No. 18882. INGEZONDEN. FEUILLETON Ba Man met den Klompvoet ou- -v";K TWEEDE KAMER, -r jVorgadlering van gisteren. Installatie-Voorzitter. Do VOORZITTER brengt bij do opening idor vergadering dank aan H. M. do Ko ningin vcor zijn benoeming tot voorzitter ieai aan do Kant ex voor do wijze, waarop zij ibean op do vooidracht heeft geplaatst. Hij zdet daarin een bewijs van de goedie vor- etandhouding, tusschen Kamer en Voor- sÈLtter. Een belangrijke tijd wacht de Ka mer straks zal zij 13 weken aanéén bijeen blijven cn vole belangrijke ontworpen, de Grondwetsherziening en do Staatsbegroo- jting in-cluis, hebben af te doen: Dio taal ®al groote inspanning eischcn van do Ka mer. Er wordt wel eens gesproken van de Opvoedend© kracht van het parlementaire 6tdbel. Spr. hoopt, dat dlie kracht van dc Kamer zal uitgaan. Een andere deugd van de Kamer kan zijn zolfbeheersching die na groeten strijd verkregen kan worden. Wauneer ieder lid tracht zijn redo zoowel als zijn interrupties door vorm en mhoud te verzorgen, dan zal dit in het belang zijn van de vervulling onzer taak. Spr. begrijpt dat een aanvaarding van iemands beginsel toorn kan opwekken, maar het is de taak van ieder bij zijn rea- geeren daarop zelfbeheersching te betrach ten. Spr. hoopt, dat onder Gods zegen de •Ka/mor tot heil van het vaderland zal ber ken. (Applaus). Installatie-mr. Ankerman. ♦Het nieuw gekozen lid der Kamer, mr. J. Ank or man, legt de vcreiechte eeden af én neemt zitting. Interpellatie. De heer A. P. STAALMAN (Ohr.-Dem.) vraagt de Kamer verlof vragen te mogen stellen aan den Minister van Oorlog over dio uitvoering van spr."s motie inzake "de uibkecring aan gedurende de mobilisatie afgekeurde militair on. Over dit voorstel zal in de volgmde ver gadering worden beslist. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER stelt voor over te gaan tot het opmaken van 2 voordrach ten ter vorvulling van twee vacatures in den Hoogeai Raad. De heer OUD (V.-D.) stelt voor deze opmaking aan te houden. Hij meent, dat 1 de algemeeno bezuiniging er toe moet lei den om heb aantal raadsheer en te vermin deren. Hij dient een motie daartoe in. In afwachting van de behandeling daarvan, .vraagt hij uitstel van de opmaking van die voordracht De VOORZITTER meent, dat uitstal onmogelijk is, aangezien de Grondwet Voorschrijft,dat de Kamer verplicht is voor de vacatures voordrachten op to ma ken. Bovendien is het in verbanc! met de .uitbreiding van do taak van den Hoogcn Raad niet geweuischt, thans tot inkrimping over te gaan. De heer VAN SASSÉ VAN YSSELT (R.-K.) otelt voor de tweede voordracht tóun to houden, aangezien één dor voorge- idragenen heeft verzocht niet in aanmerking te kc«x<en.. Hij meent, dat die voordracht .Wel kan wachten. Do heer VISSER VAN IJZENDOORN (V. B.) meent, ctat de Kamer verplicht is Voordrachten op te maken. Dost zij dat tui eb, dan is dat werkstaking. De VOORZITTER zegt, dat de heer Van Wijnen niet in aanmerking wensoht te komen voor een plaats op een voor dracht. In verband Iriormede stelt spr. voor de eerste voordracht op te maken, maar met do tweede te wachten tot de Kanier weer bijeen komt. Het voorstel, om de opmaking der voor drachten uit te fitellen, wordt verworpen mét 57 tegen 27 stemmen. Huishoudelijke Commissie. Tot loden der Huishoudelijke Commis- eie woeden benoemd de heeren Visser van IJzendoorn on Kolkman. Gom. Commissie Stenografische dienst. Tot leden der Gemengde Commissie voor don Stenografisch on dienst worden be noemd de hccren Ruth, Van Yuuren en Schokking. Wijziging der Kieswet, enz. Het wetsontwerp tot wijziging der Kies wet wordt aangenomen