LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 21 September. Tweede Blad. Anno 1921. ■sas UIT DE RAADZAAL' TWEEDE KM1ER. DeJPers ovar da Troonrede. FEOSLLET0N De fc&i met den Klompvoet No. 18330. 't Was weer een zitting zooals we lang- tójfïerhajid gewoon beginnen t-e worden: een agencl'a, die nieis geen stof opjaagt yan do 20 daarop voorkomende punten ^rerd slechts bij één het woord gevoerd en dftil nog in hoofdzaak meer om zich daar over in academischen zin uit te laten, dan ojm zich te te verzetten of wait ookmaar cja6 niettemin ternauwernood klaar kwam *3 middags, dank zij de kwajongensboel, die er bij de Ingekomen Stukken werd ge maakt. 't Is dan ook alleen het pracludrum. dat aanleiding geeft nog even op de zitting tigriig te komen, die we anders niet zou den hebben beoverzicht.7' Bij de Ingekomen Stukkon was in dé eerste, plaats het bekende voorstel uit di verse kokers om de r.teünverleening der ^erkloozen, trots het iu vorige raadszit ting genomen besluit, niet te brengen on- cfer het Burgerlijk Armbs'turir. doch on der een soort commissie, waarbij het Bur gerlijk Armbestuur alleen in zooverre nog met de zaak te maken heeft, dat het geld voor de steunverleening benoodigd, uit zijn tas komt. 't Is een belangrijk vraag stuk dat daarom ondergedompeld is in. do politiek. Wanneer het daarin tenslotte maar niet jammerlijk verdrinktYan diverse zijden is men er tuk op, dfe eer van het in wezen niet brengen onder het Bur gerlijk Armbestuur van de werkloozenuit- kcoricg, aan zich zelf toe te schrijven. Yan daar ook al cïie diverse voorstellen van vrijwel gelijke strekking uit zoo verschil lenden hoek. En vandaar ook, dat geen gelegenheid om zioh voor te doen als d e zaakwaarnemers der werkloozen voorbij mag gaan, ook al blijkt de kans daarop gelijk aan nihil. We kunnen, ons anders niet voorstellen, waarom van soc.-dem. zijde zoo hardnekkig werd gezocht naar voor stellen en moties, Jio als 7t ware pasklaar gewrongen moesten worden binnen het reglement van orde, dab, men mag het for meel noemen of niet, een terugkomen op een gevallen besluit zonder dat het punt op de agenda heelt gestaan, verbiedt. De ijedenccringi dat het niet was eon terug komen op een genomen besluit ging daar óm mank, omdat het gevolg immers zou zijn, dat niet aan de bepaalde periode van &ón maand (eindigend 27 dezer, tusschen. twee haakjes) <3e hand werd: gehouden ifraarmce het vorig besluit ongedaan werd gemaakt. 'i Is niet aangenaam, zioh te moeten neerleggen, bij een genomen besluit, dat -$ware ingaat tegen hetgeen men zelf wil, 'it is nog onaangenamer, om te zien, hoe Ct de practijk een volgen van den infor- feeelen weg misschion het rerklealijkst zou zijn geweest bij aannemen van een der vele voorstellen moet alles, dat pas bij hH Burgerlijk Armbestuur is overgevoerd tveer worden overgevoerd! En op aanne men is alle kans, naar we zelfs ook ho pen, gelijk bekend maar dat neemt niet Weg, dat men zich te houden heeft aan gevallen besluiten, aangenaam of niet doet met ïer zake Het afwachten van praeadvi.es waarbij B. en W. bekwamen spoed toezeiden, was dan ook zonder rnecr de aangewezen weg geweest. In plaats daarvan kwam de als het ware Babylonische spraakverwarring én moties-gieterij, waaraan de motie van Ofde van den heer Sijtsma gelukkig een otnde maakte. Nog niet bekomen van dit eerste geval van gaan, zooals 7t niet moet gaan, kwam al hot tweede. Dit was, toen de -heer Van Éck den 3-Octobcr-dag gelijk wilde stellen ülot dien 1-Mei-dag. Een vergelijking, die fteelemaal niet opgaat. Een historische ge denkdag als de 3 Oct. is een gedenkdag zelfs, die geen onkel deel der bevolking kan afsfcooten en dus in waren zin alge meen is, Js nimmer te vergelijken met een feestdag van een politieke partij, onver schillig welke Het verschil daartusschen is zoo zonneklaar, dat verwacht mocht wor den, dat daaraan weinig aandacht zou wor den geschonken, 't Liep weer anders. De heer Oostciam ging zoowaar op deze ver gelijking, lioe rammelend ook in en wilde dan de It.