Gymnastiekspelletje.
Speelgoed!
Van alles wat.
k. te hooren en te zien en dan als't eenigszins
ei- kan krggt het kind toch oog wat moois of
d, wat lekkers.
et Ik geloof, dat een massa kinderen eigenlijk
niet weten, dat het zoo gaat en daarom
'dacht ik: ik zal het hun eens vertellen en
hun meteen een verhaaltje doen van iets dat
iik van zeer nabij weet:
Liesje Veltman was de oudste uit oen
'groot gezin: Ze had twee broertjes en twee
zusjes. Gewoonlijk leert de oudste al vroeg
de handen uit de mouw steken: eens een
handje helpen, als Moeder het druk heeft,
de kleintjes bezig houden, om kort te gaan,
allerlei werkjes doen, waardoor zij Moeders
taak verlicht
Maar Liesje was zoo niet. Zij zat het liefst
in een hoekje bij het raam te lezen en was
dan doof, of hield zich zoo, als baar wat
gevraagd werd. Als ze eindelijk niet meer
doen kon, alsof ze Moeder niet verstond, keek
ze met een knorrig gezicht en bromde: „Ik
heb ook nooit eens tijd om te lezen!" en deed
boos wat Moeder haar opdroeg»
En als de broertjes en zusje3 bij haar
kwamen staan en vroegen om met 'haar te
spelen, snauwde zij ze af met een: „Dank
je wel, hoor!" De kleintjes wisten het lang
zamerhand ai en lieten haar rustig in haar
hoekje zitten. Liesje beviel dit wel, maar
haar ouders zagen het hoofdschuddend aan.
Hoe het kwam, wist niemand, maar op een
goeden avond stond Liesje in de kinderkrant
Zelf meende ze, dat ze toch niet zóó zelf
zuchtig was, als daarin wel te lezen stond,
maar Vader en Moeder herkenden er hun
dochtertje toch in. Jullie, die dit leest, zult
■je het verhaal' niet meer te herinneren,
want het heeft jaren geleden in de kinder-
krant gestaan en jullie konden toen nog niet
lezen, de jongsten konden nog maar nauwe
lijks loopen.
i Liesje ontstelde er hevig van, dat ze zóó
j weinig voor haar huisgenocten overhad als
Jde Liesje uit de krant» Dat het blad altijd
wT>aar Spanje gezonden werd, wis/t ze niet,
gelukkig maar, want dan zou ze zich nog
meer geschaamd hebben. Het was nu heusoh
al erg genoeg en ze nam zich ernstig voor
anders te worden.
Eenige dagen nadat Liesje haar eigen be-
Echrijving in de krant gelezen had, kwam
het blad in Spanje aan. Het was juist avond
en Sint Nicolaasj zei dadelijk tegen zijn
trouwen Zwarten Piet, toen hij de post
het waren heel wat brieven en kranten
had doorgekeken: i
„Piet, jongen, leeg jij me nou de kinder
krant uit Holland eens voor. 't Duurt nog
wel een paar maanden, vóór ik er heenga,
maar je weet, ik ben toch graag op de hoog
te van hetgeen er in dat land voorvalt."
Piet begon te lezen en het gezioht van
Sint Ndcola&g werd hoe langer hoe orn-
stiger. Toen heb verhaal uit was, zed hij
i „dat ie een treurig geval, maar hopeloos
is het niet. Ik zal dat meisje eens flink de
les lezen, waaib dat gaat zoo niet langer.
Ze moet veel hulp vaardiger worden ©n
vam mij krijgt ze geen boek. Dat weet
ik wel.'i
Er waren een paar maanden verloopen
eai hot was November geworden. Mevrouw
Veltman was hard za-ek en de dokter had
tegen haar man gezegd
„Alleen rust kan de patiënte genezen.
Ivunt ii niet -een paar van de kinderen weg
zenden?"
„Als ik maar wist waarheen," antwoord
de meneer Veltman. „Mijn vrouw heeft
geen familie en dk heb slechts twee zusters.
Do ééne is ongetrouwd eh woont op ka
mers, de andere heeft zelf een groot
geain."
„Bij kennissen misschien?"
„Ja, dat zal dan wel moeten. Ik zal er
eens over denken."
„Goed, maar weet wel, dat uw vrouw
alleen beter kan worden, als het rustig in
haar omgeving is."
Dit gesprek werd op de trap gevoerd en
Liesje, die juist naar boven wilde gaan,
maar door de bedde heeren niet dadelijk
opgemerkt weid, had alles gehoord. Zij
had do laatste maanden wel wat meer haai
best gedaan, maar lang niet altijd was zij
er in geslaagd hulpvaardig te zijn.
Toen Vader den dokter bad uitgelaten,
kwan* Liesje naar hem toe es» vroeg;.
„Stuurt u ons heusch weg, Vader?"
„Ja kind, de dokter zegt, dat het moet.
Gisteren nog kibbelden de jongens zóó,
dat Moeder hot zelfs in de slaapkamer
hoorde. Je begrijpt toch zelf wel dat- dat
Diet gaat."
„Ja Vader, maar aJs als u 't nou
nog eens probeerde en ik ze bezag hield."
„Jij? En je bemoeit je altijd zoo weinig
met hen."