met 76 tegen 9 stemmen. Het wetsontwerp tot wijziging der Pro vinciale wet wordt aangenomen zoucïor hoofdelijke steaiming. Hot wetsontwerp tot wijziging der Ge meentewet wordt aangenomen met 79 tegen 6 stemmen. Rijksuitkecring aan Gemeenten. Aan de ordo is de stemming over het amendement-v. d. Tempel op art. 2 van het ontwerp tot wijziging van de Rijksuit- keering aan de Gemeenten. Dit amendement wordt verworpen meb 64 tegen 21 stemmen. Art 7 wordt aangenomen met 68 tegen 17 stommen. Togen do heeren. Duymaer van Twist, Schouten, Do Monté VerLoren, Heemskerk, Brant, Bijlevelt, Rutgers, Hermans, De Wilde, Juta, Weitkamp, Van Veen, Beumer, Kooien. Het wetsontwerp wordt aangenomen 49 togen 35 stemmen. Tegen do heeren v. d. Molen, Smeenk, Fruyters, v. Wijn bergen, Fleskens, Arts, v. Rijringh, Colijn, Eupen, Poolen, v. d. Voort v. Zijp, Dec kers, Duymaer van Twist, Haazevoet, Bul ten, Schouten, Do Monté VerLoren, Heemskerk, Rink, Braat, v. Bijlevelt, Rut gers, Ter Hall, Hormans, v. Rijckevorsel, Zijlstra, Teenstra, v. d. Bilt, De Wilde, Swame, Juta, Weitkamp, Van Veen, Wes- tormcjLs, Van. Rappard. Ncminatie Hcoge Raad. Aan de ordo is het opmaken van een voordracht ter vervulling van een vacature in den Hoogen Raad. Uitgebracht werden 74 stommen. Daar van verkregen mr.Taverne 40 stemmen, mr. Sohepel 15, mr. Mondeis 15, mr. Clara Wdchman 2; zaod-at cergte oandidaat zal zijn mr. B. M. Taverne, hoogleeraar te Amsterdam. Voor de tweede plaats werden uitge bracht 74 stemmen, waarvan 22 op mr. Schepel, 18 op mr. Van Meeuwen, 20 op tor. Van Gelein Vitringa en enkele stem men verdeeld. Bij de tweede vrije stemming worden uit gebracht op mr. Sohepel 28, op mr. Van Meeuwen 19, op mr. Van Géloin Vitrin ga 25. Bij de volgende stemming verkregen mr. Schepel 33 stemmen on mr. Van Geloan Vitringa 20 stemmen, mr. Van Meeuwen 19zoodat herstemming moet plaats heb ben tussohen de heeren mr. Schepel en ma-. Gelein Vitringa. Bij deze herstemming verkreeg mr. Sohepel 31 stemmen en mr. Van Gelein Vitringa 39 stemmenzo-oclat- gekozen ds als tweede oandidaot mr. dr. J. van Gelein Vitringa. Voor de derde plaats worden" uitgebracht op mr. Van Meeuwen 30 stemmen, op mr. Schepel 29 stemmen en mr. Clara Wioh- man 2 stemmen. Er heeft dus een tweede stemming plaats. Daarbij worden uitgebracht op mr. Van Meeuwen 37 stemmen, op mr. Sohepel 23 stemmenzoodat d'o derde candidaat zal zijn jhr. mr. E. A. E. van Meeuwen. Voorzitters afdeclingen. De VOORZITTER d'eelt medo, dat tot voorzitters der afdeclingen zijn benoemd de heeren Noleais, Schokking, Kolkman, Arts on Schaper, en tot ondervoorzitters de heeren Van Veen, Van Wijnbergen, Rutgors, Duymaer van Twist en Marchant. Regeling van werkzaamheden. Do VOORZITTER zegt, dat de centrale sectio besloot 4 October in cis afdeelingan te onderzoeken een serie wetsontwerpen, waaronder de Staatsbegroting van 1922, het ontwerp Dienstplichtwet en do ratifi- oatie van het verdrag te Washington." Vervolgens stelt spr. voor 12 Ootobor in het openbaar allerlei wetsontwerpen te behandel eui. De heer DRESSELHUTJS (V. B.) mist bij deze laatste opgave het ontwerp in zako den rechtstoestand der ambtenaren. De VOORZITTER zegt, dat hij alleen voorstelt wat vóór de Grondwetsherzie ning zal plaats hebben en hij llob dit ont werp weg, omdat het te lang zal ophou den. De heer DRESSELHUIJS (V. B.) stelt voor dit ontwerp op deze lijst te plaatsen. De VOORZITTER voldoet aan dit ver zoek. Do vergadering wordt verdaagd tot Woensdag 12 October. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Copy van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. Warraond's Watervoorziening. L. S. Vertrouv/ende, dat in de spoedeischende vergadering van S dezer een bevredigende oplossing zou gevonden worden in deze zoo belangrijke kwestie, die een verder schrij ven over dit onderwerp overbodig zou ma ken, deed mij besluiten, niet op het in gezonden stuk yan den heer Ruigrok in te gaan, alvorens ik uit het Raadsverslag een duidelijk inzicht had verkregen over het verhandelde in de hierboven bedoelde ver gadering. Het verslag heeft mij echter gclichl in mijn verwachtingen teleurgesteld; en hoe wel ik mij, na het gepasseerde in de Lei- derdorpsche Raadsvergadering (zie verslag „Leidsch Dagblad" dd. 31 'Augustus) het ingenomen standpunt van onzen Burge meester zeer goed kan indenken, betreur ik ten zeerste, dat ZijnEdelachtbare, ter wille van een goeden gang van zaken, en gezien de eenparige tegenkanting van den Raad, dit standpunt niet heeft willen la ten varen. Het onthouden van alle mede werking tot de uitvoering van een, in de vorige Raadsvergadering genomen besluit, zal hoe ook de uitspraak in deze van den Commissaris der Koningin moge zijn remmend werken en verre van. bevorderlijk zijn voor do belangen van Warmond. Hoe spoediger uivoering had kunnen ge geven worden aan het maken van beide hier bedoelde rapporten, des te eerder was aan de hand hiervan kunnen worden uitge maakt welk plan de voorkeur verdiende. Ook de heer Ruigrok schijnt geen voor stander van dit Raadsbesluit (het aanvra gen van twee rapporten) te zijn en lag het daarom naar mijn meening in zijn bedoe ling dopr inzending van zijn ingezonden stuk stemming voor het plan Boskoop te maken. Het is mij echter opgevallen, dat de stemming in den Raad gezien het Raads verslag geheel anders was dan die in de vorige vergadering. Van twee partijen in den Raad, dit is door den heer Oudshoorn nadrukkelijk gezegd, was nu geen sprake meer en eenparig was men van oordeel, dat men de rapporten over beide plannen kalm moest afwachten. De heer Ruigrok schijnt van een onpartijdige beoordeoling niets te willen weten en wil het plan Bos koop tout prix forceeren. Waarom an ders alle mogelijke voordeelen hiervan op gesomd, die echter alle nog bewezen en aan gevuld zullen moeten worden. Verder doet Z.Weledelgestr. het voorkomen, alsof ik zeer slecht op de hoogte zou zijn. Gaarne wil ik erkennen, dat mij niet, zooals den heer R., de onuitputtelijke bronnen van Boskoop ter beschikikng staan. Het is daarom heel goed mogelijk, dat deze ge lijk lieeft en dat eerst met Leiden en daar na met Boskoop onderhandelingen zijn aan geknoopt; maar dit is van zeer onderge schikt belang en doet weinig ter zake. Van veel grooter belang acht ik het de andere punten, waarop hij mij aanvalt, te weerleggen en de hiervoor reeds aangehaal de bewijsgronden te herhalen, om zoodoen de een hernieuwd ncgeerm hiervan onmo gelijk te maken. 1. Dat de leveringsvoorwaarden van Leiderdorp op 10 Augustus j.l. reeds ter kennis van B. en W. van Warmond zijn gebracht, verandert aan mijn betoog niets, daar de<zo zonder eenig© kostenberekening va/n aanleg, onderhoud, enz., niet de minste waarde hebben. De heer R. stolt het voor, dat door mij gezegd zou zijn, zonder meer dab Leiderdorp deze kostenbere kening had moeten overleggen en negeert ter wille van zijn conclusie, dat door mij hieraan werd toegevoegd ,,in samenwer ken met do Directie dor Boskoopscho Wa terleiding." Zonder deze, door mij wèl overwogen toevoeging was het het veel gemak-kei ijker zijn lezers te overtuigen, dat door Leiderdorp wel nooit oen kosten berekening zou zijn overgelegd en dat daarom voo een fait accompli geen sprake kon zijn. In het Raadsverslag van Leider dorp zie .Leidsch Dagblad" <kl. 31 Augustus wordt woordelijk gezegd ,,Ten eindo echter to voorkomen, dat de zaak op de lange baan wordt geschoven on Leiderdorp aan hot lijntje wordt gehou den geven B. en W. in overweging: ,,1. Aan den Raad van Warmond te be richten, dat do termijn waarbinnen een beslissing moet worden genomen over het al of niet aansluiten bij Leiderdorp wordt verlengd en wed tot drie weken na den. dag waarop do heer Stijkel zijn rap port heeft ingezonden. 