-II. feestdagen gelijk stellen mot 1 Mei. Natuurlijk pakte de heer Van Eek gretig toe en nam dit idtee over. Men beet op het uitgeworpen aas. Verder kwam het evonwel niet gelukkig, en het woord van protest van den heer EoixVmans was zeker op zijn plaats. Yan. Protestantscbe zijde had men anders ook nog wel eenige diagen kunnen noemen en voor iedero po litieke partij ook nog, bij wat goeden wil Het was de heer Wilmer, die weer ge heel en al de politiek op haar dunst in heb geding bracht. Door te komen met een motie in den geest als B. en VY. al had den toegezegd en reeds in uitvoering was, nl. op 3 Oct. zooveel mogelijk don ganschen dag vrijaf te geven aan het gemeonteper- sonool, ging hij op het politieke vinken touw zitten. Zou de heer Van Eek soms tegen zoo'n motie zijnhoe onnoodig, zelfs kinderlijk naïef de motie ook ware. Evenmin als de heer Yan Eek had de heer Wilmer tenslotto eenige vangst! Iets anders is nu echter, hoe B. en W. bij tijd en wijle zullen staan tegenover het vragen van vrij op een politieken feestdag, in algemeenen zin gesproken; Zoo 7t kan, lijkt ons te dtezen aanzien een ruim stand punt ten zeerste gewenscht. Zooals reeds gezegd, de agenda verliep zonder noem ens waardigheden. Alleen een protest van den „rooden77 Eikeibout tegen zijn herhaalde benoeming in het stembu reau en wat beschouwingen over het voor- loopig ongewijzigd veranderen van het lier- li alingsonderwijs in vervolg-onderwijsin afwachting van de regeling van het 7e cn 83 leerjaar en het nijverheidsonderwijs, waarbij mevr. Yan Itallio—Yan Embden haar maidenspeech hield op duidelijke en aangename wijze heb opnemend voor liet door de wet verdrongen liuishoudondor- wijs cn wat daarmee annex is. Deze be schouwingen leverden als eenig resultaat c'en belden dames, wier taak 1 Oct. is ge ëindigd, cTank zij de wettelijke regeling, een klein financieel faveurtje op. Hoewel hot niet noodig oordeelend, wcnschen we haar geluk daarmee. Yorgadoring van giste r- naraidld-ag. Geloofsbrief prof. Anema. Ingekomen is do geloofsbrief van liet nieuwo Kamerlid, prof. mr. A. Aaaema, voor Zuid-Holland gekozen in de vacature ontstaan door het overlijden van prof. Ba- vinok. De stukkon wordten gestold dn han- dan van c/on 00 remissie-, bestaande uit do hoeren Yan -dor F-eltz, Biruiaerts en v. d. Lande. Do vergadering wordt geschorst. Na heropening der vergadering brengt do heer Van der F-eltz (V. B.) rapport uit namens do commissie, adviseerend tot toe lating van het nieuw gekozen lid, prof. mr. Anema. Aldus wordfc besloten. De heer Anema wordt, na aflegging der vercdschto eeden, door den Voorzitter ge ïnstalleerd. Rede van den Voorzitter. Dq VOORZITTER spreekt hierna ecu rede uit, naar aanleiding van zijn benoe ming door H. M. de Koningin tot voorzit ter. Spr. zegt dank voor het in hem ge stelde vertrouwen. Zonder den steun cPer Kamerleden zou hij deze gewichtige betrek king niet kunnen vervullen. Meer dan ooit is de belangstelling op deze Kamer gericht. Nu eens heefb zij wetsontwerpen aan te nemen, ondanks verzet in de andere Kamer, cl'a-n weer ont werpen te verwerpen. Maar steeds moet het algemeen landsbelang daarbij op den voorgrond