„Ja Vader, maar nu wil ik."
Ér was iete in de ooge<n van zijn oudste,
dat meneer Veltman trof, en hij zed
„Ik zal het probeeren, kind en geef je
drie dagen proeftijd."
Of Liesje blij was en haar best deed! En
werkelijk, ze wist de kleintjes zóó aardig
bezig te houden, hen met aan- en uitklee
dden en aan tafel zóó goed te helpen, dat
Vader er versteld van stond en heel tevre
den was. Zij slaagde er geheel in het woe
lige troepje rustig te houden, las hun
mooie verhalen voor en speelde met hen,
zoodat Vader na drie dagen verklaarde,
dat allen blijven mochten. Dat was een
vreugde voor Liesje en zij hield vol. Het
„Liesje," dat de kleintjes zoo dikwijls rie
pen en zij vroeger zoo lastig had gevonden,
werd nu niet tevergeefs geroepen.
Gelukkig werd Moeder beter. Eind No
vember mocht mevrouw Veltman weer be
neden komen, al moest zij nog oppassen.
Hoe verrast was zij, Liesje allerlei dingen
te zien doen, die vroeger door baa/rzelve
verricht werden. Zij knikte baar doch
tertje vriendelijk toe.
Twee dagen later, de kinderen waren
allen naar school, de kleinsten naar het
fröbelklasj e, werd er gebeld enkwam
Sint Ndcolaos in hoogst eigen persoon bin
nen stappen. Mevrouw Veltman gaf hem
dadelijk een gemakkelijiken stoel en vroeg,
of de reis hem niet ver moedd had. Al pra
tende kwam het natuurlijk op de kinderen
en Moeder vertelde nu, hoe Liesje tijdens
haar ziekte in ha-ar voordeel veranderd
was.
Do goede Sint, die hoofdzakelijk geko
men was om eens naar Liesje te infor
ms eren, luisterde aandachtig en zei
„Maar dan heeft zij een heel mooi
cadeau verdiend. Ze krijgt wat extra's van
me. Weet u ook eon wen6oh van baar?"j
„Jawel, Sint Nxcolaas, maar ik ben bang
onbescheiden te zijn."
„Spreek vrij uit, mevrouw. Voor haan-
heb ik wat over."
,Nu dan: ze houdt heel veeü van planten
en dieren en zou graag een mooi boek met-
platen daarover willen hebben."
„Uitstekend zei Sint Ndoolaas, teë-
kendie even wat op zijn lijsten aan en nam
spoedig daarna afscheid.
Wat was Liesje blij, dat zij van Sint
Nicolaas het zoo vurig begeerde boek
kreeg!
Eerst staan w' allen op een rijtje,
Met de bandjes op den rug,
Maar dan zegt- Sofietje: Draaien,
Hup, we keeren om, heel vlug,
En dan vallen w' éón, twee, drie<
Allen op de rechterknie.
Nu de handjes boven 't hoofdje
Sierlijk in een ronden boog,
Zoo, en dan op Fie'e commando
Hijst de heele kring omhoog.
Nu 's -t genoeg! roept kleine Fransje
Gomman deer maar gauw 'n dansje.
Goed, zegt Fieke, kom dan, meisjes
Zet een vroolijk liedje in,
Ringel reie zoete meie
Hè. 'k heb ook in dansen zin.
Rustig zingen z' allen 't liedje,
Ingezet door klein Sofietje.
TRUUS SALOMONS.
Een muisje aan een touwtje!
maar 't is geen echte, hoor!
't is maar een grappig maaksel
van onze kleine Door.
Ze doet het voor haar peesje,
dat graag eens spelen wil,
't zit achter een gordijntje
en tuurt er stil, heel stiL
Straks laat Door 't muisje spart'lea,
vol spanning ziet poes 't aan,
om plotsling met een zetje
op 't muisje a£ te gaan.
PoeS weet 't wel: 't is geen echte!
toch heeft ze dolle pret
ze heeft haar mollig rugje
er hoog bjj opgezet.
En kjjkt met wilde oogen
dat hoort zoo bjj het spel =-««
wie veel van poesjes houden,
die weten dat ook wel.
Zoo spelen ze dus vroolgk
en hollen door het hutë;
ik zeg nog eens: gelnkkig
is het geen echte muis!
HERMANNA.
Knutselwerkjes van papier.
IL
Het Bootje.
,Van den steek, dien we onlangs samen
maakten, willen we nn een bootje vouwen.
Je steekt daartoe je beide duimen binnen
in den steek en legt de overige vingers
aan den buitenkant der beide vlakke zjjden.
'Nu verwjjder je je duimen van elkaar en
krijg je vanzelf een vierkant, dat je met
den open kant naar onder vóór je legt,
(fig. I.
Fig.
B
'A
Nu beur je een klep op en legt ~K «p B«
Je keert je werk om en legt de andere punt
ook op B. Wat jo nu gekregen hebt, lijkt
weer op een steek en je doet nu precies
hetzelfde met je duimen als je daareven
hebt gedaan, zoodat je weer een vierkant
krijgt. Twee punten van dit vierkant zittsn
los; die trek je voorziohtig uit en je hebt
een aardig bootje. - v.- -