2. Om don heer Stijkel te verzoeken met de inzending van zijn rapport clen noodi- gen spoed te betrachten en om asm B. eai W. van Leiderdorp, te berichten wanneer do inzending heek plaats gehad." Een samenwerken dus van Leiderdorp met de Directie van do Boskoopscho Wa terleiding zooals door mij werd gedacht en waardfopr nu, Leiderdorp den Raad van Warmond voor het door mij bedoelde fait k compli heeft gezet. Had men direct dezen weg ingeslagen, dan waren de door mij genoemde bangmakerij! jee niet noodig ge weest en waren zeer veel ooi-aangenaam heden voorkomen kunnen worden. 2. Van een insinuatie aan het adres van Leiderdorp was in mijn ingezonden stuk geen sprake. Integendeel, hot werd door mij betreurd, dat heb steeds op spoed aandringen en het zioh verschuilen achter eon zeer zwak argument niet door Lei derdorp, maar door een partij, die de wa ter vcorzieoiing door Lc-irhrdorp wil forcee ren voor buitenstaanders de welwil lendheid van Leiderdorp in oon kwaad daglicht weid gesteld cn dat daarom aan koopmansstructj cs gedacht kcci worden. Niettegenstaande ik mijn bewering staaf- do door aanhaling van heb betreffende feit in de Leiderdor.pseh© Raadsvergadering behandeld, verzwakt de heer Ruigrok zijn pleidooi, door hetzelfde argument weder te berde te brengen, door te zoggen, dat het op spoed aam dringen noodzakelijk was, omdat Leiderdorp op Warmond moet wa-Mea nv.t het aanleggen dor 'Leiding door deai Zeil dijk. In het Rr.odsvcrslag van Leiderdorp dd. 27 Juli staat o. m. hierover „Burgemees ter on Wethouders adviseeren voorloopig niet te behandelen eon ingekomen stuk van. don heer J. -de Graaf Gz. inzake wa tervoorziening van don Zijldijk." Dit stuk, blijkt dus van zeer jongen da tum to zijn. In do meer genoemde verga dering van 23 Augustus 1.1. word dit stuk voor het eerst in -behandeling genomen en vindt mem hierover in hot verslag het na volgende „Een voorstel van den heer J. do Graaf Cz. om dc waterleiding langs den Zijldijk door te leggen, onafhankelijk van War mond, wordrt door den v/ethouder Do B mijne best reden cm dlcor don Voorzitter niet in rondvraag gebracht, omdat niemand het wensöbe te steunen." Uit bovenstaande blijkt m. i. duidelijk, dat dit voorstel als ik mij niet vergis, door een belanghebbende gedaan lang niet zoo urgent is, als door, door de hier boven door mij bedoelde partij, werd voor gesteld. 3. Dat du aansluiting van Warmond bij do Loidsoho Duinwater-Mij. -oen Maat schappij, die met eeoi vrij groot kapitaal werkt eon groot voordeel voor do aan deelhouders zal opleveren, is wol wat ver gezocht. Dat in c3o leveringsvoorwaarden een bil- lijko winst berekend zal zijn, behoeft niet verzwegen te worden. Zoowel de levering j van Boskoop ais van Lcddcn zal door de i respectievelijke Directies uit een zaken oogpunt bekeken zijn en mogen wij dap ook hier niet op philanthropic rekenen. Trouwens dit wordt door Leiden zelf be vestigd. In de Raadsvergadering van 8 Augustus, zie „Leidsch Dagblad" van 9 Augustus wordt door don heer Knuttel dé opmerking gemaakt, dat, bij niet-aanslui^ ting, Ledden later ook de winst, die het