staan. Spr. is er van overtuigd dat dit steeds hot geval is. In cr,ie over tuiging aanvaardt hij gaarne weder zijn benoeming. Wijlen prof. Bavinck herdacht. ingekomen 13 bericht van overlijden van prof. Bavinok. De Voorzitter herinnert er aan, dat prof. Bavdnck tien jaar lid on tevens sie raad was van deze. Spr. schetst hom als een zeer verdienstelijk man, wiens advie zen, op glashelderen toon voorgedragen, zeer gewaardeerd werden cn een belang rijken steun waren voor de Kamer. Noode kan men zulke mannen missen. Hij munt te uit door zijn politiek, sociaal en weten schappelijk werk en was een kundig be gaafd, werkzaam en hoogstaand man. Zijn naam zal in eerbiedige herinnering wor den gehouden. Deze redevoering werd door de leden staande aangehoord. Commissie voor do Verzoekschriften. De VOORZITTER benoemd' in do com missie voor de verzoekschriften ne liecren Geertsema, v. d. Lande, Blomjous en Die- penhout en mevr. Pothuis—Smit. v Regeling van werkzaamheden. Woensdag om elf uur zoi een openbare vergadering worden gehouden. Aan de orde is don de benoeming van 2 leden der Huishoudelijke Commissie en van 3 leden "der Gemengde Commissie voor de Steno grafie. Adres van Antwoord Troonrede. Besloten wordt de Troonrede met een Adres van Antwoord te beantwoorden. Trekken der Af dodingen. De Kamer gaat hierna over tot het trek ken der afdeelingp-n. De Kamer gaat vervolgens in de afdec- liugcn tot het kiezen van voorzitters en ondervoorzitters en tob verkiezing van le den van de commissie van redactie voor het adres van antwoord op do Troonrede. De vergadering wordt voor 20 minuten geschorst. Na heropening der vergadering deelt de Voorzitter rnede, dat de afdeelingcn heb ben benoemd tot voorzitters de fceeren: Cremer, Binnerts, Van Nierop, Gilisse en Reekers en tot ondervoorzitters de hoeren: Van Embden, Krans, Van der Feltz, Van Lansehot en De Vos van Stccnwijk. Tot leden der commissie voor het. adres van antwoord on de Troonrede zijn be noemd de heeren Slingenberg, Smeenge, Van der Feltz, Diepenhorst en Da Vos von Steenvijt. De vergadering werd verdaagd tot Woens dagochtend te elf uren. Yorgadoring van gister* n a m i d d a g. Aanbieding Staatsbegroöting. De MINISTER VAN FINANCIEN, do heer DE GEER, hoedt, daartoo gemach tigd daar H. M. de Koningin, de Sba-ats- begrooting voor 1922 met bijbehcoror.de wetsontwerpen aan do Koningin aan. Nominatie Voorzitter. Aan de orde ia hot opmaken van een nominatie voor het voorzittersobap. Do VOORZITTER beroemt tot stemop- noraers de heeren Le>ly, Van Schalk, Van Stapel® en Van der Molen. Eerste candidaat: Uitge bracht zijn 80 stemmen, waarvan 73 op Kooien, 1 op Schaper en 1 op Nolons, en 6 blanco, zoodat de eerste candidaat is mr. dr. D. A. P. N. Kooien. Tweede oandddaat: Uitge bracht zijn 82 stemmen, waarvan 37 op mr. Rink, 19 o>p Schaper, 21 op De Monté VorLoren, 1 op Marchont, 1 op Snoeok HenkouTiars en 1 blanco. Aangezien nie mand een volstrekte meerderheid heeft verkregen, moc-t een tweede vrije stem ming plaats hebben. Uitgebracht zijn 82 stemmen, waarvan 36 op mr. Rink, 16 op Schaper, 32 op D© Monté VorLoren, l op nvr. Marohant, 3 blanoo's. Herstemming heeft thana plaats tusschen do heeren mr. Itink en De Monté VorLoren, Schaper en mr. Marohant Tweede candidaat: Bij de 2de stemming voor een 2do plaats op de voorzitters-voordracht werden uitgebracht 80 stemmen, waarvan 32 op mr. Rink, 25 op Do Marrté Verkoren, 17 op Schaper, 1 mr. Marohant, zoodat herstemming moot plaats hebban tusschen de heeren Rink en De Monté VerL-oren. De uitslag daarvan is, dat uitgebracht werden 77 stem men, waarvan 