbelmstrasse of
do Politie van belang moeöt zijn, was méér
dan ik kon doorgronden.
Er was dadelijk een vreeselijke scène in
de hall. Zonder dat iemand er op verdacht
was, schoot de generaal op den oppasser
af, dio do deur geopend had, on schreeuw-
de en raasde tegen hem: „Kameel 1 Os!
Schaapskop Terwijl hij stond te brullen
werden zijn gezicht en zijn glimmende bol
nog donkerder rood getint. „Geef ik orders
om ze to vergeten? Wat denk jo wel? Jou
ezel Hij legde zijn witgehandschoen
de handen op 's nuana schouders on schudde
hem door elkaar, totdat do tanden van
dca armen kerel in zijn hoofd hebben moe
ten rammelen. Do oppasser was bleek tot
zijn lippen on hing slap in den greep van.
den ouden man, terwijl hij steeds dóór ver-
onbschuldigiiigen sbameLdo: „Ach, Excel
lentie Uw Excellentie moet mij niet kwa
lijk nemen
Het was oon weerzinwekkend tooneel,
maar het maakte niet don minsten indiruk
op don zoon, die zijn pet afzette, zich van
zijn jas en sabel ontdeed en mij naar een
soort studeerkamer geleidde. „Die oppas
sers zijn zulke domkoppen I" zei hij.
„Rudi! Rudi!" schreeuwde een hcescho,
snerpende stem van uit de hall. Do luite
nant rende weg.
„Je moet den kerel naar Berlijn bren
gen vanavond. De boodschap was hier al
dien tijd, maar dat uilskuiken van een Hein
rich vergat het. En wij moeten den vent
hier houden tot dien tijd. Wat een beleedi
ging, om je huis te moeten laten gebrui
ken als barak voor zoo'n ellendigen detec
tive 1" Zooveel verstond ik, daar de deur
opengebleven was. Toen werd die dichtge
daan enik hoorde niets meer.
Na alles, wat ik gehoord had, was er iets
ironisch in de invitatie om te blijven di-
neeren, welke mij daarna door den jongen
Uhlan overgebracht werd. Ik kon niet an
ders doen dan aannemen. Ik wist, dat ik
diep in het netwerk van Pruisische disci
pline gevangen zat; ieder had zijn orders
cn voerde zo blindelings uit, van den praat
zieken majoor aan de grens af, tot dezen
belaehelijken Excellenz toe, dezen keizer
lijken adjudant te Potsdam. Ik was al niet
meer dan een nietig radje in een groote
machinerie. Ik moest meedraaien, of ik
zou verpletterd worden.
Zijn Excellentie liet mij op dat pimt niet
in twijfel. Na een hoognoodige wasch- en
ficheerpartij, werd ik in zijn studeerkamer
gelaten, waar hij mij staande ontving, en
met de deur in huis viel
„Uw orders zijn hier tot tien uren van
avond te blijven; dan zult u door luitenant
Graaf von Boden naar Berlijn gebracht
worden. Ik ken u niet, ik weet ook niets
van uw zaken af, maar ik heb orders ge
kregen, dio ik stipt wil uitvoeren. Om dio
reden zult u hier met ons blijven dineeren.
Nadat u den persoon, naar wien u van»
avond gebracht zult worden, heeft gespro
ken, zal Graaf von Boden u naar het staV
tion in Spandau begeleiden wgar een extra
trein klaar zal zijn om u onder zijn gelei-
de naar de grenzen terug te brengen. Ik
wensch, dat u goed begrijpt, dat de hiite'-v
nant verantwoordelijk is, dal deze orders
stipt worden uitgevoerd en dat hij allé
middelen tot dat doel zal gebruiken. Heb'
ik mij ^duidelijk uitgedrukt?"
(Wordt vervolgd.)