waterverbruik in Warmond zou opleveren» zal moeten derven. Do heer Van der Pot,1 wethouder van Leiden, achtte de opmer king van den heer Knuttel zeer juist, alf liad hij haar die van die zijde niet ver* wacht. Het spijt mij ton zeerste, dat de Heer; Ruigrok mijn aanhalingen uit het Roads verslag van Woubrugge, zie „L'eidisch Dag-'1 blad" d.d. 27 Augustus gelieel negeert., Gaarne had ik hier hierover nadere ophel-, dering gehad. Hierin toch staat letterlijk: „Een breedvoerige bespreking volgde' „omtrent het contract van Leiderdorp, dafc^ „meerdere cïruk noodig zal zijn, dat té' Leiderdorp een watertoren zal moeten „komen, als Warmond ook aansluit, enz.,' „waaraan de Heeren Kroes, Wisman cri." „Boot deelnamen. De Voorzitter zegt: dat' „Woubrugge geen kosten of deel daarin' heeft. Na lezing van bovenstaande meende ik, cüat de watervoorziening aan YYarmoncf door Leiderdorp 's naohts, in verband stond met de in Woubrugge besproken „te weinig druk." De heer Ruigrok doet nu: de mededeeling dat dit niet te wijten is aan ts weinig druk, maar aan te enge pijpen.' Als leek maak ik nu de opmerking „wat is erger te weinig druk of te nauwe pij pen V-' terwijl bovendien mijn vrees voor te weinig druk, in verband met het Wou- brugsche bericht nog blijft bestaan. Enfin, dit zullen ten slotte de rapporten moeten uitwijzen en ook of dé weerleggingen van de bezwaren door den Burgemeester geop perd, niet al te optimistisch zijn. Aan dg kwaliteit van het water is door mij niet getwijfeld en acht ik dit ook voldoende in het stuk van den Heer Ruigrok bewezen. 5. Liet ik in het begin van mijn stuk den Heer Ruigrok' gaarne de eer beter op de hoogte te zijn van de Boskoopsche ge: schiedenis, zijn toelichting op liet ingeko men stuk in de Rraadsvergadiering vaA Warmond, dd.- 18 Augustus eischt volle-' digo correctie. De onjuistheden die dezg Heer hierin naar 'voren brengt zijn te wij ten aan een te vluchtige kennisname en" misschien ook ontstaan door liet niet juistj weergeven van den inhoud van bedoeld stuk in het gemeenteraa-dsverslag. Door, één mijner mede-onderteekenaars werd in liet „Leidsch Dagblad" va-n 22 Augustus reeds op het niet geheel juist weergeven van dit adres gewezen en daarin o.m. ge zegd, dat hierin niet werd gevraagd om van de Leidsche Duinwater-Mij. water te betrekken, maar alleen aan don Raad ver zocht in overweging te willen nemen: „niet „tot een besluit over te gaan, waardoor, „een eventueel© watervoorziening van Leiden in gevaar zou worden gebracht", Óen en ander verband houdende met het?' gunstige raadsbesluit van Leiden (verga dering dd. 8 Augustus) waardoor de water voorziening door Leiden in cen voor War mond veel gunstiger stadium wag geko men. Een duidelijke uiteenzetting van dji gunstiger stadium acht ik hier volkomeiï op zijn plaats. Liet het zioh in de maand Juli van dit jaar nog aanzien dat d'e Leidsche Ge meenteraad geen toestemming zou verleè; hen voor do leveling van water, een dép. Leidsche Wethouders beweerde zelf, öal ruim 60 pOt. van den Raad tegen zoif stemmen, het Raadsbesluit van 8 Augus tus gaf een geheel onverwacht gunstig resultaat Onder-de rubriek „Gemeentezaken" in het „Leidsch Dagblad" van 1 'Augustus 1.1. vindt men het voorstel betreffende dé' watervoorziening van Warmond door dé Leidsche Duinwater-Maatschappij a.v. om schreven: „Na opheldering van de geschiedenis in dc-zen geven B. eh W. in overweging aan de Leidsche Duinwater-Maatschappij ver gunning ie verleenen aan de gemeente Warmond duinwater .te Keveren, onded navolgende voorwaarden: door DOUGLAS VALENTINE Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden)). 