35 op mr. Rink ©n 32 op De Moiité Verloren, 1 van onwaarde en 9 blamco, zoodat do tweede candidaat zal rijn mr. P. Rink. Derde candidaat: Uitge bracht werden 78 stommen, waarvan 31 o=p Schaper, 35 op De Monté VerLoren, 1 op Brant, 1 op Snoeck Henkemans, 1 op mej. G>roenoweg en 9 blanco, zoodat de beer De Monté VorLoren de derde can didaat zal zijn. D® voordracht zal H. M. do Koningin worden aangeboden door een commissie, bestaande uit de vier stemopnemerra en. de heeren Wijnbergen,' Van Veen, Van Bere- stoyn en mej. Westerman. De vergadering wordt verdaagd lot Woensdagmiddag één uurdan is aan de orde het trekken der afdeelingen en het benoemen van voorzitters en onder-voor zitters, de stemming over het amendement en het wetsontwerp betreffende do Rijks- uitkeeringen aan do gemeente en de som matie van de benoeming van twee leden in den Hoogen Raad. Ingekomen is bericht van ontslag van don heer L. M. Hermans (S. D. A. P.) als Kamerlid. Do MAASBODE77 (R.-K.) constateert dat weinig nieuwe regeeringsplannen meer worden aangekondigd. „Wat in tusschen niet zeggen wil, dat het Kabinet zioh een dolce far niente ver oorlooft. In bab bijzonder blijft do minister van Arbeid het goede voorbeeld geven, waar aan Nederland tot herstel van zijn econo mische krachten zoozeer behoefte heeft, door te arbeiden zoo lang hst dag is.7' De „TUD" (R.-K.) zegt, dat de beknopt heid eoi sobere woordenkeus des te sterker do fin ancieel e moeilijkheden van het oogenblik doen uitkomen, en do noodzake lijkheid, het publieke leven op meer be scheiden voet in te richten. Zeer ernstig klinkt do waarschuwing tob het gaheelc volk, dat liet tijdperk, waarin de Rijks middelen boven verwachting vloeiden, voorbij ia Do economische crisis heeft de bron dor Rijksinkomsten aangetast. Verheugend is het derhalve in de Troon rede te vinden de erkenning, dab de be lastingdruk do grens onzer financieel e draagkracht heefb boreêkt. Aan een be langrijke opvoering van do reeds zwaar nijpende heffingen wordt met heb oog op de daaruit dreigends» solbad® voor heb al gemeen belang niet gedacht.77 Hot „CENTRUM" (R.-K.) besluit: Als geheel as deze Troonrede een ernstig, zake lijk otuk, zonder franjo of frasen on heb bewijs leverend, dat de Regeering, do oisohen van den huidigen toestand kennen de, en rich do moeilijkheden go ens rins ont veinzende, oolc het vasto voornomen heefb daarmede baren arbeid in overeenstem ming le brengen Zij gaal a-.dus voort in do lijn, waarin zij rich, van don eersten tijd van haar op treden af, bewogen heefb. „HET HUISGEZIN" (R.-K.) merkt op dat do Troonrede naast één passage die tot voldoening stemt, een andere bevat dio levendige teleurstelling wekt. Tot voldoening stemt, dat een voorstel tot herziening der bepal ingon betreffende do pachtovereenkomst zal worden inge diend. Teleurstel ling wckt.t dat thans een voor stel zal werden ingediend tob versterking van de zeemacht; vooral met het oog op de verdediging van Nederiancbch-Indië. Wij leggen don nadruk op thans, omdat bin nenkort op initiatief van den president der Verecnigde Staten een conferentie zail worden gehouden tot beperking der bewa pening, vooral met het oog op de interna tionale vraagstukken in het Verre Oosten. Had onze regecring het verloop dezer con ferentie, waartoe ook ons land toegang zal hebben, mot kunnen afwachten Is heb niet denkbaar, dat bedoelde conferentie met eon resultaat eindigt, dat een grootere machtsontplooiing in dat gedeelte van don Nederiaudsohen Sfcoat overbodig maakte Kan en zal bet voornemen onzer regeering nie<b opgevat worden als een bewijs vani wantrouwen in den ernst en de beteekenia der oonforentie Wij willen toch niet den ken, dat onze regeeiüng handelt op aan-, dringen van derden en baar voorstel juist in verband met de conferentie elders noo dig of wensohelijk is geoordeeld. „DE STANDAARD" (A.