17) Wij gleden met kleine vaart door de kourig© voorsteden, reden in een boog rondom da stad, op welker hooge gebou wen do cécotrischo reclame-lichten Teeds hier ©n daar flikkerdien, dreunden met fluid geknars over een netwerk van spoor lijnen bij een of ander groot e in ds tabion, en sloegen toen weer af, ch steeds dieper j wordende duisternis in. Na een poosje vertraagde do vaart weer. Wij reden nu door een boschrijke streek. In ue duisternis vóór ons werd cen lantaarn gezwaaid en d)o trein stopte met een ruk bij een klein station, niet veel meer dan een baanwach tershokje. Een groote, zwaargebouwde ge stalte, die een puntigen helm droeg en cen grijze militaire overjas, stond in eenzame grootheid middc-n op het perron; hot be weeglijke schijnsel van een flikkerende gaslamp weerspiegelde zioh dn zijn schitte rend gepoetste rijlaarzen. „Hier zijn we er eindelijk!" zed mijn metgezel. ïk stapte uit, mijn noodlot te goinoet. Do jonge luitenant stond stram in de hpuding voor de groote figuur op het perron. Ik hoorde hot eind van cen zjn, terwijl ik uitstapte: do heer, dien ik moest afhalen, Excellentie Do ander keek mij aan. Hij was een groote roan mot eon rood gezicht. Hij maakt o geen aanstalten te groeten, maar zei met barsche stem: „Heb de goedheid mot mij mee te gaan. De oppassers zullen voor uw bagage zorgen." En met rinke lende sporen stapte hij door een soort wachtkamer, waar alle men bel en omhuld waren, naar een pleintje, waar een groote auto stond te snorren. Hij stond ter zijde van het portier om mij in te laten etap pen, stapte toen zelf in, gevolgd vrij wel tot mijn verwondering daar den jongen graaf, wiens verantwoordelijkheid voor mijn persoon geëindigd was, veron derstel ik, bij „afLovering der goed/eren." Mijn verwondering was van korten duur, want toen hij eenmaal in do auto zat, liet do jon go Uhlan alle vormelijkheid, die hij op het perron had in aolit genomen, va ren cn sprak den ouderen officier aan als „papa". Dit was dus do oudo generaal von Boden, van wion do majoor gespro ken had, do adjudant van don Keizer en vroegere gouverneur van den Kroon prins. Vader on zoon praatten over alles en nog wat en ik nam do gelegenheid te baat den ouden heer eens nader op te ne- rcien. Zijn gezicht had con allerwonder lijkst roodle tint en glom zóó, dat het eleo- trisohe- lampje aan het dak van do auto or voortdurend in weerkaatst werd. Een reusachtige gouden bril, mei; glazen zóó dik, dat zijn oogen or verwrongen door loken, zetelde op zijn snavelachtigen neus. Hij had zijn helm afgezet, en veegdo zijn voorhoofd af; ik zag eea^ vcdkoipgn kaad^ hoog gewelfd hoofd, dat glom als oen spie gel en bijna éven rood was als zijn ge zicht. Hij had een kaalgeschoren 'gelaat cn was zekor ndeb jong, want zijn wangen liingen slap langs zijn kaken. Lange jaren van gewoon-zijn aan commandeer en hadden hun slempal gedrukt op zijn manier van. doen, dio gebiedend was en gemakkelijk tot ruwheid zou kunnen overgaan, dacht ik. „Ik meende, dat ik orders zou hebben geliad vóórdat ik de villa verliet," zei do generaal tot zijn zoon; „dan hadt jo rechtstreeks hierheen kunnen gaan. Ik veronderstel, dab hij hem hier wil spreken daarom wilden ze, dat hij naar de vul la gebracht zou werden. Maar liij is altijd de zelfde; hij weet nooit wat hij wil." En liij bromde. „Missahien wacht er thuis het een of ander," voegde hij or bij met zijn heesche stem, die hij op kazerne-binnenplaatsen solior geschreeuwd had. Wij reden door een wit hek een kleine oprijlaan, in, die ons voor een lange, lage villa bracht. Noch vader, noch zoon had eion woord tegen mij