-R.) vindt, dat do Troonrede sporen van zorg draagt. De financieel® paragraaf is somber gestemd1.:' „Die financdeele zorgen drukken niet al« leen voor Nederland, maar ook voor hot Indisch bezit. Ook daar zal men met de veranderde tijdsomstandigheden hebben rekening le houden.77 Doch, „moge de Troonrede in somberem toon zijn gesteld, de regeering is niet van' plan bij de pakken neer te zitten en heeft' voor dat laatste levensjaar van deze Sba ten-Generaal nog een program dat er we zen mag.77 „DE NEDERLANDER7' (C.-H.) wijst op wat de Troonrede noemt inkrimping vat* de uitgaven; bezuiniging zooveel mogelijk. Daarnaast versterking van het nationaal vermogen door arbeiden en spaarzaam heid. „Heb laatste moet vooral ons ganse he volk zioh gezegd) houden; hoewel ook alle staatsorganen zul'len geroepen zijn, bier een voorbeeld te geven. Wij hebben doze aansporing met groote voldoening verno men. Dat de regeering spoedige regeling van het levensverzekerLngbedrijf in uit richt stelt, mag in dib verband nadrukke lijk en met dankbaarheid vermeld worden. Wij hebben korfc geleden hierop ernstig aangedrongen en waarde oren het regee- ringsvoornemen te meer, omdat wie deer werken en sparen voor hun toekomst had den gezorgd zooveel mogelijk doenlijk zeker moeten zijn." De „NIEUWE COURANT" (VnjhB.) besluit haar beschouwing over de Troon rede aldus: „Summa summarum een Troonrede, die tob ernstig nadenken stemt, al komt 20 in versohillend opzicht een paar jaren te laat die het bewustzijn kan verlevendigen, dat er zal moeten wordsm geworsteld, willen wij in den economisch oh stormvloed nóet» ondergaan. Wij hadden in overeenstemming daar mede gaarne ronduit arkend gezien, chti do regeering zelf mede schuldig staat aam de malaise en dat schuldbewustzijn gaarne zien spreken in een moedig terugkomen op do dwalingen hears weegs, waar het sociale maatregelen geldt <Lo eon hoogst onmaatschappelijk gevolg hebbon. Zoolang do regeering den moed daartoe niet heeft, blijft haar werk voor een groot deel ge doomd tot om vruchtbaarheid." De ,,N. ROTT. CT." (Yrijh. B.) vraagt» riok af of we de zonderlinge inleiding der Troonrede meer a-ls een uitvlucht besohou wen moeten, een kwalijk verholen verent- schuldigdng voor gepleegde verzuimen. „Ofschoon heb aan waarschuwingen niet) neefb ontbroken, heefb de regeering drie jaren lang vrijwel Gads water over Goda akker laten loepen, als zag zij van de alge meen® ontwrichting zelfs de eerste teeke» nen niet. „Met noesten ijver aan het hor stel van do welvaart te arbeiden," wordt nu de leus, maar drie jaren lang heeft da regeering wi® aan dat herstel wilden wer ken bemoeilijkt, geknepen en op steeds hooger lasten gebracht, de minister van Arbeid vooraan." „HET VADERLAND" (Vrijk.-B.) eindigt aldus: Do Troon/rede is eindelijk eon mat stick. En al iö het wijs beleid -d'e onmiskenbare zwakte van de Coalitie niet nog erger naair voren te deen komen dan zij is, door klinkkkmk d'c® opgesmukten woords, 7t teekont toch, dat het sluitstuk van deze parlementaire campagne, dat de laatste Troonredo vóór do algemeen® verkiezingen in den regel is en behoort te zijn, ons zoo duidelijk toeroept, dat een Re- g-cerirtg uit de Rechterzijde met alle gezond® partijformatie spot, en dc lezing van de Troonrede maakte op ons -dan eek den indruk van het: Ave Caesar, miciriburi to saliutant. door DOUGLAS VALENTINE Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden)). 