gezegd gedurende den rib van of het station en ik had hot niet gewaagd óón van bedden iets tc vragen, maar ik wist, dat wij in Potsdam waren. Het kLeine station in de bossche-n was Wild-Park, veronderstelde ik, het particu liere slabion, dat dc Keizer gebruikte op zijn talloozo reizen en dat gelegen is op liet torrein van het Nieuwe Paleis. Al do be- ambten van het Pruisische hof hebben vil la's in Potsdammaar waarom ik daar go* bracht was in verband met een zaak, dio _jpch jsekerjnéei: voor de Wilbelmstrasse of do Politie van belang moeöt zijn, was méér dan ik kon doorgronden. Er was dadelijk een vreeselijke scène in de hall. Zonder dat iemand er op verdacht was, schoot de generaal op den oppasser af, dio do deur geopend had, on schreeuw- de en raasde tegen hem: „Kameel 1 Os! Schaapskop Terwijl hij stond te brullen werden zijn gezicht en zijn glimmende bol nog donkerder rood getint. „Geef ik orders om ze to vergeten? Wat denk jo wel? Jou ezel Hij legde zijn witgehandschoen de handen op 's nuana schouders on schudde hem door elkaar, totdat do tanden van dca armen kerel in zijn hoofd hebben moe ten rammelen. Do oppasser was bleek tot zijn lippen on hing slap in den greep van. den ouden man, terwijl hij steeds dóór ver- onbschuldigiiigen sbameLdo: „Ach, Excel lentie Uw Excellentie moet mij niet kwa lijk nemen Het was oon weerzinwekkend tooneel, maar het maakte niet don minsten indiruk op don zoon, die zijn pet afzette, zich van zijn jas en sabel ontdeed en mij naar een soort studeerkamer geleidde. „Die oppas sers zijn zulke domkoppen I" zei hij. „Rudi! Rudi!" schreeuwde een hcescho, snerpende stem van uit de hall. Do luite nant rende weg. „Je moet den kerel naar Berlijn bren gen vanavond. De boodschap was hier al dien tijd, maar dat uilskuiken van een Hein rich vergat het. En wij moeten den vent hier houden tot dien tijd. Wat een beleedi ging, om je huis te moeten laten gebrui ken als barak voor zoo'n ellendigen detec tive 1" Zooveel verstond ik, daar de deur opengebleven was. Toen werd die dichtge daan enik hoorde niets meer. Na alles, wat ik gehoord had, was er iets ironisch in de invitatie om te blijven di- neeren, welke mij daarna door den jongen Uhlan overgebracht werd. Ik kon niet an ders doen dan aannemen. Ik wist, dat ik diep in het netwerk van Pruisische disci pline gevangen zat; ieder had zijn orders cn voerde zo blindelings uit, van den praat zieken majoor aan de grens af, tot dezen belaehelijken Excellenz toe, dezen keizer lijken adjudant te Potsdam. Ik was al niet meer dan een nietig radje in een groote machinerie. Ik moest meedraaien, of ik zou verpletterd worden. Zijn Excellentie liet mij op dat pimt niet in twijfel. Na een hoognoodige wasch- en ficheerpartij, werd ik in zijn studeerkamer gelaten, waar hij mij staande ontving, en met de deur in huis viel „Uw orders zijn hier tot tien uren van avond te blijven; dan zult u door luitenant Graaf von Boden naar Berlijn gebracht worden. Ik ken u niet, ik weet ook niets van uw zaken af, maar ik heb orders ge kregen, dio ik stipt wil uitvoeren. Om dio reden zult u hier met ons blijven dineeren. Nadat u den persoon, naar wien u van» avond gebracht zult worden, heeft gespro ken, zal Graaf von Boden u naar het staV tion in Spandau begeleiden wgar een extra trein klaar zal zijn om u onder zijn gelei- de naar de grenzen terug te brengen. Ik wensch, dat u goed begrijpt, dat de hiite'-v nant verantwoordelijk is, dal deze orders stipt worden uitgevoerd en dat hij allé middelen tot dat doel zal gebruiken. Heb' ik mij ^duidelijk uitgedrukt?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5