15) D® hoer dio kwam om u to ontmoeten, was één en al agitatie. Hij was vanmorgen al aan het) station goweeat, voordat ik voordat ik u ontinoobbe. Ik zoaid oen bood schap naar hom too om u hier te treffen. D'o geschiedenis word al ingewikkelder. Ik was zonder twijfel een hoogst gewich tig per sco n. „Uib welk deel van Amerika komt u, mr. Sccnlin r{" zoi een stem in vlocdendi Engelsch uit deai ho-ek. Heb was d'e één- armige officdor, dsi.ie sprak. „Van Brooklyn," zed ik dapper, hoewel mijn hart bijna etilstond van clen solirik, mijn eigen taal te hoor en. „U heefb goon accent,77 zed do andoro po os vriend dijk. „Sommige Amerikanen," antwoordde ik kort en bondig, „zouden dat als een com pliment beschouwen. Niet alle Amerika- iran spreken door hun neus, evenmin als wij allien spuwen of gummi kauwen, op straat." „Dat weet ik,77 zei do jonge man. „Ik ben daar opgegroeid 1" We waren omringd door lachende ge- richten. Dezo officier, die Engefech kon sproken, werd blijkbaar door zijn kamera den als een grappenmaker beschouwd. E011 schaterend golaoh klonk cbor do kam or. „Aoh, ebben* Schroalz!" bruid® do majoor, op zijn clijen slaande, in extase. „Kalos- sa! 1" eohodo oen van d® oud-gediemfen Do inanko glimlachte flauwtjes en zei, dat het „ongelooflijk was, zoo grappig als Sohmalz kon zijn." Ik had gehoopt, dat het gesprek nu weer in hot Dui-tech door zou gaan. Maar niets daarvan. Heb gezelschap leunde behaaglijk achterover*alsof het verwachtte, dat da grappeafimakjerij door zou gaan. „U heeft uw loleereai uit Londen,'7 zei do jon go officier. Hij was ®on gqed gebouwd jong man, heol bleek van een pas doorstane zielcte, met vlasblond haar ®n helderblauw e, on- boschaamd-o oogon, do oogen van een vech tersbaas. Zijn linkermouw was leeg en was dwars over zijn jas vastgehecht mot het zwart-on-witto lint van het IJzeren Kruis. „In 7t algemeen, ja," antwoordde ik korfc, „wanneer ik naar Engeland ga. Klee- ron zijn goedkoop or te Landen.'7 ,,U moet een goed gehoor voor talen hebben," vervolgde Schraalz, ,,u spreekt Duditsch ala een Duitschor cn Engelsch hij zweeg even boteekenisvol als een EngeOsohman.77 Ik voelde mij ellendig zenuwachtig. Deeo jan go man had zijn oogcm niét van mij af; hij bad mij aangestaard van ai het oog en- blik, dat ik de kamer was bin nen gekom en. Zijn manier var. doen was volmaakt kalm en vricuidclijk. Toch hield ik mijn rol op prijzenswaavdi-go wijze vol, geloof ik. „En hot ia oak gcon kwaad talent,77 zed ik vroolijk glimlachend, „wanneer rnon in oorlogstijd naar Lenden moet." Schmalz glimlachte terug mot volmaakte beleefdheid. Maar hij bleef mij onafgebroken aansta ren. Ik voelde m»o niets op mijn gemak. „Waar kalcolt Sohmalz nu weer over?" zoi een van d® oud-godion denIk ver haalde ten plesiero van het gezelschap mijn veral&g gaf deal oud-gediende, dio ge ep roken !s»ad, gedegenheid, een oindeloce verhaal op te dissehen over een overjas, dio hij tijdens zijn vacant&e in Brighton had gekocht. Heb verhaal duurde voort, totdat de witgehandschoende oppasser kwam aankondigen, dat er een heer was, dio den Herr Major wenschte te opreken. „Dat zal uw man zijn," riep do majoor uit, opspringend. Het viel mij op, dat hij goen aanstalten maakte om den vreemde ling binnen to laten komen. „Kom, laten we naar hem boe gaan." Ik stónd op en ram afscheid. Sohmalz liep met cns mee tob aan de deur van do zijkamer. „U gaat naar Berlijn?" vroeg hij. „Ja," antwoordde ik. „In welk hotel logeert u?" vroeg hij weer. „Waarschijnlijk in heb Adlon-hotel l" „Ik zal clc volgend® week ook te Berlijn zijn voor mijn keuring. Misschien ontmoe ten we elkaar nog wel. Ik zou graag nog cans mei u over Amerika eai over Lon den spreken. Wij moeten bepaald gemeen schappelijke kennissen hebben. Ik mompelde zoo iets van dat het mij veel genoegen sou doen,7' maar nam tege lijkertijd het besluit, zoo gauw als ik ge voeglijk kon, Berlijn te verlaten. HOOFDSTUK VIII. Ik hoor van „Stelzri' en ontmoet zijn werkgever. Teen wij de trap afgingen, zei de majoor toi my: „Ik geloef niefc, dat die man van u wensch te, dat ik zijn naam wi3fc; want hij stelde zichzelf niet voor, toon hij hier kwam, en hij komt nooit in onze sociëteit. Maar ik ken liem toch wel: hij is de jonge graaf von Beden, van de Garde-Uhlanen; zijn vader, do generaal, 13 adjudant van den keizer; hij waa een tijdlang gouverneur van den Kroonprins.77 Een auto stond stil voor de deur, er zat een jonge man in met een grijsblauwe mili taire overjas en een platte pet met ross band er om. Hij sprong er uit, toen wrj aankwa men. Zijn manier van doen was druk. Hij nam niet de minste notitie van mijn metgezel. „Ik ben zesr blij u te zien, Herr Doktor," zei hij. „Er wordfc zaar naar uw komst ver langd. Ik most u mijn verontschuldigingen aanbieden, dat ik niöt aan heb station was om u te verwelkomen; maar er scheen em misverstand te zijn. De maatregelen voor uw ontvangst aan het station schijnen absoluut in de war te zijn geraaktw." En hij keek door zijn monocle strak naar den ouden ma joor, die rood werd van kwaadheid. „Als u in mijn auto wilt stappen,77 voegde de jonge man er bij, „zal ik u 1 aar het k»- ticn brengon. Wij behoeven dezen heer niet langer op te honden." Ik had medelijden met den ouden majoor, die zwijgend do vernietigende orber hou.:nd- heden vftrt dit jonge luitennnfcja hud naugo- lioor d; ik schudde hem dus hartelijk de h; r..l cn dankte hem voor zjjtt gastvrijheid. Ili.i was per slot van rekening toch een gulle, oude baas. De jonge man reed zelf en babbelde ge noeglijk, terwijl wy door de straten snorden- „Mag ik mijzelf maar even voorstellen"? zei hij. „Ik ben luitenant Graaf von Boden, van het 2de regiment Garde-TJhlanen. Ik wou niets zeggen, waar die oude kletsmajoor by was. Ik hoop, dat u een goede reis gehad heeft? Von Steinliardb, van onze legatie m Haag, had instructie alle maatregelen te nemen, cm het u aan dezen kant van den Oceaan zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Maar ik vergat, dat u en hy oude kennissen moeten zyn, Herr Doktor!" Ik zei iets, dat me van pas leek, over von Stemhardts onveranderlijke vriendelijkheid. In mijn breiu noteerde ik de verklaring van het visitekaartje in de portefeuille in mijn zak. Aan het station vonden wy twee oppas sers, een met mijn bagage, de andere met von Bodens bagage cn pels. De perrons wa- ren nu verlaten, op pen enkelen bewaker na; alle leven in dit saaie grensstation scheen te komen en to gaan met den matifcrein. Toen wy de auto verlaten hadden cn liet perron op cn neer liepen, ia afwachting van onzen extra-trein, l:on ik niet nalaten op te merken, clat mijn metgo-zel nil cn dan Etc :1- scho blikken op mijn voeten wierp. Ik ke;K naar mijn laarzen; zeker, die mochten wel gepoetst worden; maar verder kon ik cr tccb niets aan ontdekken, dat niet in orde va?. Zij waren bruin, dat ig waar, e-a ik bedacht me, dat een Duitscher uib de buurt van e n. stad zijn smaak voor schoeisel meestal re gelt naar den kalender, en dat bruine E/riioe- ncn in Duifcschland zelden gedragen worden na 1 September, (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5